Nikon Z 6, Z 7 Network Guide [nl]

• Lees deze handleiding grondig door voordat u de camera gebruikt.
• Bewaar deze handleiding na het lezen op een gemakkelijk toegankelijke plaats voor later gebruik.
Netwerkgids
Nl
Voor informatie over draadloze verbindingen, lees:
Voor een gids over basisopname en -weergave, lees:
De Netwerkgids (deze handleiding)
Leer hoe u Wi-Fi of Bluetooth gebruikt om de camera met een computer of een smartapparaat zoals een smartphone of tablet te verbinden.
Ook bevat het informatie over onderwerpen zoals de taken die kunnen worden uitgevoerd met behulp van een WT-7 draadloze zender.
De Gebruikshandleiding (meegeleverd)
Beheers zowel basiscamerabewerkingen als functies specifiek voor deze camera.
Inhoudsopgave
Kennismaking met de camera
Eerste stappen
Basisfotografie en weergave
Basisinstellingen
Opnamebediening
De i-knop
Problemen oplossen
ii
De Naslaggids (pdf)
Voor een gids met alle aspecten van de werking van de
camera, lees:
In aanvulling op het materiaal dat wordt beschreven in de Gebruikshandleiding die is meegeleverd met de camera, geeft de Naslaggids informatie over de opties die beschikbaar zijn in de cameramenu’s en beschrijft onderwerpen zoals de camera met andere apparaten verbinden.
De onderwerpen die in de Naslaggids worden behandeld, zijn:
Basisopname- en weergavebewerkingen
Geavanceerde opnameopties
De cameramenu’s
Verbinding maken met computers,
printers en HDMI-apparaten
Flitserfotografie met behulp van optionele flitsers
De Naslaggids (pdf) is beschikbaar via het Nikon Downloadcentrum.
nikon downloadcentrum Z 7
Z 7:
https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/492/Z_7.html
Z 6:
https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/493/Z_6.html
De Naslaggids kan ook online in html-formaat worden bekeken.
nikon online handleiding Z 7
https://onlinemanual.nikonimglib.com/z7_z6/nl/
Z 6
Z 6
iii

Over deze gids

In deze gids wordt voornamelijk beschreven hoe u een draadloos lokaal netwerk (LAN) verbindt met behulp van de ingebouwde Wi-Fi van de camera en hoe u de netwerkfuncties gebruikt zodra een verbinding tot stand is gebracht. Lees deze gids en de camerahandleiding zorgvuldig door en bewaar beide daar waar ze door alle gebruikers van het product worden gelezen. Mocht door beschadigingen deze gids onleesbaar zijn geworden, dan kan via het Nikon Downloadcenter een vervangend exemplaar (pdf) worden gedownload.
Symbolen en conventies
Om gemakkelijker de door u benodigde informatie te vinden, worden de volgende symbolen en conventies gebruikt:
Dit pictogram duidt opmerkingen aan; informatie die moet worden
D
gelezen voordat u dit product gebruikt.
Dit pictogram duidt tips aan, extra informatie die handig kan zijn
A
wanneer u dit product gebruikt.
Dit pictogram duidt verwijzingen naar andere delen in deze handleiding
0
aan.
Menu-items, opties en berichten weergegeven in de cameramonitor worden vetgedrukt weergegeven.
In deze handleiding worden smartphones en tablets aangeduid als “smartapparaten” en de XQD-geheugenkaarten gebruikt door de camera als “geheugenkaarten”.
Camera-instellingen
Alle uitleg in deze handleiding gaat e rvan uit dat de standaardinstellingen worden gebruikt.
Afbeeldingen
Het uiterlijk en de inhoud van de software- en besturingssysteemvensters,
-berichten en -weergaven getoond in deze gids kunnen verschillen naargelang het besturingssysteem dat wordt gebruikt. Zie, voor informatie over basiscomputerbewerkingen, de documentatie die is meegeleverd met de computer of het besturingssysteem.
iv

Camera- en netwerksysteemoverzicht

Computer Smartapparaat
Smartapparaatftp-server Computer
WT-7 draadloze zender (apart verkrijgbaar)
Het type netwerkverbinding dat beschikbaar is voor de camera en optionele accessoires wordt hieronder getoond. De nadruk van deze gids ligt op verbinding maken met computers; zie, voor informatie over verbinding maken met netwerken met behulp van een WT-7 draadloze zender, de handleiding die is meegeleverd met de WT-7.
v

Wat netwerken voor u kunnen betekenen

De camera ondersteunt netwerkverbindingen met computers, smartapparaten, tablets en andere apparaten. Eenmaal verbonden kunt u foto’s uploaden of de camera op afstand bedienen.
Wilt u foto’s naar een computer uploaden?
…maak dan verbinding via Wi-Fi (0 1)
Door het ingebouwd draadloos LAN (Wi-Fi) van de camera te gebruiken, kunt u verbinding maken met computers om foto’s en films te uploaden.
Verbinden met een computer
De camera kan als volgt een verbinding maken:
via een directe draadloze koppeling (toegangspuntstand, 0 3),
of
via een draadloze router op een bestaand netwerk, inclusief
thuisnetwerken (infrastructuurstand, 0 7).
Toegangspuntstand Infrastructuurstand
vi
Wilt u foto’s downloaden naar ofde camera vanaf een smartapparaat bedienen?
…maak dan verbinding met behulp van de
SnapBridge-app (0 18)
Installeer de SnapBridge-app op uw s martphone of tablet (smartapparaat) en maak via Bluetooth of Wi-Fi verbinding met de camera.
Wilt u foto’s naar een computer of ftp-server
uploaden,
de camera vanaf een computer bedienen, ofde camera vanuit een webbrowser bedienen?
…maak dan verbinding met behulp van de WT-7
(0 37)
Maakt u verbinding met een netwerk via de optionele WT-7 draadloze zender, dan krijgt u toegang tot verschillende functies.
vii

Kennisgevingen

Geen enkel deel van deze gids mag
worden gereproduceerd, overgedragen, overgeschreven, opgeslagen in een archiefsysteem of worden vertaald in welke taal, in welke vorm en op welke manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
Nikon behoudt zich het recht voor het uiterlijk en de specificaties van de hardware en software die in deze handleidingen worden beschreven op elk moment te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortkomt uit het gebruik van dit product.
Hoewel al het mogelijke is gedaan om ervoor te zorgen dat de informatie in deze gids nauwkeurig en compleet is, zouden we het op prijs stellen wanneer u eventuele fouten of onvolkomenheden onder de aandacht brengt van de Nikon­vertegenwoordiger in uw regio (adres apart vermeld).
viii
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
Voorwerpen die volgens de wet niet mogen
worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van (plaatselijke) overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties worden voorzien van een stempel “Voorbeeld” of “Specimen”.
Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of waardepapieren die in het buitenland in omloop zijn, is verboden.
Tenzij vooraf toestemming is verlee nd, is het kopiëren of reproduceren van ongebruikte door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven postzegels en gecertificeerde wettelijke documente n is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot h et
kopiëren of reproduceren van bepaalde waardepapieren
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking t ot het kopiëren of reproduceren van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques, cadeaubonnen en dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve als het gaat om een minimum aantal kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Het is eveneens niet toegestaan om door de overheid uitgegeven paspoorten, vergunningen van overheidsinstellingen en andere instanties, identiteitsbewijzen, toegangsbewijzen, pasjes en maaltijdbonnen te kopiëren of te reproduceren.
Auteursrechten
Onder de wet op het auteursrecht kunnen foto’s en opnamen van auteursrechtelijk beschermd werk gemaakt met de camera niet worden gebruikt zonder toestemming van de auteursrechthebbende. Uitzonderingen zijn van toepassing op persoonlijk gebruik, maar houd er rekening mee dat zelfs persoonlijk gebruik aan beperkingen onderhevig kan zijn in het geval van foto’s of opnamen van tentoonstellingen of live-optredens.
ix

Inhoudsopgave

Over deze gids .....................................................................................iv
Camera- en netwerksysteemoverzicht ............................................v
Wat netwerken voor u kunnen betekenen ....................................vi
Kennisgevingen................................................................................ viii
Verbinden met computers via Wi-Fi 1
Wat Wi-Fi voor u kan betekenen ...................................................... 1
De Wireless Transmitter Utility......................................................... 1
Infrastructuur- en toegangspuntstanden ...................................... 2
Toegangspuntstand..................................................................................... 2
Infrastructuurstand....................................................................................... 2
Verbinden in toegangspuntstand ................................................... 3
Verbinden in infrastructuurstand .................................................... 7
Foto’s uploaden................................................................................. 14
Foto’s selecteren voor uploaden ...........................................................14
Foto’s uploaden terwijl ze worden gemaakt.....................................15
Het overdrachtspictogram.......................................................................16
De statusweergave “Verbinden met pc”.............................................16
De verbinding verbreken en opnieuw verbinding maken ....... 17
De verbinding verbreken .........................................................................17
Opnieuw verbinding maken ...................................................................17
Verbinden met smartapparaat 18
De SnapBridge-app .......................................................................... 18
Wat kan SnapBridge voor u betekenen........................................ 18
Draadloze verbindingen.................................................................. 19
Verbinden via Wi-Fi (Wi-Fi-mode) .........................................................20
Verbinden via Bluetooth...........................................................................26
x
Verbinden met netwerken met behulp van de WT-7 37
Wat de WT-7 voor u kan betekenen .............................................. 38
Verbinden met behulp de WT-7..................................................... 39
Menugids 40
Verbinden met smartapparaat ....................................................... 40
Koppelen (Bluetooth) ................................................................................40
Select. v. verzending (Bluetooth)...........................................................41
Wi-Fi-verbinding..........................................................................................42
Verzenden indien uitgeschakeld ...........................................................42
Verbinden met pc.............................................................................. 43
Wi-Fi-verbinding..........................................................................................43
Netwerkinstellingen ...................................................................................44
Opties ..............................................................................................................45
MAC-adres......................................................................................................45
Draadloze zender (WT-7) ................................................................. 46
Draadloze zender ........................................................................................46
Problemen oplossen 47
Bijlage 48
Index 49
xi
D Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikons inzet voor “permanente kennisoverdracht” met het oog op doorlopende productondersteuning en -educatie is voortdurend bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende sites:
Voor gebruikers in de VS: https://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: https://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: https://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites om up-to-date te blijven met de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs) en algemeen advies over digital imaging en digitale fotografie. Aanvullende informatie kan mogelijk worden verstrekt door de Nikon-importeur in uw land/regio. Bezoek de volgende website voor contactgegevens:
https://imaging.nikon.com/
D Achtergrondkennis
Deze gids gaat er vanuit dat u over basiskennis van draadloze netwerken (LAN’s) beschikt. Neem, voor meer informatie over het installeren, configureren en gebruik van de apparaten in een netwerk, contact op met de fabrikant of netwerkbeheerder. Informatie over het configureren van computers voor verbinding met draadloze netwerken kunt u vinden in de online helpfunctie van de Wireless Transmitter Utility.
xii

Verbinden met computers via Wi-Fi

Dit hoofdstuk beschrijft hoe u een computer verbindt met behulp van de ingebouwde Wi-Fi van de camera.

Wat Wi-Fi voor u kan betekenen

Maak verbinding via Wi-Fi om geselecteerde foto’s naar een computer te uploaden.

De Wireless Transmitter Utility

Nadat de camera is geconfigureerd om verbinding te maken, moet u de camera koppelen met de computer die de Wireless Transmitter Utility gebruikt voordat u beelden kunt uploaden of downloaden via Wi-Fi. Zodra de apparaten zijn gekoppeld, kunt u verbinding maken met de computer vanaf de camera.
De Wireless Transmitter Utility is een computertoepassing die kan worden gedownload via het Nikon Downloadcentrum:
https://downloadcenter.nikonimglib.com
Vergeet niet de nieuwste versie te downloaden na het lezen van de uitgaveopmerkingen en systeemvereisten.
1Verbinden met computers via Wi-Fi

Infrastructuur- en toegangspuntstanden

Toegangspuntstand (0 3)
Infrastructuurstand (0 7)
De camera kan verbinding maken via een draadloze router op een bestaand netwerk (infrastructuurstand) of via een directe draadloze koppeling (toegangspuntstand).

Toegangspuntstand

De camera en computer maken verbinding via een directe draadloze koppeling, waarbij de camera als een draadloos LAN­toegangspunt optreedt zodat ingewikkelde aanpassingen aan instellingen niet nodig zijn. Kies deze optie wanneer u buitenshuis werkt of in andere situaties waarin de computer nog niet met een draadloos netwerk is verbonden.

Infrastructuurstand

De camera maakt verbinding met een computer in een bestaand netwerk (inclusief thuisnetwerken) via een draadloze router. De computer kan nog steeds verbinding maken met het internet terwijl verbinding is gemaakt met de camera.
D Infrastructuurstand
Deze gids gaat er vanuit dat u verbinding maakt via een bestaand draadloos netwerk. Een verbinding met computers buiten het lokale netwerk wordt niet ondersteund.
2 Verbinden met computers via Wi-Fi

Verbinden in toegangspuntstand

Volg de onderstaande stappen om in toegangspuntstand een directe draadloze koppeling met een computer te maken.
1 Geef netwerkinstellingen weer.
Selecteer Verbinden met pc in het setup-menu van de camera, markeer vervolgens Netwerkinstellingen en druk op 2.
2 Selecteer Profiel maken.
Markeer Profiel maken en druk op J.
3 Selecteer Directe verbinding met pc.
Markeer Directe verbinding met pc en druk op J.
De SSID van de camera en coderingssleutel worden weergegeven.
3Verbinden met computers via Wi-Fi
4 Maak verbinding vanaf de computer.
Windows: Klik op het draadloos
LAN-pictogram in de taakbalk en selecteer de SSID van de camera zoals weergegeven door de camera in Stap 3. Krijgt u de vraag om de netwerkbeveiligingssleutel in te voeren, voer dan de coderingssleutel in zoals weergegeven door de camera in Stap 3.
macOS/OS X: Klik op het draadloos LAN-pictogram in de menubalk en selecteer de SSID van de camera zoals weergegeven door de camera in Stap 3. Krijgt u de vraag om een wachtwoord in te voeren, voer dan de coderingssleutel in zoals weergegeven door de camera in Stap 3.
5 Start de Wireless Transmitter Utility.
Start de Wireless Transmitter Utility op de computer als daarom wordt gevraagd.
4 Verbinden met computers via Wi-Fi
6 Selecteer de camera.
Selecteer in de Wireless Transmitter Utility de cameranaam zoals weergegeven in Stap 5 en klik op Volgende.
7 Voer de verificatiecode in.
De camera geeft een verificatiecode weer.
Voer de verificatiecode in het venster in dat wordt weergegeven door de Wireless Transmitter Utility en klik op Volgende.
5Verbinden met computers via Wi-Fi
8 Voltooi het koppelingsproces.
Druk op J wanneer de camera een bericht weergeeft met daarin de melding dat het koppelen is voltooid.
Klik in de Wireless Transmitter Utility op Volgende. De toepassing wordt automatisch afgesloten.
Nu wordt een verbinding tot stand gebracht tussen de camera en de computer.
9 Controleer de verbinding.
Wanneer een verbinding tot stand is gebracht, wordt de SSID van het netwerk groen weergegeven in het Verbinden met pc-menu van de camera.
Nu een draadloze verbinding tot stand is gebracht, kunt u beelden naar de computer uploaden zoals beschreven in “Foto’s uploaden” (0 14).
6 Verbinden met computers via Wi-Fi

Verbinden in infrastructuurstand

Volg de onderstaande stappen om in infrastructuurstand een computer met een bestaand netwerk te verbinden.
1 Geef netwerkinstellingen weer.
Selecteer Verbinden met pc in het setup-menu van de camera, markeer vervolgens Netwerkinstellingen en druk op 2.
2 Selecteer Profiel maken.
Markeer Profiel maken en druk op J.
7Verbinden met computers via Wi-Fi
3 Zoek naar bestaande netwerken.
Markeer Wi-Fi-netwerk zoeken en druk op J. De camera zoekt naar netwerken die momenteel in de omgeving actief zijn en vermeld ze op naam (SSID).
D “Eenvoudig verbind.”
Druk, om verbinding te maken zonder een SSID of coderingssleutel, op X in Stap 3, druk vervolgens op J en kies een van de volgende opties:
Drukknop-WPS: voor routers die drukknop-
WPS ondersteunen. Druk op de J-knop van de camera om verbinding te maken.
Pincode-WPS: de camera toont een pincode; gebruik een computer om de pincode in de router in te voeren (zie voor meer informatie de documentatie die is meegeleverd met de router).
Ga na het verbinden verder naar Stap 6.
8 Verbinden met computers via Wi-Fi
4 Kies een netwerk.
Markeer de SSID van een netwerk en druk op J (druk, als het gewenste netwerk niet wordt weergegeven, op X om opnieuw te zoeken). Versleutelde netwerken worden aangeduid door een h-pictogram; als het geselecteerde netwerk is versleuteld, wordt u gevraagd de coderingssleutel in te voeren zoals beschreven in Stap 5. Is het netwerk niet versleuteld, ga dan verder naar Stap 6.
D Verborgen SSID’s
Netwerken met verborgen SSID’s worden aangeduid door lege regels in de netwerklijst. Als u een lege regel markeert en op J drukt, wordt u gevraagd de netwerknaam op te geven; druk op J, voer een naam in en druk vervolgens op X. Druk nogmaals op X om verder te gaan naar Stap 5.
9Verbinden met computers via Wi-Fi
5 Voer de coderingssleutel in.
Wanneer u wordt gevraagd de coderingssleutel voor de draadloze router in te voeren, druk op J…
…en voer de sleutel in zoals hieronder beschreven. Zie, voor informatie over de coderingssleutel, de documentatie van de draadloze router. Druk op X zodra het invoeren is voltooid.
Druk opnieuw op X om de verbinding te starten. Het rechts getoonde bericht wordt enkele seconden weergegeven zodra een verbinding tot stand is gebracht.
D Tekst invoeren
Er wordt een toetsenbord weergegeven wanneer het invoeren van tekst is vereist. Tik op de letters op het scherm (tik op de toetsenbordselectieknop om de hoofdletter- en kleineletter- en symbolentoetsenborden af te wisselen) of gebruik de multi-selector om tekens te markeren en druk op J om ze bij de huidige cursorpositie te plaatsen.
Tekstweergaveveld
Toetsenbordveld Toetsenbordselectie
10 Verbinden met computers via Wi-Fi
6 Verkrijg of selecteer een IP-adres.
Markeer een van de volgende opties en druk op J.
Ve rkrijg automatisch: Selecteer deze optie als het netwerk wordt geconfigureerd om automatisch het IP-adres te verstrekken.
Handmatig invoeren: Voer, indien daarom wordt gevraagd, een IP- adres in door aan de hoofdinstelschijf te draaien om segmenten te markeren, en druk op 4 en 2 om te wijzigen en op J om te accepteren. Druk op X om het venster “configuratie IP-adres voltooid” af te sluiten zodra het invoeren is voltooid. Drukt u opnieuw op X, dan wordt het subnetmasker weergegeven dat u kunt bewerken door op 1 en 3 te drukken, druk daarna op J om af te sluiten zodra het invoeren is voltooid.
Bevestig het IP-adres en druk op J om verder te gaan.
7 Start de Wireless Transmitter Utility.
Start de Wireless Transmitter Utility op de computer als daarom wordt gevraagd.
11Verbinden met computers via Wi-Fi
8 Selecteer de camera.
Selecteer in de Wireless Transmitter Utility de cameranaam zoals weergegeven in Stap 7 en klik op Volgende.
9 Voer de verificatiecode in.
De camera geeft een verificatiecode weer.
Voer de verificatiecode in het venster in dat wordt weergegeven door de Wireless Transmitter Utility en klik op Volgende.
12 Verbinden met computers via Wi-Fi
10
Voltooi het koppelingsproces.
Druk op J wanneer de camera een bericht weergeeft met daarin de melding dat het koppelen is voltooid.
Klik in de Wireless Transmitter Utility op Volgende. De toepassing wordt automatisch afgesloten.
Nu wordt een verbinding tot stand gebracht tussen de camera en de computer.
11
Controleer de verbinding.
Wanneer een verbinding tot stand is gebracht, wordt de SSID van het netwerk groen weergegeven in het Verbinden met pc-menu van de camera.
Nu een draadloze verbinding tot stand is gebracht, kunt u beelden naar de computer uploaden zoals beschreven in “Foto’s uploaden” (0 14).
13Verbinden met computers via Wi-Fi

Foto’s uploaden

U kunt foto’s selecteren zodat ze kunnen worden geüpload in het cameraweegavescherm of upload foto’s terwijl ze worden gemaakt.
D Doelmappen
Standaard worden beelden naar de volgende mappen geüpload:
Windows: \Users\(gebruikersnaam)\Pictures\Wireless Transmitter Utility
Mac: /Users/(gebruikersnaam)/Pictures/Wireless Transmitter Utility
De doelmap kan worden geselecteerd met behulp van de Wireless Transmitter Utility. Zie voor meer informatie de online helpfunctie van de toepassing.

Foto’s selecteren voor uploaden

Volg de onderstaande stappen om foto’s voor uploaden te selecteren.
1 Start weergave.
Druk op de K-knop op de camera en selecteer schermvullende of miniatuurweergave.
2 Druk op de i-knop.
Selecteer een foto en druk op de i-knop om het weergave-i-menu weer te geven.
14 Verbinden met computers via Wi-Fi
3 Kies Sel./desel. voor verzending (pc).
Markeer Sel./desel. voor verzending (pc) en druk op J. Een wit
overdrachtspictogram verschijnt op de foto. Is de camera momenteel met een netwerk verbonden, dan begint het uploaden onmiddellijk; anders begint het uploaden zodra een verbinding tot stand is gebracht. Het overdrachtspictogram wordt groen tijdens het uploaden.
D Foto’s deselecteren
Markeer, om de overdrachtsmarkering van het huidige beeld te verwijderen, Sel./desel. voor verzending (pc) en druk op J. Selecteer, om de overdrachtsmarkering van alle foto’s te verwijderen, Verbinden met
pc > Opties > Alles deselecteren? in het setup-menu.

Foto’s uploaden terwijl ze worden gemaakt

Selecteer, om nieuwe foto’s te uploaden terwijl ze worden gemaakt, Aan voor
Verbinden met pc > Opties > Automatisch verzenden. Het uploaden
start pas nadat de foto is opgeslagen op de geheugenkaart; zorg dat er een geheugenkaart in de camera is geplaatst. Films en foto’s gemaakt in filmstand worden niet automatisch geüpload zodra de opname is voltooid, maar moeten in plaats daarvan worden geüpload vanaf het weergavescherm.
15Verbinden met computers via Wi-Fi

Het overdrachtspictogram

Status: De status van de verbinding met de host. De hostnaam wordt groen weergegeven wanneer een verbinding tot stand is gebracht. Terwijl bestanden worden overgezet, toont de statusweergave “Verzenden...”, gevolgd door de naam van het bestand dat wordt verzonden. Eventuele fouten die optreden tijdens de overdracht worden hier ook weergegeven.
Signaalsterkte: Draadloze signaalsterkte.
Foto’s/resterende tijd: De geschatte tijd die nodig is
om de resterende foto’s te verzenden.
De uploadstatus wordt aangeduid door het overdrachtspictogram.
Y (wit): Verzenden. De foto is geselecteerd voor uploaden, maar het uploaden is nog niet begonnen.
X (groen): Bezig met verzenden. Uploaden in uitvoering.
Y (blauw): Verzonden. Uploaden voltooid.

De statusweergave “Verbinden met pc”

De weergave Verbinden met pc toont de volgende informatie:
D Signaalverlies
Draadloze overdracht kan worden onderbroken indien er signaalverlies optreedt, maar kan worden hervat door de camera uit en weer in te schakelen.
16 Verbinden met computers via Wi-Fi

De verbinding verbreken en opnieuw verbinding maken

De koppeling van de camera met een bestaand netwerk kan worden onderbroken of hervat volgens onderstaande beschrijving.

De verbinding verbreken

U kunt de verbinding verbreken door de camera uit te schakelen, selecteer dan Uitschakelen voor Verbinden met pc > Wi-Fi-
verbinding in het setup/menu of selecteer Wi-Fi-verbinding > Wi-Fi-verbinding verbreken in het i-menu voor de opnamestand.
De verbinding met de computer wordt ook beëindigd als u Wi-Fi gebruikt om verbinding te maken met een smartapparaat.
D Toegangspuntstand
Er treedt een fout op als de draadloze verbinding van de computer wordt uitgeschakeld voordat de draadloze verbinding van de camera wordt uitgeschakeld. Schakel eerst Wi-Fi van de camera uit.

Opnieuw verbinding maken

Om opnieuw verbinding te maken met een bestaand netwerk kunt u:
Inschakelen selecteren voor Verbinden met pc > Wi-Fi- verbinding in het setup-menu, of
Wi-Fi-verbinding > Wi-Fi-verbinding maken met pc kiezen in het i-menu voor
de opnamestand.
D Toegangspuntstand
Schakel Wi-Fi van de camera in voordat u verbinding maakt.
D Meerdere netwerkprofielen
Als de camera over profielen voor meer dan één netwerk beschikt, dan maakt het opnieuw verbinding met het netwerk dat het laatst gebruikt is. Andere netwerken kunnen worden geselecteerd met behulp van de optie Verbinden met pc > Netwerkinstellingen in het setup-menu.
17Verbinden met computers via Wi-Fi

Verbinden met smartapparaat

Download de SnapBridge-app om verbinding te maken met de camera vanaf een smartphone of tablet (“smartapparaat” hieronder).

De SnapBridge-app

Gebruik de SnapBridge-app voor draadloze verbindingen tussen de camera en smartapparaten.
De SnapBridge-app is gratis beschikbaar in de Apple App Store® en via Google Play™. Bezoek de Nikon­website voor het laatste nieuws over SnapBridge.

Wat kan SnapBridge voor u betekenen

Met de SnapBridge-app kunt u het volgende doen:
Foto’s downloaden vanaf de camera
Download bestaande foto’s of download nieuwe foto’s terwijl ze worden gemaakt.
De camera op afstand bedienen (op afstand bediende fotografie)
Bedien de camera en maak foto’s vanaf het smartapparaat.
Zie voor meer informatie de online helpfunctie van de SnapBridge­app:
https://nikonimglib.com/snbr/onlinehelp/nl/index.html
18 Verbinden met smartapparaat

Draadloze verbindingen

Met de SnapBridge-app kunt u verbinding maken via Wi-Fi (0 20) of Bluetooth (0 26). Met een verbinding via Bluetooth kunt u de cameraklok instellen en locatiegegevens bijwerken met behulp van informatie die door het smartapparaat wordt verstrekt.
Wi-Fi Bluetooth
19Verbinden met smartapparaat

Verbinden via Wi-Fi (Wi-Fi-mode)

Volg de onderstaande stappen om via Wi-Fi verbinding te maken met de camera.
D Vóór het verbinden
Schakel, alvorens u verbinding maakt, Wi-Fi op het smartapparaat in (zie voor meer informatie de documentatie die is meegeleverd met het apparaat), controleer of er voldoende ruimte beschikbaar is op de geheugenkaart van de camera en zorg ervoor dat de accu’s in de camera en het smartapparaat volledig opgeladen zijn om onverwacht uitschakelen van de apparaten te voorkomen.
1 Smartapparaat: Start de SnapBridge-app.
Als dit de eerste keer is dat u de app hebt gestart, tik dan op Maak verbinding
met de camera en ga verder naar Stap 2.
20 Verbinden met smartapparaat
Als u daarvoor de app niet hebt gestart, open dan het tabblad en tik op > Wi-Fi-mode alvorens verder te gaan naar Stap 3.
2 Smar tapparaat: Kies de camera en het verbindingstype.
Tik, wanneer u wordt gevraagd het cameratype te kiezen, op systeemcamera en tik vervolgens op Wi-Fi-verbinding.
21Verbinden met smartapparaat
3 Camera: Schakel de camera in.
Het smartapparaat geeft instructies hoe u de camera gereedmaakt. Schakel de camera in. Tik Stap 4 hebt voltooid.
NIET op Volgende totdat u
4 Camera: Schakel Wi-Fi in.
Selecteer Verbinden met smartapparaat > Wi-Fi-verbinding in
het setup-menu, markeer vervolgens Wi-Fi-verbinding maken en druk op J.
De SSID en het wachtwoord van de camera worden weergegeven.
D Wi-Fi inschakelen
U kunt Wi-Fi ook inschakelen door Wi-Fi­verbinding > Wi-Fi-verbinding maken met smartapp. te selecteren in het i-menu
voor de opnamestand.
22 Verbinden met smartapparaat
5 Smar tapparaat: Tik op Volgende.
Tik op Volgende zodra u Wi-Fi hebt ingeschakeld op de camera, zoals beschreven in de voorgaande stap.
6 Smar tapparaat: Tik op Opties bekijken.
Tik, na het lezen van de instructies die door het smartapparaat worden weergegeven, op Opties bekijken.
Android-apparaten: Wi-Fi-instellingen worden weergegeven.
iOS-apparaten: De “Instellingen”-app wordt gestart. Tik op < Instellingen om de “Instellingen”-app te openen. Scrol vervolgens omhoog en tik op Wifi, die u nabij de bovenkant van de instellingenlijst terugvindt.
23Verbinden met smartapparaat
7 Smartapparaat: Voer de SSID en het wachtwoord van de camera
in.
Voer de SSID en het wachtwoord in die in Stap 4 worden weergegeven door de camera.
Android-apparaat
(werkelijke
weergaven
kunnen
verschillen)
iOS-apparaat
(werkelijke
weergaven
kunnen
verschillen)
U hoeft geen wachtwoord in te voeren wanneer u vervolgens verbinding maakt met de camera.
24 Verbinden met smartapparaat
8 Smar tapparaat: Ga terug naar de SnapBridge-app.
Nadat een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, worden opties voor de Wi-Fi­mode weergegeven. Zie de online helpfunctie voor informatie over het gebruik van de SnapBridge-app.
D Wi-Fi-verbindingen beëindigen
Tik op om de Wi-Fi-verbinding te beëindigen. Wanneer het pictogram in verandert, tik op en selecteer Sluit Wi-Fi- mode af.
25Verbinden met smartapparaat

Verbinden via Bluetooth

Zie, voor informatie over het koppelen van de camera en het smartapparaat wanneer voor de allereerste keer verbinding wordt gemaakt, “Voor de allereerste keer verbinding maken: koppelen” hieronder. Zie, voor informatie over een verbinding maken zodra het
0
koppelen is voltooid “Verbinden met een gekoppeld apparaat” (
36).
❚❚ Voor de allereerste keer verbinding maken: koppelen
Voordat u voor de allereerste keer verbinding maakt via Bluetooth, moet u de camera en het smartapparaat koppelen volgens onderstaande beschrijving. Zie “Android” hieronder als u een Android-apparaat gebruikt, of “iOS” (0 31) voor informatie over het koppelen met iOS-apparaten.
D Vóór het koppelen
Schakel, alvorens u gaat koppelen, Bluetooth op het smartapparaat in (zie voor meer informatie de documentatie die is meegeleverd met het apparaat), controleer of er voldoende ruimte beschikbaar is op de geheugenkaart van de camera en zorg ervoor dat de accu’s in de camera en het smartapparaat volledig opgeladen zijn om onverwacht uitschakelen van de apparaten te voorkomen.
Android
Volg de onderstaande stappen om de camera met een Android­apparaat te koppelen.
1 Camera: Maak de camera gereed.
Selecteer Verbinden met smartapparaat > Koppelen (Bluetooth) in het setup-menu,
markeer vervolgens Koppelen starten en druk op J…
…om de cameranaam weer te geven.
26 Verbinden met smartapparaat
2 Android-apparaat: Start de SnapBridge-app.
Als dit de eerste keer is dat u de app hebt gestart, tik dan op Maak verbinding
met de camera en ga verder naar Stap 3.
Als u daarvoor de app niet hebt gestart, open het tabblad en tik op Maak verbinding met de camera.
27Verbinden met smartapparaat
3 Android-apparaat: Kies de camera.
Tik op de cameranaam.
4 Came ra/Android-apparaat: Controleer de verificatiecode.
Controleer of de camera en het Android-apparaat dezelfde verificatiecode weergeven (omcirkeld in de afbeelding).
28 Verbinden met smartapparaat
5 Camera/Android-apparaat: Start het koppelen.
Camera: Druk op J.
Android-apparaat: Tik op de knop zoals
aangeduid in de afbeelding (het label kan verschillen afhankelijk van de Android-versie die u gebruikt).
D Koppelingsfout
Als u te lang wacht tussen het indrukken van de knop op de camera en tikken op de knop op het Android-apparaat, dan zal het koppelen mislukken en wordt een fout weergegeven.
Camera: Druk op J en ga terug naar Stap 1.
Android-apparaat: Tik op OK en ga terug naar Stap 2.
29Verbinden met smartapparaat
6 Came ra/Android-apparaat: Volg de instructies op het scherm.
Camera: Druk op J. De camera toont een
bericht met de melding dat de apparaten zijn verbonden.
Android-apparaat: Het koppelen is voltooid. Tik op OK om het tabblad af te sluiten.
D Voor de allereerste keer koppelen
Wanneer u na het installeren van de SnapBridge-app het Android­apparaat voor de allereerste keer met een camera koppelt, wordt u gevraagd om automatische koppelingsopties (automatisch uploaden en automatische klok- en locatiesynchronisatie) te selecteren. Deze vraag zal niet opnieuw verschijnen, maar automatische koppelingsopties zijn op elk gewenst moment toegankelijk via Auto koppeling in het tabblad .
Het koppelen is nu voltooid. De volgende keer dat u de SnapBridge­app gebruikt, kunt u verbinding maken zoals beschreven in “Verbinden met een gekoppeld apparaat” (0 36).
D Bluetooth-verbindingen beëindigen
Selecteer, om de verbinding met het smartapparaat te beëindigen,
Uitschakelen voor Verbinden met smartapparaat > Koppelen (Bluetooth) > Bluetooth-verbinding in het setup-menu van de camera.
30 Verbinden met smartapparaat
iOS
Volg de onderstaande stappen om de camera met een iOS-apparaat te koppelen. Zie “Android” voor informatie over Android-apparaten (0 26).
1 Camera: Maak de camera gereed.
Selecteer Verbinden met smartapparaat > Koppelen (Bluetooth) in het setup-menu,
markeer vervolgens Koppelen starten en druk op J…
…om de cameranaam weer te geven.
2 iOS-apparaat: Start de SnapBridge-app.
Als dit de eerste keer is dat u de app hebt gestart, tik dan op Maak verbinding
met de camera en ga verder naar Stap 3.
31Verbinden met smartapparaat
Als u daarvoor de app niet hebt gestart, open het tabblad en tik op Maak verbinding met de camera.
3 iOS-apparaat: Kies de camera.
Tik op de cameranaam.
32 Verbinden met smartapparaat
4 iOS-apparaat: Lees de instructies.
Lees de koppelingsinstructies aandachtig door en tik op Begrepen.
5 iOS-apparaat: Selecteer een accessoire.
Tik nogmaals op de cameranaam wanneer u wordt gevraagd een accessoire te selecteren.
33Verbinden met smartapparaat
6 Camera/iOS-apparaat: Start het koppelen.
Camera: Druk op J.
iOS-apparaat: Tik op de knop zoals
aangeduid in de afbeelding (het label kan verschillen afhankelijk van de iOS­versie die u gebruikt).
D Koppelingsfout
Als u te lang wacht tussen het indrukken van de knop op de camera en tikken op de knop op het iOS-apparaat, dan zal he t koppelen mislukken en wordt een fout weergegeven.
Camera: Druk op J en ga terug naar Stap 1.
iOS-apparaat: Wijs de SnapBridge-app af en controleer of het actief is op
de achtergrond, open vervolgens de iOS “Instellingen”-app en verzoek iOS de camera te “vergeten” zoals aangeduid in de afbeelding voordat u teruggaat naar Stap 1.
34 Verbinden met smartapparaat
7 Camera/iOS-apparaat: Volg de instructies op het scherm.
Camera: Druk op J. De camera toont een
bericht met de melding dat de apparaten zijn verbonden.
iOS-apparaat: Het koppelen is voltooid. Tik op OK om het tabblad
af te sluiten.
D Voor de allereerste keer koppelen
Wanneer u na het installeren van de SnapBridge-app het iOS-apparaat voor de allereerste keer met een camera koppelt, wordt u gevraagd om automatische koppelingsopties (automatisch uploaden en automatische klok- en locatiesynchronisatie) te selecteren. Deze vraag zal niet opnieuw verschijnen, maar automatische koppelingsopties zijn op elk gewenst moment toegankelijk via Auto koppeling in het tabblad .
Het koppelen is nu voltooid. De volgende keer dat u de SnapBridge­app gebruikt, kunt u verbinding maken zoals beschreven in “Verbinden met een gekoppeld apparaat” (0 36).
D Bluetooth-verbindingen beëindigen
Selecteer, om de verbinding met het smartapparaat te beëindigen,
Uitschakelen voor Verbinden met smartapparaat > Koppelen (Bluetooth) > Bluetooth-verbinding in het setup-menu van de camera.
35Verbinden met smartapparaat
❚❚ Verbinden met een gekoppeld apparaat
Verbinding maken met een smartapparaat dat al is gekoppeld met de camera kan snel en eenvoudig.
1 Camera: Schakel Bluetooth in.
Selecteer in het setup-menu Verbinden met smartapparaat > Koppelen (Bluetooth) > Bluetooth-verbinding,
markeer vervolgens Inschakelen en druk op J.
2 Smartapparaat: Start de SnapBridge-app.
Een Bluetooth-verbinding wordt automatisch tot stand gebracht.
36 Verbinden met smartapparaat

Verbinden met netwerken met behulp van de WT-7

Wanneer de zender op de camera wordt aangesloten, kan de optionele WT-7 draadloze zender worden gebruikt om verbinding te maken met computers, ftp-servers of andere apparaten via ethernet of draadloze netwerken.
D Voordat de WT-7 wordt aangesloten
Controleer voorafgaand aan het aansluiten van de WT-7 of de firmware voor de camera en WT-7 zijn bijgewerkt naar de meest recente versies. Bezoek voor meer informatie de Nikon-website voor uw regio (0 xii).
37Verbinden met netwerken met behulp van de WT-7

Wat de WT-7 voor u kan betekenen

Met de WT-7 kunt u het volgende doen:
Bestaande foto’s en films uploaden naar een ftp-server of computer
U kunt niet alleen foto’s naar computers (beeldoverdrachtstand) kopiëren, u kunt ze ook uploaden naar ftp-servers (ftp­uploadstand). Foto’s kunnen worden geüpload terwijl ze worden gemaakt.
De camera bedienen en op afstand foto’s maken vanaf een computer
Wanneer Camera Control Pro 2 (apart verkrijgbaar) op een netwerkcomputer wordt geïnstalleerd, krijgt u volledige controle over camera­instellingen en kunt u op afstand foto’s maken en ze rechtstreeks op de harde schijf van de computer (camerabedieningsstand) opslaan.
De camera bedienen en op afstand foto’s maken vanuit een webbrowser
Met behulp van een webbrowser kunt u de camera vanaf netwerkcomputers en smartapparaten op afstand bedienen. Dit vereist geen speciale app of computersoftware (http-serverstand).
38 Verbinden met netwerken met behulp van de WT-7

Verbinden met behulp de WT-7

Sluit de WT-7 aan met behulp van de USB-kabel die is meegeleverd met de camera.
Schakel de zender in en selecteer
Draadloze zender (WT-7) > Draadloze zender > Gebruiken in het setup-menu
van de camera.
A Menuopties voor de WT-7
Alle menuopties voor de WT-7 zijn te vinden in het setup-menu onder Draadloze zender (WT-7). Zie voor meer informatie de handleiding die is meegeleverd met de WT-7.
Zie de handleiding die is meegeleverd met de WT-7 voor meer informatie.
39Verbinden met netwerken met behulp van de WT-7

Menugids

Lees dit deel voor informatie over de menu­items die worden gebruikt wanneer de camera is verbonden met een netwerk. Alle vermelde items zijn te vinden in het setup­menu.

Verbinden met smartapparaat

Maak verbinding met smartphones of tablets (smartapparaten) via Bluetooth of Wi-Fi.

Koppelen (Bluetooth)

Koppelen of verbinding maken met smartapparaten met behulp van Bluetooth.
Optie Beschrijving
Koppelen starten Koppel de camera met een smartapparaat (0 26).
Gekoppelde apparaten
Bluetooth-verbinding
Vermeld gekoppelde smartapparaten of schakel van het ene naar het andere apparaat.
Selecteer Inschakelen om Bluetooth in te schakelen.
40 Menugids

Select. v. verzending (Bluetooth)

Selecteer foto’s voor uploaden naar een smartapparaat of kies of beelden worden gemarkeerd voor uploaden terwijl ze worden gemaakt. Het uploaden begint onmiddellijk nadat een verbinding tot stand is gebracht.
Optie Beschrijving
Als Aan is geselecteerd, worden foto’s gemarkeerd voor uploaden naar een smartapparaat terwijl ze
Autom. select. voor verzending
Handm. select. voor verzending
Alles deselecteren Verwijder overdrachtsmarkering van alle beelden.
worden gemaakt (dit is niet van toepassing op foto’s gemaakt in filmstand, die moeten handmatig worden geselecteerd voor uploaden). Ongeacht de optie die is geselecteerd voor de camera, worden foto’s geüpload in JPEG-formaat bij een grootte van 2 megapixels.
Markeer geselecteerde foto’s voor uploaden.
41Menugids

Wi-Fi-verbinding

Maak verbinding met smartapparaten via Wi-Fi.
❚❚ Wi-Fi-verbinding maken
Start een Wi-Fi-verbinding met een smartapparaat. Om verbinding te m aken, se lecteer de SSID v an de cam era op he t smartapp araat en voer het wachtwoord in (0 20). Zodra een verbinding tot stand is gebracht, verandert deze optie in Wi-Fi-verbinding verbreken, die kan worden gebruikt om indien gewenst de verbinding te verbreken.
❚❚ Instellingen Wi-Fi-verbinding
Toegang tot de volgende Wi-Fi-instellingen:
SSID: Stel de SSID van de camera in.
Ve rificatie/encryptie: Kies OPEN of WPA2-PSK-AES.
Wachtwoord: Stel het wachtwoord van de camera in.
Kanaal: Selecteer Automatisch om de camera automatisch het
kanaal te laten kiezen, of selecteer Handmatig en kies het kanaal handmatig.
Huidige instellingen: Bekijk huidige Wi-Fi-instellingen.
Verbindingsinstellingen herstellen: Selecteer Ja om Wi-Fi-instellingen
naar standaardwaarden terug te zetten.

Verzenden indien uitgeschakeld

Als Aan is geselecteerd, wordt het uploaden van beelden naar smartapparaten die zijn verbonden via Bluetooth voortgezet, ook al is de camera uit.
42 Menugids

Verbinden met pc

Maak verbinding met computers via Wi-Fi.

Wi-Fi-verbinding

Selecteer Inschakelen om verbinding te maken met behulp van de instellingen die momenteel zijn geselecteerd voor Netwerkinstellingen.
43Menugids

Netwerkinstellingen

Selecteer Profiel maken om een nieuw netwerkprofiel aan te maken (0 3, 7). Als er al meer dan één profiel bestaat, kunt u op J drukken om een profiel uit een lijst te selecteren. Markeer een profiel en druk op 2 om een bestaand profiel te bewerken. De volgende opties worden weergegeven:
Algemeen: De profielnaam en het wachtwoord. Selecteer Profielnaam om het profiel een nieuwe naam te geven (standaard is de profielnaam hetzelfde als de SSID van het netwerk). Selecteer, om ervoor te zorgen dat een wachtwoord moet worden ingevoerd voordat het profiel kan worden gewijzigd, Aan voor Wachtwoordbeveiliging (markeer Aan en druk op 2 om het wachtwoord te wijzigen).
Draadloos: Pas instelli ngen aan voor verbinding met een netwerk via een router (infrastructuurstand) of voor directe draadloze verbinding met de camera (toegangspuntstand).
- Infrastructuurstand: Voer de SSID van het netwerk en het
wachtwoord in en kies het type verificatie/encryptie dat wordt gebruikt in het netwerk (OPEN of WPA2-PSK-AES). Het kanaal wordt automatisch geselecteerd.
- Toegangspuntstand: Voer de SSID in en kies een kanaal (selecteer
Automatisch voor automatische kanaalselectie of Handmatig om het kanaal handmatig te kiezen) en type verificatie/encryptie (OPEN of WPA2-PSK-AES) dat wordt gebruikt voor verbinding met de camera. Als WPA2-PSK-AES is geselecteerd voor Verificatie/encryptie, dan kunt u ook het camerawachtwoord instellen.
TCP/IP: Als Inschakelen is geselecteerd voor Verkrijg automatisch, dan worden het IP-adres en het subnetmasker voor
verbindingen in de infrastructuurstand verkregen via een DHCP­server of automatische IP-adressering. Selecteer Uitschakelen handmatig om het IP-adres (Adres) en subnetmasker (Masker) in te voeren. Merk op dat een IP-adres is vereist voor verbindingen in infrastructuurstand.
44 Menugids

Opties

Pas uploadinstellingen aan.
❚❚ Automatisch verzenden
Selecteer Aan voor het uploaden van nieuwe foto’s terwijl ze worden gemaakt. Het uploaden start pas nadat de foto is opgeslagen op de geheugenkaart; zorg dat er een geheugenkaart in de camera is geplaatst. Films en foto’s gemaakt in filmstand worden niet automatisch geüpload zodra de opname is voltooid, maar moeten in plaats daarvan worden geüpload vanaf het weergavescherm (0 14).
❚❚ Wissen na verzending
Selecteer Ja om foto’s automatisch van de geheugenkaart in de camera te verwijderen zodra het uploaden is voltooid (bestanden die zijn gemarkeerd voor overdracht voordat deze optie is geselecteerd, worden niet verwijderd). Het verwijderen wordt mogelijk uitgesteld tijdens bepaalde camerabewerkingen.
❚❚ Verzend bestand als
Kies bij het uploaden van NEF+JPEG-afbeeldingen of zowel NEF (RAW)- als JPEG-bestanden worden geüpload of alleen de JPEG­kopie.
❚❚ Alles deselecteren?
Selecteer Ja om de overdrachtsmarkering van alle beelden te verwijderen. Het uploaden van beelden met een “bezig met verzenden”-pictogram wordt onmiddellijk beëindigd.

MAC-adres

Geef het MAC-adres van de camera weer.
45Menugids

Draadloze zender (WT-7)

Pas instellingen aan voor verbinding met behulp van een optionele WT-7 draadloze zender. Deze instellingen worden van kracht wanneer de WT-7 aangesloten en aan is, waarna de opties geselecteerd voor
Verbinden met smartapparaat en Verbinden met pc automatisch worden uitgeschakeld. Informatie
over de optie Draadloze zender vindt u hieronder; voor informatie over Kies hardware, Netwerkinstellingen en Opties zie de handleiding die is meegeleverd met de WT-7.

Draadloze zender

Selecteer Gebruiken om de WT-7 in te schakelen wanneer het is aangesloten op de camera.
46 Menugids

Problemen oplossen

Oplossingen voor veel voorkomende problemen worden hieronder vermeld. Informatie over problemen oplossen in de SnapBridge­app is te vinden in de online helpfunctie van de app die kan worden bekeken via:
https://nikonimglib.com/snbr/onlinehelp/nl/index.html
Zie, voor informatie over de WT-7, de handleiding die is meegeleverd met de zender. Zie voor informatie over de Wireless Transmitter Utility of Camera Control Pro 2 de online helpfunctie voor de toepassing in kwestie.
Probleem Oplossing 0
De camera geeft een TCP/ IP-fout weer.
De camera geeft een “geen geheugenkaart”­fout weer.
Het uploaden is onderbroken en hervatten is niet mogelijk.
De verbinding is onbetrouwbaar.
Verbinden met smartapparaat en Verbinden met pc
worden grijs weergegeven en zijn niet beschikbaar.
Controleer de instellingen van de hostcomputer of draadloze router en pas camera-instellingen correct aan.
Controleer of de geheugenkaart correct is geplaatst.
Het uploaden wordt hervat als de camera wordt uit- en weer ingeschakeld.
Als Automatisch is geselecteerd voor Kanaal, kies dan voor Handmatig en selecteer het kanaal handmatig.
Als de camera is verbonden met een computer in de infrastructuurstand, controleer dan of de router is ingesteld op een kanaal tussen 1 en 8.
Deze opties zijn niet beschikbaar terwi jl de WT-7 in gebruik is. Schakel de WT-7 uit.
44
15
14
42
44
46
47Problemen oplossen

Bijlage

Apple Public Source-licentie
Dit product bevat Apple mDNS-broncode die onderhevig is aan de voorwaarden van de Apple Public Source-licentie, die u kunt vinden op
https://developer.apple.com/opensource/.
Dit bestand bevat Originele Code (Original Code) en/of Wijzigingen van Originele Code (Modifications of Original Code) zoals gedefinieerd in versie
2.0 van de Apple Public Source License (de ‘Licentie’). Het is niet toegestaan
dit bestand te gebruiken, behalve in zoverre dit krachtens de Licentie is toegestaan. Een exemplaar van deze Licentie kunt u vinden op https://opensource.apple.com/apsl. Lees de Licentie voordat u dit bestand gebruikt.
De Originele Code en alle software die onder de Licentie wordt gedistribueerd, worden gedistribueerd in de staat waarin ze op het moment van aankoop verkeren (op ‘AS-IS’-basis), ZONDER ENIGE GARANTIE, EXPLICIET OF
IMPLICIET, EN APPLE SLUIT HIERBIJ UITDRUKKELIJK ALLE GARANTIES UIT, MET INBEGRIP VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT ENIGE GARANTIE BETREFFENDE VERHANDELBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, ONGESTOORD GEBRUIK OF HET NIET SCHENDEN VAN RECHTEN VAN DERDEN . Lees de Licentie voor informatie over specifieke
rechten en beperkingen met betrekking tot taalversies krachtens de licentie.
48 Bijlage

Index

A
Android ....................................................... 26
Automatisch verzenden .................15
, 45
B
Bluetooth............................................. 26, 40
C
Camera Control Pro 2............................. 38
D
De verbinding verbreken en opnieuw
verbinding maken ................................. 17
Directe verbinding met pc ......................3
Draadloze zender (WT-7) ............... 37
Drukknop-WPS ............................................8
, 46
E
Eenvoudig verbinden................................ 8
F
Foto’s deselecteren................................. 15
Foto’s selecteren voor uploaden ....... 14
Fouten.......................................................... 47
FTP-server................................................... 37
I
Infrastructuurstand ............................... 2, 7
iOS ................................................................. 31
IP-adres................................................. 11
, 44
K
Koppelen.............................................. 36, 40
M
MAC-adres.................................................. 45
N
Netwerkinstellingen ...................... 3, 7, 44
O
Op afstand bediende fotografie .........18
Opties............................................................45
P
Pincode-WPS................................................ 8
S
Select. v. verzending (Bluetooth)........41
SnapBridge .................................................18
SSID...................................................... 3
, 8, 42
T
Toegangspuntstand ..............................2, 3
V
Verbinden met computers...................... 1
Verbinden met pc.....................................43
Verbinden met smartapparaten .........18
Verificatie/encryptie ................................42
Verzenden indien uitgeschakeld ........42
W
Wi-Fi.......................................................... 1, 42
Wi-Fi-mode .................................................20
Wi-Fi-netwerk zoeken ...............................8
Wi-Fi-verbinding................................42
Wi-Fi-verbinding maken ........................42
Wireless Transmitter Utility .....................1
WT-7 ..............................................................37
, 43
49Index
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.
SB8K01(1F)
6MOA271F-01
Loading...