Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u dit toestel installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 292 700
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
de handelaar bij wie u het kocht
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
–
of
de firma Recupel,
–
-
-
-
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toe
–
stel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
Stroom sparen
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte apparaat
dan ook nooit met het gewone afval.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Zo kan u vermijden dat de droogtijd onnodig langer duurt en er meer stroom
wordt verbruikt:
– Laat het wasgoed in de wasauto-
maat tegen het hoogste toerental
centrifugeren.
Zo spaart u bij het drogen ca. 30 %
stroom en tijd als u bv. bij
1600 t.p.m. in de plaats van bij
800 t.p.m. laat centrifugeren.
– Gebruik tijdens elk droogprogramma
de volledige trommellading.
Dan is het stroomverbruik voor de
hele lading het gunstigst.
–
Zorg voor een degelijke ventilatie
van het vertrek waar het toestel moet
werken.
–
Maak na elke droogbeurt absoluut
de pluizenzeven schoon.
–
Controleer af en toe de warmtewisse
laar. Maak die schoon als dat nodig
blijkt.
-
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
2
-
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................2
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen ..........................5
Programma "Kreukherstellend Kastdroog" wijzigen .......................45
4
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
Juist gebruik
Lees absoluut deze gebruiksaan
~
wijzing.
Deze droogautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsvoor
schriften. Bij ondeskundig gebruik
kan er schade optreden aan het toe
stel en kan de gebruiker gevaar lo
pen.
Lees aandachtig deze montage- en
gebruiksaanwijzing voor u deze
droogautomaat monteert en gebruikt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, het
gebruik en het onderhoud van het
toestel. Zo beschermt u zichzelf en
vermijdt u schade aan de droogautomaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef ze door aan wie
het toestel eventueel na u gebruikt.
Uw droogautomaat is uitsluitend be
~
stemd om in water gewassen textiel te
drogen. Droog enkel wasgoed dat vol
gens het onderhoudsetiket voor de
droogautomaat geschikt is. Andere toe
passingen zijn misschien gevaarlijk.
Miele is niet verantwoordelijk voor scha
de die wordt veroorzaakt door een an
-
-
der gebruik dan wat hier wordt vermeld
of door foutieve bediening.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om deze droogautomaat veilig te bedienen, mogen
deze droogautomaat alleen onder het
toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
-
-
-
-
-
Kinderen in het huishouden
Let op kinderen die in de buurt van
~
de droogautomaat komen. Laat ze nooit
met het toestel spelen.
Kinderen mogen de droogautomaat
~
alleen maar gebruiken wanneer hen de
bediening ervan zo uitgelegd is dat ze
de droogautomaat veilig kunnen be
dienen. Kinderen moeten de eventuele
risico's van een foutieve bediening kun
nen beseffen.
-
-
5
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer of de droogautomaat
~
geen zichtbare schade vertoont voor
dat u het opstelt.
Beschadigde droogautomaten mag u
nooit opstellen noch in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de
~
aansluiting (smeltveiligheden, spanning
en frequentie) op het typeplaatje met
die van het elektriciteitsnet bij u ter
plaatse voordat u het toestel aansluit.
Vraag eventueel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van dit toe-
~
stel is enkel gewaarborgd zo het op
een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem is aangesloten. Het
is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw installatie door een vakman of vakvrouw
te laten nakijken. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade
die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon
ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen
~
geen verlengsnoer. Gebruik van een
verlengsnoer verhoogt het risico op
oververhitting en daarmee op brand.
Door ondeskundig uitgevoerde re
~
paraties kunnen er onvoorziene risico's
ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor
kan Miele niet aansprakelijk worden ge
steld. Reparaties mag u uitsluitend la
ten uitvoeren door vakmensen die door
Miele erkend zijn.
Anders is er bij schade achteraf geen
aanspraak meer op waarborg.
-
-
-
Defecte onderdelen mogen enkel
~
worden vervangen door originele Miele
vervangstukken. Enkel daardoor bent u
zeker dat ze ten volle voldoen aan de
eisen die Miele op het stuk van veilig
heid stelt.
Is het aansluitsnoer beschadigd,
~
laat het dan vervangen door een vak
man die door Miele erkend is. Zo ver
mijdt u risico's voor wie het toestel ge
bruikt.
Bij storingen of bij reiniging en on-
~
derhoud is uw toestel pas van het
stroomnet losgekoppeld indien:
– u de stekker uit het stopcontact haalt
of
– de zekering op uw elektrische instal-
latie uitgeschakeld is
– de schroefzekering op uw elektrische
installatie helemaal uitgedraaid is.
Als u de droogautomaat niet op een
~
vaste plaats installeert, bijv. op een
schip, laat dit karwei dan enkel uitvoe
ren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt
gebruiken.
Verander niets aan de droogauto
~
maat als dit niet uitdrukkelijk door Miele
wordt toegelaten.
-
-
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
Efficiënt gebruik
Wegens brandgevaar is het dan
~
verboden textiel te drogen, als ze:
ongewassen zijn.
–
niet voldoende gereinigd zijn en
–
waarop oliehoudende, vethoudende
of andere resten aanwezig zijn (bijv.
wasgoed dat wordt gebruikt in de
keuken of voor
cosmeticatoepassingen en waarop
zich olie-, vet- of crèmeresten bevin
den). Als u textiel droogt dat niet voldoende gereinigd is, bestaat er gevaar op zelfontbranding, zelfs wanneer het droogproces beëindigd is
en het wasgoed zich niet langer in
de droogautomaat bevind.
– waarop brandgevaarlijke reinigings-
producten of resten van acteon, alcohol, benzine, petroleum,
vlekkenverwijderaar, terpentijn,
was-en wasverwijderaar of chemische producten (kan het geval zijn
bij zwabbers, dweilen, stofdoeken)
aanwezig zijn.
–
waarop resten van een
haarverstevigingsproduct, hairspray,
nagellakverwijderingsproduct of
gelijkaardig product voorkomen.
Dergelijk sterk vervuild wasgoed
moet u grondig wassen:
gebruik hierbij voldoende wasmiddel
en selecteer een hoge temperatuur.
Bij twijfel dient u het verscheidene
malen te wassen.
Wegens brandgevaar is het
~
verboden textiel te drogen
dat hoofdzakelijk schuimrubberen,
–
rubberen of rubberachtige delen be
vat. Dat zijn bijvoorbeeld producten
uit latexschuimrubber,
douchemutsen, waterdicht textiel,
gegommeerde artikelen en
kledingsstukken, hoofdkussens met
schuimrubbervlokken.
dat een vulling heeft en beschadigd
–
is (bijv. kussens of jasjes). Vulling die
eruit valt kan brand veroorzaken.
Bij vele programma's komt na de
~
verwarmingsfase een koelfase om er
zeker van te zijn dat de stukken wasgoed op een temperatuur blijven waarbij ze niet beschadigd worden ( bijv.
het vermijden van zelfontbranding). Pas
daarna is het programma ten einde.
Het wasgoed altijd direct en volledig na
einde van het programma verwijderen.
Waarschuwing: de droogautomaat
~
nooit uitschakelen voor beeindiging van
het droogprogramma. Behoudens als
alle stukken wasgoed onmiddellijk verwijderd worden en zo uitgespreid dat
de warmte kan afgegeven worden.
Wasverzachter of gelijkaardige
~
producten moeten zo gebruikt worden
als bepaald in de gebruiksaanwijzing
ervan.
-
-
7
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
Gebruik uw droogautomaat niet zon
~
der pluizenzeef noch met een bescha
digde pluizenzeef.
De pluizenzeef moet regelmatig ge
~
reinigd worden.
Gebruik uw droogautomaat nooit
~
zonder luchtafvoerleiding.
Droog de pluizenfilters na een voch
~
tige reiniging goed af. Door natte zeven
kunnen er storingen in de werking van
uw toestel optreden!
Stel uw droogautomaat niet op in
~
een vertrek waar het kan vriezen. Tem
peraturen rond of onder het vriespunt
brengen de goede werking van het toestel in het gedrang.Bevroren condenswater in pomp en afvoerslang kan
schade veroorzaken.
De toegelaten kamertemperatuur mag
tussen +2 °C en +35 °C liggen.
Wanneer u een externe afvoerslang
voor het condenswater aansluit, moet u
de slang vastmaken indien u die in een
wasbak hangt.
Anders kan de slang wegglijden en kan
het weglopende water schade veroor
zaken.
-
-
-
-
-
-
Hou de omgeving van het toestel
~
steeds vrij van stof en pluizen.
Vuildeeltjes in de aangezogen koellucht
kunnen na verloop van tijd de warmte
wisselaar verstoppen.
Leun niet op de toesteldeur. Anders
~
gaat het toestel kantelen.
Sluit de deur na elk gebruik. Zo
~
voorkomt u dat
kinderen in het toestel proberen te
–
kruipen of er voorwerpen in verstop
pen.
– er kleine dieren in de trommel krui-
pen.
De droogautomaat niet nat
~
afspuiten.
accessoires
Alleen toebehoren dat Miele uitdruk-
~
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden
gemonteerd of ingebouwd.
Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het
recht op garantie en/of productaan
sprakelijkheid.
-
-
-
Condenswater is geen drinkwater.
~
Het kan de gezondheid van mens en
dier schade toebrengen.
8
Miele is niet aansprakelijk voor scha
de die ontstaan is doordat deze vei
ligheidsrichtlijnen niet in acht wer
den genomen.
-
-
-
Bedieningspaneel
a Programmakiezer om het droog
programma in te stellen
De programmakiezer kan u zowel
naar rechts als naar links draaien.
b Programmaverloop- en controle-
lampjes
c Toets Start
om een droogprogramma te starten.
Het controlelampje knippert als u het
programma kan starten. Na de start
van het programma blijft het branden.
-
d Toets I-aan/0-uit
om het toestel in en uit te schakelen
en een programma te onderbreken.
e Toets Deur
om de toesteldeur te openen en een
programma af te breken.
De deur kan altijd open; de stroom
hoeft niet ingeschakeld te zijn.
Als het toestel ingeschakeld is en de
toesteldeur openstaat, gaat de trommelverlichting na enkele minuten uit
(stroombesparing).
9
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Onderhoudssymbolen op het
etiket
Drogen
qNormale/hogere temperatuur
rLagere temperatuur:
Kies Temperatuur laag
(voor delicaat wasgoed)
sNiet geschikt voor een droogau
tomaat
Strijken en mangelen
IZeer heet
HHeet
GNiet zeer heet
JNiet strijken/mangelen
Droogtips
– Hou steeds rekening met de
maximumbelading die in de rubriek
"Programmaoverzicht" wordt opgegeven.
Bij een overladen trommel wordt het
wasgoed niet zo behoedzaam be
handeld. Het droogresultaat komt
hierbij in het gedrang en er kunnen
ook meer kreuken optreden.
–
Stop geen drijfnat wasgoed in de
trommel! Laat het wasgoed na het
wassen minstens 30 seconden cen
trifugeren.
–
Maak jassen open
matig zouden drogen.
–
Wol en gemengde weefsels die wol
bevatten hebben de neiging te vilten
of te krimpen. U kunt dergelijk was
goed enkel drogen in het program
ma Finish wol.
, opdat ze gelijk
-
Met dons gevuld wasgoed:
–
lang de kwaliteit heeft het fijne weef
sel binnenin de neiging te krimpen.
Behandel dit wasgoed enkel in het
programma Ontkreuken/Strijken.
Zuiver linnen weefsel
–
kel machinaal als de fabrikant dit op
het onderhoudsetiket vermeldt. An
-
-
-
-
-
ders kan het weefsel "ruig" worden.
Behandel dit wasgoed enkel in het
programma Ontkreuken/Strijken.
Machinaal gebreide textielsoorten
–
(bijv. T-shirts, ondergoed) neigen bij
de eerste wasbeurt te krimpen.
Daarom mag u het wasgoed niet te
lang laten drogen. Zo vermijdt u dat
het verder krimpt. Koop machinaal
gebreid textiel eventueel een of twee
maten groter.
– Hoe meer kreukherstellend
u in de trommel doet, hoe groter de
kans op kreuken
voor heel delicaat weefsel, bijv. overhemden en bloezen.
Plaats in geval van twijfel minder was
goed in het toestel door het te sorteren
of gebruik het programma Fijn was-goed.
–
Gesteven wasgoed
automaat worden gedroogd. Om het
gewone glanseffect te verkrijgen dient
u wel de dosis stijfsel te verdubbelen.
–
Nieuw gekleurd wasgoed moet u voor
de eerste droogbeurt afzonderlijk
grondig wassen. U mag het niet sa
men met licht gekleurd wasgoed laten
drogen. Anders loopt u het risico dat
de kleur afgeeft (ook op kunststof on
derdelen in de droogautomaat). Er
kunnen zich ook pluisjes van een an
dere kleur afzetten op het wasgoed.
: droog dit en
. Dit geldt vooral
kan in de droog
naar ge
-
-
wasgoed
-
-
-
-
-
-
-
10
Zo droogt u juist
Korte handleiding
De zinnen met een getal (A, B, C ...)
kan u gebruiken als een handleiding.
A De was voorbereiden
Maak het gewassen textiel luchtig en
sorteer het volgens...
. . .gewenste droogtegraad,
. . .vezel- en weefselsoort,
. . .gelijk formaat,
. . .dezelfde restvochtigheid na het
centrifugeren.
Zo verkrijgt u een gelijkmatig droogre
sultaat.
Verwijder wasmiddelkorfjes, do-
,
seerbekers e.d. uit het wasgoed.
Deze objecten kunnen tijdens het
drogen smelten en schade teweegbrengen aan toestel en wasgoed.
C De droogautomaat laden
Druk op toets Deur om de toesteldeur
^
te openen.
Leg het wasgoed losjes in de trom
^
mel.
Hou rekening met de maximumla
ding in de rubriek "Programmaover
zicht".
Bij een overladen trommel wordt het
wasgoed niet zo behoedzaam be
-
handeld en komt het droogresultaat
in het gedrang.
^ Kijk na of de pluizenzeef goed inge-
schoven zit voor u de deur sluit.
-
-
-
-
– Controleer zomen en naden, zodat er
geen voering kan uitvallen.
– Knoop dekbedovertrekken en kus-
senslopen dicht. Zo komen er geen
kleinere stukken wasgoed in terecht.
–
Doe ritsen, haken en ogen dicht.
–
Knoop rok-, broeksriemen en schort
banden samen.
–
Geloste bh-beugels kan u vastnaaien
of verwijderen.
B De droogautomaat inschakelen
^
Druk toets I-aan/0-uit in.
U kan het toestel ook na het laden in
schakelen. Dan wordt de trommel even
wel niet verlicht (stroombesparing).
-
-
Laat bij het sluiten geen stukken
wasgoed tussen de deur geklemd
raken. Anders loopt het textiel scha
de op.
^
Zwaai de toesteldeur zachtjes dicht.
U kan ze ook laten aanleunen en
dichtdrukken.
-
11
Zo droogt u juist
D Een programma kiezen
Draai de programmakiezer op het
^
gewenste programma.
Temperatuurgevoelig wasgoed
Voor delicaat wasgoed (met onderhoudssymbool r, bijv. van acryl) moet
u Temperatuur laag kiezen. Het wasgoed wordt dan bij lage temperatuur
gedroogd tot het kastdroog is.
De duur van het programma is in vergelijking met die van Kastdroog wat
langer.
E Programma starten
Druk op de toets Start.
^
Het controlelampje van de toets Start
knippert niet meer en brandt nu con
stant.
De verwarmingsfase begint en het con
trolelampje Drogen gaat aan.
Vlak voor het einde van het program
ma
Na de verwarmingsfase volgt de afkoel
fase om het wasgoed af te koelen. Hierbij gaat het controlelampje Koude lucht
aan.
Pas daarna is het programma ten
einde.
Volgende programma's hebben geen
afkoelfase: Finish wol, Ontkreu-
ken/Strijken.
Einde van het programma
Het controlelampje Einde/kreukbeveiliging gaat aan.
De trommel draait met tussenpozen als
u het wasgoed niet onmiddellijk uit de
trommel haalt (kreukbeveiliging). Op
die manier worden kreuken vermeden
(niet bij Finish wol) - Duur: 1 u.
-
-
-
-
12
Tijdens de kreukbeveiligingsfase weer
klinkt de zoemer met tussenpozen.
-
Zo droogt u juist
F Het wasgoed uitnemen
Druk op de toets Deur.
^
Open de deur.
^
Neem het wasgoed uit de trommel.
^
Vergeet geen stukken wasgoed in
de trommel! Achtergebleven was
goedkan schade oplopen doordat
die overmatig droogt.
Druk op de toets l-Aan/0-Uit.
^
^ Maak de pluizenfilter schoon.
^ Sluit de deur.
Giet het condenswaterreservoir leeg
(als er geen afvoer voor het condenswater is voorzien).
^ De warmtewisselaar moet regelmatig
worden gecontroleerd en indien nodig worden gereinigd (zie rubriek
"Reiniging en onderhoud").
Een programma veranderen dat aan
de gang is
Dit is niet mogelijk. Het toestel is immers beschermd tegen onverhoedse of
ongewenste wijzigingen.
Als u een keuze maakt, knippert het
controlelampje Kreukbeveiliging/Einde.
-
Kies en start onmiddellijk een nieuw
^
programma.
- afbreken en het wasgoed uitnemen.
zie verder: "Wasgoed toevoegen of
^
uitnemen".
Schakel de droogautomaat na het
^
sluiten van de deur uit.
Wasgoed toevoegen of
uitnemen
Druk op de toets Deur.
^
^ Open de deur.
,Gevaar voor brandwonden!
Raak de achterwand van de trommel niet aan terwijl u wasgoed toevoegt of uitneemt! De temperatuur in
de trommel is hoog.
^ Nu kunt u wasgoed toevoegen of
voortijdig uit de trommel nemen.
^ Sluit de deur.
^ Druk op de toets Start.
Om een nieuw programma te kiezen,
dient u het programma af te breken.
- Programma afbreken en een nieuw
programma kiezen.
^
Druk op de toets Einde.
^
Schakel de droogautomaat uit.
^
Schakel de droogautomaat in.
13
Programmaoverzicht
Wit/Bontmaximum 6 kg*
Kastdroog+, Kastdroog**, Temperatuur laag
TextielTextiel met een laag of verschillende lagen uit katoen.
bool r. In dit programma wordt gevoelig textiel (bijv. van acryl)
met lagere temperatuur kastdroog gedroogd.
– Voor zeer kreukvrij drogen Strijkvochtig kiezen en de lading be-
perken tot 1,5 kg*.
–
Het wasgoed wordt met het programma Strijkvochtig, naargelang
van de soort en de lading, vrijwel kreukvrij gedroogd.
-
-
-
* Gewicht van droog wasgoed
** Opmerking voor testinstellingen:
programma-instelling voor tests volgens de norm EN 61121
14
Programmaoverzicht
Fijne wasmaximum 2 kg*
WasgoedDelicaat wasgoed van synthetische vezels, gemengde weefsels,
kunstzijde of katoen met kreukherstellende eigenschappen, bijv.
hemden, bloezen, ondergoed, wasgoed met bedrukking.
Opmerking
Luchtenmaximum 6 kg*
Warme lucht
Wasgoed
Koude lucht
WasgoedOm alle soorten wasgoed te luchten.
Finish wolmaximum 2 kg*
WasgoedWasgoed van wol.
Opmerking– Wolgoed wordt in korte tijd luchtig gemaakt en vlokkiger ge-
Voor wasgoed met het onderhoudssymbool r.
–
Verminder de lading wasgoed als u vrijwel kreukvrij wilt drogen.
–
Nadrogen van wasgoed met meer dan een laag, dat wegens de
–
samenstelling verschillende droogeigenschappen vertoont: Bijv.
jassen, kussens en volumineus wasgoed.
Om aparte stukken wasgoed te drogen: bijv. badhanddoeken,
–
badgoed, vaatdoeken.
maakt; het wordt evenwel niet echt droog.
– Haal het wasgoed na afloop van het programma meteen uit de
trommel en laat het natuurlijk drogen.
Ontkreukenmaximum 3 kg*
Wasgoed
Opmerking
* Gewicht van het wasgoed in droge toestand
–
Wasgoed van katoenen of linnen weefsel.
–
Kreukherstellend wasgoed van katoen, gemengd of synthetisch
weefsel. Bijv. katoenen broeken, anoraks, overhemden.
–
Programma om kreuken na een eerdere centrifugeerbeurt (in de
wasautomaat) te beperken.
–
Haal het textiel na afloop van het programma meteen uit de trom
mel en laat het natuurlijk drogen.
-
15
Reiniging en onderhoud van het toestel
De condenswaterbak
leegmaken
Zo er geen condenswaterafvoer aange
sloten is, wordt het water dat tijdens de
droogbeurt ontstaat, in de condenswa
terbak opgevangen.
Giet de condenswaterbak na elk
droogprogramma leeg! Ten laatste
wanneer het controlelampje Reservoir aangaat.
Is de maximumstand van het condenswater in de bak bereikt, dan wordt het
programma afgebroken. Dan brandt
ook het controlelampje Reservoir.De
zoemer weerklinkt.
-
-
-
^ Schuif de sluitklep open en giet de
bak leeg.
^ Zet het lege reservoir weer lichtjes
schuin terug; net als bij het uittrekken. Schuif het met soepele hand tot
aan de aanslag naar binnen.
^ Voor u een nieuw programma start,
dient u de droogautomaat eerst uit en
daarna weer in te schakelen. Dan
gaat het controlelampje "Reservoir"
uit.
^
Trek het reservoir - als op de afbeel
ding - uit en neem het dan ietwat
schuin naar rechts toe uit het toestel.
^
Hou het reservoir bij het dragen wa
terpas. Neem het aan het handvat en
aan het uiteinde vast.
16
Condenswater mag niet gedronken
worden. Dat kan schade toebrengen
aan de gezondheid van mens en
dier.
Gebruik dit water gerust in het huishou
den, bv. voor uw stoomstrijkijzer of
luchtbevochtiger.
Hou hiermee rekening:
-
^
Giet het condenswater, bij wijze van
voorzorg, door een fijne zeef of een
koffiefilter. Zo verwijdert u heel kleine
pluisjes uit het water, die anders
eventueel schade aanrichten.
-
Reiniging en onderhoud van het toestel
Pluizenzeven
Pluisjes komen in de pluizenzeven in de
deur en in de deuropening terecht.
Maak deze zeven na elke droogbeurt
schoon.
De zeven droog schoonmaken
Neem ze ook weg uit de holle ruimte
^
in de deur. In de Technische Dienst
van Miele is daartoe een borstel ver
krijgbaar.
U kan daartoe ook een stofzuiger ge
bruiken.
Reinig de dichting (2) aan de plui
^
zenfilterhouder met een vochtige
doek.
Schuif de zeef weer tot aan de aan
^
-
-
-
-
^ Trek het pluizenfilter (1) uit de plui-
zenfilterhouder in de deur.
^
Verwijder de pluizen met uw vingers
van de zeef.
slag in de toesteldeur.
^
Verwijder de pluizen met uw vingers
van de pluizenzeven in de deurope
ning.
^
Doe de toesteldeur weer dicht.
-
17
Reiniging en onderhoud van het toestel
De zeven vochtig schoonmaken
Enkel indien de pluizenzeven erg
plakkerig of verstopt zijn, dient u die
vochtig schoon te maken.
Trek de pluizenzeef uit de toestel
^
deur. Zie vorige bladzijde.
De 2 zeven in de deuropening kan u
ook uitnemen:
^ Draai a aan het knopje en trek b de
zeef er aan het knopje naar het mid
den toe uit.
^
Maak al de pluizenzeven onder stro
mend heet water schoon.
-
-
-
Schuif de grote pluizenzeef tot aan
^
de aanslag in de toesteldeur.
Plaats de 2 zeven onderaan in de
^
deuropening terug en duw ze boven
goed op hun plaats.
Vergrendel de 2 knopjes.
^
De droogautomaat zelf
Maak het toestel eerst stroomloos.
^ Reinig de ommanteling en het bedie-
ningspaneel met een niet-agressief
reinigingsmiddel of sopje.
^ Reinig de trommel en andere roest-
vrijstalen onderdelen met een geschikt reinigingsmiddel voor roestvrij
staal.
Gebruik geen schuur- noch oplosmiddel. Reinigingsmiddel voor glas
of voor universeel gebruik is ook af
te raden. Dit kan schade toebrengen
aan kunststof oppervlakken of andere onderdelen.
^
Wrijf alle onderdelen met een zachte
doek droog.
^
Schud de zeven goed uit tot er geen
druppel meer te zien is.
^
Droog de zeven voorzichtig en
grondig af.
,
De pluizenzeven moeten droog
zijn als u ze terugplaatst. Door natte
zeven kunnen er storingen in de
werking van uw toestel optreden!
18
Reiniging en onderhoud van het toestel
De warmtewisselaar
schoonmaken
Tijdens het droogproces zweven er
wasmiddelresten, haar en fijne pluizen
rond. Die kunnen door de pluizenzeven
heendringen en de warmtewisselaar
verstoppen.
Er worden echter ook vuildeeltjes uit het
vertrek waar de droogautomaat opge
steld is, aangezogen. Die kunnen even
eens verstoppingen veroorzaken.
-
-
Controleer de warmtewisselaar minstens 2 keer per jaar. Droogt u vaker,
kijk hem dan na ca. 100 droogbeurten na. Maak hem zonodig
schoon.
De warmtewisselaar uitnemen
^
Open het deksel.
Dankzij de zijdelingse steunvinkjes
valt het deksel er niet uit.
Draai de knop van het binnenste dek
^
sel verticaal naar onderen.
^ Klap het binnenste deksel naar vo-
ren.
^ Neem het schuin naar boven toe
weg.
^
Zet de knop aan de warmtewisselaar
naar boven.
-
^
Neem het deksel schuin naar boven
toe weg.
^
Leg het opzij.
19
Reiniging en onderhoud van het toestel
Zo er geen pluizen te zien zijn:
Zet de warmtewisselaar weer op zijn
^
plaats; zie volgende blz.
Zo er wel pluizen te zien zijn:
Maak de warmtewisselaar schoon als
^
hierna beschreven.
De warmtewisselaar schoonmaken
Hou de warmtewisselaar bij het
^
doorspoelen absoluut in de posi
ties die op de twee volgende af-
Trek de warmtewisselaar aan het
^
oogje uit.
De warmtewisselaar controleren
beeldingen worden getoond.
-
^
Hou de warmtewisselaar tegen het
licht.
^
Zijn er pluizen waar te nemen?
De pijlen op de afbeelding tonen u
langs waar u erdoor kan kijken.
20
^
Spoel de warmtewisselaar langs de
linker lange zijde met een waterstraal
uit.
Reiniging en onderhoud van het toestel
Spoel de warmtewisselaar langs vo
^
ren met een waterstraal uit.
^ Verwijder al het binnenin nog zicht-
bare vuil; zie "Warmtewisselaar controleren".
^ Zorg er ook voor dat de dichtingsrub-
bers proper zijn.
Neem ze niet weg. Ze mogen ook
geen knik vertonen!
^ Schud het water terdege uit de
warmtewisselaar. Er mag geen druppel meer te zien zijn.
-
De warmtewisselaar terugzetten
Schuif de warmtewisselaar weer he
^
lemaal in het toestel.
Het oogje van de warmtewisselaar
moet zich bovenaan bevinden.
Zet de sluitknop aan de warmtewis
^
selaar horizontaal. Enkel dan valt het
haakje aan de knop duidelijk in de
uitsparing.
Zorg ervoor dat de dichtingsrubber
goed in de gleuf zit voor u het binnenste deksel aanbrengt.
^ Zet het binnenste deksel er met de
steunhaken onderaan in. Hou het
deksel intussen schuin en duw het
lichtjes naar onder.
^ Duw nu op het deksel en vergrendel
het met de sluitknop.
^ Zet het buitenste deksel onderaan in
en duw het bovenaan dicht tot u een
klik hoort.
Enkel indien de warmtewisselaar en
de deksels juist geplaatst en vergrendeld zijn, is het condenssys
teem keurig dicht!
-
-
-
21
Wat gedaan als...?
De meeste storingen kan u zelf verhelpen. In heel wat gevallen bespaart u tijd en
kosten, omdat u dan geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst.
De volgende tabellen kunnen een leidraad zijn om de oorzaken voor een be
paalde storing te vinden en uit de weg te ruimen. Hou wel het volgende in acht:
Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een er
,
kend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundige reparaties kunnen er niet te
onderschatten risico's opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Algemene storingen
ProbleemOorzakenOplossing
-
-
...detrommel na het in
schakelen niet begint te
draaien?
. . . wasgoed van synthetische vezels na het drogen statisch geladen is?
De oorzaak is
-
niet zo meteen te
achterhalen.
Herhaal het inschakelen. Zie
–
rubriek 'Zo droogt u juist'.
– Zit de stekker wel in het stop-
contact?
– Is de deur juist gesloten?
– Zijn de smeltstoppen van de
huisinstallatie wel in orde?
Voeg bij de laatste spoelbeurt in de wasautomaat wasverzachter toe. Zo neemt de
statische lading af.
22
Wat gedaan als...?
ProbleemOorzakenOplossing
Er hebben zich plui
zen gevormd.
Het wasgoed is niet
voldoende gedroogd.
Na het schoonmaken
van de warmtewisselaar loopt er water uit
het toestel.
-
Bij het drogen komen er
pluizen vrij, die zich vooral
door de wrijving tijdens het
wassen en het dragen op
het wasgoed gevormd
hebben. De belasting op
het wasgoed in de droog
automaat daarentegen blijft
beperkt en heeft geen noe
menswaardige invloed op
de levensduur van het was
goed. Dat werd door
onderzoeksinstituten
onderzocht.
De belading bestond uit
verschillende weefsels.
– De warmtewisselaar
en/of het binnenste deksel van de warmtewisselaar zijn niet aangebracht en vergrendeld
zoals het hoort.
–
Op de bodem waarover
de warmtewisselaar
wordt ingeschoven, blij
ven er pluizen vastzitten.
-
-
De pluizen worden door de
pluizenfilter opgevangen. U
kunt ze daar gemakkelijk
verwijderen (zie rubriek
"Reiniging en onderhoud").
-
-
– Droog de was na met
Warme lucht.
– Kies bij de volgende
droogbeurt een geschikt
programma.
– Zie na of het deksel en
de warmtewisselaar degelijk vast zitten.
– Controleer eveneens de
dichtingsrubbers.
–
Verwijder de zichtbare
pluizen met een doek uit
het vak voor de warmte
wisselaar.
-
De trommel wordt
niet verlicht.
De verlichting wordt auto
matisch uitgeschakeld
(stroombesparing).
Eventueel is het lampje de
fect.
-
Schakel de droogautomaat
uit en weer in.
-
Het gloeilampje vervangen.
Zie achteraan deze rubriek.
23
Wat gedaan als...?
ProbleemOorzakenOplossing
Het droogpro
ces duurt heel
lang.
Of het pro
gramma wordt
afgebroken.
-
De droogautomaat werkt
-
niet optimaal of spaarzaam*.
Mogelijk is de pluizenfilter
verstopt door pluizen, haren
of wasmiddelresten.
De ventilatie is ontoereikend
(bijv. in een klein vertrek).
Daardoor kan de temperatuur in het vertrek erg opge
lopen zijn.
De ventilatiespleten onder
de toesteldeur zitten dicht.
Resten van wasmiddelen,
haartjes en fijne pluizen kunnen de warmtewisselaar verstoppen.
Maak de pluizenfilter schoon.
–
Als u de pluizenfilter met wa
–
ter reinigt, dient u deze af te
drogen voordat u hem terug
plaatst.
Anders kunnen er storingen
optreden.
Als dit niet helpt, controleert u
–
de volgende punten.
Zet tijdens het drogen een
–
deur of venster open. Dan
stijgt de kamertemperatuur
niet te veel.
-
– Verwijder storende objecten.
– De warmtewisselaar moet re-
gelmatig gecontroleerd en
gereinigd worden (rubriek
"Reiniging en onderhoud").
-
-
Het wasgoed werd niet genoeg uitgecentrifugeerd.
De droogautomaat is overla
den.
Door metalen ritssluitingen
werd de vochtigheidsgraad
van de was niet juist bere
kend.
* Voor u de storing verhelpt:
–
Open en sluit de deur.
–
Schakel de droogautomaat uit en weer in om het programma opnieuw te
starten.
– Laat voortaan uw wasgoed in
uw wasautomaat tegen een
hoger toerental centrifugeren.
-
–
Neem de maximumlading
wasgoed voor het droogpro
gramma in acht.
–
Doe de ritsen voortaan open.
–
Als het probleem achteraf nog
-
opduikt, laat dan wasgoed
met lange ritssluitingen voort
aan enkel met het programma
Warme lucht drogen.
-
-
24
Wat gedaan als...?
Test- en storingsmeldingen
ProbleemOorzaakOplossing
Het controlelamp
je Giet reservoirleeg. brandt.
Het programma
werd afgebroken.
Het controlelampje Koude lucht of
Einde/kreukbeveiliging knippert.
De zoemer gaat.
Het controlelampje Einde/kreukbe-veiliging knippert
tijdens het drogen.
De condenswaterbak is vol.
-
Ofwel is er een knik in de af
voerslang.
De oorzaak is niet meteen te
constateren.
De programmakiezer werd
na het starten van het programma verplaatst. Het programma wordt echter normaal uitgevoerd.
Giet het condenswater uit.
–
-
Controleer de afvoerslang.
–
Het controlelampje gaat
–
uit door de droogautomaat
eerst uit en dan weer in te
schakelen.
Schakel de droogauto
–
maat uit en in.
– Start een programma.
Wordt het programma weer
afgebroken en verschijnt er
opnieuw een foutmelding,
dan gaat het om een defect.
Neem contact op met de
Technische Dienst van Miele.
Stel het oorspronkelijk
geselecteerde programma
in: Het controlelampje gaat
uit.
-
Het programma
werd afgebroken.
Het controlelamp
je Einde/kreukbeveiliging gaat aan.
De zoemer gaat.
Het controlelamp
je Koude lucht
brandt en er weer
klinkt een con
stant waarschu
wingssignaal.
-
-
-
Dit is geen storing.
De elektronische besturing
-
merkt dat er geen wasgoed
in de trommel zit en breekt
het programma af.
Als afzonderlijke of reeds ge
droogde stukken wasgoed
worden gedroogd, kan het
programma eveneens afbre
ken.
-
De droogautomaat werkt niet
optimaal of spaarzaam.
-
Droog afzonderlijke stukken
wasgoed voortaan met het
programma Warme lucht.
Voor u een ander program
ma kiest, opent en sluit u de
deur.
-
-
Zie vorige pagina: Het
droogproces duurt heel lang
(...).
-
25
Wat gedaan als...?
ProbleemOorzaakOplossing
De programma's Kreuk
herstellend of Fijn was
goed kunnen niet wor
den gestart en het con
trolelampje Start knip
pert niet.
-
De oorzaak is niet meteen
-
te constateren.
-
-
-
Schakel de droogauto
–
maat uit en in.
Kies een van de pro
–
gramma's.
Als het programma nog
–
altijd niet kan worden
gestart, is er een de
fect. Neem contact op
met de Technische
Dienst van Miele.
Intussen kunt u nog al
–
tijd de overige pro
gramma's gebruiken.
-
-
-
-
-
26
Het lampje vervangen
Maak het toestel stroomloos.
Doe de toesteldeur open.
^
Bovenaan in de vulopening vindt u een
opklapbaar dekseltje voor de lamp.
Wat gedaan als...?
Deze gloeilamp dient van hetzelfde
type te zijn als die welke u vervangt.
Het vermogen mag niet hoger liggen
dan wat op het typeplaatje en het
lampendeksel is aangegeven.
Vervang de gloeilamp.
^
Klap het dekseltje naar boven. Duw
^
het links en rechts stevig dicht tot u
een klik hoort.
Let erop dat het deksel stevig op
,
zijn plaats zit. Zo vermijdt u dat er
vocht indringt, wat kortsluiting kan
veroorzaken.
^ Schuif een stuk gereedschap, bijv.
een brede sleufschroevendraaier, onder het lipje dat aan de zijkant van
het klepje van het gloeilampje zit.
Zorg ervoor dat het gereedschap ste
vig zit.
^
Open het klepje door het stuk ge
reedschap een slag te draaien.
Oefen daarbij enige druk op het ge
reedschap uit.
Het klepje klapt naar beneden.
Deze hittebestendige lamp schaft u
zich het best enkel aan bij uw Mielehandelaar of in de Technische Dienst
van Miele.
-
-
-
27
Technische dienst
Herstellingen
Neem bij storingen die u zelf niet kan
verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
–
of
met de Technische Dienst van Miele.
–
Het adres en de telefoonnummers van
onze technische dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst
een beroep doet, geef dan altijd het
machinetype en -nummer op. Beide
gegevens staan vermeld op het typeplaatje. Dat vindt u rechts onder de
vulopening.
Het programma updaten
(moderniseren)
Op het bedieningspaneel vindt u een
controlelampje met de markering PC
(PC = program correction). Deze led
dient onze technici als contactpunt voor
de actualisering van het programma.
Bij de aanpassing van de elektronische
besturing van uw toestel kan er dan re
kening worden gehouden met ontwik
kelingen in textielsoorten en droogpro
cédés.
Miele zal de mogelijkheid om een programma te actualiseren tijdig bekendmaken.
-
-
-
Duur en voorwaarden van de
waarborg
De waarborgtijd van uw droogautomaat
bedraagt 2 jaar.
Meer gegevens omtrent de voorwaarden van de waarborg vindt u in het bijgevoegde garantieboekje.
Mits toeslag verkrijgbaar
toebehoren
Voor deze droogautomaat kan u zich
nog toebehoren aanschaffen bij uw
Miele-handelaar of in de Technische
Dienst van Miele.
28
Vooraanzicht
Opstellen en aansluiten
a Aansluitsnoer
b Condenswaterreservoir
c Bedieningspaneel
d Deur
e Luikje voor de warmtewisselaar
f Vier in de hoogte verstelbare voetjes
Als alternatief voor het condenswaterre
servoir:
g Afvoer van het condenswater via een
afvoerslang (bv. in een wasbak, was
baksifon, afvoerputje)
29
-
-
Opstellen en aansluiten
Achteraanzicht
a Aan de dekseloverstek zijn er grepen
om het toestel te dragen (zie pijlen)
b Aanzuigopening voor de luchtkoeling
van de warmtewisselaar
c Aansluitsnoer
d Afvoerslang voor condenswater
e Toebehoren voor aansluiting op een
sifon van een wasbak
Plaats van opstelling
,
Waar de toesteldeur openzwaait,
mag u geen afsluitbare deur, schuif
deur of een deur met een scharnier
aan de andere kant installeren.
Het toestel naar de plaats van
opstelling dragen
Aan de achterste dekseloverstek zijn er
greepopeningen om het toestel te dra
gen. Om het toestel uit de verpakkings
sokkel te tillen, neemt u het bij voorkeur
vast aan de voorste voetjes en aan de
achterste dekseloverstek.
-
-
Inbouw onder een doorlopend
werkblad
Er is een inbouwset* vereist.
,
Laat die monteren door een vakman
die door Miele erkend is. De afdek
plaat die bij de inbouwset hoort,
vervangt het deksel van het toestel.
Deze afdekplaat moet absoluut wor
den gemonteerd met het oog op de
elektrische veiligheid.
– Bij de inbouwset is een montage-
handleiding gevoegd.
– Door de inbouw kunnen de program-
ma´s langer uitvallen.
– Installeer de elektrische aansluiting
vlakbij de droogautomaat. Die aansluiting dient vlot toegankelijk te zijn.
Bij een inbouwhoogte van:
– 830-840 mm zijn er langere voetjes*
vereist.
– 870-885 / 915-930 mm zijn 1 of 2
sokkels* vereist.
* Mits toeslag bij uw Miele-handelaar
verkrijgbaar
Het deksel opnieuw monteren
Als u het deksel had afgenomen om het
toestel in te bouwen, dient u erop te let
ten dat het deksel bij het terugmonteren
stevig op de achterste steunen zit. En
kel dan is een veilig transport gewaar
borgd.
-
-
-
-
-
-
30
Opstellen en aansluiten
Het toestel waterpas zetten
Om een perfecte werking te waarborgen, dient u het toestel waterpas op
te stellen.
Plaats van opstelling
De koele lucht die de droogautomaat
aanzuigt, ontsnapt aan de voorzijde
van het toestel, waardoor de kamer
lucht wordt verwarmd. Zorg dus vooral
in kleine vertrekken voor voldoende
ventilatie. Anders duren de droogpro
gramma's langer en stijgt het stroom
verbruik.
Was- en droogzuil
U kunt deze droogautomaat met een
Miele-wasautomaat tot een was- en
droogzuil combineren. Daartoe is een
tussenset* (WTV) vereist.
* Mits toeslag bij uw Miele-handelaar
verkrijgbaar
-
-
-
,Laat de tussenset monteren door
een vakman die door Miele erkend
is.
^
Oneffenheden in de vloer werkt u
weg door aan de voetjes te draaien.
,
De luchttoevoer- en
afvoeropeningen aan de voorkant in
geen geval afdekken! Anders is er
geen voldoende toevoer van koele
lucht gewaarborgd!
Voordat u het toestel transporteert
Na elke droogbeurt zit er wat condens
water rond de pomp. Dit kan bij het
kantelen van het toestel uitlopen. Daar
om verdient het aanbeveling ca. 1
minuut lang het programma Koude
lucht te laten lopen voor u het toestel
transporteert. De rest van het condens
water wordt dan in het condenswaterre
servoir of via de afvoerslang afgevoerd.
31
-
-
-
-
Opstellen en aansluiten
Het condenswater laten
afvoeren
Algemeen
Tijdens het drogen ontstaat er con
denswater. Dat wordt via de afvoer
slang op de rugzijde van het toestel
naar het condenswaterreservoir ge
pompt.
U kan dat condenswater met deze af
voerslang ook in de afvoerleiding laten
terechtkomen. Dan hoeft u het condens
waterreservoir nooit meer leeg te gieten.
Slanglengte. ................1,50 m
De maximale opvoerhoogte
bedraagt ..................1,50 m
De maximale pompafstand
bedraagt ..................4,00 m
-
-
-
-
-
,Deze droogautomaat moet bij bij-
zondere montageomstandigheden
met een terugslagklep worden uitgerust (zie bijzondere
aansluitomstandigheden).
In de afvoerslang bevindt zich een
^
geringe hoeveelheid resterend water.
Zet daarom een reservoir klaar.
^ Trek de slang van de tuit af.
^ Laat het aanwezige resterende water
in het reservoir lopen.
^ Wikkel de slang van de slangrol en
trek ze voorzichtig uit de klemmen.
Mits toeslag is het volgende toebehoren
verkrijgbaar:
–
een verlengstuk.
–
een terugslagklep (montagepakket)
voor externe wateraansluiting.
(een verlengstuk wordt bijgevoegd).
De maximum opvoerhoogte met de
terugslagklep bedraagt: 1,00 m
De afvoerslang verplaatsen
,
Niet aan de afvoerslang trekken,
hem niet uitrekken of plooien.
Anders kan hij schade oplopen!
32
^
Voer de slang - zo u dat wenst - naar
rechts of links.
Laat de slang in de middelste klem zit
ten, opdat ze niet per ongeluk zou wor
den geknikt.
-
-
Opstellen en aansluiten
De afvoerslang (in de wasbak/
afvoeropening in de vloer) hangen
Zie de illustratie van het vooraan-
^
zicht.
Zorg ervoor dat de afvoerslang
,
niet kan wegglijden als u hem in een
wasbak hangt. Bind hem eventueel
vast. Anders kan het wegvloeiende
water schade veroorzaken.
Gebruik de boogvormige houder om
^
knikken in de afvoerslang te ver
mijden.
Bijzondere aansluitomstandigheden
-
,Bij bijzonderde aansluitomstan-
digheden moet u de terugslagklep
gebruiken. Anders kan het
terugstromende water uit de droogautomaat lopen en schade veroorzaken.
Bijzondere aansluitomstandigheden
zijn:
Voorbeeld: aansluiting op de sifon van
een wasbak
De afvoerslang met de terugslagklep
kunt u rechtstreeks op een speciale
wasbaksifon aansluiten.
^ Bovenaan op de rugzijde van de
droogautomaat vindt u het toebehoren:
het aanpasstuk 1 en daarachter de
slangklem 3.
– aansluiting op de sifon van een was-
bak (zie hieronder).
–
diverse aansluitmogelijkheden waar
op bijv. ook een wasautomaat of een
vaatwasser aangesloten zijn.
-
33
Opstellen en aansluiten
1 Aanpasstuk
2 Wartelmoer voor de wasbak
3 Slangklem
Plaats het aanpasstuk 1 met de war-
^
telmoer voor de wasbak 2 op de was
baksifon.
Gewoonlijk is de wartelmoer voor de
wasbak voorzien van een plaatje
datu moet wegnemen.
Steek het uiteinde van de slang 4 op
^
de het aanpasstuk 1.
Draai de slangklem 3 vlak achter de
^
wartelmoer voor de wasbak met een
schroevendraaier vast.
De terugslagklep 5 moet worden
,
geïnstalleerd met de pijl in de
stromingsrichting (in de richting van
de wasbak). Anders kan er niet worden afgepompt.
-
4 Uiteinde van de slang
5 Terugslagklep
6 Afvoerslang van de droogautomaat
^ Plaats de terugslagklep 5 in de af-
voerslang 6 van de droogautomaat
(zorg ervoor dat de pijl op de terugslagklep in de juiste richting wijst).
^ Bevestig de terugslagklep, zoals af-
gebeeld, met de slangklem.
34
Elektrische aansluiting
Uw droogautomaat is voorzien voor
aansluiting op eenfasige stroom 230 V,
50 Hz. Hij is uitgerust met een geaarde
stekker en een ca. 2 m lange kabel.
Opstellen en aansluiten
De aansluiting mag uitsluitend gebeu
ren op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Gebruik om veiligheidsredenen geen
verlengsnoeren. Er bestaat risico op
oververhitting.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en
vereiste zekeringen vindt u op het
typeplaatje. Vergelijk die zorgvuldig
met de gegevens van uw elektrische
installatie.
-
-
35
Verbruiksgegevens
ProgrammaBelading1Centrifugeertoerental
in de
wasautomaat
kgt/min%kWhmin.
Wit/bont
Kastdroog
Wit/bont
Kastdroog
Wit/bont
Strijkvochtig
Wit/bont
Strijkvochtig
Kreukherstellend
Kastdroog
Kreukherstellend Strijkvochtig3,01200400,9529
Fijne was2,0800501,4095
Finish wol2,01000-0,154
Strijken3,01000-0,308
1
Gewicht van het wasgoed in droge toestand
2
Testprogramma volgens EN 61121:2005
Alle niet-gemarkeerde waarden zijn in overeenstemming met de norm EN 61121:2005.
Opmerking met het oog op vergelijkende tests:
Bij tests uitgevoerd volgens EN61121 dient u, voor u met de beoordelingstests aanvangt, 3 kg ka
toenen wasgoed volgens deze norm met 70 % aanvankelijke restvochtigheid in het programma "Witte /
Bonte was, Kastdroog" te laten drogen zonder daarbij een extra functie te kiezen.
Deze cijfers kunnen wijzigen, onder meer door het verschil in textielsoort, in het gewicht van het
te drogen wasgoed, in de restvochtigheid na het centrifugeren, door schommelingen in de
stroomvoorziening en door het verschil in de gekozen extra functies.
2
2
2
6,01000603,3089
1200
6,0
6,01000602,6571
6,0
3,01200401,2037
1400
1600
1800
1200
1400
1600
1800
Reste
rende
vochtig
heid
53
50
44
43
53
50
44
43
EnergieTijd
-
-
3,00
2,85
2,55
2,50
2,35
2,20
1,85
1,80
81
78
70
69
63
60
52
51
-
36
Technische gegevens
Hoogte850 mm
Inbouwhoogte820 mm
Breedte595 mm
Diepte580 mm
Diepte met geopende deur1.060 mm
kan onder een werkblad worden geschoven ja
kan in een zuil geplaatst wordenja
Gewicht54 kg
Trommelinhoud111 l
Maximum belading6 kg (gewicht van droog wasgoed)
Capaciteit condenswaterreservoirca. 3,5 l
Slanglengte1,5 m
Maximale opvoerhoogte1,5 m
Maximale afvoerlengte4 m
Snoerlengte2 m
Aansluitspanningzie typeplaatje
Aansluitwaardezie typeplaatje
Zekeringzie typeplaatje
Vermogen van de gloeilampzie typeplaatje
Stroomverbruikzie rubriek "Verbruiksgegevens"
Keurmerkzie typeplaatje
37
Programmeerfuncties
om standaardinstellingen
aan te passen
Zo u dat wenst, kan u de elektronica
van uw droogautomaat met behulp
van de programmeerfuncties aan
wisselende omstandigheden aanpassen.
Deze programmeerfuncties kan u om
het even wanneer opnieuw verande
ren.
-
38
Programmeerfuncties
Restvochtigheid in het
programma Wit/Bont wijzigen
De elektronische besturing is bere
kend op energiebesparing bij het
drogen.
Als u echter wenst dat het wasgoed
droger is, kunt u in dit programma
alle droogtegraden tegelijk droger in
stellen. Daardoor duren de program
ma's langer.
In de fabriek is een
standaard-restvochtigheid ingesteld. U
kunt deze restvochtigheid droger instel
len.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot G.
De programmeerfunctie wordt met de
toets Start en met de programmakiezer
ingesteld. De toets en de programmakiezer beschikken dus over een
verborgen functie. Die is niet van het
bedieningspaneel af te lezen.
-
-
-
A Hou de toets Start ingedrukt tijdens
de stappen B-C.
B Zet het toestel aan met de toets
I-aan/0-uit.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
D ...enlaat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer op Wit en
bont kastdroog.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de programmeerfunctie wijzi-
-
gen.
– Het controlelampje Drogen knippert:
Standaard-restvochtigheid wordt
droger
– Het controlelampje Drogen knippert
niet:
standaard-restvochtigheid
(fabrieksinstelling)
Ondertussen knippert het controlelampje Einde/kreukbeveiliging 2x.
Voorwaarden:
–
Het toestel is uitgeschakeld.
–
De toesteldeur is dicht.
–
De programmakiezer staat in de
stand Einde.
G Schakel de droogautomaat uit met
de toets I-aan/0-uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
Dat blijft zo tot u die weer wijzigt.
Nazien of de programmeerfunctie is
ingeschakeld :
^
Hou rekening met de voorwaarden
en voer de punten A tot E uit.
Met behulp van het controlelampje Dro
gen
kunt u nagaan hoe de program
meerfunctie ingesteld is.
^
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
-
39
-
Programmeerfuncties
Restvochtigheid in het
programma Kreukherstellend
wijzigen
De elektronische besturing is bere
kend op energiebesparing bij het
drogen.
Als u echter wenst dat het wasgoed
droger is, kunt u in dit programma
alle droogtegraden tegelijk droger in
stellen. Daardoor duren de program
ma's langer.
In de fabriek is een
standaard-restvochtigheid ingesteld. U
kunt deze restvochtigheid droger instellen.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot G.
De programmeerfunctie wordt met de
toets Start en met de programmakiezer
ingesteld. De toets en de programmakiezer beschikken dus over een
verborgen functie. Die is niet van het
bedieningspaneel af te lezen.
Voorwaarden:
–
Het toestel is uitgeschakeld.
–
De toesteldeur is dicht.
-
-
-
A Hou de toets Start ingedrukt tijdens
de stappen B-C.
B Zet het toestel aan met de toets
I-aan/0-uit.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
D ...enlaat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer op
Wit/Bont Temperatuur laag.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de programmeerfunctie wijzi
gen.
– Het controlelampje Drogen knippert:
Standaard-restvochtigheid wordt
droger
– Het controlelampje Drogen knippert
niet:
standaard-restvochtigheid
(fabrieksinstelling)
Ondertussen knippert het controlelampje Einde/kreukbeveiliging 3x.
G Schakel de droogautomaat uit met
de toets I-aan/0-uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering gelijk wan
neer wijzigen.
-
-
–
De programmakiezer staat in de
stand Einde.
40
Nazien of de programmeerfunctie is
ingeschakeld :
^
Hou rekening met de voorwaarden
en voer de punten A tot E uit.
Met behulp van het controlelampje Drogen kunt u nagaan hoe de program
meerfunctie ingesteld is.
^
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
-
-
Programmeerfuncties
Zoemer uit-/inschakelen
De droogautomaat vertelt u met een
zoemsignaal dat het programma af
gelopen is (maximaal 1 uur met tus
senpozen).
In de fabriek werd de zoemer inge
schakeld, u kunt hem uitschakelen.
Het constante waarschuwingssignaal
bij foutmeldingen werkt onafhankelijk
van de instelling (aan of uit) van de
zoemer.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot G.
De programmeerfunctie wordt met de
toets Start en met de programmakiezer
ingesteld. De toets en de programmakiezer beschikken dus over een
verborgen functie. Die is niet van het
bedieningspaneel af te lezen.
Voorwaarden:
-
-
-
A Hou de toets Start ingedrukt tijdens
de stappen B-C.
B Zet het toestel aan met de toets
I-aan/0-uit.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
D ...enlaat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer op Witte /
bonte was Strijkvochtig.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de programmeerfunctie wijzigen.
– Het controlelampje Drogen knippert
niet:
Zoemer uit
– Het controlelampje Drogen knippert:
Zoemer aan
(fabrieksinstelling)
Ondertussen knippert het controlelampje Einde/kreukbeveiliging 4x.
– Het toestel is uitgeschakeld.
–
De toesteldeur is dicht.
–
De programmakiezer staat in de
stand Einde.
G Schakel de droogautomaat uit met
de toets I-aan/0-uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering gelijk wan
neer wijzigen.
Nazien of de programmeerfunctie is
ingeschakeld :
^
Hou rekening met de voorwaarden
en voer de punten A tot E uit.
Met behulp van het controlelampje Drogen kunt u nagaan hoe de program
meerfunctie ingesteld is.
^
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
-
-
41
-
Programmeerfuncties
Verlenging van de afkoeltijd
instellen
De afkoelfase voor het einde van het
programma kunt u verlengen als u
dat wenst. Het wasgoed wordt
sterker afgekoeld.
In de fabriek is de verlenging van de af
koeltijd niet ingesteld. U kunt deze ver
lengen (in 2 stappen).
De verlenging van de afkoeltijd kan
worden ingesteld voor de programma's
Wit/bont, Kreukherstellend, Fijn was
goed.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot G.
De programmeerfunctie wordt met de
toets Start en met de programmakiezer
ingesteld.
-
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de programmeerfunctie wijzi
gen.
Het controlelampje Drogen knippert
–
1x:
afkoeltijd 5 minuten langer
Het controlelampje Drogen knippert
–
-
-
2x:
afkoeltijd 10 minuten langer
Het controlelampje Drogen knippert
–
niet:
Fabrieksinstellingen
Ondertussen knippert het controlelamp
je Einde/kreukbeveiliging 5x.
G Schakel de droogautomaat uit met
de toets I-aan/0-uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk willekeurig moment wijzigen.
-
-
Voorwaarden:
– De droogautomaat is uitgeschakeld.
–
De toesteldeur is dicht.
–
De programmakiezer staat in de
stand Einde.
A Druk op de toets Start en hou deze
ingedrukt tijdens de stappen B-C.
B Zet de droogautomaat aan met de
toets
I-aan/0-uit.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
D ...enlaat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer op Wit
te/bont Mangelvochtig.
-
Controleren hoe de programmeerfunctie ingesteld is:
^
Hou rekening met de voorwaarden
en voer de punten
Met behulp van het controlelampje Drogen kunt u nagaan hoe de program
meerfunctie ingesteld is.
^
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
A tot
E uit.
-
-
42
Programma "Fijn wasgoed"
wijzigen
In dit programma is het droogresul
taat ingesteld op de standaard
droogtegraad Kastdroog.
U kunt de droogtegraad Kastdroog+
(droger dan de standaard droogte
graad) instellen.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot G.
-
-
Programmeerfuncties
Het controlelampje Drogen knippert
–
niet:
Fabrieksinstellingen
Ondertussen knippert het controlelamp
je Einde/kreukbeveiliging 7x.
G Schakel de droogautomaat uit met
de toets I-aan/0-uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk wille
keurig moment wijzigen.
-
-
De programmeerfunctie wordt met de
toets Start en met de programmakiezer
ingesteld.
Voorwaarden:
– De droogautomaat is uitgeschakeld.
– De toesteldeur is dicht.
– De programmakiezer staat in de
stand Einde.
A Druk op de toets Start en hou deze
ingedrukt tijdens de stappen B-C.
B Zet de droogautomaat aan met de
toets
I-aan/0-uit.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
D ...enlaat daarna de toets Start los.
Controleren hoe de programmeerfunctie ingesteld is:
^ Hou rekening met de voorwaarden
en voer de punten A tot E uit.
Met behulp van het controlelampje Dro-gen kunt u nagaan hoe de programmeerfunctie ingesteld is.
^ Schakel de droogautomaat uit.
De controle is afgelopen.
E Draai de programmakiezer op Finish
wol.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de programmeerfunctie wijzi
gen.
–
Het controlelampje Drogen knippert:
De standaard droogtegraad wordt
Kastdroog+
-
43
Programmeerfuncties
Kreukbeveiliging instellen
Om kreuken te vermijden als u het
wasgoed na afloop van het program
ma niet meteen uit het toestel neemt.
Na afloop van het programma draait
de trommel nog 1 uur lang met tus
senpozen.
De kreukbeveiliging
is in de fabriek ingeschakeld. U kunt
–
deze functie uitschakelen.
is in alle programma's actief, behalve
–
bij Finish wol.
– moet altijd ingeschakeld blijven als u
het wasgoed na het einde van het
programma niet onmiddellijk uit het
toestel haalt.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot G.
-
-
E Draai de programmakiezer op Kreuk
herstellend Strijkvochtig.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de programmeerfunctie wijzi
gen.
Het controlelampje Drogen knippert
–
niet:
Kreukbeveiliging uit
Het controlelampje Drogen knippert:
–
Kreukbeveiliging aan
(fabrieksinstelling)
Ondertussen knippert het controlelampje Einde/kreukbeveiliging 1x lang en 1x
kort.
G Schakel de droogautomaat uit met
de toets I-aan/0-uit.
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk willekeurig moment wijzigen.
-
-
De programmeerfunctie wordt met de
toets Start en met de programmakiezer
ingesteld.
Voorwaarden:
–
De droogautomaat is uitgeschakeld.
–
De toesteldeur is dicht.
–
De programmakiezer staat in de
stand Einde.
A Druk op de toets Start en hou deze
ingedrukt tijdens de stappen B-C.
B Zet de droogautomaat aan met de
toets
I-aan/0-uit.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
D ...enlaat daarna de toets Start los.
Controleren hoe de programmeerfunctie ingesteld is:
^
Hou rekening met de voorwaarden
en voer de punten A tot E uit.
Met behulp van het controlelampje Dro-gen kunt u nagaan hoe de program
meerfunctie ingesteld is.
^
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
-
44
Programmeerfuncties
Programma "Kreukherstellend
Kastdroog" wijzigen
In dit programma is het droogresul
taat ingesteld op de standaard
droogtegraad Kastdroog.
U kunt de droogtegraad Kastdroog+
(droger dan de standaard droogte
graad) instellen.*
*De functie Temperatuur laag blijft ech
ter ingesteld op Kastdroog.
Opmerking: Als ook de programmeer
functie "Restvochtigheid in het pro
gramma Kreukherstellend wijzigen"
wordt ingesteld, kunt u met Kastdroog+
een nog beter droogresultaat verkrijgen.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot G.
De programmeerfunctie wordt met de
toets Start en met de programmakiezer
ingesteld.
-
-
-
-
E Draai de programmakiezer op Kreuk
herstellend Temperatuur laag.
F Door op de toets Start te drukken,
kunt u de programmeerfunctie wijzi
gen.
Het controlelampje Drogen knippert:
–
De standaard droogtegraad wordt
Kastdroog+
Het controlelampje Drogen knippert
–
niet:
Fabrieksinstelling
Ondertussen knippert het controlelampje Einde/kreukbeveiliging 1x lang en 2x
kort.
G Schakel de droogautomaat uit met
de toets I-aan/0-uit
Deze programmering is nu opgeslagen.
U kunt de programmering op elk willekeurig moment wijzigen.
Controleren hoe de programmeerfunctie ingesteld is:
.
-
-
Voorwaarden:
–
De droogautomaat is uitgeschakeld.
–
De toesteldeur is dicht.
–
De programmakiezer staat in de
stand Einde.
A Druk op de toets Start en hou deze
ingedrukt tijdens de stappen B-C.
B Zet de droogautomaat aan met de
toets
I-aan/0-uit.
C Wacht tot het controlelampje Start
constant brandt...
D ...enlaat daarna de toets Start los.
^
Hou rekening met de voorwaarden
en voer de punten A tot E uit.
Met behulp van het controlelampje Drogen kunt u nagaan hoe de program
meerfunctie ingesteld is.
^
Schakel de droogautomaat uit.
De controle is afgelopen.
-
-
454647
Wijzigingen voorbehouden/3308
M.-Nr. 07 292 700 / 00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.