Minolta DIMAGE 7Hi User Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZING
NL
9222-2778-15 MM-A208
2
Gefeliciteerd met uw aanschaf van de Minolta digitale camera. Neem uw tijd deze gebruiksaanwijzing goed door te lezen; dan bent u er zeker van dat u alle mogelijkheden van uw camera maximaal zult benutten.
Deze gebruiksaanwijzing bevat informatie over producten die voor september 2002 werden geïntro­duceerd. Wilt u weten of producten die na die datum zijn uitgebracht met deze camera kunnen wor­den gebruikt, informeer dan bij uw handelaar of neem contact op met Minolta (adres op achterzijde).
Controleer onderstaande paklijst voordat u dit product gaat gebruiken. Ontbreekt er iets, neem dan contact op met uw handelaar of wend u tot Minolta (adres op de achterzijde van deze gebruiksaan­wijzing).
VOORDAT U BEGINT
Apple, het Apple logo, Macintosh, Power Macintosh, Mac OS en het Mac OS logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer Inc. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De officiële naam van Windows is Microsoft Windows Operating System. Pentium is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation. Microdrive is een handelsmerk van International Business Machines Corporation. QuickTime is handelsmerk dat onder licentie wordt gebruikt. Adobe is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren.
Minolta DiMAGE 7i digitale camera Ni-MH batterijen (set van vier) Ni-MH batterijlader-set Camerariem NS-DG1000 Zonnekap DLS7Hi Lensdop L -1249 Afdekkapje accessoireschoen SC-9
De product is ontworpen om te functioneren met accessoires die door Minolta worden vervaardigd en gedistribueerd. Gebruik van accessoires of apparatuur die niet van Minolta afkomstig zijn kan lei­den tot tegenvallende prestaties of schade aan het product en de accessoires.
16 MB CompactFlash kaart AV-kabel AVC-300 USB-kabel USB-100 DiMAGE software CD-ROM DiMAGE Viewer gebruiksaanwijzing Cameragebruiksaanwijzing Garantiekaart
3
Neem onderstaande waarschuwingen ter harte voordat u het product gebruikt.
Verkeerd gebruik van batterijen kan leiden tot het vrijkomen van schadelijk vloeistoffen, oververhitting of explosie, waardoor schade en letsel kunnen ontstaan.Volg onderstaande waarschuwing goed op:
• Gebruik alleen batterijen van het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven type.
• Plaats de batterijen niet met de polen (+/-) verkeerd om.
• Gebruik batterijen niet als ze beschadigd of aangetast zijn.
• Stel batterijen niet bloot aan vuur, hoge temperaturen, water of vochtigheid.
• Probeer batterijen niet kort te sluiten of te demonteren.
•Bewaar batterijen niet in of bij metalen voorwerpen.
• Gebruik geen batterijen van verschillende typen, merken, fabricagedata en of laadniveaus door elkaar.
• Probeer nooit alkalinebatterijen te herladen.
• Gebruik voor oplaadbare batterijen de aanbevolen lader.
• Gebruik nooit batterijen die zijn gaan lekken. Komt er batterijvloeistof in een oog, spoel het oog dan onmiddellijk schoon met veel water en neem contact op met een arts. Komt batterijvloeistof in contact met uw huid of kleding, was de vervuilde plek dan grondig met water.
WAARSCHUWING
CORRECT EN VEILIG GEBRUIK
4
C
ORRECT EN VEILIG GEBRUIK
5
• Gebruik alleen de aangegeven netstroomadapter, en dan uitsluitend op het voltage waarvoor de adapter geschikt is. Een defecte adapter of een onjuist voltage kan schade of letsel als gevolg van brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Demonteer dit product niet. Wanneer u een hoog-voltage-circuit in het binnenwerk aanraakt kunt u een elektrische schok oplopen.
•Wordt de camera zodanig beschadigd dat het binnenwerk, met name het flitsgedeelte, wordt blootgelegd, dan moet u onmiddellijk de batterijen verwijderen of de verbinding met het lichtnet verbreken en de camera verder niet meer gebruiken. De flitser heeft een hoog-voltage-circuit dat elektrische schokken kan veroorzaken die tot letsel kunnen leiden. Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan tot letsel of brand leiden.
• Gebruik alleen de aangegeven netstroomadapter, en dan uitsluitend op het voltage waarvoor de adapter geschikt is. Een defecte adapter of een onjuist voltage kan schade of letsel als gevolg van brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Demonteer dit product niet. Wanneer u een hoog-voltage-circuit in het binnenwerk aanraakt kunt u een elektrische schok oplopen.
•Wordt de camera zodanig beschadigd dat het binnenwerk, met name het flitsgedeelte, wordt blootgelegd, dan moet u onmiddellijk de batterijen verwijderen of de verbinding met het lichtnet verbreken en de camera verder niet meer gebruiken. De flitser heeft een hoog-voltage-circuit dat elektrische schokken kan veroorzaken die tot letsel kunnen leiden. Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan tot letsel of brand leiden.
• Houd batterijen en andere voorwerpen die ingeslikt kunnen worden buiten het bereik van kleine kinderen. Neem onmiddellijk contact op met een arts wanneer er een voorwerp wordt ingeslikt.
•Bewaar dit product buiten het bereik van kinderen. Wees in de nabijheid van kinderen voorzichtig, zodat u ze niet met dit product of onderdelen ervan kunt verwonden.
• Flits niet van korte afstand rechtstreeks in iemands ogen. Het kan tot aantasting van het gezichtsvermogen leiden.
• Flits niet in de richting van bestuurders van voertuigen. Afleiding of verblinding kan tot een ongeluk leiden.
• Kijk niet op de monitor wanneer u een voertuig bestuurt of loopt. Het kan tot een ongeluk of letsel leiden.
• Gebruik dit product niet in een vochtige omgeving, en pak het niet met natte handen beet. Komt er toch vloeistof in het product terecht, verwijder dan meteen de batterijen of verbreek de netstroomaansluiting, en gebruik het product verder niet meer.Voortgaand gebruik van een product dat aan vloeistof is blootgesteld kan schade of letsel als gevolg van een elektrische schok of brand veroorzaken.
• Gebruik dit product niet in de nabijheid van ontvlambare gassen of vloeistoffen als benzine, wasbenzine of verfverdunner. Gebruik geen ontvlambare producten als alcohol, wasbenzine of verfverdunner om dit product te reinigen. Het gebruik van ontvlambare reinigingsmiddelen of oplosmiddelen kan een explosie of brand veroorzaken.
•Verwijder de netstroomadapter nooit uit het stopcontact door aan de stroomkabel te trekken. Houd de adapter zelf vast wanneer u hem verwijdert.
• Zorg ervoor dat de adapterkabel niet wordt beschadigd, verdraaid, aangepast, verhit of met zware voorwerpen wordt belast. Een beschadigde kabel kan schade of letsel als gevolg van een elektrische schok of brand ten gevolge hebben.
•Verspreidt het product een vreemde geur, hitte, of rook, schakel het dan meteen uit.Verwijder meteen de batterijen en houd er daarbij rekening mee dat batterijen heet kunnen worden. Voortgaand gebruik van een beschadigd product of onderdeel kan letsel of brand veroorzaken.
• Is reparatie nodig, neem het product dan mee naar de Technische Dienst van Minolta.
6
C
ORRECT EN VEILIG GEBRUIK
• Gebruik of bewaar dit product niet in een warme of vochtige omgeving als het dashboardkastje of de bagageruimte van een auto. Het kan leiden tot schade aan het product of de batterijen, wat brandwonden of ander letsel als gevolg hitte, brand, explosie, of lekkende batterijvloeistof kan veroorzaken.
• Zijn de batterijen gaan lekken, gebruik dit product dan niet meer.
• Bij lang voortdurend gebruik wordt de camera warm.
• Houd rekening met de hitte van de batterijen of CompactFlash kaart wanneer u ze uit de camera haalt op een moment dat de camera lang in bedrijf is geweest. Zet de camera uit en laat hem afkoelen.
• Laat de flitser niet afgaan wanneer hij in contact is met mensen of voorwerpen. Bij de flits komt veel warmte vrij.
• Oefen geen druk uit op de monitor. Een beschadigde LCD-monitor kan letsel veroorzaken, en de vloeistof uit de monitor is brandbaar. Komt vloeistof uit de monitor in contact met de huid, was die dan schoon met schoon water. Komt de vloeistof in contact met de ogen, spoel de ogen dan onmiddellijk met veel water schoon en neem contact op met een arts.
• De rand van de zonnekap kan letsel veroorzaken. Let er goed op dat u niet per ongeluk iemand met de camera raakt terwijl de zonnekap er nog op zit.
• Steek de stekker van de netstroomadapter veilig en zorgvuldig in het stopcontact.
• Gebruik de netstroomadapter niet wanneer de kabel beschadigd is.
• Dek de netstroomadapter niet af. U kunt er brand mee veroorzaken.
• Zorg ervoor dat u in geval van nood altijd makkelijk bij de netstroomadapter kunt komen.
• Haal de netstroomadapter uit het stopcontact wanneer u hem schoonmaakt of wanneer u de camera niet gebruikt.
PAS OP
Benaming van de onderdelen ..............................................................................................................12
Camerahuis .............................................................................................................................12
Data-scherm ............................................................................................................................15
Monitorweergave - opnamestand............................................................................................16
Monitorweergave - Quick View en weergavestand .................................................................17
Snel aan de slag ..................................................................................................................................18
Riem bevestigen......................................................................................................................18
Lensdop verwijderen................................................................................................................18
Zonnekap bevestigen ..............................................................................................................19
Batterijen installeren en vervangen .........................................................................................20
Aanduiding batterijconditie ......................................................................................................21
Automatische spaarschakeling................................................................................................21
Externe voeding (apart leverbaar)...........................................................................................22
CompactFlash kaart plaatsen en verwisselen.........................................................................22
Datum en tijds instellen ...........................................................................................................24
Basishandelingen opname...................................................................................................................26
De automatische opnamestand activeren ...............................................................................26
Elektronische zoeker en LCD-monitor ....................................................................................26
Opnamen maken .....................................................................................................................27
Scherpstelvergrendeling..........................................................................................................28
Automatische versterking monitorbeeld ..................................................................................28
Scherpstelsignalen ..................................................................................................................29
Speciale scherpstelsituaties ....................................................................................................29
Gebruik van de ingebouwde flitser..........................................................................................30
Flitsbereik _ Automatische werking.........................................................................................30
Hanteren van de camera.........................................................................................................31
Dioptrie-instelling .....................................................................................................................31
Waarschuwing cameratrilling...................................................................................................31
Knop digitale onderwerpsprogramma’s...................................................................................32
Basishandelingen weergave.................................................................................................................34
Enkelvoudige weergave en histogramweergave .....................................................................34
Beeldweergave........................................................................................................................35
Beelden wissen .......................................................................................................................35
Quick View en weergave veranderen......................................................................................36
Vergrote weergave...................................................................................................................37
Films afspelen .........................................................................................................................38
Gesproken memo's afspelen...................................................................................................38
Beelden op een televisie weergeven.......................................................................................39
INHOUD
7
8
I
NHOUD
Opnamestand - geavanceerde technieken ..........................................................................................40
Weergave-instellingen - opnamestand....................................................................................40
Pro-auto-toets..........................................................................................................................42
Toets Spot/AE-lock ..................................................................................................................43
Handmatige scherpstelling ......................................................................................................43
Autofocus- velden en selectie..................................................................................................44
Flex scherpstelpunt .................................................................................................................45
Digitale zoom...........................................................................................................................46
Macrostand..............................................................................................................................47
Functiewiel gebruiken..............................................................................................................48
Geheugen - camera-instellingen opslaan................................................................................50
Lichtmeetmethodes .................................................................................................................51
Belichtingsstanden...................................................................................................................52
Programma-automatiek - P ................................................................................................53
Program shift .................................................................................................................53
Diafragmavoorkeuze-automatiek - A..................................................................................54
Sluitertijdvoorkeuze-automatiek - S....................................................................................55
Handinstelling - M...............................................................................................................56
Tijdopnamen............................................................................................................................57
Afstandsbediening (apart verkrijgbaar) aansluiten ..................................................................57
Tr ansportstanden.....................................................................................................................58
Continu-opnamen ...............................................................................................................59
High-speed continu-transport .............................................................................................60
UHS continu-transport........................................................................................................61
UHS continu-transport-films ...............................................................................................61
Bracketing...........................................................................................................................62
Opmerkingen over bracketing .......................................................................................63
Interval................................................................................................................................64
Zelfontspanner....................................................................................................................66
Witbalans.................................................................................................................................67
Automatische witbalans......................................................................................................68
Vaste witbalansinstellingen.................................................................................................68
Eigen witbalansinstelling ....................................................................................................68
Cameragevoeligheid - ISO ......................................................................................................70
Flitsbereik en cameragevoeligheid..........................................................................................71
Sluitertijdenbereik en gevoeligheid..........................................................................................71
Minolta flitser op de camera gebruiken ...................................................................................72
Flitsaansluiting gebruiken ........................................................................................................72
Regeling digitale effecten ........................................................................................................73
Belichting- en flitscorrectie .................................................................................................74
Contrastcorrectie ................................................................................................................76
Correctie kleurverzadiging..................................................................................................77
Filters..................................................................................................................................77
Fotografische basisprincipes................................................................................................................78
Wat is een LW? Wat is een stop? ...........................................................................................79
Menu opnamestand..............................................................................................................................80
Navigeren door het opnamemenu...........................................................................................80
Elektronisch toetsenbord .........................................................................................................82
Autofocusstanden....................................................................................................................83
Beeldgrootte ............................................................................................................................84
Over de opnameteller..............................................................................................................84
Beeldkwaliteit...........................................................................................................................85
Over superfijn en RAW-beeldkwaliteit .....................................................................................86
Bestandsgrootte en capaciteit geheugenkaarten....................................................................87
Flitsstanden .............................................................................................................................88
Draadloos flitsen......................................................................................................................88
Bereik draadloos flitsen ......................................................................................................90
Opmerkingen over draadloos flitsen...................................................................................93
Flitsregeling ............................................................................................................................95
Vergrotingstoets en elektronische loep....................................................................................95
Spot AF/AEL............................................................................................................................96
Data op de foto........................................................................................................................97
Kleurinstelling ..........................................................................................................................98
Over Adobe RGB................................................................................................................99
Verscherping............................................................................................................................99
Directe weergave...................................................................................................................100
Gesproken memo ..................................................................................................................101
Filmopnamen .....................................................................................................................................102
Navigeren door het filmmenu ................................................................................................104
Pro-auto-toets........................................................................................................................105
Menu weergavestand.........................................................................................................................106
Navigeren door het menu van de weergavestand.................................................................106
Beeldselectiescherm .............................................................................................................108
Beelden wissen .....................................................................................................................109
Geheugenkaarten formatteren ..............................................................................................110
Beelden vergrendelen............................................................................................................111
Indexweergave veranderen ...............................................................................................................111
Diashow.................................................................................................................................112
Over DPOF............................................................................................................................114
Een DPOF printopdracht maken ...........................................................................................114
9
10
I
NHOUD
Opdracht voor index-print .....................................................................................................115
DPOF printopdracht opheffen................................................................................................115
Beelden kopiëren...................................................................................................................116
Setup-stand .....................................................................................................................................118
Navigeren door het setup-menu............................................................................................118
Helderheid elektronische zoeker en lcd-monitor ...................................................................120
Audiosignalen ........................................................................................................................120
Shutter FX .............................................................................................................................120
Volume...................................................................................................................................121
Taal .....................................................................................................................................121
Geheugen bestandsnummers ...............................................................................................121
Mapnaam...............................................................................................................................122
Map selecteren ......................................................................................................................123
Nieuwe map...........................................................................................................................123
Weergavemethode.................................................................................................................124
Directe handmatige scherpstelling ........................................................................................125
Alles terugzetten op standaard..............................................................................................126
EVF auto switch - weergave via zoeker/monitor regelen ......................................................128
Datum en tijd instellen ...........................................................................................................128
Volgorde datum en tijd instellen ............................................................................................128
Video-output ..........................................................................................................................129
Automatische spaarschakeling..............................................................................................129
Geheugen oproepen (memory recall) ...................................................................................129
Instelwiel (M) .........................................................................................................................130
Manual shift ...........................................................................................................................130
Bracketing .............................................................................................................................131
Kleurprofiel ............................................................................................................................131
Wisbevestiging.......................................................................................................................131
Overspeelstand ..................................................................................................................................132
Systeemeisen ........................................................................................................................132
Camera op de computer aansluiten ......................................................................................133
Geheugenkaart verwisselen (overspeelstand) ......................................................................135
Verbinding met Windows 98/98 second edition.....................................................................136
Automatische installatie....................................................................................................136
Handmatige installatie ......................................................................................................137
Verbinding met Mac OS 8.6 ..................................................................................................139
QuickTime systeemeisen ......................................................................................................139
Automatische spaarschakeling (overspeelstand) ..................................................................139
Werken met mappen op de geheugenkaart..........................................................................140
11
Camera van de computer loskoppelen..................................................................................142
Windows 98 / 98 second edition ......................................................................................142
Windows ME, 2000 Professional en XP...........................................................................142
Macintosh .........................................................................................................................143
Problemen oplossen..............................................................................................................144
Bij het gebruik van filters ..................................................................................................146
Driver-software verwijderen – Windows ...........................................................................147
Onderhoud en opslag............................................................................................................148
Camera-onderhoud ..........................................................................................................148
Reinigen ...........................................................................................................................148
Opslag ..............................................................................................................................148
Bedrijfstemperatuur en -omstandigheden ........................................................................149
Geheugenkaarten.............................................................................................................149
Batterijen ..........................................................................................................................150
Over Ni-MH batterijen.......................................................................................................150
LCD-monitor ....................................................................................................................151
Copyright ..........................................................................................................................151
Voor belangrijke gebeurtenissen en reizen ......................................................................151
Vragen en service ............................................................................................................151
Technische gegevens............................................................................................................152
Systeemaccessoires..............................................................................................................154
Deze markering op uw camera geeft aan dat deze camera beantwoordt aan de eisen van de EU (Europese Unie) voor apparatuur die interferentie veroorzaakt. CE staat voor Conformité Européenne (Europese Conformiteit).
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation. Tested by the Minolta Corporation 101 Williams Drive, Ramsey, New Jersey 07446, U.S.A. Do not remove the ferrite cores from the cables.
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Op het product kunt u de volgende aanduidingen aantreffen:
Digital Camera:
Tested To Comply With FCC Standards
FOR HOME OR OFFICE USE
* Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Houd de aangewezen plaatsen zorgvuldig schoon. Lees de informatie over onderhoud en opslag achterin deze gebruiksaanwijzing (blz. 148).
12
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
CAMERA-BODY
Datascherm (blz. 15)
Pro-auto-toets(blz. 42)
Instelwiel
Ontspanknop
Scherpstelring (blz. 43)
Index brandpunts­afstand
Zoomring
1
Objectief*
Deurtje kaartruimte (blz. 22) De USB-aansluiting zit achter dit deurtje
zelfontspannerlampje (blz. 66)
Ingebouwde flitser (blz. 30)
Toets digitale onderwerps-
programma’s (blz. 32)
Riem-oogje (blz. 18)
1 De brandpuntsafstanden op de zoomring worden gegegeven kleinbeeld-equivalenten. De bij de camera
geleverde DiMAGE Viewer software kan bij opgenomen beelden zowel de werkelijk brandpuntsafstand weergaven als de equivalente waarde voor kleinbeeld.
Microfoon
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
13
Accessoireschoentje
Weergaveschakelaar Informatietoets
(blz. 40, 36)
Elektronische zoeker* (EVF) (blz. 31)
LCD-monitor*
(blz. 16)
Menutoets
Stuurknop
Deksel DC/AV-uitgang
Toets Spot/ Belichtingsvergren deling (blz. 43)
Vergrendeling batterijruimte (blz. 20)
Oculairsensors*
(blz. 40)
Vergrotingstoets
Deksel aansluiting afstandsbediening (blz. 57)
Toegangslampje
QV/Wissen-toets (blz. 34)
Ontgrendeling
Hoofdschakelaar/Keuzeknop
Weergavestand (blz. 34)
Opnamestand (blz. 26)
Filmstand (blz. 102)
Setup-stand(blz. 118)
Overspeelstand (blz. 132)
Luidspreker
14
B
ENAMING VAN DE ONDERDELEN
Functietoets
Macro-ontgrendeling (blz. 47)
Toets scherpstelstand (AF/MF) (blz. 43)
Schakelaar digitale effecten
Dioptrie-instelwiel (blz. 31)
Statiefaansluiting
Geheugen (blz. 50)
Lichtmeetmethoden (blz. 51)
Belichtingsstanden (blz. 52) Tr ansportstanden (blz. 58)
Witbalans (blz. 67)
Cameragevoeligheid (blz. 70)
Toets digitale effecten
Functiewiel(blz. 48)
Regeleenheid digitale effecten (blz. 73)
Flitsaansluiting (blz. 72)
15
DATASCHERM
Pijlen onderwerpsprogramma’s (blz. 32)
Cameragevoeligheid (blz. 70)
Belichtingsstand (blz. 52)
Batterijconditie (blz. 21)
Witbalans (blz. 67)
Rode-ogen-reductie (blz. 88)
Handmatige scherpstelling (blz. 43)
Beeldkwaliteit (blz. 85)
Beeldgrootte (blz. 84)
Flitscorrectie (blz. 74)
Digitale onderwerpsprogramma’s (blz. 32)
Tr ansportstand (blz. 58)
Opnameteller
(blz. 84)
Het datascherm bovenop de camera geeft de status van de camera weer. Ter informatie zijn hier alle symbolen weergegeven.
De opnameteller gaat niet hoger dan 999. Wordt het aantal opge­nomen beelden hoger dan dit aantal, dan verschijnt 999. Komt het aantal opgenomen beelden onder de duizend, dan gaat de teller het juiste aantal weer aan­geven.
Draadloos flitsen (blz. 90)
Sluitertijd en diafragma/belichtingscorrectie/flitscorrectie
7. Kleurverzadigingscorrectie (blz. 77)
16
B
ENAMING VAN DE ONDERDELEN
MONITORWEERGAVE – OPNAMESTAND
2. Flitsstand (blz. 88)
5. Flitscorrectie (blz. 74)
9. Verscherping (blz. 99)
8. Contrastcorrectie (blz. 76)
10. Belichtingscorrectie (blz. 74)
11. Witbalans (blz. 67)
17. Camera-gevoeligheid (ISO) (blz. 70)
12. Belichtingsstand/Digitale onderwerps-­programma’s (blz. 52, 32)
13. Lichtmeetmethode (blz. 51)
14. Sluitertijd
23. Handmatige scherpstelling (blz. 43)
18. Macrostand (blz. 47)
22. Transportstand (blz. 58)
19. Scherpstelsignaal (blz. 29)
21. Opnameteller (blz. 84)
27. Digitale zoom (blz. 46)
26. Beeldgrootte (blz. 84)
25. Beeldkwaliteit (blz. 85)
24. Batterijconditie (blz. 21)
4. Gebruiksstand
3. Flitssignaal (blz. 30)
A. Scherpstelkader B. Spotmeetveld (blz. 51) C. AF-sensors D. Flex-scherpstelpunt (blz. 45)
1. Microfoon
6. Filter (blz. 77)
16. Waarschuwing cameratrilling (blz. 31)
15. Diafragma
20. Data op de foto (blz. 97)
28. Kleurinstelling (blz. 98)
17
Sluitertijd Diafragmawaarde Witbalansinstelling
(blz. 67) Gevoeligheid (blz. 70) Waarde belichtingscorrectie
(blz. 74) Mapnaam (blz. 140)
Mapnummer – nummer beeldbestand
Histogram
Beeldgrootte (blz. 84) Beeldkwaliteit (blz.85)
Opnamedatum
Gebruiksstand
Het zwarte deel van het histogram toont de verdeling van de helderheden van het opgenomen beeld, van zwart (links) tot wit (rechts). Elk van de 256 verticale lijnen geeft het relatieve aandeel weer van een bepaald helderheidsniveau binnen het beeld. U kunt het histogram gebruiken om belichting en contrast te evalueren; het histogram geeft geen kleurinformatie.
MONITORWEERGAVE – QUICK VIEW & WEERGAVESTAND
Opnamedatum
Opnamenummer/
totaal aantal opnamen
Vergrendeling (blz. 111)
Print-aanduiding(blz. 114)
Beeldgrootte (blz. 84) Beeldkwaliteit (blz. 85)
Opnametijdstip
Gebruiksstand
Gesproken memo (blz. 101)
18
S
NEL AAN DE SLAG
SNEL AAN DE SLAG
Dit hoofdstuk behandelt het voorbereiden van de camera. Ook het verwisselen van baterijen en geheugenkaarten worden hier behandeld, alsmede het gebruik van externe voedingsbronnen.
CAMERARIEM BEVESTIGEN
LENSDOP VERWIJDEREN
Druk de klemmetjes van de dop met duim en wijsvinger in en neem de dop van het objectief. Wordt de camera niet gebruikt, plaats dan de lensdop altijd terug.
Bevestig de camerariem aan de camera als afgebeeld. Doe de riem altijd om, om scha­de te voorkomen wanneer u de camera laat vallen.
In de draagriem is leer verwerkt, dat in natte toestand kan afgeven. Is de riem nat, vermijd dan contact met licht gekleurd materiaal en/of kleding.
1
2
19
ZONNEKAP PLAATSEN
Om de zonnekap te bevestigen plaatst u de recht­hoekige uitholling op de rand van de zonnekap tegenover de index voor de brandpuntsafstand op de bovenzijde van het objectief (1).
Schuif de zonnekap op het objectief en draai hem 90° graden met de klok mee totdat hij vastklikt, en de ronde uitholling tegenover de index voor de brand­puntsafstand zit (2). Bij een juiste plaatsing zitten de grote bladen van de zonnekap aan de onder- en bovenzijde. Forceer de zonnekap nooit. Past hij niet, plaats hem dan rustig opnieuw. Voor verwijderen draait u de zonnekap 90° tegen de klok in en neemt hem van het objectief af.
De zonnekap kan wanneer de camera niet wordt gebruikt in omgekeerde stand op de camera worden geplaatst.
Houd een van de grote bladen aan de bovenzijde, schuif de zonnekap op het objectief en draai hem 90° met de klok mee tot hij vastklikt.
U kunt de zonnekap plaatsen en verwijderen terwijl de lens­dop op het objectief zit. Voor verwijderen draait u de zonnekap 90° tegen de klok in neem hem van het objectief af.
De zonnekap verhindert licht dat van buiten beeld komt de voorste lens te bereiken, zodat overstra­ling wordt voorkomen. Bij sterke lichtbronnen is gebruik van de zonnekap sterk aan te bevelen. Gebruik de zonnekap niet in combinatie met de ingebouwde flitser, anders ontstaat er een schaduw onderin beeld.
2
1
20
S
NEL AAN DE SLAG
BATTERIJEN PLAATSEN EN VERWISSELEN
Open de baterijruimte door de vergrendeling in de de open-stand te zetten.
Plaats de baterijen.
Let erop dat de plus- en minpolen van de batte-
rijen goed zitten (zie de afbeelding in de batterijruimte).
De bij de camera geleverde AA nikkel-metaalhydridebatterijen moeten eerste worden geladen voor dat u ze voor het eerste gebruikt. Kijk daarvoor in de gebruiksaanwijzing van de lader.
Controleer wanneer u baterijen gaat verwisselen of de camera is uit­geschakeld.
Sluit de batterijruimte en zet de vergrendeling in de sluitstand.
Hoewel u in deze camera alkalinebatterijen kunt gebruiken geven ze zeer beperkte prestaties. Gebruik alkalinebatterijen uitsluitend voor testopnamen of wanneer Ni-MH batterijen, de Minolta Externe High-power Battery Pack of de lichtnetadapter niet beschikbaar zijn.
21
AANDUIDING BATTERIJCONDITIE
Batterijen vol - De batterijen zijn vers/geheel geladen. Na inschakeling van de camera is dit symbool vijf seconden lang in de elektronische zoe­ker en op de LCD-monitor te zien.
Batterijen leeg (knipperend) - Wanneer dit knipperende symbool ver­schijnt - de overige informatie is dan verdwenen - dan is er onvoldoende energie om de camera te laten werken. Er kan geen opname worden gemaakt. Vervang of herlaad de batterijen onmiddellijk.
Batterijen bijna leeg - De energievoorraad is beperkt maar de camera functioneert nog volledig. De batterijen dienen zo snel mogelijk vervan­gen te worden. Deze waarschuwing verschijnt automatisch en blijft zicht­baar totdat er volle batterijen in de camera zitten.
AUTOMATISCHE SPAARSCHAKELING
Om de batterijen te sparen zal de camera displays en onnodige functies uitschakelen wanneer hij een bepaalde periode niet is gebruikt. De LCD-monitor wordt na 30 seconden uitgeschakeld, de elektronische zoeker en het data-scherm na 1 minuut. Om de displays te activeren drukt u de ontspanknop half in of drukt u op de informatietoets. De wachttijd voor de automatische spaarschakeling voor de elektronische zoeker en het data-scherm kan in de advanced 2 sectie van het setup-menu worden ingesteld (blz. 118).
Deze camera is uitgerust met een automatische aanduiding voor de batterijconditie. Wanneer de camera aan staat verschijnt de batterij-indicatie op het datascherm, de elektronische zoeker en de LCD-monitor. Het monitor-symbool verandert van wit in rood wanneer de batterijen bijna leeg zijn. Verschijnt er niets, dan zijn de batterijen leeg of verkeerd geïnstalleerd.
22
S
NEL AAN DE SLAG
EXTERNE VOEDING (APART GELEVERD)
GEHEUGENKAARTEN PLAATSEN EN VERWISSELEN
De netstroomadapter stelt u in staat de camera via het lichtnet van stroom te voorzien. Bij intensief of langdurig gebruik spaart u daarmee de batterijen. Wanneer de camera op de computer wordt aangesloten is gebruik ook aan te bevelen. Netstroomadapter AC-1L is bestemd voor gebruik in Noord-Amerika, Japan en Taiwan, model AC-2L is voor de overige gebieden.
Met de externe High-power Battery Pack Kit EBP-100, een portable stroombron, die de gebruiksduur van de camera aanzienlijk vergroot. De set bevat een krachtige lithium-ion-batterij, een houder en een laadapparaat. Batterij, houder en laadapparaat zijn elk ook los te koop.
Steek de miniplug van de netstroomadapter of de battery pack in de voedingsaansluiting (2).
Steek de stekker van de lichtnetadapter in het stopcontact.
Verwijder het deksel van de stroomaansluiting vanaf de linker­zijde (1).
Het deksel is aan de body bevestigd om verlies te voor-
komen.
Om de camera te kunnen gebruiken moet er een geheugenkaart in zitten. Zit er geen kaart in de camera, dan verschijnt de no-card waarschuwing in de elektronische zoeker en op de LCD-monitor. Type I en II Compact Flash kaarten en IBM Microdrives kunnen ook in deze camera worden gebruikt. Kijk voor onderhoud en opslag van opslagmedia op blz. 149.
Zet wanneer u van stroombron wisselt altijd de camera uit en controleeer ook of het toegangs­lampje niet brandt.
Zet wanneer u van geheugenkaart wisselt altijd de camera uit en controleeer ook of het toegangslampje niet brandt. Anders kan de kaart schade oplopen en kan er beeld­informatie verloren gaan.
1
2
23
Open het deurtje van de kaartsleuf in de aangegeven richting (1).
Wilt u een geheugenkaart verwijderen, klap de uitwerphendel uit (2) en duw erop (3). Nu kunt u de kaart uitnemen.
Denk eraan dat de kaart door het gebruik heet kan zijn.
Schuif de geheugenkaart in de kaartsleuf totdat de uitwerp-hendel naar buiten komt (4).
Plaats de kaart zo dat de voorzijde naar de voorzijde van de camera is gericht. Duw de kaart altijd rechtstandig naar binnen, nooit schuin. Forceer de kaart nooit. Lijkt een kaart niet te passen, controleer dan of hij niet achter­stevoren wordt gehouden.
Klap de hendel omlaag als aangegeven (5) en sluit het kaartdeurtje.
Verschijnt de boodschap dat de kaart niet wordt herkend (card not recognized), dan kan het zijn dat de kaart nog moet worden geformatteerd. Het kan zijn dat een geheugenkaart die in een andere camera is gebruikt eerst moet worden geformatteerd voordat hij te gebruiken is. Verschijnt de bood­schap dat gebruik niet mogelijk is (unable to use), dan is de kaart niet compatible met de camera en heeft formatteren ook geen zin. U kunt een kaart formatteren via de sectie Basic van het weergave­menu (blz. 106). Wordt een kaart geformatteerd, dan wordt alle informatie die erop staat permanent gewist. Verschijnt de foutmelding betreffende de kaart, druk dan op de centrale toets van de stuur­knop om het venster te sluiten; kijk op de Minolta-website voor de meest recente informatie aangaan­de compatibiliteit: Noord-Amerika: http://www.minoltausa.com, Europa: http://www.minoltasupport.com
12345
24
S
NEL AAN DE SLAG
DATUM EN TIJD INSTELLEN
Nadat u de geheugenkaart en de baterijen voor het eerst hebt geplaatst dient u de klok en de klan­der van de camera in te stellen. Wordt een beeldbestand opgeslagen, dan worden datum en tijd van opname samen met het beeld opgeslagen. Afhankelijk van de regio kan het ook noodzakelijk zijn de menu-taal te selecteren. Kijk daarvoor onder Camera-info op de volgende bladzijde.
Zet de keuzeknop in de setup-stand. De camera wordt ingeschakeld en het setup­menu verschijnt.
Met de centrale toets van de stuurknop selecteert u menu­opties en verandert u instellin­gen.
Setup
Basic Adv.1
Adv.2 LCDbrightness EVFbrightness Audio signals Shutter FX Volume
3
3 1 1 2
Language
English
Cust.
Navigeren dor het menu gaat eenvoudig. De op/neer- en links/rechts-toet­sen van de stuurknop (1) verplaatsen de cursor en worden gebruikt om de instellingen van het menu te veranderen.
Stuurknop
25
Gebruik de rechts-toets van de stuurknop om de Advanced 2 tab van het menu te selecteren.
Gebruik de neertoets van de stuurknop om de datum/tijd-optie te selecteren.
Druk op de centrale toets om scherm voor datum/tijd-instelling te laten ver­schijnen.
Gebruik de links/rechts-toetsen om het onderdeel te selecteren dat u wilt veranderen.
Druk op de centrale toets om klok- en kalenderinstel­ling vast tel eggen. het setup-menu verschijnt.
Druk op de rechts-toets. “Enter” verschijnt aan de rechterzijde van het menu.
Advanced 2 sectie
Date/Time setting screen
Gebruik de op/neer-toetsen om het onderdeel in te stellen.
In sommige leveringsgebieden is het ook nodig de menu-taal in te stellen. Selecteer de taal­optie (language) in de Basic-sectie van het setup-menu. Druk op de rechts-toets om de taal­instellingen te laten verschijnen. Selecteer met de op/neertoetsen de gewenste taal. Druk op de centrale toets van de stuurknop om de instelling vast te leggen; het setup-menu verschijnt in de geselecteerde taal.
Camera-info
Setup
Basic Adv.1
Adv.2 Reset default EVF autoSwtch Date/Time set Date format Video output
Auto EVF/LCD – MM/DD/YYYY NTSC
Power save
1 min.
Cust.
Enter
Setup
Date/Time set
2001 7 20 16 33:..
1
2
26
B
ASISHANDELINGEN OPNAME
DE AUTOMATISCHE OPNAMESTAND ACTIVEREN
ELEKTRONISCHE ZOEKER EN LCD MONITOR
Houd de ontgrendeling (1) ingedrukt en zet de keuzeknop in de fotostand. De elektronische zoeker (EVF) en de LCD-monitor wor­den geactiveerd. Druk op de pro-auto-toets (2) om alle geprogram­meerde automatische functies in de basisstand te zetten.
Alle camerafuncties werken nu automatisch. Autofocus, automati­sche belichting en de beeldverwerkingssystemen werken samen om zonder rompslomp resultaten van professionele kwaliteit te realise­ren..
Lichtmeetmethode (blz. 51)
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Tr ansportstand (blz. 58)
Scherpstelsignaal (blz. 29)
Opnameteller (blz. 15, 84)
Beeldgrootte (blz. 84)
Beeldkwaliteit (blz. 85)
Gebruiksstand
Scherpstelkader
Belichtingsmethode/Digitale onderwerpsprogramma's (blz. 52, 32)
BASISHANDELINGEN OPNAME
3
4
27
OPNAMEN MAKEN
Richt het scherpstelveld op het onderwerp.
• Gebruik voor onderwerpen buiten het midden de scherpstelvergrendeling (blz. 28).
• Let er op dat het onderwerp zich binnen het scherpstelbereik bevindt: 0,5 m - ∞. Gebruik voor onderwerpen dichterbij dan 0,5 m de macro-instelling (blz.47).
Druk de ontspanknop geheel in (2) om de opname te maken.
Het toegangslampje brandt om aan te geven dat de beeldinfor­matie naar de geheugenkaart wordt weggeschreven. Verwijder een kaart nooit als er informatie wordt overgeschreven.
Zet de keuzeknop in de opnamestand (1). Draai aan de zoom­ring om de juiste uitsnede in te stellen (2). Het gevolg van een zoomverstelling is meteen zichtbaar in de zoeker (EVF) en de LCD-monitor.
Druk de ontspanknop half in (1) om scherpstelling en lichtmeting te vergrendelen.
• De scherpstelsignalen (blz. 29) in de zoeker/monitor geven aan dat de scherpstelling in orde is. Is het scherpstelsignaal rood, dan kon de camera niet goed scherpstellen. Herhaal voorgaande stappen totdat het signaal wit is.
• Is de scherpstelling ingesteld, dan zal een AF-sensor kort op het scherm verschijnen om het punt van scherpstelling aan te geven.
• De sluitertijd- en diafragmawaarde veranderen van wit naar zwart wanneer de belichting wordt vergrendeld.
• Het live-beeld kan even bevroren worden op het moment dat het AF-systeem de scherpstelling bepaalt.
2
1
28
B
ASISHANDELINGEN OPNAME
SCHERPSTELVERGRENDELING
De scherpstelvergrendeling wordt gebruikt wanneer het onderwerp zich buiten het beeldmidden en buiten het scherpstelveld bevindt. U kunt de scherpstelvergrendeling ook gebruiken voor speciale scherpstelsituaties, waarin de autofocus zijn werk niet goed kan doen.
Richt het scherpstelveld op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in en houd hem in die stand.
• De scherpstelsignalen zullen aangeven dat de scherpstelling vergrendeld is. De sluitertijd- en diafragmawaarde veranderen van wit in zwart om aan te geven dat ook de belichting vergrendeld is.
•Wanneer de scherpstelling is voltooid verschijnt de AF-sensor kort in het live-beeld om het scherpstelpunt aan te geven.
Houd de ontspanknop ingedrukt, ga terug naar de oorspronkelijke beeldcompositie, en druk de ontspanknop geheel in om de opname te maken.
AUTOMATISCHE VERSTERKING MONITORBEELD
Bij zeer weinig licht en wanneer de cameragevoeligheid maximaal is verhoogd zorgt de automatische monitorversterking ervoor dat het beeld van de zoeker en de LCD-monitor toch nog goed zichtbaar is. Het live-beeld wordt dan dus helderder; al is het dan wel in zwartwit. Dit heeft geen gevolgen voor het opgenomen beeld.
Wanneer de automatische monitorversterking in werking treedt kan de elektronische vergrotingsfunctie (blz. 95) niet worden gebruikt. Wordt het real-time histogram (blz. 40) gebruikt, dan heeft de weergave betrekking op het versterkte beeld, niet op de waarden van het eigenlijke beeldbestand.
Deze digitale camera is uitgerust met een snel en precies autofocus-systeem. De scherpstelsignalen in de rechter benedenhoek van de zoeker/monitor geven de scherpstelstatus aan. Kijk voor meer informatie over scherpstelmethoden op blz. 83.
SCHERPSTELSIGNALEN
SPECIALE SCHERPSTELSITUATIES
Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat een goede scherpstelling niet mogelijk is. Kan het AF-systeem niet op een onderwerp scherpstellen, dan wordt het scherpstelsymbool rood. In die situatie kan de scherpstelvergrendeling worden gebruikt om scherp te stellen op een object dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als het onderwerp.
Onderwerp binnen scherpstelkader heeft te laag contrast
Onderwerp te donker Tw ee voorwerpen op
verschillende afstanden tot de camera overlappen elkaar in het scherpstelveld.
Het onderwerp bevindt zich dichtbij een zeer helder onderwerp of gebied.
Kan het AF-systeem niet scherpstellen, dan wordt er ingesteld tussen 5 m en oneindig. Wordt de flit­ser gebruikt, dan wordt de afstand ingesteld tussen 3,0 en 3,8 m. In dat geval kan ook de scherpste­lvergrendeling worden gebruikt op een object dat zich op dezelfde opname-afstand bevindt als het onderwerp (blz. 43).
Wit scherpstelsymbool – scherpstelling in orde.
Rood scherpstelsymbool –
scherpstelling niet mogelijk. Onderwerp is te dichtbij
of een van onderstaande situaties doet zich voor. Fotograferen blijft mogelijk.
29
30
B
ASISHANDELINGEN OPNAME
GEBRUIK VAN DE INGEBOUWDE FLITSER
FLITSBEREIK – AUTOMATISCHE WERKING
Om de flitser te activeren klapt u hem aan de twee tabjes aan weerszijden omhoog.
De flitsstand moet handmatig worden ingesteld.
De flitser wordt altijd ontstoken, ongeacht de hoeveelheid licht.
De vol­gende flitsinformatie verschijnt linksboven in de zoeker en op de LCD-monitor om de flitsstatus aan te duiden.
De camera regelt de flitsdosering automatisch. Voor een goede belichting is het nodig dat het onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt. Door de constructie van het optische systeem zijn de bereiken in de groothoek- en telestand verschillend.
Groothoekstand
Tel estand
0,5 m ~ 3,8 m
0,5 m ~ 3,0 m
Flitswaarschuwing. Bij tegenlicht verschijnt dit signaal als advies om de flitser te gebruiken.
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, geeft het witte flitssignaal aan dat de flitser opnamegereed is.
Wanneer u de ontspanknop half indrukt verschijnt het rode signaal als de flitser nog aan het laden is
Na de opname verschijnt het blauwe flitssignaal wanneer het onderwerp goed werd belicht.
Bij weinig licht of binnenshuis kunt u flitslicht gebruiken om het onderwerp te verlichten; daarmee voorkomt u ook trillingsonscherpte als gevolg van een te lange sluitertijd. U kunt de flitser ook voor invulflits gebruiken om te donkere beeldpartijen op te helderen. Verwijder altijd de zonnekap wanneer u de ingebouwde flitser gebruikt; anders geeft de zonnekap schaduw onderin het beeld.
Loading...
+ 126 hidden pages