Miele PT 7186 Vario User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing en opstellingsinstructies Droogautomaat PT 7186 Vario
Gas
Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de opstellingsinstructies voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
nl-NL, BE
M.-Nr. 07 515 313
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak­kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas­ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri­aal remt de afvalproductie en het ge­bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge­meente waar u die kunt afgeven.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en vei­lig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor­den opgeslagen.
Energie besparen
Zo kunt u de droogtijd verkorten en het energieverbruik verlagen:
– Centrifugeer de was (zo mogelijk)
met het maximale centrifugetoeren­tal. Hoe hoger het centrifugetoerental des te meer energie en tijd bespaart u tijdens het drogen.
– Maak zoveel mogelijk gebruik van de
maximale beladingscapaciteit. Het energieverbruik is dan relatief gezien het laagst.
– Zorg dat de ruimte tijdens het drogen
voldoende wordt geventileerd.
– Reinig zo nodig de pluizenzeef (het
pluizenfilter).
– Controleer regelmatig het luchtaf-
voerkanaal en de onderdelen ervan op mogelijke verstoppingen. Reinig het afvoerkanaal indien dat nodig is.
– Vermijd onnodige bochten en andere
obstakels in het luchtafvoerkanaal. Deze vergroten de luchtweerstand.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische apparatuur. Vraag uw hande­laar indien nodig om inlichtingen.
2
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu........................2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................6
Bediening .......................................................18
Bedieningspaneel .................................................18
Opmerking bij de eerste ingebruikneming ..............................18
Principe display ...................................................19
Bediening wasserettevariant .........................................21
Algemene aanwijzingen en tips .....................................22
1. Wasgoed voorbereiden ...........................................22
2. Droogautomaat vullen ............................................23
3. Programma kiezen...............................................23
Verkorte gebruiksaanwijzing .......................................24
Programma kiezen ................................................28
Programma kiezen/wijzigen..........................................28
Temperatuur laag .................................................30
Programma als favoriet programma opslaan ............................30
Timer ...........................................................31
Programmaverloop wijzigen ........................................32
Muntautomaat ....................................................32
Een ander programma kiezen ........................................32
Programma afbreken ...............................................32
Was bijvullen of voortijdig verwijderen .................................32
Stroomstoring .....................................................32
Resttijd ..........................................................32
Reiniging en onderhoud ...........................................33
Reinig de pluizenzeef ..............................................33
Pluizenzeef uitnemen ............................................33
Pluizenzeef demonteren ..........................................33
Onderdelen pluizenzeef droog reinigen..............................34
Onderdelen pluizenzeef nat reinigen ................................34
Pluizenzeef terugplaatsen ........................................34
Luchtweg (ruimte onder de zeven) reinigen .............................35
Snelreiniging ...................................................35
Grondige reiniging ..............................................35
– Ventilatorrad..................................................35
– Afdekking bij de vulopening .....................................36
3
Inhoud
Het reinigen van de droogautomaat ...................................37
Nuttige tips ......................................................38
Nuttige tips.......................................................38
Controle- en foutmeldingen in het display...............................38
Het droogresultaat is onvoldoende ....................................41
Andere problemen.................................................42
Het vervangen van de lamp .........................................45
Service-interval, veiligheidsvoorschrift .................................46
Service / Klantcontacten ...........................................47
Reparaties .......................................................47
Optische interface PC ..............................................47
Bij te bestellen accessoires ..........................................47
Plaatsen ........................................................48
Plaatsingsmogelijkheden............................................48
Voorkant ......................................................48
Zijkant ........................................................49
Achterkant.....................................................49
Bovenkant .....................................................49
Sokkelopstelling ................................................49
Muntautomaat ..................................................49
Plaatsen .........................................................50
Transporteren ..................................................50
Stellen ........................................................50
Automaat tegen schuiven beveiligen ................................51
Elektrische aansluiting ..............................................52
Luchttoevoer en luchtafvoer........................................53
Be- en ontluchting .................................................53
Luchtafvoer ......................................................54
Uitvoering luchtafvoer............................................54
Totale buislengte berekenen .........................................55
Werkwijze .....................................................55
Rekenvoorbeeld ................................................56
Afmetingen aansluiting luchtafvoer ....................................56
Afvoersysteem met buizen ..........................................57
Afvoersysteem met Alu-Flex-slang ....................................57
Gezamenlijke afvoer ...............................................58
4
Inhoud
Gasaansluiting ...................................................59
Instructies voor aansluiting en aanpassing ..............................59
Eerst aansluiting ................................................59
Aanpassen aan een andere gassoort ...............................59
Aan te houden volgorde bij ingebruikneming of aanpassing..............60
Tabellen .........................................................61
Vereiste doorstroomhoeveelheid ...................................61
Verbrandingswaarden ...........................................61
In te stellen waarden bij aardgas / vloeibaar gas.......................61
Technische gegevens .............................................62
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Lees beslist deze gebruiksaanwijzing.
~
De droogautomaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoor­schriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of bescha­diging van het apparaat tot gevolg hebben.
Lees de gebruiksaanwijzing voordat u uw droogautomaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat. In de gebruiksaanwijzing vindt u belangrijke in­structies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het on­derhoud.
Als meerdere personen de droogautomaat bedienen, moeten de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen voor deze personen toegankelijk worden gemaakt en/of worden uitgelegd.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een even­tuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
De droogautomaat is uitsluitend bestemd voor het drogen van tex-
~
tiel dat in water is gewassen en dat volgens het wasetiket geschikt is voor droogautomaten. Ieder ander gebruik kan gevaarlijk zijn. Miele is niet aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door ander ge­bruik dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
De droogautomaat moet volgens de gebruiksaanwijzing worden
~
gebruikt, regelmatig worden onderhouden en de werking moet re­gelmatig worden gecontroleerd.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De droogautomaat mag niet buiten worden gebruikt.
~
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
~
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
~
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe-
~
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be­dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on-
~
derhouden
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de
~
droogautomaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spe­len.
Als de droogautomaat in een vrij toegankelijke ruimte staat opge-
~
steld, moet de exploitant geschikte maatregelen treffen die voor­komen dat door mogelijke restrisico's gevaarlijke situaties voor de gebruiker ontstaan.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer de droogautomaat voordat u het installeert en in ge-
~
bruik neemt op zichtbare schade. Een beschadigd apparaat mag niet worden geïnstalleerd en gebruikt.
Voer geen aanpassingen aan de droogautomaat uit die niet uit-
~
drukkelijk door Miele zijn toegestaan.
De elektrische veiligheid van het apparaat is alleen gewaarborgd
~
als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de voorschriften is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat u dit controleert. Laat in geval van twijfel de huisinstallatie door een vakman inspecte­ren. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de
~
gebruiker. Miele kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Re­paraties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door Miele zijn geautoriseerd, anders kan bij eventuele schade geen aan­spraak op de garantie worden gemaakt.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderde-
~
len worden vervangen. Alleen van die onderdelen kan Miele garan­deren dat zij voldoen aan de veiligheidseisen die Miele aan haar ap­paraten stelt.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als het apparaat niet tijdig en volgens de voorschriften wordt on-
~
derhouden, kunnen de prestaties ervan afnemen. Bovendien kunnen er functiestoringen optreden en kunnen er brandgevaarlijke situaties ontstaan.
Bij reinigings- of onderhoudswerkzaamheden moet het apparaat
~
altijd spanningsvrij worden gemaakt. Dit kan op de volgende manie­ren:
– Trek de stekker uit de contactdoos.
– Schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit.
– Draai de betreffende zekering(en)van de huisinstallatie er hele-
maal uit.
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
~
boot) worden gebruikt.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
Leun nooit op de deur. Het apparaat zou kunnen kantelen. U kunt
~
zich daarbij verwonden.
Sluit de deur nadat u de droogautomaat heeft gebruikt. Zo voor-
~
komt u dat: – kinderen zich in de automaat opsluiten of voorwerpen erin ver-
stoppen.
– kleine dieren in de automaat opgesloten raken.
Spuit het apparaat nooit met water schoon.
~
Houd de ruimte waar het apparaat staat vrij van stof en pluizen.
~
Stofdeeltjes in de aangezogen lucht kunnen verstoppingen veroor­zaken. Dit kan storingen tot gevolg hebben en er ontstaat brandge­vaar!
De droogautomaat mag alleen worden gebruikt als een luchtaf-
~
voerleiding geïnstalleerd is en de ruimte voldoende wordt geventi­leerd.
De luchtafvoerleiding mag nooit worden aangesloten op
~
– een afvoerkanaal dat wordt gebruikt voor rook of verbrandings-
gassen.
– een schacht die dient voor de ontluchting van ruimten met stook-
plaatsen.
– een afvoer (schoorsteen) die al in gebruik is.
Het gevaar bestaat dat rook en verbrandingsgassen naar de ruim­ten worden teruggeblazen.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Controleer regelmatig alle onderdelen van het afvoerkanaal (zoals
~
de buis door de muur, het buitenrooster en de bochten) op luchtdoorlatendheid. Hier kunnen pluizen worden afgezet die de luchtstroom kunnen belemmeren. Als u een reeds eerder gebruikt afvoerkanaal wilt gebruiken, contro­leer dan of dat in orde is, voordat de droogautomaat wordt aange­sloten.
Als gasgeisers, gaskachels, kolenkachels met schoorsteen, etc.
~
in dezelfde ruimte als de automaat of in de woning of in een aan­grenzende ruimte geïnstalleerd zijn en de onderdruk 4 Pa of meer bedraagt, bestaat er verstikkings- en vergiftigingsgevaar door aanzuiging van verbrandingsgassen. U voorkomt onderdruk door voor voldoende ventilatie te zorgen. Twee geschikte mogelijkheden zijn:
– Zorg voor een ventilatieopening in de buitenmuur die niet kan wor-
den afgesloten.
– Laat een speciale raamschakelaar installeren, waardoor de auto-
maat alleen kan worden ingeschakeld als het raam openstaat.
Laat in ieder geval de situatie door een deskundige beoordelen, bij­voorbeeld door het gasbedrijf.
Als meerdere droogautomaten op één afvoerkanaal worden aan-
~
gesloten, moet elke automaat met een terugslagklep op de afvoer worden aangesloten. De droogautomaten kunnen anders beschadigd raken en de elek­trische veiligheid kan niet meer worden gegarandeerd.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De pluizenzeef moet regelmatig worden gereinigd!
~
De droogautomaat mag niet zonder pluizenzeef of met een be-
~
schadigde zeef worden gebruikt. Er kunnen anders functiestoringen optreden. Pluizen verstoppen de luchtweg, de verwarming en de afvoerlei­ding. Brandgevaar! Schakel de droogautomaat onmiddellijk uit en vervang de bescha­digde pluizenzeef.
Plaats de droogautomaat in een vorstvrije ruimte. Temperaturen
~
rond het vriespunt hebben een negatief effect op de werking van het apparaat. De temperatuur in het vertrek dient tussen +2° C en +50 °C te lig­gen.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
In verband met brandgevaar mag u wasgoed niet drogen als het:
~
– niet gewassen is.
– niet voldoende gereinigd is en olie-, vet- of vergelijkbare verontrei-
nigingen heeft (zoals keukentextiel en wasgoed met cosmeticaresten, spijsolie-, olie-, vet- en crèmeresten). Als het wasgoed onvoldoende gereinigd is, bestaat het gevaar dat het textiel vanzelf ontbrandt, zelfs nog na afloop van het droogproces en buiten de droogautomaat.
– met brandbare reinigingsmiddelen verontreinigd is of met resten
van aceton, alcohol, benzine, petroleum, vlekkenverwijderaar, terpentine, was, wasverwijderaar of chemicaliën (zoals bij mops en reinigingsdoekjes).
– wasgoed betreft dat in aanraking is geweest met haarversteviger,
haarspray, nagellakremover of soortgelijke producten.
Was dergelijk wasgoed extra grondig! Gebruik voldoende wasmiddel en kies een hoge temperatuur. Was het textiel bij twijfel meermaals.
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
In verband met brandgevaar mag onderstaand wasgoed niet
~
worden gedroogd: – wasgoed dat met industriële chemicaliën is gereinigd (bijvoor-
beeld in een chemische reiniging).
– wasgoed dat voor een groot deel bestaat uit (schuim-) rubberen
of rubberachtige stoffen. Dat zijn bijvoorbeeld latexproducten, douchekapjes, waterdicht textiel, gegomde artikelen en kleding, alsmede kussens met schuimrubbervlokken.
– beschadigd wasgoed met een vulling (bijvoorbeeld een kussen of
een jack). Als de vulling eruit komt kan deze brand veroorzaken.
Na de verwarmingsfase volgt bij veel programma's een afkoelfa-
~
se die ervoor zorgt dat het wasgoed op een temperatuur blijft die geen beschadigingen tot gevolg heeft (bijvoorbeeld ter voorkoming van zelfontbranding). Pas na de afkoelfase is het programma beëin­digd. Haal al het wasgoed meteen na afloop van het programma uit de automaat.
Waarschuwing! Schakel de droogautomaat nooit voor het einde
~
van het droogprogramma uit. Doet u dat toch, haal dan alle was uit de trommel en spreid de stukken zo uit dat de warmte goed kan worden afgegeven.
Wasverzachters en soortgelijke producten moeten worden ge-
~
bruikt zoals op de verpakking van die producten is aangegeven.
14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Bewaar en gebruik in de buurt van de automaat geen benzine,
~
petroleum of andere licht ontvlambare stoffen. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Zorg voor de toevoer van schone, frisse lucht. De lucht mag geen
~
chloor-, fluor- of andere oplosmiddeldampen bevatten. Brandge­vaar!
Voor roestvrijstalen onderdelen geldt:
~
Roestvrijstalen oppervlakken mogen niet in aanraking komen met vloeibare reinigings- en desinfectiemiddelen die chloor of natriumhy­pochloride bevatten. Deze stoffen kunnen op het roestvrije staal cor­rosie veroorzaken.
Agressieve chloorbleekloogdampen kunnen eveneens corrosie tot gevolg hebben. Bewaar geopende reservoirs met dergelijke mid­delen daarom niet in de buurt van het apparaat.
Neem bij het installeren van gasapparatuur de volgende voor-
~
schriften in acht: – NEN 1078 en GAVO 1987.
– De nationale en regionale bouwverordeningen, de voorschriften
voor verwarmingsinstallaties en alle voorschriften van het gasbe­drijf.
15
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voor de gasinstallatie geldt:
~
– De eerste aansluiting mag alleen door een erkend vakman wor-
den uitgevoerd.
– Aanpassingen aan de droogautomaat mogen alleen door
geautoriseerde vakmensen worden uitgevoerd.
Veiligheidsmaatregelen bij gaslucht
Doof onmiddellijk alle vlammen.
~
Open onmiddellijk alle ramen en deuren.
~
Sluit onmiddellijk de gaskranen bij de gasmeter of de hoofdkraan.
~
Betreed ruimtes waar u een gaslucht waarneemt nooit met
~
onafgeschermd licht.
Gebruik nooit lucifers of een aansteker.
~
Rook niet.
~
Veroorzaak geen elektrische vonken, bijvoorbeeld door stekkers
~
uit het stopcontact te trekken of door elektrische schakelaars of bel­len te gebruiken.
Sluit de gaskraan die ter plaatse voor de droogautomaat is aan-
~
gebracht.
Als u de oorzaak van de gaslucht niet kunt vaststellen, terwijl alle
~
gaskranen gesloten zijn, moet u het plaatselijke gasbedrijf waar­schuwen.
16
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Plaats gasverwarmde machines niet in één ruimte met reinigings-
~
automaten waarin oplosmiddelen worden gebruikt die perchloorethyleen bevatten. Door de vrijkomende dampen kunnen onderdelen van de automaat beschadigd raken.
Bij plaatsing in gescheiden ruimtes mag geen luchtuitwisseling plaatsvinden.
Toebehoren
Toebehoren mogen alleen dan worden aan- of ingebouwd, als
~
deze uitdrukkelijk door Miele zijn vrijgegeven. Als er andere onder­delen worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
17
Bediening
Bedieningspaneel
a Display
Een uitgebreide toelichting vindt u op de volgende bladzijden.
b Keuzetoetsen
Met deze toetsen kunt u rechtstreeks een programma kiezen. U kunt de toetsen ook voor uw favoriete programma's gebruiken.
c Toets Start
d Optische interface PC
De optische interface gebruikt Miele voor servicedoeleinden.
e Programmaschakelaar (duo-knop)
Met deze schakelaar kiest en bevestigt u de menupunten (kiezen = draaien, bevestigen = drukken).
f Aan-Uit-toets K
Opmerking bij de eerste ingebruikneming
Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt, moet het correct zijn geplaatst en aangesloten. Zie ook de hoofdstukken "Plaatsen", "Luchttoevoer en luchtafvoer" en "Gasaansluiting".
Voer de eerste ingebruikneming uit, zoals beschreven in het boekje "Eerste inge­bruikneming, programma-overzicht, instellingen".
18
Principe display
Startmenu
Bediening
1 Witte/Bonte was 2 Kreukherstellend Instellingen F ... 3 Finish wol
4 Strijken 10:00
In het display verschijnt het startmenu met vier favoriete pro­gramma's (die kunnen worden gewijzigd). De functie Pro- grammakeuze is gemarkeerd.
Programmaschakelaar (duo-knop)
Als u aan de programmaschakelaar draait, markeert u een andere functie in het display.
Als u op de programmaschakelaar drukt, kiest u het gemar­keerde menupunt.
Keuzetoetsen
De vier programma's die links in het display verschijnen, zijn uw "favorieten". U kunt deze programma's rechtstreeks kiezen door op de keuzetoetsen te drukken.
Programmakeuze ...
U kunt uw favoriete programma's individueel samenstellen (zie ook het hoofdstuk "Programma kiezen" onder "Program­ma als favoriet programma opslaan").
In de overige menu's hebben de keuzetoetsen andere func­ties. In die gevallen ziet u in het display boven de betreffende keuzetoets een pijl H met de functieaanduiding van de toets.
Mogelijkheden om een programma te kiezen
U kunt op twee manieren een programma kiezen:
– Mogelijkheid 1:
Selecteer in het display het menu Program- makeuze en bevestig uw keuze met een druk op de pro­grammaschakelaar.
– Mogelijkheid 2:
Druk op een van de keuzetoetsen DE F of G. Het basismenu van het betreffende program­ma wordt geopend.
19
Bediening
Menu "Programmakeuze"
Programma­keuze
Met de programmaschakelaar kunt u alle beschikbare pro­gramma's selecteren. De markering verplaatst zich omhoog of omlaag, afhankelijk van de draairichting.
De pijlen HV rechts in het display geven aan dat er nog meer keuzemogelijkheden zijn.
Als u op de programmaschakelaar drukt, wordt het basismenu van het gekozen programma geopend.
Basismenu van een droogprogramma
Witte/Bonte was Kastdroog
Duur 0:50 h
Terug A
Witte/Bonte was
Kreukherstellend Fijne was H
Temp. laag
^ Door aan de programmaschakelaar te draaien, kunt u de
"droogtegraad" of het "programma" markeren.
– Het gemarkeerde onderdeel kunt u met een druk op de
programmaschakelaar bevestigen en vervolgens wijzigen.
Temp. laag of Timer kiest u door op de keuzetoetsen D -
E te drukken.
– Om terug te gaan naar het startmenu drukt u op de keuze-
toets G.
Desgewenst kunt u ook alle onderdelen met de programma­schakelaar markeren en bevestigen.
Menu "Instellingen J"
Via het menu Instellingen J kunt u de elektronica van de droogautomaat aan veranderende situaties aanpassen. Meer informatie vindt u in het boekje "Eerste ingebruikneming, pro­gramma-overzicht, instellingen".
H
Timer Y
H
Opslaan
H
Terug A
H
20
Loading...
+ 44 hidden pages