Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt
schade aan het toestel.
nl-BEM.-Nr. 09 938 630
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt de droogkast
voor transportschade. Er werd voor milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsmateriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw handelaar neemt de verpakking terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
stoffen, mengsels en onderdelen die
nodig zijn geweest om de toestellen
goed en veilig te laten functioneren.
Wanneer u uw oude toestel bij het gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude
toestel daarom nooit bij het gewone
huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar
of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te
danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
Stroom sparen
Zo kan u vermijden dat de droogtijd onnodig langer duurt en er meer stroom
wordt verbruikt:
– Laat het wasgoed in de wasautomaat
tegen het hoogste toerental centrifugeren.
Zo spaart u bij het drogen ca. 30 %
2
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
energie en tijd als u bijvoorbeeld met
1600 t.p.m in plaats van 1000 t.p.m.
laat centrifugeren.
– Gebruik tijdens elk droogprogramma
de volledige trommellading. Dan is
het stroomverbruik voor de hele lading het gunstigst.
– Zorg ervoor dat de kamertemperatuur
niet te hoog is. Als er zich andere,
warmteproducerende apparaten in de
ruimte bevinden, ventileer dan of
schakel deze uit.
– Maak na elke droogbeurt de pluizen-
zeven schoon.
– Controleer 1 keer per jaar de warmte-
wisselaar. Maak deze schoon als dat
nodig blijkt.
3
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ............................................. 2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................................................6
Bediening van de droogkast .............................................................................. 15
Functie van de aanduiding luchtkanalen wijzigen................................................. 60
Instelling van de geleidbaarheid wijzigen.............................................................. 61
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Lees beslist deze gebruiksaanwijzing.
Deze droogkast voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiksaanwijzing voor u uw droogkast in gebruik neemt.
U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het toestel. Dat is veiliger voor uzelf en
u vermijdt schade aan uw droogkast.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Deze droogkast is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze droogkast is niet bestemd voor gebruik buitenshuis.
Gebruik de droogkast uitsluitend voor huishoudelijke toepas-
singen voor het drogen van in water gewassen wasgoed waarvan de
fabrikant op het wasetiket heeft aangegeven dat ze geschikt voor de
droogkast zijn.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
om deze droogkast veilig te bedienen, mogen deze droogkast alleen
onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de droog-
kast te worden gehouden, tenzij ze continue in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de droogkast alleen zonder toe-
zicht bedienen, wanneer hen de droogkast zodanig is toegelicht dat
ze het toestel veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele
risico's van een foutieve bediening kunnen herkennen en begrijpen.
Kinderen mogen de droogkast niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Let op kinderen die in de buurt van de droogkast komen. Laat ze
nooit met de droogkast spelen.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Zie na of het toestel geen uiterlijk zichtbare schade vertoont voor-
dat u het opstelt.
Beschadigde toestellen mag u nooit opstellen noch in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de aansluiting (smeltveiligheden,
spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet bij u ter plaatse voordat u het toestel aansluit. Vraag eventueel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De betrouwbare en zekere werking van de droogkast is enkel ge-
garandeerd wanneer de droogkast aan het openbare elektriciteitsnet
is aangesloten.
De elektrische veiligheid van dit toestel is enkel gewaarborgd zo
het op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem is
aangesloten. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw installatie
door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat
de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Gebruik van
een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee
op brand.
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat het dan vervangen door een
vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het
toestel gebruikt.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene
risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uitvoeren
door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij schade
achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door origine-
le Miele-vervangstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Bij storingen of bij reiniging en onderhoud is deze droogkast pas
van het stroomnet losgekoppeld indien
– u de stekker uit het stopcontact haalt of
– de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld of
– de schroefzekering op uw elektrische installatie helemaal uitge-
draaid is.
Deze droogkast mag niet op niet-stationaire plaatsen (bijv. sche-
pen) worden gebruikt.
Voer geen veranderingen aan de droogkast uit die niet uitdrukke-
lijk door Miele zijn toegestaan.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Neem de aanwijzingen in de rubriek “Opstellen en aansluiten” en
de rubriek “Technische gegevens” in acht.
De aansluitstekker moet te allen tijde bereikbaar zijn om de droog-
kast van het elektriciteitsnet te kunnen afsluiten.
De luchtspleet tussen de onderzijde van de droogkast en de vloer
mag u in geen geval versmallen door plinten, dik tapijt e.d. Anders is
er geen voldoende toevoer van koele lucht gewaarborgd!
In het zwenkbereik van de droogkastdeur mag u geen afsluitbare
deur, schuifdeur of een deur met een scharnier aan de andere kant
installeren.
Deze droogkast heeft vanwege speciale eisen (ten aanzien van
onder meer de temperatuur, de vochtigheid, de chemische bestendigheid, de slijtvastheid en vibraties) een speciale lamp. De lamp
mag alleen voor deze toepassing worden gebruikt. De lamp is niet
geschikt voor normale verlichtingsdoeleinden.
Efficiënt gebruik
De maximumlading bedraagt 7,0 kg (droog wasgoed).
In de rubriek “Programmaoverzicht” vindt u de deels kleinere ladingen voor afzonderlijke programma's.
Brandgevaar!
Deze droogkast mag niet op een instelbaar stopcontact (bijv. via een
schakelklok of op een elektrische installatie met piekbelastinguitschakeling) worden aangesloten.
Als het droogprogramma voor beëindiging van de afkoelfase is afgebroken, dan bestaat het gevaar van zelfontbranding van het wasgoed.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wegens brandgevaar is het verboden textiel te drogen
– dat niet is gewassen.
– dat niet voldoende gereinigd is en waarop oliehoudende, vethou-
dende of andere resten aanwezig zijn (bijv. wasgoed dat wordt
gebruikt in de keuken of voor cosmeticatoepassingen en waarop
zich olie-, vet- of crèmeresten bevinden). Als u textiel droogt dat
niet voldoende gereinigd is bestaat er gevaar op zelfontbranding,
zelfs wanneer het droogproces beëindigd is en het wasgoed zich
niet langer in de droogkast bevindt.
– dat sporen van brandgevaarlijke reinigingsmiddelen bevat, of res-
tanten van aceton, alcohol, benzine, petroleum, kerosine, vlekkenverwijderaar, terpentijn, was, wasverwijderaar of chemicaliën (dit
kan bv. het geval zijn bij moppen, opnemers en poetsdoeken).
– waarop resten van een haarverstevigingsproduct, hairspray, na-
gellakverwijderingsproduct of gelijkaardig product voorkomen.
Dergelijk sterk vervuild wasgoed moet u daarom bijzonder grondig
wassen:
gebruik hierbij extra wasmiddel en selecteer een hoge temperatuur. Bij twijfel dient u het wasgoed verscheidene malen te wassen.
Verwijder alle voorwerpen uit de zakken (zoals aanstekers, luci-
fers).
Waarschuwing: Schakel de droogkast nooit uit voor afloop van
een droogprogramma. Behalve dan, wanneer al het wasgoed onmiddellijk uit de trommel kan worden genomen en zo uitgespreid dat de
warmte kan worden afgegeven.
Wasverzachters of vergelijkbare producten moeten steeds zo wor-
den gebruikt als vermeld in de gebruiksinstructies voor de wasverzachters.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wegens brandgevaar is het te allen tijde verboden stukken textiel
of producten te drogen:
– wanneer industriële chemicaliën werden gebruikt voor de reiniging
(bv. bij een chemische reiniging).
– die hoofdzakelijk schuimrubberen, rubberen of rubberachtige de-
len bevatten. Het gaat hierbij bv. om producten uit schuimrubberlatex, douchekappen, waterdichte stoffen, met rubber beklede
artikelen en kledingstukken en hoofdkussens met schuimrubbervlokken.
– die een vulling hebben en beschadigd zijn (bv. kussens of jassen).
Vulling die eruit valt kan brand veroorzaken.
Na de verwarmingsfase volgt bij veel programma's de afkoelfase
om te garanderen dat de stukken wasgoed geen temperatuur bereiken waarbij ze mogelijk beschadigd worden (bv. het vermijden van
zelfontbranding van het wasgoed). Pas daarna is het programma ten
einde.
Het wasgoed altijd direct en volledig na einde van het programma
verwijderen.
Leun niet op de toesteldeur. Deze droogkast kan anders omkante-
len.
Sluit de deur na elk gebruik. Zo voorkomt u dat
– kinderen in het toestel proberen te kruipen of er voorwerpen in
verstoppen.
– er kleine dieren in de trommel kruipen.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze droogautomaat mag nooit zonder pluizenfilters of met be-
schadigde pluizenfilters worden gebruikt.
De pluizenzeven moeten regelmatig worden gereinigd!
Gebruik deze droogautomaat nooit zonder warmtewisselaar.
De pluizenzeven moeten na de natte reiniging worden gedroogd.
Door natte pluizenzeven kunnen er storingen bij de werking van uw
toestel optreden!
Stel uw droogkast niet op in een vertrek waar het kan vriezen.
Temperaturen rond of onder het vriespunt brengen de goede werking
van het toestel in het gedrang. Bevroren condenswater in de pomp
en in de afvoerslang kan schade veroorzaken.
Wanneer u een externe afvoerslang voor het condenswater aan-
sluit, moet u de slang vastmaken indien u die in een wasbak hangt.
Anders kan de slang wegglijden en kan het weglopende water schade veroorzaken.
Condenswater is geen drinkwater.
Het kan de gezondheid van mens en dier schade toebrengen.
Houd de omgeving van het toestel steeds vrij van stof en pluizen.
Vuildeeltjes in de aangezogen koellucht kunnen na verloop van tijd
de warmtewisselaar verstoppen.
Spuit de droogkast niet nat af.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd, mag
worden gemonteerd of ingebouwd.
Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt
het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Wasmachines van Miele kunnen in een was- en droogzuil gecom-
bineerd worden opgesteld. Tevens is een Miele was-droog-verbindingsset vereist; dit is met toeslag verkrijgbaar toebehoren. Let erop
dat de was-droog-verbindingsset geschikt is voor de Miele droogkast en de Miele wasmachine.
Let erop dat de voet van Miele (met toeslag verkrijgbaar toebeho-
ren) bij deze droogkast past.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
14
Bediening van de droogkast
Bedieningspaneel
a
Displayh min
Zie volgende pagina
b
Beproevings-/storingscontrole
zie rubriek “Wat moet ik doen als ...?”
Het met pc aangeduide foutmeldingslampje dient tevens als controle- en overdrachtspunt voor de technische dienst van Miele.
c
ToetsStart
Om een droogprogramma te starten.
Het controlelampje knippert als u het programma kunt starten. Na de start van
het programma blijft het branden.
d
Programmakiezer
om het droogprogramma in te stellen
De programmakiezer kunt u zowel naar rechts als naar links draaien.
e
Toets
om in en uit te schakelen
Na het inschakelen verschijnt op het display ter bevestiging een of de programmaduur van een gekozen programma.
f
ToetsDeur
U kan de toesteldeur steeds met deze toets openmaken, of het toestel onder
stroom staat of niet.
15
Bediening van de droogkast
Display h min
Op de display wordt het volgende
weergegeven
– Duur van het programma (h min =
uren en minuten)
– Controle- en storingsmeldingen
– De programmeerfuncties
Met de programmeerfuncties kunt u
de elektronische besturing van de
droogautomaat aan uw specifieke
wensen aanpassen.
Zie de gelijknamige rubriek in deze
gebruiksaanwijzing.
Schatting resterende tijd
Op het display h min wordt de geschatte programmaduur weergegeven (schatting resterende tijd). Uitzondering: de
lucht-programma's duren precies zo
lang als aangegeven op het bedieningspaneel.
Op basis van deze factoren kan de
schatting van de resterende tijd altijd
weer verschillend zijn: restvochtigheid
na het centrifugeren; textielsoort; vulhoeveelheid; kamertemperatuur of
schommelingen in de stroomvoorziening.
Daarom past de leerzame elektronica
zich altijd opnieuw aan het individueel
gesorteerde wasgoed aan, zodat de
schatting van de resterende tijd steeds
nauwkeuriger wordt. De schatting van
de resterende tijd wordt tijdens het drogen gecontroleerd, waardoor in sommige gevallen tijdsprongen kunnen tot
stand komen.
Trommelverlichting
Als de droogautomaat is ingeschakeld
en de toesteldeur openstaat, gaat de
trommelverlichting na enkele minuten
uit (stroombesparing).
De eerste ingebruikneming
Stel de droogautomaat degelijk
op en sluit het toestel juist aan voor u
het de eerste keer gebruikt.
16
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Onderhoudssymbolen op het
etiket
Drogen
normale/hogere temperatuur
verlaagde temperatuur
niet geschikt voor de droogau-
tomaat
Strijken en mangelen
zeer heet
heet
warm
niet strijken/mangelen
Droogtips
Door de machine te ver te vullen,
wordt het wasgoed niet zo behoedzaam behandeld. Het droogresultaat
komt dan eveneens in het gedrang.
Er kunnen ook meer kreuken optreden.
Hou steeds rekening met de maximumlading die in de rubriek “Programmaoverzicht” wordt opgegeven.
– Maak jasjes open, zodat ze gelijkma-
tig drogen.
– Stop geen drijfnat wasgoed in de
trommel! Na het wassen min. 30 seconden centrifugeren.
– Een gemengde lading van katoen,
bont wasgoed, kreukherstellend textiel droogt u in het programma Auto-matic plus.
– Wol en gemengde weefsels die wol
bevatten, vertonen de neiging te vilten of te krimpen. Behandel deze alleen in het programma Finish Wol.
– Naargelang de kwaliteit neigt het fijne
weefsel binnenin van met dons gevuld textiel te krimpen. Behandel dergelijke artikelen alleen in het programma Ontkreuken.
– Zuiver linnen weefsel wordt makkelijk
ruw. Droog dat enkel machinaal indien de fabrikant dat in het onderhoudsetiket vermeldt.
– Naargelang de kwaliteit krimpt machi-
naal gebreid/geweven textiel (bijv. Tshirts, ondergoed) vaak bij de eerste
wasbeurt.
Droog dit textiel niet te intensief, om
verder krimpen te voorkomen. Koop
machinaal gebreid/geweven textiel
liever één of twee maten groter.
– Hoe groter de lading, hoe meer kreu-
kels zich bij kreukherstellend textiel
vormen. Dat is vooral het geval bij
zeer gevoelig weefsel (bijv. overhemden, bloezen). Kies daarom Kreukher-stellend en verminder de lading.
– U kunt gesteven wasgoed drogen.
Om het gewone glanseffect te verkrijgen, dient u wel de dosis stijfsel te
verdubbelen.
– Was nieuw donker wasgoed voor het
eerste drogen grondig apart. Droog
dit niet samen met licht gekleurd
wasgoed. Dit wasgoed kan bij het
drogen afgeven (ook aan de kunststofdelen in de droogautomaat).Er
kunnen zich daar ook pluizen van een
andere kleur op afzetten.
17
Zo droogt u juist
Korte handleiding
De bedieningsstappen met de getallen
(, , ...) kunt u als beknopte
handleiding gebruiken.
Het wasgoed voorbereiden
Maak het gewassen textiel luchtig en
sorteer het volgens . . .
. . . gewenste droogtegraad,
. . . vezel- en weefselsoort,
. . . gelijk formaat,
. . . dezelfde restvochtigheid na het centrifugeren.
Zo verkrijgt u een gelijkmatig droogresultaat.
Verwijder wasmiddelkorfjes, do-
seerbekers e.d. uit het wasgoed. Deze objecten kunnen tijdens het drogen smelten en schade teweegbrengen aan toestel en wasgoed.
– Controleer zomen en naden, zodat er
geen voering kan uitvallen.
Droogautomaat laden
Druk om te openen op Deur.
Leg het wasgoed losjes in de trom-
mel.
Hou rekening met de maximale
lading in de rubriek “Programmaoverzicht”. Bij een overladen trommel
wordt het wasgoed niet zo behoedzaam behandeld en komt het droogresultaat in het gedrang.
Kijk na of de pluizenzeef goed inge-
schoven zit voor u de deur sluit.
– Knoop dekbedovertrekken en kus-
senslopen dicht. Zo komen er geen
kleinere stukken wasgoed in terecht.
– Doe ritsen, haken en ogen dicht.
– Knoop rok-, broeksriemen en schort-
banden samen.
– Geloste bh-beugels kan u vastnaaien
of verwijderen.
Schakel de droogautomaat in
U kan het toestel ook na het laden inschakelen. Dan wordt de trommel evenwel niet verlicht (stroombesparing).
Druk om in te schakelen op de toets
.
18
Laat bij het sluiten geen stukken
wasgoed tussen de deur geklemd raken. Anders loopt het textiel schade
op.
Zwaai de toesteldeur zachtjes dicht.
U kan ze ook laten aanleunen en
rechts op het deurslot dichtdrukken.
Zo droogt u juist
Programma kiezen
Draai de programmakiezer naar links
of rechts.
Een programma starten
Druk op de knipperende toets Start.
Het controlelampje van de toets Start
licht op.
Opmerking: De op het display getoonde
programmaduur is de vermoedelijke
duur en kan verschillen.
Einde van het programma – het
wasgoed uit de trommel nemen
Na de verwarmingsfase volgt de afkoelfase om het wasgoed af te koelen. Pas
wanneer brandt en de zoemer weerklinkt, is het programma afgesloten.
De trommel draait na het einde van het
programma, afhankelijk van het gekozen programma, in een speciaal kreukbeveiligingsritme.
De kreukbeveiliging helpt kreuken te
verminderen als het textiel na het drogen niet onmiddellijk uit de trommel
wordt genomen (geen kreukbeveiliging
bijFinish Wol). Duur: veranderbaar, zie
rubriek “Programmeerfuncties”.
Druk op de toets Deur.
Open de toesteldeur.
Neem het wasgoed uit de trommel.
Geen wasgoed in de trommel
vergeten! Vergeten wasgoed kan
schade oplopen omdat het te lang
droogt.
Druk om uit te schakelen op de toets
.
Maak de pluizenzeven schoon.
Sluit de deur.
Ledig het condenswaterreservoir.
Tip: Wanneer u het condenswater via
de afvoerslang extern afvoert, dan hoeft
u het condenswaterreservoir niet meer
leeg te maken.
19
Programmaverloop wijzigen
Lopend programma...
... veranderen
Een ander programma kiezen is niet
meer mogelijk (bescherming tegen ongewenste veranderingen).
Wanneer de programmakiezer wordt
verdraaid, verschijnt net zo lang totdat het oorspronkelijke programma
wordt ingesteld.
Om een nieuw programma te kiezen,
dient u het programma af te breken.
... afbreken
Draai de programmakiezer op Einde.
Het wasgoed wordt afgekoeld voor zover er een bepaalde droogtijd en -temperatuur is bereikt.
Pas wanneer brandt, is het programma voltooid.
Schakel de droogautomaat uit en in.
Kies en start direct een nieuw pro-
gramma.
Wasgoed toevoegen of uitnemen
Start direct na het toevoegen of
uitnemen het programma opnieuw.
Anders: Al het wasgoed uit de trommel halen en uitspreiden om af te
koelen!
Gevaar voor brandwonden.
De temperatuur in het gebied van de
trommel is hoog.
Raak de achterkant van de trommel
niet aan wanneer u in de trommel
grijpt.
Druk op de toets Deur.
Nu kunt u bijv. wasgoed toevoegen of
voortijdig uitnemen.
Sluit de deur.
Druk op de toets Start.
Duur van het programma
Wijzigingen in het programmaverloop
kunnen ertoe leiden dat de tijd op de
display h min verspringt.
20
Programmaoverzicht
Katoenmaximaal 7,0 kg*
Kastdroog+, Kastdroog **
WasgoedEen- en meerlaags textiel van katoen: T-shirts, ondergoed, baby-
WasgoedBelading met wasgoed voor de programma's Witte/Bonte was en
Luchtenmaximaal 7,0 kg*
30 min warm
Wasgoed– Om textiel van verschillende lagen, die wegens hun samenstelling
15 min koud
WasgoedOm alle soorten wasgoed te ventileren.
* Gewicht van droog wasgoed
Het wasgoed wordt met het programma Strijkvochtig, naargelang
van de soort en de (kleinere) lading, vrijwel kreukvrij gedroogd.
Gevoelig wasgoed (met onderhoudssymbool , bijvoorbeeld van
acryl) wordt aan een lagere temperatuur en langer Kastdroog ge-
droogd.
Kreukherstellend.
ongelijkmatig drogen, na te drogen: jassen, kussens, slaapzakken
en ander volumineus textiel.
– Om aparte stukken wasgoed te drogen: badhanddoeken, bad-
goed, vaatdoeken.
22
Programmaoverzicht
Ontkreukenmaximaal 1,0 kg*
Wasgoed– Katoenen of linnen weefsel
– Kreukherstellend textiel van katoen, gemengd of synthetisch weef-
sel: katoenen broeken, anoraks, hemden
Tip– Programma om kreuken uit voorafgegane centrifugeerbeurt (in de
wasautomaat) te beperken.
– Het textiel wordt niet volkomen droog.
– Haal het textiel na afloop van het programma meteen uit de trom-
mel en laat het natuurlijk drogen.
Finish Wolmaximaal 2,0 kg*
WasgoedWoltextiel en textiel van wolmengsels: pullovers, gebreide vesten,
sokken.
Tip– Wolgoed wordt in korte tijd luchtig gemaakt en vlokkiger gemaakt;
het wordt evenwel niet echt droog.
– Haal het textiel na afloop van het programma meteen uit de trom-
mel.
* Gewicht van droog wasgoed
23
Reiniging en onderhoud
Condenswaterreservoir leegmaken
Het condenswater dat tijdens het drogen ontstaat wordt in het condenswaterreservoir opgevangen.
Maak het condenswaterreservoir
leeg na elke droogbeurt!
Wanneer de maximale vulhoeveelheid
van het condenswaterreservoir is bereikt, dan brandt het controlelampje Re-servoir leegmaken nadat een programma is afgebroken.
Het controlelampje gaat uit door de
deur te openen en dan weer te sluiten
als het toestel ingeschakeld is.
Maak het condenswaterreservoir
leeg.
Schuif het condenswaterreservoir te-
rug in de droogautomaat.
Condenswater mag niet gedron-
ken worden.
Dat kan schade toebrengen aan de
gezondheid van mens en dier.
Trek het condenswaterreservoir uit de
droogautomaat.
Draag het condenswaterreservoir ho-
rizontaal, opdat er geen water zou
uitlopen. Neem het zowel aan het
handvat als aan het uiteinde vast.
24
Gebruik dit water gerust in het huishouden (bv. voor uw stoomstrijkijzer of
luchtbevochtiger). Houd hiermee rekening: giet het condenswater, bij wijze
van voorzorg, door een fijne zeef of een
koffiefilter. Zo verwijdert u heel kleine
pluisjes uit het water, die anders eventueel schade aanrichten.
Zeefvlakken van de pluizenzeef
Reinigingsinterval
U moet de zeefvlakken van de
pluizenzeef (in de toesteldeur en in
de opening van de deur) na ieder
programma reinigen!
Controleer de pluizenzeven ook als
het controlelampje Luchtkanalen rei-nigen brandt.
Reiniging en onderhoud
Droog schoonmaken
Tip: Pluizen kunt u met een stofzuiger
opzuigen.
Trek de pluizenfilter (1) uit de toestel-
deur.
Verwijder ze ook weg uit de holle
ruimte in de deur met een flessenborstel. U kunt hiervoor ook een stofzuiger gebruiken.
Reinig de dichting (2) op de deur
rondom met een vochtige doek.
Verwijder de pluizen met uw vingers
of met een stofzuiger van de filter.
Verwijder de pluizen met uw vingers
van de beide pluizenfilters in de deuropening.
Schuif de filter weer tot aan de aan-
slag in de toesteldeur.
Sluit de deur.
25
Reiniging en onderhoud
Vochtig reinigen
Enkel indien de pluizenzeven erg
plakkerig of verstopt zijn, dient u die
ook nog vochtig schoon te maken.
Trek de pluizenzeef uit de toesteldeur.
De beide zeven in de deuropening kan
u ook uitnemen:
Draai op de linker en rechter pluizen-
zeef aan het knopje (tot het duidelijk vergrendelt).
Het plaatsen van de inzet
De pluizenzeven moeten droog
zijn als u ze terugplaatst. Door natte
pluizenfilters kunnen er storingen in
de werking van uw toestel optreden!
Schuif de grote pluizenzeef tot aan de
aanslag in de toesteldeur.
Plaats de beide zeven onderaan in de
deuropening terug en duw ze boven
goed op hun plaats.
Vergrendel de beide knopjes (tot ze
duidelijk vergrendelen).
Trek de zeef er (aan het knopje) naar
het midden toe uit .
Maak al de pluizenzeven onder stro-
mend heet water schoon.
Droog de zeven voorzichtig en gron-
dig af.
Maak ook het luchtafvoergedeelte
onder de pluizenfilter schoon. Gebruik hiertoe bijv. een stofzuiger.
26
Droogautomaat
Maak het toestel eerst stroom-
loos.
Gebruik geen schuur- of oplos-
middelen. Reinigingsmiddelen voor
glas of voor universeel gebruik zijn
ook af te raden! Ze kunnen schade
toebrengen aan kunststof oppervlakken of andere onderdelen.
Reinig de droogautomaat alleen licht
vochtig met een mild reinigingsmiddel
of sopje en een zachte doek.
Reinig de dichting aan de binnenzijde
van de deur rondom met een vochtige doek.
Wrijf alles met een zachte doek
droog.
Reinig de trommel en andere roest-
vrijstalen onderdelen met een geschikt reinigingsmiddel voor roestvrij
staal; dit is echter niet per se nodig.
Reiniging en onderhoud
27
Reiniging en onderhoud
De warmtewisselaar schoonmaken
Controleer 1 keer per jaar de
warmtewisselaar. Maak de warmtewisselaar schoon als dat nodig blijkt.
Controleer de pluizenzeven en de
warmtewisselaar ook als het controlelampje Luchtkanalen reinigen
brandt.
Tijdens het droogproces zweven er
wasmiddelresten, haartjes en fijne
pluizen rond. Die kunnen door de pluizenzeven heendringen en de warmtewisselaar verstoppen. Er worden echter ook vuildeeltjes uit het vertrek waar
de droogautomaat opgesteld is, aangezogen. Die kunnen eveneens verstoppingen veroorzaken.
De warmtewisselaar uitnemen
Neem de klep schuin naar boven weg
en leg ze opzij.
Draai de knop aan het binnenste dek-
sel naar onderen.
Klap het binnenste deksel naar voren.
Neem het schuin naar boven toe weg.
Open de externe klep met het mee-
geleverde gele hulpstukje.
Plaats het hulpstukje aan de boven-
kant in het midden en til het een eindje omhoog (pijl) totdat de klep aan de
bovenkant wordt geopend.
28
Zet de knop aan de warmtewisselaar
naar boven (zodat de haak van de
knop uit de groef komt).
Trek er de warmtewisselaar aan het
oogje uit.
De warmtewisselaar controleren
Reiniging en onderhoud
Zo er geen pluizen te zien zijn:
Zet de warmtewisselaar weer op zijn
plaats (zie volgende bladzijde).
Zo er wel pluizen te zien zijn:
Maak de warmtewisselaar schoon zo-
als hierna beschreven.
De warmtewisselaar schoonmaken
Hou de warmtewisselaar bij het doorspoelen absoluut in de posities die op
de twee volgende afbeeldingen worden
getoond.
Hou de warmtewisselaar tegen het
licht en kijk of u binnenin pluizen ziet.
De pijlen op de afbeelding tonen u
langs waar u erdoor kan kijken.
Spoel de warmtewisselaar langs de
lange zijde met een waterstraal uit.
29
Reiniging en onderhoud
Spoel de warmtewisselaar langs vo-
ren met een waterstraal uit.
Verwijder al het binnenin nog zichtba-
re vuil (rubriek “Warmtewisselaar controleren”). Spoel hem zo vaak als nodig uit.
Zorg ervoor dat de dichtingsrubbers
van de warmtewisselaar proper zijn.
Controleer de inschuifruimte van de
warmtewisselaar en reinig de ruimte
Controleer de inschuifruimte van de
warmtewisselaar in het toestel op
aanwezige, zichtbare pluizen.
Verwijder de pluizen met een vochtige
doek enkel uit die zones die u met de
hand kunt bereiken.
Neem ze niet weg. Ze mogen ook geen
knik vertonen!
Schud het water terdege uit de warm-
tewisselaar. Er mag geen druppel
meer te zien zijn.
30
Reiniging en onderhoud
De warmtewisselaar terugzetten
Schuif de warmtewisselaar weer hele-
maal (tot de aanslag) in het toestel.
Zet de sluitknop aan de warmtewis-
selaar horizontaal. Enkel dan valt de
haak aan de knop duidelijk in de uitsparing.
Zorg ervoor dat de dichtingsrubber
goed in de gleuf zit voor u het binnenste deksel aanbrengt.
Anders is het systeem niet dicht!
Druk de klep dicht en vergrendel ze
met de vergrendelhendel.
De vergrendelhendel moet na het vergrendelen horizontaal staan.
Zet het buitenste deksel onderaan in
en duw het bovenaan dicht tot u een
klik hoort.
Enkel indien de warmtewisselaar
en de deksels juist geplaatst en vergrendeld zijn, is het condenssysteem
keurig dicht!
Zet het binnenste deksel er met de
steunhaken onderaan in. Hou het
deksel intussen schuin en duw het
lichtjes naar onder.
31
Nuttige tips
De meeste storingen en defecten, die bij het dagelijks gebruik kunnen optreden,
kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat
u Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te
verhelpen.
Controle- en storingsmeldingen
ProbleemOorzaak en oplossing
Het controlelampje Re-
servoir leegmaken
brandt en het programma is afgebroken.
De zoemer weerklinkt.
Het programma wordt
afgebroken.
Mogelijk klinkt de zoemer en Filters/Conden-
sor of Reservoir leegmaken knippert.
Het programma wordt
afgebroken, brandt
Het controlelampje
Start knippert langzaam
en het display is donker
Het condenswaterreservoir is vol. Ofwel is er een knik
in de afvoerslang.
Giet het condenswater uit.
Controleer de afvoerslang.
Open en sluit de deur bij ingeschakelde droogau-
tomaat, zodat het controlelampje dooft.
De oorzaak is niet meteen te constateren.
Schakel de droogautomaat uit en in.
Start een programma.
Wordt het programma weer afgebroken en verschijnt
er opnieuw een foutmelding, dan gaat het om een defect. Neem contact op met de klantendienst van
Miele.
Dat is geen storing.
Bij enkele programma's wordt het programma afgebroken als de trommel te weinig of niet geladen is.
Dat kan ook gebeuren als sommige stukken wasgoed
al droog zijn.
Open en sluit de deur om verder te gaan met dro-
gen.
Droog enkele stukken wasgoed met het program-
ma Warme lucht.
Deze droogautomaat staat in stand-by. Dit is geen
fout, maar een correcte functie.
Zie “Stand-by instellen” in de rubriek “Program-
meerfuncties”.
32
ProbleemOorzaak en oplossing
Het controlelampje Fil-ter reinigen brandt na
het einde van het programma.
Het controlelampje Fil-ter reinigen brandt als
het programma is afgebroken.
Aan het einde van het
programma knipperen
de balken:
.........
brandt.De programmakiezer is versteld.
Er is vervuiling door pluizen.
Maak de pluizenzeven schoon.
De warmtewisselaar schoonmaken.
Open en sluit de deur bij ingeschakelde droogau-
tomaat, zodat het controlelampje dooft.
Er is een sterkere vervuiling door pluizen.
Maak de pluizenzeven en de warmtewisselaar
schoon.
Open en sluit de deur bij ingeschakelde droogau-
tomaat, zodat het controlelampje dooft.
Het programma is beëindigd, maar het wasgoed
wordt nog afgekoeld.
U kunt het wasgoed verwijderen en uitspreiden of
het verder laten afkoelen.
Kies het oorspronkelijke programma, dan wordt de
resterende tijd weer aangegeven.
Nuttige tips
33
Nuttige tips
Een niet-bevredigend droogresultaat
ProbleemOorzaak en oplossing
De was is onvoldoende
gedroogd
Wasgoed of met veer
gevulde hoofdkussens
krijgen door het drogen
een onaangename geur
Wasgoed van synthetische vezels is na het
drogen statisch geladen
Er hebben zich pluizen
gevormd
De belading bestond uit verschillende weefsels.
Droog met Warme lucht na.
Kies daarna een geschikt programma.
Tip: U kunt de restvochtigheid van enkele programma's afzonderlijk aanpassen. Zie rubriek “Programmeerfuncties”.
Wasgoed is met te weinig wasmiddel gewassen.
Veren hebben de eigenschap bij warmte geur te vormen.
Wasgoed: gebruik voldoende wasmiddel bij het
wassen.
Hoofdkussens: buiten de droogkast laten luchten
Gebruik bij het drogen de geurflacon (mits toeslag
verkrijgbaar) als u een bijzondere geur wenst.
Synthetisch wasgoed vertoont de neiging tot statische ladingen.
Als u wasverzachter gebruikt bij het wassen, kan
de statische lading bij het drogen afnemen.
Bij het drogen komen er pluizen vrij, die zich vooral
door slijtage bij het dragen of gedeeltelijk bij het wassen op het textiel hebben gevormd. De belasting in de
droogautomaat is eerder gering.
Pluizen worden door de pluizenfilter in de toesteldeur
en de vulopening opgevangen en kunnen eenvoudig
worden verwijderd.
Zie rubriek “Reiniging en onderhoud”.
34
Andere problemen
ProbleemOorzaak en oplossing
Het droogproces duurt
heel lang of wordt afgebroken*
Er kan geen programma
gestart worden
In het vertrek waar het toestel is geplaatst is het te
warm.
Ventileer grondig.
Resten van wasmiddelen, haartjes en fijne pluizen
kunnen verstoppingen veroorzaken.
Maak de pluizenzeven en de warmtewisselaar
schoon (zie rubriek “Reiniging en onderhoud”).
De ventilatiespleten onder de toesteldeur zitten dicht.
Verwijder de wasmand of andere voorwerpen.
De pluizenzeven zijn nat teruggeplaatst.
De pluizenzeven moeten droog zijn.
Het wasgoed is te nat.
Laat uw wasgoed in uw wasautomaat tegen een
hoger toerental centrifugeren.
De trommel is te vol.
Neem de maximumlading wasgoed voor het
droogprogramma in acht.
Door metalen ritssluitingen werd de vochtigheidsgraad van de was niet juist berekend.
Doe de ritssluitingen voortaan open.
Als het probleem achteraf nog opduikt, droogt u
dat wasgoed in het programma Warme lucht.
* Voor het starten van een programma:
Schakel de droogautomaat uit en in.
De oorzaak is niet meteen te constateren.
Steek de stekker in het stopcontact
Schakel de droogkast in
Sluit de deur van de droogkast
Controleer de zekering van uw elektrische installa-
tie
Stroomonderbreking? Na een stroomonderbreking
start het eerder uitgevoerde programma automatisch.
Nuttige tips
35
Nuttige tips
ProbleemOorzaak en oplossing
Na het schoonmaken
van de warmtewisselaar
loopt er water uit het
toestel.
De trommelverlichting
brandt niet
De warmtewisselaar en/of het binnenste deksel van
de warmtewisselaar zijn niet aangebracht en vergrendeld zoals het hoort.
Op de bodem waarover de warmtewisselaar wordt ingeschoven, blijven er pluizen vastzitten.
Zie na of het deksel en de warmtewisselaar dege-
lijk vast zitten.
Controleer eveneens de dichtingsrubbers.
Verwijder de zichtbare pluizen met een doek uit
het vak voor de warmtewisselaar.
De trommelverlichting schakelt automatisch uit (energiebesparing).
Schakel de droogautomaat uit en weer in.
Een defecte gloeilamp kunt u vervangen: Zie ach-
teraan deze rubriek.
36
Nuttige tips
Het lampje vervangen
Maak het toestel eerst stroom-
loos.
Open de deur.
Bovenaan in de vulopening vindt u
een opklapbaar dekseltje voor de
lamp.
Schuif een stuk gereedschap*, bijv.
een brede sleufschroevendraaier, onder het lipje dat aan de zijkant van
het klepje van het gloeilampje zit.
Deze gloeilamp dient van hetzelf-
de type te zijn als die welke u vervangt. Het vermogen mag niet hoger
liggen dan wat op het typeplaatje en
het lampendeksel is aangegeven.
Draai het gloeilampje linksom uit de
houder.
Vervang de gloeilamp.
Klap het dekseltje naar boven. Duw
het links en rechts stevig dicht tot u
een klik hoort.
Let erop dat het deksel stevig op
zijn plaats zit. Binnendringend vocht
kan een defect (kortsluiting) veroorzaken.
* bijv. een brede platte schroevendraaier
Door lichtjes te drukken kunt u met
een draaibeweging van uw pols het
dekseltje openen.
Het dekseltje klapt omlaag.
Deze hittebestendige lamp schaft u zich
het best enkel aan bij uw Miele-handelaar of bij de Technische Dienst van
Miele.
37
Service-afdeling
Reparaties
Neem bij storingen die u zelf niet kunt
oplossen contact op met uw Miele-handelaar of de Technische Dienst van
Miele.
Het telefoonnummer van de Technische Dienst van Miele vindt u op de
achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst
een beroep doet, geef dan altijd het
machinetype en -nummer op. Deze gegevens ziet u bij geopende deur op het
typeplaatje:
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Voor deze droogautomaat kan u zich
nog toebehoren aanschaffen bij uw
Miele-handelaar of in de Technische
Dienst van Miele.
Deze en vele andere interessante producten kunt u ook via het internet bestellen.
Droogmand
Met de droogmand kunt u producten
drogen of luchten die niet mechanisch
belast mogen worden.
Geurfles
Gebruik bij het drogen de geurflacon als
u een bijzondere geur wenst.
Voor de geurflacon hebt u bovendien
een houder nodig die in de pluizenzeef
wordt geïntegreerd.
Garantie
De garantietermijn voor dit toestel bedraagt 2 jaar.
38
Voor meer informatie zie de bijgevoegde garantievoorwaarden.
Vooraanzicht
Opstellen en aansluiten
a
Aansluitsnoer
b
Condenswaterreservoir
– na het drogen leegmaken
c
Bedieningspaneel
d
Deur
e
Klep voor de warmtewisselaar
f
Vier in de hoogte verstelbare voetjes
g
Afvoerslang voor condenswater
39
Opstellen en aansluiten
Achteraanzicht
a
Dekseloverstek met grepen voor het
transport (pijlen)
b
Aanzuigopening voor de luchtkoeling
van de warmtewisselaar
c
Aansluitsnoer
d
Afvoerslang voor condenswater
e
Toebehoren voor externe condenswateraansluiting: slangklem, adapter
en slanghouder
Plaats van opstelling
Waar de toesteldeur openzwaait,
mag u geen afsluitbare deur, schuifdeur of een deur met een scharnier
aan de andere kant installeren.
Inbouw onder een doorlopend werkblad
De montage / demontage van de
onderbouwset* moet door een vakman/vakvrouw worden uitgevoerd.
– Er is een inbouwset* noodzakelijk Het
deksel van de machine dient u te vervangen door de afdekplaat uit de inbouwset. Deze afdekplaat moet absoluut worden gemonteerd met het
oog op de elektrische veiligheid.
– Bij de inbouwset is een montage-
handleiding gevoegd.
– Door de inbouw kunnen de program-
ma´s langer uitvallen.
– Installeer de elektrische aansluiting
vlakbij de droogautomaat. Die aansluiting dient vlot toegankelijk te zijn.
Bij een inbouwhoogte van:
– 830-840 mm zijn er langere voetjes*
vereist.
– 870-885 / 915-930 mm zijn 1 of 2
sokkels* vereist.
Was- en droogzuil
U kunt deze droogautomaat met een
Miele wasautomaat tot een was- en
droogzuil combineren. Hiervoor hebt u
de Miele tussenbouwset* (WTV) nodig.
Het toestel naar de plaats van opstelling dragen
De acherste dekseloverstek heeft grepen voor het transport. Gebruik bij het
transporteren van de droogautomaat
(van de verpakkingsvloer tot de opstellingsplaats) de voorste toestelvoetjes en
de achterste dekseloverstek.
40
* Mits toeslag bij uw Miele-handelaar
verkrijgbaar
Opstellen en aansluiten
Het toestel waterpas zetten
Om een perfecte werking te waarborgen, dient u het toestel loodrecht op
te stellen.
Oneffenheden in de vloer werkt u weg
door aan de schroefvoetjes te draaien.
De luchtspleet tussen de onder-
zijde van de droogautomaat en de
vloer mag u in geen geval versmallen
door plinten, dik tapijt e.d.
Anders is er geen voldoende toevoer
van koele lucht gewaarborgd!
Openingen voor koellucht aan de
voorkant niet met een wasmand of
voorwerpen blokkeren.
Anders is er geen voldoende toevoer
van koele lucht gewaarborgd!
Plaats van opstelling verluchten
De bij het drogen aangezogen koellucht
wordt aan de voorzijde uitgeblazen en
verwarmt de kamerlucht.
Daarom moet u vooral in kleine ruimtes
voor voldoende verluchting van de
ruimte zorgen, bijv. venster openen. Anders wordt de droogtijd langer.
Voordat u het toestel transporteert
Na het drogen is er telkens een kleine
hoeveelheid condenswater in het gebied van de pomp. Dat condenswater
kan bij het kantelen van de droogautomaat uitlopen. Daarom raden wij u aan,
voor het transport gedurende ca. 1
minuut het programma Warme lucht te
starten. Het overige condenswater
wordt via de afvoerslang of in het condenswaterreservoir (die u dan nog een
keer moet leegmaken) afgevoerd.
41
Opstellen en aansluiten
Elektrische aansluiting
Deze droogkast is reeds uitgerust met
een elektriciteitskabel met stekker en
kan dus direct op het elektriciteitsnet
worden aangesloten.
De aansluitstekker moet te allen tijde
bereikbaar zijn om de droogkast van
het elektriciteitsnet te kunnen afsluiten.
De aansluiting mag uitsluitend gebeuren
op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met aarding.
In geen geval mag de droogkast op verlengsnoeren of aftakcontactdozen aangesloten worden. Er is dan eventueel risico van brand.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en
vereiste zekeringen vindt u op het typeplaatje. Vergelijk die zorgvuldig met de
gegevens van uw elektrische installatie.
42
Opstellen en aansluiten
Condenswater wegleiden
Opmerking
Het condenswater dat tijdens het drogen ontstaat, wordt via de afvoerslang
op de rugzijde van de droger naar het
reservoir voor het condenswater gepompt.
Het condenswater kunt u met de afvoerslang aan de achterkant van de
droogautomaat ook naar buiten wegleiden. Dan hoeft u het condenswaterreservoir niet meer leeg te maken.
Slanglengte: 1,50 m
Max. opvoerhoogte: 1,50 m
Max. opvoerlengte: 4,00 m
Mits toeslag is het volgende toebehoren verkrijgbaar:
– een verlengstuk,
– een terugslagklep voor externe wa-
teraansluiting in een montagepakket
dat ook een verlengstuk voor de
slang omvat.
De afvoerslang plaatsen
Niet aan de afvoerslang trekken,
hem niet uitrekken of plooien.
Die kan anders schade oplopen!
In de afvoerslang bevindt zich een geringe hoeveelheid resterend water. Hou
een reservoir gereed.
Trek de slang van de tuit af.
Laat het aanwezige resterende water
in het reservoir lopen.
Wikkel de slang van de slangrol en
trek ze voorzichtig uit de klemmen.
Voer de slang - zo u dat wenst - naar
rechts of links.
43
Opstellen en aansluiten
Laat de slang in de middelste klem zitten, zodat deze niet per ongeluk kan
worden geknikt.
De afvoerslang (in de wasbak/vloerafvoer) hangen
Zie de illustratie van het vooraanzicht.
Zorg ervoor dat de afvoerslang
niet kan wegglijden als u hem in een
wasbak hangt. Bind hem eventueel
vast.
Anders kan het wegvloeiende water
eventueel schade veroorzaken.
Gebruik de boogvormige houder om
knikken in de afvoerslang te vermijden.
44
Bijzondere aansluitomstandigheden
waarbij een terugslagklep is vereist
Zonder terugslagklep kan er wa-
ter in de droogautomaat terugstromen of worden teruggezogen en uitlopen.
Dit water kan schade aan de droogautomaat of aan de omgeving van
het toestel veroorzaken.
Bij de onderstaande bijzondere aansluitomstandigheden moet een terugslagklep worden gebruikt.
Opstellen en aansluiten
Bijzondere aansluitomstandigheden
waarbij een terugslagklep is vereist:
– Afvoer in een wasbak of een afvoer in
de vloer, wanneer het einde van de
slang in water wordt gedompeld.
– Aansluiting op de sifon van een was-
bak.
– Diverse aansluitmogelijkheden waar-
op bijv. ook een wasautomaat of een
vaatwasser aangesloten zijn.
De maximum opvoerhoogte met de terugslagklep bedraagt: 1,00 m
Voorbeeld: Aansluiting op de sifon van
een wasbak
De afvoerslang met de terugslagklep
kunt u rechtstreeks op een speciale
wasbaksifon aansluiten.
Bovenaan op de rugzijde van de
droogautomaat vindt u het toebehoren: het aanpasstuk 1 en daarachter
de slangklem 3.
45
Opstellen en aansluiten
Installeer het aanpasstuk 1 met de
dopmoer van de wasbak 2 aan de sifon van de wasbak.
Normaal gesproken beschikt de dopmoer van de wasbak over een schijf
die u moet verwijderen.
Steek het uiteinde van de slang 4 op
het aanpasstuk 1.
Gebruik de slanghouder.
Draai de slangklem 3 vlak achter de
dopmoer van de wasbak met een
schroevendraaier vast.
1. Aanpasstuk
2. Wartelmoer voor de wasbak
3. Slangklem
4. Slangeinde (aan slanghouder beves-
tigd)
5. Terugslagklep
6. Afvoerslang van de droogkast
Steek de terugslagklep 5 in de af-
voerslang 6 van de droogkast.
De terugslagklep 5 moet worden geinstalleerd met de pijl in de stromingsrichting (in de richting van de
wasbak).
Bevestig de terugslagklep met de
slangklem.
46
Verbruiksgegevens
1
Lading
kgOmw/min%kWhmin
Witte/Bonte was kastdroog
Witte/Bonte was kastdroog 7,0
Katoen strijkvochtig7,0
Kreukherstellend kastdroog3,51200401,4045
Kreukherstellend strijkvochtig3,51200401,2039
Automatic extra5,0800502,70114
1
Gewicht van droog wasgoed
2
Testprogramma volgens richtlijn 392/2012/EU voor het energielabel gemeten conform EN 61121
Alle niet-gemarkeerde waarden zijn in overeenstemming met de norm EN 61121
Stroomverbruik in uitgeschakelde toestand:
Stroomverbruik in ingeschakelde toestand:
2
7,0
3,5
7,0
7,0
7,0
7,0
7,0
Centrifugeerstand wasau-
tomaat
1000
1000
1200
1400
1600
1000
1200
1400
1600
Rest-
vochtig-
heid
60
60
53
50
44
60
53
50
44
Stroom-
ver-
bruik
4,14
2,28
3,75
3,55
3,15
3,10
2,75
2,55
2,20
0,10 W
3,50 W
Pro-
gram-
maduur
109
65
100
95
86
89
79
74
65
Opmerking met het oog op vergelijkende tests:
Bij tests uitgevoerd volgens EN 61121 dient u, voor u met de beoordelingstests aanvangt, 3 kg katoenen wasgoed volgens deze norm met 70% aanvankelijke restvochtigheid in het programma Witte/Bonte was kastdroog te laten drogen zonder daarbij een bijkomende functie te kiezen.
Deze cijfers kunnen wijzigingen ondergaan; onder meer door het verschil in textielsoort, in het
gewicht van het te drogen wasgoed, in de restvochtigheid na het centrifugeren of door schommelingen in de stroomvoorziening.
47
Technische gegevens
Hoogte850 mm
Breedte595 mm
Diepte586 mm
Diepte met geopende deur1062 mm
Inbouwhoogte820 mm
Breedte voor inbouw600 mm
Diepte voor inbouw600 mm
kan onder een werkblad geschoven
worden
kan in een zuil geplaatst wordenja
Gewichtca. 51 kg
Trommelinhoud111 l
Maximumlading7,0 kg (gewicht van droog wasgoed)
Capaciteit condenswaterreservoir4,2 l
Slanglengte1,5 m
De maximale opvoerhoogte bedraagt1,5 m
De maximale opvoerlengte bedraagt4,00 m
Snoerlengte2,00 m
Aansluitspanningzie typeplaatje
Aansluitwaardezie typeplaatje
Zekeringenzie typeplaatje
Vermogen van de gloeilampzie typeplaatje
Verkregen labelszie typeplaatje
ja
48
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke droogtrommels
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 392/2012
MIELE
Identificatie van het modelTDA140 C
Nominale capaciteit
Type huishoudelijke trommel (Luchtafvoer / condensatie)- / ●
Gewogen energieverbruik in sluimerstand (Pl)0,10 W
Duur van de sluimerstand (Tl)
Standaardprogramma waarop de informatie op het etiket en de productkaart
betrekking heeft
Programmaduur van het standaard katoenprogramma
Gewogen programmaduur84 min
Programmaduur bij volledige lading109 min
Programmaduur bij gedeeltelijke lading65 min
Condensatie-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Gewogen condensatie-efficiëntie van het “standaard katoenprogramma bij
volledige en gedeeltelijke lading”
Gemiddelde condensatie-efficiëntie van het “standaard katoenprogramma
bij volledige lading”
Gemiddelde condensatie-efficiëntie van het “standaard katoenprogramma
bij gedeeltelijke lading”
Geluidsvermogensniveau (LWA)
Inbouwapparaat-
1
2
3
4
5
6
7,0 kg
494 kWh/jaar
10 min
Katoen met pijl
91 %
93 %
90 %
63 dB(A) re 1 pW
● Ja, aanwezig
1
In kg katoenen wasgoed voor het standaard katoenprogramma bij volledige lading
2
Gebaseerd op 160 droogcycli met het standaard katoenprogramma bij volledige en gedeeltelijke lading, en het verbruik in de energiebesparende standen. Het werkelijke verbruik hangt af van de wijze
waarop het apparaat wordt gebruikt.
49
Technische gegevens
3
Wanneer de huishoudelijke droogtrommel uitgerust is met een systeem voor stroomverbruikregeling
4
Dit programma is geschikt voor het drogen van normaal vochtig katoenen wasgoed en is voor katoen
het efficiëntste programma in termen van energieverbruik.
5
Wanneer de huishoudelijke droogtrommel een condensdroogtrommel is
6
Voor het “standaard katoenprogramma”, gebruikt bij volledige lading
50
Programmeerfuncties om de standaardwaarden te wijzigen
Deze droogautomaat is in de fabriek zo ingesteld dat hij voor elke toepassing
effectief werkt. Tevens biedt deze droogautomaat u de mogelijkheid standaardwaarden te wijzigen. Hier kunt u de elektronische besturing van de
droogautomaat aan uw specifieke wensen aanpassen.
U kunt de programmeerfuncties gebruiken – het is echter niet noodzakelijk.
51
Programmeerfuncties
Restvochtigheid in het programma “Katoen” wijzigen
De elektronische besturing is berekend op energiebesparing bij het drogen. U kunt in dit programma de
droogtegraden zelf instellen op droger
of vochtiger.
Uitzondering: De droogtegraad Kast-droog blijft onveranderd.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen (, , ...) met behulp
van toetsen Start en de programmakiezer.
Voorwaarde:
– Deze droogautomaat is uitgescha-
keld.
– De deur is dicht.
– De programmakiezer staat in de
stand Einde.
Druk op de toets Start en houd deze
tijdens de stappen - ingedrukt.
Schakel de droogautomaat in.
Welke optie gekozen werd, wordt in
het display door een cijfer aangeduid,
dat afwisselend met verschijnt.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk willekeurig moment wijzigen.
Controle
Voer de stappen - uit.
Schakel na de controlelampjes van
de droogautomaat na de test uit.
Wacht totdat het controlelampje
Start permanent brandt . . .
. . . en laat de toets Start vervolgens
los.
Het controlelampje Reservoir leegma-ken knippert 1x.
52
Programmeerfuncties
Restvochtigheid in het programma “Kreukherstellend”
wijzigen
De elektronische besturing is berekend op energiebesparing bij het drogen. U kunt in dit programma de
droogtegraden zelf instellen op droger
of vochtiger.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen (, , ...) met behulp
van toetsen Start en de programmakiezer.
Voorwaarde:
– Deze droogautomaat is uitgescha-
keld.
– De deur is dicht.
– De programmakiezer staat in de
stand Einde.
Druk op de toets Start en houd deze
tijdens de stappen - ingedrukt.
Schakel de droogautomaat in.
Wacht totdat het controlelampje
Start permanent brandt . . .
Welke optie gekozen werd, wordt in
het display door een cijfer aangeduid,
dat afwisselend met verschijnt.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk willekeurig moment wijzigen.
Controle
Voer de stappen - uit.
Schakel na de controlelampjes van
de droogautomaat na de test uit.
. . . en laat de toets Start vervolgens
los.
Draai de programmakiezer op Katoen
kastdroog+.
Het controlelampje Reservoir leegmaken knippert 2x.
53
Programmeerfuncties
Kreukbeveiliging instellen
Om kreuken te vermijden als u het
wasgoed na afloop van het programma niet meteen uit het toestel neemt.
Na afloop van het programma draait
de trommel nog 2 uur lang met tussenpozen.
De kreukbeveiliging
– is in de fabriek ingeschakeld. U kunt
deze functie verkorten of uitschakelen.
– is in alle programma's, behalve bij
Wol actief.
– moet altijd ingeschakeld blijven.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen (, , ...) met behulp
van toetsen Start en de programmakiezer.
Voorwaarde:
– Deze droogautomaat is uitgescha-
keld.
– De deur is dicht.
Welke optie gekozen werd, wordt in
het display door een cijfer aangeduid,
dat afwisselend met verschijnt.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk willekeurig moment wijzigen.
Controle
Voer de stappen - uit.
Schakel na de controlelampjes van
de droogautomaat na de test uit.
– De programmakiezer staat in de
stand Einde.
Druk op de toets Start en houd deze
tijdens de stappen - ingedrukt.
Schakel de droogautomaat in.
Wacht totdat het controlelampje
Start permanent brandt . . .
. . . en laat de toets Start vervolgens
los.
Draai de programmakiezer op Katoen
kastdroog.
Het controlelampje Reservoir leegmaken knippert 3x.
54
Programmeerfuncties
Zoemer uit-/inschakelen
Deze droogautomaat vertelt u met een
zoemsignaal dat het programma afgelopen is (maximaal 1 h met tussenpozen).
In de fabriek werd de zoemer ingeschakeld, u kunt hem uitschakelen.
Het constante waarschuwingssignaal
bij foutmeldingen werkt onafhankelijk
van de instelling (aan of uit) van de zoemer.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen (, , ...) met behulp
van toetsen Start en de programmakiezer.
Voorwaarde:
– Deze droogautomaat is uitgescha-
keld.
– De deur is dicht.
– De programmakiezer staat in de
stand Einde.
Welke optie gekozen werd, wordt op
het display door een cijfer aangeduid,
dat afwisselend verschijnt met .
Zoemer uit
Zoemer aan (fabrieksinstelling)
(Het controlelampje Luchtkanalen
reinigen knippert extra 1 keer)
Door op de toets Start te drukken,
kunt u het cijfer omschakelen.
Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk willekeurig moment wijzigen.
Controle
Voer de stappen - uit.
Schakel nu de controlelampjes van
de droogautomaat na de test uit.
Druk op de toets Start en houd deze
tijdens de stappen - ingedrukt.
Schakel de droogautomaat in.
Wacht totdat het controlelampje
Start permanent brandt . . .
. . . en laat de toets Start vervolgens
los.
Draai de programmakeuzeknop op
Witte/Bonte was temper. laag.
Het controlelampje Reservoir leegma-ken knippert 4 keer.
55
Programmeerfuncties
Programmakeuze “Automatic
plus” wijzigen
In dit programma is het droogresultaat
op de standaard droogtegraad Kast-droog afgesteld. U hebt de mogelijkheid naar droogtegraad Strijkvochtig
(vochtiger) of Kastdroog+ (droger dan
de standaard droogtegraad) over te
schakelen.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen (, , ...) met behulp
van toetsen Start en de programmakiezer.
Voorwaarde:
– Deze droogautomaat is uitgescha-
keld.
– De deur is dicht.
– De programmakiezer staat in de
stand Einde.
Druk op de toets Start en houd deze
tijdens de stappen - ingedrukt.
Schakel de droogautomaat in.
Wacht totdat het controlelampje
Start permanent brandt . . .
Welke optie gekozen werd, wordt in
het display door een cijfer aangeduid,
dat afwisselend met verschijnt.
(Het controlelampje Luchtkanalen
reinigen knippert 1 keer extra)
Afkoeltijd 10 minuten langer
(Het controlelampje Luchtkanalen
reinigen knippert 2 keer extra)
Door op de toets Start te drukken,
kunt u het cijfer omschakelen.
Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk willekeurig moment wijzigen.
Controle
Voer de stappen - uit.
Schakel nu de controlelampjes van
de droogautomaat na de test uit.
. . . en laat de toets Start vervolgens
los.
Draai de programmakeuzeknop op
Witte/Bonte was mangelvochtig.
Het controlelampje Reservoir leegma-ken knippert 7 keer.
57
Programmeerfuncties
Stand-by instellen
De controlelampjes doven na 10 minuten en het controlelampje van de toets
Start knippert langzaam: energiebesparing.
Droogautomaat “wekken” uit Stand-bystand
Programmakiezer draaien of op Start-
drukken. Beide mogelijkheden hebben geen invloed op een lopend programma.
aan
De stand-by-functie is ingeschakeld en
de controlelampjes doven na 10 minuten uit:
– als u na het inschakelen van het toe-
stel geen programma kiest,
– na de start van het programma.
Let wel: aan het einde van het programma of voor het einde van de kreukherstellingsfase worden de controlelampjes
voor telkens 10 minuten ingeschakeld.
De zoemer (indien ingeschakeld) weerklinkt gedurende 10 minuten aan het
einde van het programma.
niet terwijl het programma loopt (fabrieksinstelling)
Zoals beschreven onder “aan”.
Let wel: de controlelampjes doven niet
zolang het programma loopt.
Uit
de controlelampjes doven niet zolang
het toestel ingeschakeld is.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen (, , ...) met behulp
van toetsen Start en de programmakiezer.
Voorwaarde:
– Deze droogautomaat is uitgescha-
keld.
– De deur is dicht.
– De programmakiezer staat in de
stand Einde.
Druk op de toets Start en houd deze
tijdens de stappen - ingedrukt.
Schakel de droogautomaat in.
Wacht totdat het controlelampje
Start permanent brandt . . .
. . . en laat de toets Start vervolgens
los.
58
Draai de programmakiezer op Ont-
kreuken.
Het controlelampje Reservoir leegmaken knippert 8 keer.
Welke optie gekozen werd, wordt op
het display door een cijfer aangeduid,
dat afwisselend verschijnt met .
Aan
niet terwijl het programma loopt
(fabrieksinstelling)
(controlelampje Luchtkanalen reinigen knippert 1 keer extra)
Uit
(Het controlelampje Luchtkanalen
reinigen knippert 2 keer extra)
Door op de toets Start te drukken,
kunt u het cijfer omschakelen.
Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk willekeurig moment wijzigen.
Controle
Voer de stappen - uit.
Programmeerfuncties
Schakel nu de controlelampjes van
de droogautomaat na de test uit.
59
Programmeerfuncties
Functie van de aanduiding
luchtkanalen wijzigen
Pluizen moeten na het drogen worden
verwijderd. Het controlelampje Lucht-kanalen reinigen herinnert u daaraan,
zodra een bepaalde hoeveelheid pluizen voorhanden is. U kunt zelf bepalen
bij welke hoeveelheid pluizen u daaraan wilt worden herinnerd.
Door te proberen stelt u vast welke instelling het best met uw drooggewoonten overeenstemt.
Bij sommige storingen kan het controlelampje onafhankelijk van deze programmeerfunctie gaan branden.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen (, , ...) met behulp
van toetsen Start en de programmakiezer.
Voorwaarde:
– Deze droogautomaat is uitgescha-
keld.
– De deur is dicht.
– De programmakiezer staat in de
stand Einde.
Druk op de toets Start en houd deze
tijdens de stappen - ingedrukt.
Schakel de droogautomaat in.
Wacht totdat het controlelampje
Start permanent brandt . . .
Het controlelampje Reservoir leegma-ken knippert 1 keer lang.
Welke optie gekozen werd, wordt op
het display door een cijfer aangeduid,
dat afwisselend verschijnt met .
Het controlelampje Luchtkanalen
reinigen heeft geen betekenis
Het controlelampje Luchtkanalen
reinigen brandt pas bij overmatige
pluisvorming
(Het controlelampje Luchtkanalen
reinigen knippert 1 keer extra)
Fabrieksinstelling
(Het controlelampje Luchtkanalen
reinigen knippert 2 keer extra)
Het controlelampje Luchtkanalen
reinigen brandt reeds bij geringe
pluisvorming
(Het controlelampje Luchtkanalen
reinigen knippert 3 keer extra)
Door op de toets Start te drukken,
kunt u het getal omschakelen.
Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk willekeurig moment wijzigen.
Controle
Voer de stappen - uit.
Schakel nu de controlelampjes van
de droogautomaat na de test uit.
. . . en laat de toets Start vervolgens
los.
Draai de programmakiezer op Finish
Wol.
60
Programmeerfuncties
Instelling van de geleidbaarheid wijzigen
U dient deze programmeerfunc-
tie alleen in te stellen wanneer de
restvochtigheid van het wasgoed
verkeerd wordt berekend door heel
kalkarm water.
Voorwaarde
Het water waarin het textiel wordt gewassen is heel kalkarm en de geleidbaarheid (elektrisch geleidend vermogen) is kleiner dan 150 μS/cm. De geleidbaarheid van het drinkwater kunt u
bij uw waterbedrijf opvragen.
Activeer deze programmeerfunc-
tie alleen wanneer aan de bovenstaande voorwaarden voldaan is. Anders wordt de was onvoldoende gedroogd!
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen (, , ...) met behulp
van toetsen Start en de programmakiezer.
Voorwaarde:
– Deze droogautomaat is uitgescha-
keld.
. . . en laat de toets Start vervolgens
los.
Draai de programmakiezer op Koude
lucht.
Het controlelampje Reservoir leegmaken knippert 1 keer lang, 2 keer kort.
Welke optie gekozen werd, wordt op
het display door een cijfer aangeduid,
dat afwisselend verschijnt met .