Mio C320 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
R01 (EU)
Handelsmerken Alle merk- en productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke bedrijven
Opmerking De specificaties en handleidingen zijn onderhevig aan wijzigingen zonder kennisgeving. Mio Technology aanvaardt geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade die is opgelopen door fouten, weglatingen of afwijkingen tussen het apparaat en de handleidingen.
Inhoudsopgave
Voorzorgsmaatregelen en mededelingen ............................................iii
1 Aan de slag........................................................................................1
1.1 Kennismaken met de hardwarefuncties............................................... 1
Onderdelen op de voorzijde................................................................. 1
Onderdelen op de achterzijde.............................................................. 2
Onderdelen op de linkerzijde ............................................................... 2
Onderdelen aan de bovenzijde ............................................................ 3
Onderdelen aan de onderzijde............................................................. 3
1.2 De eerste keer opstarten...................................................................... 4
1.3 De batterij opladen via de USB-kabel .................................................. 6
1.4 Het apparaat in een voertuig gebruiken............................................... 7
De apparaat- of TMC-slede gebruiken (Afzonderlijk verkrijgbaar)....... 7
De autovoedingskabel aansluiten ........................................................ 8
1.5 Basisvaardigheden............................................................................... 9
Het apparaat in- en uitschakelen ......................................................... 9
Het apparaat besturen ......................................................................... 9
Startscherm ........................................................................................ 10
Het schermtoetsenbord gebruiken..................................................... 11
1.6 Een SD/MMC-kaart gebruiken ........................................................... 12
2 Audio................................................................................................15
2.1 Audio starten en afsluiten................................................................... 15
2.2 De audiobestanden Voorbereiden voor Uw Apparaat ....................... 16
2.3 Audiobestanden Afspelen .................................................................. 16
2.4 Bedieningselementen Weergave ....................................................... 17
2.5 Liedjesteksten weergeven.................................................................. 19
Het liedjestekstbestand voorbereiden voor uw apparaat................... 19
Nummers afspelen met weergave van liedjesteksten ....................... 19
2.6 De afspeellijsten gebruiken................................................................ 20
Een speellijst maken .......................................................................... 20
Een afspeellijst openen...................................................................... 21
2.7 Versterker........................................................................................... 22
i
2.8 Instellingen ......................................................................................... 23
3 Instellingen......................................................................................23
3.1 Instellingen starten en afsluiten.......................................................... 23
3.2 Achterlicht........................................................................................... 24
3.3 Volume ............................................................................................... 24
3.4 Scherm ............................................................................................... 25
3.5 Vermogen........................................................................................... 26
3.6 Datum&tijd.......................................................................................... 27
3.7 Andere Taal........................................................................................ 29
3.8 Terugzetten ........................................................................................ 30
4 MioTransfer .....................................................................................31
4.1 Mio Transfer installeren...................................................................... 31
4.2 Mio Transfer starten en afsluiten........................................................ 32
4.3 Multimediabestanden kopiëren naar uw apparaat............................. 33
Bestanden beheren............................................................................ 35
5 Problemen oplossen en onderhoud .............................................37
5.1 Opnieuw opstarten en Afsluiten ......................................................... 37
Uw apparaat opnieuw opstarten ........................................................ 37
Uw apparaat uitschakelen.................................................................. 37
5.2 Problemen oplossen .......................................................................... 38
Problemen met de voeding ................................................................ 38
Problemen met het scherm................................................................ 38
Problemen met de aansluiting............................................................ 39
GPS-problemen.................................................................................. 39
5.3 Uw apparaat onderhouden................................................................. 40
6 Reglementeringsinformatie ...........................................................41
6.1 Regelgevingverklaringen.................................................................... 41
Europese mededeling ........................................................................ 41
6.2 Veiligheidsmaatregelen...................................................................... 42
Over het opladen................................................................................ 42
Over de voedingsadapter................................................................... 42
Over de batterij................................................................................... 43
ii
V
oorzorgsmaatregelen en
Voorzorgsmaatregelen en mededelingen
mededelingen
Voor uw eigen veiligheid raden wij u af de bedieningselementen van het
apparaat te gebruiken tijdens het rijden.
Wees voorzichtig wanneer u het apparaat gebruikt. Het product is uitsluitend
bedoeld als navigatiehulpmiddel. Het is niet bedoeld om nauwkeurige afmetingen te geven met betrekking tot de richting, de afstand, de locatie of de topografie.
De berekende route is alleen informatief bedoeld. De gebruiker is persoonlijk
verantwoordelijk voor het opvolgen van de verkeersborden en het naleven van de verkeersvoorschriften.
Laat het apparaat niet achter op het dashboard dat aan direct zonlicht is
blootgesteld wanneer u de auto verlaat. Oververhitting van de batterij kan defecten en/of gevaar veroorzaken.
GPS wordt beheerd door de regering van de Verenigde Staten, die alleen
verantwoordelijk is voor de werking van GPS. Elke wijziging aan het GPS-systeem kan de nauwkeurigheid van alle GPS-apparatuur beïnvloeden.
GPS-signalen gaan niet door vaste materialen (behalve glas). Wanneer u in
een tunnel of een gebouw bent, is de GPS-positionering niet beschikbaar.
Minimaal vier 4 GPS-satellieten zijn nodig om de huidige GPS-positie te
bepalen. De ontvangst van het signaal kan worden beïnvloed door omstandigheden zoals slecht weer of obstakels boven uw hoofd (zoals bomen en hoge gebouwen).
Draadloze apparaten kunnen de ontvangst van satellietsignalen storen en een
onstabiele ontvangst van het signaal veroorzaken.
iii
Wanneer u het apparaat in de auto gebruikt, hebt u een autohouder nodig. Het
is aanbevolen het apparaat op een geschikte plaats te installeren en niet op de plaatsen die in de onderstaande afbeelding worden weergegeven
Niet monteren wanneer het gezichtsveld van de chauffeur geblokkeerd is.
Niet monteren voor de panelen van de airbag.
Niet los op het dashboard plaatsen.
Niet monteren binnen het bereik van een geopende airbag.
iv
1 Aan de slag

1.1 Kennismaken met de hardwarefuncties

OPMERKING: Afhankelijk van het gekochte model, kan de kleur van het apparaat afwijken van de afbeeldingen in deze handleiding.

Onderdelen op de voorzijde

Ref Onderdeel Beschrijving
Aanraakscherm vinger
Laadindicator j
Geeft de uitvoer van het apparaat weer. Tik met uw op het scherm om menuo informatie in te voeren.
Het oranje lampje brandt om aan te geven dat de batteri wordt opgeladen en het groene batterij volledig is opgeladen.
pdrachten te selecteren of
lampje brandt zodra de
1

Onderdelen op de achterzijde

Ref Onderdeel Beschrijving
Aansluiting
GPS­autoantenne
Houder Wordt aangesloten op de autohouder.
Onder de rubberkap is een aansluiting voorzien voor de GPS-autoantenne. Met de antenne op het dak van de auto bent u verzekerd van een betere signaalontvangst.

Onderdelen op de linkerzijde

2
Ref Onderdeel Beschrijving
SD/MMC-sleuf Ondersteunt SD- (Secure Digital) of MMC-
Hoofdtelefoon-
aansluiting
(MultiMediaCard) kaarten voor toegang tot gegevens zoals kaarten
Voor het aansluiten van een stereo hoofdtelefoon.

Onderdelen aan de bovenzijde

Ref Onderdeel Beschrijving
Voedingsknop Schakelt het apparaat in en uit. (Er is een verschil wanneer u
de knop kort of lang indrukt. Zie Paragrafen 1.6 en 5.1 voor meer informatie.)

Onderdelen aan de onderzijde

Ref Onderdeel Beschrijving
Mini-USB­aansluiting
Aansluiting slede
Voor aansluiting op de lader of USB-kabel.
biedt aansluiting voor de apparaat- of TMC-slede. (De bijgeleverde slede is afhankelijk van het model dat u hebt aangeschaft.)
3

1.2 De eerste keer opstarten

1. Om het apparaat voor de eerste keer op te starten, houdt u de voedingsknop gedurende 5 seconden ingedrukt.
OPMERKING: Voor een normale werking, drukt u kort op de voedingsknop om uw apparaat in en uit te schakelen.
2. Uw apparaat wordt ingeschakeld. Laad uw apparaat onmiddellijk op zoals beschreven in de volgende paragraaf.
3. Het scherm "Andere taal" verschijnt. Tik op de pijlknop om de gewenste taal
te selecteren. Tik daarna op de knop
.
4. Het scherm "Datum&tijd" verschijnt. Tik op de juiste pijlknop om de
tijdzone, datum en tijd te selecteren en tik daarna op de knop
4
.
5. Het startscherm verschijnt. U kunt nu uw apparaat gebruiken.
Audio Instellingen
5

1.3 De batterij opladen via de USB-kabel

1. Schakel de computer in.
2. Sluit het mini-uiteinde van de USB-kabel aan op de onderkant van uw apparaat en het andere uiteinde op de USB-poort van de computer.
3. Als uw apparaat is ingeschakeld, verschijnt het onderstaande scherm. Wanneer uw apparaat op een computer is aangesloten, zult u het niet kunnen gebruiken.
4. Het oranje lampje van de laadindicator brandt tijdens het opladen. Koppel het apparaat niet los tot de batterij volledig is opgeladen wanneer de laadindicator groen oplicht. Het opladen kan enige uren duren.
6
OPMERKING:
Wanneer het apparaat op een computer wordt aangesloten, wordt het herkend als een
extern apparaat voor massaopslag. Verwijder geen bestanden die zijn voorgeïnstalleerd op het apparaat. Als u bestanden verwijdert waarvan u de functie niet kent, kan dit fouten veroorzaken in de programma’s of functies.
Als u uw apparaat op deze manier wilt opladen, moet u het apparaat uitschakelen zodat
het opladen van de batterij sneller verloopt.
OPMERKING: let op het volgende voor een optimale prestatie van de lithiumbatterij:
Laad de batterij niet op bij een hoge temperatuur (bijv. in direct zonlicht). U hoeft de batterij niet eerst volledig te ontladen voordat u begint met het opladen. U kunt
de batterij opladen voordat deze leeg is.
Als u het product gedurende langere tijd niet zult gebruiken, moet u de batterij minstens
elke twee weken volledig opladen. Het overladen van de batterij kan de laadprestatie beïnvloeden.

1.4 Het apparaat in een voertuig gebruiken

OPGELET:
Selecteer een geschikte locatie voor de montage van het apparaat in een voertuig. Plaats
het apparaat nooit op een plaats waar het zicht van de chauffeur wordt gehinderd. Zorg ervoor dat de GPS-antenne een vrij zicht op de hemel heeft.
Als de voorruit van de auto getint glas heeft, raden wij u aan een autoantenne (afzonderlijk
verkrijgbaar) te gebruiken die van op het dak van de auto, door de ruit, wordt geleid. Zorg ervoor dat de antenne niet gekneld raakt wanneer u het raampje sluit.

De apparaat- of TMC-slede gebruiken (Afzonderlijk verkrijgbaar)

Gebruik de slede en de voet om uw apparaat in een voertuig te bevestigen. (Zie afzonderlijk document voor de installatie-instructies.)
7
Met de TMC-houder (Afzonderlijk verkrijgbaar) kunt u de TMC-antenne aansluiten voor de ontvangst van radiozenders die worden gebruikt om chauffeurs op de hoogte te brengen van de verkeerssituatie. TMC-informatie wordt gecontroleerd door de navigatiesoftware. Zodra de informatie is ontvangen, kunt u deze weergeven op uw apparaat en verschijnen er verkeerspictogrammen in de kaartweergave. Sommige wegen waarop druk verkeer is gemeld, zullen worden gemarkeerd en u kunt ervoor kiezen deze wegen te vermijden. In dat geval wordt automatisch een alternatieve route berekend. (Raadpleeg de handleiding van de navigatiesoftware voor gedetailleerde informatie.)

De autovoedingskabel aansluiten

De autovoedingskabel levert stroom aan uw apparaat, wordt de voeding geleverd door de autolader.
OPGELET: om uw apparaat te beschermen tegen onvoorziene stroompieken, mag u de autovoedingskabel pas aansluiten nadat de motor van de auto is gestart.
1. Sluit het ene uiteinde van de autolader aan op de voedingsaansluiting van de houder.
2. Sluit het andere uiteinde aan op de sigarettenaansteker in de auto om stroom te leveren aan uw apparaat.
8

1.5 Basisvaardigheden

Het apparaat in- en uitschakelen

Voor een normale werking, schakelt u het apparaat uit door kort op de voedingsknop te drukken. Het apparaat gaat in stand-by.
Wanneer u de voedingsknop vervolgens opnieuw kort indrukt, wordt het systeem opnieuw geactiveerd. U zult terugkeren naar het punt waar u bent gestopt of u krijgt het startscherm te zien.
OPMERKING
Het scherm dat u ziet na het opnieuw activeren, is afhankelijk van het programma dat u
gebruikte op het ogenblik dat u het apparaat in stand-by hebt gezet. Sommige programma's worden afgesloten wanneer u het apparaat in stand-by zet. Dit betekent dat u na de activering alleen het startscherm zult zien.
Als u de voedingsknop langer ingedrukt houdt, geeft dit een ander effect. Zie paragraaf
5.1 voor meer informatie.

Het apparaat besturen

Om uw apparaat te besturen, raakt u met uw vingertop het scherm aan. U kunt de volgende handelingen uitvoeren:
9
Tikken
Raak het scherm eenmaal met uw vingertop aan om items te openen en knoppen of opties op het scherm te selecteren.
Slepen
Houdt uw vingertop op het scherm en sleep het omhoog/omlaag/naar links/naar rechts of over het scherm.
Tikken en vasthouden
Tik op het scherm en houdt uw vingerpunt daar totdat de handeling is voltooid, of tot er een resultaat of menu wordt weergegeven.

Startscherm

De eerste keer dat u uw apparaat inschakelt, wordt het startscherm weergegeven. Het startscherm is uw startpunt voor verschillende taken. Tike op een knop om een taak te starten, of om een ander menu te openen.
Audio Instellingen
Knopnaam Beschrijving Zie ook
MioMap Start de navigatiesoftware. Raadpleeg de met de
Audio Speelt audiobestanden af. Hoofdstuk 2
Instellingen Hiermee past u de systeeminstellingen aan. Hoofdstuk 3
software meegeleverde
handleiding.
10

Het schermtoetsenbord gebruiken

Er zijn situaties waarbij u tekst of cijfers moet invoeren op uw apparaat. Zo moet u bijvoorbeeld namen, adressen en telefoonnummers in het programma Contacts (Contactpersonen) in te voeren. In dergelijke situaties verschijnt het hieronder weergegeven toetsenbord op het scherm. Afhankelijk van de huidige bewerking, verschijnt het alfabetische of het cijfer/symbolentoetsenblok.
Alfabetisch toetsenblok
Backspace
Spatiebalk
Schakelen tussen kleine
letters en hoofdletters
Umlaut inschakelen.
Schakelen naar het cijfer/symbolentoetsenblo
Cijfer/symbolentoetsenblok
Schakelen naar alfabetisch toetsenblok
11
Wanneer u op tikt om de umlaut in te schakelen, kunt u herhaaldelijk op een klinker tikken om een andere vorm van de letter in te voeren. U kunt ook op de
letter in het pop-upvenster tikken, zoals hieronder weergegeven.
Tik op
nadat u de invoer hebt voltooid.
Umlaut ingeschakeld. Tik opnieuw op de knop om uit te schakelen.

1.6 Een SD/MMC-kaart gebruiken

Uw apparaat is voorzien van een SD/MMC-sleuf waarin u een optionele Secure Digital- of MultiMediaCard- geheugenkaart kunt plaatsen. Opslagkaarten tot 2 GB worden ondersteund.
Om een SD/MMC-kaart te gebruiken, plaatst u de kaart in de sleuf met de connector naar de sleuf en het label naar de voorkant van het apparaat gericht.
Als u een kaart wilt verwijderen, moet u eerst controleren of er geen toepassingen gebruik maken van de kaart. Duw vervolgens voorzichtig op de bovenste rand van de kaart om deze te ontgrendelen en trek de kaart uit de sleuf.
12
OPMERKING:
Zorg ervoor dat er geen vreemde objecten in de sleuf terechtkomen. Bewaar een SD- of MMC-kaart in een goed beschermde doos om stof en vocht te
vermijden als u de kaart niet gebruikt.
13

2 Audio

2.1 Audio starten en afsluiten

Audio biedt:
Het afspelen van MP3/WAV/WMA-bestanden
Basis-afspeelbesturingen zoals afspelen, pauzeren, stoppen, volgende en
vorige
Afspelen inclusief enkelvoudige selectie afspelen, herhaling, enkele
herhaling, voorbeeld afspelen, normale volgorde en willekeurige volgorde.
11 vooraf ingestelde audioprofielen voor versterker
Ondersteuning van afspeellijst
Afspelen op de achtergrond
Weergave van liedjesteksten
Tik op het startscherm op om het programma te starten.
Wanneer u het programma start, verschijnt het bedieningspaneel waarmee u de speler gemakkelijk kunt bedienen door op de knoppen op het scherm te tikken.
Audio
Audio Instellingen
15
Om het programma te verlaten, tikt u op
.
2.2 De audiobestanden Voorbereiden voor Uw
Apparaat
Zorg dat u over bestanden (.mp3/.wav/.wma) beschikt in de map My Flash Disk\My Audio van het apparaat of op een geheugenkaart voordat u begint met
het gebruik van het programma.
Met het hulpprogramma Mio Transfer kunt u de bestanden gemakkelijk van de computer naar de gewenste locatie kopiëren. (Raadpleeg paragraaf 4.3 voor details.)

2.3 Audiobestanden Afspelen

1. Als uw bestanden op een opslagkaart staan, steekt u deze kaart in uw apparaat.
2. Tik op het startscherm op
3. Het programma zal de ondersteunde geluidsbestanden zoeken op het apparaat en de geheugenkaart. Wanneer er bestanden worden gevonden, worden deze toegevoegd aan de afspeellijst.
OPMERKING: U kunt voor toekomstig afspelen uw eigen afspeellijsten maken. (Raadpleeg paragraaf 2.6 voor details.)
4. Om het afspelen te beginnen, tikt u op . Om het afspelen te besturen, gebruikt u de besturingsknoppen zoals later wordt beschreven.
Audio om het programma te starten.
16
Het informatiegebied toont de huidige status, inclusief de status afspelen/pauzeren/stoppen, de verstreken tijd, de voedingsstatus, de weergavemodus, het volumeniveau en de eigenschappen van het huidige nummer, zoals de artiest (indien beschikbaar bij het bestand), de bestandsnaam, de totale lengte en stereo/mono-informatie.
OPMERKING:
Tijdens het afspelen, zal de achtergrondverlichting van het scherm automatisch
uitschakelen als u niet binnen de vooraf ingestelde tijd op het scherm hebt getikt (standaard 30 seconden). De achtergrondverlichting wordt opnieuw ingeschakeld wanneer u op de voedingsknop of wanneer het afspelen van de huidige afspeellijst is beëindigd.
Als de totale duur van een nummer langer is dan 99 minuten en 59 seconden, kan het
informatiegebied de lengte niet correct weergeven omdat het maximale toegestane cijfer 99:59 is. Het afspelen van het nummer wordt echter niet beïnvloed.

2.4 Bedieningselementen Weergave

Bedieningsknop Naam Beschrijving
/
/
/
Afspelen/ Pauzeren
Stop Het afspelen stoppen.
Vorige/ Volgende
Volume Het volume verhogen of verlagen.
Voortgangs­balk
Het afspelen voortzetten of pauzeren.
Het vorige of volgende bestand afspelen.
De indicator op het paneel toont het huidige volumeniveau.
U kunt op een punt op de volgbalk tikken om rechtstreeks naar een andere locatie in de weergave te gaan.
17
Afspeelmodus Schakelt naar de volgende modus:
Liedjesteksten
Minimaliseren
Speellijst Open een afspeellijst. (Raadpleeg paragraaf 2.6
Versterker Open het paneel van de versterker. (Raadpleeg
Instellingen Opent het scherm Settings (Instellingen) voor het
Afsluiten Sluit het programma en brengt u terug naar het
Herhaald afspelen van het huidige bestand.
Herhaald in volgorde afspelen van alle bestanden in de huidige afspeellijst.
Afspelen in willekeurige volgorde van alle bestanden in de huidige afspeellijst.
Afspelen in willekeurige volgorde van de intro (10 seconden) van alle bestanden in de huidige afspeellijst.
Afspelen in volgorde van alle bestanden in de huidige afspeellijst.
Opent de weergave van de liedjesteksten. Alleen beschikbaar als het huidige nummer liedjesteksten bevat. (Raadpleeg paragraaf 2.5 voor meer informatie.)
Hiermee minimaliseert u het MP3-bedieningspaneel en speelt u de muziek af op de achtergrond.
voor meer informatie.)
paragraaf 2.7 voor meer informatie.)
instellen van de energiespaarstand en het openen van het Help-bestand. (See Section 2.8 for more information.)
startscherm.
18

2.5 Liedjesteksten weergeven

Met de Audiospeler kunt u de liedjesteksten in real time weergeven op het scherm tijdens het afspelen van nummers. Deze functie is vooral handig wanneer u wilt meezingen met de nummers.

Het liedjestekstbestand voorbereiden voor uw apparaat

Om de liedjesteksten weer te geven, moeten er liedjestekstbestanden (.lrc) voorzijn zijn in de map \My Flash Disk\My Audio\Lyric\ van uw apparaat of in de map \Lyric\ van uw geheugenkaart.
OPMERKING: U kunt deze .lrc-bestanden zoeken en downloaden van het internet.
Gebruik de Mio Transfer om de liedjesteksten te kopiëren naar de juiste locatie op uw apparaat (zie paragraaf 4.3 voor informatie). Wanneer u een liedjestekstbestand naar uw apparaat kopieert, moet u ervoor zorgen dat u dezelfde bestandsnaam als het audiobestand gebruikt. Als een MP3-bestand bijvoorbeeld de naam My Love.mp3 heeft, moet het liedjestekstbestand My Love.lrc zijn.
OPMERKING: Wanneer u nummers afspeelt met weergave liedjesteksten, wordt de functie voor het uitschakelen van de achtergrondverlichting na 30 sec. uitgeschakeld.

Nummers afspelen met weergave van liedjesteksten

De knop is beschikbaar wanneer u een nummer met liedjesteksten afspeelt. Tik op deze knop om de liedjestekst weer te geven.
19
Terwijl het nummer wordt afgespeeld, schuift de tekst per regel over het scherm
A
waarbij de huidige regel met een andere kleur wordt gemarkeerd. De achtergrondafbeelding wijzigt volgens een specifiek tijdinterval.
Tik op een willekeurige plaats op het scherm om het scherm met de liedjestekst te sluiten en terug te keren naar het bedieningspaneel.

2.6 De afspeellijsten gebruiken

U kunt uw eigen afspeellijsten maken om ze later te gebruiken.

Een speellijst maken

1. Tik op de knop op het bedieningspaneel om het scherm met de afspeellijst te openen. Het scherm geeft de huidige afspeellijst weer.
Het geselecteerde
bestand afspelen.
Het geselecteerde nummer uit
de lijst of van het opslagmedium
Voeg nummer toe
verwijderen.
afspeellijst wissen (er worden geen bestanden verwijderd.)
Open het overzicht vanaf speellijsten.
lle nummers uit de huidige
Bewaar de afspeellijst.
Terug
2. Om een liedje aan de afspeellijst toe te voegen, tikt u op
.
3. Een scherm verschijnt waarin alle audiobestanden worden weergegeven. Tik
op de nummers die u wilt toevoegen en tik vervolgens op
.
20
A
Voeg geselecteerd(e) nummer(s)
toe aan de afspeellijst.
Terug
lle nummers toevoegen aan
de afspeellijst..
4. Om de afspeellijst op te slaan, tikt u op
.
5. Het toetsenbordscherm verschijnt. Hiermee kunt u de standaardnaam van de afspeellijst wijzigen. Wijzig de naam van de afspeellijst als u dat wenst. Tik op
wanneer u klaar bent.
6. Om naar het configuratiepaneel terug te keren, tikt u op
.

Een afspeellijst openen

Om een van de door u gemaakte afspeellijsten te openen, gaat u als volgt te werk:
1. Tik op de knop afspeellijst te openen.
op het bedieningspaneel om het scherm met de
2. Tik op
om alle door u gemaakte afspeellijsten weer te geven.
21
3. Tik op de afspeellijst die u wilt openen en tik op .
A
Naam geselecteerde
afspeellijst wijzigen.
Verwijder de geselecteerde
afspeellijst.
Open de geselecteerde afspeellijst.
lle afspeellijsten verwijderen.
Terug
4. Om naar het configuratiescherm terug te keren, tikt u op
.

2.7 Versterker

Het programma levert 11 vooraf ingestelde audioprofielen. Tik op om het paneel van de versterker (equalizer) te openen.
Tik op Rock, Pop, Jazz, Klassiek, Dance, Heavy, Disco, Zacht, 3D, en Hall.
of op t om door de beschikbare opties te gaan: Standaard,
22
Tik op om uw selectie op te slaan en naar het configuratiescherm terug te keren.
Om het profiel Normal te selecteren, tikt u op
.

2.8 Instellingen

Tikt u op . Het scherm Settings (Instellingen) wordt weergegeven.
Help
OPMERKING Om de functie van elke knop te kennen, kunt u op tikken. Tik vervolgens op de knop in de lijst om een beschrijvingsregel aan de rechterzijde van het scherm weer te geven.
Tik in het selectievakje () om de energiespaarstand in te schakelen. Tik op de knop omhoog/omlaag om de timer in te stellen op 10 seconden, 30 seconden, 1 minuut of 5 minuten. Tijdens het afspelen, zal de achtergrondverlichting van het scherm automatisch uitschakelen als u niet binnen de vooraf ingestelde tijd op het scherm hebt getikt (standaard 30 seconden). De achtergrondverlichting wordt opnieuw ingeschakeld wanneer u op de voedingsknop of wanneer het afspelen van de huidige afspeellijst is beëindigd.
Tik op
om eventuele wijzigingen op te slaan.
23

3 Instellingen

3.1 Instellingen starten en afsluiten

U kunt de systeeminstellingen zoals helderheid van achterlicht, volume en taal aanpassen. Zodra u de instellingen hebt verandert, blijven de nieuwe instellingen in werking, totdat u ze opnieuw verandert.
Tik op het startscherm op de knop zoals hieronder wordt weergegeven.
Ins . Het menu Instellingen verschijnt
tellingen
Audio Instellingen
Om Instellingen af te sluiten, tikt u op
.
23
In de volgende paragrafen worden de verschillende knoppen en hun functies beschreven.

3.2 Achterlicht

1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen.
2. Tik op de knop
3. Verplaats de knop langs de schuifbalk om de helderheid van het achterlicht bij te stellen. Om het achterlicht donkerder te maken, verplaatst u de knop naar links. Om het achterlicht helderder te maken, verplaatst u de knop naar rechts.
Achterlicht (Backlight).
4. Tik op
om de wijzigingen op te slaan.

3.3 Volume

1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen.
24
2. Tik op de knop Volume.
3. Verplaats de knop langs de schuifbalk om het volume bij te stellen. Om het volume te verlagen, verplaatst u de knop naar links. Om het volume te verhogen, verplaatst u de knop naar rechts.
4. Tik op
om de wijzigingen op te slaan.

3.4 Scherm

U kunt het touch-screen kalibreren als deze niet nauwkeurig op uw tikken reageert.
1. Tik op het startscherm op de knop
2. Tik op de knop
Scherm.
Instellingen.
25
3. Tik op
4. Tik op het doel en houdt het centrum van het doel vast.
5. Als het doel naar een andere positie gaat, tikt u op het nieuwe doel en houdt u deze vast. Herhaal dit elke keer om het kalibreren te voltooien.
6. Bij voltooiing tikt u op
om het kalibreren te starten.
.

3.5 Vermogen

Om het resterende vermogenniveau van uw batterij te controleren en/of om de functie vermogenbezuiniging in te stellen, gaat u als volgt te werk:
1. Tik op het startscherm op de knop
2. Tik op de knop
Vermogen.
26
Instellingen.
3. Het scherm toont het resterende vermogen van uw batterij.
U kunt een timer instellen zodat deze automatisch uitgaat als uw apparaat voor een ingestelde tijdsperiode buiten werking is. De optie bevat Nooit, 30 minuten, 20 minuten en 10 minuten.
4. Tik op
om de wijzigingen op te slaan.

3.6 Datum&tijd

1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen.
2. Tik op de knop
Datum&tijd.
27
3. Om de tijdzone te veranderen, tikt u in het item "Tijdzonde" op de linker-/rechterpijlknop.
4. Om de datum te veranderen, tikt u in het item "Datum" op de pijlknop omlaag. Tik op de kalender op de linker pijlknop om naar de vorige maand of jaar te gaan. Als alternatief kunt u rechtstreeks bovenin de kalender op de maand of het jaar tikken, om de maand of het jaar te veranderen.
5. Als de kalender de huidige maand toont, tikt u op de kalender op de datum.
28
5. Om de tijd in te stellen, tikt u eerst in het item "Tijd" op het uur, de minuut of seconde en daarna tikt u op de pijlknop omhoog of omlaag, om de waarde respectievelijk te verhogen/verlagen.
6. Tik op
om de wijzigingen op te slaan.

3.7 Andere Taal

1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen.
2. Tik op de knop
3. Tik op de linker/rechter pijlknop om de gewenste taal te selecteren.
Andere taal.
4. Tik op
om de wijzigingen op te slaan.
29

3.8 Terugzetten

De instellingen terugzetten naar de standaard fabriekswaarden:
1. Tik op het startscherm op de knop
2. Tik op
3. Tik op
Terugzetten.
.
Instellingen.
30

4 MioTransfer

4.1 Mio Transfer installeren

Met Mio Transfer kunt u gegevens, zoals MP3 heel eenvoudig overdragen tussen uw apparaat en een computer. Mio Transfer op uw computer installeren:
1. Schakel uw computer in en plaats de toepassings-cd/dvd in het cd/dvd-romstation van uw computer.
2. Klik in het taalselectiescherm op de taal die u wilt gebruiken voor de installatie.
3. Klik op
Installeer Mio Transfer.
31
4. Klik op Volgende. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
OPMERKING: als u klikt op Installeer Mio Transfer wanneer Mio Transfer al op uw computer is geïnstalleerd, wordt de toepassing verwijderd uit uw systeem.

4.2 Mio Transfer starten en afsluiten

Klik op het pictogram Mio Transfer op het bureaublad van Windows om het programma te openen. Het scherm Mio Transfer verschijnt.
De menubalk van Mio Transfer bevat de volgende tabbladen:
Audio
hiermee kunt u de MP3-bestanden overdragen tussen uw apparaat en uw computer. (Zie paragraaf 9.3 voor details.)
Mio Online
biedt een koppeling de website van Mio.
Klik om Mio Transfer af te sluiten gewoon op
Afsluiten in de rechterbenedenhoek
van het scherm.
32

4.3 Multimediabestanden kopiëren naar uw apparaat

Voordat u multimediabestanden, zoals MP3-bestanden kunt afspelen, moeten er bestanden op uw apparaat aanwezig zijn.Gebruik Mio Transfer om bestanden van uw computer te kopiëren naar de juiste locatie op uw apparaat.
1. Als u bestanden naar een opslagkaart wilt kopiëren, plaatst u de kaart in uw apparaat.
2. Schakel uw computer en uw apparaat in.
3. Sluit het mini-uiteinde van de USB-kabel aan op de onderkant van uw apparaat en het andere uiteinde op de USB-poort van de computer.
4. Klik op het bureaublad van Windows op het pictogram Transfer te starten. Het scherm Mio Transfer verschijnt.
5. Om audiobestanden te kopiëren, klikt u in de menubalk bovenaan op
De linkerkolom toont de stations van uw computer en de rechterkolom toont
de bestanden in de overeenkomende map op het doelapparaat (
Mio Transfer om Mio
Audio.
of ).
33
Doel­apparaat
6. Selecteer uw doelapparaat door op een van de pictogrammen te klikken.
- Het flashgeheugen van uw apparaat
- een opslagkaart die in het apparaat is geplaatst.
7. Selecteer in de linkerkolom de map waarin uw MP3- of fotobestanden worden
bewaard. Selecteer het te kopiëren bestand en tik op de knop statusbalk geeft nu de voortgang van de bestandsoverdracht weer en het
geselecteerde bestand wordt naar het doelapparaat gekopieerd.
OPMERKING: u kunt de bestanden ook van uw apparaat naar uw computer kopiëren. Selecteer eerst het te kopiëren bestand in de rechterkolom en selecteer een map in de linkerkolom waarin deze bestanden moeten worden geplaatst. Klik vervolgens op de bestandoverdracht te starten.
34
. De
t om

Bestanden beheren

U hebt de beschikking over verschillende knoppen om de bestanden te beheren:
Hernoemen
wijzigt de naam van het geselecteerde bestand.
Verwijderen
verwijdert het geselecteerde bestand.
Annuleren
annuleert de lopende bestandsoverdracht.
Nieuwe folder
Maakt een nieuwe map op het geselecteerde station of in de geselecteerde map.
35
Problemen oplossen en

5 Problemen oplossen en onderhoud

onderhoud

5.1 Opnieuw opstarten en Afsluiten

In sommige gevallen zal het nodig zijn een reset uit te voeren van uw apparaat. U zult bijvoorbeeld een reset van uw systeem moeten uitvoeren als het meer reageert en het lijkt alsof het “bevrore
n” of “geblokkeerd” is.

Uw apparaat opnieuw opstarten

Om uw apparaat opnieuw op te starten, houdt u de voedingsknop 5 seconden ingedrukt tot h
Herstarten.
op
et scherm "Selectie Uitschakelen" verschijnt en tikt u vervolgens
apparaat niet

Uw apparaat uitschakelen

Om uw apparaat uit te schakelen, houdt u de voedingsknop 5 seconden ingedrukt tot het scherm "Selectie uitschakelen" verschijnt en tikt u vervolgens op
U kunt de voedingsknop ook 10 seconden ingedrukt houden om het apparaat rechtstreeks uit te schakelen. Dit is nuttig wanneer een sof het scherm "Selectie Uitschakelen" wordt weergegeven.
twarefout verhindert dat
Afslui
ten.
37
Het uitschakelen zet het apparaat in een diepe slaapstand. Het apparaat zal alle actieve programma's uitschakelen voordat het zichzelf uitschakelt. Om het apparaat opnieuw te gebruiken, houdt u de voedingsknop gedurende 5 seconden ingedrukt. Het startscherm wordt weergegeven.

5.2 Problemen oplossen

OPMERKING: Als u een probleem hebt dat u niet kunt oplossen, vraag dan uw leverancier om hulp.

Problemen met de voeding

De voeding wordt niet ingeschakeld wanneer batterijvermogen wordt gebruikt.
Het resterende batterijvermogen is mogelijk te laag om voeding te leveren aan
uw apparaat. De batterij opladen.

Problemen met het scherm

Het scherm reageert traag
Controleer of de batterij in uw apparaat niet leeg is. Als het probleem blijft
bestaan, dient u een reset van uw systeem uit te voeren.
Het scherm bevriest
Voer een reset uit van uw systeem.
Het scherm is moeilijk te lezen
Controleer of de achtergrondverlichting van het beeldscherm is ingeschakeld
en pas, indien nodig, de helderheid aan.
Onnauwkeurige reactie op tikken
Kalibreer het aanraakscherm.
38

Problemen met de aansluiting

Problemen met de kabelaansluitingen
Zorg ervoor dat uw apparaat en uw computer allebei zijn ingeschakeld
voordat u de verbinding maakt.
Controleer of de kabel stevig op de USB-poort van de computer is
aangesloten. Sluit de USB-kabel rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub.
Voer een reset uit van uw apparaat voordat u de kabel aansluit. Koppel uw
apparaat altijd los voordat u de computer opnieuw opstart.

GPS-problemen

Als er geen geldige signalen beschikbaar zijn, kunt u het volgende proberen:
Zorg ervoor dat de GPS-antenne een vrij zicht op de hemel heeft.
Houd ermee rekening dat de GPS-ontvangst kan worden beïnvloed door:
Slecht weer. Dichte bovenliggende obstakels (bijv. bomen en hoge gebouwen). Andere draadloze apparatuur in de auto. Voorruit van de auto in getint glas.
39

5.3 Uw apparaat onderhouden

Door het apparaat goed te onderhouden, verzekert u een probleemloze
werking en vermindert u het risico op schade.
Houd het apparaat uit de buurt van overmatig vocht en extreme temperaturen.
Stel het apparaat niet gedurende langere perioden bloot aan direct zonlicht of
sterk ultraviolet licht.
Plaats geen voorwerpen op het apparaat of laat er geen voorwerpen op vallen.
Laat het apparaat niet vallen en stel het niet bloot aan heftige schokken.
Stel het apparaat niet bloot aan plotselinge en grote
temperatuurschommelingen. Hierdoor kan vochtcondensatie ontstaan aan de binnenkant van het apparaat. Dit kan het apparaat beschadigen. Als er toch condensatie zou worden gevormd, moet u het apparaat volledig laten drogen.
Zorg ervoor dat u niet op het apparaat gaat zitten als u het bijvoorbeeld in de
achterzak van uw broek, enz. hebt gestopt.
Het schermoppervlak is gevoelig voor krassen. Scherpe objecten kunnen het
scherm bekrassen. U wordt aangeraden non-adhesive generieke schermbeschermers te gebruiken die speciaal voor draagbare apparatuur met LCD-panelen zijn ontworpen om het scherm tegen minimale krassen te beschermen.
Reinig uw apparaat niet terwijl het is ingeschakeld. Gebruik een zachte,
niet-pluizende doek die met water is bevochtigd om het scherm en de buitenkant van het apparaat schoon te vegen.
Gebruik geen papieren zakdoekjes om het scherm schoon te maken.
Probeer nooit het apparaat te demonteren, te repareren of wijzigingen aan het
apparaat aan te brengen. Elke poging tot demontage, wijziging of reparatie kan schade aan het apparaat en lichamelijk letsel veroorzaken.
40

6 Reglementeringsinformatie

OPMERKING: Markeeretiketten op uw apparaat geven de regelgeving aan waaraan uw model voldoet. Controleer de etiketten op uw apparaat en raadpleeg de bijbehorende verklaringen in dit hoofdstuk. Sommige opmerkingen gelden alleen voor specifieke modellen

6.1 Regelgevingverklaringen

Europese mededeling

Producten met de CE-markering voldoen aan de Richtlijn voor eindapparatuur voor radio & telecommunicatie (R&TTE) (1999/5/EEG), de Richtlijn v elektromagnetische compatibiliteit (89/336/EEG) en de Richtlijn voor Laagspanning (73/23/EEG) – zoals gewijzigd door Richtlijn 93/68/ECC – bepaald door de Commissie van de Europese Gemeenschap.
De naleving van deze richtlijnen impliceren de conformiteit met de volgende Europese standaarden:
oor
EN301489-1: Elektronische compatibiliteit radiospectrumzaken (ERM), d Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) norm voor radioapparatuur en
-diensten ; Deel 1: Standaard technische vereisten
EN301489-3: Elektronische compatibiliteit radiospectrumzaken (ERM), de Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) norm voor radioapparatuur en
-diensten; Deel 3: Specifieke voorwaarden voor apparatuur voor communicatie op
korte afstand (SRD) die werkt op frequenties tussen 9 kHz en 40 GHz
EN55022: Radiostoringskenmerken EN55024: Immuniteitskenmerken EN6100-3-2: Grenswaarden voor harmonische stroomemissies EN6100-3-3: Grenswaarden voor spanningsschommelingen en flikkering in voedingssystemen met lage spanning EN60950 / IEC 60950: Productveiligheid
e
41
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gest gebruiker zijn aangebracht en de gevolgen hierv
d
pro uct met de CE-markering kan wijzigen.
6.2

Veiligheidsmaatregelen

oor
Langdurig beluisteren van muziek aan een hoog volume kan het geh beschadigen.
eld voor wijzigingen die door de
an, die de conformiteit van het
Het gebruik van een
aanbevolen/bijgeleverde type kan gehoorschade veroorzaken door overmatige geluidsdruk.
Ov
er het opladen
Gebruik alleen de voedingsadapter die bij uw apparaat is geleverd. Het gebruik van een ander type adapter zal defe
Dit product is ontwikkeld voor gebruik van stroom va
voedingseenheid met de marke uitgang van + 5 V gelijkspanni
Gebruik een gespecificeerde batterij in het apparaat.
Ov
er de voedingsadapter
Gebruik de adapter niet in een sterk vochtige omgeving. Raak de adapter nooit aan als uw handen of voeten nat zijn.
Zorg voor voldoende ventilatie rond de adapter wanneer u deze gebruikt als voeding voor het apparaat of om de batterij op te laden. Dek de voedingsadapter niet af met papier of andere objecten die de hinderen. Gebruik de voedingsadapter niet terwijl de
ander type hoofdtelefoon dan het
cten en/of gevaar veroorzaken.
n een ERKENDE ring “LPS”, “Limited Power Source” met een ng / 1,0 A.
koeling kunnen
ze in een draagtas zit.
Sluit de adapter aan op een geschikte voedingsbron. De spanningsvereisten
vindt u op de behuizing en/of verpakking van het apparaat.
Gebruik de adapter niet als de kabel beschadigd is.
Probeer het appara
die door de gebrui het beschadigd is of aan overmatig vocht werd blootgesteld.
at niet te repareren. Er zijn geen onderdelen in het apparaat
ker kunnen worden gerepareerd. Vervang het apparaat als
42
Ove
r de batterij
Gebruik een gespecificeerde lader die door de fabrikant is goedgekeurd.
OPGELET: Dit apparaat bevat een niet-vervangbare interne lithium-io kan barsten of ontploffen, waarbij gevaarlijke chemische producten vrijkomen. Om het risico op brand of brandwonden te voorkomen, mag u de batterij niet demonteren, samenpersen, doorprikken of in vuur of water gooien.
B
elangrijke instructies (alleen voor onderhoudspersoneel)
Opgelet: Explosiegevaar als de batterij door een verkeerd type wordt
n-batterij. De batterij
vervangen. Gooi lege batterijen weg in overeenstemming met de voorschriften.
Vervang de batterij alleen door hetzelfde of een equivalent typ
de fabrikant is aanbevolen.
De batterij moet op de correcte manier worden gerecycleerd of
verwijderd.
Gebruik de batterij uitsluitend in de aangegeven apparatuur.
e da
t door
43
Loading...