2 Reinigen en onderhouden .........................................16
GEBRUIKSAANWIJZING
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.neff-international.com en in de online-shop:
www.neff-eshop.com
8Gebruik volgens de
voorschriften
Gebruik volgens de voorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
De veiligheid is alleen gewaarborgd bij een
deskundige montage volgens de
montagehandleiding. De installateur is
verantwoordelijk voor een goede werking op
de plaats van opstelling.
Dit toestel is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Het apparaat is niet voor
buitengebruik bestemd. Zorg ervoor dat het
toestel altijd onder toezicht wordt gebruikt. De
fabrikant is niet aansprakelijk voor schade als
gevolg van onjuist gebruik of onjuiste
bediening.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 2.000 meter boven
zeeniveau.
Dit apparaat kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens of personen die gebrek aan kennis
of ervaring hebben, wanneer zij onder toezicht
staan van een persoon die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid of geleerd hebben het op
een veilige manier te gebruiken en zich
bewust zijn van de risico's die het gebruik van
het apparaat met zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen.Reiniging en onderhoud mogen niet
worden uitgevoerd door kinderen, tenzij ze 15
jaar of ouder zijn en onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het apparaat of
de aansluitkabel.
Controleer het apparaat na het uitpakken. Niet
aansluiten in geval van transportschade.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met
een externe tijdschakelklok of een
afstandbediening.
2
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
:Waarschuwing
Verstikkingsgevaar!
Verpakkingsmateriaal is gevaarlijk voor
kinderen. Kinderen nooit met
verpakkingsmateriaal laten spelen.
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Teruggezogen verbrandingsgassen kunnen
leiden tot vergiftiging.
Altijd voor voldoende luchttoevoer zorgen,
wanneer de luchtafvoer plaatsvindt in een
ruimte met een vuurbron die gebruikmaakt
van de aanwezige lucht.
Vuurbronnen die de lucht in de ruimte
verbruiken (bijv. apparaten die op gas, olie,
hout of kolen worden gestookt, geisers,
warmwatertoestellen) trekken de
verbrandingslucht uit de opstellingsruimte en
voeren de gassen via een afvoer (bijv.
schoorsteen) af naar buiten.
In combinatie met een ingeschakelde
afzuigkap wordt aan de keuken en aan de
ruimtes ernaast lucht onttrokken - zonder
voldoende luchttoevoer ontstaat er een
onderdruk. Giftige gassen uit de schoorsteen
of het afvoerkanaal worden teruggezogen in
de woonruimte.
■ Zorg daarom altijd voor voldoende
ventilatie.
■ Een ventilatiekast in de muur alleen is niet
voldoende om aan de minimale eisen te
voldoen.
U kunt het apparaat alleen dan zonder risico
gebruiken wanneer de onderdruk in de ruimte
waarin de vuurbron zich bevindt niet groter is
dan 4 Pa (0,04 mbar). Dit kan worden bereikt
wanneer de voor de verbranding benodigde
lucht door niet afsluitbare openingen, bijv. in
deuren, ramen, in combinatie met een
ventilatiekast in de muur of andere technische
voorzieningen, kan worden toegevoerd.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
Raadpleeg in ieder geval het bedrijf dat in uw
huis zorgt voor de schoorsteenreiniging. Dit
bedrijf is in staat het totale ventilatiesysteem
van uw huis te beoordelen en kan een voorstel
doen voor passende maatregelen op het
gebied van de luchttoevoer.
Indien de afzuiging alleen met recirculatie
wordt gebruikt, is een onbeperkt gebruik
mogelijk.
:Waarschuwing
Risico van brand!
■ De vetafzettingen in het vetfilter kunnen
ontbranden. Vetfilter regelmatig reinigen.
Apparaat nooit zonder vetfilter gebruiken.
Brandgevaar!
■ De vetafzettingen in het vetfilter kunnen
ontbranden. In de buurt van het apparaat
nooit werken met een open vlam (bijv.
flamberen). Het apparaat alleen in de buurt
van een vuurbron voor vaste brandstoffen
(bijv. hout of kolen) installeren wanneer er
een afgesloten, niet verwijderbare
afscherming aanwezig is. Er mogen geen
vonken wegspringen.
Risico van brand!
■ Hete olie en heet vet vatten snel vlam. Hete
olie en heet vet nooit gebruiken zonder
toezicht. Vuur nooit blussen met water.
Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel of
iets dergelijks verstikken.
Brandgevaar!
■ Wanneer er gas-kookzones ingeschakeld
zijn waar geen kookgerei op staat, wordt er
tijdens het gebruik zeer veel warmte
ontwikkeld. Een ventilatieapparaat dat
daarop is aangebracht kan beschadigd of
in brand raken. Gebruik de gas-kookzones
alleen wanneer er kookgerei op staat.
Brandgevaar!
■ Bij gelijktijdig gebruik van meerdere gas-
kookzones ontwikkelt zich een grote
warmte. Een ventilatieapparaat dat daarop
is aangebracht kan beschadigd of in brand
raken. Twee gaskookplaten nooit langer
dan 15 minuten gelijktijdig op de hoogste
vlam gebruiken. Een grote brander met
meer dan 5kW (wok) komt overeen met het
vermogen van twee gasbranders.
3
nl Belangrijke veiligheidsvoorschriften
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Tijdens het gebruik worden de toegankelijke
onderdelen heet. De hete onderdelen nooit
aanraken. Zorg ervoor dat er geen kinderen in
de buurt zijn.
kunnen vallen. Plaats geen voorwerpen op
het apparaat.
Risico van letsel!
■ Het licht van LED-lampen is zeer fel en kan
de ogen beschadigen (risicogroep 1). Niet
langer dan 100 seconden direct in de
ingeschakelde LED-lampen kijken.
:Waarschuwing
Gevaar voor letsel!
Klemgevaar bij het openen en sluiten van het
glazen front. Niet met uw handen in het gebied
achter de ruit of bij de scharnieren komen.
:Waarschuwing
Gevaar door magnetisme!
In het frontpaneel van het apparaat zijn
permanente magneten geplaatst. Deze
kunnen elektronische implantaten, zoals
pacemakers, of insulinepompen beïnvloeden.
Dragers van elektronische implantaten dienen
op minimaal 10 cm afstand van het
frontpaneel te blijven.
Oorzaken van schade
Attentie!
Risico van beschadiging door corrosie.
Schakel het apparaat wanneer u kookt altijd in
om condensvorming te voorkomen.
Condenswater kan leiden tot corrosie.
Defecte lampen altijd onmiddellijk vervangen,
om overbelasting van de andere lampen te
voorkomen.
Risico van beschadiging doordat er vocht in
de elektronica van het apparaat komt. Reinig
de bedieningselementen nooit met een natte
doek.
Beschadiging van het oppervlak door een
foutieve manier van reinigen. Roestvrijstalen
oppervlakken uitsluitend reinigen in de
slijprichting. Gebruik voor de
bedieningselementen geen reinigingsmiddel
voor roestvrij staal.
Beschadiging van het oppervlak door scherpe
of schurende reinigingsmiddelen. Gebruik
nooit scherpe of schurende
reinigingsmiddelen.
Beschadigingsgevaar door condensaatterugloop. Luchtafvoerkanaal vanuit het
apparaat licht hellend installeren (1° verloop).
Gevaar van beschadiging door een verkeerde
behandeling van designelementen. Niet aan
designelementen trekken. Geen voorwerpen
op designelementen plaatsen of hieraan
ophangen.
:Waarschuwing
Kans op een elektrische schok!
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
4
Milieubescherming nl
7Milieubescherming
Milieubescherming
Uw nieuwe apparaat is bijzonder energie-efficiënt. Hier
krijgt u tips over de manier waarop u bij het gebruik van
uw apparaat nog meer kunt besparen op energie en het
apparaat op de juiste manier afvoert.
Energie besparen
■ Zorg tijdens het koken voor voldoende toevoer van
lucht, zodat de afzuigkap efficiënt werkt en weinig
geluid geeft.
■ Pas de ventilatiestand aan de intensiteit van de
kookdamp aan. Gebruik de intensiefstand alleen
wanneer dit nodig is. Een lagere ventilatiestand
betekent minder energieverbruik.
■ Kies bij intensieve kookdampen op tijd een hogere
ventilatiestand. Wanneer er in de keuken al
kookdamp is ontstaan, dient de afzuigkap langer te
worden ingezet.
■ Hoeft de afzuigkap niet meer te worden gebruikt,
schakel hem dan uit.
■ Schakel de verlichting uit wanneer deze niet langer
nodig is.
■ Filters dienen binnen de aangegeven periodes te
worden gereinigd of vervangen, om de effectiviteit
van de ventilatie te verhogen en het risico van brand
tegen te gaan.
ÇGebruiksmogelijkheden
Gebruiksmogelijkheden
Gebruik met afvoerlucht
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters gereinigd en via een
buizensysteem naar de buitenlucht
afgevoerd.
Aanwijzing: De afvoerlucht mag niet worden afgevoerd
via een in gebruik zijnde rook- of gasafvoer, noch via
een schacht die dient voor de ontluchting van ruimtes
met vuurbronnen.
■ Komt de afvoerlucht terecht in een rook- of
gasafvoer die niet in gebruik is, dan dient u een
vakbekwame schoorsteenveger te raadplegen.
■ Wordt de afvoerlucht door de buitenmuur geleid,
dan raden wij u aan een telescoop-muurkast te
gebruiken.
Gebruik met circulatielucht
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters en een actief koolfilter gereinigd
en weer teruggeleid naar de keuken.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
Aanwijzing: Om geurtjes te voorkomen bij het gebruik
van circulatielucht, dient u een actief koolfilter te
monteren. De verschillende manieren om het apparaat
met circulatielucht te gebruiken, vindt u in de
prospectus of kunt u navragen bij uw speciaalzaak. Het
daartoe benodigde toebehoren is verkrijgbaar bij de
speciaalzaak, de klantenservice of in de online-shop.
5
nl Apparaat bedienen
1Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende
apparaatvarianten. Het is mogelijk dat er kenmerken
worden beschreven die niet van toepassing zijn op uw
apparaat.
Bedieningspaneel variant 1
SymboolToelichting
#
Q
3
A
@
˜
9
6
IndicatieToelichting
Q
1-3Ventilatiestanden
9
3
Ventilator instellen
Inschakelen
Ventilator Aan/Uit
NoiseReduction-functie
AirFresh-functie
Ventilatiestand verlagen
Ventilatiestand verhogen/Intensiefstand 1,2
Directe opvraag intensiefstand 2
Naloop ventilator
Licht Aan/Uit/Dimmen
NoiseReduction-functie
Naloop ventilator
AirFresh-functie
Aanwijzing: Schakel de afzuigkap in zodra u begint
met koken en schakel hem pas enkele minuten na het
koken weer uit. Zo wordt de keukendamp het effectiefst
verwijderd.
AirFresh-functie
Inschakelen
Tip op het symbool 3.
Op het display wordt 3 weergegeven.De ventilator
loopt ca. 5 minuten per uur in ventilatiestand 1.
Uitschakelen
Tip op het symbool 3.
De AirFresh-functie is beëindigd.
Intensief-stand
Bij sterke geur- en dampvorming kunt u de intensiefstand gebruiken.
Inschakelen
Tip op het symbool ˜. Op het display is ˜ƒ verlicht. Tip
opnieuw op het symbool ˜ om weer naar de
intensiefstand ˜‚ te gaan.
Aanwijzing: Na ca. zes minuten schakelt de afzuigkap
zelfstandig terug naar vermogensstand 3.
■ Tip op het symbool #.
De ventilator start in de stand ƒ.
■ Tip op + of - om de intensiteit van de ventilator te
wijzigen.
Uitschakelen
Tip op het symbool #.
NoiseReduction-functie
De NoiseReduction-functie vermindert het
ventilatorgeluid.
Inschakelen
Aanwijzing: De functie is in alle ventilatiestanden,
behalve in de stand ‚ mogelijk. De functie blijft ook na
het uitschakelen van de ventilator geactiveerd.
Tip op het symbool Q.
Uitschakelen
Tip op het symbool Q.
6
Uitschakelen
Wilt u de intensiefstand voor afloop van de vooraf
ingestelde tijd beëindigen, tip dan op het symbool ˜.
Tussenstand van het glazen front
Bij enkele apparaten is een tussenstand van het glazen
front mogelijk. Bij bijzondere sterke geur- en
dampontwikkeling kan de tussenstand worden gebruikt.
Het glazen front in het midden vastpakken en
voorzichtig openen.
Apparaat bedienen nl
Naloop ventilator
Inschakelen
Tip op het symbool 9.
De ventilator loopt in ventilatiestand 1.
Na ca. 10 minuten schakelt de ventilator automatisch
uit.
Uitschakelen
Tip op het symbool 9.
De ventilatornaloop wordt direct beëindigd.
Verlichting
U kunt de verlichting onafhankelijk van de ventilator inen uitschakelen.
Tip op het symbool 6.
Helderheid instellen
Houd het symbool 6 ingedrukt tot de gewenste
helderheid verkregen is.
Verzadigingsindicatie
Als de metalen vetfilter of actieve koolfilter verzadigd is,
knipperen na uitschakeling van het apparaat de
betreffende symbolen
■ Metalen vetfilter: ”ª
■ Actieve koolfilter: ’ª
■ Metalen vetfilter en actieve koolfilter: ”ª en ’ª
Uiterlijk op dit moment dienen de metalen vetfilters
schoongemaakt of de actieve koolfilter vervangen te
worden. ~ "Reinigen en onderhouden" op pagina 16
Als de verzadigingsindicaties knipperen, kunnen ze
worden gereset. Hiervoor het symbool A aantippen.
Display omschakelen voor luchtcirculatie
Voor luchtcirculatie moet de elektronische regeling
worden omgeschakeld:
■ De afzuigkap dient aangesloten en uitgeschakeld te
zijn.
■ Het symbool Q aantippen en vasthouden, symbool @
of A aantippen tot de indicatie 2 voor luchtcirculatie
(niet regenereerbare filter) is verlicht. Symbool Q
loslaten. De elektronische regeling is weer ingesteld
op luchtcirculatie (niet regenereerbare filter).
■ Het symbool Q aantippen en vasthouden, symbool @
of A aantippen tot indicatie 3 voor luchtcirculatie
(regenereerbare filter) verlicht is. Symbool Q loslaten.
De elektronische regeling is weer ingesteld op
luchtcirculatie (regenereerbare filter).
■ Door herhaaldelijk op het symbool Q te tippen en dit
ingedrukt te houden en de symbolen @ of A aan te
tippen tot indicatie 1 verlicht is, wordt de
elektronische regeling weer op luchtafvoer ingesteld.
Geluidssignaal
Inschakelen
Bij een uitgeschakelde ventilator gelijktijdig de
symbolen #en Q aantippen en ca. 3 seconden
vasthouden. Ter bevestiging klinkt een signaal.
Als het geluidssignaal ingeschakeld is, is ‚ verlicht.
Uitschakelen
Bij een uitgeschakelde ventilator gelijktijdig de
symbolen #en Q aantippen en ca. 3 seconden
vasthouden. Ter bevestiging klinkt een signaal.
Als het geluidssignaal is uitgeschakeld, is ‹ verlicht.
7
nl Apparaat bedienen
Bedieningspaneel variant 2
SymboolToelichting
#
Q
3
A
@
˜
k
6
IndicatieToelichting
Q
1-3Ventilatiestanden
9
3
Ventilator Aan/Uit
NoiseReduction-functie
AirFresh-functie
Ventilatiestand verlagen/Naloop ventilator
Ventilatiestand verhogen/Intensiefstand 1,2
Directe opvraag intensiefstand 2
AmbientLight
Licht Aan/Uit/Dimmen
NoiseReduction-functie
Naloop ventilator
AirFresh-functie
Ventilator instellen
Inschakelen
■ Tip op het symbool #.
De ventilator start in de stand ƒ.
■ Tip op + of - om de intensiteit van de ventilator te
wijzigen.
Uitschakelen
Tip op het symbool #.
AirFresh-functie
Inschakelen
Tip op het symbool 3.
Op het display wordt 3 weergegeven.De ventilator
loopt ca. 5 minuten per uur in ventilatiestand 1.
Uitschakelen
Tip op het symbool 3.
De AirFresh-functie is beëindigd.
Naloop ventilator
Inschakelen
Tip op het symbool A terwijl de ventilator in
ventilatiestand 1 loopt.
De ventilator loopt in ventilatiestand 1.
Na ca. 10 minuten schakelt de ventilator automatisch
uit.
Uitschakelen
Tip op het symbool @ om een andere ventilatiestand te
kiezen.
De ventilatornaloop wordt direct beëindigd.
Intensief-stand
Bij sterke geur- en dampvorming kunt u de intensiefstand gebruiken.
NoiseReduction-functie
De NoiseReduction-functie vermindert het
ventilatorgeluid.
Inschakelen
Aanwijzing: De functie is in alle ventilatiestanden,
behalve in de stand ‚ mogelijk. De functie blijft ook na
het uitschakelen van de ventilator geactiveerd.
Tip op het symbool Q.
Uitschakelen
Tip op het symbool Q.
8
Inschakelen
Tip op het symbool ˜. Op het display is ˜ƒ verlicht. Tip
opnieuw op het symbool ˜ om weer naar de
intensiefstand ˜‚ te gaan.
Aanwijzing: Na ca. zes minuten schakelt de afzuigkap
zelfstandig terug naar vermogensstand 3.
Uitschakelen
Wilt u de intensiefstand voor afloop van de vooraf
ingestelde tijd beëindigen, tip dan op het symbool ˜.
Tussenstand van het glazen front
Bij enkele apparaten is een tussenstand van het glazen
front mogelijk. Bij bijzondere sterke geur- en
dampontwikkeling kan de tussenstand worden gebruikt.
Het glazen front in het midden vastpakken en
voorzichtig openen.
Apparaat bedienen nl
AmbientLight
Het AmbientLight kunt u onafhankelijk van de ventilator
in- en uitschakelen.
Tip op het symbool k.
Helderheid instellen
Houd het symbool k ingedrukt tot de gewenste
helderheid verkregen is.
Kleur instellen
1. Ventilator uitschakelen.
2. Tip op het symbool k.
De symbolen @ en A zijn ca. 10 seconden verlicht.
3. Tip binnen deze 10 seconden op het symbool A of
@ tot de gewenste kleur is ingesteld.
Verlichting
U kunt de verlichting onafhankelijk van de ventilator inen uitschakelen.
Tip op het symbool 6.
Helderheid instellen
Houd het symbool 6 ingedrukt tot de gewenste
helderheid verkregen is.
Verzadigingsindicatie
Als de metalen vetfilter of actieve koolfilter verzadigd is,
knipperen na uitschakeling van het apparaat de
betreffende symbolen
■ Metalen vetfilter: ”ª
■ Actieve koolfilter: ’ª
■ Metalen vetfilter en actieve koolfilter: ”ª en ’ª
Display omschakelen voor luchtcirculatie
Voor luchtcirculatie moet de elektronische regeling
worden omgeschakeld:
■ De afzuigkap dient aangesloten en uitgeschakeld te
zijn.
■ Het symbool Q aantippen en vasthouden, symbool @
of A aantippen tot de indicatie 2 voor luchtcirculatie
(niet regenereerbare filter) is verlicht. Symbool Q
loslaten. De elektronische regeling is weer ingesteld
op luchtcirculatie (niet regenereerbare filter).
■ Het symbool Q aantippen en vasthouden, symbool @
of A aantippen tot indicatie 3 voor luchtcirculatie
(regenereerbare filter) verlicht is. Symbool Q loslaten.
De elektronische regeling is weer ingesteld op
luchtcirculatie (regenereerbare filter).
■ Door herhaaldelijk op het symbool Q te tippen en dit
ingedrukt te houden en de symbolen @ of A aan te
tippen tot indicatie 1 verlicht is, wordt de
elektronische regeling weer op luchtafvoer ingesteld.
Geluidssignaal
Inschakelen
Bij een uitgeschakelde ventilator gelijktijdig de
symbolen #en Q aantippen en ca. 3 seconden
vasthouden. Ter bevestiging klinkt een signaal.
Als het geluidssignaal ingeschakeld is, is ‚ verlicht.
Uitschakelen
Bij een uitgeschakelde ventilator gelijktijdig de
symbolen #en Q aantippen en ca. 3 seconden
vasthouden. Ter bevestiging klinkt een signaal.
Als het geluidssignaal is uitgeschakeld, is ‹ verlicht.
Uiterlijk op dit moment dienen de metalen vetfilters
schoongemaakt of de actieve koolfilter vervangen te
worden. ~ "Reinigen en onderhouden" op pagina 16
Als de verzadigingsindicaties knipperen, kunnen ze
worden gereset. Hiervoor het symbool A aantippen.
9
nl Apparaat bedienen
Bedieningspaneel variant 3
SymboolToelichting
#
Q
3
A
@
˜
9
6
IndicatieToelichting
Q
1-3Ventilatiestanden
9
3
Ventilator Aan/Uit
NoiseReduction-functie
AirFresh-functie
Ventilatiestand verlagen
Ventilatiestand verhogen/Intensiefstand 1,2
Directe opvraag intensiefstand 2
Naloop ventilator
Licht Aan/Uit/Dimmen
NoiseReduction-functie
Naloop ventilator
AirFresh-functie
Ventilator instellen
Inschakelen
■ Tip op het symbool #.
De ventilator start in de stand ƒ.
■ Tip op + of - om de intensiteit van de ventilator te
wijzigen.
AirFresh-functie
Inschakelen
Tip op het symbool 3.
Op het display wordt 3 weergegeven.De ventilator
loopt ca. 5 minuten per uur in ventilatiestand 1.
Uitschakelen
Tip op het symbool 3.
De AirFresh-functie is beëindigd.
Intensief-stand
Bij sterke geur- en dampvorming kunt u de intensiefstand gebruiken.
Inschakelen
Tip op het symbool ˜. Op het display is ˜ƒ verlicht. Tip
opnieuw op het symbool ˜ om weer naar de
intensiefstand ˜‚ te gaan.
Aanwijzing: Na ca. zes minuten schakelt de afzuigkap
zelfstandig terug naar vermogensstand 3.
Uitschakelen
Wilt u de intensiefstand voor afloop van de vooraf
ingestelde tijd beëindigen, tip dan op het symbool ˜.
Uitschakelen
Tip op het symbool #.
NoiseReduction-functie
De NoiseReduction-functie vermindert het
ventilatorgeluid.
Inschakelen
Aanwijzing: De functie is in alle ventilatiestanden,
behalve in de stand ‚ mogelijk. De functie blijft ook na
het uitschakelen van de ventilator geactiveerd.
Tip op het symbool Q.
Uitschakelen
Tip op het symbool Q.
Tussenstand van het glazen front
Bij enkele apparaten is een tussenstand van het glazen
front mogelijk. Bij bijzondere sterke geur- en
dampontwikkeling kan de tussenstand worden gebruikt.
Het glazen front in het midden vastpakken en
voorzichtig openen.
Naloop ventilator
Inschakelen
Tip op het symbool 9.
De ventilator loopt in ventilatiestand 1.
Na ca. 10 minuten schakelt de ventilator automatisch
uit.
Uitschakelen
Tip op het symbool 9.
De ventilatornaloop wordt direct beëindigd.
10
Apparaat bedienen nl
Verlichting
U kunt de verlichting onafhankelijk van de ventilator inen uitschakelen.
Tip op het symbool 6.
Helderheid instellen
Houd het symbool 6 ingedrukt tot de gewenste
helderheid verkregen is.
Verzadigingsindicatie
Als de metalen vetfilter of actieve koolfilter verzadigd is,
knipperen na uitschakeling van het apparaat de
betreffende symbolen
■ Metalen vetfilter: ”ªª
■ Actieve koolfilter: ’ªª
■ Metalen vetfilter en actieve koolfilter: ”ªª en ’ªª
Uiterlijk op dit moment dienen de metalen vetfilters
schoongemaakt of de actieve koolfilter vervangen te
worden. ~ "Reinigen en onderhouden" op pagina 16
Als de verzadigingsindicaties knipperen, kunnen ze
worden gereset. Hiervoor het symbool A aantippen.
Display omschakelen voor luchtcirculatie
Voor luchtcirculatie moet de elektronische regeling
worden omgeschakeld:
Geluidssignaal
Inschakelen
Bij een ingeschakelde ventilator gelijktijdig de symbolen
# en Q aantippen en ca. drie seconden vasthouden. Ter
bevestiging klinkt een signaal.
Als het geluidssignaal ingeschakeld is, is ‚ verlicht.
Uitschakelen
Bij een ingeschakelde ventilator gelijktijdig de symbolen
# en Q aantippen en ca. drie seconden vasthouden. Ter
bevestiging klinkt een signaal.
Als het geluidssignaal is uitgeschakeld, is ‹ verlicht.
■ De afzuigkap dient aangesloten en ingeschakeld te
zijn.
■ Het symbool Q aantippen en vasthouden, symbool @
of A aantippen tot indicatie 2 voor luchtcirculatie
(niet regenereerbare filter) is verlicht. Symbool Q
loslaten. De elektronische regeling is weer ingesteld
op luchtcirculatie (niet regenereerbare filter).
■ Het symbool Q aantippen en vasthouden, symbool @
of A aantippen tot indicatie 3 voor luchtcirculatie
(regenereerbare filter) verlicht is. Symbool Q loslaten.
De elektronische regeling is weer ingesteld op
luchtcirculatie (regenereerbare filter).
■ Door herhaaldelijk op het symbool Q te tippen en dit
ingedrukt te houden en de symbolen @ of A aan te
tippen tot indicatie 1 verlicht is, wordt de
elektronische regeling weer op luchtafvoer ingesteld.
11
nl Apparaat bedienen
Bedieningspaneel variant 4
SymboolToelichting
#
Q
3
A
@
˜
k
6
IndicatieToelichting
Q
1-3Ventilatiestanden
9
3
Ventilator Aan/Uit
NoiseReduction-functie
AirFresh-functie
Ventilatiestand verlagen/Naloop ventilator
Ventilatiestand verhogen/Intensiefstand 1,2
Directe opvraag intensiefstand 2
AmbientLight
Licht Aan/Uit/Dimmen
NoiseReduction-functie
Naloop ventilator
AirFresh-functie
Ventilator instellen
Inschakelen
■ Tip op het symbool #.
De ventilator start in de stand ƒ.
■ Tip op + of - om de intensiteit van de ventilator te
wijzigen.
Uitschakelen
Tip op het symbool #.
AirFresh-functie
Inschakelen
Tip op het symbool 3.
Op het display wordt 3 weergegeven.De ventilator
loopt ca. 5 minuten per uur in ventilatiestand 1.
Uitschakelen
Tip op het symbool 3.
De AirFresh-functie is beëindigd.
Naloop ventilator
Inschakelen
Tip op het symbool A terwijl de ventilator in
ventilatiestand 1 loopt.
De ventilator loopt in ventilatiestand 1.
Na ca. 10 minuten schakelt de ventilator automatisch
uit.
Uitschakelen
Tip op het symbool @ om een andere ventilatiestand te
kiezen.
De ventilatornaloop wordt direct beëindigd.
Intensief-stand
Bij sterke geur- en dampvorming kunt u de intensiefstand gebruiken.
NoiseReduction-functie
De NoiseReduction-functie vermindert het
ventilatorgeluid.
Inschakelen
Aanwijzing: De functie is in alle ventilatiestanden,
behalve in de stand ‚ mogelijk. De functie blijft ook na
het uitschakelen van de ventilator geactiveerd.
Tip op het symbool Q.
Uitschakelen
Tip op het symbool Q.
12
Inschakelen
Tip op het symbool ˜. Op het display is ˜ƒ verlicht. Tip
opnieuw op het symbool ˜ om weer naar de
intensiefstand ˜‚ te gaan.
Aanwijzing: Na ca. zes minuten schakelt de afzuigkap
zelfstandig terug naar vermogensstand 3.
Uitschakelen
Wilt u de intensiefstand voor afloop van de vooraf
ingestelde tijd beëindigen, tip dan op het symbool ˜.
Tussenstand van het glazen front
Bij enkele apparaten is een tussenstand van het glazen
front mogelijk. Bij bijzondere sterke geur- en
dampontwikkeling kan de tussenstand worden gebruikt.
Het glazen front in het midden vastpakken en
voorzichtig openen.
Apparaat bedienen nl
AmbientLight
Het AmbientLight kunt u onafhankelijk van de ventilator
in- en uitschakelen.
Tip op het symbool k.
Helderheid instellen
Houd het symbool k ingedrukt tot de gewenste
helderheid verkregen is.
Kleur instellen
1. Ventilator uitschakelen.
2. Tip op het symbool k.
De symbolen @ en A zijn ca. 10 seconden verlicht.
3. Tip binnen deze 10 seconden op het symbool A of
@ tot de gewenste kleur is ingesteld.
Verlichting
U kunt de verlichting onafhankelijk van de ventilator inen uitschakelen.
Tip op het symbool 6.
Helderheid instellen
Houd het symbool 6 ingedrukt tot de gewenste
helderheid verkregen is.
Verzadigingsindicatie
Als de metalen vetfilter of actieve koolfilter verzadigd is,
knipperen na uitschakeling van het apparaat de
betreffende symbolen
■ Metalen vetfilter: ”ªª
■ Actieve koolfilter: ’ªª
■ Metalen vetfilter en actieve koolfilter: ”ªª en ’ªª
Display omschakelen voor luchtcirculatie
Voor luchtcirculatie moet de elektronische regeling
worden omgeschakeld:
■ De afzuigkap dient aangesloten en ingeschakeld te
zijn.
■ Het symbool Q aantippen en vasthouden, symbool @
of A aantippen tot indicatie 2 voor luchtcirculatie
(niet regenereerbare filter) is verlicht. Symbool Q
loslaten. De elektronische regeling is weer ingesteld
op luchtcirculatie (niet regenereerbare filter).
■ Het symbool Q aantippen en vasthouden, symbool @
of A aantippen tot indicatie 3 voor luchtcirculatie
(regenereerbare filter) verlicht is. Symbool Q loslaten.
De elektronische regeling is weer ingesteld op
luchtcirculatie (regenereerbare filter).
■ Door herhaaldelijk op het symbool Q te tippen en dit
ingedrukt te houden en de symbolen @ of A aan te
tippen tot indicatie 1 verlicht is, wordt de
elektronische regeling weer op luchtafvoer ingesteld.
Geluidssignaal
Inschakelen
Bij een ingeschakelde ventilator gelijktijdig de symbolen
# en Q aantippen en ca. drie seconden vasthouden. Ter
bevestiging klinkt een signaal.
Als het geluidssignaal ingeschakeld is, is ‚ verlicht.
Uitschakelen
Bij een ingeschakelde ventilator gelijktijdig de symbolen
# en Q aantippen en ca. drie seconden vasthouden. Ter
bevestiging klinkt een signaal.
Als het geluidssignaal is uitgeschakeld, is ‹ verlicht.
Uiterlijk op dit moment dienen de metalen vetfilters
schoongemaakt of de actieve koolfilter vervangen te
worden. ~ "Reinigen en onderhouden" op pagina 16
Als de verzadigingsindicaties knipperen, kunnen ze
worden gereset. Hiervoor het symbool A aantippen.
13
nl Apparaat bedienen
Bedieningspaneel variant 5
SymboolToelichting
#
Q
3
A
@
˜
‘
6
IndicatieToelichting
Q
1-3Ventilatiestanden
9
3
Ventilator Aan/Uit
NoiseReduction-functie
AirFresh-functie
Ventilatiestand verlagen/Naloop ventilator
Ventilatiestanden verhogen/Intensiefstand 1,2
Directe opvraag intensiefstand 2
Automatische luchtsensor
Licht Aan/Uit/Dimmen
NoiseReduction-functie
Naloop ventilator
AirFresh-functie
Ventilator instellen
Inschakelen
■ Tip op het symbool #.
De ventilator start in de stand ƒ.
■ Tip op + of - om de intensiteit van de ventilator te
wijzigen.
Uitschakelen
Tip op het symbool #.
AirFresh-functie
Inschakelen
Tip op het symbool 3.
Op het display wordt 3 weergegeven.De ventilator
loopt ca. 5 minuten per uur in ventilatiestand 1.
Uitschakelen
Tip op het symbool 3.
De AirFresh-functie is beëindigd.
Naloop ventilator
Inschakelen
Tip op het symbool A terwijl de ventilator in
ventilatiestand 1 loopt.
De ventilator loopt in ventilatiestand 1.
Na ca. 10 minuten schakelt de ventilator automatisch
uit.
Uitschakelen
Tip op het symbool @ om een andere ventilatiestand te
kiezen.
De ventilatornaloop wordt direct beëindigd.
Intensief-stand
Bij sterke geur- en dampvorming kunt u de intensiefstand gebruiken.
NoiseReduction-functie
De NoiseReduction-functie vermindert het
ventilatorgeluid.
Inschakelen
Aanwijzing: De functie is in alle ventilatiestanden,
behalve in de stand ‚ mogelijk. De functie blijft ook na
het uitschakelen van de ventilator geactiveerd.
Tip op het symbool Q.
Uitschakelen
Tip op het symbool Q.
14
Inschakelen
Tip op het symbool ˜. Op het display is ˜ƒ verlicht. Tip
opnieuw op het symbool ˜ om weer naar de
intensiefstand ˜‚ te gaan.
Aanwijzing: Na ca. zes minuten schakelt de afzuigkap
zelfstandig terug naar vermogensstand 3.
Uitschakelen
Wilt u de intensiefstand voor afloop van de vooraf
ingestelde tijd beëindigen, tip dan op het symbool ˜.
Tussenstand van het glazen front
Bij enkele apparaten is een tussenstand van het glazen
front mogelijk. Bij bijzondere sterke geur- en
dampontwikkeling kan de tussenstand worden gebruikt.
Het glazen front in het midden vastpakken en
voorzichtig openen.
Apparaat bedienen nl
Automatische modus
Inschakelen
1. Tip op het symbool #.
De ventilator start in de stand ƒ.
2. Tip op het symbool ‘.
De optimale ventilatiestand wordt ingesteld via een
automatische luchtsensor.
Uitschakelen
Tip op het symbool ‘ of het symbool # om de
automatische stand uit te schakelen.
Wanneer de automatische luchtsensor geen
verandering van de luchtkwaliteit in de ruimte meer
vaststelt, schakelt de ventilator automatisch uit.
De looptijd in de automatische stand bedraagt
maximaal 4 uur.
Sensorbesturing
In de automatische stand herkent een automatische
luchtsensor in de afzuigkap de intensiteit van de kooken bakluchtjes. Afhankelijk van de instelling van de
automatische luchtsensor schakelt de ventilator in een
andere stand.
Mogelijke instellingen van de sensor:
Standaard instelling van de gevoeligheid: †
Laagste instelling van de gevoeligheid: ‹
Hoogste instelling van de gevoeligheid: Š
Als de sensorregeling te zwak of te sterk reageert, kunt
u de instelling wijzigen:
1. Bij een ingeschakelde ventilator het symbool ‘
1 seconde ingedrukt houden. De instelling wordt
weergegeven.
2. Door de symbolen @ of A aan te tippen wordt de
instelling van de sensorregeling veranderd.
3. Symbool ‘ loslaten.
Verlichting
U kunt de verlichting onafhankelijk van de ventilator inen uitschakelen.
Tip op het symbool 6.
Helderheid instellen
Houd het symbool 6 ingedrukt tot de gewenste
helderheid verkregen is.
Verzadigingsindicatie
Als de metalen vetfilter of actieve koolfilter verzadigd is,
knipperen na uitschakeling van het apparaat de
betreffende symbolen
■ Metalen vetfilter: ”ªª
■ Actieve koolfilter: ’ªª
■ Metalen vetfilter en actieve koolfilter: ”ªª en ’ªª
Uiterlijk op dit moment dienen de metalen vetfilters
schoongemaakt of de actieve koolfilter vervangen te
worden. ~ "Reinigen en onderhouden" op pagina 16
Als de verzadigingsindicaties knipperen, kunnen ze
worden gereset. Hiervoor het symbool A aantippen.
Display omschakelen voor luchtcirculatie
Voor luchtcirculatie moet de elektronische regeling
worden omgeschakeld:
■ De afzuigkap dient aangesloten en ingeschakeld te
zijn.
■ Het symbool Q aantippen en vasthouden, symbool @
of A aantippen tot indicatie 2 voor luchtcirculatie
(niet regenereerbare filter) is verlicht. Symbool Q
loslaten. De elektronische regeling is weer ingesteld
op luchtcirculatie (niet regenereerbare filter).
■ Het symbool Q aantippen en vasthouden, symbool @
of A aantippen tot indicatie 3 voor luchtcirculatie
(regenereerbare filter) verlicht is. Symbool Q loslaten.
De elektronische regeling is weer ingesteld op
luchtcirculatie (regenereerbare filter).
■ Door herhaaldelijk op het symbool Q te tippen en dit
ingedrukt te houden en de symbolen @ of A aan te
tippen tot indicatie 1 verlicht is, wordt de
elektronische regeling weer op luchtafvoer ingesteld.
Geluidssignaal
Inschakelen
Bij een ingeschakelde ventilator gelijktijdig de symbolen
# en Q aantippen en ca. drie seconden vasthouden. Ter
bevestiging klinkt een signaal.
Als het geluidssignaal ingeschakeld is, is ‚ verlicht.
Uitschakelen
Bij een ingeschakelde ventilator gelijktijdig de symbolen
# en Q aantippen en ca. drie seconden vasthouden. Ter
bevestiging klinkt een signaal.
Als het geluidssignaal is uitgeschakeld, is ‹ verlicht.
15
nl Reinigen en onderhouden
2Reinigen en onderhouden
Reinigen en onderhouden
:Waarschuwing
Verbrandingsgevaar!
Het apparaat wordt heet tijdens de bereiding. Laat het
voor de reiniging afkoelen.
:Waarschuwing
Gevaar van een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken. Het
toestel alleen met een vochtige doek schoonmaken.
Vóór het reinigen de netstekker uit het stopcontact
halen of de zekering in de meterkast uitschakelen.
:Waarschuwing
Kans op een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken.
Geen hogedrukreiniger of stoomreiniger gebruiken.
:Waarschuwing
Risico van letsel!
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen scherpe
randen hebben. Veiligheidshandschoenen dragen.
:Waarschuwing
Gevaar voor letsel!
Klemgevaar bij het openen en sluiten van het glazen
front. Niet met uw handen in het gebied achter de ruit of
bij de scharnieren komen.
Schoonmaakmiddelen
Houd u aan de opgaven in de tabel, om te voorkomen
dat de verschillende oppervlakken door verkeerde
schoonmaakmiddelen worden beschadigd. Gebruik
■ geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen, bijv.
schuurpoeder of schuurmiddel,
■ geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen,
■ geen harde schuur- of schoonmaaksponsjes,
■ geen hogedrukreinigers of stoomreinigers,
■ geen kalkoplossende schoonmaakmiddelen,
■ geen agressieve universele schoonmaakmiddelen,
■ geen ovenspray.
Aanwijzing: Neem alle aanwijzingen en
waarschuwingen in acht die bij de reinigingsmiddelen
vermeld worden.
GebiedSchoonmaakmiddelen
Roestvrij staalWarm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met
een zachte doek nadrogen.
Roestvrijstalen oppervlakken uitsluitend reinigen in de slijprichting.
Bij de servicedienst of in speciaalzaken zijn
speciale onderhoudsmiddelen voor roestvrij
staal verkrijgbaar.Het schoonmaakmiddel
heel dun opbrengen met een zachte doek.
Gelakte oppervlakken Warm zeepsop:
Met een vochtig schoonmaakdoekje reinigen
en met een zachte doek nadrogen.
Geen reinigingsmiddel voor roestvrij staal
gebruiken.
Aluminium en kunststof
Glasreiniger:
Met een zachte doek schoonmaken.
GlasGlasreiniger:
Met een zachte doek schoonmaken. Geen
schraper gebruiken.
Bedieningselementen Warm zeepsop:
Met een vochtig schoonmaakdoekje reinigen
en met een zachte doek nadrogen.
Gevaar van een elektrische schok doordat er
vocht kan binnendringen.
Risico van beschadiging van de elektronica
doordat er vocht kan binnendringen. Bedieningselementen nooit reinigen met een natte
doek.
Geen reinigingsmiddel voor roestvrij staal
gebruiken.
--------
Metalen vetfilter demonteren
1. Het glazen front volledig openen.
2. Vergrendeling openen en de metalen vetfilter
omlaag klappen. Daarbij de metalen vetfilter met de
andere hand ondersteunen.
3. Metalen vetfilter uit de houder nemen.
Aanwijzing: Nieuwe vaatdoekjes voor gebruik grondig
uitwassen.
16
Aanwijzingen
– Op de bodem van de metalen vetfilter kan zich
vet verzamelen.
– Metalen vetfilter recht houden, om te voorkomen
dat er vet vanaf druipt.
Reinigen en onderhouden nl
Metalen vetfilter reinigen
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende
apparaatvarianten. Het is mogelijk dat er kenmerken
worden beschreven die niet van toepassing zijn op uw
apparaat.
:Waarschuwing
Risico van brand!
De vetafzettingen in het vetfilter kunnen ontbranden.
Vetfilter regelmatig reinigen. Apparaat nooit zonder
vetfilter gebruiken.
Aanwijzingen
■ Gebruik geen agressieve, zuur- of looghoudende
reinigingsmiddelen.
■ Wij adviseren om de vetfilters een keer in de twee
maanden te reinigen.
■ Bij het reinigen van de metalen vetfilters ook de
houder van de vetfilters in het apparaat reinigen met
een vochtige doek.
■ U kunt de metalen vetfilters met de hand
schoonmaken of in de vaatwasmachine.
Met de hand:
Aanwijzing: Bij hardnekkig vuil kunt u een speciaal
vetoplosmiddel gebruiken. Dit kan worden besteld via
de online-shop.
Metalen vetfilter monteren
:Waarschuwing
Risico van letsel!
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen scherpe
randen hebben. Veiligheidshandschoenen dragen.
Aanwijzing: Alle toegankelijke behuizingsonderdelen
schoonmaken.
1. Metalen vetfilter inbrengen en vergrendelen. Daarbij
dient u de metalen vetfilter met de andere hand te
ondersteunen.
Aanwijzing: Let op de juiste positie van de metalen
vetfilter.
2. Als de metalen vetfilter niet correct is ingebracht, de
vergrendeling openen en de metalen vetfilter correct
inbrengen.
■ Laat de metalen vetfilters weken in warm zeepsop.
■ Gebruik voor het reinigen een borstel en spoel
daarna de filters goed uit.
■ Laat de metalen vetfilters afdruipen op een goed
absorberende een ondergrond.
In de afwasmachine:
Aanwijzing: Bij reiniging in de afwasmachine kunnen
lichte verkleuringen optreden. Verkleuringen hebben
geen invloed op de werking van de metalen vetfilters.
■ Gebruik een gangbaar vaatwasmiddel.
■ Sterk verzadigde metalen vetfilters er niet samen
met serviesgoed in doen.
■ Plaats de metalen vetfilters los in de
vaatwasmachine. De metalen vetfilters niet
inklemmen.
■ Bij de temperatuurinstelling maximaal 50°C kiezen.
17
nl Wat te doen bij storingen?
3Wat te doen bij storingen?
Wat te doen bij storingen?
Vaak kunt u storingen gemakkelijk zelf verhelpen. Let
op de volgende aanwijzingen voordat u contact
opneemt met de klantenservice.
:Waarschuwing
Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties en
de vervanging van beschadigde aansluitleidingen
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die
zijn geïnstrueerd door de klantenservice. Is het
apparaat defect, haal dan de stekker uit het stopcontact
of schakel de zekering in de meterkast uit. Contact
opnemen met de klantenservice.
Storingstabel
StoringMogelijke oor-
zaak
Apparaat werkt
niet
De stekker is niet
in het stopcontact gestoken
Stroomonderbreking
Zekering defectControleer in de meterkast of
De verlichting
functioneert niet.
De toetsverlich-
ting functioneert
niet.
--------
De LED-lampen
zijn defect.
De besturingseenheid is
defect.
Oplossing
De stekker in het stopcontact
steken
Controleer of andere keukenapparaten functioneren
de zekering voor het toestel in
orde is
Neem contact op met de servicedienst.
Neem contact op met de servicedienst.
4Servicedienst
Servicedienst
Geef wanneer u telefonisch contact met ons opneemt
altijd het productnummer (E-nr.) en het
fabricagenummer (FD-nr.) op, zodat wij u goed van
dienst kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers
vindt u aan de bovenkant van het apparaat.
=1U)'(1U
7\SH
Om niet te lang te hoeven zoeken wanneer u de
klantenservice nodig heeft, kunt u hier direct de
gegevens van uw apparaat en het telefoonnummer van
de servicedienst invullen.
E-nr.FDnr.
ServicedienstO
Let erop dat het bezoek van een technicus van de
servicedienst in het geval van een verkeerde bediening
ook tijdens de garantieperiode kosten met zich
meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL088 424 4040
B070 222 143
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent
u ervan verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd
door ervaren technici die gebruikmaken van de
originele reserveonderdelen voor uw apparaat.
LED-lampen
Defecte LED-lampen mogen alleen worden vervangen
door de fabrikant, zijn klantenservice of een erkend
vakman (elektromonteur).
:Waarschuwing
Risico van letsel!
Het licht van LED-lampen is zeer fel en kan de ogen
beschadigen (risicogroep 1). Niet langer dan 100
seconden direct in de ingeschakelde LED-lampen
kijken.
18
Toebehoren
(niet in de leveringsomvang inbegrepen)
Aanwijzing: Deze gebruiksaanwijzing geldt voor
verschillende apparaatvarianten. Er kunnen speciale
toebehoren worden vermeld die niet van toepassing zijn
voor uw apparaat.
Aanwijzing: Neem het installatievoorschrift voor de
toebehoren in acht.
AccessoiresBestelnummer
Starterset voor luchtcirculatie (rechte wandafzuigkap met afvoer)
Wisselfilter voor starterset
Starterset voor circulatielucht (rechte wandafzuigkap zonder afvoer)
Wisselfilter voor starterset
Starterset voor circulatielucht (schuine wandafzuigkap met afvoer)
Wisselfilter voor starterset
Starterset voor circulatielucht (schuine wandafzuigkap zonder afvoer)
Wisselfilter voor starterset
Starterset voor circulatielucht met regenereerbare filter (rechte wandafzuigkap met afvoer)Z51AFS0X0
Starterset voor circulatielucht met regenereerbare filter (schuine wandafzuigkap met afvoer)Z51AIS0X0
Starterset voor luchtcirculatie met regenereerbare filter (rechte wandafzuigkap zonder afvoer)Z51AFR0X0
Starterset voor luchtcirculatie met regenereerbare filter (schuine wandafzuigkap zonder afvoer) Z51AIR0X0
CleanAir circulatieluchtmodule
Wisselfilter voor CleanAir luchtcirculatiemodule
(niet regenereerbaar)
Wisselfilter voor CleanAir luchtcirculatiemodule
(regenereerbaar)Z50XXP0X0
--------
Z51AFU0X0
Z51AFA0X0
Z51AFT0X0
Z51AFA0X0
Z51AIU0X0
Z51AIA0X0
Z51AIT0X0
Z51AIA0X0
Z51AXC0N0
Z5170X1
Servicedienst nl
19
nl Servicedienst
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Installatievoorschrift
■ Dit apparaat wordt aan de wand vastgemaakt.
■ Wordt de afzuigkap met de afzuigfunctie gebruikt,
dan moet er een schoorsteenafdekking worden
gemonteerd.
Wordt de afzuigkap gebruikt met de circulatiefunctie,
dan dienen er speciale accessoires te worden
gemonteerd. Zie hiervoor het meegeleverde
montagevoorschrift.Bij gebruik van de
circulatiefunctie hoeft de schoorsteenafscherming
niet te worden gemonteerd.
■ Zie voor speciale accessoires het meegeleverde
montagevoorschrift.
■ De oppervlakken van het apparaat zijn gevoelig.
Voorkom beschadiging tijdens de installatie.
$%
$ %
"
PLQ PP
PD[PP
#
PLQ PP
PD[PP
PP
PP
PP
PLQ
PP
PP
PLQ
PP
20
PP
PP
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
Aanwijzing: We adviseren het apparaat zo op te
hangen dat de onderkant van het glazen scherm één
lijn vormt met de onderkant van de bovenkast ernaast.
Zorg ervoor dat de aangegeven veilige afstanden tot de
kookplaat in acht worden genomen.
"#
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Controleer het apparaat na het uitpakken. Niet
aansluiten in geval van transportschade.
De veiligheid is alleen gewaarborgd bij een
deskundige montage volgens de
montagehandleiding. De installateur is
verantwoordelijk voor een goede werking op
de plaats van opstelling.
Attentie!
Schade aan het apparaat
De oppervlakken van het apparaat zijn
gevoelig. Voorkom beschadiging tijdens de
installatie.
De breedte van de afzuigkap moet minstens
overeenkomen met de breedte van het
kooktoestel.
Bij de installatie moeten de actuele geldige
bouwvoorschriften en de voorschriften van de
plaatselijke stroom- en gasleverancier in acht
worden genomen.
:Waarschuwing
Risico van brand!
De vetafzettingen in het vetfilter kunnen
ontbranden. Om warmteophoping te
voorkomen dienen de voorgeschreven veilige
afstanden te worden aangehouden. Houd u
aan de aanwijzingen voor uw kookapparaat.
Wanneer gas- en elektrische kookapparaten
samen worden gebruikt, geldt de grootste
aangegeven afstand.
:Waarschuwing
Brandgevaar!
De vetafzettingen in het vetfilter kunnen
ontbranden. In de buurt van het apparaat nooit
werken met een open vlam (bijv. flamberen).
Het apparaat alleen in de buurt van een
vuurbron voor vaste brandstoffen (bijv. hout of
kolen) installeren wanneer er een afgesloten,
niet verwijderbare afscherming aanwezig is. Er
mogen geen vonken wegspringen.
Ten aanzien van de afvoerlucht dienen de
overheids- en wettelijke voorschriften (zoals
lokale bouwverordeningen) in acht te worden
genomen.
21
nl Belangrijke veiligheidsvoorschriften
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Teruggezogen verbrandingsgassen kunnen
leiden tot vergiftiging. De afvoerlucht mag niet
worden weggeleid via een rook- of
afvoergasschoorsteen die in gebruik is, noch
via een schacht die dient voor de ontluchting
van ruimtes met stookplaatsen. Moet de
afvoerlucht naar een rook- of
afvoergasschoorsteen worden geleid die niet
in gebruik is, dan dient hiervoor toestemming
te worden verkregen van een vakbekwame
schoorsteenveger.
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Teruggezogen verbrandingsgassen kunnen
leiden tot vergiftiging.
Altijd voor voldoende luchttoevoer zorgen,
wanneer de luchtafvoer plaatsvindt in een
ruimte met een vuurbron die gebruikmaakt
van de aanwezige lucht.
U kunt het apparaat alleen dan zonder risico
gebruiken wanneer de onderdruk in de ruimte
waarin de vuurbron zich bevindt niet groter is
dan 4 Pa (0,04 mbar). Dit kan worden bereikt
wanneer de voor de verbranding benodigde
lucht door niet afsluitbare openingen, bijv. in
deuren, ramen, in combinatie met een
ventilatiekast in de muur of andere technische
voorzieningen, kan worden toegevoerd.
Raadpleeg in ieder geval het bedrijf dat in uw
huis zorgt voor de schoorsteenreiniging. Dit
bedrijf is in staat het totale ventilatiesysteem
van uw huis te beoordelen en kan een voorstel
doen voor passende maatregelen op het
gebied van de luchttoevoer.
Indien de afzuiging alleen met recirculatie
wordt gebruikt, is een onbeperkt gebruik
mogelijk.
Vuurbronnen die de lucht in de ruimte
verbruiken (bijv. apparaten die op gas, olie,
hout of kolen worden gestookt, geisers,
warmwatertoestellen) trekken de
verbrandingslucht uit de opstellingsruimte en
voeren de gassen via een afvoer (bijv.
schoorsteen) af naar buiten.
In combinatie met een ingeschakelde
afzuigkap wordt aan de keuken en aan de
ruimtes ernaast lucht onttrokken - zonder
voldoende luchttoevoer ontstaat er een
onderdruk. Giftige gassen uit de schoorsteen
of het afvoerkanaal worden teruggezogen in
de woonruimte.
■ Zorg daarom altijd voor voldoende
ventilatie.
■ Een ventilatiekast in de muur alleen is niet
voldoende om aan de minimale eisen te
voldoen.
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Teruggezogen verbrandingsgassen kunnen
leiden tot vergiftiging. Bij de installatie van een
ventilatie met een afvoergebonden vuurbron
moet de stroomtoevoer van de kap voorzien
worden van een geschikte
veiligheidsschakeling.
dan kan het naar beneden vallen. Alle
bevestigingsschroeven moeten vast en
veilig worden gemonteerd.
Risico van letsel!
■ Het toestel is zwaar. Er zijn twee personen
nodig om het apparaat te bewegen. Alleen
geschikte hulpmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Wijzigingen aan de elektrische of
mechanische opbouw zijn gevaarlijk en
kunnen leiden tot functiestoringen. Geen
wijzigingen aan de elektrische of
mechanische opbouw aanbrengen.
22
Algemene aanwijzingen nl
:Waarschuwing
Gevaar door magnetisme!
In het frontpaneel van het apparaat zijn
permanente magneten geplaatst. Deze
kunnen elektronische implantaten, zoals
pacemakers, of insulinepompen beïnvloeden.
Dragers van elektronische implantaten dienen
op minimaal 10 cm afstand van het
frontpaneel te blijven.
:Waarschuwing
Gevaar van een elektrische schok!
■ Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen
scherpe randen hebben. Hierdoor kan de
aansluitkabel beschadigd raken.
Aansluitkabel niet knikken of afklemmen bij
de installatie.
Risico van een elektrische schok!
■ Het apparaat moet op elk gewenst moment
van de stroom kunnen worden afgesloten.
Het mag alleen op een geaarde
contactdoos worden aangesloten die
volgens de voorschriften is geïnstalleerd.
Wanneer de stekker na het inbouwen niet
meer bereikbaar is of er een vaste
aansluiting is vereist, moet de installatie
worden voorzien van een
stroomonderbreker met een
contactopening van minstens 3 mm. De
vaste aansluiting mag alleen door een
elektricien worden aangelegd. Wij adviseren
een aardlekschakelaar (FI-schakelaar) in de
stroomkring naar het apparaat te
installeren.
:Waarschuwing
Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van beschadigde
aansluitleidingen mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door technici die zijn geïnstrueerd
door de klantenservice. Is het apparaat defect,
haal dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
KAlgemene aanwijzingen
Algemene aanwijzingen
Wand controleren
■ De wand moet vlak en loodrecht zijn en voldoende
draagvermogen hebben.
■ De diepte van de boorgaten moet overeenkomen
met de lengte van de schroeven. De pluggen
moeten goed vastzitten.
■ De bijgevoegde schroeven en pluggen zijn geschikt
voor massieve muren. Voor andere constructies
(bijv. gipsplaat, poreus beton, poroton-stenen)
moeten bevestigingsmiddelen worden gebruikt die
daarvoor geschikt zijn.
■ Het max. gewicht van de afzuigkap bedraagt 40 kg.
Elektrische aansluiting
:Waarschuwing
Gevaar van een elektrische schok!
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen scherpe
randen hebben. Hierdoor kan de aansluitkabel
beschadigd raken. Aansluitkabel niet knikken of
afklemmen bij de installatie.
De vereiste aansluitgegevens staan op het typeplaatje
aan de bovenkant van het apparaat.
Lengte van de aansluitleiding: ca. 1,30 m
Dit apparaat voldoet aan de ontstoringsvoorschriften
van de EG.
:Waarschuwing
Risico van een elektrische schok!
Het apparaat moet op elk gewenst moment van de
stroom kunnen worden afgesloten. Het mag alleen op
een geaarde contactdoos worden aangesloten die
volgens de voorschriften is geïnstalleerd. Wanneer de
stekker na het inbouwen niet meer bereikbaar is of er
een vaste aansluiting is vereist, moet de installatie
worden voorzien van een stroomonderbreker met een
contactopening van minstens 3 mm. De vaste
aansluiting mag alleen door een elektricien worden
aangelegd. Wij adviseren een aardlekschakelaar (FIschakelaar) in de stroomkring naar het apparaat te
installeren.
:Waarschuwing
Verstikkingsgevaar!
Verpakkingsmateriaal is gevaarlijk voor
kinderen. Kinderen nooit met
verpakkingsmateriaal laten spelen.
23
nl Installatie
5Installatie
Installatie
Installatie voorbereiden
Attentie!
Zorg ervoor dat zich in het gebied van de openingen
geen stroom-, gas- of waterleidingen bevinden.
Wordt de afzuigkap gebruikt in de afzuigmodus, dan
moet er een schoorsteenafscherming worden
gemonteerd.
Wordt de afzuigkap gebruikt met de circulatiefunctie,
dan dienen er speciale accessoires te worden
gemonteerd. Houd u hierbij aan het meegeleverde
montagevoorschrift. Bij gebruik van de circulatiefunctie
hoeft de schoorsteenafscherming niet te worden
gemonteerd.
1. Positie van de afzuigkap vaststellen en de onderkant
van het apparaat licht op de muur aftekenen. Bij de
bepaling van het midden uitgaan van de kookplaat.
Aanwijzing: We adviseren de afzuigkap zo op te
hangen dat de onderkant van het glazen scherm één
lijn vormt met de onderkant van de bovenkast
ernaast. Zorg ervoor dat de aangegeven veilige
afstanden tot de kookplaat in acht worden genomen.
$
\
]
[
PP
[
PP
%
\
]
[
PP
[
PP
2. Sjabloon tegen de getekende lijn leggen en
vastmaken. Posities voor de schroeven aftekenen.
Voor de montage van de schoorsteenafscherming
moet de sjabloon van de aangegeven snijlijn worden
losgemaakt.
3. Voor de bevestigingen gaten met Ø 8 mm en een
diepte van 80 mm boren, de sjablonen verwijderen
en de pluggen geheel in de gaten duwen.
24
Montage met schoorsteenafdekkingMontage zonder schoorsteenafdekking
$
PP
PP
[
$
Installatie nl
[
%
PP
PP
PP
[
PP
PP
PP
PP
PP
%
[
PP
PP
PP
PP
Installatie
PP
PP
De ophanging voor de afzuigkap handvast
aanschroeven, uitlijnen met een waterpas en
vastschroeven.
25
nl Installatie
Apparaat ophangen en uitlijnen
1. De beschermfolie eerst van de achterkant van het
apparaat trekken en na de montage volledig
verwijderen.
2. Het apparaat zo bevestigen dat het stevig vastzit in
de ophangingen.
3. Zo nodig kan het apparaat naar links of naar rechts
worden verschoven.
4. Schroeven voor de ophanging vast aandraaien.
Hierbij de hoek vasthouden. ¨
:Waarschuwing
Gevaar van een elektrische schok!
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen scherpe
randen hebben. Hierdoor kan de aansluitkabel
beschadigd raken. Aansluitkabel niet knikken of
afklemmen bij de installatie.
1. Afdekpanelen van elkaar losmaken.
Daartoe het plakband verwijderen
2. Beschermfolie van beide
schoorsteenafschermstukken trekken.
3. Schoorsteenafschermstukken in elkaar schuiven.
Aanwijzingen
– Om krassen te vermijden papier over de randen
van het buitenste schoorsteenafschermstuk
leggen.
– Sleuven van het binnenste
schoorsteenafschermstuk wijzen naar onderen.
4. Schoorsteenafschermstukken op het apparaat
plaatsen.
5. Binnenste schoorsteenafschermstuk naar boven
schuiven, links en rechts aan de bevestigingshoek
vastmaken en naar beneden vergrendelen. ¨
Wordt de afzuigkap in de afzuigmodus gebruikt, dan
moet er een buisverbindingsstuk worden aangebracht.
Wordt de afzuigkap met de circulatiefunctie gebruikt,
dan moeten speciale accessoires worden gemonteerd.
Hiervoor het meegeleverde montagevoorschrift in acht
nemen.
Aanwijzing: Bij gebruik van een aluminium buis moet
het aansluitgedeelte eerst worden gladgemaakt.
Luchtafvoerbuis Ø 150 mm (aanbevolen diameter)
Luchtafvoerbuis rechtstreeks aan het
luchtafvoeraansluitstuk bevestigen en afdichten.
Luchtafvoerbuis Ø 120 mm
1. Verloopstuk rechtstreeks aan het
luchtafvoeraansluitstuk bevestigen.
2. Luchtafvoerbuis bevestigen aan het verloopstuk.
3. Beide verbindingspunten goed afdichten.
Schoorsteenafscherming monteren
Wordt de afzuigkap gebruikt in de afzuigmodus, dan
moet er een schoorsteenafdekking worden
gemonteerd.
De montage van de schoorsteenafdekking hoeft niet te
worden gebruikt met de circulatiefunctie.
:Waarschuwing
Risico van letsel!
tijdens de installatie door scherpe randen. Draag tijdens
de installatie van het apparaat altijd
veiligheidshandschoenen.
26
7. Onderste schoorsteenafschermstuk aan de
bevestigingshoek clipsen. De aansluitkabel mag niet
beschadigd raken! ª
Aanwijzing: Is er een speciaal accessoire voor
luchtcirculatie gemonteerd en wordt de afzuigkap
zonder schoorsteenafschermstuk gebruikt, dan moet de
kabel om het aansluitstuk worden gerold.
6
Constructa Neff
Vertriebs-GmbH
Carl-Wery-Straße 34
D-81739 München
Register your product online
www.neff-international.com
*9001159987*
9001159987961017
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.