Miele T 8603 C User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing condensdroger T 8603 C
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u dit toestel installeert en in gebruik neemt. Zo zorgt u voor uw eigen veiligheid en vermijdt u schade aan uw toestel.
M.-Nr. 07 292 700
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
de handelaar bij wie u het kocht
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut. Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
– of
de firma Recupel,
-
-
-
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toe
stel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
Stroom sparen
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het mi­lieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Zo kan u vermijden dat de droogtijd on­nodig langer duurt en er meer stroom wordt verbruikt:
– Laat het wasgoed in de wasauto-
maat tegen het hoogste toerental centrifugeren. Zo spaart u bij het drogen ca. 30 % stroom en tijd als u bv. bij 1600 t.p.m. in de plaats van bij 800 t.p.m. laat centrifugeren.
– Gebruik tijdens elk droogprogramma
de volledige trommellading. Dan is het stroomverbruik voor de hele lading het gunstigst.
Zorg voor een degelijke ventilatie van het vertrek waar het toestel moet werken.
Maak na elke droogbeurt absoluut de pluizenzeven schoon.
Controleer af en toe de warmtewisse laar. Maak die schoon als dat nodig blijkt.
-
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
2
-
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................2
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen ..........................5
Bedieningspaneel .................................................9
Opmerkingen omtrent het wasgoed..................................10
Onderhoudssymbolen op het etiket ...................................10
Droogtips ........................................................10
Zo droogt u juist..................................................11
Korte handleiding .................................................11
Een programma veranderen dat aan de gang is .......................13
- Programma afbreken en een nieuw programma kiezen. ...............13
- afbreken en het wasgoed uitnemen. ...............................13
Wasgoed toevoegen of uitnemen .....................................13
Programmaoverzicht ..............................................14
Reiniging en onderhoud van het toestel ..............................16
De condenswaterbak leegmaken .....................................16
Pluizenzeven .....................................................17
De zeven droog schoonmaken.....................................17
De zeven vochtig schoonmaken ...................................18
De droogautomaat zelf .............................................18
De warmtewisselaar schoonmaken ....................................19
De warmtewisselaar uitnemen .....................................19
De warmtewisselaar controleren ...................................20
De warmtewisselaar schoonmaken .................................20
De warmtewisselaar terugzetten ...................................21
Wat gedaan als...?..............................................22
Algemene storingen................................................22
Test- en storingsmeldingen ..........................................25
Het lampje vervangen ..............................................27
Technische dienst ................................................28
Herstellingen .....................................................28
Het programma updaten (moderniseren) ...............................28
Duur en voorwaarden van de waarborg ................................28
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ..................................28
3
Inhoud
Opstellen en aansluiten............................................29
Vooraanzicht .....................................................29
Achteraanzicht....................................................30
Plaats van opstelling ...............................................30
Het toestel naar de plaats van opstelling dragen.......................30
Inbouw onder een doorlopend werkblad .............................30
Het toestel waterpas zetten .......................................31
Plaats van opstelling.............................................31
Was- en droogzuil...............................................31
Voordat u het toestel transporteert ..................................31
Het condenswater laten afvoeren .....................................32
De afvoerslang verplaatsen .......................................32
De afvoerslang (in de wasbak/ afvoeropening in de vloer) hangen.........33
Bijzondere aansluitomstandigheden ................................33
Elektrische aansluiting ..............................................35
Verbruiksgegevens ...............................................36
Technische gegevens .............................................37
Programmeerfuncties .............................................39
Restvochtigheid in het programma Wit/Bont wijzigen ......................39
Restvochtigheid in het programma Kreukherstellend wijzigen ...............40
Zoemer uit-/inschakelen ............................................41
Verlenging van de afkoeltijd instellen ..................................42
Programma "Fijn wasgoed" wijzigen ...................................43
Kreukbeveiliging instellen ...........................................44
Programma "Kreukherstellend Kastdroog" wijzigen .......................45
4
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
Juist gebruik
Lees absoluut deze gebruiksaan
~
wijzing.
Deze droogautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor schriften. Bij ondeskundig gebruik kan er schade optreden aan het toe stel en kan de gebruiker gevaar lo pen.
Lees aandachtig deze montage- en gebruiksaanwijzing voor u deze droogautomaat monteert en ge­bruikt. U vindt er belangrijke opmer­kingen omtrent uw veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het toestel. Zo beschermt u zichzelf en vermijdt u schade aan de droogau­tomaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Uw droogautomaat is uitsluitend be
~
stemd om in water gewassen textiel te drogen. Droog enkel wasgoed dat vol gens het onderhoudsetiket voor de droogautomaat geschikt is. Andere toe
­passingen zijn misschien gevaarlijk.
Miele is niet verantwoordelijk voor scha de die wordt veroorzaakt door een an
-
-
der gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
­Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om deze droog­automaat veilig te bedienen, mogen deze droogautomaat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een ver­antwoordelijk iemand gebruiken.
-
-
-
-
-
Kinderen in het huishouden
Let op kinderen die in de buurt van
~
de droogautomaat komen. Laat ze nooit met het toestel spelen.
Kinderen mogen de droogautomaat
~
alleen maar gebruiken wanneer hen de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze de droogautomaat veilig kunnen be dienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kun nen beseffen.
-
-
5
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer of de droogautomaat
~
geen zichtbare schade vertoont voor dat u het opstelt. Beschadigde droogautomaten mag u nooit opstellen noch in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de
~
aansluiting (smeltveiligheden, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet bij u ter plaatse voordat u het toestel aansluit. Vraag eventueel uitleg aan een elektri­cien als u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van dit toe-
~
stel is enkel gewaarborgd zo het op een volgens de voorschriften geïnstal­leerd aardsysteem is aangesloten. Het is heel belangrijk dat aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde is vol­daan. In geval van twijfel dient u uw in­stallatie door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet aan­sprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aard­leiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen
~
geen verlengsnoer. Gebruik van een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee op brand.
Door ondeskundig uitgevoerde re
~
paraties kunnen er onvoorziene risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele niet aansprakelijk worden ge steld. Reparaties mag u uitsluitend la ten uitvoeren door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
-
-
-
Defecte onderdelen mogen enkel
~
worden vervangen door originele Miele vervangstukken. Enkel daardoor bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele op het stuk van veilig heid stelt.
Is het aansluitsnoer beschadigd,
~
laat het dan vervangen door een vak man die door Miele erkend is. Zo ver mijdt u risico's voor wie het toestel ge bruikt.
Bij storingen of bij reiniging en on-
~
derhoud is uw toestel pas van het stroomnet losgekoppeld indien:
– u de stekker uit het stopcontact haalt
of
– de zekering op uw elektrische instal-
latie uitgeschakeld is
– de schroefzekering op uw elektrische
installatie helemaal uitgedraaid is.
Als u de droogautomaat niet op een
~
vaste plaats installeert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoe ren door vakmensen. Die moeten er­voor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
Verander niets aan de droogauto
~
maat als dit niet uitdrukkelijk door Miele wordt toegelaten.
-
-
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
Efficiënt gebruik
Wegens brandgevaar is het dan
~
verboden textiel te drogen, als ze:
ongewassen zijn.
niet voldoende gereinigd zijn en
waarop oliehoudende, vethoudende of andere resten aanwezig zijn (bijv. wasgoed dat wordt gebruikt in de keuken of voor cosmeticatoepassingen en waarop zich olie-, vet- of crèmeresten bevin den). Als u textiel droogt dat niet vol­doende gereinigd is, bestaat er ge­vaar op zelfontbranding, zelfs wan­neer het droogproces beëindigd is en het wasgoed zich niet langer in de droogautomaat bevind.
– waarop brandgevaarlijke reinigings-
producten of resten van acteon, al­cohol, benzine, petroleum, vlekkenverwijderaar, terpentijn, was-en wasverwijderaar of che­mische producten (kan het geval zijn bij zwabbers, dweilen, stofdoeken) aanwezig zijn.
waarop resten van een haarverstevigingsproduct, hairspray, nagellakverwijderingsproduct of gelijkaardig product voorkomen.
Dergelijk sterk vervuild wasgoed moet u grondig wassen: gebruik hierbij voldoende wasmiddel en selecteer een hoge temperatuur. Bij twijfel dient u het verscheidene malen te wassen.
Wegens brandgevaar is het
~
verboden textiel te drogen
dat hoofdzakelijk schuimrubberen,
rubberen of rubberachtige delen be vat. Dat zijn bijvoorbeeld producten uit latexschuimrubber, douchemutsen, waterdicht textiel, gegommeerde artikelen en kledingsstukken, hoofdkussens met schuimrubbervlokken.
dat een vulling heeft en beschadigd
­is (bijv. kussens of jasjes). Vulling die
eruit valt kan brand veroorzaken.
Bij vele programma's komt na de
~
verwarmingsfase een koelfase om er zeker van te zijn dat de stukken was­goed op een temperatuur blijven waar­bij ze niet beschadigd worden ( bijv. het vermijden van zelfontbranding). Pas daarna is het programma ten einde. Het wasgoed altijd direct en volledig na einde van het programma verwijderen.
Waarschuwing: de droogautomaat
~
nooit uitschakelen voor beeindiging van het droogprogramma. Behoudens als alle stukken wasgoed onmiddellijk ver­wijderd worden en zo uitgespreid dat de warmte kan afgegeven worden.
Wasverzachter of gelijkaardige
~
producten moeten zo gebruikt worden als bepaald in de gebruiksaanwijzing ervan.
-
-
7
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
Gebruik uw droogautomaat niet zon
~
der pluizenzeef noch met een bescha digde pluizenzeef.
De pluizenzeef moet regelmatig ge
~
reinigd worden.
Gebruik uw droogautomaat nooit
~
zonder luchtafvoerleiding.
Droog de pluizenfilters na een voch
~
tige reiniging goed af. Door natte zeven kunnen er storingen in de werking van uw toestel optreden!
Stel uw droogautomaat niet op in
~
een vertrek waar het kan vriezen. Tem peraturen rond of onder het vriespunt brengen de goede werking van het toe­stel in het gedrang.Bevroren condens­water in pomp en afvoerslang kan schade veroorzaken. De toegelaten kamertemperatuur mag tussen +2 °C en +35 °C liggen.
Wanneer u een externe afvoerslang voor het condenswater aansluit, moet u de slang vastmaken indien u die in een wasbak hangt. Anders kan de slang wegglijden en kan het weglopende water schade veroor zaken.
-
-
-
-
-
-
Hou de omgeving van het toestel
~
steeds vrij van stof en pluizen. Vuildeeltjes in de aangezogen koellucht kunnen na verloop van tijd de warmte wisselaar verstoppen.
Leun niet op de toesteldeur. Anders
~
gaat het toestel kantelen.
Sluit de deur na elk gebruik. Zo
~
voorkomt u dat
kinderen in het toestel proberen te
kruipen of er voorwerpen in verstop pen.
– er kleine dieren in de trommel krui-
pen.
De droogautomaat niet nat
~
afspuiten.
accessoires
Alleen toebehoren dat Miele uitdruk-
~
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen gemon­teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op garantie en/of productaan sprakelijkheid.
-
-
-
Condenswater is geen drinkwater.
~
Het kan de gezondheid van mens en dier schade toebrengen.
8
Miele is niet aansprakelijk voor scha de die ontstaan is doordat deze vei ligheidsrichtlijnen niet in acht wer den genomen.
-
-
-
Bedieningspaneel
a Programmakiezer om het droog
programma in te stellen
De programmakiezer kan u zowel naar rechts als naar links draaien.
b Programmaverloop- en controle-
lampjes
c Toets Start
om een droogprogramma te starten. Het controlelampje knippert als u het programma kan starten. Na de start van het programma blijft het bran­den.
-
d Toets I-aan/0-uit
om het toestel in en uit te schakelen en een programma te onderbreken.
e Toets Deur
om de toesteldeur te openen en een programma af te breken. De deur kan altijd open; de stroom hoeft niet ingeschakeld te zijn.
Als het toestel ingeschakeld is en de toesteldeur openstaat, gaat de trom­melverlichting na enkele minuten uit (stroombesparing).
9
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Onderhoudssymbolen op het etiket
Drogen
q Normale/hogere temperatuur r Lagere temperatuur:
Kies Temperatuur laag (voor delicaat wasgoed)
s Niet geschikt voor een droogau
tomaat
Strijken en mangelen
I Zeer heet H Heet G Niet zeer heet J Niet strijken/mangelen
Droogtips
– Hou steeds rekening met de
maximumbelading die in de rubriek "Programmaoverzicht" wordt opge­geven.
Bij een overladen trommel wordt het wasgoed niet zo behoedzaam be handeld. Het droogresultaat komt hierbij in het gedrang en er kunnen ook meer kreuken optreden.
Stop geen drijfnat wasgoed in de trommel! Laat het wasgoed na het wassen minstens 30 seconden cen trifugeren.
Maak jassen open matig zouden drogen.
Wol en gemengde weefsels die wol bevatten hebben de neiging te vilten of te krimpen. U kunt dergelijk was goed enkel drogen in het program ma Finish wol.
, opdat ze gelijk
-
Met dons gevuld wasgoed:
lang de kwaliteit heeft het fijne weef sel binnenin de neiging te krimpen. Behandel dit wasgoed enkel in het programma Ontkreuken/Strijken.
Zuiver linnen weefsel
kel machinaal als de fabrikant dit op het onderhoudsetiket vermeldt. An
-
-
-
-
-
ders kan het weefsel "ruig" worden. Behandel dit wasgoed enkel in het programma Ontkreuken/Strijken.
Machinaal gebreide textielsoorten
(bijv. T-shirts, ondergoed) neigen bij de eerste wasbeurt te krimpen. Daarom mag u het wasgoed niet te lang laten drogen. Zo vermijdt u dat het verder krimpt. Koop machinaal gebreid textiel eventueel een of twee maten groter.
– Hoe meer kreukherstellend
u in de trommel doet, hoe groter de kans op kreuken voor heel delicaat weefsel, bijv. over­hemden en bloezen. Plaats in geval van twijfel minder was goed in het toestel door het te sorteren of gebruik het programma Fijn was- goed.
Gesteven wasgoed automaat worden gedroogd. Om het gewone glanseffect te verkrijgen dient u wel de dosis stijfsel te verdubbelen.
Nieuw gekleurd wasgoed moet u voor de eerste droogbeurt afzonderlijk grondig wassen. U mag het niet sa men met licht gekleurd wasgoed laten drogen. Anders loopt u het risico dat de kleur afgeeft (ook op kunststof on derdelen in de droogautomaat). Er kunnen zich ook pluisjes van een an dere kleur afzetten op het wasgoed.
: droog dit en
. Dit geldt vooral
kan in de droog
naar ge
-
-
wasgoed
-
-
-
-
-
-
-
10
Zo droogt u juist
Korte handleiding
De zinnen met een getal (A, B, C ...) kan u gebruiken als een handleiding.
A De was voorbereiden
Maak het gewassen textiel luchtig en sorteer het volgens... . . . gewenste droogtegraad, . . . vezel- en weefselsoort, . . . gelijk formaat, . . . dezelfde restvochtigheid na het
centrifugeren. Zo verkrijgt u een gelijkmatig droogre sultaat.
Verwijder wasmiddelkorfjes, do-
,
seerbekers e.d. uit het wasgoed. Deze objecten kunnen tijdens het drogen smelten en schade teweeg­brengen aan toestel en wasgoed.
C De droogautomaat laden
Druk op toets Deur om de toesteldeur
^
te openen.
Leg het wasgoed losjes in de trom
^
mel.
Hou rekening met de maximumla ding in de rubriek "Programmaover zicht". Bij een overladen trommel wordt het wasgoed niet zo behoedzaam be
-
handeld en komt het droogresultaat in het gedrang.
^ Kijk na of de pluizenzeef goed inge-
schoven zit voor u de deur sluit.
-
-
-
-
– Controleer zomen en naden, zodat er
geen voering kan uitvallen.
– Knoop dekbedovertrekken en kus-
senslopen dicht. Zo komen er geen kleinere stukken wasgoed in terecht.
Doe ritsen, haken en ogen dicht.
Knoop rok-, broeksriemen en schort banden samen.
Geloste bh-beugels kan u vastnaaien of verwijderen.
B De droogautomaat inschakelen
^
Druk toets I-aan/0-uit in.
U kan het toestel ook na het laden in schakelen. Dan wordt de trommel even wel niet verlicht (stroombesparing).
-
-
Laat bij het sluiten geen stukken wasgoed tussen de deur geklemd raken. Anders loopt het textiel scha de op.
^
Zwaai de toesteldeur zachtjes dicht. U kan ze ook laten aanleunen en
­dichtdrukken.
-
11
Zo droogt u juist
D Een programma kiezen
Draai de programmakiezer op het
^
gewenste programma.
Temperatuurgevoelig wasgoed
Voor delicaat wasgoed (met onder­houdssymbool r, bijv. van acryl) moet u Temperatuur laag kiezen. Het was­goed wordt dan bij lage temperatuur gedroogd tot het kastdroog is. De duur van het programma is in ver­gelijking met die van Kastdroog wat langer.
E Programma starten
Druk op de toets Start.
^
Het controlelampje van de toets Start knippert niet meer en brandt nu con stant.
De verwarmingsfase begint en het con trolelampje Drogen gaat aan.
Vlak voor het einde van het program ma
Na de verwarmingsfase volgt de afkoel fase om het wasgoed af te koelen. Hier­bij gaat het controlelampje Koude lucht aan. Pas daarna is het programma ten einde. Volgende programma's hebben geen afkoelfase: Finish wol, Ontkreu-
ken/Strijken.
Einde van het programma
Het controlelampje Einde/kreukbeveili­ging gaat aan.
De trommel draait met tussenpozen als u het wasgoed niet onmiddellijk uit de trommel haalt (kreukbeveiliging). Op die manier worden kreuken vermeden (niet bij Finish wol) - Duur: 1 u.
-
-
-
-
12
Tijdens de kreukbeveiligingsfase weer klinkt de zoemer met tussenpozen.
-
Zo droogt u juist
F Het wasgoed uitnemen
Druk op de toets Deur.
^
Open de deur.
^
Neem het wasgoed uit de trommel.
^
Vergeet geen stukken wasgoed in de trommel! Achtergebleven was goed kan schade oplopen doordat die overmatig droogt.
Druk op de toets l-Aan/0-Uit.
^
^ Maak de pluizenfilter schoon.
^ Sluit de deur.
Giet het condenswaterreservoir leeg (als er geen afvoer voor het condens­water is voorzien).
^ De warmtewisselaar moet regelmatig
worden gecontroleerd en indien no­dig worden gereinigd (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
Een programma veranderen dat aan de gang is
Dit is niet mogelijk. Het toestel is im­mers beschermd tegen onverhoedse of ongewenste wijzigingen. Als u een keuze maakt, knippert het controlelampje Kreukbeveiliging/Einde.
-
Kies en start onmiddellijk een nieuw
^
programma.
- afbreken en het wasgoed uitnemen.
zie verder: "Wasgoed toevoegen of
^
uitnemen".
Schakel de droogautomaat na het
^
sluiten van de deur uit.
Wasgoed toevoegen of uitnemen
Druk op de toets Deur.
^
^ Open de deur.
,Gevaar voor brandwonden!
Raak de achterwand van de trom­mel niet aan terwijl u wasgoed toe­voegt of uitneemt! De temperatuur in de trommel is hoog.
^ Nu kunt u wasgoed toevoegen of
voortijdig uit de trommel nemen.
^ Sluit de deur.
^ Druk op de toets Start.
Om een nieuw programma te kiezen, dient u het programma af te breken.
- Programma afbreken en een nieuw programma kiezen.
^
Druk op de toets Einde.
^
Schakel de droogautomaat uit.
^
Schakel de droogautomaat in.
13
Programmaoverzicht
Wit/Bont maximum 6 kg*
Kastdroog+, Kastdroog**, Temperatuur laag
Textiel Textiel met een laag of verschillende lagen uit katoen.
Bijv. badhanddoeken/badmantels, T-shirts, ondergoed, bedden goed, babywasgoed.
-
Opmerking
Strijkvochtig**, Mangelvochtig
Textiel Katoen of linnen. Bijv. tafellakens, beddengoed, gesteven was
Opmerking Het te strijken wasgoed in afwachting oprollen om het vochtig te
Kreukherstellend maximum 3 kg*
Kastdroog**, Temperatuur laag, Strijkvochtig
Textiel Kreukherstellend textiel van synthetisch of gemengd weefsel of ka-
Opmerking Temperatuur laag kiezen voor textiel met het onderhoudssym-
Temperatuur laag kiezen voor textiel met het onderhoudssym
bool r. In dit programma wordt gevoelig textiel met lagere tem peratuur kastdroog gedroogd.
goed.
houden.
toen. Bijv. truien, jurken, broeken, jasschorten, tafellakens.
bool r. In dit programma wordt gevoelig textiel (bijv. van acryl) met lagere temperatuur kastdroog gedroogd.
– Voor zeer kreukvrij drogen Strijkvochtig kiezen en de lading be-
perken tot 1,5 kg*.
Het wasgoed wordt met het programma Strijkvochtig, naargelang van de soort en de lading, vrijwel kreukvrij gedroogd.
-
-
-
* Gewicht van droog wasgoed ** Opmerking voor testinstellingen:
programma-instelling voor tests volgens de norm EN 61121
14
Programmaoverzicht
Fijne was maximum 2 kg*
Wasgoed Delicaat wasgoed van synthetische vezels, gemengde weefsels,
kunstzijde of katoen met kreukherstellende eigenschappen, bijv. hemden, bloezen, ondergoed, wasgoed met bedrukking.
Opmerking
Luchten maximum 6 kg*
Warme lucht
Wasgoed
Koude lucht
Wasgoed Om alle soorten wasgoed te luchten.
Finish wol maximum 2 kg*
Wasgoed Wasgoed van wol.
Opmerking – Wolgoed wordt in korte tijd luchtig gemaakt en vlokkiger ge-
Voor wasgoed met het onderhoudssymbool r.
Verminder de lading wasgoed als u vrijwel kreukvrij wilt drogen.
Nadrogen van wasgoed met meer dan een laag, dat wegens de
samenstelling verschillende droogeigenschappen vertoont: Bijv. jassen, kussens en volumineus wasgoed.
Om aparte stukken wasgoed te drogen: bijv. badhanddoeken,
badgoed, vaatdoeken.
maakt; het wordt evenwel niet echt droog.
– Haal het wasgoed na afloop van het programma meteen uit de
trommel en laat het natuurlijk drogen.
Ontkreuken maximum 3 kg*
Wasgoed
Opmerking
* Gewicht van het wasgoed in droge toestand
Wasgoed van katoenen of linnen weefsel.
Kreukherstellend wasgoed van katoen, gemengd of synthetisch weefsel. Bijv. katoenen broeken, anoraks, overhemden.
Programma om kreuken na een eerdere centrifugeerbeurt (in de wasautomaat) te beperken.
Haal het textiel na afloop van het programma meteen uit de trom mel en laat het natuurlijk drogen.
-
15
Reiniging en onderhoud van het toestel
De condenswaterbak leegmaken
Zo er geen condenswaterafvoer aange sloten is, wordt het water dat tijdens de droogbeurt ontstaat, in de condenswa terbak opgevangen.
Giet de condenswaterbak na elk droogprogramma leeg! Ten laatste wanneer het controlelampje Reser voir aangaat.
Is de maximumstand van het condens­water in de bak bereikt, dan wordt het programma afgebroken. Dan brandt ook het controlelampje Reservoir.De zoemer weerklinkt.
-
-
-
^ Schuif de sluitklep open en giet de
bak leeg.
^ Zet het lege reservoir weer lichtjes
schuin terug; net als bij het uittrek­ken. Schuif het met soepele hand tot aan de aanslag naar binnen.
^ Voor u een nieuw programma start,
dient u de droogautomaat eerst uit en daarna weer in te schakelen. Dan gaat het controlelampje "Reservoir" uit.
^
Trek het reservoir - als op de afbeel ding - uit en neem het dan ietwat schuin naar rechts toe uit het toestel.
^
Hou het reservoir bij het dragen wa terpas. Neem het aan het handvat en aan het uiteinde vast.
16
Condenswater mag niet gedronken worden. Dat kan schade toebrengen aan de gezondheid van mens en dier.
Gebruik dit water gerust in het huishou
­den, bv. voor uw stoomstrijkijzer of
luchtbevochtiger.
Hou hiermee rekening:
-
^
Giet het condenswater, bij wijze van voorzorg, door een fijne zeef of een koffiefilter. Zo verwijdert u heel kleine pluisjes uit het water, die anders eventueel schade aanrichten.
-
Reiniging en onderhoud van het toestel
Pluizenzeven
Pluisjes komen in de pluizenzeven in de deur en in de deuropening terecht. Maak deze zeven na elke droogbeurt schoon.
De zeven droog schoonmaken
Neem ze ook weg uit de holle ruimte
^
in de deur. In de Technische Dienst van Miele is daartoe een borstel ver krijgbaar.
U kan daartoe ook een stofzuiger ge bruiken.
Reinig de dichting (2) aan de plui
^
zenfilterhouder met een vochtige doek.
Schuif de zeef weer tot aan de aan
^
-
-
-
-
^ Trek het pluizenfilter (1) uit de plui-
zenfilterhouder in de deur.
^
Verwijder de pluizen met uw vingers van de zeef.
slag in de toesteldeur.
^
Verwijder de pluizen met uw vingers van de pluizenzeven in de deurope ning.
^
Doe de toesteldeur weer dicht.
-
17
Reiniging en onderhoud van het toestel
De zeven vochtig schoonmaken
Enkel indien de pluizenzeven erg plakkerig of verstopt zijn, dient u die vochtig schoon te maken.
Trek de pluizenzeef uit de toestel
^
deur. Zie vorige bladzijde.
De 2 zeven in de deuropening kan u ook uitnemen:
^ Draai a aan het knopje en trek b de
zeef er aan het knopje naar het mid den toe uit.
^
Maak al de pluizenzeven onder stro mend heet water schoon.
-
-
-
Schuif de grote pluizenzeef tot aan
^
de aanslag in de toesteldeur.
Plaats de 2 zeven onderaan in de
^
deuropening terug en duw ze boven goed op hun plaats.
Vergrendel de 2 knopjes.
^
De droogautomaat zelf
Maak het toestel eerst stroomloos.
^ Reinig de ommanteling en het bedie-
ningspaneel met een niet-agressief reinigingsmiddel of sopje.
^ Reinig de trommel en andere roest-
vrijstalen onderdelen met een ge­schikt reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Gebruik geen schuur- noch oplos­middel. Reinigingsmiddel voor glas of voor universeel gebruik is ook af te raden. Dit kan schade toebrengen aan kunststof oppervlakken of an­dere onderdelen.
^
Wrijf alle onderdelen met een zachte doek droog.
^
Schud de zeven goed uit tot er geen druppel meer te zien is.
^
Droog de zeven voorzichtig en grondig af.
,
De pluizenzeven moeten droog zijn als u ze terugplaatst. Door natte zeven kunnen er storingen in de werking van uw toestel optreden!
18
Reiniging en onderhoud van het toestel
De warmtewisselaar schoonmaken
Tijdens het droogproces zweven er wasmiddelresten, haar en fijne pluizen rond. Die kunnen door de pluizenzeven heendringen en de warmtewisselaar verstoppen. Er worden echter ook vuildeeltjes uit het vertrek waar de droogautomaat opge steld is, aangezogen. Die kunnen even eens verstoppingen veroorzaken.
-
-
Controleer de warmtewisselaar min­stens 2 keer per jaar. Droogt u vaker, kijk hem dan na ca. 100 droog­beurten na. Maak hem zonodig schoon.
De warmtewisselaar uitnemen
^
Open het deksel. Dankzij de zijdelingse steunvinkjes valt het deksel er niet uit.
Draai de knop van het binnenste dek
^
sel verticaal naar onderen.
^ Klap het binnenste deksel naar vo-
ren.
^ Neem het schuin naar boven toe
weg.
^
Zet de knop aan de warmtewisselaar naar boven.
-
^
Neem het deksel schuin naar boven toe weg.
^
Leg het opzij.
19
Reiniging en onderhoud van het toestel
Zo er geen pluizen te zien zijn:
Zet de warmtewisselaar weer op zijn
^
plaats; zie volgende blz.
Zo er wel pluizen te zien zijn:
Maak de warmtewisselaar schoon als
^
hierna beschreven.
De warmtewisselaar schoonmaken
Hou de warmtewisselaar bij het
^
doorspoelen absoluut in de posi ties die op de twee volgende af-
Trek de warmtewisselaar aan het
^
oogje uit.
De warmtewisselaar controleren
beeldingen worden getoond.
-
^
Hou de warmtewisselaar tegen het licht.
^
Zijn er pluizen waar te nemen? De pijlen op de afbeelding tonen u langs waar u erdoor kan kijken.
20
^
Spoel de warmtewisselaar langs de linker lange zijde met een waterstraal uit.
Reiniging en onderhoud van het toestel
Spoel de warmtewisselaar langs vo
^
ren met een waterstraal uit.
^ Verwijder al het binnenin nog zicht-
bare vuil; zie "Warmtewisselaar con­troleren".
^ Zorg er ook voor dat de dichtingsrub-
bers proper zijn.
Neem ze niet weg. Ze mogen ook geen knik vertonen!
^ Schud het water terdege uit de
warmtewisselaar. Er mag geen drup­pel meer te zien zijn.
-
De warmtewisselaar terugzetten
Schuif de warmtewisselaar weer he
^
lemaal in het toestel. Het oogje van de warmtewisselaar moet zich bovenaan bevinden.
Zet de sluitknop aan de warmtewis
^
selaar horizontaal. Enkel dan valt het haakje aan de knop duidelijk in de uitsparing.
Zorg ervoor dat de dichtingsrubber goed in de gleuf zit voor u het bin­nenste deksel aanbrengt.
^ Zet het binnenste deksel er met de
steunhaken onderaan in. Hou het deksel intussen schuin en duw het lichtjes naar onder.
^ Duw nu op het deksel en vergrendel
het met de sluitknop.
^ Zet het buitenste deksel onderaan in
en duw het bovenaan dicht tot u een klik hoort.
Enkel indien de warmtewisselaar en de deksels juist geplaatst en ver­grendeld zijn, is het condenssys teem keurig dicht!
-
-
-
21
Wat gedaan als...?
De meeste storingen kan u zelf verhelpen. In heel wat gevallen bespaart u tijd en kosten, omdat u dan geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst. De volgende tabellen kunnen een leidraad zijn om de oorzaken voor een be paalde storing te vinden en uit de weg te ruimen. Hou wel het volgende in acht:
Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een er
,
kend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundige reparaties kunnen er niet te onderschatten risico's opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Algemene storingen
Probleem Oorzaken Oplossing
-
-
...detrommel na het in schakelen niet begint te draaien?
. . . wasgoed van synthe­tische vezels na het dro­gen statisch geladen is?
De oorzaak is
-
niet zo meteen te achterhalen.
Herhaal het inschakelen. Zie
rubriek 'Zo droogt u juist'.
– Zit de stekker wel in het stop-
contact?
– Is de deur juist gesloten?
– Zijn de smeltstoppen van de
huisinstallatie wel in orde?
Voeg bij de laatste spoel­beurt in de wasautomaat was­verzachter toe. Zo neemt de statische lading af.
22
Wat gedaan als...?
Probleem Oorzaken Oplossing
Er hebben zich plui zen gevormd.
Het wasgoed is niet voldoende gedroogd.
Na het schoonmaken van de warmtewisse­laar loopt er water uit het toestel.
-
Bij het drogen komen er pluizen vrij, die zich vooral door de wrijving tijdens het wassen en het dragen op het wasgoed gevormd hebben. De belasting op het wasgoed in de droog automaat daarentegen blijft beperkt en heeft geen noe menswaardige invloed op de levensduur van het was goed. Dat werd door onderzoeksinstituten onderzocht.
De belading bestond uit verschillende weefsels.
– De warmtewisselaar
en/of het binnenste dek­sel van de warmtewisse­laar zijn niet aange­bracht en vergrendeld zoals het hoort.
Op de bodem waarover de warmtewisselaar wordt ingeschoven, blij ven er pluizen vastzitten.
-
-
De pluizen worden door de pluizenfilter opgevangen. U kunt ze daar gemakkelijk verwijderen (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
-
-
– Droog de was na met
Warme lucht.
– Kies bij de volgende
droogbeurt een geschikt programma.
– Zie na of het deksel en
de warmtewisselaar de­gelijk vast zitten.
– Controleer eveneens de
dichtingsrubbers.
Verwijder de zichtbare pluizen met een doek uit het vak voor de warmte wisselaar.
-
De trommel wordt niet verlicht.
De verlichting wordt auto matisch uitgeschakeld (stroombesparing).
Eventueel is het lampje de fect.
-
Schakel de droogautomaat uit en weer in.
-
Het gloeilampje vervangen. Zie achteraan deze rubriek.
23
Wat gedaan als...?
Probleem Oorzaken Oplossing
Het droogpro ces duurt heel lang.
Of het pro gramma wordt afgebroken.
-
De droogautomaat werkt
-
niet optimaal of spaarzaam*. Mogelijk is de pluizenfilter
verstopt door pluizen, haren of wasmiddelresten.
De ventilatie is ontoereikend (bijv. in een klein vertrek). Daardoor kan de tempera­tuur in het vertrek erg opge lopen zijn.
De ventilatiespleten onder de toesteldeur zitten dicht.
Resten van wasmiddelen, haartjes en fijne pluizen kun­nen de warmtewisselaar ver­stoppen.
Maak de pluizenfilter schoon.
Als u de pluizenfilter met wa
ter reinigt, dient u deze af te drogen voordat u hem terug plaatst. Anders kunnen er storingen optreden.
Als dit niet helpt, controleert u
de volgende punten.
Zet tijdens het drogen een
deur of venster open. Dan stijgt de kamertemperatuur niet te veel.
-
– Verwijder storende objecten.
– De warmtewisselaar moet re-
gelmatig gecontroleerd en gereinigd worden (rubriek "Reiniging en onderhoud").
-
-
Het wasgoed werd niet ge­noeg uitgecentrifugeerd.
De droogautomaat is overla den.
Door metalen ritssluitingen werd de vochtigheidsgraad van de was niet juist bere kend.
* Voor u de storing verhelpt:
Open en sluit de deur.
Schakel de droogautomaat uit en weer in om het programma opnieuw te starten.
– Laat voortaan uw wasgoed in
uw wasautomaat tegen een hoger toerental centrifugeren.
-
Neem de maximumlading wasgoed voor het droogpro gramma in acht.
Doe de ritsen voortaan open.
Als het probleem achteraf nog
-
opduikt, laat dan wasgoed met lange ritssluitingen voort aan enkel met het programma Warme lucht drogen.
-
-
24
Wat gedaan als...?
Test- en storingsmeldingen
Probleem Oorzaak Oplossing
Het controlelamp je Giet reservoir leeg. brandt.
Het programma werd afgebroken.
Het controlelamp­je Koude lucht of
Einde/kreukbevei­liging knippert.
De zoemer gaat.
Het controlelamp­je Einde/kreukbe- veiliging knippert tijdens het dro­gen.
De condenswaterbak is vol.
-
Ofwel is er een knik in de af voerslang.
De oorzaak is niet meteen te constateren.
De programmakiezer werd na het starten van het pro­gramma verplaatst. Het pro­gramma wordt echter nor­maal uitgevoerd.
Giet het condenswater uit.
-
Controleer de afvoerslang.
Het controlelampje gaat
uit door de droogautomaat eerst uit en dan weer in te schakelen.
Schakel de droogauto
maat uit en in. – Start een programma. Wordt het programma weer
afgebroken en verschijnt er opnieuw een foutmelding, dan gaat het om een defect. Neem contact op met de Technische Dienst van Miele.
Stel het oorspronkelijk geselecteerde programma in: Het controlelampje gaat uit.
-
Het programma werd afgebroken.
Het controlelamp je Einde/kreukbe veiliging gaat aan.
De zoemer gaat.
Het controlelamp je Koude lucht brandt en er weer klinkt een con stant waarschu wingssignaal.
-
-
-
Dit is geen storing. De elektronische besturing
-
merkt dat er geen wasgoed in de trommel zit en breekt het programma af.
Als afzonderlijke of reeds ge droogde stukken wasgoed worden gedroogd, kan het programma eveneens afbre ken.
-
De droogautomaat werkt niet optimaal of spaarzaam.
-
Droog afzonderlijke stukken wasgoed voortaan met het programma Warme lucht.
Voor u een ander program ma kiest, opent en sluit u de deur.
-
-
Zie vorige pagina: Het droogproces duurt heel lang (...).
-
25
Wat gedaan als...?
Probleem Oorzaak Oplossing
De programma's Kreuk
herstellend of Fijn was goed kunnen niet wor
den gestart en het con trolelampje Start knip pert niet.
-
De oorzaak is niet meteen
-
te constateren.
-
-
-
Schakel de droogauto
maat uit en in. Kies een van de pro
gramma's. Als het programma nog
altijd niet kan worden gestart, is er een de fect. Neem contact op met de Technische Dienst van Miele.
Intussen kunt u nog al
tijd de overige pro gramma's gebruiken.
-
-
-
-
-
26
Het lampje vervangen
Maak het toestel stroomloos.
Doe de toesteldeur open.
^
Bovenaan in de vulopening vindt u een opklapbaar dekseltje voor de lamp.
Wat gedaan als...?
Deze gloeilamp dient van hetzelfde type te zijn als die welke u vervangt. Het vermogen mag niet hoger liggen dan wat op het typeplaatje en het lampendeksel is aangegeven.
Vervang de gloeilamp.
^
Klap het dekseltje naar boven. Duw
^
het links en rechts stevig dicht tot u een klik hoort.
Let erop dat het deksel stevig op
,
zijn plaats zit. Zo vermijdt u dat er vocht indringt, wat kortsluiting kan veroorzaken.
^ Schuif een stuk gereedschap, bijv.
een brede sleufschroevendraaier, on­der het lipje dat aan de zijkant van het klepje van het gloeilampje zit. Zorg ervoor dat het gereedschap ste vig zit.
^
Open het klepje door het stuk ge reedschap een slag te draaien. Oefen daarbij enige druk op het ge reedschap uit.
Het klepje klapt naar beneden.
Deze hittebestendige lamp schaft u zich het best enkel aan bij uw Miele­handelaar of in de Technische Dienst van Miele.
-
-
-
27
Technische dienst
Herstellingen
Neem bij storingen die u zelf niet kan verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
of
met de Technische Dienst van Miele.
Het adres en de telefoonnummers van onze technische dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst een beroep doet, geef dan altijd het machinetype en -nummer op. Beide gegevens staan vermeld op het type­plaatje. Dat vindt u rechts onder de vulopening.
Het programma updaten (moderniseren)
Op het bedieningspaneel vindt u een controlelampje met de markering PC (PC = program correction). Deze led dient onze technici als contactpunt voor de actualisering van het programma.
Bij de aanpassing van de elektronische besturing van uw toestel kan er dan re kening worden gehouden met ontwik kelingen in textielsoorten en droogpro cédés.
Miele zal de mogelijkheid om een pro­gramma te actualiseren tijdig bekend­maken.
-
-
-
Duur en voorwaarden van de waarborg
De waarborgtijd van uw droogautomaat bedraagt 2 jaar.
Meer gegevens omtrent de voorwaar­den van de waarborg vindt u in het bij­gevoegde garantieboekje.
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Voor deze droogautomaat kan u zich nog toebehoren aanschaffen bij uw Miele-handelaar of in de Technische Dienst van Miele.
28
Vooraanzicht
Opstellen en aansluiten
a Aansluitsnoer
b Condenswaterreservoir
c Bedieningspaneel
d Deur
e Luikje voor de warmtewisselaar
f Vier in de hoogte verstelbare voetjes
Als alternatief voor het condenswaterre servoir:
g Afvoer van het condenswater via een
afvoerslang (bv. in een wasbak, was baksifon, afvoerputje)
29
-
-
Opstellen en aansluiten
Achteraanzicht
a Aan de dekseloverstek zijn er grepen
om het toestel te dragen (zie pijlen)
b Aanzuigopening voor de luchtkoeling
van de warmtewisselaar
c Aansluitsnoer
d Afvoerslang voor condenswater
e Toebehoren voor aansluiting op een
sifon van een wasbak
Plaats van opstelling
,
Waar de toesteldeur openzwaait, mag u geen afsluitbare deur, schuif deur of een deur met een scharnier aan de andere kant installeren.
Het toestel naar de plaats van opstelling dragen
Aan de achterste dekseloverstek zijn er greepopeningen om het toestel te dra gen. Om het toestel uit de verpakkings sokkel te tillen, neemt u het bij voorkeur vast aan de voorste voetjes en aan de achterste dekseloverstek.
-
-
Inbouw onder een doorlopend werkblad
Er is een inbouwset* vereist.
,
Laat die monteren door een vakman die door Miele erkend is. De afdek plaat die bij de inbouwset hoort, vervangt het deksel van het toestel. Deze afdekplaat moet absoluut wor den gemonteerd met het oog op de elektrische veiligheid.
– Bij de inbouwset is een montage-
handleiding gevoegd.
– Door de inbouw kunnen de program-
ma´s langer uitvallen.
– Installeer de elektrische aansluiting
vlakbij de droogautomaat. Die aan­sluiting dient vlot toegankelijk te zijn.
Bij een inbouwhoogte van:
– 830-840 mm zijn er langere voetjes*
vereist.
– 870-885 / 915-930 mm zijn 1 of 2
sokkels* vereist.
* Mits toeslag bij uw Miele-handelaar verkrijgbaar
Het deksel opnieuw monteren
Als u het deksel had afgenomen om het toestel in te bouwen, dient u erop te let ten dat het deksel bij het terugmonteren stevig op de achterste steunen zit. En kel dan is een veilig transport gewaar borgd.
-
-
-
-
-
-
30
Opstellen en aansluiten
Het toestel waterpas zetten
Om een perfecte werking te waar­borgen, dient u het toestel waterpas op te stellen.
Plaats van opstelling
De koele lucht die de droogautomaat aanzuigt, ontsnapt aan de voorzijde van het toestel, waardoor de kamer lucht wordt verwarmd. Zorg dus vooral in kleine vertrekken voor voldoende ventilatie. Anders duren de droogpro gramma's langer en stijgt het stroom verbruik.
Was- en droogzuil
U kunt deze droogautomaat met een Miele-wasautomaat tot een was- en droogzuil combineren. Daartoe is een tussenset* (WTV) vereist.
* Mits toeslag bij uw Miele-handelaar verkrijgbaar
-
-
-
,Laat de tussenset monteren door
een vakman die door Miele erkend is.
^
Oneffenheden in de vloer werkt u weg door aan de voetjes te draaien.
,
De luchttoevoer- en afvoeropeningen aan de voorkant in geen geval afdekken! Anders is er geen voldoende toevoer van koele lucht gewaarborgd!
Voordat u het toestel transporteert
Na elke droogbeurt zit er wat condens water rond de pomp. Dit kan bij het kantelen van het toestel uitlopen. Daar om verdient het aanbeveling ca. 1 minuut lang het programma Koude lucht te laten lopen voor u het toestel transporteert. De rest van het condens water wordt dan in het condenswaterre servoir of via de afvoerslang afgevoerd.
31
-
-
-
-
Opstellen en aansluiten
Het condenswater laten afvoeren
Algemeen
Tijdens het drogen ontstaat er con denswater. Dat wordt via de afvoer slang op de rugzijde van het toestel naar het condenswaterreservoir ge pompt. U kan dat condenswater met deze af voerslang ook in de afvoerleiding laten terechtkomen. Dan hoeft u het condens waterreservoir nooit meer leeg te gieten.
Slanglengte. ................1,50 m
De maximale opvoerhoogte
bedraagt ..................1,50 m
De maximale pompafstand
bedraagt ..................4,00 m
-
-
-
-
-
,Deze droogautomaat moet bij bij-
zondere montageomstandigheden met een terugslagklep worden uitge­rust (zie bijzondere aansluitomstandigheden).
In de afvoerslang bevindt zich een
^
geringe hoeveelheid resterend water. Zet daarom een reservoir klaar.
^ Trek de slang van de tuit af.
^ Laat het aanwezige resterende water
in het reservoir lopen.
^ Wikkel de slang van de slangrol en
trek ze voorzichtig uit de klemmen.
Mits toeslag is het volgende toebehoren verkrijgbaar:
een verlengstuk.
een terugslagklep (montagepakket) voor externe wateraansluiting. (een verlengstuk wordt bijgevoegd). De maximum opvoerhoogte met de terugslagklep bedraagt: 1,00 m
De afvoerslang verplaatsen
,
Niet aan de afvoerslang trekken, hem niet uitrekken of plooien. Anders kan hij schade oplopen!
32
^
Voer de slang - zo u dat wenst - naar rechts of links.
Laat de slang in de middelste klem zit ten, opdat ze niet per ongeluk zou wor den geknikt.
-
-
Opstellen en aansluiten
De afvoerslang (in de wasbak/ afvoeropening in de vloer) hangen
Zie de illustratie van het vooraan-
^
zicht.
Zorg ervoor dat de afvoerslang
,
niet kan wegglijden als u hem in een wasbak hangt. Bind hem eventueel vast. Anders kan het wegvloeiende water schade veroorzaken.
Gebruik de boogvormige houder om
^
knikken in de afvoerslang te ver mijden.
Bijzondere aansluitomstandigheden
-
,Bij bijzonderde aansluitomstan-
digheden moet u de terugslagklep gebruiken. Anders kan het terugstromende water uit de droog­automaat lopen en schade veroorza­ken.
Bijzondere aansluitomstandigheden zijn:
Voorbeeld: aansluiting op de sifon van een wasbak
De afvoerslang met de terugslagklep kunt u rechtstreeks op een speciale wasbaksifon aansluiten.
^ Bovenaan op de rugzijde van de
droogautomaat vindt u het toebeho­ren: het aanpasstuk 1 en daarachter de slangklem 3.
– aansluiting op de sifon van een was-
bak (zie hieronder).
diverse aansluitmogelijkheden waar op bijv. ook een wasautomaat of een vaatwasser aangesloten zijn.
-
33
Opstellen en aansluiten
1 Aanpasstuk
2 Wartelmoer voor de wasbak
3 Slangklem
Plaats het aanpasstuk 1 met de war-
^
telmoer voor de wasbak 2 op de was baksifon.
Gewoonlijk is de wartelmoer voor de wasbak voorzien van een plaatje datu moet wegnemen.
Steek het uiteinde van de slang 4 op
^
de het aanpasstuk 1.
Draai de slangklem 3 vlak achter de
^
wartelmoer voor de wasbak met een schroevendraaier vast.
De terugslagklep 5 moet worden
,
geïnstalleerd met de pijl in de stromingsrichting (in de richting van de wasbak). Anders kan er niet wor­den afgepompt.
-
4 Uiteinde van de slang
5 Terugslagklep
6 Afvoerslang van de droogautomaat
^ Plaats de terugslagklep 5 in de af-
voerslang 6 van de droogautomaat (zorg ervoor dat de pijl op de terug­slagklep in de juiste richting wijst).
^ Bevestig de terugslagklep, zoals af-
gebeeld, met de slangklem.
34
Elektrische aansluiting
Uw droogautomaat is voorzien voor aansluiting op eenfasige stroom 230 V, 50 Hz. Hij is uitgerust met een geaarde stekker en een ca. 2 m lange kabel.
Opstellen en aansluiten
De aansluiting mag uitsluitend gebeu ren op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoeren. Er bestaat risico op oververhitting.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en vereiste zekeringen vindt u op het typeplaatje. Vergelijk die zorgvuldig met de gegevens van uw elektrische installatie.
-
-
35
Verbruiksgegevens
Programma Belading1Centrifugeertoerental
in de
wasautomaat
kg t/min % kWh min.
Wit/bont Kastdroog
Wit/bont Kastdroog
Wit/bont Strijkvochtig
Wit/bont Strijkvochtig
Kreukherstellend Kastdroog
Kreukherstellend Strijkvochtig 3,0 1200 40 0,95 29
Fijne was 2,0 800 50 1,40 95
Finish wol 2,0 1000 - 0,15 4
Strijken 3,0 1000 - 0,30 8
1
Gewicht van het wasgoed in droge toestand
2
Testprogramma volgens EN 61121:2005
Alle niet-gemarkeerde waarden zijn in overeenstemming met de norm EN 61121:2005.
Opmerking met het oog op vergelijkende tests:
Bij tests uitgevoerd volgens EN61121 dient u, voor u met de beoordelingstests aanvangt, 3 kg ka toenen wasgoed volgens deze norm met 70 % aanvankelijke restvochtigheid in het programma "Witte / Bonte was, Kastdroog" te laten drogen zonder daarbij een extra functie te kiezen.
Deze cijfers kunnen wijzigen, onder meer door het verschil in textielsoort, in het gewicht van het te drogen wasgoed, in de restvochtigheid na het centrifugeren, door schommelingen in de stroomvoorziening en door het verschil in de gekozen extra functies.
2
2
2
6,0 1000 60 3,30 89
1200
6,0
6,0 1000 60 2,65 71
6,0
3,0 1200 40 1,20 37
1400 1600 1800
1200 1400 1600 1800
Reste
rende
vochtig
heid
53 50 44 43
53 50 44 43
Energie Tijd
-
-
3,00 2,85 2,55 2,50
2,35 2,20 1,85 1,80
81 78 70 69
63 60 52 51
-
36
Technische gegevens
Hoogte 850 mm
Inbouwhoogte 820 mm
Breedte 595 mm
Diepte 580 mm
Diepte met geopende deur 1.060 mm
kan onder een werkblad worden geschoven ja
kan in een zuil geplaatst worden ja
Gewicht 54 kg
Trommelinhoud 111 l
Maximum belading 6 kg (gewicht van droog wasgoed)
Capaciteit condenswaterreservoir ca. 3,5 l
Slanglengte 1,5 m
Maximale opvoerhoogte 1,5 m
Maximale afvoerlengte 4 m
Snoerlengte 2 m
Aansluitspanning zie typeplaatje
Aansluitwaarde zie typeplaatje
Zekering zie typeplaatje
Vermogen van de gloeilamp zie typeplaatje
Stroomverbruik zie rubriek "Verbruiksgegevens"
Keurmerk zie typeplaatje
37
Programmeerfuncties om standaardinstellingen aan te passen
Zo u dat wenst, kan u de elektronica van uw droogautomaat met behulp van de programmeerfuncties aan wisselende omstandigheden aanpas­sen.
Deze programmeerfuncties kan u om het even wanneer opnieuw verande ren.
-
38
Programmeerfuncties
Restvochtigheid in het programma Wit/Bont wijzigen
De elektronische besturing is bere kend op energiebesparing bij het drogen. Als u echter wenst dat het wasgoed droger is, kunt u in dit programma alle droogtegraden tegelijk droger in stellen. Daardoor duren de program ma's langer.
In de fabriek is een standaard-restvochtigheid ingesteld. U kunt deze restvochtigheid droger instel len.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
De programmeerfunctie wordt met de toets Start en met de programmakiezer ingesteld. De toets en de programma­kiezer beschikken dus over een verborgen functie. Die is niet van het bedieningspaneel af te lezen.
-
-
-
A Hou de toets Start ingedrukt tijdens
de stappen B-C.
B Zet het toestel aan met de toets
I-aan/0-uit.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
D ...enlaat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer op Wit en
bont kastdroog.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de programmeerfunctie wijzi-
-
gen.
– Het controlelampje Drogen knippert:
Standaard-restvochtigheid wordt droger
– Het controlelampje Drogen knippert
niet:
standaard-restvochtigheid
(fabrieksinstelling)
Ondertussen knippert het controlelamp­je Einde/kreukbeveiliging 2x.
Voorwaarden:
Het toestel is uitgeschakeld.
De toesteldeur is dicht.
De programmakiezer staat in de stand Einde.
G Schakel de droogautomaat uit met
de toets I-aan/0-uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. Dat blijft zo tot u die weer wijzigt.
Nazien of de programmeerfunctie is ingeschakeld :
^
Hou rekening met de voorwaarden en voer de punten A tot E uit.
Met behulp van het controlelampje Dro
gen
kunt u nagaan hoe de program
meerfunctie ingesteld is.
^
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
-
39
-
Programmeerfuncties
Restvochtigheid in het programma Kreukherstellend wijzigen
De elektronische besturing is bere kend op energiebesparing bij het drogen. Als u echter wenst dat het wasgoed droger is, kunt u in dit programma alle droogtegraden tegelijk droger in stellen. Daardoor duren de program ma's langer.
In de fabriek is een standaard-restvochtigheid ingesteld. U kunt deze restvochtigheid droger instel­len.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
De programmeerfunctie wordt met de toets Start en met de programmakiezer ingesteld. De toets en de programma­kiezer beschikken dus over een verborgen functie. Die is niet van het bedieningspaneel af te lezen.
Voorwaarden:
Het toestel is uitgeschakeld.
De toesteldeur is dicht.
-
-
-
A Hou de toets Start ingedrukt tijdens
de stappen B-C.
B Zet het toestel aan met de toets
I-aan/0-uit.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
D ...enlaat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer op
Wit/Bont Temperatuur laag.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de programmeerfunctie wijzi gen.
– Het controlelampje Drogen knippert:
Standaard-restvochtigheid wordt droger
– Het controlelampje Drogen knippert
niet:
standaard-restvochtigheid
(fabrieksinstelling)
Ondertussen knippert het controlelamp­je Einde/kreukbeveiliging 3x.
G Schakel de droogautomaat uit met
de toets I-aan/0-uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering gelijk wan neer wijzigen.
-
-
De programmakiezer staat in de stand Einde.
40
Nazien of de programmeerfunctie is ingeschakeld :
^
Hou rekening met de voorwaarden en voer de punten A tot E uit.
Met behulp van het controlelampje Dro gen kunt u nagaan hoe de program meerfunctie ingesteld is.
^
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
-
-
Programmeerfuncties
Zoemer uit-/inschakelen
De droogautomaat vertelt u met een zoemsignaal dat het programma af gelopen is (maximaal 1 uur met tus senpozen).
In de fabriek werd de zoemer inge schakeld, u kunt hem uitschakelen.
Het constante waarschuwingssignaal bij foutmeldingen werkt onafhankelijk van de instelling (aan of uit) van de zoemer.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
De programmeerfunctie wordt met de toets Start en met de programmakiezer ingesteld. De toets en de programma­kiezer beschikken dus over een verborgen functie. Die is niet van het bedieningspaneel af te lezen.
Voorwaarden:
-
-
-
A Hou de toets Start ingedrukt tijdens
de stappen B-C.
B Zet het toestel aan met de toets
I-aan/0-uit.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
D ...enlaat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer op Witte /
bonte was Strijkvochtig.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de programmeerfunctie wijzi­gen.
– Het controlelampje Drogen knippert
niet:
Zoemer uit
– Het controlelampje Drogen knippert:
Zoemer aan
(fabrieksinstelling)
Ondertussen knippert het controlelamp­je Einde/kreukbeveiliging 4x.
– Het toestel is uitgeschakeld.
De toesteldeur is dicht.
De programmakiezer staat in de stand Einde.
G Schakel de droogautomaat uit met
de toets I-aan/0-uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering gelijk wan neer wijzigen.
Nazien of de programmeerfunctie is ingeschakeld :
^
Hou rekening met de voorwaarden en voer de punten A tot E uit.
Met behulp van het controlelampje Dro gen kunt u nagaan hoe de program meerfunctie ingesteld is.
^
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
-
-
41
-
Programmeerfuncties
Verlenging van de afkoeltijd instellen
De afkoelfase voor het einde van het programma kunt u verlengen als u dat wenst. Het wasgoed wordt sterker afgekoeld.
In de fabriek is de verlenging van de af koeltijd niet ingesteld. U kunt deze ver lengen (in 2 stappen).
De verlenging van de afkoeltijd kan worden ingesteld voor de programma's
Wit/bont, Kreukherstellend, Fijn was goed.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
De programmeerfunctie wordt met de toets Start en met de programmakiezer ingesteld.
-
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de programmeerfunctie wijzi gen.
Het controlelampje Drogen knippert
1x:
afkoeltijd 5 minuten langer
Het controlelampje Drogen knippert
-
-
2x:
afkoeltijd 10 minuten langer
Het controlelampje Drogen knippert
niet:
Fabrieksinstellingen
Ondertussen knippert het controlelamp je Einde/kreukbeveiliging 5x.
G Schakel de droogautomaat uit met
de toets I-aan/0-uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
-
-
Voorwaarden:
– De droogautomaat is uitgeschakeld.
De toesteldeur is dicht.
De programmakiezer staat in de stand Einde.
A Druk op de toets Start en hou deze
ingedrukt tijdens de stappen B-C.
B Zet de droogautomaat aan met de
toets I-aan/0-uit.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
D ...enlaat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer op Wit
te/bont Mangelvochtig.
-
Controleren hoe de programmeer­functie ingesteld is:
^
Hou rekening met de voorwaarden en voer de punten
Met behulp van het controlelampje Dro gen kunt u nagaan hoe de program meerfunctie ingesteld is.
^
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
A tot
E uit.
-
-
42
Programma "Fijn wasgoed" wijzigen
In dit programma is het droogresul taat ingesteld op de standaard droogtegraad Kastdroog. U kunt de droogtegraad Kastdroog+ (droger dan de standaard droogte graad) instellen.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
-
-
Programmeerfuncties
Het controlelampje Drogen knippert
niet:
Fabrieksinstellingen
Ondertussen knippert het controlelamp je Einde/kreukbeveiliging 7x.
G Schakel de droogautomaat uit met
de toets I-aan/0-uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille keurig moment wijzigen.
-
-
De programmeerfunctie wordt met de toets Start en met de programmakiezer ingesteld.
Voorwaarden:
– De droogautomaat is uitgeschakeld.
– De toesteldeur is dicht.
– De programmakiezer staat in de
stand Einde.
A Druk op de toets Start en hou deze
ingedrukt tijdens de stappen B-C.
B Zet de droogautomaat aan met de
toets I-aan/0-uit.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
D ...enlaat daarna de toets Start los.
Controleren hoe de programmeer­functie ingesteld is:
^ Hou rekening met de voorwaarden
en voer de punten A tot E uit.
Met behulp van het controlelampje Dro- gen kunt u nagaan hoe de program­meerfunctie ingesteld is.
^ Schakel de droogautomaat uit.
De controle is afgelopen.
E Draai de programmakiezer op Finish
wol.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de programmeerfunctie wijzi gen.
Het controlelampje Drogen knippert:
De standaard droogtegraad wordt
Kastdroog+
-
43
Programmeerfuncties
Kreukbeveiliging instellen
Om kreuken te vermijden als u het wasgoed na afloop van het program ma niet meteen uit het toestel neemt. Na afloop van het programma draait de trommel nog 1 uur lang met tus senpozen.
De kreukbeveiliging
is in de fabriek ingeschakeld. U kunt
deze functie uitschakelen.
is in alle programma's actief, behalve
bij Finish wol.
– moet altijd ingeschakeld blijven als u
het wasgoed na het einde van het programma niet onmiddellijk uit het toestel haalt.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
-
-
E Draai de programmakiezer op Kreuk
herstellend Strijkvochtig.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de programmeerfunctie wijzi gen.
Het controlelampje Drogen knippert
niet:
Kreukbeveiliging uit
Het controlelampje Drogen knippert:
Kreukbeveiliging aan
(fabrieksinstelling)
Ondertussen knippert het controlelamp­je Einde/kreukbeveiliging 1x lang en 1x kort.
G Schakel de droogautomaat uit met
de toets I-aan/0-uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
-
-
De programmeerfunctie wordt met de toets Start en met de programmakiezer ingesteld.
Voorwaarden:
De droogautomaat is uitgeschakeld.
De toesteldeur is dicht.
De programmakiezer staat in de stand Einde.
A Druk op de toets Start en hou deze
ingedrukt tijdens de stappen B-C.
B Zet de droogautomaat aan met de
toets I-aan/0-uit.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
D ...enlaat daarna de toets Start los.
Controleren hoe de programmeer­functie ingesteld is:
^
Hou rekening met de voorwaarden en voer de punten A tot E uit.
Met behulp van het controlelampje Dro- gen kunt u nagaan hoe de program meerfunctie ingesteld is.
^
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
-
44
Programmeerfuncties
Programma "Kreukherstellend Kastdroog" wijzigen
In dit programma is het droogresul taat ingesteld op de standaard droogtegraad Kastdroog. U kunt de droogtegraad Kastdroog+ (droger dan de standaard droogte graad) instellen.*
*De functie Temperatuur laag blijft ech ter ingesteld op Kastdroog.
Opmerking: Als ook de programmeer functie "Restvochtigheid in het pro gramma Kreukherstellend wijzigen" wordt ingesteld, kunt u met Kastdroog+ een nog beter droogresultaat ver­krijgen.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
De programmeerfunctie wordt met de toets Start en met de programmakiezer ingesteld.
-
-
-
-
E Draai de programmakiezer op Kreuk
herstellend Temperatuur laag.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de programmeerfunctie wijzi gen.
Het controlelampje Drogen knippert:
De standaard droogtegraad wordt
Kastdroog+
Het controlelampje Drogen knippert
­niet:
Fabrieksinstelling
Ondertussen knippert het controlelamp­je Einde/kreukbeveiliging 1x lang en 2x kort.
G Schakel de droogautomaat uit met
de toets I-aan/0-uit
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controleren hoe de programmeer­functie ingesteld is:
.
-
-
Voorwaarden:
De droogautomaat is uitgeschakeld.
De toesteldeur is dicht.
De programmakiezer staat in de stand Einde.
A Druk op de toets Start en hou deze
ingedrukt tijdens de stappen B-C.
B Zet de droogautomaat aan met de
toets I-aan/0-uit.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
D ...enlaat daarna de toets Start los.
^
Hou rekening met de voorwaarden en voer de punten A tot E uit.
Met behulp van het controlelampje Dro gen kunt u nagaan hoe de program meerfunctie ingesteld is.
^
Schakel de droogautomaat uit.
De controle is afgelopen.
-
-
454647
Wijzigingen voorbehouden/3308
M.-Nr. 07 292 700 / 00
Loading...