Minolta DIMAGE F300 User Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZINGNL
9222-2785-15 P-A211
2
V
OORDAT U BEGINT
Gefeliciteerd met uw aanschaf van deze Minolta digitale camera.Neem uw tijd deze gebruiks­aanwijzing goed door te lezen; dan bent u er zeker van dat u alle mogelijkheden van uw camera maximaal zult benutten.
Minolta DiMAGE F300 digitale camera CR-V3 batterij Polskoord HS-DG100 16 MB SD geheugenkaart AV-kabel AVC-200 USB-kabel USB-500 DiMAGE Viewer CD-ROM DiMAGE CD-ROM met gebruiksaanwijzingen Snelhandleiding (drukwerk) Minolta internationale garantiekaart
Voordat u begint
Apple, het Apple logo, Macintosh, Power Macintosh, Mac OS en het Mac OS logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer Inc. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De officiële naam van Windows is Microsoft Windows Operating System. Pentium is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation.Power PC is handelsmerk van International Business Machines Corporation. QuickTime is een handelsmerk gebruikt onder licentie. USB DIRECT-PRINT is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren.
3
Neem onderstaande opmerkingen en waarschuwingen ter harte voordat u dit product gebruikt.
Verkeerd gebruik van batterijen kan leiden tot het vrijkomen van schadelijk vloeistoffen, oververhitting of explosie, waardoor schade en letsel kunnen ontstaan.Volg onderstaande waarschuwingen op:
• Gebruik alleen batterijen van het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven type.
•Plaats de batterijen niet met de polen (+/-) verkeerd om.
• Gebruik batterijen niet als ze beschadigd of aangetast zijn.
•Stel batterijen niet bloot aan vuur, hoge temperaturen, water of vochtigheid.
•Probeer batterijen niet kort te sluiten of te demonteren.
•Bewaar batterijen niet in of bij metalen voorwerpen.
• Gebruik geen batterijen van verschillende typen, merken, fabricagedata en of laadniveaus door elkaar.
• Probeer nooit alkalinebatterijen te herladen.
• Gebruik voor oplaadbare batterijen de aanbevolen lader.
• Gebruik nooit batterijen die zijn gaan lekken. Komt er batterijvloeistof in een oog, spoel het oog dan onmiddellijk schoon met veel water en neem contact op met een arts. Komt batterijvloeistof in contact met uw huid of kleding, was de vervuilde plek dan grondigmet water.
•Plak de contacten van lithiumbatterijen af om kortsluiting bij ingezamelde batterijen te voorkomen; houd u altijd aan de voorschriften voor de inzameling van batterijen.
WAARSCHUWING
Correct en veilig gebruik
• Gebruik alleen de aangegeven netstroomadapter, en dan uitsluitend op het voltage waarvoor de adapter geschikt is. Een defecte adapter of een onjuist voltage kan schade of letsel als gevolg van brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Demonteer dit product niet.Wanneer u een hoog-voltage-circuit in het binnenwerk aanraakt kunt u een elektrische schok oplopen.
•Wordt de camera zodanig beschadigd dat het binnenwerk, met name het flitsgedeelte, wordt blootgelegd, dan moet u onmiddellijk de batterijen verwijderen of de verbinding met het lichtnet verbreken en de camera verder niet meer gebruiken. De flitser heeft een hoog-voltage-circuit dat elektrische schokken kan veroorzaken die tot letsel kunnen leiden.Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan tot letsel of brand leiden.
4
C
ORRECT EN VEILIG GEBRUIK
• Houd batterijen en andere voorwerpen die ingeslikt kunnen worden buiten het bereik van kleine kinderen. Neem onmiddellijk contact op met een arts wanneer er een voorwerp wordt ingeslikt.
•Bewaar dit product buiten het bereik van kinderen.Wees in de nabijheid van kinderen voorzichtig, zodat u ze niet met dit product of onderdelen ervan kunt verwonden.
•Flits niet van korte afstand rechtstreeks in iemands ogen. Het kan tot aantasting van het gezichtsvermogen leiden.
•Flits niet in de richting van bestuurders van voertuigen. Afleiding of verblinding kan tot een ongeluk leiden.
•Kijk niet op de lcd-monitor wanneer u loopt of een voertuig bestuurt. Het kan tot een ongeluk of letsel leiden.
•Kijk niet via de zoeker in de zon of sterke lichtbronnen.Het kan uw gezichtsvermogen aantasten of blindheid veroorzaken.
• Gebruik dit product niet in een vochtige omgeving, en pak het niet met natte handen beet.Komt er toch vloeistof in het product terecht, verwijder dan meteen de batterijen of verbreek de netstroomaansluiting, en gebruik het product verder niet meer.Voortgaand gebruik van een product dat aan vloeistof is blootgesteld kan schade of letsel als gevolg van een elektrische schok of brand veroorzaken.
• Gebruik dit product niet in de nabijheid van ontvlambare gassen of vloeistoffen als benzine, wasbenzine of verfverdunner. Gebruik geen ontvlambare producten als alcohol, wasbenzine of verfverdunner om dit product te reinigen.Het gebruik van ontvlambare reinigingsmiddelen of oplosmiddelen kan een explosie of brand veroorzaken.
•Verwijder de netstroomadapter nooit uit het stopcontact door aan de stroomkabel te trekken. Houd de adapter zelf vast wanneer u hem verwijdert.
• Zorg ervoor dat de adapterkabel niet wordt beschadigd, verdraaid, aangepast, verhit of met zware voorwerpen wordt belast. Een beschadigde kabel kan schade of letsel als gevolg van een elektrische schok of brand ten gevolge hebben.
•Verspreidt het product een vreemde geur, hitte, of rook, schakel het dan meteen uit.Verwijder meteen de batterijen en houd er daarbij rekening mee dat batterijen heet kunnen worden. Voortgaand gebruik van een beschadigd product of onderdeel kan letsel of brand veroorzaken.
• Is reparatie nodig, breng of stuur het product dan naar de Technische Dienst van Minolta of laat uw handelaar voor afhandeling zorgdragen.
5
• Gebruik of bewaar dit product niet in een warme of vochtige omgeving als het dashboardkastje of de bagageruimte van een auto.Het kan leiden tot schade aan het product of de batterijen, wat brandwonden of ander letsel als gevolg hitte, brand, explosie, of lekkende batterijvloeistof kan veroorzaken.
• Het objectief trekt zich terug wanneer de camera wordt uitgeschakeld.Raak het objectief tijdens het terugtrekken niet aan; het kan tot letsel leiden.
•Bij lang voortdurend gebruik wordt de camera warm.
• Houd rekening met de hitte van de batterijen of geheugenkaart wanneer u ze uit de camera haalt op een moment dat de camera lang in bedrijf is geweest. Zet de camera uit en laat hem afkoelen.
• Laat de flitser niet ontsteken wanneer hij in contact is met mensen of voorwerpen.Bij de flits komt veel warmte vrij.
•Oefen geen druk uit op de monitor.Een beschadigde lcd-monitor kan letsel veroorzaken, en de vloeistof uit de monitor is brandbaar.Komt vloeistof uit de monitor in contact met de huid, was die dan schoon met schoon water.Komt de vloeistof in contact met de ogen, spoel de ogen dan onmiddellijk met veel water schoon en neem contact op met een arts.
• Steek de stekker van de netstroomadapter veilig en zorgvuldig in het stopcontact.
• Gebruik de netstroomadapter niet wanneer de kabel beschadigd is.
• Dek de netstroomadapter niet af. U kunt er brand mee veroorzaken.
• Zorg ervoor dat u in geval van nood altijd makkelijk bij de netstroomadapter kunt komen.
• Haal de netstroomadapter uit het stopcontact wanneer u hem schoonmaakt of wanneer u de camera niet gebruikt.
WEES VOORZICHTIG
6
I
NHOUD
De basishandelingen voor deze camera worden behandeld op de pagina’s 14 tot en met 37. In dit deel van de gebruiksaanwijzing worden de onderdelen van de camera behandeld, de voorbereiding van de camera voor gebruik, plus de basishandelingen voor opname, weergave en het wissen van beelden.
De hoofdstukken over de eenvoudige en de geavanceerde automatische opnamestand behandelen alle basisfuncties die in deze stand beschikbaar zijn plus de multifunctionele opnamestand. Neem deze hoofdstukken op uw gemak door voordat u verder gaat. Het hoofdstuk over de eenvoudige weergavestand behandelt hoe u de beelden afspeelt.De andere hoofdstukken kunt u doornemen wanneer u de informatie ervan nodig hebt. Veel van de mogelijkheden van deze camera worden met menu’s geregeld. In de hoofdstukken over menu-navigatie leest hoe u de menu-instellingen verandert.Na de navigatiemogelijkheden volgt de uitleg van elke instelling
Over deze gebruiksaanwijzing
Benaming van de onderdelen..............................................................................................................10
Camerahuis .............................................................................................................................10
Zoeker......................................................................................................................................12
Keuzeknop...............................................................................................................................12
Datascherm .............................................................................................................................13
Aan de slag .........................................................................................................................................14
CR-3V batterij verwisselen......................................................................................................14
AA-batterijen plaatsen.............................................................................................................15
Polsriem bevestigen.................................................................................................................15
Aanduiding batterijconditie ......................................................................................................16
Automatische spaarschakeling ................................................................................................16
Netstroomadapter aansluiten (apart leverbaar).......................................................................16
Geheugenkaart verwisselen....................................................................................................18
Over geheugenkaarten....................................................................................................19
Datum en tijd instellen.............................................................................................................20
Automatische opnamestand – basis ....................................................................................................22
Hanteren van de camera .........................................................................................................22
Stroom/toegangslampje...........................................................................................................22
Camera instellen op automatisch opnemen............................................................................23
Gebruik van het zoomobjectief ................................................................................................24
Scherpstelbereik......................................................................................................................24
Over de werking van de camera.............................................................................................25
Basishandelingen opname......................................................................................................26
7
Scherpstelsignalen ..................................................................................................................27
Speciale scherpstelsituaties....................................................................................................27
Automatische selectie uit de digitale onderwerpsprogramma’s...............................................28
Toets digitale onderwerpsprogramma’s...................................................................................29
Weergavetoets – opnamestand...............................................................................................31
Flitsstanden .............................................................................................................................32
Flitsbereik – automatische opnamestand ................................................................................33
Flitssignalen.............................................................................................................................33
Waarschuwing cameratrilling...................................................................................................33
Weergave - basis..................................................................................................................................34
Enkelvoudige weergave en histogramweergave.....................................................................34
Beelden bekijken en wissen....................................................................................................35
Weergavetoets - weergavestand.............................................................................................36
Weergavetoets - snelweergave (Quick View)..........................................................................36
Vergrote weergave.............................................................................................................. .....37
Automatische opnamestand - geavanceerd.........................................................................................38
Navigeren door het menu van de automatische opnamestand...............................................38
Digitale zoom ...........................................................................................................................40
Transportstanden.....................................................................................................................41
Zelfontspanner.........................................................................................................................42
Afstandsbediening (apart leverbaar) .......................................................................................43
Continu-stand ..........................................................................................................................44
UHS continutransport..............................................................................................................45
Bracketing................................................................................................................................46
Beeldgrootte en beeldkwaliteit.................................................................................................48
Datum in beeld .......................................................................................................................50
Belichtingscorrectie..................................................................................................................51
Scherpstelveldselectie?...........................................................................................................52
Scherpstelvergrendeling..........................................................................................................53
Multifunctionele opnamestand – geavanceerde handelingen ..............................................................54
Scherm multifunctionele opnamestand ...................................................................................55
Navigeren door het menu van de multifunctionele opnamestand ...........................................56
Belichtingsstanden...................................................................................................................58
Programma-automatiek – P .............................................................................................58
Diafragmavoorkeuze – A..................................................................................................58
Sluitertijdvoorkeuze – S...................................................................................................59
Handmatige belichtingsinstelling – M ..............................................................................60
Tijdopnamen............................................................................................................................61
8
I
NHOUD
Witbalans.................................................................................................................................62
Automatische witbalans ...........................................................................................................62
Vaste witbalans........................................................................................................................62
Eigen witbalansinstellingen..............................................................................................63
Scherpstelstanden...................................................................................................................64
Enkelvoudige AF..............................................................................................................64
Subject Tracking AF.........................................................................................................64
Handmatige scherpstelling ..............................................................................................65
Full-time AF.............................................................................................................................65
Flitscorrectie ............................................................................................................................66
Meetmethoden.........................................................................................................................66
Cameragevoeligheid – ISO......................................................................................................67
Flitsbereik en cameragevoeligheid ..................................................................................67
Regeling digitale effecten........................................................................................................68
Voice memo.............................................................................................................................70
Directe weergave.....................................................................................................................71
Fotografische basisprincipes................................................................................................................72
Gebruik van belichtings- en flitscorrectie.................................................................................74
Wat is een LW? Wat is een stop? ...........................................................................................75
Belichtingsspeelruimte.............................................................................................................75
Film- en geluidsopnamen .....................................................................................................................76
Film opnemen ..........................................................................................................................76
Audio opnemen........................................................................................................................77
Navigeren door het filmmenu..................................................................................................78
Opmerkingen over film opnemen............................................................................................79
Film en audio opnemen met de RC-3 afstandsbediening (apart verkrijgbaar).......................79
Weergavestand – geavanceerde handelingen.....................................................................................80
Voice memo’s en audio-commentaar afspelen........................................................................80
Film- en geluidsopnamen afspelen .........................................................................................81
Navigeren door het weergavemenu.........................................................................................82
Beeldselectiescherm ...............................................................................................................84
Bestanden wissen ...................................................................................................................85
Bestanden vergrendelen..........................................................................................................86
Audio-commentaar ..................................................................................................................87
Diashow...................................................................................................................................88
Over DPOF ..............................................................................................................................90
DPOF printopdracht aanmaken...............................................................................................90
Indexprint bestellen .................................................................................................................91
Copy en E-mail Copy...............................................................................................................92
Beelden op TV bekijken...........................................................................................................94
9
Setup-stand – de werking van de camera regelen..............................................................................95
Navigeren door het setup-menu ..............................................................................................96
Helderheid lcd-monitor ............................................................................................................98
Geheugenkaarten formatteren ................................................................................................98
Automatische spaarschakeling ................................................................................................99
Taal .........................................................................................................................................99
Geheugen bestandsnummers (#) ...........................................................................................99
Bestandsnaam.......................................................................................................................100
Audiosignalen........................................................................................................................100
Shutter FX .............................................................................................................................101
Volume...................................................................................................................................101
Standaardinstellingen terughalen..........................................................................................101
Ruisonderdrukking.................................................................................................................104
Datum en tijd instellen...........................................................................................................104
Datumvolgorde instellen........................................................................................................104
Video-output ..........................................................................................................................104
Overspeelstand – aansluiting op een computer.................................................................................105
Systeemeisen........................................................................................................................105
Camera op een computer aansluiten....................................................................................106
Aansluiting met Windows 98 en 98 Second Edition..............................................................108
Automatische installatie.................................................................................................108
Handmatige installatie....................................................................................................109
Aansluiten op Mac OS 8.6.....................................................................................................111
QuickTime systeemeisen ......................................................................................................111
Automatische spaarschakeling (overspeelstand)..................................................................111
Werken met mappen op de geheugenkaart..........................................................................112
Camera van de computer loskoppelen..................................................................................114
Windows 98 en 98SE ....................................................................................................114
Windows Me, 2000 Professional en XP.........................................................................114
Macintosh.......................................................................................................................115
Geheugenkaart verwisselen (overspeelstand)......................................................................116
Appendix .......................................................................................................................................117
Problemen oplossen ..............................................................................................................117
Over Ni-MH batterijen............................................................................................................119
Driver-software verwijderen – Windows ................................................................................120
USB DIRECT-PRINT gebruiken ............................................................................................121
Onderhoud en opslag.........................................................................................................................121
Technische gegevens.........................................................................................................................126
10
B
ENAMING VAN DE ONDERDELEN
*Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Houd de aangewezen plaatsen zorgvuldig
schoon. Lees ook de informatie over onderhoud en opslag achterin deze gebruiksaanwijzing (blz.
1221).
Camerahuis
Datascherm (blz. 13)
Ontspanknop
Objectief*
Zelfontspanner/ Afstandbedieni ngslampje (blz. 42)
Flitser (blz. 32)
De statiefaansluiting zit onder­op de camera.
Luidspreker
Microfoon
Ontvanger afstands­bediening
Keuzeknop (hoofdschakelaar)
Zoekervenster*
11
USB-aansluiting AV-uitgang en netvoedingsaansluiting zitten achter het aansluitingskapje
Knop digitale
onderwerpsprogramma’s
(blz. 29)
Oogje draagkoord (blz. 15)
Zoeker*
(blz. 12)
LCD-monitor*
Menutoets
Flitsstand/Informatietoets (blz. 32, 34)
Stroom/Toegangs­lampje (blz. 22)
QV/Wissen-toets (blz. 35)
Deurtje batterijruimte (blz. 14)
Belichtingscorrectieknop (blz. 51)
Stuurknop
Deurtje kaar truimte (blz. 18)
Weergavetoets (blz. 31, 36)
12
B
ENAMING VAN DE ONDERDELEN
Keuzeknop
Automatische opnamestand (blz. 22, 38) Multifunctionele opnamestand (blz. 54) Weergavestand (blz. 34, 80) Filmopnamestand (blz. 76)
Setup-stand(blz. 95)
Audio-opnamestand (blz.76)
Zoeker
Scherpstellampje (groen) Flitssignaal (oranje)
Deze keuzeknop geeft u direct toe­gang tot de belang­rijkste camera­functies. Hij fungeert ook als hoofdschakelaar.
Doordat de optische zoeker en het objectief op enige afstand van elkaar zitten, stemmen de beelden die ze vormen niet honderd procent overeen;dit verschijnsel wordt parallax genoemd. Op kor te afstanden kan de parallax leiden tot verkeerde beelduitsneden; de afwijking is sterker naarmate er meer wordt ingezoomd. Is het onderwerp dichter bij dan 1 m (groothoekstand) of 3 m (telestand), gebruik dan de lcd-monitor om de beelduitsnede te bepalen; omdat het objectief het beeld vormt dat op de lcd-monitor verschijnt treedt er geen parallax op.
13
Datascherm
Opnameteller (blz. 49)
Belichtingscorrectie/flitscorrectie (blz. 51, 66)
Cameragevoeligheid (blz. 67) Spotmeting (blz. 66)
Batterijconditie (blz. 16)
Witbalans (blz. 62)
Flitsstand (blz. 32)
Handmatige scherpstelling (blz. 65)
Beeldgrootte (blz. 48)
Beeldkwaliteit (blz.48)
Transportstand (blz. 41)
Microfoon (blz.70, 77, 87)
Belichtingsmethode (blz. 58)
Het datascherm bovenop de camera geeft de status van de camera weer. Voor de duidelijkheid is hiernaast alle informatie weergegeven die erop kan verschijnen.
De opnameteller gaat niet hoger dan 999.Wordt het aantal opge­nomen beelden hoger dan dit aantal, dan verschijnt 999. Komt het aantal opgenomen beelden onder de duizend, dan gaat de teller het juiste aantal weer aan­geven.
Sluit het deurtje van de batterijruimte (3) en schuif het naar de bovenzijde van de camera (4) zodat het sluit en wordt vergren­deld. Na het plaatsen van de batterij kan op de lcd-monitor de mel­ding verschijnen dat datum en tijd moeten worden ingesteld.De klok en de kalender worden ingesteld in de custom 2 sectie van het setup-menu (blz. 20).
3
4
14
A
AN DE SLAG
AAN DE SLAG
CR-V3 batterij verwisselen
Plaats de batterij. De CR-V3 batterij moet met de polen naar voren in de camera worden geschoven.De platte kant van de batterij moet naar de voorkant van de camera wijzen.Past de batterij niet, controleer dan of hij juist is geplaatst. Forceer de batterij nooit.
1
2
Deze digitale camera gebruikt één CR-V3 lithiumbatterij.Wanneer u de batterij verwisselt dient de keuzeknop in de uitstand (OFF) te staan.
Open het deurtje van de batterijruimte door het deur tje naar de onderkant van de camera toe te schuiven (1) om de beveiliging te ontgrendelen; dan kan het deur­tje worden geopend (2).
15
Hoewel de prestaties met een CR-V3 lithiumbatterij beter zijn kunt u ook twee AA-formaat Ni-MH batterijen gebruiken. Andere typen AA-batterijen dienen niet te worden gebruikt.Werkt u met Ni-MH batterijen, laad ze dan volledig, met een lader die geschikt is voor geavanceerde elektronische appa­ratuur.Raadpleeg uw handelaar voor een geschikte lader.
AA-batterijen plaatsen
Plaats de AA-batterjen zoals hiernaast aangegeven;let er daarbij op dat de plus- en de minpool op de juiste manier zijn geplaatst.
Houd altijd het polskoord om uw pols om te voorkomen dat de camera per ongeluk valt. Als extra zijn leverbaar de metalen draagketting NS-DG100, en een lederen halsriem, NS-DG200. De verkrijgbaarheid verschilt per regio.
Polskoord bevestigen
Steek het andere einde van het koord door de kleine lus en trek het koord aan (2).
2
1
Steek het smalle einde van het polskoord door het koord-oogje op de camera (1).
16
A
AN DE SLAG
Aanduiding batterijconditie
Batterij vol - De batterij is vers/geheel geladen. Na inschakeling van de camera is dit symbool vijf seconden lang op de lcd-monitor te zien. Het symbool blijft op het datascher m zichtbaar.
Batterijen leeg (knipperend) - Wanneer dit knipperende symbool ver­schijnt - de overige informatie is dan verdwenen - dan is er onvol­doende energie om de camera te laten werken. Er kan geen opname worden gemaakt.
Batterij bijna leeg - De energievoorraad is beperkt.De batterij dient zo snel mogelijk vervangen te worden. De lcd-monitor gaat tijdens het opladen van de flitser uit om stroom te sparen.
Deze camera is uitgerust met een automatische aanduiding voor de batterijconditie.Wanneer de camera aan staat verschijnt de batterij-indicatie op het datascherm en de lcd-monitor.Zijn het data­scherm, de elektronische zoeker en de lcd-monitor blanco, dan is de batterij leeg of verkeerd geïn­stalleerd.
Automatische spaarschakeling
Om de batterijen te sparen zal de camera displays en onnodige functies uitschakelen wanneer hij een minuut niet is gebruikt. De lcd-monitor wordt uitgeschakeld na dertig seconden. Wilt u de camera weer activeren, druk dan op willekeurig welke knop of toets, of zet de keuzeknop in een andere stand. Op de wachttijd van 30 seconden na kan de periode voor de automatische spaarschakeling in de sectie basic van het setup-menu worden ingesteld (blz.96).
Batterijen bijna leeg, waarschuwing - De energievoorraad is zeer beperkt. Het symbool op de monitor is rood geworden.De batterij dient zo snel mogelijk vervangen te worden.Deze waarschuwing ver­schijnt automatisch en blijft zichtbaar totdat er volle batterijen in de camera zitten. Om stroom te sparen gaat de monitor uit als de flitser wordt geladen. Bereikt de energie een lager niveau, dan verschijnt het symbool voor een uitgeputte batterij vlak voordat de camera wordt uitgeschakeld.
17
Met de AC-6 netstroomadapter kunt u de camera vanuit het lichtnet van stroom laten voorzien. Gebruik de netstroomadapter wanneer de camera op de computer wordt aangesloten of wanneer hij langdurig intensief moet wordengebruikt.
Zet de camera altijd uit wanneer u op een
andere stroombron overgaat.
Netstroomadapter aansluiten (apart leverbaar)
1
Klap het kapje van de netstroomaansluiting (1) open. Om verlies te voorkomen zit het deksel aan de camera vast.
Steek de miniplug van de netstroomadapter in de net­stroomaansluiting van de camera (2).
Steek de stekker van de netstroomadapter in een stop­contact.
2
18
A
AN DE SLAG
Geheugenkaart verwisselen
Om te kunnen functioneren moet de camera van een SD -geheugenkaart of een MultiMedia-kaart worden voorzien. Zit er geen kaar t in de camera, dan verschijnt er automatisch een no-card-waar­schuwing op de lcd-monitor en verschijnen er drie streepjes (– – –) op de opnameteller op het datascherm.
Open het deurtje van de kaartsleuf (1) met behulp van het nokje aan de onderzijde van de camera.
Schuif de kaart geheel in de sleuf en laat hem los (2). De kaart moet nu blijven zitten. Plaats de kaart met de voorzijde naar voren toe gericht. Duw de kaart altijd rechtstandig naar binnen toe. Forceer de kaart nooit. Past de kaart niet, controleer dan of u hem niet verkeerd houdt.
Wilt u een kaart uitnemen, duw hem dan naar binnen en laat hem opkomen (3). U kunt de kaart nu naar buiten trekken.Wees voorzichtig, de kaart kan door gebruik heet worden
Sluit het deurtje van de kaartsleuf (4). Het deurtje moet dichtklikken.
1 234
Gaat u een geheugenkaart uitnemen, kijk dan altijd of het toegangs-
lampje niet rood brandt, anders kan er schade of dataverlies ontstaan.
Vergeleken met SD-geheugenkaar ten is de responstijd bij opname en weergave van MultiMedia-kaarten langer. Dat is geen defect, het heeft te maken met de manier waarop de kaart werkt. Bij het gebruik van kaarten met een grote capaciteit kunnen bewerkingen als wissen langer duren.
Een SD-geheugenkaart heeft een schrijfbeveiliging. Is die ingescha­keld, dan kunnen er op de kaart geen beelden worden opgenomen. De beveiliging wordt geactiveerd door de schuif naar beneden te schuiven.Wordt er geprobeerd met de camera een beeld op te nemen of te wissen, dan verschijnt de boodschap dat de kaart ver­grendeld is (card locked) op de lcd-monitor. Kijk voor onderhoud en opslag van geheugenkaarten op blz. 123.
Geheugenkaarten dienen niet te worden gebruikt voor permanente opslag. Maak altijd een kopie van de in de camera opgeslagen bestanden op een opslagapparaat of opnamemedium. Het is aan te bevelen een extra reserve kopie van de beeldinformatie te maken.Minolta is niet aansprakelijk voor het verlies van beeldinformatie.
19
Verschijnt er een boodschap dat de kaart door de camera niet wordt herkend (card-not-recognized), dan is het waarschijnlijk noodzakelijk de kaart te formatteren. Soms kan het nodig zijn een kaart die in een andere camera werd gebruikt opnieuw te formatteren.Verschijnt de boodschap dat de kaart niet kan worden gebruikt (unable-to-use-card), dan is de kaart niet compatible met de camera en kan hij niet worden geformatteerd (blz. 96). Formatteren wist alle informatie die op kaart staat.
Schrijf­beveili­ging
Beveilig­de stand
Over geheugenkaarten
Basic Custom1 Custom2
LCDbrightness
Format Power save Language English
1 min.
1
20
A
AN DE SLAG
Datum en tijd instellen
Nadat u voor de eerste maal een geheugenkaart en een batterij in de camera hebt geplaatst moet u de klok en der kalender van de camera instellen.Bij het opslaan van gemaakte opnamen wordt altijd de datum en de tijd van opname geregistreerd. Afhankelijk van het land van aankoop kan het ook nodig zijn de menu-taal in te stellen. Kijk daar voor op de volgende bladzijde.
Zet de keuzeknop in de setup-stand.De camera gaat aan en het setup-menu ver­schijnt.
De centrale knop in de stuurknop selecteert de menu-opties en stelt veranderingen in.
Door het menu navigeren is eenvoudig.Met de op/neer- en links/rechts-toetsen van de stuurknop (1) verplaatst u de cursor en voert u instellingen uit.
21
Custom1
Basic Reset default
Date/Time set
Date format
Video output
YYYY/MM/DD NTSC
Custom2
Gebruik de rechts-toets om de custom 2 tab bovenaan het menu te markeren.
Gebruik de op/neer-toets om de menu/optie voor datum en tijd te markeren.
Druk op de centrale toets om het scherm voor het instellen van datum en tijd op te roepen.
Gebruik de links- en de rechts-toets om het onder­deel te selecteren dat moet worden veranderd.
Druk op de centrale toets om de instelling van klok en kalender vast te leggen. Het setup-menu ver­schijnt.
Enter
Date/Time set
Druk op de rechts-toets. “Enter” verschijnt op de rechterzijde van het menu.
Weergavemenu: custom 2 sectie
Scherm datum/tijdinstelling
Gebruik de op- en neertoets om het onderdeel in te stellen.
Het is mogelijk zelf de taal van de menu’s te kiezen. Markeer daar voor de taal-optie (language) in de basic-sectie van het setup-menu.Druk op de rechts-toets om de taalinstelling op te roe­pen. Met de up-neer-toetsen mar keer t u de gewenste taal. Druk op de centrale toets om de gemarkeerde taal in te stellen; het setup-menu verschijnt in de geselecteerde taal.
Camera-info
Noise reductn Off
Stroom/toegangslampje
22
A
UTOMATISCHE OPNAMESTAND - BASIS
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND BASIS
Of u nu de zoeker of de lcd-monitor gebruikt, pak de camera stevig vast met uw rechter hand, terwijl u hem met de linkerhand ondersteunt. Houd uw elle­bogen tegen uw zij en plaats uw voeten iets uit elkaar: Zo houdt u de came­ra stabiel.
Maakt u verticale opnamen, houd de camera dan zo dat de flitser zich boven het objectief bevindt, dus met de handgreep aan de bovenzijde. Let goed op dat u het objectief niet met uw vingers of met de riem afdekt.
Hanteren van de camera
In dit deel van de gebruiksaanwijzing komen de basishandelingen aan de orde.Maak uzelf goed ver­trouwd met de handelingen die hier worden behandeld voordat u verder gaat met meer specialisti­sche handelingen en technieken. De geavanceerde technologie die in de automatische opnamestand wordt toegepast ontlast de foto­graaf van ingewikkelde camera-instellingen.Hoewel de werking van de camera in deze stand auto­matisch is, is het mogelijk in te grijpen om een aanpassing aan de omstandigheden te realiseren of om een persoonlijke voorkeur door te voeren.
Het stroom/toegangslampje wordt groen en brandt continu wanneer de camera is ingeschakeld. Het lampje wordt rood en knippert wanneer er beeldinformatie wordt overgespeeld tussen camera en geheugenkaart; verwijder dan nooit de kaart.
Wordt het objectief tegengehouden als het naar buiten komt, dan kan het groene lampje drie minuten lang blijven knipperen.Zet dan de camera uit en aan om het objectief in de basisstand te brengen.
23
Camera instellen op automatisch opnemen
Ze de keuzeknop in de automatische opnamestand (1); alle camerafuncties werken nu automatisch.De autofocus-, belich­tings- en beeldverwerkingssystemen werken nu samen om u zonder rompslomp mooie opnamen te bezorgen.
Veel van de systemen in de camera mogen dan wel automatisch zijn, het is mogelijk de camera-automatiek voor bepaalde onder­werpen te optimaliseren, simpelweg door middel van de knop voor digitale onderwerpsprogramma’s (blz. 29). De flitsstand (blz. 32) en de transpor tstand (blz. 41) kunnen ook worden ver­anderd. Beeldgrootte en -kwaliteit zijn instelbaar in het menu van de automatische opnamestand (blz. 38).
Belichtingsstand Programma-automatiek (vast)
Lichtmeetmethode
*Veranderingen in de flitsstand, het scherpstelveld, de transportstand of de belichtingscorrectie
worden ongedaan gemaakt wanneer de keuzeknop in een andere stand wordt gezet.De flitsstand wordt teruggezet op automatisch flitsen of automatisch flitsen met rode-ogen-reductie, afhankelijk van welke van deze twee standen het laatste werd gebruikt.
1
Meerveldsmeting (vast)
Cameragevoeligheid (ISO)
Flitsstand
Scherpstelveld
Scherpstelmethode
Transportstand
Automatisch (vast) Automatisch flitsen (instelbaar*)
Enkelbeeldtransport (instelbaar*)
Belichtingscorrectie
Verscherping
0.0 (instelbaar*) Normaal (vast)
Contrast Normaal (vast)
Verzadiging Normaal (vast)
Kleurinstelling
Witbalans
Natuurlijke kleuren (vast) Automatisch (vast)
Area AF & Subject Tracking AF (vast)
Breed scherpstelveld (instelbaar*)
– – – – – – – – – – – – –
24
A
UTOMATISCHE OPNAMESTAND - BASIS
Deze camera is uitgerust met een 7,8 tot 23,4 mm zoomobjectief.Het optisch zoombereik is verge­lijkbaar met dat van een 38 tot 114 mm zoomobjectief voor kleinbeeld.In de kleinbeeldfotografie gel­den brandpuntsafstanden korter dan 50 mm als groothoek; de beeldhoek is dan groter dan die van het menselijk oog. Langer dan 50 mm geldt als tele; u krijgt er onderwerpen vergroot mee in beeld. Het effect van de optische zoom is zichtbaar in de zoeker en op de lcd-monitor.
Gebruik van het zoomobjectief
Het zoomobjectief wordt inge­steld met de stuurknop (1). Druk op de op-toets (T) om in te zoomen. Druk op de neer­toets (W) om een meer groot­hoekiger zoomstand te krij­gen.
Scherpstelbereik
Normaal scherpstelbereik
Macrostand (blz. 29)
0,5m -
0,2 m - 0,6 m
Alle afstanden zijn gemeten vanaf het CCD-vlak.
CCD-vlak
1
25
Over de werking van de camera
De automatische opnamestand gebruikt geavanceerde technologie om u in staat stellen zonder bij­zondere inspanningen goede foto’s te maken. De Automatische Selectie van Digitale Onderwerpsprogramma’s optimaliseert belichting, kleur en de beeldbewerkingsinstellingen voor elk onderwerp. Het geavanceerde AF-systeem lokaliseert en volgt het onderwerp automatisch.
Automatische Selectie van Digitale Onderwerpsprogramma’s – Met de symbolen bovenin de lcd­monitor wordt aangegeven welk digitaal onderwerpsprogramma wordt gebruikt. Wanneer u foto’s maakt blijft het symbool voor het actieve programma zichtbaar.Wordt er geen symbool weergegeven, dan wordt de normale programma-automatiek gebruikt. Kijk voor meer informatie over Automatische Selectie van Digitale Onderwerpsprogramma’s op blz. 28.
Area AF & Subject Tracking AF – Area AF lokaliseert het onderwerp binnen het extra grote scherpstelkader.Waar de camera het onderwerp aantreft verschijnt een AF-sensor-vak, waarop de scherpstelling wordt uit­gevoerd.Subject Tracking AF blijft het onderwerp binnen het grote scherp­stelkader volgen; dat gebeur t als het onderwer p zich verplaatst en als de camera anders wordt gericht.
Weergave Automatische Selectie van Digitale Onderwerpsprogramma’s
Scherpstelkader Area AF
Subject Tracking AF
AF-sensor
Basishandelingen opname
Staat de keuzeknop in de automatische opnamestand, dan is de camera ingescha­keld en is de lcd-monitor geactiveerd. De automatische opnamestand gebr uikt twee geavanceerde AF-systemen, Area AF en Subject Tracking AF, om het onderwer p binnen het extra ruime scherpstelkader te vinden en te volgen..
Plaats het onderwerp ergens in het scherpstelkader.
• Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het scherpstelbereik bevindt: 0,5 m - ∞. Gebruik voor onderwerpen op kortere afstand de macrofunctie (blz. 29).
•Is het onderwerp dichterbij dan 1 m in de groothoekstand of 3 m in de telestand, gebruik dan de lcd-monitor om de beeldcompositie te bepalen.
Druk de ontspanknop half in (1) om de scherpstelling en de belichting op het onderwerp te vergrendelen.
• De scherpstelsignalen op de monitor bevestigen de vergrendeling op het onderwerp. Is het scher pstelsignaal rood, dan kon de camera het onderwerp niet lokaliseren. Herhaal dan voorgaande stappen totdat u een wit signaal krijgt.
•Wanneer de vergrendeling op het onderwerp in werking treedt,
1
2
verschijnt er een AF-sensor die aangeeft waarop wordt scherpgesteld. Beweegt of verplaatst het onderwerp zich binnen het scherpstelkader, dan blijft de AF-sensor het volgen.
•Sluitertijd en diafragma verschijnen om aan te geven dat de belichting is vergrendeld.
•Kijk op blz. 28 voor informatie over Automatische Selectie Digitale Onderwerpsprogramma’s.
26
UTOMATISCHE OPNAMESTAND - BASIS
A
Druk de ontspanknop geheel in (2) om de foto te maken.
• Het toegangslampje wordt rood en knippert om aan te geven dat de beeldinformatie op de geheugenkaart wordt weggeschreven.Verwijder nooit een geheugenkaart tijdens het overspelen van beeldinformatie.
27
Deze digitale camera is uitgerust met een snel en nauwkeurig autofocus-systeem.Het scherpstel­symbool linksonder op de lcd-monitor en het groene lampje naast de zoeker geven de status aan. De sluiter kan worden ontspannen, ook als de camera niet op het onderwerp kan scherpstellen.
Scherpstelling vergrendeld. Camera blijft onderwerp in scherpstelveld volgen
Scherpstelsymb.: wit Lampje: brandt
Scherpstelsymb.: rood Lampje: knippert
In sommige situaties zal de camera niet goed kunnen scherpstellen. Kan het AF-systeem niet op een onderwerp scherpstellen, dan wordt het scherpstelsymbool rood. Gebruik dan scherpstelvergrende­ling met scherpstelveldselectie om scherp te stellen op een onderwerp op gelijke afstand als het eigenlijke onderwerp (blz. 52, 53).
Onderwerp in scherp­stelveld heeft te laag contrast.
Onderwerp is te donker.
Twee onderwerpen op verschillende afstanden overlappen elkaar in scherpstelkader.
Onderwerp vlakbij zeer heldere beeldpartij.
Scherpstelling niet mogelijk. Onderwerp te dichtbij of een van onderstaande situaties doet zich voor.
• Gaat de vergrendeling op het onderwerp verloren, dan word het symbool rood, maar het lampje blijft branden. Meer info over Subject Tracking AF vindt u op bladzijde 64.
•Als de camera niet kan scherpstellen, kan de scherpstelvergrendeling met scherpstelveldselectie worden gebruikt (blz. 52, 53).
Scherpstelsignalen
Speciale scherpstelsituaties
28
A
UTOMATISCHE OPNAMESTAND - BASIS
Automatische Selectie Digitale Onderwerpsprogramma’s
De Automatische Selectie van de Digitale Onderwerpsprogramma’s kiest tussen de standaard pro­gramma-automatiek en een van de vijf onderwerpsprogramma’s:Portret, Sport/Actie, Landschap, Zonsondergang en Nachtportret. De digitale onderwerpsprogramma’s optimaliseren de prestaties van de camera voor speciale situaties en onderwerpen. Belichting, witbalans en beeldverwerkings­systemen werken samen voor fraaie resultaten.Over de programma’s zelf leest u meer op blz. 30.
Een rij met grijze symbolen bovenaan de monitor geeft aan dat de Automatisch Onderwerpsselectie actief is. Plaats het onderwerp in het scherpstelkader; de procedure is dezelfde als de basis-opnamehan­delingen die op blz. 26 worden beschreven.
Druk de ontspanknop half in. Het AF-systeem zal het onderwerp loka­liseren en de automatische digitale onderwerpsselectie zal een onder­werpsprogramma kiezen. Verschijnen er geen symbolen, dan blijft de standaard programma-automatiek actief.Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken..
Programma-auto­matiek
Portret
Sport/actie
Landschap
Zonsondergnag
Nachtportret
Houd de camera stabiel wanneer de stand voor zonsondergnag of nachtportret is geko­zen, want er kunnen lange sluitertijden wor­den gebruikt.
29
Druk op de toets van de digitale onder­werpsprogramma’s (1) om de instellingen te laten passeren. Het actieve onderwerps­programma verschijnt bovenin het live­beeld. Het onderwer psprogramma blijft actief totdat er een ander programma wordt gekozen of de keuzeknop in een andere stand wordt gezet. Met uitzonde­ring van macro en nachtportret kunnen digitale onderwerpsprogramma’s niet in de multifunctionele opnamestand worden gebruikt. Kijk voor informatie over de onderwerpsprogramma’s op blz.30.
Toets digitale onderwerpsprogramma’s
1
Sport/actie
Landschap
Zonsondergang
Nachtportret
Programma-automatiek
Portret
Macro
Automatische Selectie Digitale Onderwerpsprogramma’s
Voor elke opnamesituatie worden de instellingen van de camera opnieuw geoptimaliseerd.Sommige camera-instellingen kunnen echter worden beïnvloed.Zo blijft de flitsstand instelbaar (blz. 32), en ook de belichting kan worden aangepast, met de belichtingscorrectietoets (blz. 51). Onder extreme ver­lichtingsomstandigheden is het mogelijk dat een verandering met de belichtingscorrectie niet het gewenste resultaat heeft in de standen portret en nachtportret. De waarschuwing voor cameratrilling (blz. 33) kan verschijnen in de standen macro, landschap, zonsondergang en nachtportret.
(Geen symb.)
30
A
UTOMATISCHE OPNAMESTAND - BASIS
MACRO – te gebr uiken voor dichtbij-opnamen tussen 20 en 60 cm (gemeten
vanaf de CCD). Het objectief zoomt automatisch naar de macrostand; de beeld­hoek kan niet worden veranderd.Vanwege parallax dient u de lcd-monitor te gebruiken om de compositie te bepalen. Full-time AF (blz. 65) wordt gebruikt. Beschikbaar in de multifunctionele opnamestand.
NACHTPORTRET - het flitslicht en de belichting voor de achtergrond worden met elkaar in evenwicht gebracht, waardoor zowel het onderwerp als de achtergrond bij weinig licht goed tot uiting blijven komen.Vraag uw onderwerp om na de flits goed stil te blijven staan:de sluiter kan nog open staan voor de belichting van de achtergrond.Wilt u nachtelijke overzichtfoto’s maken, schakel dan de flitser uit (blz. 32). Houd er rekening mee dat de camera lange sluitertijden kiest. Gebruik van een statief is aan te raden.Beschikbaar in de multifunctionele opnamestand.
PORTRET – speciaal afgestemd op het bereiken van een zachte huidtoonweer­gave en een lichte onscherpte in de achtergrond. Portretten worden vaak het mooist in de telestand; door de grotere opname-afstand worden de verhoudingen in het gezicht niet overdreven, terwijl de beperkte scherptediepte de achtergrond onscherp houdt.
LANDSCHAP – speciaal afgestemd op het produceren van scherpe, kleurrijke landschapsopnamen. De automatische selectie van digitale onderwerps­programma’s kiest dit programma bij ver verwijderde onderwerpen en een grote beeldhoek. De flitser wordt in deze stand niet ontstoken. Wilt u de flitser gebr ui­ken, stel de flitser dan in op invulflits.
SPORT/ACTIE – speciaal afgestemd op het bevriezen van actie. De automatische selectie van digitale onderwerpsprogramma’s kiest dit programma wanneer er bewegende onderwerpen op afstand met een tele-instelling worden gefotogra­feerd. Full-time AF (blz. 65) wordt gebruikt.
ZONSONDERGANG – speciaal afgestemd op het produceren van rijke, warme zonsondergangen. De automatische selectie van digitale onderwerpsprogramma’s herkent de warme tint van de zonsondergang in een landschapsfoto en activeert dit programma.
Loading...
+ 98 hidden pages