Minolta DIMAGE G530 User Manual [no]

9222-2736-15 IM-A402/0406/109678
Gebruiksaanwijzing
NL
2
VOORDAT U BEGINT
Gefeliciteerd met uw aanschaf van dit Konica Minolta product. Neem de tijd deze gebruiksaanwijzing goed door te lezen, zodat u alle mogelijkheden van uw nieuwe digitale camera ten volle kunt benut­ten.
Voordat u begint
Konica Minolta is een handelsmerk van Konica Minolta Holdings, Inc. DiMAGE is een handelsmerk van Konica Minolta Photo Imaging, Inc. Apple, het Apple logo, Macintosh, Power Macintosh, Mac OS en het Mac OS logo zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer Inc. Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De officiële naam van Windows is Microsoft Windows Operating System. Pentium is een geregistreerd handelsmerk van Intel Corporation. Power PC is een handelsmerk van International Business Machines Corporation. QuickTime is een handelsmerk dat onder licentie wordt gebruikt. Memory Stick is een handelsmerk van Sony Corporation. Alle andere merk- en productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken en zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
DiMAGE G530 digitale camera Lithium-ion batterij NP-600 Lithium-ion batterijlader BC-600 Draagkoord NS-DG130 SD-geheugenkaart USB-kabel USB-810 DiMAGE Viewer CD-ROM CD-rom met DiMAGE gebruiksaanwijzingen Verkorte handleiding Internationaal garantiecertificaat
3
Correct en veilig gebruik
Lithium-ion batterijen
Deze camera werkt met een kleine, maar krachtige lithium-ion batterij. Verkeerd gebruik van de lithi­um-ion batterij kan schade of letsel veroorzaken als gevolg van brand, elektrische schokken en che­mische lekkage. Lees en begrijp alle waarschuwingen voordat u met de batterij gaat werken.
GEVAAR
•Veroorzaak geen kortsluiting, neem de batterij niet uit elkaar en beschadig of modificeer hem niet.
•Stel de batterij niet bloot aan brand of hoge temperaturen boven 60°C.
• Laat de batterij niet vallen, stel hem niet bloot aan harde slagen. Slagen kunnen de ingebouwde vei­ligheidsvoorzieningen beschadigen, en kunnen leiden tot oververhitting, ontbranding, breuk of lek­kage van de batterij.
•Bewaar de batterij niet in of bij metalen producten.
•Gebruik de batterij niet voor andere producten.
•Gebruik uitsluitend de opgegeven lader. Een ongeschikte lader kan leiden tot schade of letsel door brand of een elektrische schok.
•Gebruik een batterij niet als hij lekt. Komt er batterijvloeistof in uw oog, spoel het oog dan onmiddel­lijk schoon met een royale hoeveelheid schoon water en neem contact op met een arts. Komt bat­terijvloeistof in contact met uw huid of kleding, maak de plek dan grondig schoon met water.
• Laad de batterij uitsluitend in een omgeving waar een temperatuur heerst tussen 0 en 40 °C (32 en 104 °F). Gebruik de batterij uitsluitend in een omgeving waar een temperatuur heerst tussen 0 and 50 °C (32 en 122 °F). Bewaar de batterij in een omgeving waar een temperatuur heerst tussen –20 en 35 °C (–4 en 95 °F) en een luchtvochtigheid van 45% tot 85%.
WAARSCHUWING
•Plak de contacten van een voor recycling in te leveren lithium-ion batterij af om kortsluiting te ver­mijden; volg altijd de plaatselijke regels voor de inzameling/verwerking van lege batterijen op.
• Is de batterij na de opgegeven laadtijd niet opgeladen, stop dan het laden en ontkoppel de lader van het stopcontact.
4
CORRECT EN VEILIG GEBRUIK
WAARSCHUWING
•Gebruik alleen het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven batterijtype.
•Gebruik uitsluitend de opgegeven lader of netvoedingsadapter binnen het voltagebereik dat op het apparaat staat. Gebruik van een verkeerde adapter of een verkeerd voltage kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of elektrische schokken.
•Gebruik het lichtnetsnoer van de lader alleen in de verkoopregio waarvoor het is bedoeld. Een ver­keerd voltage kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of een elektrische schok.
•Haal camera of lader niet uit elkaar. Wordt een hoogvoltage-circuit binnenin het product aangeraakt, dan kan dat leiden tot elektrische schokken en/of letsel.
•Verwijder direct de batterij of ontkoppel de lichtnetadapter of lader van het lichtnet wanneer de camera is gevallen of stoten/klappen heeft opgelopen waarbij het binnenwerk, en dan met name de flitser, bloot is komen te liggen. De flitser heeft een hoogvoltage-circuit dat elektrische schokken en/of letsel kan veroorzaken. Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan leiden tot letsel en/of brand.
•Houd de batterij, de geheugenkaart en kleine voorwerpen die ingeslikt kunnen worden buiten het bereik van kleine kinderen. Neem direct contact op met een arts wanneer er iets is ingeslikt.
• Bewaar dit product buiten het bereik van kinderen. Wees voorzichtig in de nabijheid van kinderen; u zou ze met dit product per ongeluk kunnen raken/verwonden.
• Laat de flitser niet van korte afstand in de ogen flitsen. Dat kan tot schade aan het gezichtsvermo­gen leiden.
•Flits niet in de richting van bestuurders van voertuigen. Verblinding en afleiding kunnen tot onge­lukken leiden.
•Gebruik de LCD-monitor niet wanneer u loopt of een voertuig bestuurt. Het kan leiden tot letsel of ongelukken.
•Kijk niet naar de zon of sterke lichtbronnen via de zoeker. Het kan uw gezichtvermogen aantasten en tot blindheid leiden.
Algemene gebruikswaarschuwingen
Neem onderstaande waarschuwingen aangaande het gebruik van digitale camera’s en accessoires goed door.
5
•Gebruik deze producten niet in een vochtige omgeving, en bedien ze niet met natte handen. Treedt er vloeistof binnen, verwijder dan onmiddellijk de batterij of ontkoppel de netvoeding, en stop het gebruik. Voortgaand gebruik van een product dat aan vloeistoffen is blootgesteld kan schade of let­sel door vuur of elektrische schokken veroorzaken.
•Gebruik deze producten niet in de nabijheid van ontvlambare gassen of vloeistoffen als benzine, wasbenzine of thinner. Gebruik nooit ontvlambare producten als benzine, wasbenzine of thinner om deze producten schoon te maken. Het gebruik van ontvlambare schoonmaakmiddelen en oplos­middelen kan tot een explosie of brand leiden.
•Trek nooit aan het snoer wanneer u de netvoedingsadapter of lader van het stopcontact wilt los­koppelen. Trek altijd aan de stekker.
•Beschadig, verdraai, verander, verhit het snoer van de netvoedingsadapter/laadapparaat nooit en plaats er nooit zware objecten op. Een beschadigd snoer kan leiden tot schade of letsel door brand of elektrische schokken.
•Verspreiden de producten een vreemde geur, hitte of rook, stop dan onmiddellijk het gebruik. Verwijder meteen de batterij en let daarbij goed op dat u zich niet brandt; batterijen kunnen door gebruik heet worden. Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan leiden tot letsel of brand.
• Is reparatie nodig, breng of stuur het product dan naar de Technische dienst van Konica Minolta.
•Maakt u portretten met flitslicht, dan mag het onderwerp niet dichterbij zijn dan 1 m, om oogbe­schadiging te voorkomen.
6
CORRECT EN VEILIG GEBRUIK
•Gebruik of bewaar deze producten niet in een warme of vochtige omgeving, zoals het dashboard­kastje of de bagageruimte van een auto. Het kan schade aan de camera, de lader en de batterij ver­oorzaken, en kan leiden tot brandwonden of ander letsel door hitte, brand, explosie of lekkage van batterijvloeistof.
•De temperatuur van camera, lader en batterij stijgt na langer gebruik. Pas op voor aanraking van heet geworden onderdelen.
•Na lange gebruiksperioden kunnen de geheugenkaart en de batterij heet worden. Wees dus voor­zichtig wanneer u ze direct na gebruik uit de camera verwijdert. Schakel anders de camera uit en laat hem even afkoelen.
• Laat de flitser niet afgaan terwijl hij in contact is met mensen of objecten. Bij de flitser komt veel energie vrij en ontstaat hitte.
• Druk niet op de LCD-monitor. Een beschadigde monitor kan letsel veroorzaken en de vloeistof uit de monitor is ontvlambaar. Komt vloeistof uit de monitor in contact met de huid, reinig de plek dan met schoon water. Komt vloeistof uit de monitor in contact met de ogen, spoel het dan onmiddel­lijk weg met veel water en neem contact op met een arts.
•Gebruikt u de lichtnetadapter of lader, steek de stekker dan goed in het stopcontact.
•Gebruik geen elektronische transformators of reisadapters in combinatie met het laadapparaat. Gebruik van dit soort apparaten kan leiden tot brand of schade aan het product.
•Gebruik de lichtnetadapter of /lader niet wanneer het snoer beschadigd is.
•Bedek de lichtnetadapter of lader niet. Het kan tot brand leiden.
•Verberg de lichtnetadapter of lader niet. In geval van nood moet hij snel van het lichtnet kunnen wor­den ontkoppeld.
•Trek de stekker van de lichtnetadapter of lader uit het stopcontact wanneer hij niet wordt gebruikt.
LET OP
7
Dit teken op uw camera geeft aan dat het voldoet aan de eisen van de EU (Europese Unie) op het gebied van apparatuur die storing kan veroorzaken. CE staat voor Conformité Européenne (Europese Conformiteit).
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Op het product kunt u de volgende merktekens tegenkomen:
FCC Compliance Statement Declaration on Conformity
Responsible Party: Konica Minolta Photo Imaging U.S.A. Inc. Address: 725 Darlington Avenue, Mahwah, NJ 07430
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two condi­tions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interfe­rence received, including interference that may cause undesired operation. Changes or modifications not approved by the party responsible for compliance could void the user's authority to operate the equipment. This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable pro­tection against harmful interference in a residential installation.
•Reorient or relocate the receiving antenna.
• Increase the separation between the equipment and the receiver.
•Connect the equipment to an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connec­ted.
•Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Do not remove the ferrite cores from the cables.
DiMAGE G530
Digital Camera:
FOR HOME OR OFFICE USE
Tested To Comply With FCC Standards
8
INHOUD
Inhoud
Benaming van de onderdelen..............................................................................................................12
Voorbereiding.......................................................................................................................................14
Laden van de batterij ..............................................................................................................14
Plaatsen van de batterij...........................................................................................................15
Aanduiding batterijconditie .....................................................................................................16
Automatische uitschakeling ....................................................................................................16
Lichtnetadapter (apart verkrijgbaar) ........................................................................................17
Plaatsen en verwijderen van een geheugenkaart ...................................................................18
Over geheugenkaarten............................................................................................................19
Camera aan- en uitzetten........................................................................................................20
Bevestiging van het draagkoord .............................................................................................20
Taal, datum en tijd instellen.....................................................................................................21
Opname - basishandelingen................................................................................................................22
Vasthouden van de camera.....................................................................................................22
Weergave LCD-monitor...........................................................................................................22
Zoomobjectief gebruiken ........................................................................................................23
Standaard opnamehandelingen ..............................................................................................24
Scherpstelvergrendeling..........................................................................................................25
Scherpstelbereik......................................................................................................................25
Scherpstelsignalen .................................................................................................................26
Speciale scherpstelsituaties....................................................................................................26
Display-toets - opnamestand..................................................................................................27
Flitsstanden .............................................................................................................................28
Flitsbereik - Automatische werking.........................................................................................29
Flitssignalen.............................................................................................................................29
Macrostanden .........................................................................................................................30
Foto’s wissen...........................................................................................................................31
In het hoofdstuk Voorbereiding leest u hoe u de camera gebruiksklaar maakt. U vindt daar complete informatie over de stroombronnen en de opslagkaarten. De standaard handelingen voor gebruik van de camera worden behandeld onder Opname - basishandelingen op blz. 22 tot 30 en onder Weergave
- basishandelingen op blz. 32 tot 34. Lees de complete tekst over het overspelen voordat u de came-
ra op een computer of een printer aansluit.
Veel van de functies van deze camera worden geregeld via menu’s. In de teksten over het navigeren door de men’s wordt het menu uitgebreid behandeld. Direct daarna worden de mogelijke instellingen besproken.
In de appendix vindt u informatie met behulp waarvan u problemen met het gebruik van de camera kunt oplossen. Ook leest u er hoe u de camera dient te onderhouden en op te bergen. Bewaar deze gebruiksaanwijzing s.v.p. op een veilige plaats.
9
Weergave - basishandelingen..............................................................................................................32
Scherm enkelvoudige weergave .............................................................................................32
Foto’s bekijken ........................................................................................................................33
Weergavetoets - weergave......................................................................................................33
Vergrote weergave...................................................................................................................33
Indexweergave ........................................................................................................................34
Opname - geavanceerde handelingen.................................................................................................34
Opnamestanden wijzigen ........................................................................................................34
Filmopnamen...........................................................................................................................35
Navigeren door de opnamemenu’s .........................................................................................36
Onderwerpsselectie.................................................................................................................38
Kleurinstelling ..........................................................................................................................39
Opslagprioriteit ........................................................................................................................39
Transportstanden ....................................................................................................................40
Beeldgrootte en -kwaliteit .......................................................................................................41
Zelfontspanner ........................................................................................................................42
Belichtingscorrectie.................................................................................................................43
Opnamestand film/audio.........................................................................................................44
Audio-opname.........................................................................................................................44
Audio-commentaar..................................................................................................................45
Witbalans.................................................................................................................................46
Cameragevoeligheid (ISO).......................................................................................................47
Cameragevoeligheid en flitsbereik ..........................................................................................47
Belichtingsstanden ..................................................................................................................48
Diafragmavoorkeuze........................................................................................................48
Handmatige belichtingsregeling ......................................................................................49
Scherpstelstanden ..................................................................................................................50
Scherpstel- en belichtingsvergrendeling.................................................................................51
Weergave - geavanceerde handelingen...............................................................................................52
Films en audio afspelen ..........................................................................................................52
Audiocommentaar wissen.......................................................................................................53
Navigeren door het weergavemenu ........................................................................................54
Beeldselectiescherm ...............................................................................................................55
Kopiëren en verplaatsen .........................................................................................................56
Grootte aanpassen..................................................................................................................57
DPOF .......................................................................................................................................58
Beveiligen ................................................................................................................................60
Diashow...................................................................................................................................61
10
INHOUD
Setup-menu .........................................................................................................................................62
Navigeren door het setup-menu .............................................................................................62
Formatteren .............................................................................................................................64
Monitor aanpassen..................................................................................................................65
Start-up LED............................................................................................................................66
Informatieweergave bepalen ...................................................................................................66
Monitor aan/uit ........................................................................................................................67
Directe weergave.....................................................................................................................67
Eigen menu .............................................................................................................................68
Persoonlijke instellingen..........................................................................................................69
Flitscorrectie ....................................................................................................................70
Kleurverzadiging ..............................................................................................................70
Contrast ...........................................................................................................................70
Scherpte ..........................................................................................................................71
Sluitertijdbegrenzing ........................................................................................................71
RGB-kleurkanalen............................................................................................................72
Inleiding tot kleur.....................................................................................................................72
Lichtmeetmethoden voor automatische belichting.................................................................73
Geheugen bestandsnummers .................................................................................................74
Rode-ogen-reductie ................................................................................................................74
Digitale zoom...........................................................................................................................75
Geluid ......................................................................................................................................76
Automatische uitschakeling ....................................................................................................76
USB-overspeelmethode ..........................................................................................................77
Alles terugzetten......................................................................................................................78
Taal .........................................................................................................................................80
Datum instellen........................................................................................................................81
Fotografische basisprincipes ...............................................................................................................82
Wat is een LW? .......................................................................................................................82
11
USB-overspeelstand ............................................................................................................................83
Systeemeisen ..........................................................................................................................83
Camera op een computer aansluiten......................................................................................84
Aansluiting met Windows 98 en 98SE ....................................................................................85
Automatische installatie...................................................................................................85
Handmatige installatie .....................................................................................................86
Map-indeling op de geheugenkaart ........................................................................................88
Camera van de computer loskoppelen...................................................................................90
Windows 98 en 98SE ......................................................................................................90
Windows Me, 2000 Professional en XP ..........................................................................90
Macintosh ........................................................................................................................91
PictBridge................................................................................................................................92
Over printproblemen ...............................................................................................................94
QuickTime systeemeisen ........................................................................................................94
Geheugenkaart verwisselen – data-overspeelstand ...............................................................95
Appendix .........................................................................................................................................96
Problemen oplossen................................................................................................................96
Over de kabel van de lader voor de lithium-ion batterij .........................................................97
Driver-software verwijderen – Windows..................................................................................98
Verzorging en opslag...............................................................................................................99
Onderhoud.......................................................................................................................99
Reinigen ...........................................................................................................................99
Opslag .............................................................................................................................99
Geheugenkaarten ..........................................................................................................100
Batterijen........................................................................................................................100
Voor belangrijke gebeurtenissen en reizen....................................................................101
Bedrijfstemperatuur en -omstandigheden.....................................................................101
Verzorging LCD-monitor................................................................................................101
Copyright .......................................................................................................................101
Vragen en service ..........................................................................................................101
Technische gegevens............................................................................................................102
12
* Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Denk eraan de gemarkeerde onderdelen goed schoon te houden. Lees ook de informatie over opslag en onderhoud achterin deze gebruiksaanwij­zing (blz. 99).
Flitser (blz. 28)
Objectief*
Objectiefschuif/
Hoofdschakelaar
Microfoon
Statiefaansluiting
Deurtje batterij/kaartruimte (blz. 15, 18)
Ontspanknop
Zoekervenster*
NAMES OF PARTS
Luidspreker
Benaming van de onderdelen
Opstart/zelfontspannerlampje (blz. 42, 66)
13
USB-aansluiting
Zoeker*
Signaallampje
Stuureenheid
LCD-monitor*
Set/Display-toets (blz. 27, 33)
Wistoets (blz. 31)
Menutoets
Oogje draagkoord (blz. 20)
Weergavetoets (blz. 32)
Zoomtoetsen (blz. 23)
Mode-toets
14
AAN DE SLAG
Laden van de batterij
Voordat u de camera kunt gebruiken moet de lithium-ion batterij worden opgeladen. Lees voordat u de batterij oplaadt de waarschuwingen op blz. 3 t/m 6 van deze gebruiksaanwijzing. Laad de batterij uitsluitend met behulp van de meegeleverde lader. Het is het beste de batterij voor elke opnameses­sie op te laden. Kijk op blz. 100 voor batterij-onderhoud en opslag.
Plaats de accu met de contacten naar beneden in de lader (2). Het laadlampje (3) brandt om aan te geven dat de batterij wordt opgeladen. Het lamp­je brandt groen wanneer het laden is voltooid. De laadtijd is ongeveer 120 minuten.
Steek het netsnoer in de lader (1). Steek het ande­re eind van het snoer in een stopcontact. Het meegeleverde netsnoer is bedoeld voor een spe­cifieke verkoopregio. Gebruik het netsnoer alleen in de verkoopregio waarin het werd gekocht. Meer informatie over het netsnoer op blz. 97.
Is de batterij geladen, neem hem dan uit de lader. Trek de stekker van de lader uit het stopcontact.
Aan de slag
1
2
3
15
Plaatsen van een batterij
Deze digitale camera maakt gebruik van een NP­600 lithium-ion batterij. Lees voordat u de batterij gebruikt de waarschuwingen op blz 3 van deze gebruiksaanwijzing. Gaat u de batterij verwisse­len, zet dan de camera uit.
Schuif het deurtje van de batterijruimte naar de zijkant van de camera om het deurtje te ontgren­delen (1). Open het deurtje.
Plaats de batterij (2).
Sluit het deurtje van de batterijruimte (3) en schuif het naar de camera om de vergrendeling in wer­king te stellen.
Als de batterij voor de eerste keer in de camera is geplaatst, is het noodzakelijk taal, klok en kalen­der in te stellen. Als de batterij langere tijd uit de camera is geweest kan het ook noodzakelijk zijn deze instellingen opnieuw uit te voeren. Op blz. 21 leest u hoe u de instellingen uitvoert.
Hebt u de batterij voor het eerst in de camera geplaatst, verwijder hem dan de eerste 24 uur niet. Een ingebouwde batterij, die het geheugen voor de instellingen voedt, wordt opgeladen vanuit de lithium-ion batterij. De camera mag tijdens deze periode gewoon worden uitgezet.
Camera-info
1
2
3
16
AAN DE SLAG
Aanduiding batterijconditie
Batterij vol - de batterij is volledig opgeladen.
Batterij bijna leeg - de batterij moet zo snel mogelijk worden opgeladen.
Automatische uitschakeling
Om stroom te sparen schakelt de camera zichzelf uit wanneer er drie minuten lang geen handelingen met de camera zijn uitgevoerd. Om de camera weer te activeren zet u hem met de objectiefschuif uit en weer aan of drukt u op de weergavetoets. De wachtduur voor de automatische uitschakeling kan worden veranderd in het setup-menu (blz. 76). Daar kan de automatische uitschakeling ook geheel worden uitgeschakeld.
Deze camera is uitgerust met een automatisch verschijnende aanduiding voor de batterijconditie. De aanduiding verschijnt linksonder in de LCD-monitor wanneer de camera wordt aangezet.
Is er onvoldoende energie om de camera te laten werken, dan zal het lampje naast de zoeker knipperen. De monitor zal niet worden ingeschakeld. De batterij moet worden opgeladen.
17
Lichtnetadapter (apart leverbaar)
Met de lichtnetadapter kunt u de camera vanuit het lichtnet van stroom voorzien. Gebruik van een lichtnetadapter is aan te raden wanneer de came­ra op de computer wordt aangesloten en bij inten­sief gebruik. Lichtnetadapter AC-9U is bestemd voor gebruik in Noord-Amerika, Taiwan en Japan; AC-9GB is voor het Verenigd Koninkrijk en Hong Kong; AC-9C is voor China; AC-9E is voor alle overige gebieden.
Schuif het deurtje van de batterijruimte naar de zijkant van de camera om het deurtje te ontgren­delen (1). Open het deurtje.
Verwijder de batterij en het deksel van de kabel­sleuf (2).
Schuif de adapter in de camera en let er goed op dat de kabel door de sleuf aan de zijkant van de camera gaat (3).
Sluit het deurtje van de batterijruimte (4) en schuif het naar de camera om de vergrendeling in wer­king te stellen.
Sluit de kabel van de lichtnetadapter aan als beschreven in de gebruiksaanwijzing van de licht­netadapter. Lees alle waarschuwingen goed door voordat u de netstroomadapter gebruikt.
Zet de camera uit voordat u op een andere stroombron overgaat.
1
2
3
4
18
Plaatsen en verwijderen van een geheugenkaart
Gaat u een geheugenkaart verwisselen, zet dan eerst de camera uit en verzeker u ervan dat het lampje bij de zoeker uit is; anders kan de kaart beschadigd raken en kan beeldinformatie verloren gaan.
Om de camera te gebruiken moet er een SD­(Secure Digital)-geheugenkaart, een MultiMedia­kaart of een memory Stick in zijn geplaatst. Zit er geen kaart in de camera, dan verschijnt de “no­card” waarschuwing op de LCD-monitor.
Schuif het deurtje van de batterijruimte naar de zijkant van de camera om het deurtje te ontgren­delen (1). Open het deurtje.
Schuif de geheugenkaart geheel in de kaartsleuf en laat hem los (2). De sleuf voor de Memory Stick zit naast de batterij: de kaartsleuf voor de SC­geheugenkaart/MultiMedia-kaart zit tegen de achterzijde van de camera aan. De kaart moet in de sleuf vastklikken. Duw de kaart altijd recht naar binnen, nooit schuin. Forceer de kaart nooit. Past de kaart niet controleer dan of u hem in de goede stand hield.
Wilt u een geheugenkaart verwijderen, druk dan de kaart in de sleuf en laat hem los (3). De kaart kan dan worden uitgenomen.
Sluit het deurtje van de batterijruimte en schuif hem naar de camera toe om hem te vergrendelen (4).
AAN DE SLAG
1
2
3
4
19
De responstijd bij opname en weergave is met een MultiMedia-kaart langer dan bij gebruik van een SD-geheugenkaart. Dat is geen mankement; het is het gevolg van de technische eigenschappen van de kaarten. Gebruikt u kaarten met een grote capaciteit, dan zullen sommige bewerkingen, zoals bij­voorbeeld wissen, meer tijd in beslag nemen.
SD-geheugenkaarten en Memory Sticks hebben een beveiligings­schuifje, waarmee kan worden voorkomen dat beeldinformatie wordt gewist. Is de kaart beveiligd, dan kan er echter ook niet op worden opgenomen. Wordt er geprobeerd een beeld op te nemen of te wissen, dan verschijnt de melding dat de kaart vergrendeld is (Card protected); het signaallampje bij de zoeker zal knipperen. Kijk voor informatie over onderhoud en opslag van geheugen­kaarten op blz. 100.
Verschijnt de melding dat de kaart niet kan worden gelezen (una­ble to read), dan kan het nodig zijn de kaart die in de camera zit te formatteren. Als een kaart in een andere camera is gebruikt moet hij soms ook opnieuw worden geformatteerd voordat hij te gebruiken is. Een kaart kan worden geformatteerd in het setup-menu (blz. 71). Wordt een kaart geformatteerd, dan wordt alle informatie die erop staat gewist.
Over geheugenkaarten
SD-geheugenkaart
Memory Stick
20
Camera aan- en uitzetten
Schuif de objectiefschuif in de aangegeven richting om de camera aan te zetten; het objectief komt automatisch naar buiten. Tijdens het naar buiten schuiven mag u het objectief niet aanraken of tegenhouden.
Wilt u de camera uitzetten, duw dan de objectiefschuif naar het objectief toe; het objectief schuift dan automa­tisch naar binnen. Wanneer het objectief geheel naar binnen is geschoven kunt u de schuif sluiten.
Houd de riem altijd om uw nek, om te voorkomen dat de camera per ongeluk valt.
Bevestiging van het draagkoord
AAN DE SLAG
Steek het andere eind van de riem door de lus en trek hem aan (2).
Steek de smalle lus van de polsriem door het oogje van de camera (1).
1
2
21
Taal, datum en tijd instellen
Wordt de camera voor het eerst gebruikt, dan moeten de menutaal, de klok en de kalender van de camera worden ingesteld.
Met de vierwegtoetsen van de stuureenheid (1) verplaatst u de cur­sor en vermindert u instellingen. Door op de Set/Display-toets te drukken (2) worden instellingen bevestigd.
Gebruik de op/neer-toetsen om de taal in te stellen.
JAPANESE
DEUTSCH
FRANCAIS
Druk op de Set/Display-toets om verder te gaan. Er ver­schijnt een bevestigingsscherm.
Gebruik de links/rechts-toetsen om “Yes” te selecteren. Met “No” gaat u terug naar het vorige scherm.
Druk op de Set/Display-toets om verder te gaan.
Gebruik de op/neer-toetsen om de optie te kiezen die u wilt veranderen (maand, dag, uur, minuut). Met de links­rechts-toetsen verandert u de optie. Met de laatste optie kiest u de volgorde: jaar/maand/dag (yy/mm/dd), dag/maand/jaar (dd/mm/yy) en maand/dag/jaar (mm/­dd/yy).
Druk op de Set/Display-toets om het instellen te voltooi­en.
ESPAÑOL
ITALIANO
CHINESE
ENGLISH
YES NO
SET LANGUAGE?
01
01
00
00
2004
day
month
min
hour
year
yy/mm/dd
2
1
22
OPNAME - BASISHANDELINGEN
Hier vindt u informatie over de basis-opnamehandelingen. Op blz. 14 tot en met 21 leest u hoe u de camera gebruikskaar maakt.
Vasthouden van de camera
Bekijk het beeld op de LCD-monitor of in de zoeker en houd de camera stevig met uw rechterhand vast terwijl u hem met de linkerhand ondersteunt. Houd uw ellebogen in de zij en zet uw voeten iets uit elkaar. Zo staat u ontspannen en sta­biel en kunt u de camera goed stilhouden.
Pas goed op dat u het objectief of de flitser niet met uw vingers of de polsriem afdekt.
Weergave LCD-monitor
Tijd
Beeldgrootte en -kwaliteit (blz. 41)
Batterijconditie (blz. 16)
Opnameteller (blz. 41)
Opslagprioriteit (blz. 39)
Datum
AF-veld
De datum en tijd verschijnen na het aanzetten van de camera gedurende enkele seconden.
Flitssignaal (blz. 29)
Scherpstelsignaal (blz. 26)
Aanduiding gebruiksstand (Mode) (blz. 34)
Opname – Basishandelingen
23
Zoomobjectief gebruiken
Om in te zoomen drukt u op de tele­zoomtoets.
Om uit te zoomen drukt u op de groothoek-zoomtoets.
Met de digitale zoomfunctie kunt u het zoombereik van het objectief ver­groten. Digitale zoom wordt geacti­veerd in het setup-menu (blz. 75).
Doordat de zoeker en het objectief niet op dezelfde plaats zitten vallen hun beelden niet pre­cies samen; dit wordt parallax genoemd. Bij korte opnamestanden kan de parallax leiden tot een verkeerde beelduitsnede. Is het onderwerp dichterbij dan 1 m (groothoekstand) of 3 m (telestand), bepaal dan de beeldcompositie via de LCD-monitor.
Camera-info
24
OPNAME - BASISHANDELINGEN
Standaard opnamehandelingen
Druk de ontspanknop half in (1) om scherpstelling en belichting te vergrendelen.
Het scherpstelsignaal van de monitor verschijnt en het signaallamp­je van de zoeker brandt wanneer de belichting wordt vergrendeld; als de flitser zal worden gebruikt zal het flitssignaal verschijnen. Knipperen het scherpstelsignaal en het signaallampje, dan kon de camera niet scherpstellen; herhaal dan de procedure.
Richt het AF-veld op het onderwerp.
Voor onderwerpen buiten het beeldcentrum kunt u de scherpstel­vergrendeling (blz. 26) gebruiken. Is het onderwerp dichterbij dan 1 m in de groothoekstand of 3 m in de telestand, gebruik dan de LCD­monitor om de beelduitsnede te bepalen.
Druk de ontspanknop geheel in (2) om de opname te maken.
Na het ontspannen van de sluiter brandt het signaallampje van de zoeker tijdens het wegschrijven van de beeldinformatie naar de geheugenkaart. Verwijder een geheugenkaart nooit als er beeldin­formatie wordt weggeschreven.
Houdt u de ontspanknop ingedrukt, dan wordt er een serie opna­men gemaakt. Tussen de opnamen door geeft de LCD-monitor de laatst gemaakte opname weer.
Scherpstelsignaal
1
2
25
Scherpstelvergrendeling
Gebruik de scherpstelvergrendeling wanneer u te maken hebt met een compositie waarin het onder­werp zich buiten het midden en dus buiten het AF-veld bevindt. Scherpstelvergrendeling kan ook wor­den gebruikt in speciale situaties waarin de camera niet goed kan scherpstellen (blz. 26). De scherp­stelvergrendeling werkt via de ontspanknop.
Plaats het onderwerp binnen het AF-veld. Druk de ontspanknop half in om de scherpstelling te vergrendelen en wacht tot het scherp­stelsignaal verschijnt en het groene lampje brandt om aan te geven dat de scherpstelling vergrendeld is. Knippert het scherpstelsignaal en het groene lampje, herhaal dan de procedure.
Houd uw vinger nog steeds op de half ingedrukte ontspanknop, neem de oorspronkelijk beeldcompositie in en druk de ontspanknop geheel in om de opname te maken.
Scherpstelbereik
Het scherpstelbereik is afhankelijk van de zoomstand. Gebruik voor kleinere afstanden de macrostand (blz. 30).
Groothoekstand Telestand 0,5 m - oneindig 0,8 m - oneindig
Scherpstelsignaal
Scherpstelsignaal
26
OPNAME - BASISHANDELINGEN
Scherpstelsignalen
Speciale scherpstelsituaties
Uw camera is uitgerust met een snel en accuraat autofocus-systeem. De scherpstel-status wordt aan­gegeven met het groene lampje naast de zoeker en het scherpstelsignaal op de monitor. Er kan altijd een opname worden gemaakt, ongeacht of de camera kan scherpstellen of niet.
Onder bepaalde omstandigheden kan de camera moeite hebben met scherpstellen. In zo’n situatie kan de scherpstelvergrendeling (blz. 25) of de vaste afstandsinstelling (blz. 50) worden gebruikt om scherp te stellen op een ander onderwerp op dezelfde afstand als het hoofdonderwerp.
Het onderwerp in het AF-veld heeft een te laag contrast
Het onderwerp is te donker
Het onderwerp is opgebouwd uit brede verticale lijnen
Onderwerp bevindt zich bij zeer helder object of gebied
Scherpstelling in orde - het scherpstelsignaal op de monitor en het signaallampje naast de zoeker branden. De scherp­stelling is vergrendeld.
Scherpstelling niet mogelijk - het scherpstelsignaal op de monitor en het signaallampje naast de zoeker knipperen.
In de handmatige opnamestand (blz. 34) kan de scherpstelling op vaste afstanden worden ingesteld met de optie Focus mode van het menu. Kijk op blz. 50 voor meer informatie over de scherpstelmogelijkheden, en op blz. 36 voor het gebruik van het menu.
Camera-info
27
De Display-toets regelt wat de LCD-monitor laat zien. Elke keer dat u op de toets drukt wordt een vol­gende weergave-optie geactiveerd: u kunt kiezen uit complete weergave, alleen beeld, monitor uit.
Standaard weergave Alleen live-beeld
Display-toets – Opnamestand
U kunt het stroomverbruik van de camera verminderen door de LCD-monitor uit te schakelen en de beelduitsnede via de zoeker te bepalen. Om parallaxfouten te vermijden dient u de LCD-monitor te blijven gebruiken voor onderwerpen op 1 m afstand (zoomobjectief in groothoekstand), of 3 m (zoom­objectief in de telestand).
Voor het veranderen van instellingen gaat de monitor automatisch aan. Waarschuwingen en andere relevante informatie kunnen in de weergave van alleen live-beeld verschijnen. De digitale zoom wordt uitgeschakeld als de monitor uit is.
Monitor
off
1
28
Flitsstanden
De flitser kan worden gebruikt voor het maken van foto’s. Wilt u de flitsstand selecteren, druk dan op de rechts-toets van de stuureenheid (1) totdat de gewenste flitsstand is verschenen. De actieve flitsstand wordt links bovenin de LCD­monitor weergegeven.
Automatisch flitsen - de flitser wordt automa­tisch ontstoken bij weinig licht.
Invulflitsen - de flitser wordt bij iedere opname ontstoken, ongeacht de hoeveelheid omgevings­licht. Invulflits kan worden gebruikt om de diepe schaduwen op te helderen die ontstaat bij sterk gericht licht of zonneschijn.
Flitser uit - De flitser gaat bij geen enkele opna­me af. Gebruik deze stand wanneer flitsen verbo­den is, wanneer u liever hebt dat het aanwezige licht het onderwerp verlicht of wanneer het onder­werp zich buiten het flitsbereik bevindt.
Flitser uit
Invulflitsen
OPNAME - BASISHANDELINGEN
Automatisch flitsen
(geen aanduiding)
Rode-ogen-reductie kan worden geacti­veerd in het setup-menu. Zie blz. 74.
Gebruikt u diafragmavoorkeuze of handma­tige belichtingsregeling (blz. 48), dan kan Automatisch flitsen niet worden geselec­teerd.
Camera-info
Invulflits
1
29
Flitsbereik – automatische werking
Flitssignalen
Het flitssignaal op de monitor geeft de status van de flitser aan. Verschijnt het signaal, dan zal de flitser bij de opname worden gebruikt.
Gebruikt u de stand Flitser uit, dan kunnen het flitssignaal en het sig­naallampje bij de zoeker knipperen om te waarschuwen voor came­ratrilling die het gevolg is van lange sluitertijden. Cameratrilling wordt veroorzaakt door trillingen van de hand en is in de telestand sterker waarneembaar dan in de groothoekstand. De waarschuwing verschijnt, maar het is wel mogelijk een foto te maken. Verschijnt de waarschuwing, plaats de camera dan op statief of gebruik de flitser. De waarschuwing zal bij handmatige belichtingsregeling niet in wer­king treden.
Groothoekstand Telestand
0,5 m ~ 3,0 m 0,8 m ~ 1,7 m
Flitssignaal
30
OPNAME - BASISHANDELINGEN
Macrostanden
De scherpstelling voor macro-opnamen activeert u door op de links-toets van de stuureenheid te drukken(1). Wilt u Super Macro selecteren, zoom dan eerst het objectief uit tot de maximale tele­stand, en selecteer dan de gewenste stand met de stuureenheid. De actieve stand verschijnt links boven in de LCD-monitor.
De kortste scherpstelafstand is afhankelijk van de zoomstand van het objectief. Super Macro is alleen beschikbaar in de telestand.
Groothoekstand Telestand 5 cm - oneindig 50 cm - oneindig
Bevindt het onderwerp zich dichterbij dan het begin van het flitsbereik (blz. 47), dan kan er overbe­lichting ontstaan. Kies de stand Flitser uit (blz. 28) om te voorkomen dat er wordt geflitst. Bepaal bij korte opnameafstanden de beeldcompositie altijd via de monitor. Gebruik van een statief is aan te bevelen.
Bij langetijdopnamen en dichtbijopnamen valt cameratrilling eerder op. Plaats in dit soort situa­ties de camera op statief en maak de foto met behulp van de zelfontspanner (blz. 42), zodat het indrukken van de ontspanknop geen trilling kan veroorzaken.
Opnametips
Super Macro
Macro
Super Macro
20 cm - 40 cm
1
Loading...
+ 74 hidden pages