Lees absoluut de gebruiksaanwijzing voor u uw toestel plaatst, instal‐
leert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het toestel.
nl-BEM.-Nr. 09 601 370
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt de droogauto‐
maat voor transportschade. Er werd
voor milieuvriendelijk en recycleerbaar
verpakkingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma‐
teriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw han‐
delaar neemt de verpakking terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe‐
stellen bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die noodzakelijk wa‐
ren voor hun werking en beveiliging. Als
deze stoffen bij het restafval terecht‐
komen of verkeerd worden behandeld,
kunnen ze schade berokkenen aan de
menselijke gezondheid en het milieu.
Geef uw oud toestel dus niet mee met
het gewone huisvuil.
Stroom sparen
Zo kan u vermijden dat de droogtijd on‐
nodig langer duurt en er meer stroom
wordt verbruikt:
– Laat het wasgoed in de wasautomaat
tegen het hoogste toerental centrifu‐
geren.
Zo spaart u bij het drogen ca. 20 %
energie en tijd besparen als bijvoor‐
beeld met 1600 t.p.m in plaats van
1000 t.p.m. laat centrifugeren.
– Gebruik tijdens elk droogprogramma
de volledige trommellading. Dan is
het stroomverbruik voor de hele la‐
ding het gunstigst.
– Zorg ervoor dat de kamertempera‐
tuur niet te hoog is. Als er zich ande‐
re, warmteproducerende apparaten
in de ruimte bevinden, ventileer dan
of schakel deze uit.
– Maak na elke droogbeurt de pluizen‐
filters bij de deuropening schoon.
Breng het toestel liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container‐
park. Vraag meer informatie bij uw vak‐
handelaar.
Zorg er ook voor dat het toestel kind‐
veilig wordt bewaard voor u het weg‐
brengt.
2
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ............................................ 2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid .................................................................. 6
Bediening van de droogautomaat ..................................................................... 16
Deze droogautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids‐
voorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers ech‐
ter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiksaanwijzing voor u uw droogautomaat in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid,
het gebruik en het onderhoud van het toestel. Dat is veiliger voor
uzelf en u vermijdt schade aan uw droogautomaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toe‐
stel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Deze droogautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden
en in gelijkaardige omgevingen.
Deze droogautomaat is niet bestemd voor gebruik buitenshuis.
Gebruik de droogautomaat uitsluitend voor huishoudelijke toepas‐
singen voor het drogen van in water gewassen wasgoed waarvan de
fabrikant op het wasetiket heeft aangegeven dat ze geschikt voor de
droogautomaat zijn.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet ver‐
antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge‐
bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk‐
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
om deze droogautomaat veilig te bedienen, mogen deze droogauto‐
maat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verant‐
woordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de droogau‐
tomaat te worden gehouden, tenzij ze continue in het oog worden
gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de droogautomaat alleen zonder
toezicht bedienen, wanneer hen de droogautomaat zodanig is toe‐
gelicht dat ze het toestel veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten
de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen herkennen
en begrijpen.
Kinderen mogen de droogautomaat niet zonder toezicht reinigen
of onderhouden.
Let op kinderen die in de buurt van de droogautomaat komen.
Laat ze nooit met de droogautomaat spelen.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Zie na of het toestel geen uiterlijk zichtbare schade vertoont voor‐
dat u het opstelt.
Beschadigde toestellen mag u nooit opstellen noch in gebruik ne‐
men.
Vergelijk de gegevens omtrent de aansluiting (smeltveiligheden,
spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektrici‐
teitsnet bij u ter plaatse voordat u het toestel aansluit. Vraag eventu‐
eel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van dit toestel is enkel gewaarborgd zo
het op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem is
aangesloten. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veilig‐
heidsvoorwaarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw installatie
door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet aan‐
sprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat
de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Gebruik van
een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee
op brand.
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat het dan vervangen door een
vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het
toestel gebruikt.
Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene
risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele niet aan‐
sprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uitvoe‐
ren door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij
schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door origine‐
le Miele-vervangstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle vol‐
doen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij storingen of bij reiniging en onderhoud is deze droogautomaat
pas van het stroomnet losgekoppeld indien
– u de stekker uit het stopcontact haalt of
– de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld of
– de schroefzekering op uw elektrische installatie helemaal uitge‐
draaid is.
Deze droogautomaat mag niet op niet-stationaire plaatsen (bijv.
schepen) worden gebruikt.
Voer geen veranderingen aan de droogautomaat uit die niet uit‐
drukkelijk door Miele zijn toegestaan.
Meer uitleg over warmtepomp en koelmiddel:
Deze droogautomaat werkt met een gasvorming koelmiddel dat door
een compressor wordt verdicht. Het door de verdichting op een ho‐
ger temperatuurniveau gebrachte en vloeibaar geworden koelmiddel
wordt in een gesloten circuit door de warmtewisselaareenheid ge‐
leid, waar de warmtewisseling met de voorbijstromende drooglucht
plaatsvindt.
– Bromgeluiden tijdens het drogen, veroorzaakt door de warmte‐
pomp, zijn normaal. De droogautomaat werkt geheel naar beho‐
ren.
– Het koelmiddel is niet brandbaar en niet explosief.
– Een stilstandtijd na correct transport en opstellen van de droog‐
automaat is over het algemeen niet nodig (zie hoofdstuk "Opstel‐
len en aansluiten").
Anders: Stilstandtijd in acht nemen! Anders kan de warmtepomp
beschadigd raken!
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Neem de aanwijzingen in de rubriek "Opstellen en aansluiten" en
de rubriek "Technische gegevens" in acht.
De aansluitstekker moet te allen tijde bereikbaar zijn om de
droogautomaat van het elektriciteitsnet te kunnen afsluiten.
De luchtspleet tussen de onderzijde van de droogautomaat en de
vloer mag u in geen geval versmallen door plinten, dik tapijt e.d. An‐
ders is er geen voldoende toevoer van koele lucht gewaarborgd!
In het zwenkbereik van de droogautomaatdeur mag u geen af‐
sluitbare deur, schuifdeur of een deur met een scharnier aan de an‐
dere kant installeren.
Efficiënt gebruik
De maximumlading bedraagt 9,0 kg (droog wasgoed).
In de rubriek "Programmaoverzicht" vindt u de deels kleinere ladin‐
gen voor afzonderlijke programma's.
Brandgevaar!
Deze droogautomaat mag niet op een instelbaar stopcontact (bijv.
via een schakelklok of op een elektrische installatie met piekbelas‐
tinguitschakeling) worden aangesloten.
Als het droogprogramma voor beëindiging van de afkoelfase is afge‐
broken, dan bestaat het gevaar van zelfontbranding van het was‐
goed.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wegens brandgevaar is het verboden textiel te drogen
– dat niet is gewassen.
– dat niet voldoende gereinigd is en waarop oliehoudende, vethou‐
dende of andere resten aanwezig zijn (bijv. wasgoed dat wordt
gebruikt in de keuken of voor cosmeticatoepassingen en waarop
zich olie-, vet- of crèmeresten bevinden). Als u textiel droogt dat
niet voldoende gereinigd is bestaat er gevaar op zelfontbranding,
zelfs wanneer het droogproces beëindigd is en het wasgoed zich
niet langer in de droogautomaat bevindt.
– dat sporen van brandgevaarlijke reinigingsmiddelen bevat, of res‐
tanten van aceton, alcohol, benzine, petroleum, kerosine, vlek‐
kenverwijderaar, terpentijn, was, wasverwijderaar of chemicaliën
(dit kan bv. het geval zijn bij moppen, opnemers en poetsdoe‐
ken).
– waarop resten van een haarverstevigingsproduct, hairspray, na‐
gellakverwijderingsproduct of gelijkaardig product voorkomen.
Dergelijk sterk vervuild wasgoed moet u daarom bijzonder gron‐
dig wassen:
gebruik hierbij extra wasmiddel en selecteer een hoge tempera‐
tuur. Bij twijfel dient u het wasgoed verscheidene malen te was‐
sen.
Verwijder alle voorwerpen uit de zakken (zoals aanstekers, luci‐
fers).
Waarschuwing: Schakel de droogautomaat nooit uit voor afloop
van een droogprogramma. Behalve dan, wanneer al het wasgoed
onmiddellijk uit de trommel kan worden genomen en zo uitgespreid
dat de warmte kan worden afgegeven.
Wasverzachters of vergelijkbare producten moeten steeds zo wor‐
den gebruikt als vermeld in de gebruiksinstructies voor de wasver‐
zachters.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wegens brandgevaar is het te allen tijde verboden stukken textiel
of producten te drogen:
– wanneer industriële chemicaliën werden gebruikt voor de reini‐
ging (bv. bij een chemische reiniging).
– die hoofdzakelijk schuimrubberen, rubberen of rubberachtige de‐
len bevatten. Het gaat hierbij bv. om producten uit schuimrub-
berlatex, douchekappen, waterdichte stoffen, met rubber beklede
artikelen en kledingstukken en hoofdkussens met schuimrub-
bervlokken.
– die een vulling hebben en beschadigd zijn (bv. kussens of jas‐
sen). Vulling die eruit valt kan brand veroorzaken.
Na de verwarmingsfase volgt bij veel programma's de afkoelfase
om te garanderen dat de stukken wasgoed geen temperatuur be‐
reiken waarbij ze mogelijk beschadigd worden (bv. het vermijden van
zelfontbranding van het wasgoed). Pas daarna is het programma ten
einde.
Het wasgoed altijd direct en volledig na einde van het programma
verwijderen.
Leun niet op de toesteldeur. Deze droogautomaat kan anders om‐
kantelen.
Sluit de deur na elk gebruik. Zo voorkomt u dat
– kinderen in het toestel proberen te kruipen of er voorwerpen in
verstoppen.
– er kleine dieren in de trommel kruipen.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze droogautomaat mag nooit zonder of
– met beschadigde pluizenfilters worden gebruikt.
– met beschadigde filter in de sokkel worden gebruikt.
Er kunnen dan te veel pluizen in deze droogautomaat komen, wat
een defect tot gevolg kan hebben!
De pluizenfilters moeten na elke droogbeurt worden gereinigd!
De pluizenfilters of de filter in de sokkel moeten na een vochtige
reiniging goed worden gedroogd. Door natte pluizen-/voetfilters kun‐
nen er storingen in de werking van uw toestel optreden!
Stel uw droogautomaat niet op in een vertrek waar het kan vrie‐
zen. Temperaturen rond of onder het vriespunt brengen de goede
werking van het toestel in het gedrang. Bevroren condenswater in de
pomp en in de afvoerslang kan schade veroorzaken.
Wanneer u een externe afvoerslang voor het condenswater aan‐
sluit, moet u de slang vastmaken indien u die in een wasbak hangt.
Anders kan de slang wegglijden en kan het weglopende water scha‐
de veroorzaken.
Condenswater is geen drinkwater.
Het kan de gezondheid van mens en dier schade toebrengen.
Houd de omgeving van het toestel steeds vrij van stof en pluizen.
Vuildeeltjes in de aangezogen koellucht kunnen na verloop van tijd
de warmtewisselaar verstoppen.
Spuit de droogautomaat niet nat af.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik van de geurflacon (mits toeslag verkrijgbaar accessoi‐
re)
Alleen de originele Miele geurflacon mag worden gebruikt.
De geurflacon uitsluitend in de verkoopverpakking bewaren; gooi
de verpakking daarom niet weg.
Pas op, de geurstof kan uitlopen! De geurflacon of de pluizenfilter
met de gemonteerde geurflacon rechtop houden en nooit neerleg‐
gen of kantelen.
Uitgelopen geurstof direct met een zuigende doek opvegen: van
de vloer, van de droogautomaat, van onderdelen van de droogauto‐
maat (bijv. pluizenzeef).
Bij lichaamscontact met uitgelopen geurstof: Huid grondig met
water en zeep reinigen. Ogen minstens 15 minuten met schoon wa‐
ter spoelen. Bij inslikken de mond grondig met schoon water uit‐
spoelen. Na oogcontact of inslikken een arts raadplegen!
Kleding die met uitgelopen geurstof in contact komt direct ver‐
vangen. Kleding of doeken grondig met ruime hoeveelheid water en
wasmiddel reinigen.
Er bestaat brandgevaar of gevaar van beschadiging van de
droogautomaat bij het niet in acht nemen van deze richtlijnen:
– Vul de geurflacon nooit bij met geurstof.
– Gebruik nooit een defecte geurflacon.
De lege geurflacon moet met het huisvuil worden weggegooid en
mag nooit voor een ander doel worden gebruikt.
Neem de bij de geurflacon bijgevoegde informatie in acht.
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd, mag
worden gemonteerd of ingebouwd.
Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan ver‐
valt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Wasautomaten van Miele kunnen in een was- en droogzuil ge‐
combineerd worden opgesteld. Tevens is een Miele was-droog-ver‐
bindingsset vereist; dit is met toeslag verkrijgbaar toebehoren. Let
erop dat de was-droog-verbindingsset geschikt is voor de Miele
droogautomaat en de Miele wasautomaat.
Let erop dat de voet van Miele (met toeslag verkrijgbaar toebeho‐
ren) bij deze droogautomaat past.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
15
Bediening van de droogautomaat
Bedieningspaneel
Display met sensortoetsen
a
Meer uitleg vindt u op de volgende
bladzijde.
ToetsStart/Stop
b
Start het gekozen programma en
breekt een gestart programma af.
ToetsDroogtegraad
c
Voor alle droogtegraadprogramma's.
ToetsDuur
d
Voor het kiezen van de programma‐
duur van tijdgestuurde programma's.
ToetsStartuitstel
e
Om het startuitstel te kiezen.
Toetsen voor opties
f
De programma's kunt u met verschil‐
lende extra opties aanvullen.
Programmakiezer
g
Om de programma's te kiezen.
Optische interface
h
Voor de Technische Dienst.
Toets
i
Voor in- en uitschakelen. De droogau‐
tomaat wordt omwille van energiebe‐
sparing automatisch uitgeschakeld.
Dit gebeurt 15 minuten na het pro‐
gramma-einde / kreukbeveiliging of
na het inschakelen waarop geen ver‐
dere bediening volgt.
16
Bediening van de droogautomaat
De werking van de display
Sensortoetsen , OK,
Hiermee wordt het display bediend zo‐
dra de symbolen verlicht zijn.
– Sensortoets
Verschuift de keuzelijst naar beneden
of verlaagt waarden.
– Sensortoets OK
Bevestigt het gekozen programma,
de ingestelde waarde of opent een
submenu.
Hiermee kunt u de elektronische bestu‐
ring van de droogautomaat aan uw
specifieke wensen aanpassen. Meer in‐
formatie vindt u in de gelijknamige ru‐
briek, op het einde van deze handlei‐
ding.
Via de programmakiezer Overige
programma's worden de volgende
programma's gekozen
– Automatic extra
– Fijne was
– Zijde
– Sportkleding
– Hoofdkussen(s)
– Outdoor
– Impregneren
– Warme lucht
– Koude lucht
– Droogrekprogramma
– Katoen Hygiëne
– Sensortoets
Verschuift de keuzelijst naar boven of
verhoogt waarden.
Als er geen bediening volgt, dan doven
de symbolen van de sensortoetsen
weer. Dit gebeurt tevens wanneer een
keuze niet met OK wordt bevestigd.
Sensortoets EcoFeedback
Meer informatie vindt u in de rubriek
"EcoFeedback".
"Instellingen"
De instellingen worden door tegelijk
aanraken van de sensortoetsen en
opgeroepen.
17
Bediening van de droogautomaat
Weergave Perfect Dry
Het Perfect Dry-systeem meet de rest‐
vochtigheid van het wasgoed in de
droogtegraadprogramma's en zorgt zo
voor een precieze droging.
De weergave Perfect Dry . . .
. . . knippert na de start van het pro‐
gramma en dooft wanneer de program‐
maduur wordt getoond.
. . . gaat branden bij het bereiken van
de ingestelde droogtegraad, tegen het
einde van het programma.
. . . blijft bij deze programma's donker:
Na de start van een programma wordt
de maximum duur van het programma
in uren en minuten aangeduid.
De programmaduur van het droogte‐
graadprogramma kan variëren of "ver‐
springen". Dit is onder andere afhanke‐
lijk van de washoeveelheid, -soort of restvochtigheid. De elektronische be‐
sturing past zich telkens aan en wordt
hierdoor steeds nauwkeuriger.
18
Bediening van de droogautomaat
Overige programma's
Katoen Hygiëne
Automatic extra
Fijne was
Droogtegraad
Kastdroog
Licht droog
Strijkdroog
Duur
(0:40 – 2:30
:40 uur0
uur)
Voorbeelden van de bediening
Verplaatsen in een keuzelijst
Het onderdeel dat momenteel kan wor‐
den gekozen, heeft een witte balk als
achtergrond.
Door aanraking van de sensortoets
verschuift de keuzelijst naar beneden
en door aanraking van de sensortoets
verschuift de keuzelijst naar boven.
Met de sensortoets OK wordt dit be‐
vestigd.
Het begin en het einde van de lijst
wordt met een stippellijn aangegeven.
De balk die aan de rechterkant mee‐
loopt, geeft aan op welke positie in de
lijst u zich bevindt.
Markering van het gekozen onder‐
deel
Er wordt altijd een waarde gekozen. De‐
ze gekozen waarde wordt met een vink‐
je gemarkeerd. De andere waarden
worden automatisch uitgeschakeld.
Met de sensortoets wordt de vol‐
gende waarde gemarkeerd, met de
sensortoets de vorige.
Met de sensortoets OK wordt de ge‐
markeerde waarde bevestigd.
Als er geen keuze volgt, dan "springt"
het display terug naar het vorige niveau.
Getalwaarde instellen
De instelbare waarde heeft een witte
achtergrond.
Met de sensortoets wordt de tijd ver‐
kort en met de sensortoets verlengd.
Met de sensortoets OK worden eerst
de uren en vervolgens de minuten be‐
vestigd.
Een submenu verlaten
U verlaat het submenu door het kiezen
van terug.
19
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen
Taal
deutsch
english (AUS)
english (GB)
Beschermfolie en reclamestic‐
kers verwijderen
Verwijder
– de beschermfolie van de deur.
– alle reclamestickers (indien aanwezig)
van de voorkant en van de deksel.
Stickers die u na openen van de
deur ziet (bijv. het typeplaatje) mo‐
gen niet worden verwijderd!
Na het opstellen
Stel de droogautomaat degelijk
op en sluit het toestel juist aan voor
u het de eerste keer gebruikt. Ge‐
beurde een transport niet volgens de
beschrijving in hoofdstuk "Opstellen
en aansluiten", dan is een stilstand‐
tijd van ca. 1 uur noodzakelijk, voor‐
dat deze droogautomaat elektrisch
wordt aangesloten.
De taal voor het display instel‐
len
U wordt gevraagd de gewenste taal
voor het display in te stellen. Omscha‐
kelen naar een andere taal is altijd via
"Instellingen" mogelijk.
Door aanraking van de sensortoetsen
en kunt u door de keuzelijst lo‐
pen totdat de gewenste taal is ge‐
markeerd.
Bevestig de taal door aanraken van
de sensortoets OK.
Bij inschakelen van deze droogauto‐
maat verschijnt er kort Miele Willkom‐men op het display.
20
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen
Urenweergave
24 h
12 h
Dagtijd
12 : 00
Neem voor verdere ingebruikname
de instructies in de gebruiksaanwijzing in acht.
Informatie
Dagtijd instellen (eventueel)
Druk op de sensortoets wanneer een
12-uurs weergave wilt kiezen.
Bevestig door aanraken van de sen‐
sortoets OK.
Lees de rubrieken "1. De juiste was‐
verzorging in acht nemen" en "2.
Droogautomaat laden".
U kunt hierna wasgoed in de trommel
doen en een programma kiezen; zie
rubriek "3. Programma kiezen en
starten".
Bevestig door aanraken van de sen‐
sortoets OK.
Druk op de sensortoets om de
uren te verlagen of op de sensortoets
om de uren te verhogen.
Bevestig met de sensortoets OK de
ingestelde uren. Nu kunt u ook de mi‐
nuten instellen.
Geldt alleen bij de keuze 12 h klok: U
kunt vervolgens nog am of pm kiezen.
De gekozen tijd wordt later bij elke pro‐
grammakeuze aangegeven (rechtsbo‐
ven op het display).
De eerste ingebruikname con‐
form deze gebruiksaanwijzing
beëindigen
De eerste ingebruikname is pas afge‐
sloten wanneer een programma dat lan‐
ger dan 1 uur duurt volledig uitgevoerd
is.
21
EcoFeedback
Energie
Energie2,0kWh
Via de sensortoets EcoFeedback krijgt
u informatie over het energieverbruik
van de droogautomaat.
Op het display worden door aanraken
van de sensortoets EcoFeedback twee
soorten informatie aangegeven:
– voor aanvang van het programma
een verbruiksprognose
– tijdens het drogen het stroomver-
bruik.
Het controlelampje van de sensortoets
EcoFeedback brandt en op het display
staat een aanduiding.
Beide doven automatisch na een paar
seconden; dit kan ook met OK worden
bevestigd.
Tevens is het mogelijk om aan het einde
van het programma, voordat u de deur
hebt geopend, het volgende te laten
weergeven:
– het energieverbruik en
– de vervuilingsgraad van de pluizenfil‐
ter en de filter in de sokkel (0 % =
licht, 50 % = matig, 100 % = sterk).
Naarmate de vervuilingsgraad toene‐
emt, neemt ook de programmaduur
toe waardoor het energieverbruik
stijgt.
1. Prognose
Gebruik na het kiezen van een pro‐
gramma de sensortoets EcoFeed‐back.
Gedurende een aantal seconden wordt
de verbruiksprognose met balken aan‐
gegeven:
Hoe meer balken er te zien zijn, hoe
meer energie er wordt gebruikt.
De verbruiksprognose verandert afhan‐
kelijk van het programma en de geko‐
zen opties.
2. Effectief verbruik
Druk op de sensortoets EcoFeed‐
back.
U kunt het effectieve verbruik aflezen.
Voorbeeld:
Zo lang het energieverbruik te laag is,
wordt < 0,1 kWh aangegeven.
Het verbruik verandert afhankelijk van
de voortgang van het programma en de
restvochtigheid.
Bij het openen van de deur of na het
automatisch uitschakelen aan het
einde van het programma worden de
gegevens weer teruggezet op de
prognose.
Instelling totaalverbruik
– Geeft informatie over het verbruik
van het laatste programma
en
– houdt het totale energieverbruik ge‐
durende de tijd bij.
Meer informatie vindt u in de rubriek
"Instellingen".
22
1. De juiste wasverzorging in acht nemen
In acht nemen tijdens het was‐
sen
– Was sterk vervuild wasgoed zeer
grondig: gebruik voldoende wasmid‐
del en kies een hoge temperatuur, in
geval van twijfel meerdere keren was‐
sen.
– Stop geen drijfnat wasgoed in de
trommel. Laat het wasgoed met
maximale centrifugeertoerental in de
wasautomaat centrifugeren. Hoe ho‐
ger het centrifugeertoerental is, hoe
meer energie en tijd u bij het drogen
kunt besparen.
– Nieuw gekleurd textiel moet u voor
de eerste droogbeurt afzonderlijk
grondig wassen; droog dit niet samen
met licht gekleurd wasgoed. Anders
loopt u het risico dat de kleur bij het
drogen afgeeft (ook op kunststof on‐
derdelen in de droogautomaat). Er
kunnen zich ook pluizen van een an‐
dere kleur afzetten op het textiel.
– Gesteven wasgoed kan in de droog‐
automaat worden gedroogd. Om het
gewone glanseffect te verkrijgen
dient u wel de dosis stijfsel te ver‐
dubbelen.
Wasgoed voorbereiden voor
de droogautomaat
Verwijder alle voorwerpen uit het
wasgoed (bijv. wasmiddeldoseerbe‐
kers, aanstekers enz.)!
Deze voorwerpen kunnen smelten of
exploderen: hierdoor kunnen de
droogautomaat en het wasgoed be‐
schadigd raken.
Lees het hoofdstuk "Opmer‐
kingen omtrent uw veiligheid".
Anders bestaat er brandgevaar bij in‐
correct gebruik en verkeerde bedie‐
ning!
– Sorteren het wasgoed naar vezel- en
weefselsoort, maat, onderhoudssym‐
bolen en gewenste droogtegraad.
– Controleer of het wasgoed onbe‐
schadigde zomen en naden heeft. Zo
kunt u voorkomen dat de voering los‐
komt. Brandgevaar bij het drogen!
– Maak het wasgoed luchtig.
– Knoop rok-, broeksriemen en schort‐
banden samen.
– Sluit . . .
. . . dekbedovertrekken en kussenslo‐
pen, zodat er geen kleinere stukken
wasgoed in terechtkomen.
. . . haken en ogen.
– Geloste bh-beugels kan u vastnaaien
of verwijderen.
– Open jassen en lange ritssluitingen,
zodat het wasgoed gelijkmatig wordt
gedroogd.
– Hoe meer kreukherstellend wasgoed
u in de trommel doet, hoe groter de
kans op kreuken. Dit geldt vooral
voor heel delicaat weefsel, bijv. over‐
hemden en bloezen. Reduceer in uit‐
zonderlijke gevallen de hoeveelheid
wasgoed.
23
1. De juiste wasverzorging in acht nemen
Onderhoudssymbolen op het etiket
Drogen
normale/hogere temperatuur
lagere temperatuur:
Extra zacht kiezen (voor delicaat
wasgoed)
niet geschikt voor de droogauto‐
maat
strijken en mangelen
zeer heet
warm
warm
niet strijken/effenen
Wasverzorging met de droog‐
automaat
Lees de rubriek "Programmaoverzicht".
Hier worden alle programma's en la‐
dingshoeveelheden aangegeven.
– Met dons gevuld textiel: naargelang
van de kwaliteit neigt het fijne weef‐
sel binnenin te krimpen. Dergelijk tex‐
tiel kan wel drogen in het speciale
programma Ontkreuken.
– Zuiver linnen weefsel mag u alleen
drogen zoals de fabrikant dit in het
onderhoudsetiket vermeldt. Anders
kan het weefsel "ruig" worden. Der‐
gelijk textiel kan wel worden ge‐
droogd in het speciale programma
Ontkreuken.
– Wol en gemengde weefsels die wol
bevatten, vertonen de neiging te vil‐
ten of te krimpen. Dergelijk textiel kan
wel worden gedroogd in het speciale
programma Finish Wol.
– Machinaal gebreide textielsoorten
(bijv. T-shirts, ondergoed) neigen bij
de eerste wasbeurt te krimpen. Daar‐
om: dit textiel niet te lang laten dro‐
gen. Daarmee vermijdt u dat het ver‐
der krimpt. Koop machinaal gebreid
textiel eventueel een of twee maten
groter.
– Neem de maximumlading wasgoed
voor elk programma in acht. Dan is
het stroomverbruik voor de hele la‐
ding het gunstigst.
– Bij halve belading kunt u de optie
Hoeveelheidherkenning kiezen.
– Kies een droogtegraad naar wens,
bijvoorbeeld . . .
. . . Kastdroog plus wanneer u het
wasgoed na het drogen wilt opvou‐
wen en opbergen.
. . . Mangelvochtig, wanneer u het
wasgoed na het drogen wilt bewer‐
ken, bijvoorbeeld mangelen.
24
– Bij bijzonder temperatuur- en kreuk‐
gevoelig wasgoed de ladingshoe‐
veelheid beperken en de optie Extrazacht kiezen.
2. Droogautomaat laden
Het is absoluut noodzakelijk
eerst de rubriek "1. De juiste was‐
verzorging in acht nemen" te le‐
zen.
Druk om in te schakelen op de
toets .
U kan het toestel ook na het laden in‐
schakelen. Dan wordt de trommel
evenwel niet verlicht (stroombespa‐
ring).
Deur openen
Zorg er bij het sluiten van de deur
voor dat er geen wasgoed in de
deuropening vastgeklemd raakt.
Hierdoor kan het wasgoed bescha‐
digd raken!
Indien u zonder geurflacon droogt:
het nokje op de schuiver moet ge‐
heel naar beneden zijn geschoven
(pijl).
Deur sluiten
Pak de deur bij de deurgreep en trek
de deur open.
Leg het wasgoed losjes in de trom‐
mel.
Overlaad de trommel nooit.
Anders wordt de was niet zo be‐
hoedzaam behandeld. Het droogre‐
sultaat komt dan eveneens in het ge‐
drang. Er kunnen ook meer kreuken
optreden.
Zwaai de toesteldeur zachtjes dicht.
25
3. Programma kiezen en starten
Overige programma's
Automatic extra
Fijne was
Zijde
Een programma kiezen
Draai de programmakiezer.
Afhankelijk van de programmakiezerpo‐
sitie verschijnen er verschillende pro‐
gramma's en instelmogelijkheden op
het display.
Bij kiezen van een programma ver‐
schijnt op het display gedurende een
paar seconden de maximumlading die
mag worden geplaatst (berekend op
basis van het gewicht van het droge
wasgoed).
U kunt met OK bevestigen of wachten
tot de vooringestelde droogtegraad of
programmaduur van zelf verschijnt.
In geval van twijfel enig wasgoed
verwijderen!
Weitere Programme
Er kunnen meer programma's op het
display worden gekozen.
Druk op de sensortoets of om
de door de keuzelijst lopen totdat het
gewenste programma is gemarkeerd.
Bevestig door aanraken van de sen‐
De programmaduur wordt automa‐
tisch door de droogautomaat aange‐
geven en kan niet worden veranderd.
– Koude lucht, Warme lucht, Droog‐
rekprogramma
U kunt een duur in stappen van 10 mi‐
nuten kiezen.
Koude lucht: 20 min - 1:00 uur
Warme lucht: 20 min - 02:00:00 uur
Droogrekprogramma: 40 min - 2:30 uur
Favorieten
U kunt tot 10 door u aangepaste en
onder een eigen naam opgeslagen
programma's in een lijst selecteren.
– Zie de rubriek "Favorieten".
Tip: U kunt later, na de start van het
programma, heel eenvoudig een lopend
programma bij de favorieten opslaan.
Zie de rubriek "Programmaverloop wij‐
zigen".
Combinaties van verschillende
soorten wasgoed
Als u een gemengde lading wilt dro‐
gen, dan kunt u in een lijst tot 19
soorten wasgoed kiezen. Op basis
hiervan berekent de droogautomaat
de juiste programma-instelling.
– Zie de rubriek "Combinaties van ver‐
schillende soorten wasgoed".
Druk op de toets Duur.
U kunt de uren verlengen / inkorten
door aanraken van of .
Bevestig door aanraken van de sen‐
sortoets OK.
Verander op dezelfde manier de mi‐
nuten.
28
3. Programma kiezen en starten
Opties of startuitstel kiezen
(indien gewenst)
Opties
Druk op een toets.
De toets gaat branden bij de keuze.
U kunt pas een optie kiezen wanneer
de weergave van de lading is gedoofd.
Niet alle opties zijn te combineren dan
wel in of uit te schakelen: zie de rubriek
"Opties".
Op het display gaan Drogen en de pro‐
grammaduur branden. Bij de droogte‐
graadprogramma's brandt later in
plaats van Drogen de telkens bereikte
droogtegraad.
De indicator Perfect Dry knippert/licht
alleen op bij de droogtegraadprogram‐
ma's (zie ook de rubriek "Bediening van
de droogautomaat").
Kort voor het einde van het programma
brandt Afkoelen op het display. Het
wasgoed wordt nu afgekoeld, maar het
programma is nog niet beëindigd!
Meer informatie vindt u in de rubriek
"Opties".
Startuitstel
Druk op de toets Startuitstel om het
startuitstel te kiezen.
Meer informatie vindt u in de rubriek
"Startuitstel".
Programma starten
Druk op de knipperende toets Start/
Stop.
De toets Start/Stop gaat aan.
29
4. Wasgoed uit het toestel halen
Einde van programma/kreuk‐
beveiliging
Einde van het programma: Kreukbeveili‐
ging (indien gekozen) of Einde branden.
De toets Start/Stop brandt niet meer.
10 minuten na einde van het program‐
ma begint de knop Start/Stop langzaam
te knipperen en wordt het display don‐
ker: stroombesparing.
Deze droogautomaat wordt 15 minuten
na afloop van het kreukbeveiligingsrit‐
me automatisch uitgeschakeld (bij pro‐
gramma's zonder kreukbeveiliging 15
minuten na het einde van het program‐
ma).
Het wasgoed uit de trommel
nemen
Open de deur nooit voor beëin‐
diging van het drogen.
Pak de deur bij de deurgreep en trek
de deur open.
Vergeet geen stukken wasgoed in de
trommel!
Achtergebleven wasgoed kan scha‐
de oplopen doordat dit overmatig
droogt.
De trommelverlichting brandt wanneer
de deur geopend en de droogautomaat
ingeschakeld is. Ze dooft na een aantal
minuten (stroombesparing).
Druk om uit te schakelen op de toets
, als de droogautomaat nog is in‐
geschakeld.
Er klinkt een signaal.
Verwijder de pluizen uit de 2 pluizen‐
filters in de deuropening: rubriek
"Reiniging en onderhoud", alinea
"Pluizenfilters".
Zwaai de toesteldeur zachtjes dicht.
Maak het condenswaterreservoir
leeg.
Tip: Het condenswater kunt u voor het
programma Gladmaken met stoom ge‐
bruiken. Zie rubriek "Reiniging en on‐
derhoud", alinea "Condenswaterreser‐
voir voor gladmaken met stoom voor‐
bereiden".
Bij het drogen van een volle lading in de
programma's Katoen en Katoen
raden wij u aan het condenswater ex‐
tern via de afvoerslang af te voeren.
Dan hoeft u het condenswaterreservoir
niet tussentijds leeg te maken.
Neem het wasgoed uit de trommel.
30
Door op de betreffende toets te druk‐
ken, wordt een optie in- of uitgescha‐
keld. Niet alle opties zijn te combineren
dan wel in of uit te schakelen.
De toets gaat branden bij de keuze.
Opties
Hoeveelheidherkenning
Wanneer er bij het drogen alleen sprake
is van de helft van de aangegeven en in
de rubriek "Programmaoverzicht" ver‐
melde maximale lading. In dit geval
kunt door op deze toets te drukken het
droogproces verkorten of aanvullend
optimaliseren.
Kreukbeveiliging
De trommel draait na afloop van het
programma, afhankelijk van het geko‐
zen programma, 2 uur in een speciaal
ritme. Dit "antikreukritme" helpt kreuken
te verminderen als u het wasgoed na
afloop van het programma niet meteen
uit het toestel neemt.
Extra zacht
Delicaat wasgoed (met het onder‐
houdssymbool bijv. van acryl) wordt
aan een lagere temperatuur en langer
gedroogd.
Opfrissen
Gebruik Opfrissen om ongewenste
geurtjes in propere kleding (droog of
nat) te verwijderen of te verminderen.
De drooglucht wordt binnen een be‐
perkte tijd op temperatuur gebracht.
Zonder verdere warmtetoevoer wordt
daarna het wasgoed met de droogte‐
graad Kastdroog gelucht; dit kan niet
worden veranderd.
Om het opfrissende effect te verster‐
ken, kunt u het wasgoed bevochtigen,
de geurflacon gebruiken en de lading
wasgoed verminderen. Bij synthetische
stoffen worden de onaangename geur‐
tjes in geringere mate gereduceerd.
Zoemer
Deze droogautomaat vertelt u met een
zoemsignaal dat het programma afgelo‐
pen is (vier tonen, maximaal 1 uur met
tussenpozen). De constante waarschu‐
wingstoon bij foutmeldingen is onaf‐
hankelijk van deze instelling.
31
Opties
Voor de programma's kunt u de volgende opties kiezen
Tip– Extra droog voor verschillende, meerlagige en zeer dikke textiel‐
soorten.
– Machinaal gebreid textiel (bijv. T-shirts, ondergoed en babywas‐
goed) mag u niet Extra droog drogen - er is krimprisico.
Strijkvochtig, Strijkvochtig, Mangelvochtig
WasgoedKatoen of linnen dat achteraf wordt gestreken. tafellakens, bedden‐
goed, gesteven wasgoed.
TipHet te strijken wasgoed in afwachting oprollen om het vochtig te
houden.
* Gewicht van droog wasgoed
**Opmerking voor testinstituten:
– Testprogramma conform richtlijn 392/2012/EU voor het energielabel gemeten
conform EN 61121 (zonder opties)
– Bij de programma-instelling Katoen en Katoen het condenswater via de
– Kreukherstellend textiel van katoen, gemengd of synthetisch
weefsel: katoenen broeken, anoraks, hemden
Tip– Geschikt voor droog en vochtig wasgoed/textiel.
– Strijkvochtig kiezen wanneer wasgoed moet worden gestreken.
– Programma om kreuken uit voorafgegane centrifugeerbeurt (in de
wasautomaat) te beperken.
– Haal het textiel na afloop van het programma meteen uit de trom‐
mel.
* Gewicht van droog wasgoed
39
Programmaoverzicht
Gladmaken met stoommaximaal 1,0 kg*
Kastdroog, Strijkvochtig
Wasgoed– Katoenen of linnen weefsel
– Kreukherstellend textiel van katoen, gemengd of synthetisch
weefsel. Bijvoorbeeld: katoenen broeken, anoraks, hemden
Tip– Voor alle artikelen die
– voor het strijken vochtig moeten worden gemaakt.
– gekreukeld zijn en glad moeten worden gemaakt.
– Strijkvochtig kiezen wanneer wasgoed moet worden gestreken.
– Bij gebruik van dit programma wordt er water uit het condenswa‐
terreservoir gehaald. Dit wordt via een sproeier in de vulopening in
de trommel gesproeid. Daarom moet het condenswaterreservoir
minimaal tot de markering –min– met water zijn gevuld.
– Houd rekening met een hoger bedrijfsgeluid, omdat er een con‐
WasgoedVrijetijdskleding van materiaal dat mechanisch drogen kan verdra‐
gen.
Impregnerenmaximaal 2,5 kg*
Kastdroog
WasgoedOm textiel te drogen dat geschikt is voor de droogautomaat, bijv.
microvezels, ski- en outdoor-kleding, fijn en dichtgeweven katoen
(popeline), tafellakens
Tip– Dit programma omvat een bijkomende fixeringsfase voor de im‐
pregnering.
– Geïmpregneerd textiel mag uitsluitend behandeld zijn met impreg‐
neermiddelen met de aanduiding "geschikt voor membraanweef‐
sels". Deze middelen zijn gebaseerd op chemische verbindingen
met fluor.
– Droog geen textiel dat werd geïmpregneerd met middelen die pa‐
raffine bevatten! Brandgevaar!
Warme luchtmaximaal 8,0 kg*
Wasgoed– nadrogen van textiel met meer dan een laag, dat wegens de sa‐
menstelling verschillende droogeigenschappen vertoont: jassen,
hoofdkussens, slaapzakken en ander volumineus textiel
– om aparte stukken wasgoed te drogen: badhanddoeken, bad‐
goed, vaatdoeken
TipKies niet meteen de langste tijd. probeer eerst welke tijd het best
geschikt is.
Koude luchtmaximaal 8,0 kg*
WasgoedAlle textiel dat gelucht moet worden
* Gewicht van droog wasgoed
42
Programmaoverzicht
Droogrekprogrammamaximale mandlading 3,5 kg
Tip– Dit programma mag alleen in combinatie met de Miele droogmand
(mits toeslag verkrijgbaar) worden gekozen.
– Gebruik dit programma voor het drogen of verluchten van produc‐
ten geschikt voor de droogautomaat, die niet mechanisch belast
zullen worden.
– De gebruiksaanwijzing voor de droogmand moet worden nage‐
leefd!
Wasgoed/
producten
Katoen Hygiënemaximaal 4,0 kg*
Kastdroog
WasgoedTextiel van katoen of linnen dat rechtstreeks met de huid in aanra‐
TipEr wordt met een gedurende langere tijd gelijkblijvende temperatuur
* Gewicht van droog wasgoed
Zie gebruiksaanwijzing voor de droogmand
king komt, zoals ondergoed, babywasgoed, beddengoed en bad‐
handdoeken
gedroogd (langere temperatuurbehoudtijd). Daardoor worden microorganismen zoals kiemen of huisstofmijten gedood en wordt het
aantal allergenen in het wasgoed verminderd. Daarom mag het pro‐
gramma niet worden onderbroken. Anders worden de micro-orga‐
nismen niet gedood.
43
Programmaverloop wijzigen
Een ander programma kiezen is niet
meer mogelijk (bescherming tegen on‐
gewenste veranderingen).
Wanneer de programmakiezer wordt
verdraaid, verschijnt Een ander pro‐gramma kiezen is niet meer mogelijk op
het display, net zo lang totdat het oor‐
spronkelijke programma wordt inge‐
steld.
Om een nieuw programma te kiezen,
dient u het programma af te breken.
Lopend programma...
... afbreken, nieuw programma selec‐
teren
Druk op de toets Start/Stop.
Bevestig Programma afbreken met de
sensortoets OK.
– Afkoelen verschijnt op het display,
voor zover er een bepaalde droogtijd
en -temperatuur is bereikt.
– Wacht totdat Einde brandt of druk
opnieuw op de toets Start/Stop, tot
Einde brandt.
U kunt dit programma bij de Favorieten
opslaan. Zie rubriek "Favorieten", alinea
"2. Naam invoeren".
Wasgoed toevoegen of uitne‐
men
Druk op de toets Start/Stop.
Selecteer Programma afbreken.
Bevestig door aanraken van de sen‐
sortoets OK.
– Afkoelen verschijnt op het display,
voor zover er een bepaalde droogtijd
en -temperatuur is bereikt.
– Wacht totdat Einde brandt of druk
opnieuw op de toets Start/Stop, tot
Einde brandt.
Gevaar voor brandwonden!
Raak de achterwand van de trom‐
mel niet aan terwijl u wasgoed toe‐
voegt of uitneemt! De temperatuur
in de trommel is hoog.
Nu kunt u wasgoed toevoegen of
voortijdig uit de trommel nemen.
Druk om uit te schakelen op de toets
.
Druk om in te schakelen op de toets
.
Kies en start direct een nieuw pro‐
gramma.
... bij de favorieten opslaan
Druk op de toets Start/Stop.
Selecteer en bevestig Programma
opslaan.
44
Sluit de deur.
Programma voortzetten:
(eventueel eerst droogtegraad verande‐
ren)
Druk op de toets Start/Stop.
Duur van het programma
Wijzigingen in het programmaverloop
kunnen ertoe leiden dat de tijd op de
display verspringt.
Condenswaterreservoir leeg‐
maken
Het condenswater dat tijdens het dro‐
gen ontstaat wordt in het condenswa‐
terreservoir opgevangen.
Maak het condenswaterreservoir
leeg na elke droogbeurt!
Wanneer de maximale vulhoeveelheid
van het condenswaterreservoir is be‐
reikt, dan brandt Reservoir ledigen.
Reservoir ledigen wissen: bij ingescha‐
kelde droogautomaat deur openen en
sluiten.
Om te voorkomen dat bij het ver‐
wijderen van het condenswaterreser‐
voir de deur en het handvat bescha‐
digd raken:
Sluit de deur altijd volledig.
Reiniging en onderhoud
Maak het condenswaterreservoir
leeg.
Schuif het condenswaterreservoir te‐
rug in de droogautomaat.
Condenswater mag niet gedron‐
ken worden. Dat kan schade toe‐
brengen aan de gezondheid van
mens en dier.
Trek het condenswaterreservoir uit de
droogautomaat.
Draag het condenswaterreservoir ho‐
rizontaal, opdat er geen water zou
uitlopen. Neem het zowel aan het
handvat als aan het uiteinde vast.
U kunt het condenswater voor het pro‐
gramma Gladmaken met stoom ge‐
bruiken. Hiertoe moet het condenswa‐
terreservoir zijn gevuld, zie hieronder.
45
Reiniging en onderhoud
Condenswaterreservoir voor
gladmaken met stoom voorbe‐
reiden
Bij het programma Gladstomen
wordt het verzamelde condenswater
uit het condenswaterreservoir in de
trommel geleid. Daarom moet het
condenswaterreservoir minimaal tot
de markering –min– met water zijn
gevuld.
uitgietstuk, 2 rubberen dichting
1
Laat het water door de ring van het
uitgietstuk 1 naar binnen lopen.
Alleen schoon water gebruiken!
Er mogen geen geurstoffen, wasmid‐
delen en andere stoffen worden bij‐
gemengd.
Controleer de rubberen dichting van
tijd tot tijd
De markering –min– vindt u aan de
voorkant aan de linkerzijde.
Gebruik het condenswater dat bij het
drogen is ontstaan.
Wanneer het condenswaterreservoir
leeg is
U kunt in de handel verkrijgbaar con‐
denswater (voor strijken) in het con‐
denswaterreservoir doen.
Gebruik alleen bij uitzondering leiding‐
water: bij regelmatig gebruik kan de
sproeier voor het gladmaken met stoom
(in de vulopening) verkalkt raken.
46
Als er vaker leidingwater wordt ge‐
bruikt, kunnen er zich witte kalkvlekken
op de rubberen dichting 2 hebben afge‐
zet.
Wrijf de kalkresten met een vochtige
doek voorzichtig van de rubberen
dichting 2 af.
Schuif het condenswaterreservoir
hierna helemaal naar binnen.
Pluizenfilters
Deze droogautomaat beschikt over 2
pluizenfilters in de deuropening: de
bovenste en de onderste pluizenfilter
vangen tijdens het drogen de pluizen
op.
Zichtbare pluizen verwijderen
Verwijder de pluizen na elk droog‐
programma.
Tip: U kunt pluizen met een stofzuiger
opzuigen, zodat u ze niet hoeft aan te
raken.
Open de deur.
De geurflacon (indien gebruikt)
moet als eerste worden verwijderd.
Zie de rubriek "Geurflacon".
Reiniging en onderhoud
Verwijder de pluizen (zie pijl) . . .
Trek het bovenste pluizenfilter naar
voren eruit.
. . . van de zeefvlakken van alle plui‐
zenfilters.
. . . van de geperforeerde rand.
Schuif de bovenste pluizenfilter naar
binnen totdat deze merkbaar vast
klikt.
Sluit de deur.
Bij een zeer sterke verstopping: zie
hieronder.
47
Reiniging en onderhoud
Pluizenfilters en luchtafvoergedeelte
grondig reinigen
Maak deze grondig schoon wanneer
de droogtijd langer is geworden of
de zeefvlakken van de pluizenfilters
zichtbaar plakkerig of verstopt zijn.
Bij gebruik van een geurflacon:
verwijder deze!
Trek het bovenste pluizenfilter naar
voren eruit.
Trek de pluizenfilter (aan de knop)
naar voren eruit.
Verwijder de zichtbare pluizen met de
stofzuiger en met een langer mond‐
stuk uit het bovenste luchtafvoerge‐
deelte (openingen).
Vochtige reiniging van de pluizenfil‐
ters
Spoel de zeefvlakken schoon onder
stromend warm water.
Draai de gele knop op de onderste
pluizenfilter in de richting van de pijl
(totdat deze duidelijk ontgrendelt).
48
Schud de pluizenfilters goed uit en
droog ze voorzichtig af.
Door natte pluizenfilters kunnen
er storingen in de werking van uw
toestel optreden!
Schuif de onderste pluizenfilter hele‐
maal naar binnen en vergrendel de
gele knop.
Schuif de onderste pluizenfilter hele‐
maal naar binnen.
Sluit de deur.
Reiniging en onderhoud
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
aa
aaa
a
a
a
a
a
Filter in de sokkel
Reinig de filter in de sokkel alleen
wanneer Filters reinigen verschijnt.
Filters reinigen wissen: De droogauto‐
maat uit- en inschakelen / OK bevesti‐
gen.
Verwijderen
Druk om te openen op het ronde, die‐
per liggende gedeelte op de klep van
de warmtewisselaar.
In de droogautomaat komt de gelei‐
dingspen aan de rechterkant naar bui‐
ten. Deze zorgt ervoor dat de klep van
de warmtewisselaar alleen kan worden
gesloten wanneer de filter in de sokkel
correct is geplaatst.
Reinigen
Trek de greep uit de voetfilter.
Was de filter in de sokkel grondig
schoon onder stromend water.
Druk de filter in de sokkel krachtig
droog.
De klep springt open.
Trek de filter in de sokkel aan de
greep naar buiten.
De filter in de sokkel mag bij het
terugmonteren niet druppelnat zijn.
Er kan een storing optreden!
Verwijder met een vochtige doek de
pluizen van de greep.
49
Reiniging en onderhoud
Klep voor de filter in de sokkel
Verwijder met een vochtige doek
aanwezige pluizen.
Beschadig hierbij het dichtingrubber
niet!
Controleer of er pluizen op de koel‐
ribben zijn (hieronder).
De warmtewisselaar controleren
Gevaar voor verwondingen. Raak
de koelribben niet met de handen
aan. U kunt zich snijden.
Controleer of er zich pluizen hebben
verzameld.
Bij zichtbare vervuiling:
schoonmaken met de stofzuiger
en smalle zuigkop. Wees voorzichtig
met de smalle zuigkop van de stof‐
zuiger en voer geen druk op de koel‐
ribben van de warmtewisselaar uit.
Zorg ervoor dat u de koelribben niet
verbuigt of beschadigt!
50
Verwijder de zichtbare vervuiling
voorzichtig met de stofzuiger.
Reiniging en onderhoud
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
aa
aaa
a
a
a
a
a
Terugmonteren
Plaats de filter in de sokkel in de
juiste positie op de greep.
Voor een precieze plaatsing van de filter
in de sokkel voor de warmtewisselaa‐
reenheid:
Met het inschuiven van de filter in de
sokkel wordt ook de geleidingspen aan
de rechterkant ingeschoven.
Sluit de klep van de warmtewisselaar.
De droogautomaat mag alleen
worden gebruikt wanneer de filter in
de sokkel is geplaatst en de klep van
de warmtewisselaar wordt gesloten.
Alleen bij gesloten klep is de dicht‐
heid van het condenssysteem en de
correcte werking van de droogauto‐
maat gegarandeerd!
steek de greep met de filter in de
sokkel in de juiste positie aan de
voorkant op de beide geleidingspen‐
nen.
– Het opschrift Miele mag niet onder‐
steboven staan!
Schuif de filter in de sokkel geheel
naar binnen.
51
Reiniging en onderhoud
Droogautomaat
Maak het toestel eerst stroom‐
loos.
Gebruik geen schuur- of oplos‐
middelen. Reinigingsmiddelen voor
glas of voor universeel gebruik zijn
ook af te raden!
Ze kunnen schade toebrengen aan
kunststof oppervlakken of andere
onderdelen.
Reinig de droogautomaat alleen licht
vochtig met een mild reinigingsmid‐
del of sopje en een zachte doek.
Reinig de dichting aan de binnenzijde
van de deur rondom met een vochti‐
ge doek.
Wrijf alles met een zachte doek
droog.
Reinig de trommel en andere roest‐
vrijstalen onderdelen met een ge‐
schikt reinigingsmiddel voor roestvrij
staal; dit is echter niet per se nodig.
52
Geurflacon
Gebruik de geurflacon (mits toeslag
verkrijgbaar toebehoren) wanneer u
een speciale geur aan uw wasgoed
wilt geven.
Lees eerst de rubriek "Opmer‐
kingen omtrent uw veiligheid", ali‐
nea "Gebruik van de geurflacon
(mits toeslag verkrijgbaar toebeho‐
ren)".
Geurflacon plaatsen
Houd de geurflacon precies zoals
op de afbeelding vast. Niet schuin
houden of kantelen, anders loopt de
geurstof uit.
Als u geen geurflacon gebruikt: de
schuiver moet altijd gesloten blijven
(met het nokje helemaal naar bene‐
den schuiven)!
Open de schuiver met het nokje tot‐
dat het nokje rechtsboven is.
Houd de geurflacon goed vast – zo‐
dat de geurflacon niet per ongeluk
wordt geopend!
Verwijder het beschermingszegel.
Open de deur van de droogautomaat.
Plaats de geurflacon in de bovenste
pluizenfilter. Hiertoe vindt u een ope‐
ning rechts naast de deurgreep.
Steek de geurflacon tot de aanslag in
de opening.
53
Geurflacon
De markeringen a en b moeten te‐
genover elkaar liggen.
Draai de buitenste ring r een beetje
naar rechts.
– U merkt een lichte vergrendelings‐
weerstand en u hoort een zacht
"klik"-geluid.
De markering b moet zich in de po‐
sitie _ bevinden: dat is de positie
waar de vergrendelingsweerstand
merkbaar is.
Voor het drogen
De geurintensiteit kan worden gekozen.
54
Draai de buitenste ring naar rechts:
hoe verder de geurflacon wordt geo‐
pend, hoe sterker de geurintensiteit.
Geurflacon
De geur wordt alleen goed overge‐
bracht bij vochtig wasgoed en langere
droogtijden met voldoende warmte‐
overdracht. De geur is ook waarneem‐
baar in de omgeving van het toestel. Er
wordt geen geur overgebracht in het
programma Koude lucht.
Na het drogen
Om te voorkomen dat er onnodig geur‐
stof vrijkomt:
Geurflacon vervangen
Wanneer de geurintensiteit niet meer
voldoende is:
draai de buitenste ring naar links tot‐
dat de markeringen a en b tegen
over elkaar liggen.
draai de buitenste ring naar links tot‐
dat de markering b zich in positie _
bevindt.
– Er is een een lichte vergrendelings‐
weerstand waarneembaar.
Als u zonder geur wilt drogen: verwij‐
der de geurflacon en bewaar deze in
de verkoopverpakking, zie hieronder.
Vervang de geurflacon.
U kunt de geurflacon bij de Miele-han‐
delaar, de Technische Dienst van Mie‐
le of via internet bestellen.
55
Geurflacon
– bij een nieuw product: verwijder het
beschermingszegel pas wanneer u
de geurflacon gaat gebruiken
Pluizenfilters reinigen
Als de pluizenfilters en de filter in de
sokkel niet worden gereinigd, dan
neemt de geurintensiviteit af!
De geurflacon moet worden ver‐
wijderd wanneer de pluizenfilter
wordt gereinigd.
Leg de geurflacon nooit neer –
als u dit doet, loopt de geurstof uit!
Bewaar de geurflacon alleen in de
verkoopverpakking
– Wanneer de geurflacon bijvoorbeeld
tijdens het reinigen van de pluizenfil‐
ter moet worden opgeborgen: be‐
waar de verkoopverpakking niet op
de korte kant of ondersteboven (an‐
ders kan er geurstof uitlopen).
Om te voorkomen dat er geurstof
uitloopt:
de geurflacon alleen in de verkoop‐
verpakking zoals afgebeeld op‐
bergen!
Reinig de pluizenfilters en de voetfil‐
ter: Zie rubriek "Reiniging en onder‐
houd".
– koel en droog bewaren
– niet blootstellen aan zonlicht
56
Wat gedaan als ... ?
Hulp bij storingen
De meeste storingen kunt u zelf verhelpen. In heel wat gevallen bespaart u tijd en
kosten omdat u dan geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst van Mie‐
le. Het nu volgende overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te
vinden en weg te nemen. Hou wel het volgende in acht:
Reparaties aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een er‐
kend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kun‐
nen er niet te onderschatten risico's voor de gebruiker ontstaan.
Instructies op het display
ProbleemOorzaak en oplossing
Na het inschakelen
knippert / verschijnt Co-
de 000
Corrigeer de belading.
De trommel is leeg of het
wasgoed is te droog.
brandt nadat een pro‐
gramma is afgebroken
Technische storing F
Start het apparaat weer niet,
neem dan contact op met
Miele.
brandt nadat een pro‐
gramma is afgebroken
Informatie
Verwijder de pluizen.
brandt aan het einde
van het programma
De pincode is actief.
Zie rubriek "Menu Instellingen", alinea "Pincode".
Dit is geen storing.
Bij enkele programma's wordt het programma afge‐
broken als de trommel te weinig of niet geladen is. Dit
kan evenzo bij reeds gedroogde stukken wasgoed
gebeuren.
Open en sluit de deur om verder te gaan met dro‐
gen.
Droog enkele stukken wasgoed met het program‐
ma Warme lucht.
De oorzaak is niet meteen te constateren.
Schakel de droogautomaat uit en in.
Start een programma.
Wordt het programma weer afgebroken en verschijnt
er opnieuw een foutmelding, dan gaat het om een de‐
fect. Neem contact op met de klantendienst van Mie‐
le.
Er is vervuiling door pluizen.
Reinig de pluizenfilter.
Reinig de filter in de sokkel.
Zie rubriek "Reiniging en onderhoud".
Instructie uitschakelen:
OK bevestigen
57
Wat gedaan als ... ?
ProbleemOorzaak en oplossing
Verwijder de pluizen.
Reinig het pluizenfilter. Controleer de luchtgeleiding.
brandt nadat een pro‐
gramma is afgebroken
Er is een sterkere vervuiling door pluizen.
Reinig de pluizenfilter.
Reinig de filter in de sokkel.
Reinig de luchtkanalen:
luchtafvoergedeelte onder de filter in de sokkel
de warmtewisselaar.
Instructies uitschakelen:
De droogautomaat uit-/inschakelen
Giet het reservoir leeg.
Giet het reservoir leeg of
controleer de waterafvoer.
brandt nadat een pro‐
Het condenswaterreservoir is vol. Ofwel is er een knik
in de afvoerslang.
Giet het condenswater uit.
Controleer de afvoerslang.
gramma is afgebroken
Instructie uitschakelen:
bij ingeschakelde droogautomaat deur openen en
sluiten of droogautomaat uit-/inschakelen
Informatie
Vul het condenswaterreservoir.
Dit is een herinnering voor u: bij gebruik van het pro‐
gramma Gladmaken met stoom wordt er water uit het
condenswaterreservoir gehaald.
Daarom moet het condenswaterreservoir minimaal tot
de markering –min– met water zijn gevuld.
Bevestig OK.
Informatie
Open en sluit de deur.
ComfortkoelenHet programma is beëindigd, maar het wasgoed
Na kiezen van het programma Gladmaken met stoom
wordt u erop gewezen wasgoed te plaatsen.
Leg het wasgoed in de trommel.
wordt nog afgekoeld.
U kunt het wasgoed verwijderen en uitspreiden of
het verder laten afkoelen.
58
Een niet-bevredigend droogresultaat
ProbleemOorzaak en oplossing
De was is onvoldoende
gedroogd
Wasgoed of met veer
gevulde hoofdkussens
krijgen door het drogen
een onaangename geur
Wasgoed van synthe‐
tische vezels is na het
drogen statisch geladen
Er hebben zich pluizen
gevormd
De belading bestond uit verschillende weefsels.
Droog met Warme lucht na.
Kies daarna een geschikt programma.
Tip: U kunt de restvochtigheid van enkele program‐
ma's afzonderlijk aanpassen. Zie de rubriek "Menu
Instellingen".
Wasgoed is met te weinig wasmiddel gewassen.
Veren hebben de eigenschap bij warmte geur te vor‐
men.
Wasgoed: gebruik voldoende wasmiddel bij het
wassen.
Hoofdkussens: buiten de droogautomaat laten
luchten
Gebruik bij het drogen de geurflacon (mits toeslag
verkrijgbaar) als u een bijzondere geur wenst.
Synthetisch wasgoed vertoont de neiging tot sta‐
tische ladingen.
Als u wasverzachter gebruikt bij het wassen, kan
de statische lading bij het drogen afnemen.
Er komen pluizen vrij, die zich vooral door slijtage bij
het dragen of gedeeltelijk bij het wassen op het textiel
hebben gevormd. De belasting in de droogautomaat
is gering.
Pluizen worden door de pluizenfilters en de filter in de
sokkel opgevangen en kunnen eenvoudig worden
verwijderd.
Zie rubriek "Reiniging en onderhoud".
Wat gedaan als ... ?
59
Wat gedaan als ... ?
Andere problemen
ProbleemOorzaak en oplossing
Het droogproces duurt
heel lang of wordt afge‐
broken*
Eventueel is de temperatuur in het vertrek te hoog op‐
gelopen.
Ventileer zodat de temperatuur in het vertrek niet
te hoog wordt.
Resten van wasmiddelen, haartjes en fijne pluizen
kunnen verstoppingen veroorzaken.
De koelribben kunnen verstopt zijn.
Reinig de pluizenfilters en de voetfilter.
Verwijder zichtbare pluizen:
. . . links onder, achter de klep in de warmtewisse‐
laarruimte (zie rubriek "Reiniging en onderhoud");
. . . vanaf de koelribben achter het rooster rechts‐
onder (zie het einde van deze rubriek).
Het rooster rechtsonder is afgesloten.
Verwijder de wasmand of andere voorwerpen.
De pluizenfilters en de filter in de sokkel zijn nat te‐
ruggeplaatst.
De pluizenfilters en de filter in de sokkel moeten
droog zijn.
Het wasgoed werd niet genoeg uitgecentrifugeerd.
Laat voortaan uw wasgoed in uw wasautomaat te‐
gen een hoger toerental centrifugeren.
De trommel is te vol.
Neem de maximumlading wasgoed voor het
droogprogramma in acht.
Door metalen ritssluitingen werd de vochtigheids‐
graad van de was niet juist berekend.
Doe de ritsen voortaan open.
Als het probleem achteraf nog opduikt, laat was‐
goed met lange ritssluitingen voortaan enkel dro‐
gen in het programma Warme lucht.
* Voor het starten van een programma:
Schakel de droogautomaat uit en in.
60
ProbleemOorzaak en oplossing
Er is bedrijfsgeluid
(zoemen/brommen) te
horen
Er kan geen programma
gestart worden
Het display is donker en
de toets Start/Stop
knippert langzaam
De droogautomaat is na
einde van het program‐
ma uitgeschakeld.
De trommelverlichting
brandt niet
Geen storing!
De compressor (warmtepomp) is in gebruik of u hebt
het programma Gladmaken met stoom gekozen.
U hoeft niets te doen. Dit zijn normale geluiden die
door de werking van de compressor of de con‐
denswaterpomp ontstaan.
De oorzaak is niet meteen te constateren.
Steek de stekker in het stopcontact
Schakel de droogautomaat in
Sluit de deur van de droogautomaat
Controleer de zekering van uw elektrische installa‐
tie
Stroomonderbreking? Na een stroomonderbreking
start het eerder uitgevoerde programma automa‐
tisch.
Deze droogautomaat staat in stand-by. Dit is geen
fout, maar een correcte functie.
Wanneer de droogautomaat zich in de kreukbeveili‐
ging bevindt, draait de trommel af en toe.
De trommelverlichting wordt automatisch uitgescha‐
keld ...
... bij gesloten deur.
... bij geopende deur na een enige minuten (stroom‐
besparing).
De trommelverlichting wordt ingeschakeld bij openen
van de deur wanneer de droogautomaat is ingescha‐
keld.
Wat gedaan als ... ?
61
Wat gedaan als ... ?
ProbleemOorzaak en oplossing
Onvoldoende spoel‐
straal voor het bevoch‐
tigen
De filter in het condenswaterreservoir is verstopt.
Reinig de filter in het condenswaterreservoir (mits
toeslag verkrijgbaar): zie achteraan deze rubriek.
Er zijn sterke kalkafzettingen op de sproeier in de vul‐
opening.
Vervang de sproeier (mits toeslag verkrijgbaar): zie
achteraan deze rubriek.
Gebruik alleen het condenswater en geen leiding‐
water.
62
Wat gedaan als ... ?
Rooster rechtsonder
De koelribben achter het rooster
rechtsonder hoeven normaal gespro‐
ken nooit te worden gereinigd. Rei‐
nig ze alleen wanneer de droogtijd
veel langer wordt door een hoge
stof- of pluisvorming op de plek
waar het apparaat is opgesteld!
Open eerst linksonder de klep voor
de voetfilter.
Steek een lepelsteel onder het roos‐
ter.
Til het rooster aan de bovenkant op
(1.).
Til het rooster aan de onderkant op
(2.).
Klap het rooster naar rechts omhoog
(3.) ...
Gevaar voor verwondingen. Raak
de koelribben niet met de handen
aan. U kunt zich snijden.
Schoonmaken met de stofzuiger
en smalle zuigkop. Wees voorzichtig
met de smalle zuigkop en voer geen
druk op de koelribben uit.
Verbuig of beschadig de koelribben
niet!
Verwijder de zichtbare vervuiling
voorzichtig met de stofzuiger.
Steek het rooster met de 3 haakjes in
de gaten in de voorwand (rechtson‐
der).
Druk het rooster aan de linkerkant
boven en onder stevig vast.
... en trek het met de 3 haakjes naar
voren uit de voorwand van de droog‐
automaat.
63
Wat gedaan als ... ?
a
Pluizenzeef in het condenswa‐
terreservoir
In bepaalde gevallen kunnen er pro‐
blemen bij de uitvoering van het pro‐
gramma Gladmaken met stoom ont‐
staan. Eventueel is de pluizenzeef,
die via een slang met de rubberen
dichting aan het condenswaterreser‐
voir is verbonden, verstopt.
Trek het condenswaterreservoir uit de
droogautomaat.
Trek niet hard aan de slang; zorg dat
ze niet loskomt!
Steek het einde van de slang door de
opening en houd deze vast.
Trek met de andere hand de pluizen‐
zeef van de slang.
Spoel de pluizenzeef schoon met een
waterstraal totdat de pluizen zijn ver‐
wijderd.
Plaats de gereinigde pluizenzeef weer
op de slang.
Laat de slang met de pluizenzeef los‐
jes terug in het condenswaterreser‐
voir glijden.
Plaats het uitgietstuk in de juiste rich‐
ting in de opening in het condenswa‐
terreservoir. Let hierbij op de afbeel‐
ding.
Trek het uitgietstuk uit de droogauto‐
maat. Steek hiertoe u vinger onder
het lipje aan de zijkant.
64
Wat gedaan als ... ?
Sproeier voor het gladmaken
met stoom
Als er zich kalkafzettingen op de
sproeier hebben gevormd, dan is dit
van invloed op de sproeistraal.
In dit geval moet de sproeier wor‐
den uitgebouwd en worden vervan‐
gen door een nieuwe (mits toeslag
verkrijgbaar).
U kunt de sproeier alleen met speciaal
gereedschap vervangen. Dit gereed‐
schap wordt bij de nieuwe sproeier
meegeleverd.
Gebruik geen ander gereed‐
schap. Anders wordt de sproeier of
de droogautomaat beschadigd.
Gladmaken met stoom mag
nooit zonder, alleen met ingebouwde
sproeier!
Open de deur van de droogautomaat.
Linksboven in de vulopening ziet u de
sproeier.
Steek het gereedschap op de sproei‐
er.
Draai het gereedschap linksom om
de sproeier los te draaien.
Steek de nieuwe sproeier in het ge‐
reedschap.
Draai het gereedschap rechtsom om
de sproeier vast te draaien.
65
Service-afdeling
Reparaties
Neem bij storingen die u zelf niet kunt
oplossen contact op met uw Miele-han‐
delaar of de Technische Dienst van Mi‐
ele.
Het telefoonnummer van de Tech‐
nische Dienst van Miele vindt u aan
het einde van deze gebruiksaanwij‐
zing.
Wanneer u op onze technische dienst
een beroep doet, geef dan altijd het
machinetype en -nummer op. Deze ge‐
gevens ziet u bij geopende deur op het
typeplaatje:
Deze en vele andere interessante pro‐
ducten kunt u ook via het internet be‐
stellen.
Droogmand
Met de droogmand kunt u producten
drogen of luchten die niet mechanisch
belast mogen worden.
Geurflacon
Gebruik bij het drogen de geurflacon
als u een bijzondere geur wenst.
Duur en voorwaarden van de
waarborg
De waarborgtijd (garantie) van uw
droogautomaat bedraagt 2 jaar.
Meer gegevens omtrent de voorwaar‐
den van de waarborg vindt u in het bij‐
gevoegde garantieboekje.
Mits toeslag verkrijgbaar toe‐
behoren
Voor deze droogautomaat kan u zich
nog toebehoren aanschaffen bij uw
Miele-handelaar of in de Technische
Dienst van Miele.
66
Vooraanzicht
Opstellen en aansluiten
Aansluitsnoer
a
Bedieningspaneel
b
Condenswaterreservoir
c
– na het drogen leegmaken
Deur
d
– niet openen tijdens het drogen
Klep voor de warmtewisselaar
e
– niet openen tijdens het drogen
Vier in de hoogte verstelbare voetjes
f
Opening voor koellucht
g
– niet met een wasmand of voor‐
werpen blokkeren
Afvoerslang voor condenswater
h
67
Opstellen en aansluiten
Achteraanzicht
Dekseloverstek met grepen voor het
a
transport (pijlen)
Toebehoren voor externe condens‐
b
wateraansluiting: slangklem, aan‐
passtuk en slanghouder
Afvoerslang voor condenswater
c
Aansluitsnoer
d
Bij liggend transport: Droogauto‐
maat alleen op de linkerzijkant kan‐
telen!
Droogautomaat transporteren
Gebruik bij het transporteren van de
droogautomaat (van de verpakkings‐
vloer tot de opstellingsplaats)
– de voorste voetjes
– en de grepen aan het dekseloverstek
aan de achterkant.
Transporteer de droogautomaat
zoals op de volgende afbeelding.
68
Als het transport niet aan deze
beschrijving voldoet, dan is een stil‐
standtijd van ca. 1 uur nodig voordat
deze droogautomaat elektrisch mag
worden aangesloten.
Anders kan de warmtepomp bescha‐
digd raken!
Opstellen en aansluiten
Opstellen
De droogautomaat waterpas zetten
In het zwenkbereik van de droog‐
automaatdeur mag u geen afsluitba‐
re deur, schuifdeur of een deur met
een scharnier aan de andere kant in‐
stalleren.
Om een perfecte werking te waar‐
borgen, dient u het toestel loodrecht op
te stellen.
Ventilatie
De opening voor koellucht aan
de voorkant niet afdekken! Er is an‐
ders niet voldoende luchtkoeling van
de warmtewisselaar gewaarborgd.
De luchtspleet tussen de onder‐
zijde van de droogautomaat en de
vloer mag u in geen geval versmallen
door plinten, dik tapijt e.d. Anders is
er geen voldoende toevoer van koele
lucht gewaarborgd!
De voor de luchtkoeling van de warmte‐
wisselaar vrijgekomen warme lucht,
verwamt de omgevingslucht. Zorg
daarom voor een toereikende ventilatie
van het vertrek waar het toestel wordt
gebruikt: zet bijvoorbeeld een raam
open. Anders wordt de droogtijd ver‐
lengd (hoger stroomverbruik).
Voordat u het toestel transporteert
Een kleine hoeveelheid resterend con‐
denswater bij de pomp kan na het dro‐
gen uitlopen wanneer de droogauto‐
maat wordt gekanteld. Aanbeveling:
voor het transport gedurende ca. 1
minuut het programma Warme lucht
starten. Resterend condenswater wordt
dan in het condenswaterreservoir of via
de afvoerslang afgevoerd.
Door de schroefvoetjes te draaien kunt
u oneffenheden tot een halve centime‐
ter in de vloer wegwerken.
69
Opstellen en aansluiten
Aanvullende opstellingsvoor‐
waarden
Onderschuifbaar
Deze droogautomaat mag alleen onder
een werkblad worden geschoven.
Opgelet voor warmteontwikke‐
ling: De warme luchtstroom die uit
de droogautomaat naar buiten komt,
moet kunnen worden afgevoerd. An‐
ders treedt er een storing op!
– Het is niet mogelijk om de afdekplaat
te demonteren.
– Installeer de elektrische aansluiting
vlakbij de droogautomaat. Die aan‐
sluiting dient vlot toegankelijk te zijn.
– De droogtijd kan iets toenemen.
Mits toeslag verkrijgbare toebehoren
– Was-droogverbindingsset
U kunt deze droogautomaat met een
Miele wasautomaat tot een was- en
droogzuil combineren. Hiervoor mag al‐
leen de Miele Was-droogverbindingsset
worden gebruikt.
– Sokkel
Voor deze droogautomaat is een sokkel
(wasmachineverhoger) met lade ver‐
krijgbaar.
70
Opstellen en aansluiten
Condenswater wegleiden
Opmerking
Het condenswater dat tijdens het dro‐
gen ontstaat, wordt via de afvoerslang
op de rugzijde van de droger naar het
reservoir voor het condenswater ge‐
pompt.
Het condenswater kunt u met de af‐
voerslang aan de achterkant van de
droogautomaat ook naar buiten weglei‐
den. Dan hoeft u het condenswaterre‐
servoir nooit meer leeg te maken.
Slanglengte: 1,60 m
Max. afpomphoogte: 1,50 m
Max. afpomplengte: 4,00 m
Mits toeslag is het volgende toebe‐
horen verkrijgbaar:
– een verlengstuk,
– het montagepakket "terugslagklep"
voor een externe wateraansluiting.
Een verlengstuk wordt meegeleverd.
De maximum afpomphoogte (opvoer‐
hoogte) met de terugslagklep bedraagt:
1,00 m
Bijzonder aansluitomstandigheden
waarbij een terugslagklep is vereist:
– Afvoer in een wasbak of een afvoer in
de vloer, wanneer het einde van de
slang in water wordt gedompeld.
– Aansluiting op de sifon van een was‐
bak.
– Diverse aansluitmogelijkheden waar‐
op bijv. ook een wasautomaat of een
vaatwasser aangesloten zijn.
De terugslagklep moet zodanig
worden gemonteerd dat de pijl op de
terugslagklep in de stroomrichting
wijst.
Anders kan er niet worden afge‐
pompt.
Bijzondere aansluitomstandigheden
die een terugslagklep vereisen
Zonder terugslagklep kan er wa‐
ter in de droogautomaat terugstro‐
men of worden teruggezogen en uit‐
lopen.
Dit water kan schade aan de droog‐
automaat of aan de omgeving van
het toestel veroorzaken.
Bij de onderstaande bijzonder aan‐
sluitomstandigheden moet een te‐
rugslagklep worden gebruikt.
71
Opstellen en aansluiten
De afvoerslang verplaatsen
Niet aan de afvoerslang trekken,
hem niet uitrekken of plooien.
Anders kan hij schade oplopen!
In de afvoerslang bevindt zich een ge‐
ringe hoeveelheid resterend water. Zet
daarom een reservoir klaar.
Trek de slang van de tuit af.
Voer de slang - zo u dat wenst - naar
rechts of links.
– Bij plaatsing aan de rechterkant kunt
u de slang in de groef vastklemmen.
– Laat de slang in de onderste klem
zitten, zodat deze niet per ongeluk
kan worden geknikt.
Wikkel de slang van de slangrol en
trek ze voorzichtig uit de klemmen.
Laat het aanwezige resterende water
in het reservoir lopen.
72
Opstellen en aansluiten
Voorbeelden
– Afvoer in een wasbak of een afvoer
in de vloer
Gebruik de slanghouder om knikken in
de afvoerslang te vermijden.
Druk links en rechts in de slanghou‐
der met uw duim de kleine steunha‐
ken naar binnen (donkere pijlen) en ...
... trek de slanghouder vervolgens
naar voren weg (lichte pijlen).*
– Directe aansluiting op de sifon van
een wasbak
Verwijder bovenaan de achterkant
van de droogautomaat het aanpas‐
stuk 1 en de erachter geplaatste
slangklem 3.
Sluit de afvoerlang aan zoals hierna
beschreven.
Zorg ervoor dat de afvoerslang
niet kan wegglijden (bind hem even‐
tueel vast) als u deze in een wasbak
hangt: zie de afbeelding van het
vooraanzicht.
Uitlopend water kan schade veroor‐
zaken.
U kunt de terugslagklep in het slang‐
einde plaatsen.
* De slanghouder kunt u later weer
plaatsen indien u het condenswater
niet meer extern wil wegleiden.
73
Opstellen en aansluiten
Installeer het aanpasstuk 1 met de
dopmoer van de wasbak 2 aan de si‐
fon van de wasbak.
Normaal gesproken beschikt de dop‐
moer van de wasbak over een schijf
die u moet verwijderen.
Steek het uiteinde van de slang 4 op
het aanpasstuk 1.
Gebruik de slanghouder.
Draai de slangklem 3 vlak achter de
dopmoer van de wasbak met een
schroevendraaier vast.
1. Aanpasstuk
2. Wartelmoer voor de wasbak
3. Slangklem
4. Slangeinde (aan slanghouder beves‐
tigd)
5. Terugslagklep
6. Afvoerslang van de droger
Steek de terugslagklep 5 in de af‐
voerslang 6 van de droogautomaat.
De terugslagklep 5 moet worden ge‐
installeerd met de pijl in de stro‐
mingsrichting (in de richting van de
wasbak).
Bevestig de terugslagklep met de
slangklem.
74
Elektrische aansluiting
Deze droogautomaat is reeds uitgerust
met een elektriciteitskabel met stekker
en kan dus direct op het elektriciteitsnet
worden aangesloten.
De aansluitstekker moet te allen tijde
bereikbaar zijn om de droogautomaat
van het elektriciteitsnet te kunnen af‐
sluiten.
De aansluiting mag uitsluitend gebeu‐
ren op een volgens de voorschriften ge‐
installeerd stopcontact met aarding.
In geen geval mag de droogautomaat
op verlengsnoeren of aftakcontactdo‐
zen aangesloten worden. Er is dan
eventueel risico van brand.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en
vereiste zekeringen vindt u op het type‐
plaatje. Vergelijk die zorgvuldig met de
gegevens van uw elektrische installatie.
Opstellen en aansluiten
75
Verbruiksgegevens
Centrifugeerstand
Katoen
Katoen kastdroog9,0
Katoen kastdroog
+ Extra zacht
+ Opfrissen
Katoen, strijkvochtig 9,0
Kreukherstellend Kastdroog
+ Extra zacht
+ Opfrissen
Kreukherstellend strijkvochtig4,01200400,5048
Automatic extra kastdroog5,0800501,30110
Overhemden Kastdroog2,0600600,6558
Fijn wasgoed kastdroog2,5800500,5854
Sportkleding kastdroog3,0800500,9076
Outdoor kastdroog2,5800500,7870
Jeans kastdroog3,0900601,26110
Express Kastdroog4,01000600,9682
1
Gewicht van droog wasgoed
2
Testprogramma conform richtlijn 392/2012/EU voor het energielabel gemeten conform EN 61121
Alle niet-gemarkeerde waarden zijn in overeenstemming met de norm EN 61121
Stroomverbruik in uitgeschakelde toestand:
Stroomverbruik in ingeschakelde toestand:
2
1
Lading
kgo/min%kWumin.
9,0
4,5
9,0
9,0
9,0
3,0
9,0
9,0
9,0
4,0
4,0
4,0
wasautomaat
1000
1000
1200
1400
1600
1000
1000
1000
1200
1400
1600
1200
1200
1200
Rest‐
vochtig‐
heid
60
60
53
50
44
60
60
60
53
50
44
40
40
40
EnergiePro‐
2,41
1,31
2,15
2,05
1,80
2,18
1,09
1,62
1,40
1,30
1,15
0,60
0,60
0,76
0,10 W
2,50 W
gram‐
maduur
190
109
172
163
145
186
95
128
112
105
89
55
55
65
76
Verbruiksgegevens
Opmerking met het oog op vergelijkende tests:
Bij tests uitgevoerd volgens EN 61121 dient u, voor u met de beoordelingstests aanvangt, 3 kg ka‐
toenen wasgoed volgens deze norm met 70% aanvankelijke restvochtigheid in het programma Katoenkastdroog zonder optie uit te voeren.
Bij de programma-instelling Katoen het condenswater via de afvoerslang extern afvoeren.
Deze cijfers kunnen wijzigingen ondergaan onder meer door het verschil in textielsoort, in het
gewicht van het te drogen wasgoed, in de restvochtigheid na het centrifugeren, door schomme‐
lingen in de stroomvoorziening en door het verschil in de gekozen opties.
De door de EcoFeedback aangegeven verbruiksgegevens kunnen afwijken van de hier vermelde ver‐
bruiksgegevens. De afwijkingen zijn het gevolg van de manier waarop de gegevens in de droogauto‐
maat worden berekend. Zo is de verschillende restvochtigheid en -samenstelling van invloed op de
programmaduur, en dit heeft gevolgen voor het stroomverbruik.
77
Technische gegevens
Hoogte850 mm
Breedte596 mm
Diepte636 mm
Diepte bij geopende deur1.054 mm
onderschuifbaarja
kan in een zuil worden geplaatstja
Gewicht61kg
Trommelinhoud111 l
Hoeveelheid1,0-9,0 kg (gewicht van droog was‐
goed)
Capaciteit condenswaterreservoir4,8 l
Slanglengte1,60 m
Maximale opvoerhoogte1,50 m
Maximale afvoerlengte4,00 m
Snoerlengte2,00 m
Aansluitspanningzie typeplaatje
Aansluitwaardezie typeplaatje
Zekeringzie typeplaatje
Keurmerkzie typeplaatje
Energieverbruikzie rubriek "Verbruiksgegevens"
Lichtgevende dioden (led's))Klasse 1
78
Menu Instellingen
Instellingen
Taal
Dagtijd
Droogtegraad
Oproepen
Met de instellingen kunt u de elektro‐
nische besturing van de droogauto‐
maat aan uw specifieke wensen aan‐
passen. Deze instellingen kunt u om
het even wanneer wijzigen.
Het menu Instellingen openen
Schakel de droogautomaat in.
De programmakiezer mag niet op Ove‐
rige programma's/Favorieten/Combina‐
ties van verschillende soorten wasgoed
zijn gedraaid.
Druk tegelijkertijd op de sensortoet‐
sen en .
Op het display verschijnt:
Instelling bewerken
Door aanraking van de sensortoets
of worden de verschillende keuze‐
mogelijkheden van de instelling aan‐
gegeven.
U kunt bijvoorbeeld
– een waarde kiezen waarbij de actieve
selectie met is aangeduid,
– een balk veranderen
– getallen veranderen.
Bevestig door aanraken van de sen‐
sortoets OK.
Menu Instellingen verlaten
Druk op de sensortoets of en
doe dit net zo vaak totdat terug
wordt aangegeven.
Bevestig door aanraken van de sen‐
sortoets OK.
Taal
Nu hebt u de instellingen opgeroepen.
Instellingen kiezen
Druk op de sensortoets of tot de
gewenste instelling op het display
staat.
– De sensortoets verschuift de keu‐
zelijst naar beneden.
– De sensortoets verschuift de keu‐
zelijst naar boven.
Bevestig door aanraken van de sen‐
sortoets OK.
Het display kan de informatie in ver‐
schillende talen tonen.
Het vlaggetje achter het woord Taal
dient als hulpmiddel. Het komt van pas
als er een taal is ingesteld die u niet be‐
grijpt.
79
Menu Instellingen
Dagtijd
U kunt kiezen of de dagtijd in het 24- of
12-urenstelsel wordt weergegeven. Ver‐
volgens wordt de juiste kloktijd inge‐
steld.
Tijdformaat
– 24 h klok
– 12 h klok
Met de sensortoetsen of kiest u
het juiste tijdformaat; bevestig dit met
de toets OK.
Klok instellen
Stel met behulp van de sensortoet‐
sen of de uren in en bevestig
deze met de sensortoets OK.
Stel met behulp van de sensortoet‐
sen of de minuten in en bevestig
deze met de sensortoets OK.
Droogtegraden
U kunt de droogtegraden van de pro‐
gramma's Katoen, Kreukherstellend,
Automatic extra individueel aanpas‐
sen.
Op de balk ziet u de ingestelde stand.
Fabrieksinstell.: middelste stand
– vochtiger
de programmaduur wordt verkort.
– droger
de programmaduur wordt verlengd.
Uitzondering:
het programma Katoen blijft on‐
veranderd.
Verlenging van de afkoeltijd
U kunt in alle droogtegraadprogram‐
ma's de automatische afkoelfase voor
het einde van het programma in stap‐
pen van 2 minuten tot 18 minuten ver‐
lengen. Hierdoor wordt het wasgoed
sterker afgekoeld.
Na het drogen dient u telkens de plui‐
zen weg te nemen. Tevens wijst de
aanduiding filters Filters reinigen u er‐
op wanneer er een bepaalde hoeveel‐
heid pluizen aanwezig is. U kunt zelf
beslissen bij welke hoeveelheid plui‐
zen u eraan herinnerd wenst te wor‐
den.
Door te proberen stelt u vast welke in‐
stelling het best met uw drooggewoon‐
ten overeenstemt.
Filters reinigen verschijnt al bij gerin‐
ge pluisvorming.
Volume van de zoemer
De zoemer kan harder of zachter wor‐
den ingesteld.
Op de balk ziet u de ingestelde stand.
Fabrieksinstelling: middelste stand.
– Zachter
– Harder
U hoort de verandering tijdens het kie‐
zen.
Toetsgeluid
Hiermee kunt u een geluidssignaal ac‐
tiveren dat bij elke druk op een toets
te horen is.
Keuze
– aan
– uit (fabrieksinstelling)
Geleidend vermogen
Voorwaarden voor de keuze laag
Het water waarin het textiel wordt ge‐
wassen is heel kalkarm en de geleid‐
baarheid (elektrisch geleidend vermo‐
gen) is kleiner dan 150 μS/cm. De ge‐
leidbaarheid van het drinkwater kunt u
bij uw waterbedrijf opvragen.
Activeer laag echt alleen dan
wanneer aan de bovenstaande voor‐
waarde wordt voldaan.
Anders is het droogresultaat niet be‐
vredigend!
Totaalverbruik
Het totaalverbruik kan worden aange‐
geven.
Keuze
– Weergave
Weergave van het totaalverbruik in
kWh.
– Reset-functie
Het totaalverbruik tot dusver wordt
met resetten gewist.
laag mag alleen worden gekozen
wanneer de restvochtigheid van het
wasgoed verkeerd wordt berekend
door heel kalkarm water.
Keuze
– normaal (fabrieksinstelling)
– laag
81
Menu Instellingen
Pincode
De pincode beschermt uw droogauto‐
maat tegen ongewenst gebruik.
Keuze
– activeren
De code is 250 en kan worden geac‐
tiveerd.
Als de pincode geactiveerd is, dient u
na het inschakelen de pincode in te
voeren. Pas dan kunt u de droogau‐
tomaat bedienen.
– deactiveren
Wanneer de droogautomaat zonder
invoer van een code moet worden
bediend. Verschijnt alleen wanneer
de pincode eerder werd geactiveerd.
– veranderen
Er kan een willekeurige code worden
ingevoerd.
Let op! Noteer de nieuwe pinco‐
de. Als u de code vergeet, kan alleen
de Technische Dienst van Miele het
toestel ontgrendelen.
Helderheid display
Display uitschakelen
Omwille van stroombesparing worden
het display en de toetsverlichting na
10 minuten uitgeschakeld; alleen de
toets Start/Stop knippert langzaam.
Dit kunt u veranderen.
Keuze
– ingeschakeld (fabrieksinstelling)
het display wordt donker (na 10
min.):
– als u na het inschakelen van het
toestel geen programma kiest
– terwijl een programma loopt
– na afloop van het programma.
– ingeschakeld (niet bij lopend pro‐
gramma)
het display wordt donker (zoals hier‐
boven beschreven), maar niet terwijl
een programma loopt.
– uitgeschakeld
het display wordt donker.
Het display en de toetsverlichting kun‐
nen door drukken op een willekeurige
toets weer worden ingeschakeld.
De lichtsterkte van het display kan in
standen worden gewijzigd.
Op de balk ziet u de ingestelde stand.
Fabrieksinstelling: middelste stand.
– Minder
– Meer
U ziet de verandering tijdens het kiezen.
82
Menu Instellingen
Uitschakelwerking toestel
Omwille van stroombesparing wordt
de droogautomaat na 15 minuten au‐
tomatisch uitgeschakeld. U kunt deze
tijd verlengen of verkorten.
De automatische uitschakeling vindt
plaats na 10, 15 of 20 minuten,
– als er na het inschakelen van het toe‐
stel geen bediening plaatsvindt
– nadat de kreukbeveiliging is beëin‐
digd
– nadat een programma zonder kreuk‐
beveiliging is beëindigd.
Let wel: geen automatische uitscha‐
keling bij storingen.
Keuze
– na 10 minuten
– na 15 minuten (fabrieksinstelling)
– na 20 minuten.
Memory
Dit kunt instellen: de elektronische be‐
sturing slaat een gekozen programma
met droogtegraad of optie op. Boven‐
dien wordt de duur van een luchtpro‐
gramma opgeslagen. Bij de volgende
programmakeuze worden deze instel‐
lingen weergegeven.
Kreukbeveiliging
Wanneer u op de toets Kreukbeveili‐
ging hebt gedrukt:
tot max. 2 uur na afloop van het
droogprogramma draait de trommel
met een speciaal kreukbeveiligingsrit‐
me. Dit helpt om kreuken te vermijden
als u het wasgoed na afloop van het
programma niet meteen uit het toestel
neemt. U kunt de duur verkorten.
Keuze
– 1 h
– 2 uur (fabrieksinstelling)
Startuitstel
Met het startuitstel kunt u een latere
programmastart kiezen (zie rubriek
"Startuitstel").
U kunt bepalen of u de tijd van de
start van het programma (Start om) of
de tijd van het einde van het program‐
ma (Einde om) kiest.
Keuze
– Start om (fabrieksinstelling)
– Einde om
Keuze
– uit (fabrieksinstelling)
– aan
Uitzondering:
het programma Katoen blijft on‐
veranderd.
83
TKR 450 WP
M.-Nr. 09 601 370 / 00nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.