Mitsubishi HC1500 User Manual [nl]

DLP™ PROJECTOR
MODEL
HC1500
Gebruiksaanwijzing
HC1500
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie. Lees deze goed door alvorens de projector in gebruik te nemen.
KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK.
NIET OPENEN
LET OP:
VOORKOM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK, MAAK DE BEHUIZING DERHALVE NIET OPEN.
ER BEVINDEN ZICH GEEN DOOR DE GEBRUIKER TE
REPAREREN ONDERDELEN IN HET TOESTEL.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE AAN ERKEND ON-
DERHOUDSPERSONEEL OVER.
De lichtfl its met pijlpunt in een gelijkzijdige driehoek dient de gebruiker erop attent te maken dat er niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanning” in de behuizing van het toestel aanwezig is, die dermate hoog kan zijn en een elektrische schok zou kunnen veroorzaken.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek dient de gebruiker erop attent te maken dat er belangrijke aanwijzingen voor bediening en onderhoud in de bij het toestel geleverde gebruiksaanwijzing zijn.
WAARSCHUWING:
VOORKOM BRAND OF EEN ELEKTRISCHE SCHOK EN STEL DIT TOESTEL DERHALVE BESLIST NIET AAN REGEN OF VOCHT BLOOT.
LET OP:
VOORKOM EEN ELEKTRISCHE SCHOK EN GEBRUIK DEZE (GEPOLARISEERDE) STEKKER NIET MET EEN VERLENGSNOER, STOPCONTACT OF ANDERE CONTACTDOOS, TENZIJ DE STEKKERPOOTJES GEHEEL IN HET CONTACT KUNNEN WORDEN GESTOKEN EN NIET MEER DEELS ZICHTBAAR ZIJN.
OPMERKING:
DEZE PROJECTOR WORDT MET DIVERSE STEKKERS MET ANDERE APPARATUUR EN EEN STROOMBRON VERBONDEN. INSTALLEER HET TOESTEL MET DE AANSLUITINGEN DICHTBIJ DE RELEVANTE APPARATUUR EN ZORG DAT U GEMAKKELIJK TOEGANG TOT DE DIVERSE AANSLUITINGEN HEEFT.
WAARSCHUWING
Gebruik uitsluitend het gespecifi ceerde netsnoer. Het gebruik van een ander stroom- of netsnoer kan de ontvangst van radio’s en tv’s storen.
Gebruik de bijgeleverde RGB-kabel en RS-232C kabel met dit toestel zodat interferentie binnen de limiet van FCC Klasse B apparatuur blijft.
Dit toestel moet worden geaard.
KIJK NIET DIRECT IN DE LENS WANNEER DE PROJECTOR IN WERKING IS.
LET OP
Niet voor gebruik in computerruimtes zoals gedefi nieerd in de norm voor bescherming van computers of andere elektronische apparatuur voor gegevensverwerkings, ANSI/NFPA 75.
Bij gebruik van de projector in de VSA dient u het voorgeschreven netsnoer (246C483-10) te gebruiken. Neem voor gedetailleerde informatie contact op met uw dealer.
Bij gebruik van de projector in Europa: NALEVING VAN REGLEMENTEN
Deze projector voldoet aan de eisen van de EG Richtlijnen 2004/108/EG “EMC-Richtlijn” en 2006/95/ EG “Laagspanningsrichtlijn”.
De elektromagnetische storingsgevoeligheid is op een niveau gesteld waarbij een juiste werking in residentiële gebieden, commerciële en licht-industriële gebieden en kleinschalige ondernemingen, zowel binnen als buiten, mogelijk is. Plaatsen voor bediening zijn gekarakteriseerd op basis van verbinding met het publieke laag-voltage, stroomtoevoersysteem.
WAARSCHUWING
Gebruik de bijgeleverde RGB-kabel en RS-232C kabel met deze apparatuur zodat de interferentie binnen de limieten van EN55022 Klasse B apparatuur blijft. Volg de WAARSCHUWINGEN beslist op.
NE-2
Inhoudsopgave
Belangrijke opmerkingen voor de veiligheid .....................................................................................4
Voorbereiding voor de projector ........................................................................................................6
Gebruik van de afstandsbediening ...................................................................................................9
Instellen van de projector ................................................................................................................10
Bekijken van videobeelden ..............................................................................................................13
Bekijken van computerbeelden .......................................................................................................20
Menubediening ................................................................................................................................23
Instellen van geprojecteerde beelden .............................................................................................27
Geavanceerde functies ....................................................................................................................30
Vervangen van de lamp ...................................................................................................................31
Oplossen van problemen ................................................................................................................33
Indicators .........................................................................................................................................36
Technische gegevens ......................................................................................................................37
Mitsubishi Electric producten zijn ontwikkeld en gefabriceerd uit eerste kwaliteit materialen. De onderdelen kunnen worden gerecycled en worden hergebruikt.
Het symbool betekent dat de elektrische en elektronische onderdelen op het einde van de gebruiksduur gescheiden van het huishoudelijk afval moeten worden ingezameld.
Breng deze apparatuur dan naar het gemeentelijke afvalinzamelingspunt.
In de Europese Unie worden elektrische en elektronische producten afzonderlijk ingezameld.
Help ons mee het milieu te beschermen!
Handelsmerk, Geregistreerd handelsmerk
DLP™, Digital Micromirror Device, DMD en BrilliantColor™ zijn allen handelsmerken van Texas Instruments. HDMI, het HDMI-logo en High-Defi nition Multimedia Interface zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. Het logo “HD ready” is een handelsmerk van EICTA. Overige merk- en productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de overeenkomende eigenaren.
NE-3
Belangrijke opmerkingen voor de veiligheid
Lees alle aanwijzingen voor de projector goed door en bewaar ter referentie. Volg alle op de projector gemarkeerde waarschuwingen en aanwijzingen op.
1. Lees alle aanwijzingen Lees alle aanwijzingen voor de veiligheid en
bediening beslist goed door alvorens het toestel in gebruik te nemen.
2. Bewaar de aanwijzingen. Bewaar de aanwijzingen voor de veiligheid en
bediening ter referentie.
3. Waarschuwingen Volg alle op het toestel gemarkeerde of in de
gebruiksaanwijzing beschreven waarschuwingen beslist op.
4. Aanwijzingen Volg alle aanwijzingen beslist op.
5. Reiniging Trek de stekker van het netsnoer van de projector
uit het stopcontact alvorens het toestel te reinigen. Gebruik geen vloeibare aërosol-reinigers. Gebruik een vochtige doek voor het schoonmaken.
6. Bevestigingen en apparatuur Gebruik nooit bevestigingsonderdelen en/of
apparatuur die niet door de fabrikant worden erkend. Het gebruik van dergelijke onderdelen zou namelijk brand, een elektrische schok of persoonlijk letsel tot gevolg kunnen hebben.
7. Water en vocht Gebruik deze projector niet in de buurt van water
en vermijd contact met water.
8. Accessoires Plaats deze projector niet op een instabiel karretje,
standaard, statief, beugel of tafel. Gebruik uitsluitend een door de fabrikant aanbevolen karretje, standaard, statief, beugel of tafel. Volg de aanwijzingen van de fabrikant beslist op bij het bevestigen van het toestel en gebruik uitsluitend de door de fabrikant aanbevolen bevestigingsaccessoires.
Verplaats het toestel op een karretje uitermate
voorzichtig. Het toestel en het karretje kunnen omkieperen door te snel stoppen, overmatige kracht of het verplaatsen over ongelijke oppervlakken.
9. Ventilatie De gaten en sleuven in de behuizing van het
toestel dienen voor het ventileren van het toestel zodat de projector juist kan blijven functioneren en niet oververhit raakt. Blokkeer deze openingen beslist niet en let goed op dat deze openingen niet worden geblokkeerd door bijvoorbeeld de projector op een bed, bank, tapijt of in een afgesloten kast te plaatsen. Zorg voor een goede ventilatie en volg de aanwijzingen van de fabrikant beslist goed op.
NE-4
10. Stroombron Deze projector mag uitsluitend worden gebruikt
met de op het label aangegeven soort stroombron. Raadpleeg uw leverancier of uw lokale elektriciteitsbedrijf indien u twijfels heeft.
11. Bescherming van het netsnoer Leid de netsnoeren niet zodanig dat personen
er gemakkelijk over zouden kunnen lopen of struikelen of dat ze door voorwerpen kunnen worden vastgekneld. Let vooral op bij de stekkers, verlengsnoeren, aansluitingen en andere punten waar de snoeren uit het toestel komen. Leg het netsnoer niet onder een tapijt of mat.
12. Overbelasting Overbelast stopcontacten of verlengsnoeren niet.
Dit zou namelijk brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken.
13. Andere voorwerpen en vloeistoffen Druk beslist geen voorwerpen door openingen
in deze projector, daar deze anders gevaarlijke stroompunten zouden kunnen raken of onderdelen zouden kunnen kortsluiten met brand of een elektrische schok tot gevolg. Voorkom dat er vloeistoffen in deze projector komen.
14. Onderhoud Probeer de projector niet zelf te repareren.
Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel.
15. Beschadiging die reparatie vereist Trek de stekker van het netsnoer van de projector
uit het stopcontact en laat de projector onder de volgende omstandigheden door erkend onderhoudspersoneel repareren: (a) Wanneer het netsnoer of de stekker is
beschadigd.
(b) Wanneer er vloeistof of andere voorwerpen in
de projector zijn gekomen.
(c) Indien de projector niet normaal functioneert
nadat u de aanwijzingen voor bediening juist hebt opgevolgd. Gebruik uitsluitend de bedieningselementen die in de gebruiksaanwijzing zijn omschreven. Verkeerd gebruik van andere bedieningselementen kan schade veroorzaken en maakt vaak uitgebreide reparatie door een gekwalifi ceerd technicus noodzakelijk om de projector weer normaal te laten functioneren.
(d) Indien de projector aan regen of water werd
blootgesteld.
(e) Indien de projector is gevallen of de behuizing
is beschadigd.
(f) Indien de werking van de projector aanzienlijk
verandert - de projector moet in dat geval worden nagekeken.
16. Vervangingsonderdelen Indien bepaalde onderdelen moeten worden
vervangen, dient u zich er van te verzekeren dat het onderhoudspersoneel de door de fabrikant gespecifi ceerde onderdelen, of onderdelen met dezelfde karakteristieken en specifi caties als de oorspronkelijke onderdelen, heeft gebruikt. Het gebruik van niet-erkende onderdelen kan brand, een elektrische schok of andere ongelukken veroorzaken.
17. Veiligheidscontrole Vraag het onderhoudspersoneel na het uitvoeren
van onderhoud of reparatie, een controle uit te voeren zodat u zeker weet dat de projector goed en veilig functioneert.
Belangrijke opmerkingen voor de veiligheid (vervolg)
WAARSCHUWING:
Trek de stekker onmiddellijk uit het stopcontact indien er iets mis met de projector is.
Gebruik de projector niet indien er rook, een vreemd geluid of vreemde geur uit de projector komt. Gebruik onder deze omstandigheden kan namelijk brand of een elektrische schok veroorzaken. Trek echter direct de stekker uit het stopcontact en raadpleeg de plaats van aankoop.
Verwijder de behuizing beslist niet.
Er is een onder hoog-spanning staand circuit in de projector. Contact kan resulteren in een elektrische schok. Voer zelf geen onderhoud uit, tenzij de gebruiksaanwijzing uitdrukkelijk bepaalde handelingen beschrijft. Raadpleeg uw leverancier voor reparatie, afstellingen of inspectie van de projector.
Maak geen veranderingen in dit toestel.
Dit zou namelijk brand of een elektrische schok tot gevolg kunnen hebben.
Blijf de beschadigde projector niet gebruiken.
Als de projector is gevallen en de behuizing beschadigd is, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat de projector door uw leverancier inspecteren. Als u de beschadigde projector blijft gebruiken, kan brand ontstaan.
Richt de projectorlens niet direct naar de zon.
Dit zou namelijk brand kunnen veroorzaken.
Gebruik het juiste voltage.
Het gebruik met een ander voltage kan brand veroorzaken.
Plaats de projector niet op een stabiele ondergrond.
Plaats de projector uitsluitend op een gelijke en stabiele ondergrond. Plaats de apparatuur niet op instabiele oppervlakken.
Kijk niet in de lens wanneer het apparaat is ingeschakeld.
Mogelijk beschadigt u dan uw ogen. Laat nooit kinderen in de lens kijken wanneer het apparaat is ingeschakeld.
Trek de stekker niet uit het stopcontact terwijl de projector aan staat.
Dit kan leiden tot lampbreuk, brand, elektrische schokken of andere problemen. U kunt het beste wachten met het uitschakelen van de stroom totdat de ventilator is uitgeschakeld.
Raak het luchtuitlaatrooster en de onderplaat niet aan daar deze heet worden.
Raak deze niet aan en plaats tevens geen andere apparatuur voor het luchtuitlaatrooster. Het hete luchtuitlaatrooster en de onderplaat kunnen letsel of beschadiging van andere apparatuur veroorzaken. Plaats de projector tevens niet op een ondergrond die niet tegen hitte bestand is.
Kijk niet in het luchtuitlaatrooster wanneer de projector werkt.
Stof, hitte, etc. kan namelijk uit het rooster komen waardoor oogletsel kan worden veroorzaakt.
Blokkeer de luchtinlaat- en luchtuitlaatroosters niet.
Indien deze roosters zijn geblokkeerd, kan hitte niet worden afgevoerd met oververhitting, een slechtere kwaliteit of brand tot gevolg.
Gebruik geen brandbare oplosmiddelen (benzeen, verdunningsmiddel, enz.) en brandbare spuitbussen in de nabijheid van de projector.
Brandbare stoffen kunnen ontvlammen en brand of een defect veroorzaken aangezien de temperatuur in de projector zeer hoog stijgt terwijl de lamp brandt.
Installatieplaats
Voor de veiligheid dient u de projector niet op plaatsen te installeren die aan hoge temperaturen en een hoge vochtigheidsgraad worden blootgesteld. Let op de hieronder aangegeven bedrijfstemperatuur, vochtigheid en hoogte.
• Bedrijfstemperatuur: tussen +5°C en +35°C.
• Bedrijfsvochtigheid: tussen 30% en 90%.
• Voorkom oververhitting en plaats derhalve beslist geen hitte-opwekkende apparatuur in de buurt van de projector.
• Bevestig de projector niet op een instabiele of aan trillingen onderhevige plaats.
• Installeer de projector niet in de buurt van apparatuur die een sterk magnetisch veld opwekt. Plaats de projector tevens niet bij hoogspanningskabels, etc.
• Plaats de projector op een solide, trillingvrij oppervlak; de projector zou anders kunnen vallen en kinderen of volwassenen ernstig bezeren of de projector ernstig beschadigen.
• Plaats de projector niet in de verkeerde richting; de projector zou anders kunnen vallen en ernstig letsel of beschadiging tot gevolg.
• Het meer dan ±10° (naar rechts en links) of ±15° (voor en achter) in een schuine hoek plaatsen van de projector veroorzaakt mogelijk problemen of ontploffi ng van de lamp.
• Plaats de projector niet in de buurt van een airconditioning of verwarming zodat er geen hete lucht in de ventilatie-openingen van de projector kan komen.
OPMERKING AANGAANDE OVEREENSTEMMING MET FCC
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de limieten voor Klasse B digitale apparatuur, in overeenstemming met Deel 15 van de FCC Reglementen. Deze limieten zijn ontworpen voor een redelijke bescherming tegen schadelijke interferentie met een residentiële opstelling. Deze apparatuur wekt radiofrequentie-energie op en gebruikt het en kan het uitstralen, en indien, wanneer niet in overeenstemming met de aanwijzingen geïnstalleerd en gebruikt, kan het radiocommunicatie schadelijk storen. Er wordt echter niet gegarandeerd dat er bij een bepaalde installatie of opstelling geen interferentie is. Indien deze apparatuur schadelijke interferentie van ontvangst van TV- of radioprogramma’s veroorzaakt, wat eenvoudig kan worden bepaald door de apparatuur even uit te schakelen en weer in te schakelen, dient de gebruiker een van de volgende maatregelen te nemen zodat er geen interferentie meer is.
• Richt de antenne opnieuw of verander de plaats.
• Verhoog de afstand tussen de apparatuur en de receiver.
• Steek de stekker van het netsnoer van de apparatuur in een stopcontact dat een ander circuit dan de receiver gebruikt.
• Raadpleeg de plaats van aankoop of een erkend radio- en televisietechnicus.
De gebruiker verliest het recht op gebruik van deze apparatuur indien hij/zij veranderingen of modifi caties maakt waarvoor vooraf niet expliciet toestemming is verkregen van Mitsubishi.
OPMERKING AANGAANDE OVEREENSTEMMING MET INDUSTRY CANADA
Deze Klasse B digitale apparatuur voldoet aan de Canadese ICES-003 vereisten.
NE-5
Voorbereiding voor de projector
Controleer de accessoires
De volgende accessoires zijn bij deze projector geleverd. Controleer dat alle accessoires werkelijk in de doos aanwezig zijn.
Kabels
Mini D-SUB
15-pen
Mini D-SUB
15-pen
RGB-kabel voor PC
(246C521-10)
• Voor afstellingen door onderhoudspersoneel.
Afstandsbedieningsonderdelen
Afstandsbediening
(290P133-30)
D-SUB 9-pen
8-pen
RS-232C kabel
(246C508-10)
R03 (AAA-formaat) batterij (2)
Voedingsgedeelte
Netsnoer
(246C383-20)
Overige
• Lensdop (bevestigd aan de projector)
• Gebruiksaanwijzing/Snel starten
(uitsluitend Engels) (871D488-90)
• CD-ROM (met Gebruiksaanwijzing) (919C154-90)
Veiligheidshandleiding/Snel starten (871D489-90)
Belangrijk:
• Het aangehechte netsnoer is exclusief bestemd voor gebruik met dit product. Gebruik het nooit voor andere pro­ducten.
Plaatsen van batterijen in de afstandsbediening
1. Verwijder het deksel aan de achterkant van de
1
3
2
Let op:
• Het gebruik van een batterij van een verkeerd type kan een ontploffi ng veroorzaken.
• Gebruik uitsluitend koolstof-zink of alkaline-mangaan dioxide batterijen.
• Gooi gebruikte batterijen op een milieuvriendelijk manier weg.
• Batterijen kunnen ontploffen bij verkeerde behandeling. Laad ze niet op, demonteer ze niet en gooi ze niet in vuur.
• Gebruik en behandel batterijen beslist volgens de bijgeleverde aanwijzingen.
• Plaats de batterij met de positieve (+) en negatieve (-) polen in de juiste richting, zoals wordt aangegeven in het batterijvak.
• Bewaar batterijen buiten het bereik van kleine kinderen.
• Verwijder de batterijen indien u de afstandsbediening voor langere tijd niet gaat gebruiken.
• Gebruik tegelijkertijd geen oude en nieuwe batterij.
• Indien de vloeistof van batterijen in contact met uw huid of kleding is gekomen, moet u het direct met veel water wegspoelen. Mocht de vloeistof in de ogen terecht zijn gekomen, spoel dan direct met veel water en raadpleeg direct uw arts.
afstandsbediening.
2. Controleer de polariteit (+), (-) van de batterijen en installeer deze vervolgens op correcte wijze. Plaats de kant met de minpool (-) als eerste.
• Als de pluskant (+) van de batterij als eerste wordt gep­laatst, wordt het moeilijk de minkant (-) te installeren omdat de springveer dan tegen de zijkant van de batterij drukt. Als de batterij op deze wijze geforceerd wordt geplaatst, kan de buitenkant van de batterij beschadigd raken en kan er kortsluiting of oververhitting ontstaan.
3. Plaats het klepje terug aan de achterkant.
Belangrijk:
• Gebruik twee AAA-formaat batterijen (R03).
• Vervang beide batterijen tegelijkertijd door nieuwe wanneer de afstandsbediening niet meer goed functioneert.
NE-6
Voorbereiding voor de projector (vervolg)
Overzicht
321
57
64
1098
1 FOCUS ring 2 ZOOM ring 3 Bedieningspaneel 4 Luchtuitlaatrooster 5 Afstandsbedieningssensor (voorzijde) 6 Luchtinlaatrooster 7 Luchtuitlaatrooster 8 Aansluitingenpaneel 9 “Kensington Security Lock Standard” aansluiting 10 Luchtinlaatrooster
Bedieningspaneel
1
2
3
4
Aansluitingenpaneel
1 2 3 4 5
HDMI IN
USBSERIAL
8 9 1076 611
TRIGGER
COMPONENT VIDEO IN
S-VIDEO IN
VIDEO IN
1 POWER toets 2 AUTO POSITION/S toets
5
3 COMPUTER/W toets 4 MENU toets 5 STATUS indicator 6 POWER indicator 7 KEYSTONE/ENTER toets
6
8 VIDEO/X toets
9 T toets
7
Belangrijk:
• De COMPUTER, VIDEO en AUTO POSITION toetsen func-
8
tioneren respectievelijk als de W, X en S toetsen wanneer het menu of het scherm voor het instellen van de keystone
9
of het invoeren van het wachtwoord wordt getoond.
• De KEYSTONE toets functioneert als de ENTER toets wan­neer het menu op het scherm wordt getoond.
1 Stroomaansluiting 2 HDMI IN-aansluiting (HDMI 19-pins) 3 COMPUTER IN/COMPONENT VIDEO IN aansluiting (mini
D-SUB 15-pen)
4 Afstandsbedieningssensor (achterzijde) 5 COMPONENT VIDEO IN aansluitingen 6 Stelvoetjes-toetsen (Links/Rechts) 7 Luchtuitlaatrooster 8 SERIAL aansluiting (8-pen)
• Gebruikt voor bediening van de projector vanaf een
computer. Raadpleeg uw leverancier voor details.
9 USB aansluiting
• Gebruikt voor aanpassingen bij de serviceverlening.
10 TRIGGER-aansluiting
• Gebruikt voor het als extra leverbare elektrische scherm.
11 VIDEO IN en S-VIDEO IN aansluitingen
NE-7
2
3
Voorbereiding voor de projector (vervolg)
Onderkant
Afstandsbediening
ON
POWER OFF
1 2 3
4
5 6
7 8
9
10
COMPONENT
HDMIPCCOMP
COMPUTER
ENTER
MENU
AV MEMORY
M1
CONTRAST
BRIGHTNESS
CNT
BRT
SHARPNESS
GAMMA
SHARP
AUTO POSITION
BLANK
A.P.
M2
VIDEO
S-VIDEO
ASPECT
M3
COLOR TEMP
C.T.
KEYSTONE
KS
20
19 18 17
16
15
14 13
12 11
1
2 Lampafdekking 3 Stelvoetje (Achter)
Let op:
Vervang de lamp niet direct na gebruik van de projector daar de lamp nog zeer heet is. Voorkom brandwonden en laat de lamp eerst afkoelen.
1 ON ( I ) toets 2 HDMI toets 3 COMPUTER toets 4 ENTER toets 5 MENU toets 6 AV MEMORY toetsen 7 CONTRAST toets* 8 SHARPNESS toets* 9 GAMMA toets* 10 AUTO POSITION toets 11 BLANK toets 12 KEYSTONE toets 13 BRIGHTNESS toets* 14 COLOR TEMP toets* 15 ASPECT toets 16 Besturings-toetsen 17 S-VIDEO toets 18 VIDEO toets
1 Stelvoetje (Voor)
19 OFF (
) toets
20 COMPONENT toets
* : Zie hieronder voor de toetsen voor het instellen van de
beeldkwaliteit.
Belangrijk:
• Indien u op een toets van de afstandsbediening drukt,
zullen de toetsen van de afstandsbediening oplichten. Ongeveer 5 seconden na het loslaten van de toets, wordt de verlichting uitgeschakeld.
• De pijltjestoetsen worden gebruikt voor keystone-
aanpassing en fi jninstelling (alleen toetsen W en X).
Gebruik van de insteltoetsen voor de beeldkwaliteit
Indien u op een van de insteltoetsen voor de beeldkwaliteit drukt, zal het scherm voor het instellen van de beeld­kwaliteit verschijnen. Stel de beeldkwaliteit met de W en X toetsen in. De beeldkwaliteit kan ook met gebruik van het IMAGE menu worden ingesteld. (Zie bladzijde 24.) De onderdelen van het menu worden hieronder tussen haakjes getoond.
Contrast (CONTRAST) ........................ Past het contrast van het geprojecteerde beeld aan.
Helderheid (BRIGHTNESS)................. Past de helderheid van het geprojecteerde beeld aan.
Kleur Temp. (COLOR TEMP.) .............. Hiermee wordt één van de vooraf ingestelde kleurtemperaturen geselecteerd.
Kleuraanpassing van modus USER is eveneens mogelijk. (Zie bladzijde 28.)
Gamma (GAMMA MODE) ....................Hiermee wordt één van de vooraf ingestelde gammamodi geselecteerd
Aanpassing van de USER-modus is ook mogelijk. (Zie bladzijde 28.)
Scherpte (SHARPNESS) ..................... Past de scherpte van het geprojecteerde beeld aan.
NE-8
Gebruik van de afstandsbediening
20°
20°
Bereik van de afstandsbediening
• Zorg dat er geen zonlicht of het licht van een neon-
• Houd de afstandsbedieningssensor op tenminste
• De werking van de afstandsbediening is mogelijk
• De afstandsbediening werkt mogelijk niet goed als
Voorkant van projector
30°30°
Gebruik de afstandsbediening binnen een bereik van 10 meter t.o.v. de projector en richt de lichtstraal naar de afstandsbedieningssensor (voor of achter) op de projector.
Achterkant van projector
30°30°
lamp op de afstandsbedieningssensor valt.
2 meter afstand van TL-lampen. Anders werkt de afstandsbediening mogelijk niet goed.
instabiel indien er een inverter-gestuurde neonlamp bij de afstandsbediening is.
u hem te dicht bij de afstandsbedieningssensor houdt.
Houd bij gebruik van de afstandsbediening de afstand van afstandsbediening tot projector via het scherm beperkt tot ongeveer 5 m. Het bereik van de afstandsbediening hangt echter af van de eigenschappen van het scherm.
Hoek voor ontvangst
Vertikale richting
20°
10°
Vertikale richting (met plafond-bevestiging)
20°
10°
20°
20°
NE-9
Instellen van de projector
Instellen van het scherm
Installeer het scherm loodrecht ten opzichte van de projector. Indien het scherm echter niet op dergelijke wijze kan worden geïnstalleerd, moet u de projectiehoek van de projector instellen. (Zie hieronder.)
• Installeer het scherm en de projector zodanig dat de lens van de projector op dezelfde hoogte en horizontale positie als het midden van het scherm is.
• Installeer het scherm niet op plaatsen waar er direct zonlicht of verlichting op schijnt. Licht dat direct op het scherm valt, maakt de geprojecteerde beelden fl ets en moeilijk zichtbaar.
Basisinstellingen
Bepaal de afstand vanaf het scherm tot de projector in overeenstemming met het formaat van de te projecteren beelden. (Zie bladzijde 12.)
W
A
• Plaats deze projector niet op een vloermat, deken of tapijt, daar anders de roosters van de ventilatoren voor koele lucht en het afvoeren van warme lucht aan de onderkant worden geblokkeerd. De projector zal anders oververhit raken met een onjuiste werking of brand tot gevolg.
• Afhankelijk van de installatie-omstandigheden, kan warme lucht van de uitlaatventilator naar de inlaatventilator stromen. “TEMPERATURE!!” zal dan verschijnen en er kunnen vervolgens geen beelden meer worden geprojecteerd.
B
A=B
Instellen van de projectiehoek
Deze projector heeft drie stelvoetjes op het onderpaneel voor het instellen van de projectiehoek. Stel de projectiehoek in overeenstemming met de positie van de projector in.
Instellen van de projectiehoek
Voor een optimale projectie, dient u de beelden op een vlak, vanaf de vloer gezien in een hoek van 90 graden, scherm te projecteren. Indien nodig kunt u de projector iets kantelen met gebruik van de twee stelvoetjes aan de onderkant van de projector.
Scherm
1. Kantel omhoog voor de juiste hoek.
2. Druk op de stelvoetjes-toetsen naast het stelvoetje (achter) waardoor de stelvoetjes verschijnen.
3. Laat de toetsen los om de stelvoetjes (achter) in de gewenste stand te vergrendelen.
4. Draai de stelvoetjes (achter) voor een nauwkeurige afstelling.
Na gebruik van de projector:
5. Breng de stelvoetjes (achter) terug in de projector door op de stelvoetjes-toetsen te drukken.
• Indien nodig kunt u de stelvoetjes (voor) tevens voor een nauwkeurige afstelling verdraaien.
Stelvoetje (achter)
Indien de geprojecteerde beelden trapezevormig vervormd zijn:
Indien het scherm en de projector niet loodrecht ten opzichte van elkaar zijn geplaatst, worden de geprojecteerde beelden trapezevormig. Stel “keystone” in indien u de projector en het scherm niet loodrecht ten opzichte van elkaar kunt installeren. (Zie bladzijde 18.)
• De aspectratio is mogelijk niet correct wanneer u de keystone-instelling gebruikt.
• De resolutie wordt lager wanneer u de keystoneinstelling gebruikt. Daarbij verschijnen er vertikale strepen en rechte lijnen in beelden met gecompliceerde patronen. Om deze problemen te vermijden, moet u derhalve de projector en het scherm zo loodrecht als mogelijk ten opzichte van elkaar installeren.
• Het geprojecteerde beeld is mogelijk tijdelijk vervormd wanneer u de waarde van de keystone­instelling verandert. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
• Het geprojecteerde beeld is mogelijk vervormd afhankelijk van de waarde van de keystone­instelling en het soort signaal dat wordt ontvangen. Dit is normaal en duidt niet op een defect. Stel in dat geval de waarde zodanig in dat het beeld niet vervormd wordt getoond.
• De getoonde ingestelde waarde voor de keystone-instelling is mogelijk verschillend afhankelijk van het soort signaal dat wordt ontvangen.
• De keystone-modus werkt niet als de modus REAL actief is.
• Tijdens het afstellen van de keystone-instelling kan het weergegeven beeld worden vervormd.
Als dunne strepen op de geprojecteerde beelden te zien zijn
Dit wordt veroorzaakt door interferentie met het schermoppervlak en duidt dus niet op een defect. Vervang het scherm of verander de scherpstelling wat. (Zie pagina 17 of 21 voor scherpstelling.)
NE-10
Instellen van de projector (vervolg)
Frontale projectie, bevestiging aan plafond.
Voor bevestiging aan het plafond heeft u de speciale plafond­montageset voor deze projector nodig. Laat de installatie uitvoeren door een specialist. Raadpleeg uw lever­ancier voor meer informatie.
• De garantie op deze projector geldt niet voor schade die ontstaat door gebruik van een niet aan­bevolen plafondmontageset of door toepassing van de plafondmontageset op een ongeschikte plaats.
• Indien de projector aan het plafond is bevestigd, zet dan IMAGE REVERSE van het INSTALLATION-menu op MIRROR INVERT. Zie bladzijde 25.
• Als de projector aan het plafond bevestigd is, kun­nen beelden donkerder lijken dan bij projectie vanuit gewone staande positie het geval is. Dit is geen storing aan het product.
• Vraag de installateur een onderbreker te plaatsen. Schakel de hoofdstroom met deze onderbreker uit wanneer u de projector niet gaat gebruiken.
• Installeer de projector niet in de buurt van de ventilatie-uitlaat van bijvoorbeeld een airconditioner. De projector kan door koude of warme lucht van bijvoorbeeld een airconditioner worden beschadigd.
• Plaats de projector niet in de buurt van een bran­dalarm-sensor. Hete lucht van de projector zou het alarm namelijk kunnen activeren.
Doorzicht projectie
Laat de installatie uitvoeren door een specialist. Raadpleeg uw leverancier voor meer informatie.
• Voor projec­tie achterop het scherm zet u IM­AGE REVERSE van het INSTALLATION-menu op MIRROR. Zie bladzijde 25.
Belangrijk:
Het is niet raadzaam om de projector te gebruiken
op een hoogte van 1500 meter of meer. Het gebruik bij een hoogte van 1500 meter of meer kan een nadelige invloed hebben op de levensduur van de projector.
TRIGGER-aansluiting
De TRIGGER-aansluiting achterop de projector geeft een signaal van 12 V af om tijdens het projecteren van beelden een aangesloten apparaat te besturen.
HDMI IN
USBSERIAL
TRIGGER
Ring (ongebruikt)
(Massa 0 V)
Om de TRIGGER-aansluiting te gebruiken zet u TRIGGER OUT in het INSTALLATION-menu op ON. (Van fabriekswege werd OFF ingesteld.) Verander de instelling door de volgende stappen uit te voeren.
Met het INSTALLATION-menu:
(Zie bladzijde 24 voor menu-instelling.)
1. Ga naar het INSTALLATION-menu.
2. Kies TRIGGER OUT door op de toets S of T te drukken.
COMPONENT VIDEO IN
S-VIDEO IN
TRIGGER
Naar aangesloten apparaat
VIDEO IN
Punt (12 V)
Let op:
• Plaatsing van de projector direct op een vloerkleed bemoeilijkt de werking van de ventilatoren, wat schade of storingen oplevert. Leg een harde plaat onder de projector om goede ventilatie mogelijk te maken.
• Plaats de projector op minimaal 50 cm afstand van muren, zodat de roosters voor de ingaande en de warme uitgaande lucht niet geblokkeerd worden.
• Vanwege het risico van brand of elektrische schokken kunt u de projector niet op de volgende plaatsen en manieren gebruiken.
• Op een stoffi ge of vochtige plaats.
• In gekantelde positie of ondersteboven.
• In de buurt van verwarming.
• Op een vettige, rokerige of nattige plaats
zoals een keuken.
• In direct zonlicht.
• Waar de temperatuur hoog oploopt,
bijvoorbeeld in een afgesloten auto.
• Waar de temperatuur lager is dan 5 ºC of
hoger dan 35 ºC.
3. Kies ON door op de toets W of X te drukken.
Om het menu te verlaten:
4. Druk op de MENU-toets.
• Gebruik het signaal van de TRIGGER-aansluiting niet als stroombron voor een ander apparaat.
• Verbind de TRIGGER-aansluiting niet met een audio-aansluiting van een ander apparaat, want dit kan dat apparaat beschadigen.
• De nominale stroom van de TRIGGER-aansluiting is 200 mA. Indien de stroom groter is dan deze waarde, kan een storing ontstaan.
• Informatie over elektrische schermen kunt u verkrijgen bij schermfabrikanten.
NE-11
Instellen van de projector (vervolg)
Schermformaat en projectie-afstand
Zie de volgende tabel voor het bepalen van het schermformaat.
Schermformaat
A
(Hoogte van gepro-
jecteerde beeld)
Midden van de lens
B
(Breedte van geprojecteerde beeld)
Indien de aspectratio van het scherm 16:9 is
Diagonaal Hoogte A Breedte B
Inch cm inch cm inch cm inch m inch m inch cm 40 102 19,6 50 34,9 89 56 1,4 68 1,7 6,6 17
60 152 29,4 75 52,3 133 85 2,2 103 2,6 9,9 25 80 203 39,2 100 69,7 177 114 2,9 139 3,5 13,2 33 100 254 49,0 125 87,2 221 143 3,6 174 4,4 16,5 42 150 381 73,5 187 130,7 332 216 5,5 262 6,6 24,7 63 200 508 98,1 249 174,3 443 289 7,3 349 8,9 32,9 84 250 635 122,6 311 217,9 553 362 9,2 - - 41,2 105 275 699 134,8 342 239,7 609 398 10,1 - - 45,3 115
• De hierboven getoonde waarden zijn bij benadering en verschillen mogelijk iets afhankelijk van de werkelijke metingen.
Schermformaat Afstand projectie (L)
Kortste (Breed) Langste (Telescopisch)
Hd
Afstand projectie (L)
Hd
Indien de aspectratio van het scherm 4:3 is
Schermformaat
Indien de aspectratio van het scherm 4:3 is, is de relatie tussen het geprojecteerde beeld en het scherm zoals hier rechts wordt afgebeeld. Zie de volgende tabel voor het installeren.
Indien de aspectratio van het scherm 16:9 is
Schermformaat
Diagonaal Hoogte C inch cm inch cm inch cm inch cm inch cm inch cm inch m inch m inch cm 40 102 24 61 32 81 18,0 46 32,0 81 3,0 8 51 1,3 63 1,6 6,0 15 60 152 36 91 48 122 27,0 69 48,0 122 4,5 11 78 2,0 95 2,4 9,1 23 80 203 48 122 64 163 36,0 91 64,0 163 6,0 15 105 2,7 127 3,2 12,1 31 100 254 60 152 80 203 45,0 114 80,0 203 7,5 19 132 3,3 159 4,0 15,1 38 150 381 90 229 120 305 67,4 171 120,0 305 11,3 29 198 5,0 240 6,1 22,7 58 200 508 120 305 160 406 89,9 228 160,0 406 15,0 38 265 6,7 320 8,1 30,2 77 250 635 150 381 200 508 112,4 286 200,0 508 18,8 48 332 8,4 401 10,2 37,8 96 300 762 180 457 240 610 134,9 343 240,0 610 22,6 57 398 10,1 - - 45,3 115
• De hierboven getoonde waarden zijn bij benadering en verschillen mogelijk iets afhankelijk van de werkelijke metingen.
Formaat van geprojecteerde beeld
B Hoogte A Breedte B
Breedte
Zwartruimte Afstand projectie (L)
(D)
C
(Hoogte van het scherm)
B
(Breedte van geprojecteerde beeld)
Kortste (Breed) Langste (Telescopisch)
Hd
A
DD
(Hoogte van gepro-
jecteerde beeld)
NE-12
Loading...
+ 27 hidden pages