Minolta DIMAGE 7i User Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZINGNL
9222-2779-15 HA-A205
2
Gefeliciteerd met uw aanschaf van de Minolta digitale camera. Neem uw tijd deze gebruiksaanwijzing goed door te lezen; dan bent u er zeker van dat u alle mogelijkheden van uw camera maximaal zult benutten. Deze gebruiksaanwijzing bevat informatie over producten die voor mei 2002 werden geïn­troduceerd. Wilt u weten of producten die na die datum zijn uitgebracht met deze camera kunnen worden gebruikt, informeer dan bij uw handelaar of neem contact op met Minolta (adres op de achterzijde).
Controleer onderstaande paklijst voordat u dit product gaat gebruiken. Ontbreekt er iets, neem dan contact op met uw handelaar of wend u tot Minolta (adres op de achterzijde van deze gebruiksaan­wijzing).
Minolta DiMAGE 7i digitale camera Ni-MH batterijen (set van vier) Ni-MH batterijlader-set Camerariem NS-DG7 Zonnekap DLS7i 16 MB CompactFlash kaart AV-kabel AVC-300 USB-kabel USB-100 DiMAGE software CD-ROM DiMAGE Viewer gebruiksaanwijzing Cameragebruiksaanwijzing Garantiekaart
De product is ontworpen om te functioneren met accessoires die door Minolta worden vervaardigd en gedistribueerd. Gebruik van accessoires of apparatuur die niet van Minolta afkomstig zijn kan lei­den tot tegenvallende prestaties of schade aan het product en de accessoires.
Omdat de prestaties van alkalinebatterijen in
digitale camera’s zeer bescheiden zijn is het
gebruik van Ni-MH batterijen aan te raden.
3
VOORDAT U BEGINT
Neem onderstaande waarschuwingen ter harte voordat u het product gebruikt.
Verkeerd gebruik van batterijen kan leiden tot het vrijkomen van schadelijk vloeistoffen, oververhitting of explosie, waardoor schade en letsel kunnen ontstaan.Volg onderstaande waarschuwing goed op:
• Gebruik alleen batterijen van het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven type.
• Plaats de batterijen niet met de polen (+/-) verkeerd om.
• Gebruik batterijen niet als ze beschadigd of aangetast zijn.
• Stel batterijen niet bloot aan vuur, hoge temperaturen, water of vochtigheid.
• Probeer batterijen niet kort te sluiten of te demonteren.
•Bewaar batterijen niet in of bij metalen voorwerpen.
• Gebruik geen batterijen van verschillende typen, merken, fabricagedata en of laadniveaus door elkaar.
• Probeer nooit alkalinebatterijen te herladen.
• Gebruik voor oplaadbare batterijen de aanbevolen lader.
• Gebruik nooit batterijen die zijn gaan lekken. Komt er batterijvloeistof in een oog, spoel het oog dan onmiddellijk schoon met veel water en neem contact op met een arts. Komt batterijvloeistof in contact met uw huid of kleding, was de vervuilde plek dan grondig met water.
WAARSCHUWING
CORRECT EN VEILIG GEBRUIK
4
• Gebruik alleen de aangegeven netstroomadapter, en dan uitsluitend op het voltage waarvoor de adapter geschikt is. Een defecte adapter of een onjuist voltage kan schade of letsel als gevolg van brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Demonteer dit product niet. Wanneer u een hoog-voltage-circuit in het binnenwerk aanraakt kunt u een elektrische schok oplopen.
•Wordt de camera zodanig beschadigd dat het binnenwerk, met name het flitsgedeelte, wordt blootgelegd, dan moet u onmiddellijk de batterijen verwijderen of de verbinding met het lichtnet verbreken en de camera verder niet meer gebruiken. De flitser heeft een hoog-voltage-circuit dat elektrische schokken kan veroorzaken die tot letsel kunnen leiden. Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan tot letsel of brand leiden.
5
• Gebruik alleen de aangegeven netstroomadapter, en dan uitsluitend op het voltage waarvoor de adapter geschikt is. Een defecte adapter of een onjuist voltage kan schade of letsel als gevolg van brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Demonteer dit product niet. Wanneer u een hoog-voltage-circuit in het binnenwerk aanraakt kunt u een elektrische schok oplopen.
•Wordt de camera zodanig beschadigd dat het binnenwerk, met name het flitsgedeelte, wordt blootgelegd, dan moet u onmiddellijk de batterijen verwijderen of de verbinding met het lichtnet verbreken en de camera verder niet meer gebruiken. De flitser heeft een hoog-voltage-circuit dat elektrische schokken kan veroorzaken die tot letsel kunnen leiden. Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan tot letsel of brand leiden.
• Houd batterijen en andere voorwerpen die ingeslikt kunnen worden buiten het bereik van kleine kinderen. Neem onmiddellijk contact op met een arts wanneer er een voorwerp wordt ingeslikt.
•Bewaar dit product buiten het bereik van kinderen. Wees in de nabijheid van kinderen voorzichtig, zodat u ze niet met dit product of onderdelen ervan kunt verwonden.
• Flits niet van korte afstand rechtstreeks in iemands ogen. Het kan tot aantasting van het gezichtsvermogen leiden.
• Flits niet in de richting van bestuurders van voertuigen. Afleiding of verblinding kan tot een ongeluk leiden.
• Kijk niet op de monitor wanneer u een voertuig bestuurt of loopt. Het kan tot een ongeluk of letsel leiden.
• Gebruik dit product niet in een vochtige omgeving, en pak het niet met natte handen beet. Komt er toch vloeistof in het product terecht, verwijder dan meteen de batterijen of verbreek de netstroomaansluiting, en gebruik het product verder niet meer.Voortgaand gebruik van een product dat aan vloeistof is blootgesteld kan schade of letsel als gevolg van een elektrische schok of brand veroorzaken.
• Gebruik dit product niet in de nabijheid van ontvlambare gassen of vloeistoffen als benzine, wasbenzine of verfverdunner. Gebruik geen ontvlambare producten als alcohol, wasbenzine of verfverdunner om dit product te reinigen. Het gebruik van ontvlambare reinigingsmiddelen of oplosmiddelen kan een explosie of brand veroorzaken.
•Verwijder de netstroomadapter nooit uit het stopcontact door aan de stroomkabel te trekken. Houd de adapter zelf vast wanneer u hem verwijdert.
• Zorg ervoor dat de adapterkabel niet wordt beschadigd, verdraaid, aangepast, verhit of met zware voorwerpen wordt belast. Een beschadigde kabel kan schade of letsel als gevolg van een elektrische schok of brand ten gevolge hebben.
•Verspreidt het product een vreemde geur, hitte, of rook, schakel het dan meteen uit.Verwijder meteen de batterijen en houd er daarbij rekening mee dat batterijen heet kunnen worden. Voortgaand gebruik van een beschadigd product of onderdeel kan letsel of brand veroorzaken.
• Is reparatie nodig, neem het product dan mee naar de Technische Dienst van Minolta.
6
• Gebruik of bewaar dit product niet in een warme of vochtige omgeving als het dashboardkastje of de bagageruimte van een auto. Het kan leiden tot schade aan het product of de batterijen, wat brandwonden of ander letsel als gevolg hitte, brand, explosie, of lekkende batterijvloeistof kan veroorzaken.
• Zijn de batterijen gaan lekken, gebruik dit product dan niet meer.
• Bij lang voortdurend gebruik wordt de camera warm.
• Houd rekening met de hitte van de batterijen of CompactFlash kaart wanneer u ze uit de camera haalt op een moment dat de camera lang in bedrijf is geweest. Zet de camera uit en laat hem afkoelen.
• Laat de flitser niet afgaan wanneer hij in contact is met mensen of voorwerpen. Bij de flits komt veel warmte vrij.
• Oefen geen druk uit op de monitor. Een beschadigde LCD-monitor kan letsel veroorzaken, en de vloeistof uit de monitor is brandbaar. Komt vloeistof uit de monitor in contact met de huid, was die dan schoon met schoon water. Komt de vloeistof in contact met de ogen, spoel de ogen dan onmiddellijk met veel water schoon en neem contact op met een arts.
• De rand van de zonnekap kan letsel veroorzaken. Let er goed op dat u niet per ongeluk iemand met de camera raakt terwijl de zonnekap er nog op zit.
• Steek de stekker van de netstroomadapter veilig en zorgvuldig in het stopcontact.
• Gebruik de netstroomadapter niet wanneer de kabel beschadigd is.
• Dek de netstroomadapter niet af. U kunt er brand mee veroorzaken.
• Zorg ervoor dat u in geval van nood altijd makkelijk bij de netstroomadapter kunt komen.
• Haal de netstroomadapter uit het stopcontact wanneer u hem schoonmaakt of wanneer u de camera niet gebruikt.
PAS OP
CORRECT EN VEILIG GEBRUIK
7
Benaming van de onderdelen ..............................................................................................................12
Camerahuis .............................................................................................................................12
Data-scherm ............................................................................................................................15
Weergave op EVF en LCD-monitor ........................................................................................16
Snel aan de slag ..................................................................................................................................17
Waarschuwing cameratrilling...................................................................................................17
Riem bevestigen......................................................................................................................18
Lensdop verwijderen................................................................................................................18
Zonnekap bevestigen ..............................................................................................................19
Batterijen plaatsen...................................................................................................................20
CompactFlash kaart plaatsen..................................................................................................20
Camera vasthouden ................................................................................................................21
Aanzetten van camera en displays..........................................................................................21
Opnamen maken .....................................................................................................................22
Ingebouwde flitser gebruiken...................................................................................................23
Flitsbereik - automatische werking ..........................................................................................23
Opnamen bekijken en wissen met Quick View........................................................................24
Basishandelingen .................................................................................................................................25
Batterijen verwisselen..............................................................................................................26
Signalen batterijconditie ..........................................................................................................27
Automatische spaarschakeling................................................................................................27
Externe voeding.......................................................................................................................28
CompactFlash kaart verwisselen ............................................................................................28
De volautomatische opnamestand ..........................................................................................30
Elektronische zoeker en LCD-monitor ....................................................................................30
Opnamen maken .....................................................................................................................31
Scherpstelvergrendeling..........................................................................................................32
Scherpstelsignalen ..................................................................................................................33
Speciale scherpstelsituaties ....................................................................................................33
Beeldweergave - opnamestand...............................................................................................34
Quick View...............................................................................................................................36
Weergave in Quick View..........................................................................................................37
Opnamen in Quick View wissen ..............................................................................................37
Quick View weergave veranderen ...........................................................................................38
Vergrote weergave...................................................................................................................39
INHOUD
8
INHOUD
Opnamestand - bediening in detail ......................................................................................................40
Toets Spot/AE-lock ..................................................................................................................40
Pro-auto-toets..........................................................................................................................41
Toets digitale onderwerpsprogramma’s...................................................................................42
Functiewiel gebruiken..............................................................................................................44
Geheugen - camera-instellingen opslaan................................................................................46
Lichtmeetmethoden .................................................................................................................47
Belichtingsstanden...................................................................................................................48
Programma-automatiek - P ................................................................................................49
Program shift .................................................................................................................49
Diafragmavoorkeuze-automatiek - A..................................................................................50
Sluitertijdvoorkeuze-automatiek - S....................................................................................51
Handinstelling - M...............................................................................................................52
Tijdopnamen............................................................................................................................53
Afstandsbediening (apart verkrijgbaar) aansluiten ..................................................................53
Tr ansportstanden.....................................................................................................................54
Continu-opnamen ...............................................................................................................55
UHS continu-transport........................................................................................................56
UHS continu-transport-films ...............................................................................................56
Zelfontspanner....................................................................................................................57
Bracketing...........................................................................................................................58
Opmerkingen over bracketing .......................................................................................59
Interval................................................................................................................................60
Witbalans.................................................................................................................................62
Automatische witbalans......................................................................................................63
Vaste witbalansinstellingen.................................................................................................63
Eigen witbalansinstelling ....................................................................................................64
Cameragevoeligheid - ISO ......................................................................................................65
Flitsbereik en cameragevoeligheid..........................................................................................66
Minolta flitser op de camera gebruiken ...................................................................................66
Regeling digitale effecten ........................................................................................................67
Belichting- en flitscorrectie .................................................................................................68
Contrastcorrectie ................................................................................................................70
Correctie kleurverzadiging..................................................................................................71
Filter....................................................................................................................................71
Elektronische zoeker ...............................................................................................................73
Dioptriecorrectie ......................................................................................................................73
Automatische monitorversterking ............................................................................................73
9
Autofocus-velden en -sturing ...................................................................................................74
Flex-scherpstelpunt .................................................................................................................75
Digitale zoom...........................................................................................................................76
Macro-instelling........................................................................................................................77
Navigeren door het opnamemenu...........................................................................................78
Elektronisch toetsenbord .........................................................................................................80
Autofocusstanden....................................................................................................................81
Beeldgrootte ............................................................................................................................82
Over de opnameteller..............................................................................................................82
Beeldkwaliteit...........................................................................................................................83
Over superfijn en RAW-beeldkwaliteit .....................................................................................84
Bestandsgrootte en capaciteit CompactFlash kaarten............................................................85
Flitsstanden .............................................................................................................................86
Draadloos flitsen......................................................................................................................88
Bereik draadloos flitsen ...........................................................................................................90
Opmerkingen over draadloos flitsen...................................................................................91
Flitsregeling ............................................................................................................................92
Spot AE/AEL............................................................................................................................93
Handmatige scherpstelling ......................................................................................................94
Vergrotingstoets en elektronische loep....................................................................................94
Data op de foto........................................................................................................................95
Kleurinstelling ..........................................................................................................................96
Verscherping............................................................................................................................97
Directe weergave.....................................................................................................................98
Gesproken memo ....................................................................................................................99
Fotografische basisprincipes..............................................................................................................100
Filmstand .....................................................................................................................................102
Navigeren door het filmmenu ................................................................................................104
10
INHOUD
Weergavestand - beelden bekijken en bewerken ..............................................................................105
Enkelvoudige weergave en histogramweergave ...................................................................105
Beelden bekijken ...................................................................................................................106
Gesproken memo’s afspelen.................................................................................................106
Films afspelen .......................................................................................................................107
Enkelvoudige beelden wissen ...............................................................................................107
Vergrote weergave.................................................................................................................108
Weergavemethode veranderen .............................................................................................109
Navigeren door het weergavemenu.......................................................................................110
Beeldselectiescherm .............................................................................................................112
Beelden wissen .....................................................................................................................113
CompactFlash-kaarten formatteren.......................................................................................114
Beelden vergrendelen............................................................................................................115
Indexweergave veranderen (index format).........................................................................................115
Diashow.................................................................................................................................116
Over DPOF............................................................................................................................118
Een DPOF printopdracht maken ...........................................................................................118
Opdracht voor index-print .....................................................................................................119
DPOF printopdracht opheffen................................................................................................119
Beelden overzetten op een andere CompactFlash kaart......................................................120
Opnamen op TV weergeven..................................................................................................122
Setup-stand - de werking van de camera instellen............................................................................123
Navigeren door het setup-menu............................................................................................124
Helderheid elektronische zoeker en lcd-monitor ...................................................................126
Audiosignalen ........................................................................................................................126
Shutter FX .............................................................................................................................126
Volume...................................................................................................................................127
Taal .....................................................................................................................................127
Geheugen bestandsnummers ...............................................................................................127
Mapnaam...............................................................................................................................128
Geselecteerde map ...............................................................................................................129
Nieuwe map...........................................................................................................................129
Weergavemethode.................................................................................................................130
Directe handmatige scherpstelling ........................................................................................131
Alles terugzetten op standaard..............................................................................................132
EVF auto switch.....................................................................................................................129
Datum en tijd instellen ...........................................................................................................134
Volgorde datum en tijd instellen ............................................................................................135
Video-output ..........................................................................................................................135
Automatische spaarschakeling..............................................................................................135
11
Overspeelstand ..................................................................................................................................136
QuickTime systeemeisen ......................................................................................................136
Systeemeisen ........................................................................................................................137
Camera op de computer aansluiten ......................................................................................138
Verbinding met Windows 98/98 second edition.....................................................................140
Automatische installatie....................................................................................................140
Handmatige installatie ......................................................................................................141
Verbinding met Mac OS 8.6 ..................................................................................................143
Automatische spaarschakeling (overspeelstand) ..................................................................143
Werken met mappen op de CompactFlash kaart .................................................................144
Camera van de computer loskoppelen..................................................................................146
Windows 98 / 98 second edition ......................................................................................146
Windows ME, 2000 Professional en XP...........................................................................146
Macintosh .........................................................................................................................147
CompactFlash kaart verwisselen (overspeelstand)...............................................................148
Appendix .....................................................................................................................................149
Systeemaccessoires..............................................................................................................150
Bij het gebruik van filters .......................................................................................................151
Wat is een LW? Wat is een stop? .........................................................................................151
problemen oplossen ..............................................................................................................152
Driver-software verwijderen – Windows ................................................................................155
Onderhoud en opslag............................................................................................................156
Camera-onderhoud ..........................................................................................................156
Reinigen ...........................................................................................................................156
Opslag ..............................................................................................................................156
Bedrijfstemperatuur en -omstandigheden ........................................................................157
Opslagmedia ....................................................................................................................157
Batterijen ..........................................................................................................................158
Over Ni-MH batterijen.......................................................................................................158
LCD-monitor ....................................................................................................................159
Copyright ..........................................................................................................................159
Voor belangrijke gebeurtenissen en reizen ......................................................................159
Vragen en service ............................................................................................................159
Technische gegevens............................................................................................................160
* Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Houd de aangewezen plaatsen zorgvuldig schoon. Lees de informatie over onderhoud en opslag achterin deze gebruiksaanwijzing (blz.156).
12
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
CAMERAHUIS
Datascherm (blz. 15)
Pro-auto-toets(blz. 41)
Instelwiel
Ontspanknop
Scherpstelring (blz. 94)
Index brandpunts­afstand
Zoom-ring
1
Objectief*
Deurtje kaartsleuf (blz. 28) USB-aansluiting zit achter het deurtje van de kaartsleuf.
Zelfontspanner lampje (blz. 57)
Ingebouwde flitser (blz. 23)
Toets digitale onderwerpsprogramma’s (blz. 42)
Riem-oogje (blz. 18)
1 De brandpuntsafstanden op de zoom-ring worden aangegeven in equivalenten van kleinbeeld-waarden.
De DiMAGE Viewer software die bij de camera wordt geleverd kan bij het het opgenomen beeld de werkelijke brandpuntsafstand vermelden, maar ook de omgerekende brandpuntsafstand voor kleinbeeld.
Microfoon
13
Accessoireschoenje
Weergaveschakelaar Informatietoets (blz. 34, 109)
Elektronische zoeker* (EVF) (blz. 73)
LCD-monitor*
(blz. 16)
Menu-toets
Stuurknop
Deksel aansluiting netvoeding/AV
Toets Spot/ Belichtingsvergren­deling (blz. 40)
Vergrendeling batterijruimte (blz. 26)
Oogsensors*
(blz. 34)
Vergrotingstoets
Deksel afstandsbe­dieningsaansluiting (blz. 53)
Toegangs-lampje
QV/Wissen/toets (blz. 37)
Ontgrendeling
Hoofdschakelaar/keuzeknop
Weergavestand (blz. 105)
Opnamestand (blz. 40)
Filmstand (blz. 102)
Setup-stand(blz. 123)
Overspeelstand (blz. 136)
Luidspreker
14
Functietoets
Macro-ontgrendeling (blz. 77)
Toets scherpstelstand (AF/MF) (blz. 94)
Schakelaar digitale effecten
Dioptrie-instelwieltje (blz. 73)
Statiefaansluiting
Geheugen (blz. 46)
Meetmethoden (blz. 47)
Belichtingsstanden (blz. 48) Tr ansportstanden (blz. 54)
Witbalans (blz. 62)
Cameragevoeligheid (blz. 65)
Toets digitale affecten
Functiewiel (blz. 44)
Regeleenheid digitale effecten (blz. 67)
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
15
DATA-SCHERM
Pijlen onderwerpsprogramma’s (blz. 42)
Cameragevoeligheid (blz. 65)
Belichtingsstand (blz. 48)
Batterijconditie (blz. 27)
Witbalans (blz. 62)
Rode-ogen-reductie (blz. 86)
handmatige scherpstelling (blz. 94)
Beeldkwaliteit (blz. 83)
Beeldgrootte (blz. 82)
Flitscorrectie (blz. 68)
Digitale onderwerpsprogramma’s (blz. 42)
Tr ansportstanden (blz. 54)
Opnameteller
(blz. 82)
Het data-scherm bovenop de camera geeft de status van de camera weer. Hier zijn alle aanduidingen tegelijk in beeld.
De opnameteller gaat niet hoger dan 999. Wordt het aantal opge­nomen beelden hoger dan dit aantal, dan verschijnt 999. Komt het aantal opgenomen beelden onder de duizend, dan gaat de teller het juiste aantal weer aan­geven.
Draadloos flitsen (blz. 88)
Sluitertijd en diafragma / belichtings-/flitscorrectie
7. Correctie kleurverzadiging (blz. 71)
16
WEERGAVE IN ZOEKER EN OP LCD-MONITOR
2. Flitsstand(blz. 86)
5. Flitscorrectie (blz. 68)
9. Verscherping (blz. 97)
8. Contrastcorrectie (blz. 70)
10. Belichtingscorrectie (blz. 68)
11. Witbalans (blz. 62)
17. Cameragevoeligheid (ISO) (blz. 65)
12. Belichtingsstand/Digitaal Onderwerpsprogramma (blz. 48, 42)
13. Lichtmeetmethode (blz. 47)
14. Sluitertijd
23. Handmatige scherpstelling (blz. 94)
18. Macrostand (blz. 77)
22. Transportstand (blz. 54)
19. Scherpstelsignaal (blz. 33)
21. Opnameteller (blz. 82)
27. Digitale zoom (blz. 76)
26. Beeldgrootte (blz. 82)
25. Beeldkwaliteit (blz. 83)
24. Batterijconditie (blz. 27)
4. Gebruiksstand
3. Flitssignaal (blz. 23)
A. Scherpstelkader B. Spotmeetveld (blz. 47) C. AF-sensors D. Flex-scherpstelpunt (blz. 75)
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
1. Microfoon-aanduiding
6. Filter (blz. 71)
16. Waarschuwing cameratrilling (blz. 17)
15. Diafragma
20. Data in beeld (blz. 95)
28. Kleurinstelling (blz. 96)
In de zoeker en de LCD-monitor kan een waarschuwing voor trillingsonscherpte verschij­nen. Opnamen uit de hand worden bij de wat langere sluitertijden onscherp door trilling; in de telestand is dat effect veel sterker dan in de groothoekstand. De waarschuwing ver­schijnt wanneer de sluitertijd ongeveer gelijk is aan 1 gedeeld door de brandpuntsafstand. Staat de zoom op 100 mm, dan verschijnt de waarschuwing bij tijden van 1/100 s of lan­ger. Wanneer de waarschuwing verschijnt kan de camera overigens wel worden ontspannen. Neem dan echter ook een van de volgende maatregelen:
• Zet de camera op statief.
• Gebruik de ingebouwde flitser (blz. 23).
• Verhoog de cameragevoeligheid (ISO) (blz. 65).
• Zoom terug naar de groothoekstand.
17
SNEL AAN DE SLAG
Dit is een verkorte gebruiksaanwijzing, die u in staat stelt snel met uw camera te gaan werken. Het is echter wel aan te bevelen de gehele gebruiksaanwijzing goed door te nemen om alle camerafuncties goed te leren gebruiken en zo optimale resultaten te bereiken.
WAARSCHUWING CAMERATRILLING
18
SNEL AAN DE SLAG
RIEM BEVESTIGEN
LENSDOP VERWIJDEREN
Druk de klemmetjes van de dop met duim en wijsvinger in en neem de dop van het objectief.
•Wordt de camera niet gebruikt, plaats dan de lensdop altijd terug.
Bevestig de camerariem aan de camera als afgebeeld.
• Doe de riem altijd om, om schade te voorkomen wanneer u de camera laat vallen.
1
2
19
ZONNEKAP PLAATSEN
Om de zonnekap te bevestigen plaatst u de recht­hoekige uitholling op de rand van de zonnekap tegenover de index voor de brandpuntsafstand op de bovenzijde van het objectief (1)
Schuif de zonnekap op het objectief en draai hem 90° graden met de klok mee totdat hij vastklikt, en de ronde uitholling tegenover de index voor de brand­puntsafstand zit (2).
• Bij een juiste plaatsing zitten de grote bladen van de zonnekap aan de onder- en bovenzijde.
•Forceer de zonnekap nooit. Past hij niet, plaats hem dan rustig opnieuw.
•Voor verwijderen draait u de zonnekap 90° tegen de klok in en neemT hem van het objectief af.
De zonnekap kan wanneer de camera niet wordt gebruikt in omgekeerde stand op de camera worden geplaatst..
Houd een van de grote bladen aan de bovenzijde, schuif de zonnekap op het objectief en draai hem 90° met de klok mee tot hij stopt.
•U kunt de zonnekap plaatsen en verwijderen terwijl de lensdop op het objectief zit.
•Voor verwijderen draait u de zonnekap 90° tegen de klok in neem hem van het objectief af.
De zonnekap verhindert licht dat van buiten beeld komt de voorste lens te bereiken, zodat overstra­ling wordt voorkomen. Bij sterke lichtbronnen is gebruik van de zonnekap sterk aan te bevelen. Gebruik de zonnekap niet in combinatie met de ingebouwde flitser, anders ontstaat er een schaduw onderin beeld.
2
1
20
Open de batterijruimte door het deurtje in positie te draaien.
COMPACTFLASH KAART PLAATSEN
BATTERIJEN PLAATSEN
Schuif de CompactFlash kaart naar binnen en klap de uitwerp-hendel (1) om.
• Plaats de kaart zo dat de voorzijde naar de voorkant van de camera wijst. Schuif de kaart altijd rechtstandig naar binnen, nooit schuin. Forceer de kaart nooit. Lukt het niet de kaart naar binnen te schuiven, controleer dan of u hem niet moet omdraaien.
Plaats de baterijen.
• Let erop dat de plus- en minpolen van de batterijen goed zitten (zie de afbeelding in de batterijruimte)..
Open het deurtje van de kaartsleuf (1).
1
2
SNEL AAN DE SLAG
De bij de camera geleverde AA nikkel-metaalhydridebatterijen moeten eerste worden geladen voor dat u ze voor het eerste gebruikt. Kijk daarvoor in de gebruiksaanwijzing van de lader.
Pak de camera stevig met de rechterhand vast en ondersteun de camera met uw linkerhand. Houd uw ellebogen in uw zijden gedrukt en zet uw voeten op schouderbreedte uit elkaar om stabiel te staan.
U kunt de elektronische zoeker tussen 0 en 90 graden kantelen. Dat is handig wanneer vanuit een laag standpunt fotografeert.
21
HANTEREN VAN DE CAMERA
AANZETTEN VAN CAMERA EN DISPLAYS
Houd de ontgrendelknop (1) ingedrukt terwijl u de keuzeknop (2) in de foto-stand zet.
Display-schakelaar
Met de display-schakelaar op de achterzijde van de camera regelt u welke display bij het fotograferen wordt geactiveerd. Zet de schakelaar in de stand Auto-display (A); De display zal automatisch omschakelen tussen de Elektronische zoeker (EVF) en de LCD-monitor.
1
2
22
FOTO’S MAKEN
Door het instelwiel in de foto-stand te zetten wordt de camera ingeschakeld; de elektronische zoeker (EVF) en de LCD-monitor worden geactiveerd.
Met de zoomring bepaalt u de beelduitsnede. Het effect van de zoominstelling is meteen in de zoeker en op de LCD-monitor te zien.
Bepaal uw beeldcompositie via de zoeker of de LCD­monitor; zorg er daarbij voor dat u het scherpstelkader op het onderwerp richt.
Druk de ontspanknop geheel in om de opname te maken.
• Het toegangslampje brandt om aan te geven dat er beeldinformatie op de CompactFlash kaart wordt weggeschreven.Verwijder de kaart nooit wanneer er gegevensoverdracht plaatsvindt.
SNEL AAN DE SLAG
23
INGEBOUWDE FLITSER GEBRUIKEN
Bij weinig licht of binnenshuis kunt u flitslicht gebruiken om het onderwerp te verlichten; daarmee voorkomt u ook trillingsonscherpte als gevolg van een te lange sluitertijd. U kunt de flitser ook voor invulflits gebruiken om te donkere beeldpartijen op te helderen.
FLITSBEREIK – AUTOMATISCHE WERKING
Om de flitser te activeren klapt u hem aan de twee tabjes aan weerszijden omhoog. Flitsinformatie verschijnt linksboven in de zoeker en op de LCD-monitor (zie overzicht hieronder).
• De flitsstand moet handmatig worden ingesteld
• De flitser gaat altijd af, ongeacht de hoeveelheid licht.
•Verwijder altijd de zonnekap wanneer u de ingebouwde flitser gebruikt. De zonnekap veroorzaakt anders een schaduw op het onderwerp.
De camera regelt de flitsdosering automatisch. Voor een goede belichting is het nodig dat het onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt. Door de constructie van het optische systeem zijn de bereiken in de groothoek- en telestand verschillend.
Groothoekstand
Telestand
0,5 m ~ 3,8 m
0,5 m ~ 3,0 m
Flitswaarschuwing. Bij tegenlicht verschijnt dit signaal als advies om de flitser te gebruiken.
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, geeft het witte flitssignaal aan dat de flitser opnamegereed is.
Wanneer u de ontspanknop half indrukt verschijnt het rode signaal als de flitser nog aan het laden is
Na de opname verschijnt het blauwe flitssignaal wanneer het onderwerp goed werd belicht.
Druk op QV/Wissen-toets om het weergegeven beeld te wissen.
• Er verschijnt een bevestigingsscherm.
OPNAMEN BEKIJKEN EN WISSEN MET QUICK VIEW
Opgenomen beelden kunt u terwijl de camera in de opnamestand staat terugzien. Druk op de QV/Wissen-toets om toegang tot de opnamen te krijgen en gebruik de stuurknop om de beelden op de CompactFlash kaart op de monitor te doorlopen.
Druk op de QV/Wissen-toets om de opgenomen beelden weer te geven.
Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuurknop om langs de beelden te scrollen.
Indrukken van de stuurknop wist het beeld.
24
Gebruik de links/rechts-toetsen om "YES" te laten oplichten.
• "NO" kiezen heft de uitvoering op.
Druk op de menutoets om naar de opnamestand terug te keren.
Met Quick View kunt u ook opnamen wissen. Wees daarbij voorzichtig. Een gewist beeld is niet meer terug te halen. Wanneer u een beeld selecteert om het te wissen verschijnt er een bevestigings­scherm voordat het wissen wordt uitgevoerd. Kijk voor meer informatie over Quick View op blz. 36.
Delete this frame?
NoYes
SNEL AAN DE SLAG
25
BASISHANDELINGEN
Dit hoofdstuk behandelt de basishandelingen voor het werken met de camera. Zorg ervoor dat u goed met de besproken handelingen bekend bent voordat naar de volgende hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing gaat.
26
BATTERIJEN VERWISSELEN
BASISHANDELINGEN
Open de batterijruimte door het deurtje in positie te draaien.
Plaats de baterijen.
• Let erop dat de plus- en minpolen van de batterijen goed zitten (zie de afbeelding in de batterijruimte).
Deze digitale camera gebruikt vier AA-formaat nikkel-metaalhydride (NiMH). Gaat u u ze voor de eerste maal gebruiken, laad ze dan eerst.
Wanneer u batterijen verwisselt moet de camera uit staan.
Sluit de batterijruimte en zet de vergrendeling op .
U kunt in deze camera alkalinebatterijen gebruiken, maar ze zijn erg snel leeg. Gebruik alkalinebatte­rijen alleen voor proefopnamen of wanneer Ni-MH-batterijen, de Minolta Externe High-power Battery Pack of de netstroomadapter niet beschikbaar zijn.
27
SIGNALEN BATTERIJCONDITIE
Batterijen vol - De batterijen zijn vers/geheel geladen. Na inschakeling van de camera is dit symbool vijf seconden lang in de elektronische zoeker en op de LCD-monitor te zien.
Batterijen leeg (knipperend) - Wanneer dit knipperende symbool verschijnt - de overige informatie is dan verdwenen - dan is er onvoldoende energie om de camera te laten werken. Er kan geen opname worden gemaakt. Vervang of herlaad de batterijen onmiddellijk.
Batterijen bijna leeg - De energievoorraad is beperkt maar de camera functioneert nog volledig. De batterijen dienen zo snel mogelijk vervangen te worden. Deze waarschuwing verschijnt automatisch en blijft zichtbaar totdat er volle batterijen in de camera zitten.
AUTOMATISCHE SPAARSCHAKELING
Om de batterijen te sparen zal de camera displays en onnodige functies uitschakelen wanneer hij een bepaalde periode niet is gebruikt. De LCD-monitor wordt na 30 seconden uitgeschakeld, de elektronische zoeker en het data-scherm na 1 minuut. Om de displays te activeren drukt u de ontspanknop half in of drukt u op de informatietoets. De wachttijd voor de automatische spaarschakeling voor de elektronische zoeker en het data-scherm kan in de custom 2 sectie van het setup-menu worden ingesteld (blz. 124).
Deze camera is uitgerust met een automatische aanduiding voor de batterijconditie. Wanneer de camera aan staat verschijnt de batterij-indicatie op het datascherm, de elektronische zoeker en de LCD-monitor. Het monitor-symbool verandert van wit in rood wanneer de batterij bijna leeg is. Zijn het datascherm, de elektronische zoeker en de LCD-monitor blanco, dan zijn de batterijen leeg of verkeerd geïnstalleerd.
28
EXTERNE VOEDING (APART GELEVERD)
COMPACTFLASH KAART VERWISSELEN
De netstroomadapter stelt u in staat de camera via het lichtnet van stroom te voorzien. Bij intensief of langdurig gebruik spaart u daarmee de batterijen. Wanneer de camera op de computer wordt aangesloten is gebruik ook aan te bevelen. Netstroomadapter AC-1L is bestemd voor gebruik in Noord-Amerika, Japan en Taiwan, model AC-2L is voor de overige gebieden.
Met de externe High-power Battery Pack Kit EBP-100, een externe stroombron voor deze camera, verhoogt u de gebruiksduur aanzienlijk. De set bevat een krachtige lithium-ion-batterij, een houder en een laadapparaat. Batterij, houder en laadapparaat zijn elk ook los te koop.
Steek de miniplug van de netstroomadapter of de battery pack in de voedingsaansluiting.
Steek de netstroomadapter in een stopcontact.
Verwijder het deksel van de stroomaansluiting vanaf de linkerzijde.
• Het deksel is aan de body bevestigd om verlies te voorkomen.
Om de camera te kunnen gebruiken moet er een CompactFlash kaart in zitten. Zit er geen kaart in de camera, dan verschijnt de no-card waarschuwing in de elektronische zoeker en op de LCD­monitor. IBM Microdrives kunnen ook in deze camera worden gebruikt. Kijk voor onderhoud en opslag van opslagmedia op blz. 157.
Zet de camera altijd uit wanneer u een andere stroombron gaat gebruiken.
BASISHANDELINGEN
29
Op het deurtje van de kaartsleuf in de aangegeven richting (1).
Schuif de CompactFlash kaart in de kaartsleuf totdat de uitwerp-hendel naar buiten komt (4).
• Plaats de kaart zo dat de voorzijde naar de voorzijde van de camera is gericht. Duw de kaart altijd rechtstandig naar binnen, nooit schuin. Forceer de kaart nooit. Lijkt een kaart niet te passen, controleer dan of hij niet achterstevoren wordt gehouden.
Klap de hendel omlaag als aangegeven (5) en sluit het kaartdeurtje.
Wilt u een kaart verwijderen, klap de uitwerphendel uit (2) en duw erop (3). Nu kunt u de kaart uitnemen.
• Denk eraan dat de kaart door het gebruik heet kan zijn.
Verschijnt de boodschap dat de kaart niet wordt herkend (card not recognized), dan kan het zijn dat de kaart nog moet worden geformatteerd. Het kan zijn dat een CompactFlash kaart die in een ande­re camera is gebruikt eerst moet worden geformatteerd voordat hij te gebruiken is. Verschijnt de boodschap dat gebruik niet mogelijk is (unable to use), dan is de kaart niet compatible met de came­ra en heeft formatteren ook geen zin. U kunt een kaart formatteren via de sectie basic van het weer­gavemenu (blz. 110). Wordt een kaart geformatteerd, dan wordt alle informatie die erop staat perma­nent gewist. Verschijnt de foutmelding betreffende de kaart, druk dan op de centrale toets van de stuurknop om het venster te sluiten; kijk op de Minolta-website voor de meest recente informatie aan­gaande compatibiliteit: Noord-Amerika: http://www.minoltausa.com, Europa: http://www.minoltaeurope.com/pe/digital/languages_stage.html.
12345
Zet de camera altijd uit en controleer of het toegangslampje niet brandt
voordat u een CompactFlash kaart plaatst of verwijdert, anders kan de kaart
beschadigd raken of kan informatie verloren gaan.
30
ELEKTRONISCHE ZOEKER EN LCD-MONITOR
Houd de ontgrendeling (1) ingedrukt en zet de keuzeknop in de fotostand. Druk op de pro-auto-toets (2) om alle geprogram­meerde automatische functies in de basisstand te zetten.
Alle camerafuncties werken nu automatisch. Autofocus, automatische belichting en de beeldverwerkingssystemen werken samen om zonder rompslomp resultaten van professionele kwaliteit te realiseren.
Lichtmeetmethode (blz. 47)
Sluitertijd
Diafragma
Tr ansportstand (blz. 54)
Scherpstelsignaal (blz. 33)
Opnameteller (blz. 15, 82)
Beeldgrootte (blz. 82) Beeldkwaliteit (blz. 83)
Gebruiksstand
Scherpstelkader
Belichtingsstand/Digitaal
Onderwerpsprogramma
(blz. 48, 42)
1
2
BASISHANDELINGEN
DE VOLAUTOMATISCHE OPNAMESTAND
Loading...
+ 134 hidden pages