Miele T 8823 C User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing Condensdroger
Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt, in­stalleert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 09 872 210
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut. Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het mi­lieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
-
-
de handelaar bij wie u het kocht
– of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
­naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
Stroom sparen
Zo kan u vermijden dat de droogtijd on­nodig langer duurt en er meer stroom wordt verbruikt:
– Laat het wasgoed in de wasauto-
maat tegen het hoogste toerental centrifugeren. Zo spaart u bij het drogen ca. 30 % stroom en tijd als u bv. bij 1600 t.p.m. in de plaats van bij 800 t.p.m. laat centrifugeren.
Gebruik tijdens elk droogprogramma de volledige trommellading. Dan is het stroomverbruik voor de hele lading het gunstigst.
Zorg voor een degelijke ventilatie van het vertrek waar het toestel moet werken.
Maak na elke droogbeurt absoluut de pluizenzeven schoon.
Controleer af en toe de warmtewisse laar. Maak die schoon als dat nodig blijkt.
-
-
-
2
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................6
Bediening van de droogautomaat ...................................15
Bedieningspaneel .................................................15
Opmerkingen omtrent het wasgoed..................................17
Onderhoudssymbolen op het etiket ...................................17
Droogtips ........................................................17
Zo droogt u juist..................................................18
Korte handleiding .................................................18
Extra functies/Startuitstel ..........................................21
Extra functies .....................................................21
Temperatuur laag ...............................................21
Zoemer .......................................................21
Startuitstel .......................................................21
Programmaoverzicht ..............................................22
Programmaverloop wijzigen ........................................25
Lopend programma................................................25
- veranderen ..................................................25
- afbreken en een nieuw programma kiezen. ..........................25
- afbreken en het wasgoed uitnemen. ...............................25
Wasgoed toevoegen of uitnemen .....................................25
Resterende tijd....................................................25
Elektronisch slot .................................................26
Reiniging en onderhoud ...........................................27
Het condenswaterreservoir leegmaken.................................27
Pluizenzeef schoonmaken ...........................................28
Droog schoonmaken ............................................28
De zeven vochtig schoonmaken ...................................29
3
Inhoud
De droogautomaat zelf .............................................29
De warmtewisselaar schoonmaken ....................................30
De warmtewisselaar uitnemen .....................................30
De warmtewisselaar controleren ...................................31
De warmtewisselaar schoonmaken .................................31
De warmtewisselaar terugzetten ...................................32
Storingen verhelpen ..............................................33
Wat gedaan als...?...............................................33
Controle- en storingsmeldingen ......................................33
Een niet-bevredigend droogresultaat ..................................37
Andere problemen.................................................38
Het lampje vervangen ..............................................40
Technische dienst ................................................41
Herstellingen .....................................................41
Het programma updaten ............................................41
Duur en voorwaarden van de waarborg ................................41
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ..................................41
Opstellen en aansluiten............................................42
Vooraanzicht .....................................................42
Achteraanzicht....................................................43
Opstellingsplaats ..................................................43
Droogautomaat naar de opstellingsplaats dragen......................43
Onderbouw onder een werkblad ...................................43
Droogautomaat uitlijnen ..........................................44
Opstellingsruimte verluchten ......................................44
Was- en droogzuil...............................................44
Voordat u het toestel transporteert ..................................44
Het condenswater laten afvoeren .....................................45
De afvoerslang (in de wasbak/ afvoeropening in de vloer) hangen.........46
Bijzondere aansluitomstandigheden ................................46
Elektrische aansluiting ..............................................48
4
Inhoud
Verbruiksgegevens ...............................................49
Technische gegevens .............................................50
Productkaart voor huishoudelijke droogtrommels .........................51
Programmeerfuncties .............................................53
Restvochtigheid in het programma "Katoen" wijzigen ......................53
Restvochtigheid in het programma "Kreukherstellend" wijzigen ..............54
Kreukbeveiliging instellen............................................55
Het volume van de zoemer instellen ...................................56
Restvochtigheid in het programma "Automatisch plus" wijzigen..............57
Verlenging van de afkoeltijd instellen ..................................58
Stand-by instellen .................................................59
Memory-functie instellen ............................................61
Functie van de aanduiding Filters wijzigen ..............................62
Bevestigingstoon instellen ...........................................63
Instelling van de geleidbaarheid wijzigen ...............................64
Droogtegraadstappen toevoegen .....................................65
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Lees absoluut deze gebruiksaanwijzing.
~
Deze droogautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids voorschriften. Bij ondeskundig gebruik kan er schade optreden aan het toestel en kan de gebruiker gevaar lopen.
Lees deze gebruiksaanwijzing voor u deze droogautomaat voor het eerst gebruikt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het toestel. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan de droogautomaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Deze droogautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden
~
en in gelijkaardige omgevingen.
Deze droogautomaat is niet bestemd voor gebruik buitenshuis.
~
Gebruik de droogautomaat uitsluitend voor huishoudelijke toe
~
passing en uitsluitend voor het drogen van in water gewassen was goed waarvan de fabrikant op het etiket heeft aangegeven dat deze geschikt is voor de droogautomaat. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet ver antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
-
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om deze droogautomaat veilig te bedienen, mogen deze droogauto maat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verant woordelijk iemand gebruiken.
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de droog
~
automaat te worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de droogautomaat alleen zonder
~
toezicht bedienen, reinigen of onderhouden wanneer hen de wasau­tomaat zodanig is toegelicht dat ze de droogautomaat veilig kunnen bedienen, reinigen of onderhouden. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve hantering kunnen beseffen en begrijpen.
Let op kinderen die in de buurt van de droogautomaat komen.
~
Laat ze nooit met de droogautomaat spelen.
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer of het toestel geen uiterlijk zichtbare schade vertoont
~
voordat u het opstelt. Beschadigde toestellen mag u nooit opstellen noch in gebruik ne men.
Vergelijk de gegevens omtrent de aansluiting (smeltveiligheden,
~
spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektrici teitsnet bij u ter plaatse voordat u het toestel aansluit. Vraag eventu eel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De betrouwbare en zekere werking van de droogkast is enkel ge-
~
garandeerd wanneer de droogkast aan het openbare elektriciteits­net is aangesloten.
De elektrische veiligheid van dit toestel is enkel gewaarborgd
~
wanneer het op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsys­teem is aangesloten. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamen­tele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw installatie door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
-
-
-
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Gebruik van
~
een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee op brand.
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat het dan vervangen door
~
een vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene
~
risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele niet aan sprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uitvoe ren door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
8
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door origi
~
nele Miele-vervangstukken. Enkel daardoor bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele op vlak van veiligheid stelt.
Bij storingen of bij reiniging en onderhoud is deze droogautomaat
~
pas van het stroomnet losgekoppeld indien
u de stekker uit het stopcontact haalt of
de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld of
de schroefzekering op uw elektrische installatie helemaal uitge
draaid is.
Deze droogautomaat mag niet op niet-stationaire plaatsen (bijv.
~
schepen) worden gebruikt.
Voer geen veranderingen aan de droogautomaat uit die niet uit-
~
drukkelijk door Miele zijn toegestaan.
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Neem de aanwijzingen in de rubriek "Opstellen en aansluiten" en
~
de rubriek "Technische gegevens" in acht.
De aansluitstekker moet te allen tijde bereikbaar zijn om de
~
droogautomaat van het elektriciteitsnet te kunnen afsluiten.
De luchtspleet tussen de onderzijde van de droogautomaat en de
~
vloer mag u in geen geval versmallen door plinten, dik tapijt e.d. An ders is er geen voldoende toevoer van koele lucht gewaarborgd!
-
In het zwenkbereik van de droogautomaatdeur mag u geen af
~
sluitbare deur, schuifdeur of een deur met een scharnier aan de an dere kant installeren.
Deze droogkast heeft vanwege speciale eisen (ten aanzien van
~
onder meer de temperatuur, de vochtigheid, de chemische bestendigheid, de slijtvastheid en vibraties) een speciale lamp. De lamp mag alleen voor deze toepassing worden gebruikt. De lamp is niet geschikt voor normale verlichtingsdoeleinden.
-
Efficiënt gebruik
De maximumlading bedraagt 7 kg (droog wasgoed). In de ru-
~
briek "Programmaoverzicht" vindt u de deels kleinere ladingen voor afzonderlijke programma's.
Brandgevaar!
~
Deze droogautomaat mag niet op een instelbaar stopcontact (bijv. via een schakelklok of op een elektrische installatie met piekbelastinguitschakeling) worden aangesloten. Als het droogprogramma voor beëindiging van de afkoelfase is af gebroken, dan bestaat het gevaar van zelfontbranding van het was goed.
-
-
-
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wegens brandgevaar is het verboden textiel te drogen wanneer
~
dit textiel niet is gewassen.
dit textiel niet voldoende is gereinigd en sporen van olie,
vethoudende of andere substanties vertoont (bv. keuken- en cosmeticawasgoed met restanten marineerolie, olie, vet of creme). Bij niet voldoende gereinigd wasgoed bestaat er gevaar op brand door zelfontbranding van het wasgoed, zelfs na beëindiging van het drogen en buiten de droogautomaat.
dit textiel sporen van brandgevaarlijke reinigingsmiddelen bevat,
of restanten van aceton, alcohol, benzine, petroleum, kerosine, vlekkenverwijderaar, terpentijn, was, wasverwijderaar of chemica­liën (dit kan bv. het geval zijn bij moppen, opnemers en poetsdoeken).
– er op dit textiel resten van een haarverstevigingsproduct,
hairspray, nagellakverwijderingsproduct of gelijkaardig product voorkomen.
Dergelijk sterk vervuild wasgoed moet u daarom bijzonder grondig wassen: gebruik hierbij extra wasmiddel en selecteer een hoge temperatuur. Bij twijfel dient u het wasgoed verscheidene malen te wassen.
Verwijder alle voorwerpen uit de zakken (zoals aanstekers, luci
~
fers).
Waarschuwing: Schakel de droogautomaat nooit uit voordat een
~
droogprogamma afloopt. Dit is enkel toegestaan wanneer al het wasgoed onmiddellijk uit de trommel kan worden genomen en met een kan worden uitgespreid, zodat de warmte meteen kan worden afgegeven.
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wasverzachters of vergelijkbare producten moeten steeds zo
~
worden gebruikt als vermeld in de gebruiksinstructies voor de was verzachters.
Wegens brandgevaar is het te allen tijde verboden stukken textiel
~
of producten te drogen:
wanneer industriële chemicaliën werden gebruikt voor de reini
ging (bv. bij een chemische reiniging).
die hoofdzakelijk schuimrubberen, rubberen of rubberachtige de
len bevatten. Het gaat hierbij bv. om producten uit schuimrubberlatex, douchekappen, waterdichte stoffen, met rub ber beklede artikelen en kledingstukken en hoofdkussens met schuimrubbervlokken.
– die een vulling hebben en beschadigd zijn (bv. kussens of
jassen). Vulling die eruit valt kan brand veroorzaken.
Na de verwarmingsfase volgt bij veel programma's de afkoelfase
~
om te garanderen dat de stukken wasgoed geen temperatuur be­reiken waarbij ze mogelijk beschadigd worden (bv. het vermijden van zelfontbranding van het wasgoed). Pas na deze afkoelfase is het programma afgelopen. Neem het wasgoed altijd direct en in zijn geheel uit het toestel na af loop van het programma.
-
-
-
-
-
Leun niet op de toesteldeur. Deze droogautomaat kan anders
~
omkantelen.
Sluit de deur na elk gebruik. Zo voorkomt u dat
~
kinderen in het toestel proberen te kruipen of er voorwerpen in verstoppen.
er kleine dieren in de trommel kruipen.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze droogautomaat mag niet zonder pluizenzeven of met be
~
schadigde pluizenzeven worden gebruikt.
De pluizenzeven moeten regelmatig worden gereinigd!
~
Deze droogautomaat mag niet zonder warmtewisselaar worden
~
gebruikt.
De pluizenzeven moeten na een vochtige reiniging worden ge
~
droogd. Door natte pluizenzeven kunnen er storingen optreden in de werking van het toestel tijdens het drogen!
Stel de droogautomaat niet op in een vertrek waar het kan vrie
~
zen. Temperaturen rond of onder het vriespunt hebben een negatie­ve invloed op de werking van de droogautomaat. Bevroren con­denswater in de pomp en in de afvoerslang kan schade veroorza­ken. De toegelaten kamertemperatuur mag tussen +2 °C en +35 °C lig­gen.
Wanneer u een externe afvoerslang voor het condenswater aan-
~
sluit, moet u de slang vastmaken als u deze bijvoorbeeld in een wasbak hangt. Anders kan de slang wegglijden en kan het weglopende condens water schade veroorzaken.
-
-
-
-
Condenswater is geen drinkwater. Het kan de gezondheid van
~
mens en dier schade toebrengen wanneer het wordt opgedronken.
Hou het vertrek waar de droogautomaat opgesteld staat, altijd vrij
~
van stof en pluizen. Vuildeeltjes in de aangezogen koellucht kunnen na verloop van tijd de warmtewisselaar verstoppen.
Spuit de droogautomaat niet nat af.
~
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd,
~
mag worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan ver valt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Droogautomaten en wasautomaten van Miele kunnen in een was-
~
en droogzuil gecombineerd worden opgesteld. Tevens is een Miele was-droogverbindingsset vereist; dit is met toeslag verkrijgbaar toe behoren. Let erop dat de was-droogverbindingsset geschikt is voor de Miele droogautomaat en de Miele wasautomaat.
Let erop dat de voet van Miele (met toeslag verkrijgbaar toebeho-
~
ren) bij deze droogautomaat past.
,
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is door-
dat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
-
14
Bedieningspaneel
Bediening van de droogautomaat
a Toets Temperatuur laag
Delicaat wasgoed wordt bij lage tem­peratuur gedroogd.
b Toets voor droogtegraden
Controlelampjes kenmerken de ge­kozen droogtegraad.
c Display
Zie volgende pagina.
d Toets Startuitstel
Deze toets heeft een dubbele func­tie:
- Startuitsteltijd kiezen
- Programmaduur Warme lucht/ Koude lucht kiezen.
e Toets Zoemer
Het einde van het programma wordt akoestisch aangegeven.
f Display Perfect Dry
Voor alle droogtegraadprogramma's. Zie volgende pagina.
g Controle-/storingslampje
Zie hoofdstuk "Storingen verhelpen" en "Klantendienst".
h Toets Start/Stop
Hiermee wordt het programma ge­start of afgebroken. De toets knippert bij programmakeu­ze en brandt na de start van het pro­gramma.
i Programmakiezer
De controlelampjes geven het geko zen programma aan.
j Toets Deur
U kan de toesteldeur steeds met deze toets openmaken, of het toestel onder stroom staat of niet.
k Toets jk (I-aan/0-uit)
Om het toestel in en uit te schakelen.
-
15
Bediening van de droogautomaat
Op de display wordt het volgende weergegeven
De duur van het programma.
Het programmaverloop
Drogen Koude lucht Einde.
Controle- en storingsmeldingen.
Bovendien worden op de display de volgende functies geselecteerd
De programmaduur Warme lucht,
Koude lucht.
– Het startuitstel.
U kunt een gekozen programma la­ter door de droogautomaat laten starten Na afloop van het startuitstel start het programma automatisch.
– De programmeerfuncties.
Met de programmeerfuncties kunt u de elektronische besturing van de droogautomaat aan uw specifieke wensen aanpassen. Meer informatie vindt u in de gelijknamige rubriek, op het einde van deze handleiding.
Indicator Perfect Dry
Het Perfect Dry-systeem meet de rest vochtigheid van het wasgoed in de droogtegraadprogramma's en zorgt zo voor een precieze droging.
Na het starten van het programma be rekent de elektronische besturing de programmaduur (resttijdprognose). Hiervoor knippert het controlelampje Perfect Dry.
Na korte tijd wordt de programmaduur getoond en dooft het controlelampje. Bij het bereiken van de ingestelde droogtegraad licht het controlelampje Perfect Dry op tot het einde van het programma.
De indicator Perfect Dry blijft bij deze tijdgestuurde programma's altijd don ker: Finish Wol, Koude lucht, Warme
lucht, Gladstrijken.
Opmerking bij de programma duur / resttijdprognose
Op de display wordt de vermoedelijke programmaduur getoond (resttijdprognose). Op grond van deze factoren kan de schatting van de resterende tijd telkens weer verschillen: het resterende vocht na het centrifugeren, de textielsoort, de hoeveelheid wasgoed, de kamertempe­ratuur of spanningsschommelingen in het stroomnet.
Daarom past de elektronische bestu ring zich bij elke lading wasgoed tel kens opnieuw aan. Zo wordt de reste rende tijd steeds nauwkeuriger aange duid. De resttijdprognose wordt tijdens het drogen gecontroleerd. Daardoor kan de tijdsaanduiding in enkele geval len verspringen.
-
Programma's kunnen eveneens te vroeg ten einde lopen. Bijvoorbeeld bij heel fijne weefsels, een zeer kleine la ding of indien er even tevoren nog werd gedroogd.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
16
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Onderhoudssymbolen op het etiket
"Drogen"
q Normale/hogere temperatuur. r Lagere temperatuur:
Temperatuur laag kiezen (voor delicaat wasgoed).
s Niet geschikt voor de droogau
tomaat.
Strijken en mangelen
I Zeer heet. H Heet. G Warm. J Niet strijken/mangelen.
Droogtips
– Houd steeds rekening met de maxi-
mumlading die in de rubriek "Pro­grammaoverzicht" wordt opgegeven.
Bij een overladen trommel wordt het wasgoed niet zo behoedzaam be handeld. Het droogresultaat komt hierbij in het gedrang en er kunnen ook meer kreuken optreden.
Stop geen drijfnat wasgoed in de trommel! Textiel na het wassen min stens 30 seconden laten centrifuge ren.
Maak jassen open matig zouden drogen.
Een gemengde lading van katoen, bont wasgoed, kreukherstellend tex tiel kunt u in het prrogramma Auto matic+ drogen.
Wol en gemengde weefsels die wol bevatten hebben de neiging te vilten
, opdat ze gelijk
-
of te krimpen. U kunt ze enkel dro gen in het speciale programma Finish wol.
Met dons gevuld textiel:
van de kwaliteit heeft het fijne weef sel binnenin de neiging te krimpen. Dergelijk textiel kan wel drogen in het speciale programma Ontkreu
-
-
-
-
-
-
ken.
Zuiver linnen weefsel
kel machinaal als de fabrikant dit op het onderhoudsetiket vermeldt. An ders kan het weefsel "ruig" worden.
Machinaal gebreide textielsoorten
(bijv. T-shirts, ondergoed) hebben de neiging bij de eerste wasbeurt te krimpen. Daarom: Het textiel niet te lang laten drogen. Daarmee vermijdt u dat het verder krimpt. Koop machi­naal gebreid textiel eventueel een of twee maten groter.
– Hoe meer kreukherstellend
u in de trommel doet, hoe groter de kans op kreuken voor heel delicaat weefsel (bijv. overhemden, bloezen). In twijfelgevallen beperkt u de lading door ze op te delen.
Gesteven wasgoed automaat worden gedroogd. Om het gewone glanseffect te verkrijgen dient u wel de dosis stijfsel te ver dubbelen.
Nieuw donker textiel moet u voor de eerste droogbeurt afzonderlijk grondig wassen. Dit niet samen met licht ge kleurd textiel drogen, omdat het kleur kan afgeven (ook op de kunststofonderdelen in de droogauto maat). Er kunnen zich daar ook plui zen van een andere kleur op afzetten.
naargelang
: droog dit en
wasgoed
. Dit geldt vooral
kan in de droog
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
17
Zo droogt u juist
Korte handleiding
De titels met een getal (A, B, C ...) kan u gebruiken als een handleiding.
A De was voorbereiden
Maak het gewassen textiel luchtig en sorteer het volgens... . . . gewenste droogtegraad, . . . vezel- en weefselsoort, . . . gelijk formaat, . . . dezelfde restvochtigheid na het
centrifugeren.
Zo verkrijgt u een gelijkmatig droogre sultaat.
Verwijder wasmiddelkorfjes, do-
,
seerbekers e.d. uit het wasgoed. Deze objecten kunnen tijdens het drogen smelten en schade teweeg­brengen aan toestel en wasgoed.
– Controleer zomen en naden, zodat er
geen voering kan uitvallen.
– Knoop dekbedovertrekken en kus-
senslopen dicht. Zo komen er geen kleinere stukken wasgoed in terecht.
-
C De droogautomaat laden
Druk op toets Deur om de toesteldeur
^
te openen.
Leg het wasgoed losjes in de trom
^
mel.
Hou rekening met de maximumla ding in de rubriek "Programmaover zicht". Bij een overladen trommel wordt het wasgoed niet zo behoedzaam be handeld en komt het droogresultaat in het gedrang.
^ Kijk na of de pluizenzeef goed inge-
schoven zit voor u de deur sluit.
-
-
-
-
Doe ritsen, haken en ogen dicht.
Knoop rok-, broeksriemen en schort banden samen.
Geloste bh-beugels kan u vastnaaien of verwijderen.
B De droogautomaat inschakelen
^
Druk toets jk uit in.
U kan het toestel ook na het laden in schakelen. Dan wordt de trommel even wel niet verlicht (stroombesparing).
18
-
-
Laat bij het sluiten geen stukken wasgoed tussen de deur geklemd raken. Anders loopt het textiel scha de op.
^
Zwaai de toesteldeur zachtjes dicht. U kan ze ook laten aanleunen en
­dichtdrukken.
-
Zo droogt u juist
D Een programma kiezen
Selecteer het gewenste programma.
^
Het overeenkomstige controlelampje brandt. Daarnaast kunnen ook de controle­lampjes van de droogtegraden of de extra functies branden en kunnen tijdsaanduidingen worden weergege­ven.
Droogtegraadprogramma's
– Katoen, Kreukherstellend, Express,
Automatic+, Jeans, Overhemden
Opmerking
U kunt bij enkele programma's droogtegraadstappen toevoegen (zie hoofdstuk "Programmeerfuncties").
Finish Wol, Strijken, Impregneren, Coton t
de programma's kunnen niet worden
gewijzigd.
Programmaduur Koude lucht/Warme lucht kiezen
Het controlelampje van de toets Start uitstel knippert bij selectie.
^ Druk zo vaak op de toets Startuitstel
tot de gewenste tijd op de display wordt weergegeven.
De selectie gebeurt in stappen:
– Koude lucht: van 20 minuten tot 1.00
uur.
– Warme lucht: van 15 minuten tot 2.00
uur.
-
^
Druk zo vaak op de toets tot het ge wenste controlelampje aangaat.
Bij Katoen en Express kunt u 4 droogte graden kiezen. Bij de overige program ma's is de keuze beperkt en Impregne ren droogt enkel kastdroog.
-
E Extra functies / startuitstel kiezen
^
U kunt via een druk op de knop kie zen:
Temperatuur laag, Zoemer, Startuit stel (zie hoofdstuk "Extra func
ties/Startuitstel"). De kreukbeveiliging (zie volgende pagina) is constant ingeschakeld.
Let wel: De functie Startuitstel kan niet worden gecombineerd met Warme lucht, Koude lucht.
-
-
-
-
-
-
19
Zo droogt u juist
F Programma starten
Tijdens de programmakeuze knippert de toets Start/Stop. Het knipperen van het lampje betekent dat u een program ma kunt starten.
Druk op de toets Start/Stop.
^
De toets Start/Stop gaat aan.
De indicator Perfect Dry knippert/licht alleen op bij de droogtegraadprogram ma's. De indicator blijft bij tijdgestuurde programma's altijd donker (zie hoofd stuk "Bediening van de droogauto maat").
Opmerking: De op de display getoonde duur is de vermoedelijke duur en kan verschillen.
Vóór het einde van het programma
Op de verwarmingsfase volgt een koelfase (Koude lucht gaat branden). Pas daarna is het programma ten einde. Geen afkoelfase bij: Finish Wol.
-
-
G Einde van het programma – het
wasgoed uit de trommel nemen
0 enEinde op de display duiden erop dat het programma ten einde is. De
-
zoemer weerklinkt met tussenpozen (in dien ingesteld).
De trommel draait met kreukbeveiliging na afloop van het programma nog 2 uur lang met tussenpozen, wanneer u het
-
wasgoed niet meteen uit het toestel kunt nemen. Dit beperkt kreuken. Geen kreukbeveiliging bij: Finish Wol.
Druk op de toets Deur.
^
^ Open de deur.
^ Neem het wasgoed uit de trommel.
Vergeet geen stukken wasgoed in de trommel! Achtergebleven was­goed kan schade oplopen doordat dit overmatig droogt.
Als de droogautomaat ingeschakeld is en de toesteldeur open staat, gaat de trommelverlichting na enkele minuten uit (stroombesparing).
-
20
^
Druk op de toets jk om het toestel uit te zetten.
^
Maak de pluizenfilter schoon.
^
Sluit de deur.
^
Giet het condenswaterreservoir leeg (als er geen afvoer voor het condens water is voorzien).
^
De warmtewisselaar moet regelmatig worden gecontroleerd en indien no dig worden gereinigd (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
-
-
Extra functies/Startuitstel
Extra functies
Temperatuur laag
Gevoelig wasgoed (met onderhouds symbool r, bijvoorbeeld voor acryl) wordt aan een lagere temperatuur en langer gedroogd.
Bij enkele programma's is Temperatuur laag constant ingeschakeld (kan niet worden uitgeschakeld).
Zoemer
Wanneer het programma afgelopen is, weerklinkt een geluidssignaal (maxi­mum 1 uur met tussenpozen).
Een aanhoudende waarschuwingstoon bij storingen weerklinkt ook als de zoe­mer is uitgeschakeld.
-
Startuitstel
Hiermee kunt u een latere programma­start kiezen, die 30 minuten tot 24 uur wordt uitgesteld.
^
Kies een programma.
^
Druk zo vaak op de toets Startuitstel tot de gewenste tijd in de display ver schijnt.
Het controlelampje Startuitstel knip pert.
De keuze gebeurt in stappen van een half uur tot 10^, daarna in stap pen van een uur.
Door de toets Startuitstel ingedrukt te houden, telt de tijd automatisch op tot 24^.
-
Starten
Druk op de toets Start/Stop.
^
Het controlelampje Startuitstel
brandt.
Het startuitstel telt bij meer dan 10^
af in stappen van een uur, daarna in stappen van een minuut totdat het programma start.
De trommel draait na elk uur gedu
rende korte tijd (om kreuken te voor komen).
Startuitstel wissen/wijzigen
^ Druk op de toets Start/Stop om het
startuitstel te wissen.
^ Druk zo vaak op de toets Startuitstel
tot de gewenste tijd in de display ver­schijnt.
^ Druk op de toets Start/Stop, zodat het
startuitstel opnieuw begint.
Wasgoed toevoegen
Terwijl het startuitstel wordt afgeteld, kunt u nog wasgoed aan de trommel toevoegen:
^
Schakel de droogautomaat uit.
-
Het openen van de deur zonder het toestel vooraf uit te schakelen, wist het
­startuitstel.
^
Open de deur en voeg het wasgoed toe.
^
Sluit de deur en schakel de droogau tomaat in.
-
-
-
21
Programmaoverzicht
Katoen t ** maximaal 7 kg*
Wasgoed Normaal nat katoenen wasgoed, zoals onder Katoen Kast
droog beschreven.
Tip
Katoen maximum 7 kg*
Kastdroog+, Kastdroog
Textiel Textiel met een of meer lagen van katoen.
Opmerking
Temperatuur laag Voor gevoelig wasgoed met onderhoudssymbool r kiezen.
Strijkdroog, Mangeldroog
Textiel Katoen of linnen. Bijv. tafellakens, beddengoed, gesteven
Opmerking – Het te strijken wasgoed in afwachting oprollen om het
Temperatuur laag Voor gevoelig wasgoed met onderhoudssymbool r kiezen.
Kreukherstellend maximum 3,5 kg*
Kastdroog, Strijkdroog
Textiel Kreukherstellend textiel van synthetisch of gemengd weefsel
Temperatuur laag Voor gevoelig wasgoed met onderhoudssymbool r kiezen.
* Gewicht van het droge wasgoed ** Opmerking voor testinstituten:
Testprogramma conform richtlijn 392/2012/EU voor het energielabel gemeten conform EN 61121
Er wordt uitsluitend Kastdroog gedroogd.
Het programma Katoen t is qua stroomverbruik voor
het drogen van normaal nat katoenen wasgoed het meest efficiëntst.
Bijvoorbeeld: badhanddoeken, badjassen, T-shirts, onder goed, beddengoed, babywasgoed.
Kastdroog+ voor verschillende, meerlagige en zeer dikke
textielsoorten.
– Machinaal gebreid textiel (bijv. T-shirts, ondergoed en
babywasgoed) mag u niet Kastdroog+ laten drogen. Er is krimprisico.
wasgoed.
vochtig te houden.
of katoen. Bijv. truien, jurken, broeken, jasschorten, tafella kens.
-
-
-
22
Programmaoverzicht
Finish Wol maximum 2 kg*
Textiel Wolgoed.
Opmerking
Temperatuur laag Kan niet worden uitgeschakeld.
Impregneren maximum 2,5 kg*
Kastdroog
Textiel Om textiel te drogen dat geschikt is voor de droogautomaat,
Opmerking
Express maximum 3,5 kg*
Kastdroog+, Kastdroog, Strijkdroog, Mangeldroog
Textiel Gevoelig wasgoed met onderhoudssymbool q voor het pro
Opmerking
Automatic+ maximum 5 kg*
Kastdroog, Strijkdroog
Textiel Belading met wasgoed voor de programma's Witte/Bonte
Jeans maximum 3 kg*
Kastdroog, Strijkdroog
Textiel Jeansstof zoals broeken, jassen, rokken of overhemden. Temperatuur laag Voor gevoelig wasgoed met onderhoudssymbool r kiezen.
* Gewicht van droog wasgoed
Wolgoed wordt in korte tijd luchtig gemaakt en vlokkiger
gemaakt; het wordt evenwel niet echt droog. Haal het textiel na afloop van het programma meteen uit
de trommel en laat het natuurlijk drogen.
bijv. microvezels, ski- en outdoor-kleding, fijn en dichtgeweven katoen (popeline), tafellakens.
Dit programma omvat een bijkomende fixeringsfase voor
de impregnering.
Geïmpregneerd textiel mag uitsluitend behandeld zijn
met impregneermiddelen met de aanduiding "geschikt voor membraanweefsels". Deze middelen zijn geba-
seerd op chemische verbindingen met fluor.
Droog geen textiel dat werd geïmpregneerd met mid-
delen die paraffine bevatten! Brandgevaar!
gramma Witte/Bonte was.
Verkorte programmaduur.
was en Kreukherstellend.
-
23
Programmaoverzicht
Overhemden maximum 2 kg*
Kastdroog, Strijkdroog
Textiel Hemden en overhemdbloezen. Temperatuur laag Voor gevoelig wasgoed met onderhoudssymbool r kiezen.
Koude lucht maximum 7 kg*
Textiel Om alle soorten wasgoed te luchten.
Warme lucht maximum 7 kg*
Wasgoed
Opmerking – Kies niet meteen de langste tijd. Probeer eerst welke tijd
Temperatuur laag Voor gevoelig wasgoed met onderhoudssymbool r kiezen.
Opmerking Gebruik het programma Warme lucht om ongewenste geur-
Strijken maximum 1 kg*
Textiel
Opmerking
Temperatuur laag Kan niet worden uitgeschakeld.
* Gewicht van droog wasgoed
Nadrogen van textiel met meer dan een laag, dat wegens
de samenstelling verschillende droogeigenschappen ver toont: bijv. jassen, kussens en volumineus textiel.
Om aparte stukken wasgoed te drogen: bijv.
badhanddoeken, badgoed, vaatdoeken.
het best geschikt is.
tjes in propere kleding van katoen te verwijderen of te ver­minderen (duur: 1/2 - 1 uur). Om het opfrissende effect te versterken, kunt u het wasgoed bevochtigen alvorens het luchtprogramma te starten of voor de droogautomaat ge­schikte doekjes gebruiken. Bij synthetische stoffen worden de onaangename geurtjes in geringere mate gereduceerd.
Katoenen of linnen weefsel.
Kreukherstellend textiel van katoen, gemengd of synthe tisch weefsel. Bijv. katoenen broeken, anoraks, overhem den.
Programma om kreuken uit voorafgegane centrifugeerbeurt (in wasautomaat) te beperken.
Haal textiel na afloop van het programma meteen uit de trommel, om het lichtjes te kunnen strijken.
-
-
-
24
Programmaverloop wijzigen
Lopend programma
- veranderen
Dit is niet mogelijk. Het toestel is im mers beschermd tegen onverhoedse of ongewenste wijzigingen.
Om een nieuw programma te kiezen, dient u het programma af te breken.
- afbreken en een nieuw programma kiezen.
Druk op de toets Start/Stop.
^
Het wasgoed wordt nog gedurende een minuut afgekoeld voor zover er een bepaalde droogtijd en tempera­tuur is bereikt.
Als u ondertussen opnieuw op de toets Start/Stop drukt, verschijnt Einde.
^ Druk op de toets Deur.
^ Sluit de deur.
-
Wasgoed toevoegen of uitnemen
Druk op de toets Deur.
^
Open de deur.
^
Gevaar voor brandwonden!
,
Raak de achterwand van de trom mel niet aan terwijl u wasgoed toe voegt of uitneemt! De temperatuur in de trommel is hoog.
Nu kunt u wasgoed toevoegen of
^
voortijdig uit de trommel nemen.
^ Sluit de deur.
^ Druk op de toets Start/Stop.
-
-
Resterende tijd
Bij de wijziging van het programmaver­loop kan de resterende tijd die hierna op het display te zien is, nu wel van de echte droogtijd afwijken.
^
Kies en start onmiddellijk een nieuw programma.
- afbreken en het wasgoed uitnemen.
^
Zie verder: "Wasgoed toevoegen of uitnemen".
^
Schakel de droogautomaat na het sluiten van de deur uit.
25
Elektronisch slot
De grendelfunctie beschermt uw droogautomaat tegen ongewenst ge bruik.
Als u dit wenst, kunt u de grendelfunctie inschakelen.
Het elektronische slot vergrendelt de elektronische besturing van de droog automaat. De droogautomaat kan wor den ingeschakeld, maar er kan geen programma worden gestart.
In dit geval knippert het controle
lampje Temperatuur laag en wordt het sleutelsymbool 0-§ op de display weergegeven.
De toesteldeur kunt u wel altijd openen. Die wordt niet vergrendeld.
Vergrendelen
Voorwaarden
– Het toestel is uitgeschakeld.
– De toesteldeur is dicht.
A Druk op de toets Temperatuur laag
en houd ze ingedrukt tot u stap E bereikt.
:
-
-
C Draai de programmakiezer traag en
stap voor stap tegen de wijzers in
-
-
zes standen verder. De zes controlelampjes van de pro gramma's moeten één voor één aan gaan.
Het controlelampje van de toets Tem peratuur laag knippert en het sleu telsymbool 0-§ wordt op de display weergegeven.
E Laat de toets Temperatuur laag los.
De slotfunctie is ingeschakeld.
U kunt het toestel uitschakelen.
^
"Ontgrendelen"
Voorwaarden
– Het toestel is uitgeschakeld.
– De toesteldeur is dicht.
^ U gaat te werk zoals bij "Vergren-
delen". Voer de stappen A tot E uit.
Bij punt E stopt het controlelampje van de toets Temperatuur laag met knippe ren en het sleutelsymbool 0-§ verdwijnt.
De grendelfunctie is uitgeschakeld.
:
-
-
-
-
-
B Druk de toets jk.
Het controlelampje Automatic+ brandt.
C Draai de programmakiezer traag en
stap voor stap kloksgewijs drie stan den verder. De drie controlelampjes van de pro gramma's moeten één voor één aan gaan.
26
-
-
-
Het condenswaterreservoir leegmaken
Reiniging en onderhoud
Het condenswater dat tijdens het dro gen ontstaat wordt in het condenswa terreservoir opgevangen.
Giet het condenswaterreservoir na elk droogprogramma leeg!
Wanneer de maximale vulhoeveelheid van het condenswaterreservoir is be reikt, dan brandt het controlelampje Reservoir ledigen. Het controlelampje dooft door het ope nen en sluiten van de deur.
^
Trek het condenswaterreservoir uit de droogautomaat.
-
-
-
Ledig het condenswaterreservoir.
^
­^ Schuif het condenswaterreservoir te-
rug in de droogautomaat.
Condenswater mag niet gedron-
,
ken worden. Dat kan schade toe­brengen aan de gezondheid van mens en dier.
Gebruik dit water gerust in het huishou­den (bv. voor uw stoomstrijkijzer of luchtbevochtiger). Houd hiermee re­kening: giet het condenswater, bij wijze van voorzorg, door een fijne zeef of een koffiefilter. Zo verwijdert u heel kleine pluisjes uit het water, die anders even tueel schade aanrichten.
-
^
Draag het condenswaterreservoir horizontaal, opdat er geen water zou uitlopen. Neem het zowel aan het handvat als aan het uiteinde vast.
27
Reiniging en onderhoud
Pluizenzeef schoonmaken
Pluisjes komen in de pluizenzeef in de deur en in de deuropening terecht. Maak deze zeef na elke droogbeurt* schoon.
Droog schoonmaken
Tip: Pluizen kunt u met een stofzuiger opzuigen, zodat u ze niet hoeft aan te raken.
Neem ze ook weg uit de holle ruimte
^
in de deur. Bij de Technische Dienst van Miele is daartoe een borstel ver krijgbaar. U kunt ook een stofzuiger gebruiken.
Reinig de dichting (2) op de deur
^
rondom met een vochtige doek.
Schuif de zeef weer tot aan de aan
^
slag in de toesteldeur.
-
-
^
Trek de pluizenzeef (1) uit de toestel deur.
^
Verwijder de pluizen met uw vingers of met een stofzuiger van de zeef.
28
^ Verwijder de pluizen met uw vingers
­van de beide pluizenzeven in de
deuropening.
^
Sluit de deur.
* Controleer de pluizenzeven nog eens wanneer het controlelampje Filters/Condensor brandt
Reiniging en onderhoud
De zeven vochtig schoonmaken
Enkel indien de pluizenzeven erg plakkerig of verstopt zijn, dient u die vochtig schoon te maken.
Trek de pluizenzeef uit de toestel
^
deur. Zie vorige bladzijde.
De 2 zeven in de deuropening kan u ook uitnemen:
^
Draai a aan het knopje en trek b de zeef er aan het knopje naar het mid den toe uit.
^
Maak al de pluizenzeven onder stro mend heet water schoon.
Schuif de grote pluizenzeef tot aan
^
de aanslag in de toesteldeur.
Plaats de 2 zeven onderaan in de
^
deuropening terug en duw ze boven goed op hun plaats.
-
Vergrendel de 2 knopjes.
^
De droogautomaat zelf
Zet het toestel uit.
Reinig de ommanteling en het bedie
^
ningspaneel met een niet-agressief reinigingsmiddel of sopje.
^ Reinig de trommel en andere roest-
vrijstalen onderdelen met een ge­schikt reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Gebruik geen schuur- noch oplos­middel. Reinigingsmiddel voor glas of voor universeel gebruik is ook af te raden. Dit kan schade toebren­gen aan de kunststof oppervlakken
-
of andere onderdelen.
^
-
Wrijf alle onderdelen met een zachte doek droog.
-
^
Schud de zeven goed uit tot er geen druppel meer te zien is.
^
Droog de zeven voorzichtig en grondig af.
,
De pluizenzeven moeten droog zijn als u ze terugplaatst. Door natte zeven kunnen er storingen in de werking van uw toestel optreden!
29
Reiniging en onderhoud
De warmtewisselaar schoonmaken
Tijdens het droogproces zweven er wasmiddelresten, haartjes en fijne plui zen rond. Die kunnen door de pluizen zeven heendringen en de warmtewisse laar verstoppen. Er worden echter ook vuildeeltjes uit het vertrek waar de droogautomaat opge steld is aangezogen. Die kunnen even eens verstoppingen veroorzaken.
-
-
-
-
-
Controleer de warmtewisselaar minstens 2 keer per jaar. Controleer de pluizenzeven nog eens wanneer het controlelampje Filters/Conden- sor brandt. Als u vaak gebruik van het toestel maakt, kijk het dan uiter­lijk na ca. 100 droogbeurten na. Rei­nig ze indien nodig
De warmtewisselaar uitnemen
^
Open het deksel.
Draai de knop aan het binnenste
^
deksel naar onderen.
^ Klap het binnenste deksel naar vo-
ren.
^ Neem het binnenste deksel schuin
naar boven toe weg.
^
Zet de knop aan de warmtewisselaar naar boven (zodat het vinkje van de knop uit de groef komt).
^
Neem het deksel schuin naar boven toe weg en leg het opzij.
30
Trek de warmtewisselaar aan het
^
oogje uit.
De warmtewisselaar controleren
Reiniging en onderhoud
Zo er geen pluizen te zien zijn:
Zet de warmtewisselaar weer op zijn
^
plaats; zie volgende blz.
Zo er wel pluizen te zien zijn:
Maak de warmtewisselaar schoon zo
^
als hierna beschreven.
De warmtewisselaar schoonmaken
Hou de warmtewisselaar bij het
^
doorspoelen absoluut in de posi ties die op de twee volgende af beeldingen worden getoond.
-
-
-
^
Hou de warmtewisselaar tegen het licht.
^
Zijn er pluizen waar te nemen? De pijlen op de afbeelding tonen u langs waar u erdoor kan kijken.
^
Spoel de warmtewisselaar langs de linker lange zijde met een waterstraal uit.
31
Reiniging en onderhoud
Spoel de warmtewisselaar langs vo
^
ren met een waterstraal uit.
^ Verwijder al het binnenin nog zicht-
bare vuil; zie "Warmtewisselaar con­troleren".
^ Zorg er ook voor dat de dichtingsrub-
bers proper zijn.
Neem ze niet weg. Ze mogen ook geen knik vertonen!
^
Schud het water uit de warmtewisse laar. Er mag geen druppel meer te zien zijn.
-
De warmtewisselaar terugzetten
Schuif de warmtewisselaar weer he
^
lemaal in het toestel. Het oogje van de warmtewisselaar moet zich bovenaan bevinden.
Zet de sluitknop aan de warmtewis
^
selaar horizontaal. Enkel dan valt het haakje aan de knop duidelijk in de uitsparing.
Zorg ervoor dat de dichtingsrubber goed in de gleuf zit voor u het bin nenste deksel aanbrengt.
^ Zet het binnenste deksel er met de
steunhaken onderaan in. Hou het deksel intussen schuin en duw het lichtjes naar onder.
^ Duw nu op het deksel en vergrendel
het met de sluitknop.
^ Zet het buitenste deksel onderaan in
en duw het bovenaan dicht tot u een klik hoort.
­Enkel indien de warmtewisselaar en
de deksels juist geplaatst en ver grendeld zijn, is het condenssys teem keurig dicht!
-
-
-
-
-
32
Storingen verhelpen
Wat gedaan als...?
De meeste storingen kunt u zelf verhelpen. In heel wat gevallen bespaart u tijd en kosten omdat u dan geen beroep hoeft te doen op de Klantendienst. Het volgende overzicht zou een leidraad kunnen zijn om de oorzaken voor een bepaalde storing te vinden en weg te nemen. Hou wel het volgende in acht:
Reparaties aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een er
,
kend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's voor de gebruiker ontstaan.
Controle- en storingsmeldingen
Probleem Oorzaak Oplossing
0-§ verschijnt op het display.
Het controlelampjeTempe ratuur laag knippert.
Het programma werd afgebroken.
0 en Einde verschij- nen op het display.
De zoemer weer­klinkt.
Het programma werd afgebroken.
De zoemer weer klinkt.
Mogelijk knippert op het display Koude lucht of Einde.
-
De slotfunctie is inge­schakeld.
Dit is geen storing. Bij enkele programma's
wordt het programma afgebroken als de trom­mel te weinig of niet ge­laden is. Dit kan evenzo bij reeds gedroogde stukken wasgoed ge beuren.
De oorzaak is niet met een te constateren.
-
Als u wenst te drogen, dient u de slotfunctie uit te schakelen (zie rubriek "Elektronisch slot").
Droog enkele stukken was­goed met het programma Warme lucht.
– Open en sluit de deur.
-
Schakel de droogautomaat uit en in.
Start een programma.
Wordt het programma afge broken en verschijnt er op nieuw een foutmelding, dan gaat het om een defect. Neem contact op met de klan tendienst van Miele.
-
-
-
-
33
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaak Oplossing
Aan het einde van het programma knipperen de balken: —œ–...C~–...Cœ˜...
Het controlelampje
Luchtkanalen reinigen
brandt.
Het programma werd af gebroken.
Het controlelampje
Luchtkanalen reinigen
brandt. De zoemer weerklinkt.
Het programma is beëin digd, maar het wasgoed wordt nog afgekoeld.
Deze droogautomaat werkt niet optimaal of spaarzaam. Mogelijke oorzaken: ver stoppingen door pluizen of wasmiddelrestjes.
-
De mogelijke oorzaken en de oplossing ervan wor den hierboven beschre ven.
U kunt het wasgoed ver
­wijderen en uitspreiden of het verder laten afkoelen.
In principe volstaat het
de pluizenzeven te rei nigen. Mocht dit niet volstaan,
­dan controleert u alle mogelijke oorzaken die hierna beschreven zijn onder "De droogbeurt duurt zeer lang of wordt zelfs afgebro ken.".
Melding wissen:
– Deur openen en sluiten
bij ingeschakelde droogautomaat.
Het controlelampje
Luchtkanalen reinigen
kunt u uitschakelen (ru­briek "Programmeerfunc­ties").
De melding wissen:
-
-
Deur openen en sluiten bij ingeschakelde droogautomaat.
Start een programma.
Als de foutmelding weer wordt weergege ven, doe dan een be roep op de Technische Dienst.
-
-
-
-
-
34
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaak Oplossing
Het controlelampje Re servoir brandt.
De zoemer weerklinkt.
Het condenswaterreser
-
voir is vol. Ofwel is er een knik in de afvoerslang.
Giet het condenswater
­uit.
Controleer de afvoer
slang.
Melding wissen:
Deur openen en sluiten
bij ingeschakelde droogautomaat.
-
35
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaak Oplossing
Het controlelampje Start/Stop knippert lang zaam en het display is donker.
Enkele programma's starten niet. Het over eenkomstige program ma controlelampje brandt ook niet meer.
Het controlelampje Start/Stop knippert/knip­pert niet.
De droogautomaat staat in de stand-by stand.
-
Dit is geen fout, maar een normale functie.
De oorzaak is niet meteen te constateren.
-
-
Als het lampje in de toets knippert, wijst dat erop dat u een programma kan starten.
Zie rubriek "Program meerfuncties".
Schakel de droogauto
maat uit en in. Kies het programma,
dat zich niet liet opstarten.
Als het programma nog
altijd niet kan worden gestart, is er een de fect. Neem contact op met de klantendienst van Miele.
Na de start van het pro­gramma stopt het lampje met knipperen en blijft het branden.
-
-
-
36
Storingen verhelpen
Een niet-bevredigend droogresultaat
Probleem Oorzaak Oplossing
De was is onvoldoende gedroogd.
Wasgoed van synthe tische vezels is na het drogen statisch gela den.
Er hebben zich pluizen gevormd.
* U kunt de droogtegraad van enkele programma's afzonderlijk aanpassen: Zie achteraan deze handleiding.
De belading bestond uit verschillende weefsels.
Synthetisch wasgoed ver
-
toont de neiging tot sta tische ladingen.
-
Bij het drogen komen er pluizen vrij, die zich voor al door slijtage bij het dra­gen of gedeeltelijk bij het wassen op het textiel hebben gevormd. De be­lasting van textiel in de droogautomaat daarente­gen is voor hun houd­baarheid gering.
Droog met Warme
lucht na. Kies daarna een ge
schikt programma *.
Als u wasverzachter ge
­bruikt bij het wassen kan
­de statische lading bij het drogen afnemen.
De pluisjes worden door de pluizenzeven opge
­vangen. U kunt ze daar gemakkelijk verwijderen (rubriek "Reiniging en on­derhoud").
-
-
-
37
Storingen verhelpen
Andere problemen
Probleem Oorzaak Oplossing
Het droogproces duurt heel lang of wordt afgebroken.
Eventueel brandt het con trolelampje, hoewel de plui zenfilter gereinigd is: Luchtkanalen reinigen.
De ventilatie is ontoerei kend (bijv. in een klein ver trek). Daardoor kan de tem peratuur in het vertrek erg opgelopen zijn.
De ventilatiespleten onder de toesteldeur zitten dicht.
De pluizenfilter zit verstopt door pluizen of werd na rei­niging nat teruggezet.
Resten van wasmiddelen, haartjes en fijne pluizen kunnen de warmtewisselaar verstoppen.
Het wasgoed werd niet ge­noeg uitgecentrifugeerd.
De droogautomaat is over laden.
Door metalen ritssluitingen werd de vochtigheidsgraad van de was niet juist bere kend.
-
-
-
Ga alle mogelijke oorza ken na en schakel de
­droogautomaat uit en weer in.
Zet tijdens het drogen een deur en/of venster open.
­Zo stroomt er meer lucht
­naar binnen.
Verwijder storende ob
jecten.
– Maak de pluizenfilter
schoon.
– De pluizenfilter moet
droog zijn.
De warmtewisselaar moet regelmatig worden gecon­troleerd en gereinigd.
Laat voortaan uw was­goed in uw wasautomaat tegen het hoogste toeren tal centrifugeren.
-
Neem de maximumlading wasgoed voor het droog programma in acht.
Doe de ritsen voortaan open.
Als het probleem achteraf nog opduikt, laat wasgoed met lange ritssluitingen dan voortaan enkel in het programma Warme lucht drogen.
-
-
-
-
38
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaak Oplossing
Na het schoonmaken van de warmtewisselaar loopt er water uit de droogautomaat.
Er kan geen programma worden gestart.
Stroomonderbreking. Na een stroomonderbreking start het programma dat
De trommelverlichting brandt niet.
Het binnenste deksel
voor de warmtewisse laar en/of de warmte wisselaar zijn niet aan gebracht en vergren deld zoals het hoort.
Op de bodem waar
over de warmtewisse laar wordt ingescho ven, blijven er pluizen vastzitten.
De oorzaak is niet meteen te constateren.
vóór de onderbreking liep automatisch, zolang de koude luchtfase niet bereikt was.
De trommelverlichting schakelt automatisch uit (energiebesparing).
-
-
-
-
Kijk na of het binnen
deksel en de warmte
­wisselaar degelijk vast zitten.
­Controleer eveneens
hun dichtingsrubbers. Verwijder alle zichtbare
-
pluizen met een doek uit de inschuifruimte van de warmtewisse laar.
Is de droogautomaat
ingeschakeld?
– Zit de stekker wel in het
stopcontact?
– Is de deur wel dicht? – Is de zekering in orde?
– Schakel de droogauto-
maat uit en weer in.
Een defecte gloeilamp kunt u vervangen: Zie hieronder.
-
-
-
-
39
Storingen verhelpen
Het lampje vervangen
Zet het toestel uit
Doe de toesteldeur open.
^
Bovenaan in de vulopening vindt u een opklapbaar dekseltje voor de lamp.
Deze gloeilamp dient van hetzelfde type te zijn als die welke u vervangt. Het vermogen mag niet hoger lig gen dan wat op het typeplaatje en het lampendeksel is aangegeven.
Vervang de gloeilamp.
^
Klap het dekseltje naar boven. Duw
^
het links en rechts stevig dicht tot u een klik hoort.
Let erop dat het deksel stevig
,
op zijn plaats zit. Zo vermijdt u dat er vocht indringt, wat kortsluiting kan veroorzaken.
-
^ Schuif een stuk gereedschap, bijv.
een brede sleufschroevendraaier, on­der het lipje dat aan de zijkant van het klepje van het gloeilampje zit. Zorg ervoor dat het gereedschap ste vig zit.
^
Open het klepje door het stuk ge reedschap een slag te draaien. Oefen daarbij enige druk op het ge reedschap uit.
Het klepje klapt naar beneden.
Deze hittebestendige lamp schaft u zich het best enkel aan bij uw Miele­handelaar of in de Technische Dienst van Miele.
40
-
-
-
Technische dienst
Herstellingen
Neem bij storingen die u zelf niet kan verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
of
met de Technische Dienst van Miele.
Het adres en de telefoonnummers van onze technische dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst een beroep doet, geef dan altijd het machinetype en -nummer op. Beide gegevens staan vermeld op het type­plaatje. Dat vindt u rechts onder de vulopening.
Het programma updaten
Op het bedieningspaneel vindt u een controlelampje met de markering PC (PC = program correction). Deze led dient voor onze technici als contactpunt voor de actualisering van het program ma.
Bij de aanpassing van de elektronische besturing van uw toestel kan er dan re kening worden gehouden met ontwik kelingen in textielsoorten en droogpro cédés.
Miele zal de mogelijkheid om een pro gramma te actualiseren tijdig bekend­maken.
-
-
-
-
Duur en voorwaarden van de waarborg
De waarborgtijd van uw droogautomaat bedraagt 2 jaar.
Meer gegevens omtrent de voorwaar­den van de waarborg vindt u in het bij­gevoegde garantieboekje.
-
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Voor deze droogautomaat kan u zich nog toebehoren aanschaffen bij uw Miele-handelaar of bij de Technische Dienst van Miele.
41
Opstellen en aansluiten
Vooraanzicht
a Aansluitsnoer
b Condenswaterreservoir
c Bedieningspaneel
d Deur
e Luikje voor de warmtewisselaar
f Vier in de hoogte verstelbare voetjes
42
Als alternatief voor het condenswaterre servoir:
g Afvoer van het condenswater via een
afvoerslang (bv. in een wasbak, was baksifon, afvoerputje)
-
-
Opstellen en aansluiten
Achteraanzicht
a Onder het dekseloverstek zijn er gre-
pen om het toestel te dragen (pijlen)
b Aanzuigopening voor de luchtkoeling
van de warmtewisselaar
c Aansluitsnoer
d Afvoerslang voor condenswater
e Toebehoren voor aansluiting op een
sifon van een wasbak
Opstellingsplaats
,
In het zwenkbereik van de droogautomaatdeur mag u geen af sluitbare deur, schuifdeur of een deur met een scharnier aan de an dere kant installeren.
Droogautomaat naar de opstellingsplaats dragen
Aan de achterste dekseloverstek zijn er grepen voor het transport. Gebruik bij het transporteren van de droogauto maat (van de verpakkingsvloer tot de opstellingsplaats) de voorste
-
-
-
apparaatvoetjes en het achterste dekseloverstek.
Onderbouw onder een werkblad
Een onderbouwset* is noodza
,
kelijk. Laat ze monteren door een door Miele erkende vakman. De bij de onderbouwset bijgevoegde af dekplaat vervangt het apparaatdeksel. De afdekplaat moet absoluut worden gemonteerd met het oog op de elektrische veiligheid!
Bij de onderbouwset is een montage
handleiding gevoegd.
– Door de onderbouw kan de droogtijd
langer worden.
– Installeer de elektrische aansluiting
vlakbij de droogautomaat. Die aan­sluiting dient vlot toegankelijk te zijn.
Bij nishoogtes van:
– 830-840 mm zijn er langere
schroefvoetjes* vereist.
870-885 / 915-930 mm zijn één / twee frames voor hoogtecompensatie* vereist.
* mits toeslag verkrijgbaar Miele-accessoire
Het deksel opnieuw monteren
Als u voor de onderbouw het deksel had gedemonteerd, dient u er bij de hermontage op te letten dat het deksel aan de achterste houders vastzit. Enkel dan is een veilig transport van het toe stel gewaarborgd.
-
-
-
-
43
Opstellen en aansluiten
Droogautomaat uitlijnen
Om een perfecte werking te waar borgen, dient u het toestel loodrecht op te stellen.
-
Opstellingsruimte verluchten
De bij het drogen aangezogen koellucht wordt aan de voorzijde uit geblazen en verwarmt de kamer lucht. Daarom moet u vooral in kleine ruim tes voor voldoende verluchting van de ruimte zorgen, bijv. venster ope nen. Anders is een langere pro grammaduur te verwachten.
Was- en droogzuil
U kunt deze droogautomaat met een Miele-wasautomaat tot een was- en droogzuil combineren. Daartoe is een tussenbouwkit (WTV) vereist.
* mits toeslag verkrijgbaar Miele-accessoire
,
Laat de tussenbouwkit monteren door een door Miele erkende vak­man.
-
-
-
-
-
^
Oneffenheden in de vloer werkt u weg door aan de schroefvoetjes te draaien.
,
De aanzuig- / uitblaasopeningen aan de voorzijde niet afdekken! Er is anders niet voldoende luchtkoeling van de warmtewisselaar gewaar borgd.
44
Voordat u het toestel transporteert
Na elke droogbeurt bevindt er zich een kleine hoeveelheid condenswater rond de pomp. Dit condenswater kan bij het kantelen van de droogautomaat uitlo pen. Daarom verdient het aanbeveling voordat u het toestel transporteert minuut lang het programma Warme lucht te laten lopen. De rest van het condenswater wordt dan in het con denswaterreservoir of via de afvoer slang afgevoerd.
-
-
ca. 1
-
-
Het condenswater laten afvoeren
Algemeen
Opstellen en aansluiten
Tijdens het drogen ontstaat er con denswater. Dat wordt via de afvoer slang op de rugzijde van het toestel naar het condenswaterreservoir ge pompt. U kan dat condenswater met deze af voerslang ook in de afvoerleiding laten terechtkomen. Dan hoeft u het condens waterreservoir nooit meer leeg te gieten.
Slanglengte. ................1,50 m
De maximale opvoerhoogte
bedraagt ..................1,50 m
De maximale pompafstand
bedraagt ..................4,00 m
,
Deze droogautomaat moet bij bij­zondere montageomstandigheden met een terugslagklep worden uitge­rust (zie bijzondere aansluitomstandigheden).
Mits toeslag is het volgende toebehoren verkrijgbaar:
-
-
-
-
-
In de afvoerslang bevindt zich een
^
geringe hoeveelheid resterend water. Zet daarom een reservoir klaar.
^ Trek de slang van de tuit af.
^ Laat het aanwezige resterende water
in het reservoir lopen.
^ Wikkel de slang van de slangrol en
trek ze voorzichtig uit de klemmen.
een verlengstuk.
een terugslagklep (montagepakket) voor externe wateraansluiting. (een verlengstuk wordt bijgevoegd). De maximum opvoerhoogte met de terugslagklep bedraagt: 1,00 m
De afvoerslang verplaatsen
,
Niet aan de afvoerslang trekken, hem niet uitrekken of plooien. Anders kan hij schade oplopen!
^
Voer de slang - zo u dat wenst - naar rechts of links.
Laat de slang in de middelste klem zit ten, opdat ze niet per ongeluk zou wor den geknikt.
-
-
45
Opstellen en aansluiten
De afvoerslang (in de wasbak/ afvoeropening in de vloer) hangen
Zie de illustratie van het vooraan-
^
zicht.
Zorg ervoor dat de afvoerslang
,
niet kan wegglijden als u hem in een wasbak hangt. Bind hem eventueel vast. Anders kan het wegvloeiende water schade veroorzaken.
Gebruik de boogvormige houder om
^
knikken in de afvoerslang te ver mijden.
Bijzondere aansluitomstandigheden
Bij bijzonderde aansluitomstan-
,
digheden moet u de terugslagklep gebruiken. Anders kan het terugstromende water uit de droog­automaat lopen en schade veroor­zaken.
Bijzondere aansluitomstandigheden zijn:
-
Voorbeeld: aansluiting op de sifon van een wasbak
De afvoerslang met de terugslagklep kunt u rechtstreeks op een speciale wasbaksifon aansluiten.
^ Bovenaan op de rugzijde van de
droogautomaat vindt u het toebeho­ren: het aanpasstuk 1 en daarachter de slangklem 3.
aansluiting op de sifon van een was bak (zie hieronder).
diverse aansluitmogelijkheden waar op bijv. ook een wasautomaat of een vaatwasser aangesloten zijn.
46
-
-
1 Aanpasstuk
2 Wartelmoer voor de wasbak
3 Slangklem
Opstellen en aansluiten
Plaats het aanpasstuk 1 met de war-
^
telmoer voor de wasbak 2 op de was baksifon.
Gewoonlijk is de wartelmoer voor de wasbak voorzien van een plaatje dat u moet wegnemen.
Steek het uiteinde van de slang 4 op
^
het aanpasstuk 1.
Draai de slangklem 3 vlak achter de
^
wartelmoer voor de wasbak met een schroevendraaier vast.
De terugslagklep 5 moet worden
,
geïnstalleerd met de pijl in de stromingsrichting (in de richting van de wasbak). Anders kan er niet wor­den afgepompt.
-
4 Uiteinde van de slang
5 Terugslagklep
6 Afvoerslang van de droogautomaat
^ Plaats de terugslagklep 5 in de af-
voerslang 6 van de droogautomaat (zorg ervoor dat de pijl op de terug­slagklep in de juiste richting wijst).
^ Bevestig de terugslagklep, zoals af-
gebeeld, met de slangklem.
47
Opstellen en aansluiten
Elektrische aansluiting
Uw droogautomaat is voorzien voor aansluiting op eenfasige stroom 230 V, 50 Hz. Hij is uitgerust met een geaarde stekker en een ca. 2 m lange kabel.
De aansluiting mag uitsluitend gebeu ren op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoeren. Er bestaat risico op oververhitting.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en vereiste zekeringen vindt u op het typeplaatje. Vergelijk die zorgvuldig met de gegevens van uw elektrische installatie.
-
-
48
Verbruiksgegevens
Lading1Centrifugeertoerental
Katoen t
Katoen Kastdroog 7
Katoen Kastdroog + Temperatuur laag 7 1000 60 4,20 175
Witte/Bonte was Strijkvochtig 7
Kreukherstellend Kastdroog 3,5 1200 40 1,40 45
Kreukherstellend Kastdroog + Temperatuur laag 3,5 1200 40 1,50 73
Kreukherstellend Strijkvochtig 3,5 1200 40 1,20 39
Automatic+ 5 800 50 2,70 114
Overhemden Kastdroog 2 600 60 1,40 59
Impregneren 2,5 800 50 1,85 96
Jeans Kastdroog 3 900 60 2,40 119
Express Kastdroog 3,5 1000 60 2,20 69
Strijken 1 1000 60 0,75 32
Finish Wol 2 1000 50 0,15 4
1
Gewicht van droog wasgoed
2
estprogramma volgens verordening 392/2012/EU voor het energielabel, dat is gemeten volgens
EN 61121
Alle niet-gemarkeerde waarden zijn in overeenstemming met de norm EN 61121
Opmerking met het oog op vergelijkende tests:
Bij tests uitgevoerd volgens EN 61121 dient u, voor u met de beoordelingstests aanvangt, 3 kg katoenen wasgoed volgens deze norm met 70 % aanvankelijke restvochtigheid in het programma "Witte/Bonte was, Kastdroog" te laten drogen zonder daarbij een extra functie te kiezen.
Deze cijfers kunnen wijzigingen ondergaan onder meer door het verschil in textielsoort, in het gewicht van het te drogen wasgoed, in de restvochtigheid na het centrifugeren, door schomme lingen in de stroomvoorziening en door het verschil in de gekozen extra functies.
2
in een huishoudelijke
wasautomaat
kg t/min % kWh min.
7
3,5
7 7 7
7 7 7 7
1000 1000
1200 1400 1600 1800
1000 1200 1400 1600 1800
Rest-
vochtig
heid
60 60
53 50 44 43
60 53 50 44 43
Stroom verbruik
-
4,14 2,28
3,75 3,55 3,15 3,10
3,10 2,75 2,55 2,20 2,10
-
Program
maduur
109
65
100
95 86 84
89 79 74 65 63
-
-
49
Technische gegevens
Hoogte 850 mm
Breedte 595 mm
Diepte 587 mm
Diepte bij geopende deur 1062 mm
Hoogte voor onderbouw 820 mm
Breedte voor onderbouw 600 mm
Diepte voor onderbouw 600 mm
Onderschuifbaar ja
Kan in een zuil worden geplaatst ja
Gewicht 51 kg
Trommelinhoud 111 l
De hoeveelheid 7 kg (gewicht van droog wasgoed)
Capaciteit condenswaterreservoir ca. 4,2 l
Slanglengte 1,5 m
Maximale opvoerhoogte 1,5 m
Maximale afvoerlengte 4 m
Snoerlengte 2 m
Aansluitspanning
Aansluitwaarde
Zekering zie typeplaatje
Vermogen van de gloeilamp
Keurmerk
Energieverbruik zie rubriek "Verbruiksgegevens"
50
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke droogtrommels
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 392/2012
MIELE
Identificatie van het model T 8823 C
Nominale capaciteit
Type huishoudelijke trommel (Luchtafvoer / condensatie) - /
Energie-efficiëntieklasse
A+++ (meest efficiënt) tot D (minst efficiënt) B
Gewogen jaarlijks energieverbruik (AEc)
Droogtrommel (Automatisch / niet-automatisch) / -
Energieverbruik van het standaard katoenprogramma
Energieverbruik bij volledige lading 4,14 kWh
Energieverbruik bij gedeeltelijke lading 2,28 kWh
Gewogen energieverbruik in uitstand (Po) 0,10 W
Gewogen energieverbruik in sluimerstand (Pl) 3,50 W
Duur van de sluimerstand (Tl)
Standaardprogramma waarop de informatie op het etiket en de productkaart
betrekking heeft
Programmaduur van het standaard katoenprogramma
Gewogen programmaduur 84 min
Programmaduur bij volledige lading 109 min
Programmaduur bij gedeeltelijke lading 65 min
Condensatie-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Gewogen condensatie-efficiëntie van het "standaard katoenprogramma bij volledige en gedeeltelijke lading"
Gemiddelde condensatie-efficiëntie van het "standaard katoenprogramma bij volledige lading"
Gemiddelde condensatie-efficiëntie van het "standaard katoenprogramma bij gedeeltelijke lading"
Geluidsvermogensniveau (LWA)
Inbouwapparaat -
1
2
3
4
5
6
7,0 kg
494 kWh/jaar
10 min
Katoen met pijl
91 %
93 %
90 %
63 dB(A) re 1 pW
Ja, aanwezig
1
in kg katoenen wasgoed voor het standaard katoenprogramma bij volledige lading
2
Gebaseerd op 160 droogcycli met het standaard katoenprogramma bij volledige en gedeeltelijke la­ding, en het verbruik in de energiebesparende standen. Het werkelijke verbruik hangt af van de wijze waarop het apparaat wordt gebruikt.
51
Technische gegevens
3
wanneer de huishoudelijke droogtrommel uitgerust is met een systeem voor stroomverbruikregeling
4
Dit programma is geschikt voor het drogen van normaal vochtig katoenen wasgoed en is voor katoen het efficiëntste programma in termen van energieverbruik.
5
wanneer de huishoudelijke droogtrommel een condensdroogtrommel is
6
voor het "standaard katoenprogramma", gebruikt bij volledige lading
52
Restvochtigheid in het programma "Katoen" wijzigen
De elektronica van deze droogauto maat is gericht op een zo efficiënt mogelijk en energiebesparend dro gen. In dit programma kunt u echter de droogniveaus droger of vochtiger in stellen.
Opmerking: het programma Katoen t blijft onveranderd.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
Voorwaarde:
– De droogautomaat is uitgeschakeld.
– De deur is dicht.
A Druk op de toets Start/Stop en houd
deze tijdens de stappen B-C inge­drukt.
B Schakel de droogautomaat in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
-
-
-
Programmeerfuncties
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
P.
0 De restvochtigheid wordt voch
tiger.
I Fabrieksinstelling.
(Het controlelampje Automatic+ knippert 1x extra).
2 restvochtigheid wordt droger.
(Het controlelampje Automatic+ knip pert 2x extra).
D Door op de toets Start/Stop te druk-
ken, kunt u het getal omschakelen.
E Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^
Voer de stappen A tot C uit.
^
Schakel na stap C de droogauto maat uit.
-
-
-
-
C ...enlaat dan de toets Start/Stop
los.
Het controlelampje Temperatuur laag knippert 1 x kort.
53
Programmeerfuncties
Restvochtigheid in het programma "Kreukherstellend" wijzigen
De elektronica van deze droogauto maat is gericht op een zo efficiënt mogelijk en energiebesparend dro gen. In dit programma kunt u echter de droogniveaus droger of vochtiger in stellen.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
Voorwaarde:
– De droogautomaat is uitgeschakeld.
– De deur is dicht.
A Druk op de toets Start/Stop en houd
deze tijdens de stappen B-C inge­drukt.
B Schakel de droogautomaat in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat dan de toets Start/Stop
los.
-
-
-
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
P.
0 De restvochtigheid wordt voch
tiger.
I Fabrieksinstelling.
(Het controlelampje Automatic+ knip pert 1x extra).
2 restvochtigheid wordt droger.
(Het controlelampje Automatic+ knip pert 2x extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk-
ken, kunt u het getal omschakelen.
F Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^
Voer de stappen A tot D uit.
^
Schakel na stap D de droogauto maat uit.
-
-
-
-
-
D Druk 1x op de toets Temperatuur
laag.
Het controlelampje Temperatuur laag knippert 2x kort.
54
Kreukbeveiliging instellen.
Om kreuken te vermijden als u het wasgoed na afloop van het program ma niet meteen uit het toestel neemt.
Programmeerfuncties
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
-
P.
-
De kreukbeveiliging
is in de fabriek ingeschakeld. U kunt
deze functie verkorten of uitscha kelen.
is in alle programma's actief, behalve
bij Finish Wol.
moet altijd ingeschakeld blijven.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
Voorwaarde:
– De droogautomaat is uitgeschakeld.
– De deur is dicht.
A Druk op de toets Start/Stop en houd
deze tijdens de stappen B-C inge­drukt.
B Schakel de droogautomaat in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
-
0 Kreukbeveiliging uit.
I 1 uur kreukbeveiliging.
(controlelampje Automatic+ knippert 1x extra)
2 Fabrieksinstelling. 2 uur kreukbe
veiliging.
(controlelampje Automatic+ knippert 2x extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk-
ken, kunt u het getal omschakelen.
F Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^
Voer de stappen A tot D uit.
^
Schakel na stap D de droogauto maat uit.
-
-
C ...enlaat dan de toets Start/Stop
los.
D Druk 2 keer op de toets Temperatuur
laag.
Het controlelampje Temperatuur laag knippert 3x kort.
55
Programmeerfuncties
Het volume van de zoemer instellen
De zoemer kunt u in twee volumes in stellen.
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
-
P.
-
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
Voorwaarde:
De droogautomaat is uitgeschakeld.
De deur is dicht.
A Druk op de toets Start/Stop en houd
deze tijdens de stappen B-C inge­drukt.
B Schakel de droogautomaat in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat dan de toets Start/Stop
los.
D Druk 3x op de toets Temperatuur
laag.
Het controlelampje Temperatuur laag knippert 4x kort.
0 Fabrieksinstelling. Volume van de
zoemer normaal.
I Zoemer met luid volume
(Het controlelampje Automatic+ knip pert extra)
E Door op de toets Start/Stop te druk
ken, kunt u het getal omschakelen.
F Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^ Voer de stappen A tot D uit.
^ Schakel na stap D de droogauto-
maat uit.
-
-
56
Restvochtigheid in het programma "Automatisch plus" wijzigen
De elektronica van deze droogauto maat is gericht op een zo efficiënt mogelijk en energiebesparend dro gen. In dit programma kunt u echter de droogniveaus droger of vochtiger in stellen.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
Voorwaarde:
– De droogautomaat is uitgeschakeld.
– De deur is dicht.
A Druk op de toets Start/Stop en houd
deze tijdens de stappen B-C inge­drukt.
B Schakel de droogautomaat in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat dan de toets Start/Stop
los.
-
-
-
Programmeerfuncties
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
P.
0 De restvochtigheid wordt voch
tiger.
I Fabrieksinstelling.
(Het controlelampje Automatic+ knip pert 1x extra).
2 restvochtigheid wordt droger.
(Het controlelampje Automatic+ knip pert 2x extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk-
ken, kunt u het getal omschakelen.
F Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^
Voer de stappen A tot D uit.
^
Schakel na stap D de droogauto maat uit.
-
-
-
-
-
D Druk 4x op de toets Temperatuur
laag.
Het controlelampje Temperatuur laag knippert 6x kort.
57
Programmeerfuncties
Verlenging van de afkoeltijd instellen
U kunt individueel de afkoelfase voor het einde van het programma in 2 ni veaus verlengen. Het wasgoed wordt sterker afgekoeld.
De afkoeltijdverlenging geldt enkel voor droogtegraadprogramma's.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
Voorwaarde:
– De droogautomaat is uitgeschakeld.
– De deur is dicht.
A Druk op de toets Start/Stop en houd
deze tijdens de stappen B-C inge­drukt.
-
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
P.
0 Fabrieksinstelling.
I Afkoeltijd 5 minuten langer.
(Het controlelampje Automatic+ knip pert 1x extra).
2 Afkoeltijd 10 minuten langer.
(Het controlelampje Automatic+ knip pert 2x extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk-
ken, kunt u het getal omschakelen.
F Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
-
-
-
B Schakel de droogautomaat in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat dan de toets Start/Stop
los.
D Druk 5x op de toets Temperatuur
laag.
Het controlelampje Temperatuur laag knippert 7x kort.
58
Controle
^ Voer de stappen A tot D uit.
^
Schakel na stap D de droogauto maat uit.
-
Programmeerfuncties
Stand-by instellen
Het display en de controlelampjes worden na 10 minuten gedooft en al leen de toets Start/Stop knippert langzaam: Energiebesparing.
Droogautomaat "wekken" uit Stand-by-stand
Draai aan de programmakiezer of
^
druk op een toets. Beide mogelijkhe den hebben geen invloed op een lo pend programma.
Aan
De stand-by-functie is ingeschakeld en het display en de controlelampjes wor­den na 10 minuten gedoofd:
– als u na het inschakelen van het toe-
stel geen programma kiest;
– na de start van het programma.
Let wel: na de afgelopen tijd voor de start voorselectie, aan het einde van het programma of voor het einde van de kreukherstellingsfase worden display en controlelampjes voor telkens 10 minuten ingeschakeld. De zoemer (indien ingeschakeld) weer klinkt gedurende 10 minuten aan het einde van het programma.
-
-
Fabrieksinstelling. Niet terwijl het programma loopt.
Net zoals beschreven onder "Aan". Maar: display en controlelampjes do ven niet zolang het programma loopt.
Uit
Display en controlelampjes blijven branden wanneer het toestel is uitge schakeld.
-
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
^ Zie volgende pagina.
-
-
-
59
Programmeerfuncties
Voorwaarde:
De droogautomaat is uitgeschakeld.
De deur is dicht.
A Druk op de toets Start/Stop en houd
deze tijdens de stappen B-C inge drukt.
B Schakel de droogautomaat in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat dan de toets Start/Stop
los.
D Druk 6x op de toets Temperatuur
laag.
– Het controlelampje Temperatuur laag
knippert 8x kort.
-
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
P.
0 Aan
I Fabrieksinstelling. Niet terwijl het
programma loopt.
(Het controlelampje Automatic+ knip pert 1x extra)
2 Uit
(Het controlelampje Automatic+ knip pert 2x extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk-
ken, kunt u het getal omschakelen.
F Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
-
-
-
60
Controle
^ Voer de stappen A tot D uit.
^
Schakel na stap D de droogauto maat uit.
-
Memory-functie instellen
De elektronische besturing slaat een gekozen programma met droogte graad of optie op. Bovendien wordt de duur van een luchtprogramma op geslagen. Bij de volgende programmakeuze worden deze instellingen gebruikt. U kunt deze instellingen aanvaarden of met een druk op de toets aanpassen.
Opmerking: het programma Katoen t blijft onveranderd.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
Voorwaarde:
– De droogautomaat is uitgeschakeld.
– De deur is dicht.
A Druk op de toets Start/Stop en houd
deze tijdens de stappen B-C inge­drukt.
-
Programmeerfuncties
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met P.
-
0 Fabrieksinstelling. Memory uit.
I Memory.
(Het controlelampje Automatic+ knip pert extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk
ken, kunt u het getal omschakelen.
F Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^ Voer de stappen A tot D uit.
^ Schakel na stap D de droogauto-
maat uit.
-
-
-
B Schakel de droogautomaat in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat dan de toets Start/Stop
los.
D Druk 7 keer op de toets Temperatuur
laag.
Het controlelampje Temperatuur laag knippert 9x kort.
61
Programmeerfuncties
Functie van de aanduiding Filters wijzigen
Na het drogen dient u telkens de pluizen weg te nemen. Bovendien herinnert de display Luchtkanalen reinigen u eraan dat er een bepaalde hoeveelheid pluizen voorhanden is. U kunt zelf beslissen bij welke hoeveel heid pluizen u eraan herinnerd wenst te worden.
Door te proberen stelt u vast welke in stelling het best met uw drooggewoon ten overeenstemt.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
Voorwaarde:
– De droogautomaat is uitgeschakeld.
– De deur is dicht.
A Druk op de toets Start/Stop en houd
deze tijdens de stappen B-C inge­drukt.
B Schakel de droogautomaat in. Wacht tot de toets Start/Stop constant
brandt ...
-
-
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
P.
0 Het controlelampje Luchtkanalen
reinigen heeft geen betekenis.
I Het controlelampje Luchtkanalen
reinigen brandt pas bij overmatige
pluisvorming.
(Het controlelampje Automatic+ knip pert 1x extra).
-
2 Fabrieksinstelling.
(Het controlelampje Automatic+ knip­pert 2x extra).
3 Het controlelampje Luchtkanalen
reinigen brandt reeds bij geringe
pluisvorming.
(Het controlelampje Automatic+ knip­pert 3x extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk-
ken, kunt u het getal omschakelen.
F Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille keurig moment wijzigen.
-
-
-
C ...enlaat dan de toets Start/Stop
los.
D Druk 8x op de toets Temperatuur
laag.
Het controlelampje Temperatuur laag knippert 1x lang.
62
Controle
^
Voer de stappen A tot D uit.
^
Schakel na stap D de droogauto maat uit.
-
Bevestigingstoon instellen
Elk gebruik wordt akoestisch beves tigd.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
-
Programmeerfuncties
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
P.
0 Fabrieksinstelling.
Bevestigingstoon uit.
-
Voorwaarde:
De droogautomaat is uitgeschakeld.
De deur is dicht.
A Druk op de toets Start/Stop en houd
deze tijdens de stappen B-C inge drukt.
B Schakel de droogautomaat in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat dan de toets Start/Stop
los.
D Druk 9x op de toets Temperatuur
laag.
Het controlelampje Temperatuur laag knippert 1x lang en 1x kort.
I Bevestigingstoon aan
(Het controlelampje Automatic+ knip pert extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk
ken, kunt u het getal omschakelen.
-
F Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^ Voer de stappen A tot D uit.
^ Schakel na stap D de droogauto-
maat uit.
-
-
63
Programmeerfuncties
Instelling van de geleidbaarheid wijzigen
U dient deze programmeerfunc
,
tie alleen in te stellen wanneer de restvochtigheid van het wasgoed verkeerd wordt berekend door heel kalkarm water.
Voorwaarde
Het water waarin het textiel wordt ge wassen is uiterst zacht en de geleidbaarheid is kleiner dan 150 µS. De geleidbaarheid van het drinkwater kunt u bij uw waterbedrijf opvragen.
Activeer deze programmeerfunctie echt alleen dan, wanneer aan de bovenstaande voorwaarde wordt voldaan. Anders is het droogresultaat niet bevredigend!
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
-
-
Het controlelampje Temperatuur laag
knippert 1x lang en 2x kort.
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
P.
0 Fabrieksinstelling.
I Geleidbaarheidsinstelling laag
(Het controlelampje Automatic+knip pert extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk
ken, kunt u het getal omschakelen.
F Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^ Voer de stappen A tot D uit.
^ Schakel na stap D de droogauto-
maat uit.
-
-
-
Voorwaarde:
De droogautomaat is uitgeschakeld.
De deur is dicht.
A Druk op de toets Start/Stop en houd
deze tijdens de stappen B-C inge drukt.
B Schakel de droogautomaat in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat dan de toets Start/Stop
los.
D Druk 10x op de toets Temperatuur
laag.
64
-
Droogtegraadstappen toevoegen
U kunt bij veel programma's droogtegraadstappen toevoegen:
mangelvochtig+
(droger dan mangelvochtig).
bijna droog
(droger dan strijkvochtig).
kastdroog+
(droger dan kastdroog).
Deze programmeerfunctie is alleen ac tief bij programma's waarbij droogniveaus kunnen worden inge steld.
Het programmeren en opslaan ge­beurt met behulp van de toetsen in volgende stappen A tot F.
Voorwaarde:
– De droogautomaat is uitgeschakeld.
– De deur is dicht.
-
Programmeerfuncties
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
P.
0 Fabrieksinstelling.
I Droogtegraadstappen toevoegen
(Het controlelampje Automatic+ knip pert extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk
-
ken, kunt u het getal omschakelen.
F Schakel de droogautomaat uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^ Voer de stappen A tot D uit.
^ Schakel na stap D de droogauto-
maat uit.
-
-
-
A Druk op de toets Start/Stop en houd
deze tijdens de stappen B-C inge drukt.
B Schakel de droogautomaat in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat dan de toets Start/Stop
los.
D Druk 11x op de toets Temperatuur
laag.
Het controlelampje Temperatuur laag knippert 1x lang en 3x kort.
Zo kunt u de toegevoegde droogte-
-
graden oproepen
^
Kies een programma.
^
Druk zo vaak op de toets voor de droogtegraad tot telkens een of twee controlelampjes branden.
Controlelampje Extra droog en Kast droog = Kastdroog+
Controlelampje Kastdroog en Strijk vochtig = Bijna droog
Controlelampje Strijkvochtig en Man
gelvochtig = Mangelvochtig+
-
-
-
65
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480 1730 Mollem (Asse)
E-mail: info@miele.be Internet: www.miele.be
Duitsland Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29 33332 Gütersloh
T 8823 C
nl-BE
M.-Nr.
09 872 210 / 04
Loading...