Lees absoluut de gebruiksaanwijzing voor u uw toestel plaatst, instal‐
leert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het toestel.
nl-BEM.-Nr. 09 601 370
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt de droogauto‐
maat voor transportschade. Er werd
voor milieuvriendelijk en recycleerbaar
verpakkingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma‐
teriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw han‐
delaar neemt de verpakking terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe‐
stellen bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die noodzakelijk wa‐
ren voor hun werking en beveiliging. Als
deze stoffen bij het restafval terecht‐
komen of verkeerd worden behandeld,
kunnen ze schade berokkenen aan de
menselijke gezondheid en het milieu.
Geef uw oud toestel dus niet mee met
het gewone huisvuil.
Stroom sparen
Zo kan u vermijden dat de droogtijd on‐
nodig langer duurt en er meer stroom
wordt verbruikt:
– Laat het wasgoed in de wasautomaat
tegen het hoogste toerental centrifu‐
geren.
Zo spaart u bij het drogen ca. 20 %
energie en tijd besparen als bijvoor‐
beeld met 1600 t.p.m in plaats van
1000 t.p.m. laat centrifugeren.
– Gebruik tijdens elk droogprogramma
de volledige trommellading. Dan is
het stroomverbruik voor de hele la‐
ding het gunstigst.
– Zorg ervoor dat de kamertempera‐
tuur niet te hoog is. Als er zich ande‐
re, warmteproducerende apparaten
in de ruimte bevinden, ventileer dan
of schakel deze uit.
– Maak na elke droogbeurt de pluizen‐
filters bij de deuropening schoon.
Breng het toestel liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container‐
park. Vraag meer informatie bij uw vak‐
handelaar.
Zorg er ook voor dat het toestel kind‐
veilig wordt bewaard voor u het weg‐
brengt.
2
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ............................................ 2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid .................................................................. 6
Bediening van de droogautomaat ..................................................................... 16
Deze droogautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids‐
voorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers ech‐
ter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiksaanwijzing voor u uw droogautomaat in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid,
het gebruik en het onderhoud van het toestel. Dat is veiliger voor
uzelf en u vermijdt schade aan uw droogautomaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toe‐
stel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Deze droogautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden
en in gelijkaardige omgevingen.
Deze droogautomaat is niet bestemd voor gebruik buitenshuis.
Gebruik de droogautomaat uitsluitend voor huishoudelijke toepas‐
singen voor het drogen van in water gewassen wasgoed waarvan de
fabrikant op het wasetiket heeft aangegeven dat ze geschikt voor de
droogautomaat zijn.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet ver‐
antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge‐
bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk‐
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
om deze droogautomaat veilig te bedienen, mogen deze droogauto‐
maat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verant‐
woordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de droogau‐
tomaat te worden gehouden, tenzij ze continue in het oog worden
gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de droogautomaat alleen zonder
toezicht bedienen, wanneer hen de droogautomaat zodanig is toe‐
gelicht dat ze het toestel veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten
de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen herkennen
en begrijpen.
Kinderen mogen de droogautomaat niet zonder toezicht reinigen
of onderhouden.
Let op kinderen die in de buurt van de droogautomaat komen.
Laat ze nooit met de droogautomaat spelen.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Zie na of het toestel geen uiterlijk zichtbare schade vertoont voor‐
dat u het opstelt.
Beschadigde toestellen mag u nooit opstellen noch in gebruik ne‐
men.
Vergelijk de gegevens omtrent de aansluiting (smeltveiligheden,
spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektrici‐
teitsnet bij u ter plaatse voordat u het toestel aansluit. Vraag eventu‐
eel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van dit toestel is enkel gewaarborgd zo
het op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem is
aangesloten. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veilig‐
heidsvoorwaarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw installatie
door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet aan‐
sprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat
de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Gebruik van
een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee
op brand.
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat het dan vervangen door een
vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het
toestel gebruikt.
Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene
risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele niet aan‐
sprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uitvoe‐
ren door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij
schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door origine‐
le Miele-vervangstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle vol‐
doen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij storingen of bij reiniging en onderhoud is deze droogautomaat
pas van het stroomnet losgekoppeld indien
– u de stekker uit het stopcontact haalt of
– de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld of
– de schroefzekering op uw elektrische installatie helemaal uitge‐
draaid is.
Deze droogautomaat mag niet op niet-stationaire plaatsen (bijv.
schepen) worden gebruikt.
Voer geen veranderingen aan de droogautomaat uit die niet uit‐
drukkelijk door Miele zijn toegestaan.
Meer uitleg over warmtepomp en koelmiddel:
Deze droogautomaat werkt met een gasvorming koelmiddel dat door
een compressor wordt verdicht. Het door de verdichting op een ho‐
ger temperatuurniveau gebrachte en vloeibaar geworden koelmiddel
wordt in een gesloten circuit door de warmtewisselaareenheid ge‐
leid, waar de warmtewisseling met de voorbijstromende drooglucht
plaatsvindt.
– Bromgeluiden tijdens het drogen, veroorzaakt door de warmte‐
pomp, zijn normaal. De droogautomaat werkt geheel naar beho‐
ren.
– Het koelmiddel is niet brandbaar en niet explosief.
– Een stilstandtijd na correct transport en opstellen van de droog‐
automaat is over het algemeen niet nodig (zie hoofdstuk "Opstel‐
len en aansluiten").
Anders: Stilstandtijd in acht nemen! Anders kan de warmtepomp
beschadigd raken!
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Neem de aanwijzingen in de rubriek "Opstellen en aansluiten" en
de rubriek "Technische gegevens" in acht.
De aansluitstekker moet te allen tijde bereikbaar zijn om de
droogautomaat van het elektriciteitsnet te kunnen afsluiten.
De luchtspleet tussen de onderzijde van de droogautomaat en de
vloer mag u in geen geval versmallen door plinten, dik tapijt e.d. An‐
ders is er geen voldoende toevoer van koele lucht gewaarborgd!
In het zwenkbereik van de droogautomaatdeur mag u geen af‐
sluitbare deur, schuifdeur of een deur met een scharnier aan de an‐
dere kant installeren.
Efficiënt gebruik
De maximumlading bedraagt 9,0 kg (droog wasgoed).
In de rubriek "Programmaoverzicht" vindt u de deels kleinere ladin‐
gen voor afzonderlijke programma's.
Brandgevaar!
Deze droogautomaat mag niet op een instelbaar stopcontact (bijv.
via een schakelklok of op een elektrische installatie met piekbelas‐
tinguitschakeling) worden aangesloten.
Als het droogprogramma voor beëindiging van de afkoelfase is afge‐
broken, dan bestaat het gevaar van zelfontbranding van het was‐
goed.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wegens brandgevaar is het verboden textiel te drogen
– dat niet is gewassen.
– dat niet voldoende gereinigd is en waarop oliehoudende, vethou‐
dende of andere resten aanwezig zijn (bijv. wasgoed dat wordt
gebruikt in de keuken of voor cosmeticatoepassingen en waarop
zich olie-, vet- of crèmeresten bevinden). Als u textiel droogt dat
niet voldoende gereinigd is bestaat er gevaar op zelfontbranding,
zelfs wanneer het droogproces beëindigd is en het wasgoed zich
niet langer in de droogautomaat bevindt.
– dat sporen van brandgevaarlijke reinigingsmiddelen bevat, of res‐
tanten van aceton, alcohol, benzine, petroleum, kerosine, vlek‐
kenverwijderaar, terpentijn, was, wasverwijderaar of chemicaliën
(dit kan bv. het geval zijn bij moppen, opnemers en poetsdoe‐
ken).
– waarop resten van een haarverstevigingsproduct, hairspray, na‐
gellakverwijderingsproduct of gelijkaardig product voorkomen.
Dergelijk sterk vervuild wasgoed moet u daarom bijzonder gron‐
dig wassen:
gebruik hierbij extra wasmiddel en selecteer een hoge tempera‐
tuur. Bij twijfel dient u het wasgoed verscheidene malen te was‐
sen.
Verwijder alle voorwerpen uit de zakken (zoals aanstekers, luci‐
fers).
Waarschuwing: Schakel de droogautomaat nooit uit voor afloop
van een droogprogramma. Behalve dan, wanneer al het wasgoed
onmiddellijk uit de trommel kan worden genomen en zo uitgespreid
dat de warmte kan worden afgegeven.
Wasverzachters of vergelijkbare producten moeten steeds zo wor‐
den gebruikt als vermeld in de gebruiksinstructies voor de wasver‐
zachters.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wegens brandgevaar is het te allen tijde verboden stukken textiel
of producten te drogen:
– wanneer industriële chemicaliën werden gebruikt voor de reini‐
ging (bv. bij een chemische reiniging).
– die hoofdzakelijk schuimrubberen, rubberen of rubberachtige de‐
len bevatten. Het gaat hierbij bv. om producten uit schuimrub-
berlatex, douchekappen, waterdichte stoffen, met rubber beklede
artikelen en kledingstukken en hoofdkussens met schuimrub-
bervlokken.
– die een vulling hebben en beschadigd zijn (bv. kussens of jas‐
sen). Vulling die eruit valt kan brand veroorzaken.
Na de verwarmingsfase volgt bij veel programma's de afkoelfase
om te garanderen dat de stukken wasgoed geen temperatuur be‐
reiken waarbij ze mogelijk beschadigd worden (bv. het vermijden van
zelfontbranding van het wasgoed). Pas daarna is het programma ten
einde.
Het wasgoed altijd direct en volledig na einde van het programma
verwijderen.
Leun niet op de toesteldeur. Deze droogautomaat kan anders om‐
kantelen.
Sluit de deur na elk gebruik. Zo voorkomt u dat
– kinderen in het toestel proberen te kruipen of er voorwerpen in
verstoppen.
– er kleine dieren in de trommel kruipen.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze droogautomaat mag nooit zonder of
– met beschadigde pluizenfilters worden gebruikt.
– met beschadigde filter in de sokkel worden gebruikt.
Er kunnen dan te veel pluizen in deze droogautomaat komen, wat
een defect tot gevolg kan hebben!
De pluizenfilters moeten na elke droogbeurt worden gereinigd!
De pluizenfilters of de filter in de sokkel moeten na een vochtige
reiniging goed worden gedroogd. Door natte pluizen-/voetfilters kun‐
nen er storingen in de werking van uw toestel optreden!
Stel uw droogautomaat niet op in een vertrek waar het kan vrie‐
zen. Temperaturen rond of onder het vriespunt brengen de goede
werking van het toestel in het gedrang. Bevroren condenswater in de
pomp en in de afvoerslang kan schade veroorzaken.
Wanneer u een externe afvoerslang voor het condenswater aan‐
sluit, moet u de slang vastmaken indien u die in een wasbak hangt.
Anders kan de slang wegglijden en kan het weglopende water scha‐
de veroorzaken.
Condenswater is geen drinkwater.
Het kan de gezondheid van mens en dier schade toebrengen.
Houd de omgeving van het toestel steeds vrij van stof en pluizen.
Vuildeeltjes in de aangezogen koellucht kunnen na verloop van tijd
de warmtewisselaar verstoppen.
Spuit de droogautomaat niet nat af.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik van de geurflacon (mits toeslag verkrijgbaar accessoi‐
re)
Alleen de originele Miele geurflacon mag worden gebruikt.
De geurflacon uitsluitend in de verkoopverpakking bewaren; gooi
de verpakking daarom niet weg.
Pas op, de geurstof kan uitlopen! De geurflacon of de pluizenfilter
met de gemonteerde geurflacon rechtop houden en nooit neerleg‐
gen of kantelen.
Uitgelopen geurstof direct met een zuigende doek opvegen: van
de vloer, van de droogautomaat, van onderdelen van de droogauto‐
maat (bijv. pluizenzeef).
Bij lichaamscontact met uitgelopen geurstof: Huid grondig met
water en zeep reinigen. Ogen minstens 15 minuten met schoon wa‐
ter spoelen. Bij inslikken de mond grondig met schoon water uit‐
spoelen. Na oogcontact of inslikken een arts raadplegen!
Kleding die met uitgelopen geurstof in contact komt direct ver‐
vangen. Kleding of doeken grondig met ruime hoeveelheid water en
wasmiddel reinigen.
Er bestaat brandgevaar of gevaar van beschadiging van de
droogautomaat bij het niet in acht nemen van deze richtlijnen:
– Vul de geurflacon nooit bij met geurstof.
– Gebruik nooit een defecte geurflacon.
De lege geurflacon moet met het huisvuil worden weggegooid en
mag nooit voor een ander doel worden gebruikt.
Neem de bij de geurflacon bijgevoegde informatie in acht.
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd, mag
worden gemonteerd of ingebouwd.
Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan ver‐
valt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Wasautomaten van Miele kunnen in een was- en droogzuil ge‐
combineerd worden opgesteld. Tevens is een Miele was-droog-ver‐
bindingsset vereist; dit is met toeslag verkrijgbaar toebehoren. Let
erop dat de was-droog-verbindingsset geschikt is voor de Miele
droogautomaat en de Miele wasautomaat.
Let erop dat de voet van Miele (met toeslag verkrijgbaar toebeho‐
ren) bij deze droogautomaat past.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
15
Bediening van de droogautomaat
Bedieningspaneel
Display met sensortoetsen
a
Meer uitleg vindt u op de volgende
bladzijde.
ToetsStart/Stop
b
Start het gekozen programma en
breekt een gestart programma af.
ToetsDroogtegraad
c
Voor alle droogtegraadprogramma's.
ToetsDuur
d
Voor het kiezen van de programma‐
duur van tijdgestuurde programma's.
ToetsStartuitstel
e
Om het startuitstel te kiezen.
Toetsen voor opties
f
De programma's kunt u met verschil‐
lende extra opties aanvullen.
Programmakiezer
g
Om de programma's te kiezen.
Optische interface
h
Voor de Technische Dienst.
Toets
i
Voor in- en uitschakelen. De droogau‐
tomaat wordt omwille van energiebe‐
sparing automatisch uitgeschakeld.
Dit gebeurt 15 minuten na het pro‐
gramma-einde / kreukbeveiliging of
na het inschakelen waarop geen ver‐
dere bediening volgt.
16
Bediening van de droogautomaat
De werking van de display
Sensortoetsen , OK,
Hiermee wordt het display bediend zo‐
dra de symbolen verlicht zijn.
– Sensortoets
Verschuift de keuzelijst naar beneden
of verlaagt waarden.
– Sensortoets OK
Bevestigt het gekozen programma,
de ingestelde waarde of opent een
submenu.
Hiermee kunt u de elektronische bestu‐
ring van de droogautomaat aan uw
specifieke wensen aanpassen. Meer in‐
formatie vindt u in de gelijknamige ru‐
briek, op het einde van deze handlei‐
ding.
Via de programmakiezer Overige
programma's worden de volgende
programma's gekozen
– Automatic extra
– Fijne was
– Zijde
– Sportkleding
– Hoofdkussen(s)
– Outdoor
– Impregneren
– Warme lucht
– Koude lucht
– Droogrekprogramma
– Katoen Hygiëne
– Sensortoets
Verschuift de keuzelijst naar boven of
verhoogt waarden.
Als er geen bediening volgt, dan doven
de symbolen van de sensortoetsen
weer. Dit gebeurt tevens wanneer een
keuze niet met OK wordt bevestigd.
Sensortoets EcoFeedback
Meer informatie vindt u in de rubriek
"EcoFeedback".
"Instellingen"
De instellingen worden door tegelijk
aanraken van de sensortoetsen en
opgeroepen.
17
Bediening van de droogautomaat
Weergave Perfect Dry
Het Perfect Dry-systeem meet de rest‐
vochtigheid van het wasgoed in de
droogtegraadprogramma's en zorgt zo
voor een precieze droging.
De weergave Perfect Dry . . .
. . . knippert na de start van het pro‐
gramma en dooft wanneer de program‐
maduur wordt getoond.
. . . gaat branden bij het bereiken van
de ingestelde droogtegraad, tegen het
einde van het programma.
. . . blijft bij deze programma's donker:
Na de start van een programma wordt
de maximum duur van het programma
in uren en minuten aangeduid.
De programmaduur van het droogte‐
graadprogramma kan variëren of "ver‐
springen". Dit is onder andere afhanke‐
lijk van de washoeveelheid, -soort of restvochtigheid. De elektronische be‐
sturing past zich telkens aan en wordt
hierdoor steeds nauwkeuriger.
18
Bediening van de droogautomaat
Overige programma's
Katoen Hygiëne
Automatic extra
Fijne was
Droogtegraad
Kastdroog
Licht droog
Strijkdroog
Duur
(0:40 – 2:30
:40 uur0
uur)
Voorbeelden van de bediening
Verplaatsen in een keuzelijst
Het onderdeel dat momenteel kan wor‐
den gekozen, heeft een witte balk als
achtergrond.
Door aanraking van de sensortoets
verschuift de keuzelijst naar beneden
en door aanraking van de sensortoets
verschuift de keuzelijst naar boven.
Met de sensortoets OK wordt dit be‐
vestigd.
Het begin en het einde van de lijst
wordt met een stippellijn aangegeven.
De balk die aan de rechterkant mee‐
loopt, geeft aan op welke positie in de
lijst u zich bevindt.
Markering van het gekozen onder‐
deel
Er wordt altijd een waarde gekozen. De‐
ze gekozen waarde wordt met een vink‐
je gemarkeerd. De andere waarden
worden automatisch uitgeschakeld.
Met de sensortoets wordt de vol‐
gende waarde gemarkeerd, met de
sensortoets de vorige.
Met de sensortoets OK wordt de ge‐
markeerde waarde bevestigd.
Als er geen keuze volgt, dan "springt"
het display terug naar het vorige niveau.
Getalwaarde instellen
De instelbare waarde heeft een witte
achtergrond.
Met de sensortoets wordt de tijd ver‐
kort en met de sensortoets verlengd.
Met de sensortoets OK worden eerst
de uren en vervolgens de minuten be‐
vestigd.
Een submenu verlaten
U verlaat het submenu door het kiezen
van terug.
19
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen
Taal
deutsch
english (AUS)
english (GB)
Beschermfolie en reclamestic‐
kers verwijderen
Verwijder
– de beschermfolie van de deur.
– alle reclamestickers (indien aanwezig)
van de voorkant en van de deksel.
Stickers die u na openen van de
deur ziet (bijv. het typeplaatje) mo‐
gen niet worden verwijderd!
Na het opstellen
Stel de droogautomaat degelijk
op en sluit het toestel juist aan voor
u het de eerste keer gebruikt. Ge‐
beurde een transport niet volgens de
beschrijving in hoofdstuk "Opstellen
en aansluiten", dan is een stilstand‐
tijd van ca. 1 uur noodzakelijk, voor‐
dat deze droogautomaat elektrisch
wordt aangesloten.
De taal voor het display instel‐
len
U wordt gevraagd de gewenste taal
voor het display in te stellen. Omscha‐
kelen naar een andere taal is altijd via
"Instellingen" mogelijk.
Door aanraking van de sensortoetsen
en kunt u door de keuzelijst lo‐
pen totdat de gewenste taal is ge‐
markeerd.
Bevestig de taal door aanraken van
de sensortoets OK.
Bij inschakelen van deze droogauto‐
maat verschijnt er kort Miele Willkom‐men op het display.
20
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen
Urenweergave
24 h
12 h
Dagtijd
12 : 00
Neem voor verdere ingebruikname
de instructies in de gebruiksaanwijzing in acht.
Informatie
Dagtijd instellen (eventueel)
Druk op de sensortoets wanneer een
12-uurs weergave wilt kiezen.
Bevestig door aanraken van de sen‐
sortoets OK.
Lees de rubrieken "1. De juiste was‐
verzorging in acht nemen" en "2.
Droogautomaat laden".
U kunt hierna wasgoed in de trommel
doen en een programma kiezen; zie
rubriek "3. Programma kiezen en
starten".
Bevestig door aanraken van de sen‐
sortoets OK.
Druk op de sensortoets om de
uren te verlagen of op de sensortoets
om de uren te verhogen.
Bevestig met de sensortoets OK de
ingestelde uren. Nu kunt u ook de mi‐
nuten instellen.
Geldt alleen bij de keuze 12 h klok: U
kunt vervolgens nog am of pm kiezen.
De gekozen tijd wordt later bij elke pro‐
grammakeuze aangegeven (rechtsbo‐
ven op het display).
De eerste ingebruikname con‐
form deze gebruiksaanwijzing
beëindigen
De eerste ingebruikname is pas afge‐
sloten wanneer een programma dat lan‐
ger dan 1 uur duurt volledig uitgevoerd
is.
21
EcoFeedback
Energie
Energie2,0kWh
Via de sensortoets EcoFeedback krijgt
u informatie over het energieverbruik
van de droogautomaat.
Op het display worden door aanraken
van de sensortoets EcoFeedback twee
soorten informatie aangegeven:
– voor aanvang van het programma
een verbruiksprognose
– tijdens het drogen het stroomver-
bruik.
Het controlelampje van de sensortoets
EcoFeedback brandt en op het display
staat een aanduiding.
Beide doven automatisch na een paar
seconden; dit kan ook met OK worden
bevestigd.
Tevens is het mogelijk om aan het einde
van het programma, voordat u de deur
hebt geopend, het volgende te laten
weergeven:
– het energieverbruik en
– de vervuilingsgraad van de pluizenfil‐
ter en de filter in de sokkel (0 % =
licht, 50 % = matig, 100 % = sterk).
Naarmate de vervuilingsgraad toene‐
emt, neemt ook de programmaduur
toe waardoor het energieverbruik
stijgt.
1. Prognose
Gebruik na het kiezen van een pro‐
gramma de sensortoets EcoFeed‐back.
Gedurende een aantal seconden wordt
de verbruiksprognose met balken aan‐
gegeven:
Hoe meer balken er te zien zijn, hoe
meer energie er wordt gebruikt.
De verbruiksprognose verandert afhan‐
kelijk van het programma en de geko‐
zen opties.
2. Effectief verbruik
Druk op de sensortoets EcoFeed‐
back.
U kunt het effectieve verbruik aflezen.
Voorbeeld:
Zo lang het energieverbruik te laag is,
wordt < 0,1 kWh aangegeven.
Het verbruik verandert afhankelijk van
de voortgang van het programma en de
restvochtigheid.
Bij het openen van de deur of na het
automatisch uitschakelen aan het
einde van het programma worden de
gegevens weer teruggezet op de
prognose.
Instelling totaalverbruik
– Geeft informatie over het verbruik
van het laatste programma
en
– houdt het totale energieverbruik ge‐
durende de tijd bij.
Meer informatie vindt u in de rubriek
"Instellingen".
22
1. De juiste wasverzorging in acht nemen
In acht nemen tijdens het was‐
sen
– Was sterk vervuild wasgoed zeer
grondig: gebruik voldoende wasmid‐
del en kies een hoge temperatuur, in
geval van twijfel meerdere keren was‐
sen.
– Stop geen drijfnat wasgoed in de
trommel. Laat het wasgoed met
maximale centrifugeertoerental in de
wasautomaat centrifugeren. Hoe ho‐
ger het centrifugeertoerental is, hoe
meer energie en tijd u bij het drogen
kunt besparen.
– Nieuw gekleurd textiel moet u voor
de eerste droogbeurt afzonderlijk
grondig wassen; droog dit niet samen
met licht gekleurd wasgoed. Anders
loopt u het risico dat de kleur bij het
drogen afgeeft (ook op kunststof on‐
derdelen in de droogautomaat). Er
kunnen zich ook pluizen van een an‐
dere kleur afzetten op het textiel.
– Gesteven wasgoed kan in de droog‐
automaat worden gedroogd. Om het
gewone glanseffect te verkrijgen
dient u wel de dosis stijfsel te ver‐
dubbelen.
Wasgoed voorbereiden voor
de droogautomaat
Verwijder alle voorwerpen uit het
wasgoed (bijv. wasmiddeldoseerbe‐
kers, aanstekers enz.)!
Deze voorwerpen kunnen smelten of
exploderen: hierdoor kunnen de
droogautomaat en het wasgoed be‐
schadigd raken.
Lees het hoofdstuk "Opmer‐
kingen omtrent uw veiligheid".
Anders bestaat er brandgevaar bij in‐
correct gebruik en verkeerde bedie‐
ning!
– Sorteren het wasgoed naar vezel- en
weefselsoort, maat, onderhoudssym‐
bolen en gewenste droogtegraad.
– Controleer of het wasgoed onbe‐
schadigde zomen en naden heeft. Zo
kunt u voorkomen dat de voering los‐
komt. Brandgevaar bij het drogen!
– Maak het wasgoed luchtig.
– Knoop rok-, broeksriemen en schort‐
banden samen.
– Sluit . . .
. . . dekbedovertrekken en kussenslo‐
pen, zodat er geen kleinere stukken
wasgoed in terechtkomen.
. . . haken en ogen.
– Geloste bh-beugels kan u vastnaaien
of verwijderen.
– Open jassen en lange ritssluitingen,
zodat het wasgoed gelijkmatig wordt
gedroogd.
– Hoe meer kreukherstellend wasgoed
u in de trommel doet, hoe groter de
kans op kreuken. Dit geldt vooral
voor heel delicaat weefsel, bijv. over‐
hemden en bloezen. Reduceer in uit‐
zonderlijke gevallen de hoeveelheid
wasgoed.
23
1. De juiste wasverzorging in acht nemen
Onderhoudssymbolen op het etiket
Drogen
normale/hogere temperatuur
lagere temperatuur:
Extra zacht kiezen (voor delicaat
wasgoed)
niet geschikt voor de droogauto‐
maat
strijken en mangelen
zeer heet
warm
warm
niet strijken/effenen
Wasverzorging met de droog‐
automaat
Lees de rubriek "Programmaoverzicht".
Hier worden alle programma's en la‐
dingshoeveelheden aangegeven.
– Met dons gevuld textiel: naargelang
van de kwaliteit neigt het fijne weef‐
sel binnenin te krimpen. Dergelijk tex‐
tiel kan wel drogen in het speciale
programma Ontkreuken.
– Zuiver linnen weefsel mag u alleen
drogen zoals de fabrikant dit in het
onderhoudsetiket vermeldt. Anders
kan het weefsel "ruig" worden. Der‐
gelijk textiel kan wel worden ge‐
droogd in het speciale programma
Ontkreuken.
– Wol en gemengde weefsels die wol
bevatten, vertonen de neiging te vil‐
ten of te krimpen. Dergelijk textiel kan
wel worden gedroogd in het speciale
programma Finish Wol.
– Machinaal gebreide textielsoorten
(bijv. T-shirts, ondergoed) neigen bij
de eerste wasbeurt te krimpen. Daar‐
om: dit textiel niet te lang laten dro‐
gen. Daarmee vermijdt u dat het ver‐
der krimpt. Koop machinaal gebreid
textiel eventueel een of twee maten
groter.
– Neem de maximumlading wasgoed
voor elk programma in acht. Dan is
het stroomverbruik voor de hele la‐
ding het gunstigst.
– Bij halve belading kunt u de optie
Hoeveelheidherkenning kiezen.
– Kies een droogtegraad naar wens,
bijvoorbeeld . . .
. . . Kastdroog plus wanneer u het
wasgoed na het drogen wilt opvou‐
wen en opbergen.
. . . Mangelvochtig, wanneer u het
wasgoed na het drogen wilt bewer‐
ken, bijvoorbeeld mangelen.
24
– Bij bijzonder temperatuur- en kreuk‐
gevoelig wasgoed de ladingshoe‐
veelheid beperken en de optie Extrazacht kiezen.
2. Droogautomaat laden
Het is absoluut noodzakelijk
eerst de rubriek "1. De juiste was‐
verzorging in acht nemen" te le‐
zen.
Druk om in te schakelen op de
toets .
U kan het toestel ook na het laden in‐
schakelen. Dan wordt de trommel
evenwel niet verlicht (stroombespa‐
ring).
Deur openen
Zorg er bij het sluiten van de deur
voor dat er geen wasgoed in de
deuropening vastgeklemd raakt.
Hierdoor kan het wasgoed bescha‐
digd raken!
Indien u zonder geurflacon droogt:
het nokje op de schuiver moet ge‐
heel naar beneden zijn geschoven
(pijl).
Deur sluiten
Pak de deur bij de deurgreep en trek
de deur open.
Leg het wasgoed losjes in de trom‐
mel.
Overlaad de trommel nooit.
Anders wordt de was niet zo be‐
hoedzaam behandeld. Het droogre‐
sultaat komt dan eveneens in het ge‐
drang. Er kunnen ook meer kreuken
optreden.
Zwaai de toesteldeur zachtjes dicht.
25
3. Programma kiezen en starten
Overige programma's
Automatic extra
Fijne was
Zijde
Een programma kiezen
Draai de programmakiezer.
Afhankelijk van de programmakiezerpo‐
sitie verschijnen er verschillende pro‐
gramma's en instelmogelijkheden op
het display.
Bij kiezen van een programma ver‐
schijnt op het display gedurende een
paar seconden de maximumlading die
mag worden geplaatst (berekend op
basis van het gewicht van het droge
wasgoed).
U kunt met OK bevestigen of wachten
tot de vooringestelde droogtegraad of
programmaduur van zelf verschijnt.
In geval van twijfel enig wasgoed
verwijderen!
Weitere Programme
Er kunnen meer programma's op het
display worden gekozen.
Druk op de sensortoets of om
de door de keuzelijst lopen totdat het
gewenste programma is gemarkeerd.
Bevestig door aanraken van de sen‐