Mitsubishi EHST20, EHSC, EHPT20, ERSC, EHPX Operation Manual

CYLINDER UNIT
EHST20 series EHPT20 series
HYDROBOX
EHSC series EHPX series ERSC series
English (GB)
Deutsch (D)
Nederlands (NL)
Español (E)
Italiano (I)
Português (P)
Dansk (DE)
Svenska (SW)
Norsk (NO)
Suomi (FI)
MODE D'EMPLOI
Pour garantir une utilisation sûre et appropriée, lisez attentivement le présent mode d'emploi avant d'utiliser l’ECODAN hydrobox duo et l’ECODAN hydrobox.
BEDIENUNGSANLEITUNG
Lesen Sie sich zur sicheren und korrekten Verwendung diese Bedienungsanleitung bitte sorgfältig durch, bevor Sie das Hydraulikmodul inkl. Speicher und die Hydrobox verwenden.
FÜR NUTZER
OPERATION MANUAL
For safe and correct use, please read this operation manual thoroughly before operating the cylinder unit and the hydrobox.
HANDLEIDING
Voor een veilig en juist gebruik moet u deze handleiding goed doorlezen alvorens de cilinder en hydrobox in gebruik te nemen.
MANUAL DE INSTRUCCIONES
Para un uso correcto y seguro del hydrobox duo y del Hydrobox, lea este manual de instrucciones antes de su utilización.
MANUALE DI FUNZIONAMENTO
Per un uso corretto e sicuro del dispositivo, leggere attentamente il presente manuale di funzionamento prima di utilizzare l’hydrotank e l’hydrobox.
MANUAL DE FUNCIONAMENTO
Para uma utilização segura e correcta, é favor ler cuidadosamente este manual de funcionamento antes de trabalhar com o cilindro e permutador de calor.
BRUGSVEJLEDNING
Læs venligst denne brugsvejledning grundigt inden betjening af i tank modulet (unit) og hydroboksen.
ANVÄNDARMANUAL
För säker och korrekt användning, var god läs denna användarmanual noggrant innan du använder i cylindertanken och hydroboxen.
BRUKSANVISNING
Les denne bruksanvisningen nøye før du bruker sylinderenheten og hydroboksen for å sikre trygg og riktig bruk.
KÄYTTÖOPAS
Turvallisen ja asianmukaisen käytön varmistamiseksi lue tämä käyttöopas huolellisesti ennen varaajayksikön ja hydroboxin käyttöä.
KÄYTTÄJÄLLE
FOR BRUKEREN
FOR USER
POUR LES UTILISATEURS
VOOR DE GEBRUIKER
PARA EL USUARIO
PER L’UTENTE
PARA O UTILIZADOR
TIL BRUGER
FÖR ANVÄNDAREN
1
NL
Inhoud
1. Veiligheidsvoorschriften .................................. 2
Weggooien van de unit ................................................... 2
2. Inleiding ............................................................. 3
Overzicht van het systeem ............................................. 3
Hoe de warmtepomp werkt ............................................. 3
Economisch verantwoord verwarmen ............................. 4
Overzicht van de bedieningsfuncties .............................. 4
3. Uw verwarmingssysteem................................. 5
Systeemconfiguratie ....................................................... 5
Belangrijke onderdelen - Opmerkingen .......................... 5
Productspecificaties ........................................................ 6
4.
Instellingen personaliseren voor uw woning
.... 8
Hoofdbediening ............................................................... 8
Algemene werking .......................................................... 9
Menu Hoofdinstellingen .................................................. 9
Basisinstelling ................................................................. 9
Sanitair warm water (SWW)/Legionella-preventie .........11
Verwarming/Koeling ...................................................... 12
Vakantieregeling ........................................................... 13
Weekklok ...................................................................... 13
Servicemenu ................................................................. 14
5. Service en Onderhoud ................................... 15
Problemen oplossen ..................................................... 15
Onderhoud .................................................................... 15
Afkortingen en woordenlijst
Nr. Afkortingen/Woord Beschrijving
1 Stand compensatiegraek Ruimteverwarming met compensatie van de buitentemperatuur 2 COP Prestatiecoëfciënt of warmtepomprendement 3 Koelmodus Ruimtekoeling door middel van fancoils of vloerkoeling (Zie Item nr. 20 in deze lijst) 4 Cilinder SWW-tank binnen zonder ontluchting en met onderdelen voor het aansluiten van componenten 5 SWW-modus Stand sanitair warm water-verwarming voor douche, aanrecht, enz 6 Debiet Snelheid waarmee het water door het primaire circuit circuleert 7 Voorlooptemperatuur Temperatuur waarop het water in het primaire circuit wordt gevoerd 8 Anti-vriesstand Verwarmingsregelingsroutine ter voorkoming van bevriezing van de waterleidingen 9 FTC4 Voorlooptemperatuur-controller, printplaat die het systeem regelt
10
Verwamingsmodus Ruimteverwarming door middel van radiatoren of vloerverwarming (zie Item nr. 21 in deze lijst) 11 Hydrobox Binnenunit met aansluitingen (GEEN SWW-tank) 12
Legionella Bacterie die kan worden aangetroffen in leidingen, douches en watertanks en die de Legionairsziekte kan veroorzaken 13
Stand LP Legionella-preventiestand – een functie op systemen met watertanks ter voorkoming van legionellabacteriegroei 14
Monobloc Platenwarmtewisselaar in de buiten-warmtepompunit 15
PRV Overdrukventiel 16
Koelmiddel Een mengsel dat in de warmtepompcyclus wordt gebruikt en dat een faseverandering ondergaat van gas naar
vloeistof
17
Retourtemperatuur Temperatuur van het water dat uit het primaire circuit wordt afgeleverd 18
Split model Platenwarmtewisselaar in de binnenunit 19
TRK Thermostatische radiatorkraan – een kraan aan de ingang of uitgang van het radiatorpaneel voor het regelen van de
verwarming
20 Vloerkoeling Een systeem van watercirculatiebuizen onder de vloer waardoor het vloeroppervlak en het vertrek/de ruimte wordt
gekoeld.
21
Vloerverwarming Een systeem van watercirculatiebuizen onder de vloer waardoor het vloeroppervlak en het vertrek/de ruimte wordt
verwarmd.
2
Veiligheidsvoorschriften
1
NL
WAARSCHUWING
Het toestel mag NIET door de gebruiker worden geïnstalleerd noch onderhouden. Onoordeelkundige installatie kan resulteren in waterlekken, elektrische schokken en brand. Blokkeer NOOIT de waterafvoer via noodkranen. Gebruik het toestel nooit wanneer noodkranen en thermostaatbeveiligingen niet werken. Raadpleeg uw installateur bij twijfel. Niet op het toestel staan noch leunen. Plaats geen voorwerpen op of onder het toestel en laat de nodige ruimte vrij voor onderhoud wanneer u voorwerpen naast het toestel plaatst. Raak het toestel of de controller niet aan met natte handen om elektrische schokken te vermijden. Verwijder de panelen niet van het toestel en probeer evenmin voorwerpen in de behuizing te forceren. Raak uitstekende buizen niet aan omdat deze heel warm kunnen zijn en brandwonden kunnen veroorzaken. Begint het toestel te trillen of abnormale geluid te produceren, schakel het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact en contacteer de installateur. Begint het toestel een brandgeur te verspreiden, schakel het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact en contacteer de installateur. Wordt er water afgevoerd via de verdeelbak, schakel dan het toestel uit, trek de stekker uit het stopcontact en contacteer de installateur. Dit toestel mag niet worden gebruikt door personen (ook kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten, of een gebrek aan ervaring of kennis, tenzij onder toezicht of op aanwijzing van iemand die instaat voor hun veiligheid. Kinderen moeten onder toezicht staan om te vermijden dat ze met het toestel gaan spelen. Lekt er koelmiddel, schakel het toestel dan uit, ventileer de ruimte goed en contacteer de installateur. Een beschadigd netsnoer moet worden vervangen door de fabrikant, zijn vertegenwoordiger of andere bevoegde personen om gevaarlijke situaties te vermijden. Plaats geen containers met vloeistoffen boven op het toestel. Bij lekken of morsen kan het toestel worden beschadigd en kan er brand ontstaan. Gebruik bij het installeren of verplaatsen of bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan de cilinder en de hydrobox alleen het opgegeven koelmiddel (R410A) voor het vullen van de koelmiddelleidingen. Meng het niet met een ander koelmiddel en zorg ervoor dat er geen lucht in de leidingen achterblijft. Als lucht wordt vermengd met koelmiddel, kan de druk in de koelmiddelleiding te hoog oplopen met mogelijk een explosie en andere risico's tot gevolg. Het gebruik van een ander koelmiddel dan voorgeschreven zal een defect veroorzaken waardoor het toestel niet meer (goed) werkt. In het slechtste geval kan dit de productveiligheid ernstig in gevaar brengen. Zet, in de verwamingsmodus, ter voorkoming van beschadiging van de verwarmingstoestellen door al te heet water, de doelvoorlooptemperatuur op een minimumstand van 2 ºC lager dan de maximaal toegestane temperatuur van alle verwarmingstoestellen. Zet voor Zone2, de doelvoorlooptemperatuur op een minimumstand van 5 ºC lager dan de maximaal toegestane voorlooptemperatuur van alle verwarmingstoestellen in het Zone2-circuit.
LET OP
Druk niet met puntige voorwerpen op de bedieningstoetsen om te vermijden dat deze worden beschadigd. Tap het water af wanneer het toestel voor lange tijd wordt uitgeschakeld. Plaats geen met water gevulde container e.d. op het bovenpaneel.
► Lees de veiligheidsvoorschriften alvorens het toestel te bedienen. ► Respecteer deze veiligheidsvoorschriften om lichamelijk letsel en schade aan het toestel te voorkomen.
Gebruikt in deze handleiding
WAARSCHUWING: Deze voorschriften dienen te worden gerespecteerd om al dan niet dodelijk letsel te voorkomen.
LET OP: Deze voorschriften dienen te worden gerespecteerd om schade aan het toestel te voorkomen.
Volg de instructies in deze handleiding en de lokale reglementering bij het gebruik van dit toestel.
Weggooien van de unit
Dit symbool is uitsluitend van toepassing op EU-landen. Dit symbool is in overeenstemming met richtlijn 2002/96/EC Artikel 10 Informatie voor gebruikers en Annex IV, en/of Richtlijn 2006/66/EC Artikel 20 Informatie voor eindgebruikers en Annex II.
Uw Mitsubishi Electric verwarmingssysteem is gefabriceerd met materialen en onderdelen van hoge kwaliteit die kunnen worden gerecycled en/of opnieuw kunnen worden gebruikt. Het symbool in Afbeelding 1.1 betekent dat elektrische en elektronische apparaten, batterijen en accumulators bij het bereiken van het eind van hun levensduur afzonderlijk van het normale huishoudelijke afval moeten worden weggegooid. Indien een chemisch symbool onder het symbool (Afbeelding
1.1) is afgedrukt, betekent dit chemisch symbool dat de batterij of accumulator een zware stof of metaal van een bepaalde concentratie bevat. Dit wordt als volgt aangegeven; Hg: kwik (0,0005%), Cd: (cadmium (0,002%), Pb: lood (0,004%)
In de Europese Unie zijn er afzonderlijke verzamelsystemen voor gebruikte elektrische en elektronische producten, batterijen en accumulators. Breng derhalve deze apparatuur, batterijen en accumulators op de juiste wijze naar de van toepassing zijnde lokale instantie of het verzamel-/recyclingpunt.
Raadpleeg uw lokale Mitsubishi Electric handelaar omtrent de voor uw land
specieke details aangaande het weggooien.
Help ons het milieu te beschermen.
<Afbeelding 1.1>
2 kW
3 kW
1 kW
4. Verdamper
(Luchtwarmtewisselaar buitenunit)
3
Inleiding
2
NL
Overzicht van het systeem
Het Mitsubishi Electric Air to Water (ATW) warmtepompsysteem bestaat uit de volgende componenten: buiten-warmtepompunit en binnen-cilinder of hydrobox die de hoofdbediening bevat.
Schematische voorstelling monobloc-systeem
Het doel van deze handleiding is informatie te geven over hoe het luchtbron-
warmtepompsysteem werkt, hoe het systeem op de meest efciënte manier
kan worden gebruikt en hoe instellingen op de hoofd-controller kunnen worden veranderd.
Deze apparaten zijn niet ontworpen voor gebruik door personen die minder lichamelijk of mentaal vermogen hebben of onvoldoende kennis en ervaring voor het gebruik hebben (inclusief kinderen), tenzij deze personen supervisie of aanwijzingen voor het gebruik van de apparaten krijgen van een persoon die voor hen verantwoordelijk is. Let goed op dat kleine kinderen niet met de apparaten kunnen spelen. Deze handleiding moet bij de unit of op een toegankelijke plaats ter referentie worden bewaard.
Hoe de warmtepomp werkt
Ruimteverwarming en SWW
Warmtepompen nemen elektrische energie en lage-temperatuur warmte-energie van de lucht buitenshuis en verwarmen daarmee koelmiddel dat weer water
verwarmd voor huishoudelijk gebruik en ruimteverwarming. De efciency van een warmtepomp staat bekend als de Coefcient of Performance (Prestatie­coëfciënt) ofwel COP, dit is de verhouding tussen de geleverde warmte en het
verbruikte vermogen.
De werking van een warmtepomp is gelijk aan een koelkast in omgekeerde vorm. Dit proces staat bekend als de dampcompressiecyclus en wat hier volgt is een meer gedetailleerde uitleg.
De eerste fase begint met koelmiddel dat koud is en onder lage druk staat.
1. Het koelmiddel in het circuit wordt gecomprimeerd wanneer het de compressor passeert. Het wordt heet gas onder hoge druk. De temperatuur stijgt gewoonlijk ook tot 60 °C.
2. Het hete koelmiddelgas wordt dan gecondenseerd wanneer het passeert langs één zijde van een platenwarmtewisselaar. Warmte van het koelmiddelgas wordt overgedragen aan de koelere zijde (waterzijde) van de warmtewisselaar. Naarmate de temperatuur van het koelmiddel afneemt, verandert de toestand van de gas in een vloeistof.
3. Nu staat het als koude vloeistof nog steeds onder hoge druk. Om de druk te laten afnemen wordt de vloeistof door een expansieventiel gestuurd. De druk daalt maar het koelmiddel blijft een koude vloeistof.
4. Het eindstadium van de cyclus is wanneer het koelmiddel door de verdamper gaat en verdampt. Het is op dit punt dat wat van de vrije warmte-energie in de buitenlucht wordt geabsorbeerd door het koelmiddel.
Alleen het koelmiddel doorloopt deze cyclus; het water wordt verwarmd wanneer het door de platenwarmtewisselaar stroomt. De warmte-energie van het koelmiddel passeert de platenwarmtewisselaar en wordt afgegeven aan het koelere water dat zo opwarmt. Dit verwarmde water komt in het primaire circuit en wordt rondgepompt en gebruikt voor ruimteverwarming en indirecte opwarming van de SWW-tank (indien aanwezig).
Lagetemperatuur-hernieuwbare warmte energie onttrokken aan de omgeving
Invoer elektrische energie
Uitvoer warmte-energie
2. Condensator
(Platenwarmtewisselaar)
1. Compressor
3. Expansieventiel
4
Inleiding
2
NL
Economisch verantwoord verwarmen
Luchtwarmtepompen staan het hele jaar door in voor warmwaterproductie (in combinatie met een geschikte SWW-tank) en ruimteverwarming. Dit systeem verschilt dan ook van een conventioneel verwarmings- en warmwatersysteem
op fossiele brandstof. De prestatiecoëfciënt (COP) geeft het rendement
van een warmtepomp aan, zoals reeds aangestipt in de inleiding. Om uw
verwarmingssysteem zo efciënt en zuinig mogelijk te laten werken, moet u op
de volgende punten letten.
Aandachtspunten inzake warmtepompsystemen
Sanitair warm water- en legionellafuncties zijn alleen beschikbaar voor cilinders of hydroboxen die zijn aangesloten op een geschikte SWW-tank. Bij normaal gebruik is gelijktijdige warmwaterproductie en ruimteverwarming af te raden. Bij extreem lage buitentemperaturen kan de dompelweerstand (indien aanwezig) worden gebruikt voor warmwaterproductie terwijl de warmtepomp blijft instaan voor ruimteverwarming. Hou er wel rekening mee dat de
dompelweerstand alleen geen efciënte methode is om de hele SWW-tank te
verwarmen. Bij normaal gebruik fungeert hij dus alleen als noodreserve. Het warm water dat door de warmtepomp wordt geproduceerd, heeft een lagere temperatuur dan dat van een fossiele boiler.
Overzicht van de bedieningsfuncties
De cilinder en hydrobox zijn uitgerust met een ingebouwde Flow Temperature Controller4 (FTC4). Dit toestel stuurt zowel de buiten-warmtepompunit als de cilinder of hydrobox aan. Dankzij de geavanceerde technologie levert een FTC4-geregelde warmtepomp niet alleen besparingen op vergeleken met traditionele, met fossiele brandstoffen gestookte verwarmingsystemen, maar ook vergeleken met andere warmtepompen op de markt.
Zoals uitgelegd in het hoofdstuk "Zo werkt de warmtepomp", zijn warmtepompen
het meest efciënt wanneer zij water leveren met een lage voorlooptemperatuur.
De geavanceerde technologie van de FTC4 maakt het mogelijk de kamertemperatuur op het gewenste niveau te houden met de laagst mogelijke voorlooptemperatuur van de warmtepomp.
In kamertemperatuurmodus (auto-adaptatie) meet de controller ruimte­en voorlooptemperaturen met behulp van temperatuursensoren rond het verwarmingssystemen. Deze gegevens worden door de controller regelmatig bijgewerkt en vergeleken met eerdere gegevens zodat veranderingen in de kamertemperatuur kunnen worden voorspeld en de voorlooptemperatuur hierop kan worden afgestemd. Door niet alleen de buitentemperatuur maar ook de kamertemperatuur en de temperatuur van het watercircuit te monitoren, is de verwarming meer gelijkmatig en worden plotse verwarmingspieken afgevlakt. Hierdoor kan de voorlooptemperatuur worden beperkt.
Implicaties
Indien de warmtepomp wordt gebruikt voor SWW, moet de tijd voor het verwarmen van de tank met de WEEKKLOK-functie worden ingesteld (zie bladzijde 13). U kunt het best een tijd 's nachts instellen wanneer er weinig ruimteverwarming wordt gebruikt en vaak speciale korting voor elektriciteit (nachttarief) is. In de meeste situaties wordt ruimteverwarming het best uitgevoerd met de kamertemperatuurmodus. De warmtepomp analyseert de huidige kamertemperatuur en reageert gecontroleerd op veranderingen met gebruik
van de specieke Mitsubishi Electric controllers.
Het gebruik van de WEEKKLOK-functie en VAKANTIE-functie voorkomt het onnodig verwarmen van een ruimte of SWW wanneer u weet dat er gedurende een bepaalde tijd niemand aanwezig zal zijn. Vanwege een lagere stroomtemperatuur, moeten warmtepomp­verwarmingssystemen worden gebruikt met radiators met een groot oppervlak of een vloerverwarming. Hiermee wordt de ruimte gestadig
verwarmd en de efciëntie verhoogd zodat de kosten voor de werking van
het systeem relatief laag zijn omdat de warmtepomp geen water met hoge temperatuur hoeft te produceren.
Systeemconfiguratie
Monobloc-systeem Split model-systeem
Modelnaam EHPT20X- EHST20C-
Cilinder
Modelnaam EHPX- EHSC-, ERSC-
Hydrobox
1.
3.
4.
4.
5.
6.
7.
8.
5.
9.
4. 3.
3.
6.
6.
2.
2.
1.
2.
10.
12.
13.
5.
11.
14.
15.
1.
2.
16.
17.
5
Uw verwarmingssysteem
3
NL
Belangrijke onderdelen - Opmerkingen
Platenwarmtewisselaar
Waterleidingen
Buiten-warmtepompunit
Binnencilinder
Platenwarmtewisselaar
Koelmiddelleidingen
Buiten-warmtepompunit
Binnencilinder
Platenwarmtewisselaar
Koelmiddelleidingen
Buiten-warmtepompunit
Binnen-hydrobox
<Cilinder>
<Hydrobox>
Onderaanzicht
Frontale verhoging
Platenwarmtewisselaar
Waterleidingen
Buiten-warmtepompunit
Binnen-hydrobox
EHPX (Monobloc-systeem)EHSC (Split model-systeem)
Onderaanzicht
1. Hoofdbediening
2. Manometer (drukmeter)
3. Retourverbinding ruimteverwarming/ Indirect SWW-tank (primair)
4. Voorloopverbinding ruimteverwarming/ Indirect SWW-tank (primair)
5.
Aansluitingen warmtepomp/koelmiddel
6. Afvoerbuis van overdrukventiel
7. Voorloopaansluiting van warmtepomp
8. Retouraansluiting naar warmtepomp
9. Afvoermof
10. Koudwaterinlaataansluiting
11. SWW-uitlaataansluiting
12. Aansluiting zonneboiler (hulpwarmtebron)
13. Retouraansluiting ruimteverwarming
14. Voorloopaansluiting ruimteverwarming
15
Overdrukventiel
16. Automatische ontluchter
17. Temperatuur- en overdrukventiel *ALLEEN EHPT20X-VM2HB
Bovenaanzicht
ERSC (Split model-systeem)
Onderaanzicht
Loading...
+ 12 hidden pages