Mitsubishi EHST20, EHSC, EHPT20, ERSC, EHPX Operation Manual

Page 1
CYLINDER UNIT
EHST20 series EHPT20 series
HYDROBOX
EHSC series EHPX series ERSC series
English (GB)
Deutsch (D)
Nederlands (NL)
Español (E)
Italiano (I)
Português (P)
Dansk (DE)
Svenska (SW)
Norsk (NO)
Suomi (FI)
MODE D'EMPLOI
Pour garantir une utilisation sûre et appropriée, lisez attentivement le présent mode d'emploi avant d'utiliser l’ECODAN hydrobox duo et l’ECODAN hydrobox.
BEDIENUNGSANLEITUNG
Lesen Sie sich zur sicheren und korrekten Verwendung diese Bedienungsanleitung bitte sorgfältig durch, bevor Sie das Hydraulikmodul inkl. Speicher und die Hydrobox verwenden.
FÜR NUTZER
OPERATION MANUAL
For safe and correct use, please read this operation manual thoroughly before operating the cylinder unit and the hydrobox.
HANDLEIDING
Voor een veilig en juist gebruik moet u deze handleiding goed doorlezen alvorens de cilinder en hydrobox in gebruik te nemen.
MANUAL DE INSTRUCCIONES
Para un uso correcto y seguro del hydrobox duo y del Hydrobox, lea este manual de instrucciones antes de su utilización.
MANUALE DI FUNZIONAMENTO
Per un uso corretto e sicuro del dispositivo, leggere attentamente il presente manuale di funzionamento prima di utilizzare l’hydrotank e l’hydrobox.
MANUAL DE FUNCIONAMENTO
Para uma utilização segura e correcta, é favor ler cuidadosamente este manual de funcionamento antes de trabalhar com o cilindro e permutador de calor.
BRUGSVEJLEDNING
Læs venligst denne brugsvejledning grundigt inden betjening af i tank modulet (unit) og hydroboksen.
ANVÄNDARMANUAL
För säker och korrekt användning, var god läs denna användarmanual noggrant innan du använder i cylindertanken och hydroboxen.
BRUKSANVISNING
Les denne bruksanvisningen nøye før du bruker sylinderenheten og hydroboksen for å sikre trygg og riktig bruk.
KÄYTTÖOPAS
Turvallisen ja asianmukaisen käytön varmistamiseksi lue tämä käyttöopas huolellisesti ennen varaajayksikön ja hydroboxin käyttöä.
KÄYTTÄJÄLLE
FOR BRUKEREN
FOR USER
POUR LES UTILISATEURS
VOOR DE GEBRUIKER
PARA EL USUARIO
PER L’UTENTE
PARA O UTILIZADOR
TIL BRUGER
FÖR ANVÄNDAREN
Page 2
1
NL
Inhoud
1. Veiligheidsvoorschriften .................................. 2
Weggooien van de unit ................................................... 2
2. Inleiding ............................................................. 3
Overzicht van het systeem ............................................. 3
Hoe de warmtepomp werkt ............................................. 3
Economisch verantwoord verwarmen ............................. 4
Overzicht van de bedieningsfuncties .............................. 4
3. Uw verwarmingssysteem................................. 5
Systeemconfiguratie ....................................................... 5
Belangrijke onderdelen - Opmerkingen .......................... 5
Productspecificaties ........................................................ 6
4.
Instellingen personaliseren voor uw woning
.... 8
Hoofdbediening ............................................................... 8
Algemene werking .......................................................... 9
Menu Hoofdinstellingen .................................................. 9
Basisinstelling ................................................................. 9
Sanitair warm water (SWW)/Legionella-preventie .........11
Verwarming/Koeling ...................................................... 12
Vakantieregeling ........................................................... 13
Weekklok ...................................................................... 13
Servicemenu ................................................................. 14
5. Service en Onderhoud ................................... 15
Problemen oplossen ..................................................... 15
Onderhoud .................................................................... 15
Afkortingen en woordenlijst
Nr. Afkortingen/Woord Beschrijving
1 Stand compensatiegraek Ruimteverwarming met compensatie van de buitentemperatuur 2 COP Prestatiecoëfciënt of warmtepomprendement 3 Koelmodus Ruimtekoeling door middel van fancoils of vloerkoeling (Zie Item nr. 20 in deze lijst) 4 Cilinder SWW-tank binnen zonder ontluchting en met onderdelen voor het aansluiten van componenten 5 SWW-modus Stand sanitair warm water-verwarming voor douche, aanrecht, enz 6 Debiet Snelheid waarmee het water door het primaire circuit circuleert 7 Voorlooptemperatuur Temperatuur waarop het water in het primaire circuit wordt gevoerd 8 Anti-vriesstand Verwarmingsregelingsroutine ter voorkoming van bevriezing van de waterleidingen 9 FTC4 Voorlooptemperatuur-controller, printplaat die het systeem regelt
10
Verwamingsmodus Ruimteverwarming door middel van radiatoren of vloerverwarming (zie Item nr. 21 in deze lijst) 11 Hydrobox Binnenunit met aansluitingen (GEEN SWW-tank) 12
Legionella Bacterie die kan worden aangetroffen in leidingen, douches en watertanks en die de Legionairsziekte kan veroorzaken 13
Stand LP Legionella-preventiestand – een functie op systemen met watertanks ter voorkoming van legionellabacteriegroei 14
Monobloc Platenwarmtewisselaar in de buiten-warmtepompunit 15
PRV Overdrukventiel 16
Koelmiddel Een mengsel dat in de warmtepompcyclus wordt gebruikt en dat een faseverandering ondergaat van gas naar
vloeistof
17
Retourtemperatuur Temperatuur van het water dat uit het primaire circuit wordt afgeleverd 18
Split model Platenwarmtewisselaar in de binnenunit 19
TRK Thermostatische radiatorkraan – een kraan aan de ingang of uitgang van het radiatorpaneel voor het regelen van de
verwarming
20 Vloerkoeling Een systeem van watercirculatiebuizen onder de vloer waardoor het vloeroppervlak en het vertrek/de ruimte wordt
gekoeld.
21
Vloerverwarming Een systeem van watercirculatiebuizen onder de vloer waardoor het vloeroppervlak en het vertrek/de ruimte wordt
verwarmd.
Page 3
2
Veiligheidsvoorschriften
1
NL
WAARSCHUWING
Het toestel mag NIET door de gebruiker worden geïnstalleerd noch onderhouden. Onoordeelkundige installatie kan resulteren in waterlekken, elektrische schokken en brand. Blokkeer NOOIT de waterafvoer via noodkranen. Gebruik het toestel nooit wanneer noodkranen en thermostaatbeveiligingen niet werken. Raadpleeg uw installateur bij twijfel. Niet op het toestel staan noch leunen. Plaats geen voorwerpen op of onder het toestel en laat de nodige ruimte vrij voor onderhoud wanneer u voorwerpen naast het toestel plaatst. Raak het toestel of de controller niet aan met natte handen om elektrische schokken te vermijden. Verwijder de panelen niet van het toestel en probeer evenmin voorwerpen in de behuizing te forceren. Raak uitstekende buizen niet aan omdat deze heel warm kunnen zijn en brandwonden kunnen veroorzaken. Begint het toestel te trillen of abnormale geluid te produceren, schakel het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact en contacteer de installateur. Begint het toestel een brandgeur te verspreiden, schakel het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact en contacteer de installateur. Wordt er water afgevoerd via de verdeelbak, schakel dan het toestel uit, trek de stekker uit het stopcontact en contacteer de installateur. Dit toestel mag niet worden gebruikt door personen (ook kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten, of een gebrek aan ervaring of kennis, tenzij onder toezicht of op aanwijzing van iemand die instaat voor hun veiligheid. Kinderen moeten onder toezicht staan om te vermijden dat ze met het toestel gaan spelen. Lekt er koelmiddel, schakel het toestel dan uit, ventileer de ruimte goed en contacteer de installateur. Een beschadigd netsnoer moet worden vervangen door de fabrikant, zijn vertegenwoordiger of andere bevoegde personen om gevaarlijke situaties te vermijden. Plaats geen containers met vloeistoffen boven op het toestel. Bij lekken of morsen kan het toestel worden beschadigd en kan er brand ontstaan. Gebruik bij het installeren of verplaatsen of bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan de cilinder en de hydrobox alleen het opgegeven koelmiddel (R410A) voor het vullen van de koelmiddelleidingen. Meng het niet met een ander koelmiddel en zorg ervoor dat er geen lucht in de leidingen achterblijft. Als lucht wordt vermengd met koelmiddel, kan de druk in de koelmiddelleiding te hoog oplopen met mogelijk een explosie en andere risico's tot gevolg. Het gebruik van een ander koelmiddel dan voorgeschreven zal een defect veroorzaken waardoor het toestel niet meer (goed) werkt. In het slechtste geval kan dit de productveiligheid ernstig in gevaar brengen. Zet, in de verwamingsmodus, ter voorkoming van beschadiging van de verwarmingstoestellen door al te heet water, de doelvoorlooptemperatuur op een minimumstand van 2 ºC lager dan de maximaal toegestane temperatuur van alle verwarmingstoestellen. Zet voor Zone2, de doelvoorlooptemperatuur op een minimumstand van 5 ºC lager dan de maximaal toegestane voorlooptemperatuur van alle verwarmingstoestellen in het Zone2-circuit.
LET OP
Druk niet met puntige voorwerpen op de bedieningstoetsen om te vermijden dat deze worden beschadigd. Tap het water af wanneer het toestel voor lange tijd wordt uitgeschakeld. Plaats geen met water gevulde container e.d. op het bovenpaneel.
► Lees de veiligheidsvoorschriften alvorens het toestel te bedienen. ► Respecteer deze veiligheidsvoorschriften om lichamelijk letsel en schade aan het toestel te voorkomen.
Gebruikt in deze handleiding
WAARSCHUWING: Deze voorschriften dienen te worden gerespecteerd om al dan niet dodelijk letsel te voorkomen.
LET OP: Deze voorschriften dienen te worden gerespecteerd om schade aan het toestel te voorkomen.
Volg de instructies in deze handleiding en de lokale reglementering bij het gebruik van dit toestel.
Weggooien van de unit
Dit symbool is uitsluitend van toepassing op EU-landen. Dit symbool is in overeenstemming met richtlijn 2002/96/EC Artikel 10 Informatie voor gebruikers en Annex IV, en/of Richtlijn 2006/66/EC Artikel 20 Informatie voor eindgebruikers en Annex II.
Uw Mitsubishi Electric verwarmingssysteem is gefabriceerd met materialen en onderdelen van hoge kwaliteit die kunnen worden gerecycled en/of opnieuw kunnen worden gebruikt. Het symbool in Afbeelding 1.1 betekent dat elektrische en elektronische apparaten, batterijen en accumulators bij het bereiken van het eind van hun levensduur afzonderlijk van het normale huishoudelijke afval moeten worden weggegooid. Indien een chemisch symbool onder het symbool (Afbeelding
1.1) is afgedrukt, betekent dit chemisch symbool dat de batterij of accumulator een zware stof of metaal van een bepaalde concentratie bevat. Dit wordt als volgt aangegeven; Hg: kwik (0,0005%), Cd: (cadmium (0,002%), Pb: lood (0,004%)
In de Europese Unie zijn er afzonderlijke verzamelsystemen voor gebruikte elektrische en elektronische producten, batterijen en accumulators. Breng derhalve deze apparatuur, batterijen en accumulators op de juiste wijze naar de van toepassing zijnde lokale instantie of het verzamel-/recyclingpunt.
Raadpleeg uw lokale Mitsubishi Electric handelaar omtrent de voor uw land
specieke details aangaande het weggooien.
Help ons het milieu te beschermen.
<Afbeelding 1.1>
Page 4
2 kW
3 kW
1 kW
4. Verdamper
(Luchtwarmtewisselaar buitenunit)
3
Inleiding
2
NL
Overzicht van het systeem
Het Mitsubishi Electric Air to Water (ATW) warmtepompsysteem bestaat uit de volgende componenten: buiten-warmtepompunit en binnen-cilinder of hydrobox die de hoofdbediening bevat.
Schematische voorstelling monobloc-systeem
Het doel van deze handleiding is informatie te geven over hoe het luchtbron-
warmtepompsysteem werkt, hoe het systeem op de meest efciënte manier
kan worden gebruikt en hoe instellingen op de hoofd-controller kunnen worden veranderd.
Deze apparaten zijn niet ontworpen voor gebruik door personen die minder lichamelijk of mentaal vermogen hebben of onvoldoende kennis en ervaring voor het gebruik hebben (inclusief kinderen), tenzij deze personen supervisie of aanwijzingen voor het gebruik van de apparaten krijgen van een persoon die voor hen verantwoordelijk is. Let goed op dat kleine kinderen niet met de apparaten kunnen spelen. Deze handleiding moet bij de unit of op een toegankelijke plaats ter referentie worden bewaard.
Hoe de warmtepomp werkt
Ruimteverwarming en SWW
Warmtepompen nemen elektrische energie en lage-temperatuur warmte-energie van de lucht buitenshuis en verwarmen daarmee koelmiddel dat weer water
verwarmd voor huishoudelijk gebruik en ruimteverwarming. De efciency van een warmtepomp staat bekend als de Coefcient of Performance (Prestatie­coëfciënt) ofwel COP, dit is de verhouding tussen de geleverde warmte en het
verbruikte vermogen.
De werking van een warmtepomp is gelijk aan een koelkast in omgekeerde vorm. Dit proces staat bekend als de dampcompressiecyclus en wat hier volgt is een meer gedetailleerde uitleg.
De eerste fase begint met koelmiddel dat koud is en onder lage druk staat.
1. Het koelmiddel in het circuit wordt gecomprimeerd wanneer het de compressor passeert. Het wordt heet gas onder hoge druk. De temperatuur stijgt gewoonlijk ook tot 60 °C.
2. Het hete koelmiddelgas wordt dan gecondenseerd wanneer het passeert langs één zijde van een platenwarmtewisselaar. Warmte van het koelmiddelgas wordt overgedragen aan de koelere zijde (waterzijde) van de warmtewisselaar. Naarmate de temperatuur van het koelmiddel afneemt, verandert de toestand van de gas in een vloeistof.
3. Nu staat het als koude vloeistof nog steeds onder hoge druk. Om de druk te laten afnemen wordt de vloeistof door een expansieventiel gestuurd. De druk daalt maar het koelmiddel blijft een koude vloeistof.
4. Het eindstadium van de cyclus is wanneer het koelmiddel door de verdamper gaat en verdampt. Het is op dit punt dat wat van de vrije warmte-energie in de buitenlucht wordt geabsorbeerd door het koelmiddel.
Alleen het koelmiddel doorloopt deze cyclus; het water wordt verwarmd wanneer het door de platenwarmtewisselaar stroomt. De warmte-energie van het koelmiddel passeert de platenwarmtewisselaar en wordt afgegeven aan het koelere water dat zo opwarmt. Dit verwarmde water komt in het primaire circuit en wordt rondgepompt en gebruikt voor ruimteverwarming en indirecte opwarming van de SWW-tank (indien aanwezig).
Lagetemperatuur-hernieuwbare warmte energie onttrokken aan de omgeving
Invoer elektrische energie
Uitvoer warmte-energie
2. Condensator
(Platenwarmtewisselaar)
1. Compressor
3. Expansieventiel
Page 5
4
Inleiding
2
NL
Economisch verantwoord verwarmen
Luchtwarmtepompen staan het hele jaar door in voor warmwaterproductie (in combinatie met een geschikte SWW-tank) en ruimteverwarming. Dit systeem verschilt dan ook van een conventioneel verwarmings- en warmwatersysteem
op fossiele brandstof. De prestatiecoëfciënt (COP) geeft het rendement
van een warmtepomp aan, zoals reeds aangestipt in de inleiding. Om uw
verwarmingssysteem zo efciënt en zuinig mogelijk te laten werken, moet u op
de volgende punten letten.
Aandachtspunten inzake warmtepompsystemen
Sanitair warm water- en legionellafuncties zijn alleen beschikbaar voor cilinders of hydroboxen die zijn aangesloten op een geschikte SWW-tank. Bij normaal gebruik is gelijktijdige warmwaterproductie en ruimteverwarming af te raden. Bij extreem lage buitentemperaturen kan de dompelweerstand (indien aanwezig) worden gebruikt voor warmwaterproductie terwijl de warmtepomp blijft instaan voor ruimteverwarming. Hou er wel rekening mee dat de
dompelweerstand alleen geen efciënte methode is om de hele SWW-tank te
verwarmen. Bij normaal gebruik fungeert hij dus alleen als noodreserve. Het warm water dat door de warmtepomp wordt geproduceerd, heeft een lagere temperatuur dan dat van een fossiele boiler.
Overzicht van de bedieningsfuncties
De cilinder en hydrobox zijn uitgerust met een ingebouwde Flow Temperature Controller4 (FTC4). Dit toestel stuurt zowel de buiten-warmtepompunit als de cilinder of hydrobox aan. Dankzij de geavanceerde technologie levert een FTC4-geregelde warmtepomp niet alleen besparingen op vergeleken met traditionele, met fossiele brandstoffen gestookte verwarmingsystemen, maar ook vergeleken met andere warmtepompen op de markt.
Zoals uitgelegd in het hoofdstuk "Zo werkt de warmtepomp", zijn warmtepompen
het meest efciënt wanneer zij water leveren met een lage voorlooptemperatuur.
De geavanceerde technologie van de FTC4 maakt het mogelijk de kamertemperatuur op het gewenste niveau te houden met de laagst mogelijke voorlooptemperatuur van de warmtepomp.
In kamertemperatuurmodus (auto-adaptatie) meet de controller ruimte­en voorlooptemperaturen met behulp van temperatuursensoren rond het verwarmingssystemen. Deze gegevens worden door de controller regelmatig bijgewerkt en vergeleken met eerdere gegevens zodat veranderingen in de kamertemperatuur kunnen worden voorspeld en de voorlooptemperatuur hierop kan worden afgestemd. Door niet alleen de buitentemperatuur maar ook de kamertemperatuur en de temperatuur van het watercircuit te monitoren, is de verwarming meer gelijkmatig en worden plotse verwarmingspieken afgevlakt. Hierdoor kan de voorlooptemperatuur worden beperkt.
Implicaties
Indien de warmtepomp wordt gebruikt voor SWW, moet de tijd voor het verwarmen van de tank met de WEEKKLOK-functie worden ingesteld (zie bladzijde 13). U kunt het best een tijd 's nachts instellen wanneer er weinig ruimteverwarming wordt gebruikt en vaak speciale korting voor elektriciteit (nachttarief) is. In de meeste situaties wordt ruimteverwarming het best uitgevoerd met de kamertemperatuurmodus. De warmtepomp analyseert de huidige kamertemperatuur en reageert gecontroleerd op veranderingen met gebruik
van de specieke Mitsubishi Electric controllers.
Het gebruik van de WEEKKLOK-functie en VAKANTIE-functie voorkomt het onnodig verwarmen van een ruimte of SWW wanneer u weet dat er gedurende een bepaalde tijd niemand aanwezig zal zijn. Vanwege een lagere stroomtemperatuur, moeten warmtepomp­verwarmingssystemen worden gebruikt met radiators met een groot oppervlak of een vloerverwarming. Hiermee wordt de ruimte gestadig
verwarmd en de efciëntie verhoogd zodat de kosten voor de werking van
het systeem relatief laag zijn omdat de warmtepomp geen water met hoge temperatuur hoeft te produceren.
Page 6
Systeemconfiguratie
Monobloc-systeem Split model-systeem
Modelnaam EHPT20X- EHST20C-
Cilinder
Modelnaam EHPX- EHSC-, ERSC-
Hydrobox
1.
3.
4.
4.
5.
6.
7.
8.
5.
9.
4. 3.
3.
6.
6.
2.
2.
1.
2.
10.
12.
13.
5.
11.
14.
15.
1.
2.
16.
17.
5
Uw verwarmingssysteem
3
NL
Belangrijke onderdelen - Opmerkingen
Platenwarmtewisselaar
Waterleidingen
Buiten-warmtepompunit
Binnencilinder
Platenwarmtewisselaar
Koelmiddelleidingen
Buiten-warmtepompunit
Binnencilinder
Platenwarmtewisselaar
Koelmiddelleidingen
Buiten-warmtepompunit
Binnen-hydrobox
<Cilinder>
<Hydrobox>
Onderaanzicht
Frontale verhoging
Platenwarmtewisselaar
Waterleidingen
Buiten-warmtepompunit
Binnen-hydrobox
EHPX (Monobloc-systeem)EHSC (Split model-systeem)
Onderaanzicht
1. Hoofdbediening
2. Manometer (drukmeter)
3. Retourverbinding ruimteverwarming/ Indirect SWW-tank (primair)
4. Voorloopverbinding ruimteverwarming/ Indirect SWW-tank (primair)
5.
Aansluitingen warmtepomp/koelmiddel
6. Afvoerbuis van overdrukventiel
7. Voorloopaansluiting van warmtepomp
8. Retouraansluiting naar warmtepomp
9. Afvoermof
10. Koudwaterinlaataansluiting
11. SWW-uitlaataansluiting
12. Aansluiting zonneboiler (hulpwarmtebron)
13. Retouraansluiting ruimteverwarming
14. Voorloopaansluiting ruimteverwarming
15
Overdrukventiel
16. Automatische ontluchter
17. Temperatuur- en overdrukventiel *ALLEEN EHPT20X-VM2HB
Bovenaanzicht
ERSC (Split model-systeem)
Onderaanzicht
Page 7
6
Uw verwarmingssysteem
3
NL
Productspecicaties (1/2)
*1 De omgeving moet vorstvrij zijn.
*2 Getest onder BS7206-condities.
*3 Monteer geen dompelweerstanden zonder thermische onderbreker.
Cilinder
Modelnaam
EH S T20 C-
VM6HB
EH S T20 C-
YM9HB
EH S T20 C-
VM6B
EH S T20 C-
YM9B
EH S T20 C-
VM6EB
EH S T20 C-
YM9EB
EH S T20 C-
VM6SB
EH PT20 X -
VM2HB
EH PT20 X -
VM6HB
EH PT20 X -
YM9HB
EH PT20 X -
VM6B
EH PT20 X -
YM9B
Modi ALLEEN verwarming
Nominaal volume Sanitair Warm Water 200 l
Totale afmetingen toestel (hoogte x breedte x diepte) 1600 × 595 × 680 mm
Gewicht (leeg) 128 kg 128 kg 127 kg 127 kg 122 kg 122 kg 128 kg 113 kg 115 kg 115 kg 114 kg 114 kg
Gewicht (vol) 343 kg 343 kg 342 kg 342 kg 337 kg 337 kg 343 kg 326 kg 328 kg 328 kg 327 kg 327 kg
Platenwarmtewisselaar
Doeltemperatuurbereik
Voor looptempera-
tuur
Verwarming 25 - 60°C
Koeling
Kamertemperatuur
Verwarming 10 - 30°C
Koeling
Gegarandeerd
werkingsbereik
Omgeving*1 0 - 35°C ( 80% RV)
Buiten
temperatuur
Verwarming Zie specicatietabel buitenunit.
Koeling
Tankprestaties *2
Tijd voor verhogen temp. SWW-tank 15 -65°C
21,75 min
Tijd om 70% van SWW-tank te verwarmen tot 65°C
16 min
Expansievat zonder
afvoer
Nominale waarde
12 l 12 l
Vuldruk
0,1 MPa (1 bar) 0,1 MPa (1 bar)
Elektrische gegevens Controlepaneel Voeding
(Fase, spanning, frequentie)
~/N, 230 V, 50 Hz
Boosterverwarming
Voeding
(Fase, spanning, frequentie)
~/N, 230 V,
50 Hz
3~, 400 V,
50 Hz
~/N, 230 V,
50 Hz
3~, 400 V,
50 Hz
~/N, 230 V,
50 Hz
3~, 400 V,
50 Hz
~/N, 230 V,
50 Hz
~/N, 230 V,
50 Hz
~/N, 230 V,
50 Hz
3~, 400 V,
50 Hz
~/N, 230 V,
50 Hz
3~, 400 V,
50 Hz
Capaciteit
2 kW+4 kW 3 kW+6 kW 2 kW+4 kW 3 kW+6 kW 2 kW+4 kW 3 kW+6 kW 2 kW+4 kW 2 kW 2 kW+4 kW 3 kW+6 kW 2 kW+4 kW 3 kW+6 kW
Stroom 26 A 13 A 26 A 13 A 26 A 13 A 26 A 9A 26 A 13 A 26 A 13 A
Dompelweerstand *3
Voeding
(Fase, spanning, frequentie)
~/N, 230 V, 50 Hz ~/N, 230 V, 50 Hz
Capaciteit 3 kW 3 kW
Stroom 13 A 13 A
Aansluiting zonneboiler (hulpwarmtebron)
Page 8
Productspecicaties (2/2)
7
Uw verwarmingssysteem
3
NL
Hydrobox
Modelnaam EHSC-VM6B EHSC-YM9B EHSC-VM6EB EHSC-YM9EB EHPX-VM2B EHPX-VM6B EHPX-YM9B ERSC-VM2B
Modi
ALLEEN verwarming
Verwarming en koe-
ling
Nominaal volume Sanitair Warm Water
Totale afmetingen unit (hoogte×breedte×diepte) 800×530×360 mm 860×530×360 mm
Gewicht (leeg) 53 kg 53 kg 49 kg 49 kg 39 kg 41 kg 41 kg 54 kg
Gewicht (vol) 59 kg 59 kg 55 kg 55 kg 44 kg 46 kg 46 kg 60 kg
Platenwarmtewisselaar
Doeltemperatuurbereik
Voorlooptemperatuur
Verwarming 25 - 60°C
Koeling 5 - 25°C
Kamertemperatuur
Verwarming 10 - 30°C
Koeling nvt
Gegarandeerd
werkingsbereik
Omgeving *1 0 - 35°C ( 80% RV)
Buitentemperatuur
Verwarming Zie specicatietabel buitenunit.
Koeling
Zie specicatietabel
buitenunit (min. 10°C) *2
Tankprestaties *3
Tijd voor verhogen temp. SWW-tank 15 -65°C
nvt
Tijd om 70% van SWW-tank te verwarmen tot 65°C
Expansievat zonder
afvoer
Nominaal volume 10 l 10 l
Vuldruk 0,1 MPa (1 bar) 0,1 MPa (1 bar)
Elektrische gegevens
Controlepaneel
Voeding
(Fase, spanning, frequentie)
~/N, 230V, 50 Hz
Boosterverwarming
Voeding
(Fase, spanning, frequentie)
~N, 230V, 50Hz 3~, 400V, 50Hz ~N, 230V, 50Hz 3~, 400V, 50Hz ~N, 230V, 50Hz ~N, 230V, 50Hz 3~, 400V, 50Hz ~N, 230V, 50Hz
Capaciteit 2kW + 4kW 3kW + 6kW 2kW + 4kW 3kW + 6kW 2kW 2kW + 4kW 3kW + 6kW 2kW
Stroom 26A 13A 26A 13A 9A 26A 13A 9A
Dompelweerstand *4 Voeding
(Fase, spanning, frequentie)
nvt
Capaciteit
Stroom
Aansluiting zonneboiler (hulpwarmtebron)
*1 De omgeving moet vorstvrij zijn.
*2 Koeling bij lage omgevingstemperatuur is NIET toegestaan.
*3 Getest onder BS7206-condities.
*4 Monteer geen dompelweerstanden zonder thermische onderbreker.
Page 9
F1 F2
F3 F4
8
Instellingen personaliseren voor uw woning
4
NL
Wijzig de instellingen van uw verwarmings-/koelsysteem met de hoofdbediening op het voorpaneel van de cilinder of hydrobox. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste instellingen. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw installateur of lokale Mitsubishi Electric dealer. De koelmodus is alleen beschikbaar op de ERS-serie.
De koelmodus is echter niet
beschikbaar wanneer de binnenunit is aangesloten op de PUHZ-FRP.
<Onderdelen Hoofdbediening>
Letter Naam Functie
A Scherm Scherm waarin alle informatie wordt weergegeven. B Menu Toegang tot systeeminstellingen voor
basisinstellingen en wijzigingen. C Terug Keer terug naar het vorige menu. D Bevestig Selecteren of opslaan (Enter-toets) E Aan/Uit/
Vakantie
Als het systeem is uitgeschakeld, kunt u het door
één keer te drukken inschakelen. Drukt u nogmaals,
wanneer het systeem is ingeschakeld, wordt de
Vakantieregeling ingeschakeld. Als u de knop
3 seconden ingedrukt houdt, wordt het systeem
uitgeschakeld. (*1)
F1-4 Functietoetsen Voor het scrollen door het menu en het aanpassen
van instellingen. Functie wordt bepaald door het
menuscherm dat zichtbaar is op scherm A.
*1 Wanneer het systeem is uitgeschakeld of als de voeding is losgekoppeld, werken de beveiligingsfuncties voor de cilinder (bijv. Anti-vriesstand) NIET. Bedenk dat wanneer deze veiligheidsfuncties niet zijn ingeschakeld, de cilinder misschien beschadigd zal raken.
<Pictogrammen op het hoofdscherm>
Pictogram Beschrijving
1 Legionella-
preventie
Wanneer dit pictogram wordt weergegeven, is de
"Stand Legionella-preventie" actief. 2 Warmtepomp
"Warmtepomp" draait.
Ontdooien Noodverwarming
3 Elektrische
verwarming
Wanneer dit pictogram wordt weergegeven
zijn de "Elektrische verwarmingstoestellen"
(boosterverwarming of dompelweerstand) in gebruik. 4 Doel-
temperatuur
Doelvoorlooptemperatuur Doelkamertemperatuur Compensatiecurve
5 OPTIE Wanneer u op deze functieknop onder dit pictogram
drukt, wordt het snelmenu weergegeven. 6 + Laat gewenste temperatuur toenemen. 7 - Laat gewenste temperatuur afnemen. 8 Z1 Z2
Wanneer u op deze functieknop onder dit pictogram
drukt, wordt overgeschakeld tussen Zone1 en Zone2.
Informatie Wanneer u op deze functieknop onder dit pictogram
drukt, wordt het informatiescherm weergegeven. 9
Stand ruimteverwarming (koeling)
Verwamingsmodus Zone1 of Zone2
Koelmodus
10 SWW-modus Normaal of ECO-stand 11
Vakantieregeling
Wanneer dit pictogram wordt weergegeven, is "Va-
kantieregeling" geactiveerd.
12 Programma
Verbieden
Stand-by
Stoppen
In bedrijf
13
Actuele temperatuur
Actuele kamertemperatuur Actuele watertemperatuur van SWW-tank
14 De Menuknop is vergrendeld of het overschakelen
van de bedrijfsstanden tussen SWW en verwarming
worden uitgeschakeld in het scherm Optie.
15
SD-geheugenkaart (NIET voor de gebruiker)
ingebracht.
B C D
E
A
12 11
1 32
10
9
4
7
6
5
15 14
13
8
Hoofdbediening
Page 10
9
Instellingen personaliseren voor uw woning
4
NL
Algemene werking
Bij algemene werking verschijnt het rechts afgebeelde scherm op de hoofdbediening. Dit scherm toont doeltemperatuur, ruimteverwarmingsmodus, SWW-modus (indien SWW-tank is voorzien), eventuele hulpverwarmingsbronnen, vakantiemodus en datum en tijd.
Gebruik de functieknoppen om meer informatie op te vragen. Door vanuit dit scherm op F1 te drukken, wordt de huidige status getoond en met een druk op F4 verschijnt het optiemenu.
Menu Hoofdinstellingen
Druk op knop B "MENU" om toegang te krijgen tot het menu Hoofdinstellingen De volgende menu's verschijnen:
SWW (cilinder of hydrobox plus aparte SWW-tank) Verwarming/Koeling Weekklok Vakantieregeling Basisinstelling Service (Beveiligd met wachtwoord)
Basisinstelling
1. Markeer vanuit het menu Hoofdinstellingen het pictogram "Basisinstelling" met de knoppen F2 en F3 en selecteer door op BEVESTIGEN te drukken.
2. Met de knoppen F1 en F2 kunt u door de menulijst scrollen. Wanneer de titel wordt gemarkeerd, kunt u deze bewerken door op BEVESTIGEN te drukken.
3. Bewerk elke basisinstelling met de functieknoppen en druk vervolgens op BEVESTIGEN om de instelling op te slaan.
De volgende basisinstellingen kunnen worden bewerkt
Datum/Tijd Taal Celcius/fahrenheit Voorlooptemp verwarmen Contact nummer Tijd display Instelling thermistor
Druk op de knop BACK om het menu Hoofdinstellingen opnieuw te laten verschijnen.
<Optiescherm>
Dit scherm toont de belangrijkste werkingsstanden van het systeem. Gebruik de functieknoppen om te schakelen tussen Operating (►), Prohibited ( )
en Programma ( ) voor SWW en ruimteverwarming/koeling of om de
vakantie-instelling te wijzigen/activeren.
Via het optiescherm kan het volgende snel worden ingesteld:
• Geforceerd SWW (indien SWW-tank aanwezig) — druk op F1 om IN/UIT te schakelen
• SWW-modus (indien SWW-tank aanwezig) — druk op F2 om de modus te wijzigen
• Ruimteverwarming/koeling-modus — druk op F3 om de modus te wijzigen
• Vakantieregeling — druk op F4 om het vakantiescherm te laten verschijnen
Pictogram
Beschrijving
Sanitair Warm Water (SWW)
Verwarming/Koeling
Weekklok
Vakantieregeling
Basisinstelling
Service
Startscherm
Optiescherm
Scherm Menu Hoofdinstellingen
Page 11
10
Instellingen personaliseren voor uw woning
4
NL
<Instelling thermistor>
Voor de instelling thermistor is het belangrijk dat u de juiste thermistor kiest,
afhankelijk van de verwamingsmodus waarin het systeem zal werken.
1. Selecteer in het menu Basisinstelling Instelling thermistor.
2. Wanneer 2-zone temperatuurregeling actief is of er zijn draadloze afstandsbedieningen beschikbaar, selecteert u van het scherm Selectie RC-zone het zone-nr. dat aan elke afstandsbediening moet worden toegewezen.
3. In het scherm Selectie kamer sensor selecteert u een thermistor die moet worden gebruikt voor het monitoren van de kamertemperatuur van Zone1 en Zone2 afzonderlijk.
Regeloptie (pagina 33 en 34)
Overeenkomstige basisinstelling thermistor
Zone1
Zone2
A RC1°-8° (een elk voor
Zone1 en Zone2)
*
B TH1 * C Hoofdbediening * D *
*
* Niet aangegeven (als een ter plaatse aangeschafte kamerthermostaat wordt
gebruikt) RC1°-8° (een elk voor Zone1 en Zone2) (als een draadloze afstandsbediening wordt gebruikt als kamerthermostaat)
4. In het scherm Selectie kamer sensor selecteert u Tijd/Zone om het gebruik van verschillende thermistors mogelijk te maken volgens de weekklok die is ingesteld in het menu Selecteer Tijd/Zone. De thermistors kunnen tot 4 keer worden geschakeld in 24 uur.
Scherm schema instelling Tijd/Zone
Page 12
SWW-tank temp
Max.tem p. SWW
Max.tempera­tuurdaling SWW
Start
Max.laadtijd SWW
SWW-modus beperking
SWW­modus
Tijd
Stoppen
Stoppen
Herstart
Max.tem p. SWW
Max.tempera­tuurdaling SWW
SWW-tank temp
Stoppen
Start
Herstart
Tijd
SWW-modus SWW-modus
11
Instellingen personaliseren voor uw woning
4
NL
Sanitair warm water (SWW)/Legionella-preventie
De menu's voor Sanitair warm water en legionellapreventie regelen de werking van de warmtetoenamen van de SWW-tank.
<Instellingen SWW-modus>
1. Markeer het warmwaterpictogram en druk op BEVESTIGEN.
2. Schakel met behulp van knop F1 over tussen de verwarmingstanden Normaal en ECO.
3. U kunt de stand bewerken door op F2 te drukken en het menu INSTELLING SANITAIR WARM WATER (SWW) weer te geven.
4. Scrol met de toetsen F2 en F3 door het menu en selecteer de verschillende componenten na elkaar door op BEVESTIGEN te drukken. In onderstaande tabel vindt u een beschrijving van elk van de instellingen.
5. Voer het nummer van uw keuze in met de functietoetsen en druk op BEVESTIGEN.
Menu-ondertitel Functie Bereik Eenheid
Standaardwaarde
Max.temp.SWW Gewenste temperatuur van het opgeslagen warme water 40 - 60 °C 50 Max.temperatuursdaling SWW
Verschil in temperatuur tussen max. temp SWW en en de temperatuur waarbij de SWW-modus herstart.
5 - 30 °C 10
Max.laadtijd SWW
Maximale toegestane tijd voor opwarmen opgeslagen water SWW-modus 30 - 120 min 60
SWW modus beperking De tijd na de SWW-modus dat ruimteverwarming de voorkeur heeft boven de SWW-modus en
opwarming van opgeslagen water tijdelijk wordt voorkomen (Alleen wanneer Max.laadtijd SWW is verstreken.)
30 - 120
min 30
Contacteer de installateur om wijzigingen aan te brengen.
Uitleg van SWW-werking
• Wanneer de temperatuur van de SWW-tank daalt onder de "Max.temp.SWW"
met meer dan de "Max. temperatuurdaling SWW" (ingesteld door de installateur), werkt de SWW-modus en wordt het hete water uit het primaire verwarmings-/ koelcircuit omgeleid en wordt het water in de SWW-tank verwarmd.
• Wanneer de temperatuur van het opgeslagen water de "Max.temp.SWW" die is
ingesteld door de installateur, bereikt, of als de "Max.laadtijd SWW", die is ingesteld door de installateur, wordt overschreden, werkt de SWW-modus niet langer.
• Zolang de SWW-modus in werking is, wordt geen primair water naar het circuit
voor ruimteverwarming/-koeling geleid.
• Direct na max. werkingsduur SWW wordt "SWW modus beperking" vanzelf in
werking gesteld. De duur van deze functie wordt ingesteld door de installateur en gedurende de werking ervan kan de SWW-modus niet (op normale wijze) opnieuw worden geactiveerd, waardoor het systeem de tijd krijgt primair warm water aan de ruimteverwarming/-koeling te leveren als dit nodig is. Als er echter gedurende deze tijd geen actuele vraag is naar ruimteverwarming/-koeling, zal het systeem automatisch weer op de SWW-modus overschakelen. Dit blijft zo totdat het systeem gevraagd wordt ruimteverwarming te leveren.
• Na de werking van "SWW modus beperking" kan de SWW-modus weer actief
worden en zal de verwarming van de SWW-tank worden voortgezet afhankelijk van de vraag van het systeem.
<Eco-stand>
De SWW-modus kan werken in de stand "Normaal" of "Eco". In de stand Normaal zal het water in de SWW-tank sneller opwarmen met behulp van het volledige vermogen van de warmtepomp. In de stand Eco duurt het opwarmen van het water in de SWW-tank wat langer maar wordt er minder energie verbruikt. Dit is omdat de werking van de warmtepomp wordt beperkt met behulp van signalen van de FTC4, uitgaande van de gemeten temperatuur van de SWW-tank.
Opmerking: Hoeveel energie werkelijk wordt bespaard in de Eco-stand
varieert afhankelijk van de buitentemperatuur.
Terug naar het menu SWW/legionellaprevention.
Instellingen van de stand Legionellapreventie (stand LP)
1. Kiest met de knop F3 legionellastand actief JA/NEE.
2. Bewerk met knop F4 de functie Legionella.
3. Scrol met de toetsen F1 en F2 door het menu en selecteer de verschillende ondertitels na elkaar door op BEVESTIGEN te drukken. In onderstaande tabel vindt u een beschrijving van elk van de instellingen.
4. Voer het nummer van uw keuze in met de functietoetsen en druk op BEVESTIGEN.
In de stand Legionellapreventie wordt de temperatuur van het opgeslagen water verhoogt boven 60 °C om te voorkomen dat de legionellabacterie groeit. U wordt ten zeerste geadviseerd dit met regelmatige tussenpozen te doen. Controleer wat de lokale voorschriften zijn voor de aanbevolen frequentie van de opwarmingen.
Opmerking: Wanneer er storingen optreden in de hydrobox, zal de
LP-modus mogelijk niet normaal functioneren.
Menu-ondertitel Functie Bereik Eenheid
Standaardwaarde
Temperatuur SWW Gewenste temperatuur van het opgeslagen warme water 60–70 °C 65 Frequentie Tijd tussen opwarmingen SWW-tank in stand LP 1–30 dag 15 Start tijd Tijd dat stand LP wordt gestart 0:00–23:00 - 03:00 Max.laadtijd Maximale tijd toegestaan voor opwarming SWW-tank in stand LP 1–5 uur 3 Duur van max.temperatuur De tijd nadat de max. watertemperatuur is bereikt in stand LP 1–120 min 30
Contacteer de installateur om wijzigingen aan te brengen.
Page 13
SWW-tank temp
Stoppen
Herstart
Stoppen
Tijd
Start
Stop temp.
Legionella Temperatuur SWW
Stand LP Stand LP
Herstart temp.
Ruimte verwarming/ koeling
Duur van max.temperatuur
Einde stand
(Stand LP: Legionellapreventiestand)
12
Instellingen personaliseren voor uw woning
4
NL
Verwarming/Koeling
De verwarming/koeling-menu's hebben betrekking op verwarming/koeling met behulp van een radiator, fan-coil of vloerverwarming/-koeling afhankelijk van de installatie.
Er zijn 3 verwarmingsmodi
Ruimtetemp verwarmen (Auto-adaptatie) ( ) Voorlooptemp verwarmen ( ) Compensatiecurve verwarmen ( )
Voorlooptemp koelen ( )
<Ruimtetemp verwarmen (Auto-adaptatie)>
Deze modus wordt in detail uitgelegd in het hoofdstuk "Overzicht van de bedieningsfuncties".
<Voorlooptemp>
De temperatuur van het water dat in het verwarmingscircuit wordt gevoerd, wordt door de installateur optimaal afgesteld volgens het verwarmings-/koelsysteem en de wensen van de gebruiker.
Uitleg van de compensatiecurve
In het late voorjaar en de zomer is er gewoonlijk minder vraag naar ruimteverwarming. Door middel van de compensatiecurve kan worden voorkomen dat de warmtepomp al te hoge voorlooptemperaturen voor het primaire circuit
produceert, kan een zo hoog mogelijke efciency worden behaald en kunnen de
bedrijfskosten worden verlaagd.
Met de compensatiecurve wordt de voorlooptemperatuur van het primaire circuit voor de ruimteverwarming beperkt afhankelijk van de buitentemperatuur. De FTC4 gebruikt informatie van zowel de sensor voor de buitentemperatuur als van een temperatuursensor op de levering van het primaire circuit om ervoor te zorgen dat de warmtepomp niet al te hoge voorlooptemperaturen produceert als de weersomstandigheden daar niet om vragen.
Uw installateur stelt de parameters in volgens de lokale omstandigheden en het type ruimteverwarming in de woning. Normaal hoeft u deze instellingen niet te wijzigen. Merkt u na enige tijd echter dat uw woning te weinig of te veel wordt verwarmd, contacteer dan uw installateur om uw systeem te laten controleren op eventuele problemen en deze instellingen eventueel te wijzigen.
Uitleg van de werking van de stand Legionellapreventie
Op het tijdstip dat is ingevoerd door de installateur wordt de "Start tijd"-stroom van nuttige warmte uit het systeem omgeleid om het water in de SWW-tank te verwarmen.
• Wanneer de temperatuur van het opgeslagen water de "Temperatuur SWW", die is ingesteld door de installateur (boven de 65 °C), overschrijdt, wordt het water van het primaire circuit niet langer omgeleid om de SWW-tank te verwarmen.
• Zolang de stand LP in werking is, wordt er geen warm water naar het circuit voor ruimteverwarming/-koeling geleid.
• Direct na de werking van stand LP, wordt "Duur van max.temperatuur" in werking gesteld. De duur van deze functie wordt ingesteld door de installateur en tijdens de werking ervan wordt de temperatuur van het opgeslagen water gemonitord.
• Als de temperatuur van het opgeslagen water daalt tot de temperatuur voor het herstarten van de stand LP, wordt de stand LP opnieuw gestart en wordt de primaire waterstroom van de warmtebron(nen) naar de SWW-tank geleid en wordt de temperatuur opgevoerd. Wanneer de ingestelde tijd voor Duur van max.temperatuur is verstreken, zal de stand LP niet terugkeren voor de ingestelde interval (ingesteld door de installateur).
Het is voor de verantwoordelijkheid van de installateur ervoor te zorgen dat de instellingen van de Legionellapreventie voldoen aan de lokale en nationale richtlijnen.
N.B In de LP-modus wordt met elektrische verwarmingstoestellen (indien aanwezig) de energie-invoer van de warmtepomp aangevuld. Het gedurende
lange tijd verwarmen van water is niet efciënt en zal de bedrijfskosten doen
toenemen. De installateur moet ruime aandacht besteden aan de noodzaak van legionellapreventie maar er mag geen energie worden verspild aan het gedurende al te lange perioden opwarmen van opgeslagen water. De eindgebruiker moet het belang van deze functie inzien.
HOUD U ALTIJD AAN DE LOKALE EN NATIONALE VOORSCHRIFTEN IN UW LAND TEN AANZIEN VAN LEGIONELLAPREVENTIE.
Geforceerd SWW
Met de functie Geforceerd SWW wordt het systeem gedwongen te werken in de SWW-modus. In de normale bedrijfsstand wordt het water in de SWW-tank verwarmd tot de ingestelde temperatuur of gedurende de maximale SWW-tijd, welke van de twee zich het eerst voordoet. Als er echter een grote vraag naar warm water is, kan met behulp van de functie "Geforceerd SWW" worden voorkomen dat het systeem vanzelf overschakelt op ruimteverwarming/-koeling en kan verwarming van de SWW-tank worden voortgezet. Geforceerde SWW-werking wordt geactiveerd door op knop F1 en de knop Terug te drukken in het "Optiescherm". Na de SWW-werking keert het systeem automatisch terug in de normale bedrijfsstand. U kunt de geforceerde SWW­werking eindigen door de knop F1 ingedrukt te houden in het "Optiescherm".
Page 14
Standenselectiescherm
13
Instellingen personaliseren voor uw woning
4
NL
Vakantieregeling
In Vakantieregeling werkt het systeem met latere voorlooptemperaturen zodat er minder stroom wordt verbruikt terwijl men afwezig is. Dit geldt voor de standen voorlooptemp verwarmen, ruimtetemp verwarmen, compensatiecurve verwarmen en SWW.
De Vakantieregeling kan op 2 manieren worden geactiveerd. Bij beide methoden wordt het scherm voor het inschakelen van de Vakantieregeling getoond.
Optie 1.
In het scherm van het hoofdmenu moet u op knop E drukken. Let er goed op dat u knop E niet te lang ingedrukt houdt omdat dan de controller en het systeem worden uitgeschakeld.
Optie 2.
Druk in het scherm van het hoofdmenu op knop F4. Het scherm met de actuele instellingen wordt weergegeven. U gaat naar het scherm voor het inschakelen van de Vakantieregeling door weer op knop F4 te drukken.
Wanneer het scherm voor het inschakelen van de Vakantieregeling wordt weergegeven, kunt u deze stand activeren/deactiveren en kunt u selecteren hoe lang u de Vakantieregeling wilt inschakelen.
U kunt Vakantieregeling inschakelen of uitschakelen met knop F1. Voer met de knoppen F2, F3 en F4 de datum dat u Vakantieregeling voor ruimteverwarming wilt inschakelen of uitschakelen.
<Vakantieregeling bewerken>
Contacteer uw installateur om de instellingen van Vakantieregeling te wijzigen (bv. voorlooptemp, ruimtetemp).
Weekklok
In de Weekklokmodus kunnen dagelijkse en wekelijkse ruimteverwarmings-/ koelingspatronen en SWW-patronen worden ingevoerd. Bij installatie van het systeem moet uw installateur dit optimaliseren aan de hand van uw wensen inzake verwarming/koeling en SWW.
De weektimer wordt in- of uitgeschakeld via het optiescherm. (Zie optiehoofdstuk.)
1. Markeer in het menu Hoofdinstellingen met F2 en F3 het pictogram van de Weekklok en druk vervolgens op BEVESTIGEN.
2. Het submenu Weekklok wordt weergegeven. De pictogrammen tonen de volgende standen;
• Verwarming
• Koeling
• Sanitair Warm Water (SWW)
3. Verplaats u met F2 en F3 tussen de pictogrammen van de verschillende standen en breng het voorbeeldscherm voor elke stand op het scherm door vervolgens op BEVESTIGEN te drukken.
In het voorbeeldscherm kunt u de actuele instellingen bekijken. Schakel over tussen Zone1 en Zone2 door in de verwamingsmodus 2-zone op F1 te drukken. De dagen van de week worden langs de bovenzijde van het scherm weergegeven. Waar de dag verschijnt met een onderstreping zijn de instellingen voor alle onderstreepte dagen hetzelfde. De uren van de dag en de nacht worden weergegeven als een balk langs het hoofdgedeelte van het scherm. Waar de balk massief zwart is, is verwarming/ koeling en SWW (welke van de twee is geselecteerd) toegestaan.
Wanneer een FRP-buitenunit is aangesloten, kan de SWW-instelling van de weekklok worden ingesteld voor de twee perioden waarin een jaar wordt verdeeld. In dit menuscherm kan de duur van Periode 2 worden ingevoerd. De rest van de ingestelde tijd geldt voor Periode 1.
1. Markeer in het menu Hoofdinstellingen met F2 en F3 het pictogram van de Weekklok en druk vervolgens op BEVESTIGEN. Het submenu Weekklok wordt weergegeven. De pictogrammen tonen de volgende standen;
• Verwarming
• Sanitair Warm Water (SWW)
• SWW2
Verplaats u met F2 en F3 tussen de pictogrammen van de verschillende standen en selecteer het pictogram SWW2. Selecteer met de knoppen F1 tot F4 de begin- en de eindmaand die gelden voor Periode 2. Wanneer u op BEVESTIGEN drukt, ziet u het voorbeeldscherm voor elke stand.
2.
3.
4.
5.
Standenselectiescherm wanneer FRP is aangesloten
Scherm instelling periode wanneer FRP is aangesloten
Page 15
14
Instellingen personaliseren voor uw woning
4
NL
Servicemenu
Het servicemenu is beveiligd met een wachtwoord om te vermijden dat instellingen worden gewijzigd door onbevoegde/onbekwame personen.
<De Weekklok instellen>
1. Druk in het voorbeeldscherm op knop F4.
2. Selecteer eerst de dagen van de week die u wilt inplannen.
3. Verplaats u met de knoppen F2/F3 tussen de dagen en schakel het vakje in of uit met F1.
4. Druk op BEVESTIGEN wanneer u de dagen hebt geselecteerd.
5. Het bewerkingsscherm voor de tijdbalk wordt weergegeven.
6. Ga met behulp van de knoppen F2/F3 naar het punt waar u wilt dat de geselecteerde stand niet actief is en start door op BEVESTIGEN te drukken.
7. Stel met F3 de vereiste tijd van inactiviteit in en druk vervolgens op BEVESTIGEN.
8. U kunt tot 4 perioden van inactiviteit toevoegen binnen een interval van 24 uur.
9. Sla de instellingen op met F4.
Wanneer u de verwarming plant, verandert u met F1 de geplande variabele tussen tijd en temperatuur. Zo kunt u een lagere temperatuur instellen gedurende een aantal uren, bijv. er kan een lagere temperatuur nodig zijn 's nachts, wanneer de bewoners slapen.
Opmerking:
• De weekklok voor ruimteverwarming/koeling en SWW worden op dezelfde
manier ingesteld. Voor koeling en SWW kan alleen tijd als geplande variabele worden gebruikt.
• Een klein prullenbakteken wordt ook weergegeven en als u dit pictogram
kiest, wordt de laatste niet-opgeslagen handeling gewist.
• U moet de instellingen opslaan met knop F4 voor de functie OPSLAAN.
BEVESTIGEN werkt NIET als OPSLAAN voor dit menu.
Voorbeeldscherm
Scherm selectie dag van de week
Scherm 1 instelling tijd van periode
Scherm 2 instelling tijd van periode
Page 16
15
Service en Onderhoud
5
NL
Problemen oplossen
De volgende tabel kan helpen om eventuele problemen op te lossen. Dit is echter niet exhaustief en alle problemen moeten worden onderzocht door de installateur of een ander bevoegd persoon. Probeer het systeem niet zelf te repareren. Beveiligingen mogen nooit worden uitgeschakeld noch onklaar gemaakt.
Symptoom van storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Koud water uit de kraan (systemen met SWW-tank)
Geplande uitschakelperiode Controleer de instellingen en wijzig die eventueel.
Alle warm water uit SWW-tank gebruikt Controleer of de SWW-modus is ingeschakeld en wacht tot de SWW-tank
weer is opgewarmd.
Warmtempomp of elektrische verwarming werkt niet Contacteer de installateur.
Verwarmingssysteem bereikt niet de ingestelde temperatuur.
Verbieden, Weekklok of Vakantiemodus geselecteerd Controleer de instellingen en wijzig ze als dat nodig is.
Foutief bemeten radiatoren Contacteer de installateur. De ruimte met de temperatuursensor heeft een andere
temperatuur dan de rest van de woning.
Verplaats de temperatuursensor naar een andere kamer die meer geschikt is.
Batterijprobleem *alleen afstandsbediening Controleer de batterijcapaciteit en vervang ze indien uitgeput.
Het koelsysteem koelt niet tot de ingestelde temperatuur. (ALLEEN voor ERSC-modellen)
Wanneer het water in het circulatiecircuit te warm is, start de koelmodus met vertraging om de buitenunit te beschermen.
Normaal bedrijf
Wanneer de buitentemperatuur te laag is, start de koelmodus niet om te vermijden dat de waterleidingen bevriezen.
Is de anti-vriesfunctie overbodig, contacteer dan de installateur om de instellingen te wijzigen.
Na SWW-werking stijgt de kamertemperatuur wat.
Aan het eind van de SWW-modus voert het 3-weg ventiel warm water weg uit het SWW-tank in het circuit van de ruimteverwarming. Zo raken de cilindercomponenten niet oververhit. Hoeveel warm water naar het circuit voor ruimteverwarming wordt gestuurd, varieert afhankelijk van het type systeem en de leiding tussen platenwarmtewisselaar en cilinder.
Normaal bedrijf, geen actie noodzakelijk.
Verwarmingstoestel warm in SWW-modus. (De ruimtetemperatuur stijgt.)
Het 3-weg ventiel kan verstopt zitten of er kan warm water naar de verwarmingszijde stromen door een defect.
Contacteer de installateur.
Het systeem is timergestuurd uitgeschakeld maar de buitenunit werkt.
Anti-vriesmodus is actief. Normaal bedrijf, geen actie noodzakelijk.
Pomp werkt korte tijd zonder reden.
Vastloopbeveiliging werkt om kalkaanslag te voorkomen. Normaal bedrijf, geen actie noodzakelijk.
Cilinder produceert mechanisch geluid
Verwarmingstoestellen schakelen in/uit Normaal bedrijf, geen actie noodzakelijk.
3-weg ventiel verandert van positie tussen SWW-modus en verwarmingsmodus.
Normaal bedrijf, geen actie noodzakelijk.
Leidingen produceren geluid Lucht in systeem Ontlucht de radiatoren (indien aanwezig) en contacteer de installateur als
dit niet helpt.
Losse leidingen Contacteer de installateur.
Water loopt uit een overdrukventiel
Systeemtemperatuur of -druk te hoog Schakel de warmtepomp en de dompelweerstanden uit en contacteer de
installateur.
Water druppelt uit een overdrukventiel.
Ventiel sluit niet goed door de aanwezigheid van vuil Draai de ventieldop in de aangegeven richting tot u een klik hoort. Er loopt
dan wat water uit waardoor het vuil wordt weggespoeld. Let op want dit water is wel heet. Blijft er water druppelen, contacteer dan de installateur om de pakking eventueel te vervangen.
Er verschijnt een foutcode op het hoofdbedieningsdisplay.
De binnen- of buitenunit meldt een abnormale conditie Noteer de foutcode en contacteer de installateur.
<Stroompanne>
Wanneer de stroom uitvalt, worden de instellingen 1 week lang bewaard en na 1 week worden ALLEEN datum/tijd bewaard.
Onderhoud
Cilinder en hydrobox moeten jaarlijks worden onderhouden door een bevoegd persoon. Gebruikers mogen de cilinder/hydrobox niet zelf proberen te onderhouden noch te repareren. Indien dit toch gebeurt, kan dit resulteren in lichamelijk letsel, schade aan het toestel en het vervallen van de productgarantie. In aanvulling op de jaarlijkse servicewerkzaamheden is het nodig enkele onderdelen te vervangen of te inspecteren wanneer het systeem een bepaalde periode in bedrijf is geweest. In onderstaande tabellen vindt u gedetailleerde instructies. Vervanging en inspectie van onderdelen moet altijd worden uitgevoerd door een bekwaam persoon met
relevante opleiding en kwalicaties.
Onderdelen die regelmatig moeten worden vervangen
Onderdelen Vervangen iedere Mogelijke storingen
Overdrukventiel (PRV) Ontluchter (Autom./Handmatig) Aftapkraan (Primair circuit) Flexibele slang Manometer Inlaatregelgroep (ICG)*
6 jaar
Waterlekkage vanwege br ons -/k ope rco rro sie (ontzinking)
*
ALS OPTIE VERKRIJGBARE ONDERDELEN voor UK
Onderdelen die regelmatig moeten worden geïnspecteerd
Onderdelen Controleer iedere Mogelijke storingen
Dompelweerstand 2 jaar
Lekkage naar aarde waardoor de verliesstroomschakelaar wordt geactiveerd (Verwarmingstoestel is altijd UIT)
Watercirculatiepomp 20.000 uur (3 jaar)
Storing watercirculatiepomp
Wanneer servicewerkzaamheden worden uitgevoerd mogen onderdelen NIET opnieuw worden gebruikt.
* O-ring * Pakking
Opmerking:
Vervang altijd bij iedere vaste onderhoudsbeurt de pakking van de pomp door een nieuwe (iedere 20.000 bedrijfuren of iedere 3 jaar).
Page 17
16
[Opmerkingen]
NL
Page 18
HEA D OFFI CE: TOK YO BL DG., 2 -7-3, MARU NOUCH I, CHI YODA- KU, TOKYO 100-8 310, JAPAN Authorized representative in EU: MITSUBISHI ELECTRIC EUROPE B.V.
HARMAN HOUSE, 1 GEORGE STREET, UXBRIDGE, MIDDLESEX UB8 1QQ, U.K. This product is made by Mitsubishi Electric Air Conditioning Systems Europe Ltd.: NETTLEHILL Rd, HOUSTOUN IND ESTATE,
LIVINGSTON, EH54 5EQ, UK
BH79D288H01 Printed in UNITED KINGDOM
Installers: Please be sure to put your contact address/telephone number on
this manual before handing it to the customer.
Loading...