Miele Sprint User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing wasautomaat Sprint
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Zo zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan uw toestel.
M.-Nr. 07 168 590
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten vaak nog waardevolle
­materialen. Ze bevatten echter ook
­schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be handeling kunnen deze stoffen schade lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa
­raat dan ook nooit met het gewone af
val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af­danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
-
-
-
-
-
-
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel, telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
2
-
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bedieningspaneel .................................................10
Eerste ingebruikneming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Milieuvriendelijk wassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Stroom- en waterverbruik .........................................13
Wasmiddelverbruik ..............................................13
Zo wast u juist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Korte handleiding .................................................14
Centrifugeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Eindcentrifugeertoerental ...........................................19
Centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten ........................19
Eindcentrifugeren uitschakelen (spoelstop) ...........................19
Niet centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten en op het einde van het
programma (zonder u) ..........................................19
Programmaoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Onderhoudssymbolen op het etiket. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Het programmaverloop wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Een programma afbreken ...........................................25
Het programma onderbreken ........................................25
Van programma veranderen .........................................25
Wasgoed toevoegen of voortijdig uitnemen .............................26
Kinderslot........................................................26
3
Inhoud
Wasmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Het juiste wasmiddel ...............................................27
Onthardingsmiddel ................................................28
Combinaties......................................................28
Stijfsel/wasverzachter ..............................................29
Wasverzachter, vormspoeler of vloeibaar stijfsel automatisch doseren .....29
Ontkleuren/kleuren.................................................29
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Reiniging van de trommel ...........................................30
De ommanteling en het bedieningspaneel reinigen .......................30
De wasmiddellade schoonmaken .....................................30
Watertoevoerzeefjes reinigen ........................................32
Storingen verhelpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Wat gedaan als...................................................33
Er kan geen wasprogramma worden gestart ............................33
Op het display wordt de volgende foutmelding weergegeven: ..............34
Algemene problemen met de wasautomaat .............................35
Een niet-bevredigend wasresultaat ....................................36
U kunt de vuldeur niet met de toets Deur openen.........................37
De toesteldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomonderbreking ........38
Verstopte afvoer ................................................38
Technische dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Herstellingen...................................................40
Het programma updaten (moderniseren).............................40
Garantie: voorwaarden en duur ....................................40
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................40
Opstellen en aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Vooraanzicht .....................................................41
Achteraanzicht....................................................42
Plaats van opstelling ...............................................43
De machine opstellen ............................................43
4
Inhoud
De transportbeveiliging wegnemen....................................43
De transportbeveiliging weer monteren ................................45
De wasautomaat gelijk zetten ........................................46
De voetjes uitdraaien en met de contramoeren vastzetten ...............46
Inbouwen onder een doorlopend werkblad ...........................47
Was- en droogzuil...............................................47
Het Miele-lekbeveiligingssysteem .....................................48
Watertoevoer .....................................................49
Waterafvoer ......................................................50
Elektrische aansluiting ..............................................51
Verbruiksgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Opmerking met het oog op vergelijkende tests: .......................52
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Programmeerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Programmeerfuncties openen .....................................55
Programmeerfunctie selecteren ....................................55
Programmeerfunctie bewerken ....................................55
Programmeerfunctie beëindigen ...................................55
Taal F ..........................................................55
Extra water .......................................................56
Behoedzaam wassen ..............................................56
Afkoeling waswater ................................................56
Code ...........................................................57
Temperatuureenheid ...............................................58
Zoemer..........................................................58
Akoestisch signaal.................................................58
Lichtsterkte ......................................................58
Contrast .........................................................58
Stand-by display ..................................................59
Memory .........................................................59
Kreukbeveilig. ....................................................59
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die door hun fysieke, Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel op lopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiksaanwijzing voor u uw wasautomaat in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, het gebruik en het onderhoud van uw wasauto maat. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan uw wasauto maat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing goed en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
Juist gebruik
De wasautomaat mag u enkel ge-
~
bruiken om wasgoed te wassen waar­van de fabrikant verklaart dat het ma­chinaal wasbaar is. Alle andere toepas singen zijn misschien gevaarlijk. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om de wasauto
-
maat veilig te bedienen, mogen deze wasautomaat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verant woordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Zie toe op kinderen nabij de wasau
~
tomaat. Laat ze nooit met de wasauto
­maat spelen.
Kinderen mogen de wasautomaat
~
alleen maar gebruiken wanneer hen de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze deze veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Denk eraan dat de ronde glazen
~
deur heet wordt wanneer u op hoge temperaturen wast. Voorkom daarom dat kinderen tijdens de werking de ronde glazen deur aan­raken.
-
-
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Vóórdat de wasautomaat wordt op
~
gesteld, controleert u of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag u niet opstellen en in gebruik nemen.
Op het typeplaatje van de wasauto
~
maat vindt u gegevens in verband met de aansluiting van uw toestel (zekering, spanning en frequentie). Alvorens u de wasautomaat aansluit, vergelijkt u deze gegevens met die van uw elektrische installatie. Vraag eventueel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van deze
~
wasautomaat wordt enkel gewaarborgd als het toestel op een aardsysteem aangesloten is dat volgens de voor­schriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat aan deze fun­damentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw installatie door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroor zaakt doordat de aardleiding onderbro ken was of gewoon ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen
~
geen verlengsnoer. Gebruik van een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee op brand.
-
-
-
Door ondeskundig uitgevoerde re
~
paraties kunnen er onvoorziene risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan de fabrikant niet aansprakelijk wor den gesteld. Reparaties mag u uitslui tend laten uitvoeren door vakmensen die door Miele erkend zijn.
Is het aansluitsnoer beschadigd,
~
laat het dan vervangen door een vak man die door Miele erkend is. Zo ver mijdt u risico's voor wie het toestel ge bruikt.
Bij storingen of bij een reinigings- en
~
onderhoudsbeurt is de wasautomaat al leen dan van het elektriciteitsnet losge­koppeld in de volgende gevallen:
– de stekker van de wasautomaat is uit
het stopcontact getrokken, of
– de zekering op uw elektrische instal-
latie is uitgeschakeld, of
– de schroefzekering op uw elektrische
installatie is helemaal uitgedraaid.
Sluit uw wasautomaat enkel met een
~
nieuwe toevoerslang en de vereiste toe behoren aan op de waterleiding. Ge
­bruik oude slangen, bv. van het vorige
toestel, niet opnieuw.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Laat defecte onderdelen enkel ver
~
vangen door originele Miele-vervang stukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u dit toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
Efficiënt gebruik
Stel uw wasautomaat niet op in een
~
vertrek waar het kan vriezen. Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De betrouwbaar heid van de elektronische elementen kan door temperaturen onder het vries punt in het gedrang komen.
Verwijder de transportbeveiliging op
~
de achterzijde voor u uw toestel in ge­bruik neemt. Zie rubriek "Opstellen en aansluiten", alinea "Transportbeveiliging verwijderen". Als die beveiliging niet verwijderd is, kan die tijdens het centri­fugeren schade toebrengen aan het toestel. Ook aan meubelen of appara­ten ernaast kan er schade optreden.
Doe de waterkraan dicht bij langere
~
afwezigheid (bijv. vakantie). Vooral wanneer er zich vlakbij het toestel geen afvoer in de vloer bevindt.
Overstromingsgevaar!
~
Voor u de afvoerslang in een spoelbak hangt, dient u te controleren of het wa ter vlot genoeg wegvloeit. Maak de waterafvoerslang vast opdat ze niet zou wegglijden! Door de terugstoot van het wegvloeiende water
­kan de slang anders uit de spoelbak
worden geslingerd.
-
Let erop dat er geen voorwerpen zo
~
als spijkers, naalden, geldstukken of paperclips worden meegewassen. Deze voorwerpen kunnen schade toe­brengen aan onderdelen van het toe­stel, bijv. aan kuip of trommel. Deze be­schadigde onderdelen kunnen op hun beurt uw was beschadigen.
Als u het wasmiddel juist doseert,
~
hoeft u uw toestel niet te ontkalken. Is uw toestel zo erg verkalkt dat het moet worden ontkalkt, gebruik dan speciaal ontkalkingmiddel met corrosiebescher ming. Dit middel kunt u bij uw Miele­handelaar of de Technische Dienst van Miele verkrijgen. Volg de gebruiksaan wijzing van het ontkalkingmiddel strikt op.
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
~
dende reinigingsmiddelen behandeld is, moet voordat het in de wasautomaat wordt gewassen, grondig in zuiver wa ter worden uitgespoeld.
Gebruik in dit toestel nooit reini
~
gingsmiddelen die oplosmiddel (bijv. wasbenzine) bevatten. Er kan namelijk schade optreden aan sommige onder delen van het toestel. Er kunnen ook giftige dampen ontstaan. Bovendien bestaat er bij deze middelen brand- en ontploffingsgevaar.
Gebruik in dit toestel nooit reini
~
gingsmiddelen die oplosmiddel (bijv. wasbenzine) bevatten. Die kunnen schade toebrengen aan vochtige kunst­stof oppervlakken.
Kleurmiddelen dienen voor gebruik
~
in wasautomaten geschikt te zijn. Ze mogen enkel in beperkte mate - zoals voor een huishouden - worden gebruikt. Volg de gebruiksaanwijzing van de fa­brikant strikt op.
-
-
-
-
-
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdruk
~
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen gemon teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaan sprakelijkheid.
Miele is niet aansprakelijk voor scha de die ontstaan is doordat deze vei ligheidsrichtlijnen niet in acht wer den genomen.
-
-
-
-
-
-
Ontkleuringsmiddel kan wegens zijn
~
zwavelhoudende verbindingen corrosie tot stand brengen. U mag geen ont kleuringsmiddel in uw wasautomaat ge bruiken.
Als er vloeibaar wasmiddel in uw
~
ogen terechtkomt, spoel ze dan met zuiver lauwwarm water uit. Bij inslikken, direct een arts raadplegen. Personen met gekwetste of gevoelige huid moe ten elk contact met het vloeibare was middel mijden.
-
-
-
-
9
Bediening
Bedieningspaneel
a Display
Meer uitleg daarover vindt u op de volgende bladzijde.
b Toets Temperatuur p
Om de gewenste wastemperatuur in te stellen.
c Toets Toerental u
Om het gewenste eindcentrifugeer­toerental, spoelstop of zonder u te kiezen.
d Optische interface PC
Dient voor de Technische Dienst als controle- en overdrachtspunt (o.a. voor updates).
e Toets Start/Stop
Start het gekozen wasprogramma en breekt een gestart programma af.
f Toetsen Extra functies
De wasprogramma's kunt u aanvul­len met verschillende extra functies.
g Programmakiezer
Voor de keuze van de wasprogram­ma's. Het controlelampje van het ge­kozen programma brandt. U kunt de knop zowel naar rechts als naar links draaien.
h Toets Deur
Opent de vuldeur.
i Toets jk
Om de wasautomaat in en uit te schakelen.
10
Bediening
Duur van het programma
Na de start van een programma wordt de maximum duur van het programma in uren en minuten aangeduid.
Tijdens de eerste 8 minuten berekent de wasautomaat de lading en het ver mogen van het wasgoed om water op te nemen. Dat kan de programmaduur verkorten of verlengen.
Programmeerfuncties
-
Op het display kunnen de volgende functies worden geselecteerd:
– de wastemperatuur
– het centrifugeertoerental
– de programmeerfuncties
– de programma-afbreking
– het kinderslot
Bovendien wordt op het display de vol­gende informatie weergegeven:
de duur van het programma
het verloop van het programma
Met de programmeerfuncties kunt u de wasautomaat aan uw eigen behoeften aanpassen. Tijdens het programmeren wordt de geselecteerde functie op het display weergegeven.
11
Eerste ingebruikneming
Stel het toestel juist op en sluit het correct aan voor u het de eerste keer gebruikt. Houd rekening met de rubriek "Opstellen en aansluiten".
Uit veiligheidsoverwegingen kunt u het toestel niet laten centrifugeren voordat het voor het eerst in bedrijf werd ge steld. Om het toestel te laten centrifu
-
­geren, moet eerst een wasprogramma zonder wasgoed
en zonder wasmiddel
uitgevoerd zijn.
Gebruikt u wasmiddel, dan kan er overdreven veel schuim worden ge­vormd!
Tegelijk wordt ook de kogelklep in de waterafvoer geactiveerd. Die klep zorgt ervoor dat het wasmiddel in het vervolg volledig wordt gebruikt.
^ Druk de toets jk in.
Wanneer u de wasautomaat voor het eerst inschakelt, verschijnt een verwel­koming op het display.
De verwelkoming verschijnt niet meer wanneer een wasbeurt die langer dan een uur duurt volledig uitge
-
voerd is.
! deutsch
Draai aan de programmakiezer om
^
de gewenste taal voor het display in te stellen. Met de toets Start/Stop be vestigt u de geselecteerde taal.
Herinnering aan de transportbe
-
scherming
De transportbescherming moet voor de eerste wasbeurt worden verwij derd om schade aan de wasauto
-
-
maat te voorkomen.
^ Door de toets Start/Stop in te druk-
ken, bevestigt u dat de transportbe­scherming verwijderd is.
Het eerste wasprogramma starten
De wasautomaat is nu klaar om het eerste wasprogramma uit te voeren.
Het controlelampje van de toets Witte/ Bonte was brandt.
^
Draai de waterkraan open.
^
Druk op de toets Start/Stop.
^
Schakel de wasautomaat na het einde van de wasbeurt uit.
-
De taal op het display instellen
U dient de gewenste taal voor het dis play in te stellen. U kunt altijd naar een andere taal schakelen via Program
-
meerfuncties.
12
De eerste ingebruikneming is beëin digd.
-
-
Milieuvriendelijk wassen
Stroom- en waterverbruik
Houd zoveel mogelijk rekening met
de maximumlading die bij elk was
­programma wordt opgegeven. Dan is het stroom- en waterverbruik, berekend op basis van de totale hoe veelheid wasgoed, het laagst.
Gebruik de programma's Automatic
en Express voor kleinere hoeveelhe den wasgoed.
Bij een kleine lading in het program
­ma Witte/Bonte was vermindert de wasautomaat automatisch het water, de tijd en de energie die nodig zijn. Het kan dus gebeuren dat de weer­gegeven resterende tijd in de loop van een wasprogramma wordt gewij­zigd.
– Gebruik in plaats van het programma
Witte/Bonte was 95 °C het program­ma Witte/Bonte was 60 °C. Zo spaart u tussen 35 à 45 % stroom. Voor het meeste vuil is dit programma ruim voldoende.
Wasmiddelverbruik
Gebruik telkens maar zoveel was
middel als op de verpakking staat aangegeven.
Houd voor de dosering rekening met
­de vervuilingsgraad van het was
goed.
­wasmiddel (ca.
1
/3minder wasmiddel
Gebruik bij kleinere ladingen minder
bij een halve lading).
Kies de juiste extra functie (Kort en Voorwas)
Kies voor:
– lichtjes vuil wasgoed
zonder zichtba­re vlekken een wasprogramma met de extra functie Kort.
– normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een waspro­gramma zonder extra functie.
– wasgoed met een grote hoeveelheid
vuil (bijv. stof, zand ) de extra functie Voorwas.
-
-
Opmerking voor als het wasgoed daarna in het toestel wordt gedroogd
Kies het hoogst mogelijke centrifu
­geertoerental dat het wasprogramma te bieden heeft. Zo spaart u achteraf stroom bij het drogen in een droog
-
automaat.
13
Zo wast u juist
Korte handleiding
De zinnen met de getallen (A, B, C,...)kanualsbeknopte handleiding
gebruiken.
A Het wasgoed voorbereiden
^ Maak de zakken leeg.
,
Metalen voorwerpen als spijkers, geldstukken, papierklemmen kun­nen het wasgoed en onderdelen van de machine beschadigen.
De vlekken vooraf behandelen
^
Verwijder eventuele vlekken uit het textiel voor u het wast. Doe dat bij voorkeur terwijl de vlekken nog vers zijn. Dop de vlekken weg met een doekje dat geen kleur afgeeft. Niet wrijven!
Speciale vlekken als die van bloed, eie ren, koffie, thee e.d. kan u vaak met een truukje wegkrijgen. Zo u problemen heeft met bevlekt textiel, kan u bij uw Miele-handelaar of rechtstreeks in het Miele-filiaal een boekje met tips over het behandelen van speciale vlekken krijgen.
Bij de behandeling van textiel
,
met een schoonmaakmiddel op ba sis van oplosmiddel (schoonmaak benzine) zie erop toe dat er geen kunststof in contact komt met het schoonmaakmiddel.
Gebruik nooit synthetische reini
,
gingsmiddelen (die oplosmiddel bevatten) in uw wasautomaat!
Het wasgoed sorteren
^ Sorteer het textiel volgens de kleur en
de symbolen op het onderhoudseti­ket. Dat vindt u in kragen en zomen.
Donker textiel vertoont de neiging bij de eerste wasbeurten kleur te verliezen. Om geen wasgoed te laten verkleuren, wast u licht en donker textiel het best apart.
Algemene tips
Bij gordijnen: de gordijnrolletjes en de loden band afnemen. U kan de gordijnen ook in een zak steken.
Bij bh's: geloste bh-beugels vast naaien of verwijderen.
Bij breigoed, jeans, broeken, t-shirts en sweaters: binnenstebuiten keren zo de fabrikant dat aanbeveelt.
Doe ritssluitingen, haakjes en oogjes
­voor het wassen dicht.
Knoop kussens en slopen dicht. Zo komen er geen kleine spulletjes in te recht.
Was in deze machine nooit textiel met de aanduiding niet wasbaar (onder houdssymbool h).
-
-
-
-
-
-
14
Zo wast u juist
B De wasautomaat inschakelen
C De wasautomaat laden
Open de vuldeur met de toets Deur.
^
Stop de was opengevouwen en los
^
jes in de trommel. Door textiel van verschillend formaat in de trommel te stoppen, verbetert het waseffect en raakt de was tijdens het centrifugeren beter verdeeld.
Bij de maximumlading is het stroom- en waterverbruik, berekend op basis van de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. Als u te veel wasgoed laadt, vermindert het wasresultaat en komen er meer kreuken in de was voor.
Let erop dat er geen wasgoed tus­sen de deur en de dichtingsring ge­klemd zit.
-
D Het kiezen van een programma
^ Draai de programmakiezer naar links
of rechts op het gewenste program­ma. Het programma is gekozen wan­neer het controlelampje naast de naam van het programma aangaat.
E Temperatuur/toerental kiezen
Indien gewenst, kunt u de vooringestelde temperatuur en/of het centrifugeertoerental wijzigen.
^
Doe de vuldeur met een lichte zwaai dicht.
1:49 60° 1200
^
De temperatuur kunt u wijzigen door op de toets Temperatuur p te drukken en het centrifugeertoerental door op de toets Toerental u te drukken.
15
Zo wast u juist
F Het kiezen van extra functies
^ Kies de gewenste extra functie via de
overeenkomstige toets. Als een extra functie wordt geselecteerd, gaat het overeenkomstige controlelampje aan.
U kunt niet alle extra functies bij alle wasprogramma's kiezen.
Kunt u een bepaalde extra functie niet kiezen, dan is die voor het waspro­gramma niet toegelaten.
Extra water
Het waterpeil wordt verhoogd tijdens het wassen en tijdens het spoelen.
U kunt andere opties voor de toets Ex tra water programmeren, zoals be schreven in de rubriek "Programmeer functies".
Voorwas
Voor wasgoed waarin veel vuil zit, bijv. stof en zand.
Zoemer
Op het einde van het programma en tijdens de spoelstop weerklinkt een sig­naal. De zoemer weerklinkt tot de was­automaat wordt uitgeschakeld. U kunt het volume van de zoemer wijzigen, zo­als beschreven in de rubriek "Program­meerfuncties".
-
-
-
Kort
Voor lichtjes vuil wasgoed zonder zicht bare vlekken.
De duur van de hoofdwas wordt inge kort.
16
-
-
G Het wasmiddel toevoegen
Het is belangrijk juist te doseren, want...
. . . gebruikt u te weinig wasmiddel, dan
wordt het wasgoed niet proper en na
verloop van tijd ook grauw en hard.
vormen er zich vetluizen op het was
goed
hecht er zich kalk op de verwar
-
mingselementen
. . . gebruikt u te veel wasmiddel,
dan wordt er te veel schuim ge
­vormd, wat het effect van de wasbe­wegingen verzwakt. De was-, spoel­en centrifugeerresultaten gaan dan ook achteruit.
– dan stijgt het waterverbruik, omdat
automatisch een bijkomende spoel­beurt wordt ingelast.
– dan wordt het milieu zwaarder belast
Zo wast u juist
-
Trek de wasmiddellade ietwat uit.
^
Giet het wasmiddel in de vakjes:
i
Wasmiddel voor de voorwas (opsplitsing van de totaal aanbevo­len hoeveelheid wasmiddel: vakje i en
j
Wasmiddel voor de hoofdwas
§
2
/3in vakje j)
1
/3in
Wasverzachter, vormspoeler of vloei baar stijfsel
^
Sluit de wasmiddellade.
Meer details over wasmiddelen en de dosering ervan vindt u in de rubriek "Wasmiddelen".
-
17
Zo wast u juist
H Het starten van het programma
Druk op de knipperende toets Start/
^
Stop.
Onmiddellijk na de start wordt op het display de vermoedelijke duur van het programma weergegeven. Tijdens de eerste 8 minuten berekent de wasauto maat het vermogen van het wasgoed om water op te nemen. Dat kan de pro grammaduur verkorten of verlengen.
Ook het verloop van het programma wordt op het display weergegeven. De wasautomaat vertelt u op elk moment hoever het programma al gevorderd is.
I Einde van het programma - het
wasgoed uit de trommel nemen
Vergeet geen stukken wasgoed in de trommel! Die kunnen bij de daar opvolgende wasbeurt krimpen of an der wasgoed verkleuren.
-
-
-
-
Bij kreukbeveiliging wordt op het dis­play afwisselend het volgende weerge­geven:
0:00 Kreukbeveilig.
en
0:00 Einde
^
Open de vuldeur met de toets Deur.
^
Neem het wasgoed uit de trommel.
^ Controleer of er niets in de dichtings-
ring van de vuldeur achtergebleven is.
^ Schakel de wasautomaat uit met de
toets jk.
^ Sluit de vuldeur. Anders bestaat het
risico dat er onbedoeld voorwerpen in de trommel terechtkomen. Die kun nen dan per vergissing mee worden gewassen en het wasgoed bescha
-
digen.
-
18
Loading...
+ 42 hidden pages