Gebruiksaanwijzing en
opstellingsinstructies
Droogautomaat
PT 7186 Vario
Gas
Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de
opstellingsinstructies voordat u uw apparaat
plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat.
nl-NL, BE
M.-Nr. 07 515 313
Page 2
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw gemeente waar u die kunt afgeven.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter
ook schadelijke stoffen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone afval
doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen worden opgeslagen.
Energie besparen
Zo kunt u de droogtijd verkorten en het
energieverbruik verlagen:
– Centrifugeer de was (zo mogelijk)
met het maximale centrifugetoerental. Hoe hoger het centrifugetoerental
des te meer energie en tijd bespaart
u tijdens het drogen.
– Maak zoveel mogelijk gebruik van de
maximale beladingscapaciteit. Het
energieverbruik is dan relatief gezien
het laagst.
– Zorg dat de ruimte tijdens het drogen
voldoende wordt geventileerd.
– Reinig zo nodig de pluizenzeef (het
pluizenfilter).
– Controleer regelmatig het luchtaf-
voerkanaal en de onderdelen ervan
op mogelijke verstoppingen. Reinig
het afvoerkanaal indien dat nodig is.
– Vermijd onnodige bochten en andere
obstakels in het luchtafvoerkanaal.
Deze vergroten de luchtweerstand.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur. Vraag uw handelaar indien nodig om inlichtingen.
2
Page 3
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu........................2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................6
De droogautomaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben.
Lees de gebruiksaanwijzing voordat u uw droogautomaat voor
het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het apparaat. In de gebruiksaanwijzing vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud.
Als meerdere personen de droogautomaat bedienen, moeten de
veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen voor deze personen
toegankelijk worden gemaakt en/of worden uitgelegd.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
De droogautomaat is uitsluitend bestemd voor het drogen van tex-
~
tiel dat in water is gewassen en dat volgens het wasetiket geschikt is
voor droogautomaten. Ieder ander gebruik kan gevaarlijk zijn. Miele is
niet aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door ander gebruik dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
De droogautomaat moet volgens de gebruiksaanwijzing worden
~
gebruikt, regelmatig worden onderhouden en de werking moet regelmatig worden gecontroleerd.
6
Page 7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De droogautomaat mag niet buiten worden gebruikt.
~
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
~
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de
hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
~
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe-
~
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van
een foutieve bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on-
~
derhouden
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de
~
droogautomaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Als de droogautomaat in een vrij toegankelijke ruimte staat opge-
~
steld, moet de exploitant geschikte maatregelen treffen die voorkomen dat door mogelijke restrisico's gevaarlijke situaties voor de
gebruiker ontstaan.
7
Page 8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer de droogautomaat voordat u het installeert en in ge-
~
bruik neemt op zichtbare schade. Een beschadigd apparaat mag
niet worden geïnstalleerd en gebruikt.
Voer geen aanpassingen aan de droogautomaat uit die niet uit-
~
drukkelijk door Miele zijn toegestaan.
De elektrische veiligheid van het apparaat is alleen gewaarborgd
~
als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de
voorschriften is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat u dit controleert.
Laat in geval van twijfel de huisinstallatie door een vakman inspecteren. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als
gevolg van een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de
~
gebruiker. Miele kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door
Miele zijn geautoriseerd, anders kan bij eventuele schade geen aanspraak op de garantie worden gemaakt.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderde-
~
len worden vervangen. Alleen van die onderdelen kan Miele garanderen dat zij voldoen aan de veiligheidseisen die Miele aan haar apparaten stelt.
8
Page 9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als het apparaat niet tijdig en volgens de voorschriften wordt on-
~
derhouden, kunnen de prestaties ervan afnemen. Bovendien kunnen
er functiestoringen optreden en kunnen er brandgevaarlijke situaties
ontstaan.
Bij reinigings- of onderhoudswerkzaamheden moet het apparaat
~
altijd spanningsvrij worden gemaakt. Dit kan op de volgende manieren:
– Trek de stekker uit de contactdoos.
– Schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit.
– Draai de betreffende zekering(en)van de huisinstallatie er hele-
maal uit.
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
~
boot) worden gebruikt.
9
Page 10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
Leun nooit op de deur. Het apparaat zou kunnen kantelen. U kunt
~
zich daarbij verwonden.
Sluit de deur nadat u de droogautomaat heeft gebruikt. Zo voor-
~
komt u dat:
– kinderen zich in de automaat opsluiten of voorwerpen erin ver-
stoppen.
– kleine dieren in de automaat opgesloten raken.
Spuit het apparaat nooit met water schoon.
~
Houd de ruimte waar het apparaat staat vrij van stof en pluizen.
~
Stofdeeltjes in de aangezogen lucht kunnen verstoppingen veroorzaken. Dit kan storingen tot gevolg hebben en er ontstaat brandgevaar!
De droogautomaat mag alleen worden gebruikt als een luchtaf-
~
voerleiding geïnstalleerd is en de ruimte voldoende wordt geventileerd.
De luchtafvoerleiding mag nooit worden aangesloten op
~
– een afvoerkanaal dat wordt gebruikt voor rook of verbrandings-
gassen.
– een schacht die dient voor de ontluchting van ruimten met stook-
plaatsen.
– een afvoer (schoorsteen) die al in gebruik is.
Het gevaar bestaat dat rook en verbrandingsgassen naar de ruimten worden teruggeblazen.
10
Page 11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Controleer regelmatig alle onderdelen van het afvoerkanaal (zoals
~
de buis door de muur, het buitenrooster en de bochten) op
luchtdoorlatendheid. Hier kunnen pluizen worden afgezet die de
luchtstroom kunnen belemmeren.
Als u een reeds eerder gebruikt afvoerkanaal wilt gebruiken, controleer dan of dat in orde is, voordat de droogautomaat wordt aangesloten.
Als gasgeisers, gaskachels, kolenkachels met schoorsteen, etc.
~
in dezelfde ruimte als de automaat of in de woning of in een aangrenzende ruimte geïnstalleerd zijn en de onderdruk 4 Pa of meer
bedraagt, bestaat er verstikkings- en vergiftigingsgevaar door
aanzuiging van verbrandingsgassen.
U voorkomt onderdruk door voor voldoende ventilatie te zorgen.
Twee geschikte mogelijkheden zijn:
– Zorg voor een ventilatieopening in de buitenmuur die niet kan wor-
den afgesloten.
– Laat een speciale raamschakelaar installeren, waardoor de auto-
maat alleen kan worden ingeschakeld als het raam openstaat.
Laat in ieder geval de situatie door een deskundige beoordelen, bijvoorbeeld door het gasbedrijf.
Als meerdere droogautomaten op één afvoerkanaal worden aan-
~
gesloten, moet elke automaat met een terugslagklep op de afvoer
worden aangesloten.
De droogautomaten kunnen anders beschadigd raken en de elektrische veiligheid kan niet meer worden gegarandeerd.
11
Page 12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De pluizenzeef moet regelmatig worden gereinigd!
~
De droogautomaat mag niet zonder pluizenzeef of met een be-
~
schadigde zeef worden gebruikt. Er kunnen anders functiestoringen
optreden.
Pluizen verstoppen de luchtweg, de verwarming en de afvoerleiding. Brandgevaar!
Schakel de droogautomaat onmiddellijk uit en vervang de beschadigde pluizenzeef.
Plaats de droogautomaat in een vorstvrije ruimte. Temperaturen
~
rond het vriespunt hebben een negatief effect op de werking van het
apparaat.
De temperatuur in het vertrek dient tussen +2° C en +50 °C te liggen.
12
Page 13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
In verband met brandgevaar mag u wasgoed niet drogen als het:
~
– niet gewassen is.
– niet voldoende gereinigd is en olie-, vet- of vergelijkbare verontrei-
nigingen heeft (zoals keukentextiel en wasgoed met
cosmeticaresten, spijsolie-, olie-, vet- en crèmeresten).
Als het wasgoed onvoldoende gereinigd is, bestaat het gevaar
dat het textiel vanzelf ontbrandt, zelfs nog na afloop van het
droogproces en buiten de droogautomaat.
– met brandbare reinigingsmiddelen verontreinigd is of met resten
van aceton, alcohol, benzine, petroleum, vlekkenverwijderaar,
terpentine, was, wasverwijderaar of chemicaliën (zoals bij mops
en reinigingsdoekjes).
– wasgoed betreft dat in aanraking is geweest met haarversteviger,
haarspray, nagellakremover of soortgelijke producten.
Was dergelijk wasgoed extra grondig!
Gebruik voldoende wasmiddel en kies een hoge temperatuur.
Was het textiel bij twijfel meermaals.
13
Page 14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
In verband met brandgevaar mag onderstaand wasgoed niet
~
worden gedroogd:
– wasgoed dat met industriële chemicaliën is gereinigd (bijvoor-
beeld in een chemische reiniging).
– wasgoed dat voor een groot deel bestaat uit (schuim-) rubberen
of rubberachtige stoffen. Dat zijn bijvoorbeeld latexproducten,
douchekapjes, waterdicht textiel, gegomde artikelen en kleding,
alsmede kussens met schuimrubbervlokken.
– beschadigd wasgoed met een vulling (bijvoorbeeld een kussen of
een jack). Als de vulling eruit komt kan deze brand veroorzaken.
Na de verwarmingsfase volgt bij veel programma's een afkoelfa-
~
se die ervoor zorgt dat het wasgoed op een temperatuur blijft die
geen beschadigingen tot gevolg heeft (bijvoorbeeld ter voorkoming
van zelfontbranding). Pas na de afkoelfase is het programma beëindigd.
Haal al het wasgoed meteen na afloop van het programma uit de
automaat.
Waarschuwing! Schakel de droogautomaat nooit voor het einde
~
van het droogprogramma uit. Doet u dat toch, haal dan alle was uit
de trommel en spreid de stukken zo uit dat de warmte goed kan
worden afgegeven.
Wasverzachters en soortgelijke producten moeten worden ge-
~
bruikt zoals op de verpakking van die producten is aangegeven.
14
Page 15
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Bewaar en gebruik in de buurt van de automaat geen benzine,
~
petroleum of andere licht ontvlambare stoffen. Er bestaat brand- en
explosiegevaar!
Zorg voor de toevoer van schone, frisse lucht. De lucht mag geen
~
chloor-, fluor- of andere oplosmiddeldampen bevatten. Brandgevaar!
Voor roestvrijstalen onderdelen geldt:
~
Roestvrijstalen oppervlakken mogen niet in aanraking komen met
vloeibare reinigings- en desinfectiemiddelen die chloor of natriumhypochloride bevatten. Deze stoffen kunnen op het roestvrije staal corrosie veroorzaken.
Agressieve chloorbleekloogdampen kunnen eveneens corrosie tot
gevolg hebben. Bewaar geopende reservoirs met dergelijke middelen daarom niet in de buurt van het apparaat.
Neem bij het installeren van gasapparatuur de volgende voor-
~
schriften in acht:
– NEN 1078 en GAVO 1987.
– De nationale en regionale bouwverordeningen, de voorschriften
voor verwarmingsinstallaties en alle voorschriften van het gasbedrijf.
15
Page 16
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voor de gasinstallatie geldt:
~
– De eerste aansluiting mag alleen door een erkend vakman wor-
den uitgevoerd.
– Aanpassingen aan de droogautomaat mogen alleen door
geautoriseerde vakmensen worden uitgevoerd.
Veiligheidsmaatregelen bij gaslucht
Doof onmiddellijk alle vlammen.
~
Open onmiddellijk alle ramen en deuren.
~
Sluit onmiddellijk de gaskranen bij de gasmeter of de hoofdkraan.
~
Betreed ruimtes waar u een gaslucht waarneemt nooit met
~
onafgeschermd licht.
Gebruik nooit lucifers of een aansteker.
~
Rook niet.
~
Veroorzaak geen elektrische vonken, bijvoorbeeld door stekkers
~
uit het stopcontact te trekken of door elektrische schakelaars of bellen te gebruiken.
Sluit de gaskraan die ter plaatse voor de droogautomaat is aan-
~
gebracht.
Als u de oorzaak van de gaslucht niet kunt vaststellen, terwijl alle
~
gaskranen gesloten zijn, moet u het plaatselijke gasbedrijf waarschuwen.
16
Page 17
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Plaats gasverwarmde machines niet in één ruimte met reinigings-
~
automaten waarin oplosmiddelen worden gebruikt die
perchloorethyleen bevatten.
Door de vrijkomende dampen kunnen onderdelen van de automaat
beschadigd raken.
Bij plaatsing in gescheiden ruimtes mag geen luchtuitwisseling
plaatsvinden.
Toebehoren
Toebehoren mogen alleen dan worden aan- of ingebouwd, als
~
deze uitdrukkelijk door Miele zijn vrijgegeven. Als er andere onderdelen worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen
instaan en kan er geen beroep worden gedaan op bepalingen met
betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die daarvan het gevolg is.
17
Page 18
Bediening
Bedieningspaneel
a Display
Een uitgebreide toelichting vindt u op de volgende bladzijden.
b Keuzetoetsen
Met deze toetsen kunt u rechtstreeks een programma kiezen. U kunt de toetsen
ook voor uw favoriete programma's gebruiken.
c Toets Start
d Optische interface PC
De optische interface gebruikt Miele voor servicedoeleinden.
e Programmaschakelaar (duo-knop)
Met deze schakelaar kiest en bevestigt u de menupunten (kiezen = draaien,
bevestigen = drukken).
f Aan-Uit-toets K
Opmerking bij de eerste ingebruikneming
Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt, moet het correct zijn
geplaatst en aangesloten. Zie ook de hoofdstukken "Plaatsen", "Luchttoevoer
en luchtafvoer" en "Gasaansluiting".
Voer de eerste ingebruikneming uit, zoals beschreven in het boekje "Eerste ingebruikneming, programma-overzicht, instellingen".
18
Page 19
Principe display
Startmenu
Bediening
1Witte/Bonte was
2KreukherstellendInstellingen F ...
3Finish wol
4Strijken10:00
In het display verschijnt het startmenu met vier favoriete programma's (die kunnen worden gewijzigd). De functie Pro-grammakeuze is gemarkeerd.
Programmaschakelaar (duo-knop)
Als u aan de programmaschakelaar draait, markeert u een
andere functie in het display.
Als u op de programmaschakelaar drukt, kiest u het gemarkeerde menupunt.
Keuzetoetsen
De vier programma's die links in het display verschijnen, zijn
uw "favorieten". U kunt deze programma's rechtstreeks kiezen
door op de keuzetoetsen te drukken.
Programmakeuze ...
U kunt uw favoriete programma's individueel samenstellen
(zie ook het hoofdstuk "Programma kiezen" onder "Programma als favoriet programma opslaan").
In de overige menu's hebben de keuzetoetsen andere functies. In die gevallen ziet u in het display boven de betreffende
keuzetoets een pijl H met de functieaanduiding van de toets.
Mogelijkheden om een programma te kiezen
U kunt op twee manieren een programma kiezen:
– Mogelijkheid 1:
Selecteer in het display het menu Program-makeuze en bevestig uw keuze met een druk op de programmaschakelaar.
– Mogelijkheid 2:
Druk op een van de keuzetoetsen DEF of G. Het basismenu van het betreffende programma wordt geopend.
19
Page 20
Bediening
Menu "Programmakeuze"
Programmakeuze
Met de programmaschakelaar kunt u alle beschikbare programma's selecteren. De markering verplaatst zich omhoog
of omlaag, afhankelijk van de draairichting.
De pijlen HV rechts in het display geven aan dat er nog
meer keuzemogelijkheden zijn.
Als u op de programmaschakelaar drukt, wordt het
basismenu van het gekozen programma geopend.
Basismenu van een droogprogramma
Witte/Bonte wasKastdroog
Duur 0:50 h
Terug A
Witte/Bonte was
Kreukherstellend
Fijne wasH
Temp. laag
^ Door aan de programmaschakelaar te draaien, kunt u de
"droogtegraad" of het "programma" markeren.
– Het gemarkeerde onderdeel kunt u met een druk op de
programmaschakelaar bevestigen en vervolgens wijzigen.
– Temp. laag of Timer kiest u door op de keuzetoetsen D -
E te drukken.
– Om terug te gaan naar het startmenu drukt u op de keuze-
toets G.
Desgewenst kunt u ook alle onderdelen met de programmaschakelaar markeren en bevestigen.
Menu "Instellingen J"
Via het menu Instellingen J kunt u de elektronica van de
droogautomaat aan veranderende situaties aanpassen. Meer
informatie vindt u in het boekje "Eerste ingebruikneming, programma-overzicht, instellingen".
H
Timer Y
H
Opslaan
H
Terug A
H
20
Page 21
Bediening wasserettevariant
Afhankelijk van de programmering (instelling Besturing)
kan het startmenu verschillend worden weergegeven.
U kunt in totaal uit 12 droogtegraden en tijdprogramma's kiezen die in het menu Instellingen/Exploitatieniveau kunnen
worden vastgelegd.
WS-toets.verk.kiez. ext. (toetsen verkort kiezen tijd extern) en
WS-toets.verk.kiez. int. (toetsen verkort kiezen tijd intern)
M
PROFESSIONAL
Q
H
R
H
S
H
Meer
H
T
H
U kunt in totaal uit 4 tijdprogramma's met verschillende
temperatuurniveaus kiezen die in het menu Instel-lingen/Exploitatieniveau kunnen worden vastgelegd.
extra grondig! Gebruik voldoende
wasmiddel en kies een hoge temperatuur. Was het textiel bij twijfel meermaals.
– Doe geen druipnat wasgoed in de
droogautomaat. Centrifugeer de was
(zo mogelijk) met het maximale centrifugetoerental. Hoe hoger het centrifugetoerental des te meer energie
en tijd bespaart u tijdens het drogen.
– Gesteven wasgoed kunt u in de au-
tomaat drogen. Voor hetzelfde effect
moet u (bij het wassen) echter wel de
dubbele hoeveelheid stijfsel doseren.
– Controleer of alle zomen en naden
heel zijn, zodat vullingen er niet uit
kunnen komen. Brandgevaar!
– Bind ceintuurs en schortbandjes
vast.
– Knoop dekbedovertrekken en slopen
dicht, zodat er geen klein wasgoed
in kan komen.
Sluit haakjes en oogjes.
– Zet losse bh-beugels vast of verwij-
der ze.
– Doe jassen open in de automaat.
Maak ook lange ritssluitingen open.
Het wasgoed wordt dan gelijkmatig
droog.
– Voor een gelijkmatig droogresultaat
moet u de was gelijkmatig...
. . . centrifugeren,
. . . losschudden,
...ensorteren op vezel- en weefselsoort, gelijke grootte, dezelfde
symbolen en op de gewenste droogtegraad.
– Was nieuw, gekleurd wasgoed voor-
dat u het de eerste keer droogt
(apart wassen). Droog het wasgoed
niet samen met lichtgekleurde stoffen, omdat het kan afgeven (ook op
de kunststof onderdelen van de
droogautomaat). Bovendien kunnen
er pluizen van een afwijkende kleur
op achterblijven.
22
Page 23
Algemene aanwijzingen en tips
2. Droogautomaat vullen
Bij verkeerd gebruik van de au-
,
tomaat bestaat brandgevaar! Lees
het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies
en waarschuwingen".
Haal doseerbolletjes en derge-
,
lijke uit de was. Zulke voorwerpen
kunnen smelten en de droogautomaat en het wasgoed beschadigen.
– Doe nooit te veel was in de trommel.
Een te volle trommel is slecht voor
het wasgoed, heeft een negatief effect op het droogresultaat en leidt tot
meer kreukvorming.
– Houdt u zich aan de maximale bela-
dingshoeveelheid voor elk programma (zie het boekje "Eerste ingebruikneming, programma-overzicht, instellingen").
Het energieverbruik is dan relatief
gezien het laagst.
. . . bijvoorbeeld Mangeldroog of
Strijkdroog, als u na het drogen de
was wilt mangelen of strijken.
Zie ook het boekje "Eerste ingebruikneming, programma-overzicht, instellingen".
– Kies bij kwetsbaar textiel met het
symbool r ook de functie Temp.laag (verlaagde temperatuur).
– Afhankelijk van de kwaliteit kan het
fijne binnenweefsel van met dons gevuld textiel krimpen. Gebruik voor
dergelijk wasgoed alleen het programma Strijken.
– Droog zuiver linnen alleen in de auto-
maat als dat volgens het etiket is toegestaan. Het weefsel kan anders ruw
worden. Gebruik voor dergelijk wasgoed alleen het programma Strijken.
– Wol en wolmengweefsels kunnen ge-
makkelijk vervilten en krimpen. Gebruik voor dergelijke textielsoorten alleen een wolprogramma.
– Kreukherstellend wasgoed kreukt
meer naarmate de automaat voller
beladen is. Dat geldt vooral voor
zeer fijn textiel (zoals overhemden en
blouses).
Verminder zo nodig de belading.
3. Programma kiezen
– Bij vele programma's kunt u zelf de
droogtegraad kiezen:
. . . bijvoorbeeld Kastdroog+, als u
de was na het drogen wilt opvouwen
en opbergen.
– Machinaal gebreid textiel (zoals
t-shirts en tricot) krimpt vaak als het
voor het eerst worden gewassen.
Droog het daarom niet te lang en niet
te heet om verder krimpen te voorkomen! Koop dergelijke kleding
eventueel één of twee maatjes groter.
23
Page 24
Verkorte gebruiksaanwijzing
Lees beslist het hoofdstuk "Alge-
,
mene aanwijzingen en tips".
A Wasgoed sorteren
B Was in de trommel doen
Er mag geen was in de
,
deuropening vast komen te zitten.
Controleer dit voordat u de deur
sluit, anders kan de was beschadigd raken!
^ Open de deur.
^ Doe de was in de trommel.
^ Zwaai de deur dicht. U kunt de deur
ook op een kier zetten en dan dichtdrukken.
24
Page 25
Verkorte gebruiksaanwijzing
C Programma kiezen
^ Druk de toets Aan/Uit K in om de au-
tomaat in te schakelen.
Programma-overzicht
– Het programma-overzicht vindt u in
het boekje "Eerste ingebruikneming,
programma-overzicht, instellingen".
U kunt op twee manieren een programma kiezen:
Muntautomaat
Let op het betaalverzoek in het display
als het apparaat voorzien is van een
muntautomaat.
Als het apparaat een muntautomaat
heeft, kan de gebruiker geld verliezen als deze de deur na de programmastart opent of het programma afbreekt (afhankelijk van de instelling)!
D Programma starten
Als u het programma kunt starten, begint de toets Start te knipperen.
^ Druk op de toets Start.
1. Kies met de keuzetoetsen één van
uw favoriete programma's.
2. Kies via het menu Programmakeuze
een programma (draaien A en drukken B).
Kies eventueel
^ Kies Temp. laag en/of de Timer (uit-
gestelde start) via de betreffende
submenu's.
Temp. laag of Timer.
De toets Start licht op.
– In het display verschijnt Programma-
start en vervolgens Drogen, alsmede
de programmaduur.
– Bij de restvochtprogramma's wordt
later ook de tussentijds bereikte
droogtegraad weergegeven (Man-geldroog ... Strijkdroog ...
etc. ...).
Als u tijdens het drogen op een van de
keuzetoetsen drukt, kunt u met:
– de toets
eindtijd van het programma of de actuele dagtijd aflezen.
– de toets
programma als favoriet programma
opslaan.
– de toets
programma afbreken.
E Timer de verwachte
F Opslaan het lopende
G Afbreken het lopende
25
Page 26
Verkorte gebruiksaanwijzing
Programmaduur / resttijdprognose
Als u een programma heeft gekozen,
verschijnt de verwachte duur in het display. Deze waarde moet als prognose
worden gezien.
De volgende factoren kunnen de
droogtijd beïnvloeden, waardoor de
resttijdprognose kan verschillen: de
restvochtwaarde na het centrifugeren;
de textielsoort; de hoeveelheid wasgoed; de kamertemperatuur en verschillen in de netspanning.
De adaptieve elektronica voert tijdens
het programma metingen uit, waardoor
de resttijdprognose steeds nauwkeuriger wordt. Indien nodig wordt de
prognose bijgesteld wat soms een
tijdsprong tot gevolg kan hebben.
E Programma-einde - Trommel leeg-
halen
Als in het display de melding Kreukbeveiliging (indien gekozen) of Einde ver-
schijnt, is het programma beëindigd.
Tijdens de kreukbeveiliging draait de
trommel met intervallen, als u de was
niet meteen uit de trommel haalt. De
functie voorkomt dat het wasgoed gaat
kreuken.
Het verdient aanbeveling al het wasgoed meteen na afloop van het programma uit de automaat te halen.
Voor het einde van het programma
Na de verwarmingsfase volgt bij veel
programma's een afkoelfase. In het display verschijnt dan Afkoelen. Pas na de
afkoelfase is het programma beëindigd.
Schakel de droogautomaat nooit
voor het einde van het droogprogramma uit.
^ Open de deur.
26
Page 27
^ Haal de trommel altijd helemaal leeg.
Controleer of de trommel leeg is!
Achtergebleven wasgoed kan beschadigd raken als het nog eens
wordt gedroogd.
Verkorte gebruiksaanwijzing
Als de deur geopend is, dooft de trommelverlichting na enkele minuten (energiebesparing).
^ Druk op de toets Aan/Uit K om de
automaat uit te schakelen.
^ Sluit de deur.
Onderhoud
^ Zie het hoofdstuk "Reiniging en on-
derhoud".
27
Page 28
Programma kiezen
Programma kiezen/wijzigen
Startmenu
Basismenu
1Witte/Bonte was
2KreukherstellendInstellingen F ...
3Finish wol
4Strijken10:00
Programmakeuze ...
^ Druk bijvoorbeeld op de keuzetoets D.
Witte/Bonte wasKastdroog
Duur 0:50 h
Temp. laag
H
Timer Y
H
Opslaan
H
Terug A
H
^ Kies het onderdeel dat u wilt wijzigen door aan de pro-
grammaschakelaar te draaien (het programma Witte/Bonte
was of de droogtegraad Kastdroog). Druk op de program-
maschakelaar om uw keuze te bevestigen.
Afhankelijk van uw keuze verschijnt een van de volgende displays:
– Programma kiezen
Programmakeuze
Terug A
Witte/Bonte was
Kreukherstellend
Finish wolH
^ Kies met de programmaschakelaar het gewenste program-
ma en bevestig uw keuze. Daarna verschijnt het basismenu
weer.
28
Page 29
Let op! Als u in de submenu's binnen 20 seconden geen
keuze maakt, springt de weergave automatisch terug naar
het basismenu.
– Programma's met droogtegraden
Witte/Bonte wasKastdroog+
Droogtegraad van
Mangeldroog - Extra droog
^ Kies met de programmaschakelaar de gewenste droogte-
graad en bevestig uw keuze.
– Het display geeft aan welke droogtegraden u bij een be-
paald programma kunt kiezen.
Programma kiezen
c
– Programma's met tijdkeuze
Warme lucht0:20 h
10:00
^ U kunt de duur* met de programmaschakelaar verlengen
of verkorten.
Het tijdstip waarop het programma eindigt, wordt ook weergegeven.
*Bij gebruik van een muntautomaat wordt de maximale duur
voor de besturingsvarianten WS-toets.verk.kiez. ext./int. tijdens de eerste ingebruikneming vastgelegd.
– Overige programma's
Bij de overige programma's is de droogtegraad c.q. de duur
een vaste waarde die niet kan worden gewijzigd.
Einde:
Duur:
10:20
0:20h
29
Page 30
Programma kiezen
Temperatuur laag
Kies Temperatuur laag voor alle kwetsbare of kreukherstellende textielsoorten die het symbool r in het wasetiket hebben (bijvoorbeeld acryl).
– Kwetsbaar textiel wordt dan met een lagere temperatuur
gedroogd.
– De programmaduur neemt toe.
^ Druk op de keuzetoets D Temperatuur laag.
Programma als favoriet programma opslaan
U kunt de vier meest gebruikte programma's onder de keuzetoetsen opslaan. Hiervoor moet de optie Opslaan via het
menu Instellingen/Exploitatieniveau beschikbaar zijn.
Keuzetoets kiezen
Witte/Bonte wasKastdroog+
Temp. laag
Duur 1:06 h
Temp. laag BHTimer Y
H
Opslaan
H
Terug A
H
^ Druk op de keuzetoets F Opslaan.
Witte/Bonte wasKastdroog+
Tot nu toe:Witte/Bonte was
Extra:Geen
Opslaan onder:1 2 3 4Terug A
Kastdroog
^ Kies met de programmaschakelaar het gewenste nummer
voor uw favoriete programma en bevestig uw keuze. Het
programma is nu met uw instellingen opgeslagen en verschijnt voortaan in het startmenu.
30
Als u nog meer favoriete programma's wilt programmeren,
herhaal dan de voorgaande stappen. Leg de betreffende
programma's op de resterende keuzetoetsen vast.
Page 31
Met de timer kunt u - afhankelijk van de instelling bij Voor-programmering - een tijdstip voor het programma-einde,
voor het programma-begin of de tijd tot aan de start instellen.
Submenu "Timer" openen
Witte/Bonte wasKastdroog+
Temp. laag
Duur 1:20 h
Temp. laag BTimer YOpslaanTerug A
^ Open met de keuzetoets E Timer het submenu Timer.
Eindtijd kiezen
Timer
HHHH
Timer starten
Witte/Bonte wasKastdroog+
Temp. laag
10:00
Starttijd:
Einde:
10:00
11:06
^ Kies met de programmaschakelaar de gewenste tijd (in
stappen van 30 minuten) en bevestig deze waarde.
Het tijdstip voor de start en het einde schuift nu telkens
met 30 minuten op. U kunt de automatische programmastart maximaal 24 uur uitstellen.
^ Druk op de toets Start.
De timer telt de minuten af tot de programmastart. De
trommel draait elk uur kortstondig (minder kreukvorming)
als de programmastart met minimaal 1 uur is uitgesteld.
Timer afbreken
^ Druk op de keuzetoets G (Afbreken).
^ U kunt het programma starten.
31
Page 32
Programmaverloop wijzigen
Muntautomaat
Als het apparaat een muntautomaat
heeft, kan de gebruiker geld verliezen als deze de deur na de programmastart opent of het programma afbreekt (afhankelijk van de instelling*)!
* Tijdens de eerste ingebruikneming of
achteraf kan Miele een tijdspanne programmeren waarin het nog toegestaan
is het programma te wijzigen.
Een ander programma kiezen
Er kan geen ander programma meer
worden gekozen (om onbedoelde wijzigingen te voorkomen).
Om een ander programma te kunnen
kiezen, moet u het programma afbreken.
Was bijvullen of voortijdig
verwijderen
U kunt zich branden aan hete
,
was, aan de trommel en aan de achterkant van de trommel! In de trommel ontstaan hoge temperaturen.
^ Druk op de keuzetoets G Afbre-
ken.
De was wordt bij sommige programma's afgekoeld, wanneer een bepaalde temperatuur is bereikt.
^ Open de deur pas als het wasgoed
volledig is afgekoeld.
^ Doe het wasgoed in de trommel of
haal er wasgoed uit.
^ Sluit de deur.
^ Kies een programma.
Programma afbreken
^ Druk op de keuzetoets G Afbre-
ken.
Bij sommige programma's wordt het
wasgoed afgekoeld, wanneer een
bepaalde temperatuur bereikt is.
Als u nog eens op de keuzetoets
G Afbreken drukt, verschijnt
Einde.
^ Open de deur.
^ Sluit de deur.
^ Kies meteen een programma en start
het.
^ Druk op de toets Start.
Stroomstoring
– Tijdens het drogen is de droogauto-
maat uitgeschakeld of er was een
stroomstoring.
^ Schakel de automaat weer in en druk
op OK c.q. druk na afloop van de
stroomstoring op OK en start het programma opnieuw.
Resttijd
Een gewijzigd programmaverloop kan
in het display tijdsprongen tot gevolg
hebben.
32
Page 33
Reinig de pluizenzeef
Een tweedelige pluizenzeef in de
luchtweg van de droogautomaat vangt
de vrijkomende pluizen op. U kunt dit
onderdeel voor reinigingsdoeleinden
uitnemen en demonteren.
Controleer en reinig de zeef ui-
,
terlijk als in het display de melding:
Luchtweg reinigen verschijnt.
Tip: U kunt de pluizen met een stofzuiger verwijderen. Raak het onderdeel
daarbij niet aan.
Reiniging en onderhoud
Draai niet aan de greep van de
pluizenzeef als u deze uit de automaat trekt (zie afbeelding), omdat u
de zeef anders uit elkaar haalt.
Pluizenzeef uitnemen
^ Druk tegen de rechter kant van het
klepje om het klepje te openen.
^ Trek de pluizenzeef aan de greep uit
de automaat.
Pluizenzeef demonteren
^ Houd de pluizenzeef bij de grepen vast.
1. Draai het binnenste gedeelte van de
pluizenzeef in pijlrichting 1.
2. Trek de delen van de pluizenzeef uit
elkaar (pijlrichting 2).
33
Page 34
Reiniging en onderhoud
Onderdelen pluizenzeef droog
reinigen
Met een stofzuiger kunt u de pluizen
hygiënisch en gemakkelijk verwijderen.
Pluizenzeef terugplaatsen
Bij ernstige, zichtbare verontrei-
,
nigingen moet ook de ruimte onder
de zeven worden gereinigd, voordat
u de gereinigde pluizenzeef terugplaatst.
Zie volgende bladzijde.
^ Steek het binnenste en buitenste ge-
deelte van de pluizenzeef weer in elkaar.
^ Draai het binnenste gedeelte van de
pluizenzeef voorzichtig met de wijzers van de klok mee, totdat het
voelbaar vastklikt.
^ Houd de pluizenzeef aan de greep
vast en schuif de zeef tot aan de aanslag in de daarvoor bestemde ruimte.
^ Schud de pluizen uit de zeef en
schraap de pluizen voorzichtig met
uw vingers van het materiaal. U kunt
ook een stofzuiger gebruiken.
Onderdelen pluizenzeef nat reinigen
U kunt de onderdelen van de
pluizenzeef daarnaast ook nat reinigen
(met stromend, warm water). Doe dat
alleen als de delen zeer kleverig of verstopt zijn.
,
Droog de onderdelen van de
pluizenzeef na afloop goed af! Een
natte pluizenzeef kan tijdens het
drogen functiestoringen veroorzaken!
Draai daarbij niet aan de greep, omdat u anders de delen van zeef uit
elkaar haalt.
^ Sluit het klepje.
34
Page 35
Reiniging en onderhoud
Luchtweg (ruimte onder de
zeven) reinigen
Controleer de ruimte onder de zeven
regelmatig. Reinig de ruimte als
deze ernstig verontreinigd is!
Grondige reiniging
– Ventilatorrad
Het ventilatorrad achter het klepje in de
automaat kan met wasmiddelresten en
pluizen verontreinigd zijn.
Controleer het ventilatorrad regelmatig en reinig het als het erg kleverig
is.
Snelreiniging
^ Met een stofzuiger kunt u de pluizen
verwijderen
– van de afdekking in de vulopening
(boven).
– uit de luchtweg/ventilatorruimte (on-
der). Hiervoor moet u eerst de
pluizenzeef verwijderen en reinigen.
^ Verwijder met een vochtige doek
voorzichtig de verontreinigingen van
het ventilatorrad.
^ Reinig ook het gedeelte voor het
ventilatorrad.
^ Zuig de pluizen met een stofzuiger
op.
^ Verwijder de aanwezige pluizen van
de binnenkant van het geopende
klepje en de rubberen afdichting.
Beschadig de afdichting niet!
35
Page 36
Reiniging en onderhoud
– Afdekking bij de vulopening
Verwijder de afdekking bij de
,
vulopening alleen als deze zeer ernstig verontreinigd is.
^ Kijk in de trommel.
Terugplaatsen
^ Plaats de afdekking precies tegen de
linker of rechter kant van de opening.
^ Druk de afdekking omlaag, naar de
andere kant toe. De afdekking moet
duidelijk vastklikken.
Afdekking beveiligen
U kunt de afdekking met 2 schroeven
(bijgevoegd) tegen onbedoeld verwijderen beveiligen. De schroeven moeten aan de binnenkant van de trommel
worden vastgedraaid.
^ Kijk in de trommel.
^ Pak de afdekking onder de rand*
vast (zie pijlen) en trek de afdekking
er naar boven toe uit.
* U kunt de afdekking met 2 schroeven (bijgevoegd) tegen onbedoeld
verwijderen beveiligen. Zie verderop.
^ Reinig ook de ruimte onder de afdek-
king, bijvoorbeeld met een stofzuiger.
^ Reinig de afdekking.
^ Reinig de ruimte voor het
ventilatorrad (klepje openen).
^ Draai de torx-schroeven links en
rechts in de daarvoor bestemde openingen (zie afbeelding).
36
Page 37
Het reinigen van de
droogautomaat
Haal de spanning van de auto-
,
maat.
Gebruik geen schuurmiddelen,
,
oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen, glas- of allesreinigers.
Door hun chemische samenstelling
kunnen deze middelen de kunststof
oppervlakken aantasten en andere
onderdelen beschadigen.
Reiniging en onderhoud
Spuit het apparaat niet met wa-
,
ter schoon.
^ Reinig de droogautomaat hooguit
vochtig met een mild reinigingsmiddel of met een sopje van zeep.
^ Onderdelen van roestvrij staal (bij-
voorbeeld de trommel) kunt u met
een geschikt reinigingsmiddel voor
roestvrij staal reinigen.
^ Wrijf alle onderdelen met een zachte
doek droog.
37
Page 38
Nuttige tips
Nuttige tips
De meeste storingen kunt u zelf verhelpen.
U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat u Miele niet hoeft in
te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te vinden en het
probleem te verhelpen. Houdt u daarbij rekening met het volgende:
Reparaties aan gasapparaten mogen uitsluitend door geautoriseerde vakmen-
,
sen worden uitgevoerd. Hierbij moet aan alle voorschriften worden voldaan. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen gevaar opleveren voor de gebruiker.
Controle- en foutmeldingen in het display
ProbleemOorzaakOplossing
1
;
Corrigeer de belading
De trommel is leeg
of
het wasgoed te
droog.
Technische storing
Is het probleem na
een herstart niet
opgelost, neem dan
contact op met Miele
Soms verschijnt
ook een
foutnummer (bijvoorbeeld F151 =
Fout - Geen
ionisatie).
Dit is geen storing.
Bij sommige program-
ma's wordt het programma afgebroken als zich
te weinig of geen was in
de trommel bevindt. Dit
kan ook gebeuren als de
was al droog is.
Mogelijk is de gastoevoer niet in orde.
Zolang er een foutmelding in het display staat,
kunt u geen nieuw programma starten.
Droog kleine hoeveelheden
met het programma "Warme
lucht".
Melding wissen:
– Open de deur.
– Controleer de betreffende
kranen.
– Volg de aanwijzing op het
display.
– Probeer het programma
opnieuw te starten.
:
38
Stroomstoring
Programmastop
Druk op de OK-toets
Tijdens het drogen is de
droogautomaat uitgeschakeld of er was een
stroomstoring.
– Schakel de automaat weer
in en druk op OK c.q. druk
na afloop van de stroomstoring op OK en start het
programma opnieuw.
Page 39
ProbleemOorzaakOplossing
Nuttige tips
;
E
Technische storing
F 154
Is het probleem na
een herstart niet
opgelost, neem dan
contact op met Miele
Luchtweg reinigen
Zeven reinigen
Controleer de luchtgeleiding.
Deze melding verschijnt na een bepaalde tijd.*
De luchtweg is niet
helemaal schoon.
Zolang er een foutmelding in het display
staat, kunt u geen
nieuw programma
starten.
Herinnering dat u de
pluizenzeef (het pluizenfilter) moet reinigen.
– Reinig de pluizenzeef (het
pluizenfilter).
– Controleer alle mogelijke
oorzaken die worden beschreven onder "Het droogprogramma duurt erg lang
of wordt zelfs afgebroken"
(zie verderop).
– Volg de aanwijzing op het
display.
– Probeer het programma op-
nieuw te starten.
– Reinig de pluizenzeef (het
pluizenfilter).
Displaymelding wissen:
– Bevestig de melding met
OK.
E
Luchtweg reinigen
Reinig het pluizenfilter.
Controleer de luchtgeleiding.
Deze melding verschijnt na afloop
van het programma.*
De luchtweg is niet
helemaal schoon.
– Reinig de pluizenzeef (het
pluizenfilter).
– Controleer alle mogelijke
oorzaken die worden be-
schreven onder "Het droog-
programma duurt erg lang
of wordt zelfs afgebroken".
Displaymelding wissen:
– Open en sluit de deur.
Mogelijk is het afvoerkanaal te lang. Maar
dat is geen storing.
– Bij een zeer lang afvoerka-
naal moet u rekening hou-
den met een langere pro-
grammaduur en een hoger
energieverbruik.
* U kunt zelf aangeven wanneer de melding moet verschijnen.
Zie het boekje "Eerste ingebruikneming, programma-overzicht, instellingen", onder "Menu Instellingen/Exploitatieniveau", onder "Zeef reinigen" en "Luchtweg reinigen".
39
Page 40
Nuttige tips
ProbleemOorzaakOplossing
E
Luchtweg reinigen
Reinig het pluizenfil
ter.
Controleer de luchtgeleiding.
F66
Deze melding verschijnt na het afbreken van het programma.
De luchtweg is ern-
-
stig verontreinigd.
– Zie hierboven.
Foutmelding wissen:
– Bevestig de melding met
OK.
40
Page 41
Het droogresultaat is onvoldoende
ProbleemOorzaakOplossing
Nuttige tips
Het wasgoed is niet
goed droog.
Bij met veren gevulde
hoofdkussens treedt tijdens het drogen geurvorming op.
Synthetisch wasgoed is
na het drogen statisch
opgeladen.
Het wasgoed bestaat uit
verschillende weefsels.
Veren zijn natuurlijke producten. Als veren worden
verwarmd, kan geurvorming optreden.
Dit is normaal bij synthetische stoffen.
– Droog het wasgoed na
met het programma
"Warme lucht".
– Kies de volgende keer
een ander programma
(zie het hoofdstuk "Programma-overzicht" in
het boekje "Eerste ingebruikneming, programma-overzicht, instellingen").
Na het drogen verdwijnen
de geurtjes grotendeels.
U kunt de statische lading
van het wasgoed verminderen door tijdens het
laatste spoelen in de wasautomaat een wasverzachter te gebruiken.
Er is sprake van pluisvorming.
Bij het drogen komen de
pluisjes los die ontstaan
door het dragen en wassen van de kleding. Het
drogen in de droogautomaat veroorzaakt nauwelijks pluisvorming.
Pluizen worden door de
pluizenzeef (het pluizenfilter) opgevangen en kunnen eenvoudig worden
verwijderd (zie het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud").
41
Page 42
Nuttige tips
Andere problemen
ProbleemOorzaakOplossing
Het droogprogramma duurt erg
lang of wordt zelfs
afgebroken.
U wordt mogelijk opnieuw
verzocht de
luchtweg/luchtgeleiding te
reinigen.
De pluizenzeef is met pluizen verstopt.
De luchtweg is verstopt,
bijvoorbeeld met haartjes
en pluizen.
Het afvoerkanaal (of de
uitgang ervan) is verstopt,
bijvoorbeeld met haartjes
en pluizen.
Controleer alle mogelijke oorzaken, zoals hierna wordt beschreven.
– Verwijder eventueel
aanwezige pluizen.
– Reinig de luchtweg.
– De afdekking bij de vulope-
ning kunt u verwijderen, zodat u de ruimte eronder kunt
reinigen.
– Controleer en reinig alle on-
derdelen van het afvoerkanaal (zoals de buis door de
muur, het buitenrooster,
bochten en dergelijke).
De ventilatie is onvoldoende, bijvoorbeeld omdat de
ruimte erg klein is.
Het wasgoed is niet voldoende gecentrifugeerd.
De droogautomaat is
overbeladen.
Vanwege metalen ritssluitingen kon de vochtigheidsgraad van het wasgoed niet goed worden
bepaald.
Open tijdens het drogen een
deur of venster, zodat er lucht
kan worden aangevoerd.
Centrifugeer voortaan met een
hoger centrifugetoerental.
Houdt u zich aan de maximale
belading voor het droogprogramma.
– Open voortaan de ritssluitin-
gen.
Doet het probleem zich opnieuw voor, droog wasgoed
met lange ritssluitingen dan
voortaan alleen nog met het
programma "Warme lucht".
42
Page 43
Nuttige tips
ProbleemOorzaakOplossing
In de trommel treedt
condensvorming op.
De droogautomaat is op
een gezamenlijke luchtafvoerleiding aangesloten.
– De automaat mag al-
leen met een terugslagklep op een gezamenlijke luchtafvoerleiding worden aangesloten.
– Controleer regelmatig
of de terugslagklep in
orde is en vervang de
klep indien nodig.
43
Page 44
Nuttige tips
ProbleemOorzaakOplossing
Er kan geen programma worden gestart. Het display is
donker.
Het display is donker
en de verlichting van
de toets Start knippert langzaam.
In het display verschijnt een vreemde
taal.
De stroomvoorziening
is niet in orde.
Het display wordt automatisch uitgeschakeld
om energie te besparen.
De taalinstelling is veranderd.
– Is de automaat op de net-
spanning aangesloten?
– Is de deur gesloten?
– Is (zijn) de zekering(en) in
orde?
Druk na afloop van een stroomstoring op OK en start het programma opnieuw.
Als u bijvoorbeeld op een toets
drukt, wordt de verlichting (van
het display en van de programmaschakelaar) weer ingeschakeld.
Wijzig de taalinstelling. Het
vlaggetje J helpt u het juiste
menu te vinden.
De verlichting van de
Start-toets knippert
als u een programma
kiest.
De trommelverlichting brandt niet.
Het knipperen geeft
aan dat een programma kan worden gestart.
De verlichting gaat automatisch uit (energiebesparing).
Na het starten van het programma gaat het knipperen over in
continu branden.
– Als u de deur sluit en weer
opent, brandt de verlichting
weer.
– Een defect lampje kunt u zelf
vervangen. Zie hiervoor het
einde van dit hoofdstuk.
44
Page 45
Het vervangen van de lamp
Haal de spanning van de automaat.
A Open de deur.
Rechts boven in de vulopening bevindt
zich de verlichting.
Nuttige tips
Zorg dat de afdekking goed zit.
,
Als er vocht in komt, kan er een defect (kortsluiting) optreden.
B Draai de schroef eruit.
C Klap de afdekking omlaag.
D Vervang de lamp.
Het hittebestendige lampje is verkrijgbaar bij Miele.
,
Het nieuwe gloeilampje moet
van hetzelfde type zijn en mag maximaal het vermogen hebben dat op
het typeplaatje en op de afdekking
is aangegeven.
E Klap de afdekking omhoog.
F Draai de schroef erin.
45
Page 46
Nuttige tips
Service-interval, veiligheidsvoorschrift
Als na het indrukken van de "Aan"-schakelaar de volgende
melding in het display verschijnt, moet een onderhoudsbeurt
of de jaarlijke veiligheidscontrole worden uitgevoerd. Deze
werkzaamheden mogen alleen door Miele worden uitgevoerd.
Service-interval 1
;
OK
H
Nadat u op de keuzetoets D heeft gedrukt, of na ca. 5 seconden, verschijnt het startmenu weer.
Neem contact op met Miele
46
Page 47
Reparaties
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
– uw Miele-vakhandelaar
of
– de service-organisatie van Miele.
Vermeld daarbij het model en het typenummer van uw automaat.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Optische interface PC
Service / Klantcontacten
De optische interface PC gebruikt Miele
voor servicedoeleinden.
Bij te bestellen accessoires
Extra accessoires voor deze automaat
kunt u bestellen bij uw vakhandelaar en
bij Miele.
47
Page 48
Plaatsen
Plaatsingsmogelijkheden
Voorkant
a Aansluiting luchtafvoer
b Aansluitkabel
c Bedieningspaneel
48
d Deur
e Klepje pluizenzeef (pluizenfilter)
f Vier in hoogte verstelbare machine-
voeten
Page 49
Plaatsen
Zijkant
Achterkant
Bovenkant
Sokkelopstelling
Voor de automaat zijn verschillende
Miele-sokkels verkrijgbaar.
a Aansluitkabel
b Schacht voor communicatiemodule
c Aanzuigopeningen voor drooglucht
d Gasaansluiting 1/2" volgens ISO 7-1
e Aansluiting luchtafvoer C 100 mm
,Als u de automaat op een ter
plaatse aanwezige sokkel zet, moet
het apparaat worden vastgeschroefd (zie verderop onder "Plaatsen").
Muntautomaat
Miele kan uw automaat van een muntautomaat voorzien (optie).
Hiervoor moet Miele de programmering
van de elektronica wijzigen.
,
Haal de ingeworpen munten/waardemunten regelmatig uit de
muntautomaat, anders kan deze verstopt raken.
49
Page 50
Plaatsen
Plaatsen
Transporteren
Transporteer de automaat naar de
plaats van opstelling.
Stellen
Binnen het zwenkbereik van de
,
deur van de automaat mag zich
geen afsluitbare deur, schuifdeur of
deur met tegengestelde aanslag bevinden.
,Zorg dat de automaat tijdens het
transport stevig staat.
,
De automaat moet waterpas en
stevig staan, zodat een veilige werking gewaarborgd is.
50
Page 51
^ Draai de schroeven los (2).
^ Door één of meerdere machine-
voeten (1) te verstellen, kunt u oneffenheden in de vloer compenseren.
Plaatsen
^ Draai de schroeven (2) stevig tegen
de behuizing.
Automaat tegen schuiven beveiligen
,
De automaat moet bij de machi-
nevoeten met spanstrips worden
vastgezet (niet bijgeleverd).
51
Page 52
Plaatsen
Elektrische aansluiting
De automaat heeft een aansluitkabel
zonder stekker.
Op het typeplaatje staat informa-
,
tie over de nominale aansluitwaarde
en de zekering. Vergelijk deze gegevens met de waarden van het
elektriciteitsnet.
Het apparaat mag alleen worden aangesloten op een elektrische installatie
die voldoet aan alle daarvoor geldende
voorschriften (zoals NEN 1010).
De aansluiting mag alleen door een
vakman worden uitgevoerd.
Werkzaamheden in verband met heraansluiting, veranderingen in de installatie of controle van de aarddraad of de
zekeringen mogen alleen worden uitgevoerd door een vakman die op de
hoogte is van alle geldende voorschriften.
Let op de instructies op het elek-
,
trische schema als het apparaat aan
een andere stroomsoort wordt aangepast. De aanpassing mag alleen
door de geautoriseerde vakhandel
en door Miele worden uitgevoerd.
De automaat kan via een geschikte
stekkerverbinding worden aangesloten.
Als er sprake is van een vaste aansluiting, moet het apparaat via een schakelaar met alle polen van de netspanning
kunnen worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde toestand
moet 3 mm bedragen. Geschikt zijn
zelf-uitschakelaars, zekeringen en relais (EN 60 335).
De stekkerverbinding en de schakelaar
voor het loskoppelen van de netspanning moeten altijd toegankelijk zijn.
,
Als de automaat van de netspanning wordt losgekoppeld, moet
het betreffende systeem afsluitbaar
zijn. Hierop moet op elk moment
controle kunnen worden uitgeoefend.
52
Page 53
Be- en ontluchting
Omdat de benodigde drooglucht
,
aan de ruimte wordt onttrokken waar
de automaat staat opgesteld, moet u
voor voldoende ventilatie zorgen,
bijvoorbeeld via niet afsluitbare ventilatieopeningen in de buitenwand.
– Bij machines die met vloeibaar gas
worden verwarmd en die onder de
begane grond worden opgesteld
(bijvoorbeeld in een kelder), dient te
worden gezorgd voor be- en
ontluchtingsvoorzieningen. Hierbij
moet aan alle geldende voorschriften
en richtlijnen worden voldaan.
Luchttoevoer en luchtafvoer
De droogautomaat zuigt de lucht
aan de achterkant van het apparaat
aan. De afstand tot de wand moet
dan ook voldoende groot zijn (zie
ook de rubriek
"Plaatsingsmogelijkheden").
De spleet tussen de onderkant van
het apparaat en de vloer mag niet
met sokkellijsten, hoogpolig tapijt,
etc. worden verkleind. Een
toereikende luchttoevoer is anders
niet gewaarborgd. De automaat kan
dan niet correct functioneren.
– De be- en ontluchtingsopeningen
mogen niet afsluitbaar zijn.
– De ventilatie van de ruimte is uitslui-
tend in orde als er geen onderdruk
kan optreden.
Alleen dan is gewaarborgd dat ...
... de verbranding van het gas optimaal verloopt.
... de afvoer van de verbrandingsgassen optimaal is.
Door bijvoorbeeld ventilatieopeningen in de buitenwand kunt u onderdruk voorkomen.
– Per droger moet er een ventilatie-
opening zijn van 237 cm².
53
Page 54
Luchttoevoer en luchtafvoer
Luchtafvoer
Deze droogautomaat is een
gasstookplaats zonder terugstroombeveiliging van het type B
ventilator achter het verwarmingssysteem.
Uitvoering luchtafvoer
De verbrandingsgassen van
,
gasverwarmde automaten moeten in
principe afzonderlijk via het dak
naar buiten worden geleid.
Bij een verzamelleiding moet voor
ieder apparaat afzonderlijk een terugstroombeveiliging worden geïnstalleerd.
, met een
22
,
Is er sprake van een bijzondere
situatie bij het te gebruiken luchtafvoersysteem, dan moet worden voldaan aan alle voorschriften die hierop betrekking hebben. Neem bij
twijfel contact op met het gasbedrijf.
– De afvoerleidingen dienen zo kort
mogelijk te zijn.
– Wikkel hittebestendige metaaltape
(zelfklevend) om de insteekpunten.
– Gebruik uitsluitend materialen die mi-
nimaal tot 80°C hittebestendig zijn.
– Omdat in de afgevoerde lucht con-
dens ontstaat, dient op het laagste
punt van het systeem een
condensafvoer te worden geïnstalleerd.
54
Page 55
Totale buislengte berekenen
Luchttoevoer en luchtafvoer
Door de bochten en diverse onderdelen van de afvoerbuis ondervindt de af
te voeren lucht weerstand. Deze luchtweerstand komt tot uiting in de term ex-tra buislengte. De extra buislengte
staat voor de weerstand van bijvoorbeeld een bocht en wordt omgerekend
in meters rechte buis (tabel I).
De som van de extra buislengtes is de
totale buislengte. De totale buislengte
geeft aan hoe groot de weerstand van
het gehele afvoersysteem is.
Omdat een grote buisdiameter minder
weerstand oplevert, dient u bij een grote totale buislengte een grotere buisdiameter te gebruiken (tabel II).
Werkwijze
1. Bepaal de lengte van de recht
plaatsen afvoerbuis
. Vermenigvuldig
te
deze waarde met de betreffende extra buislengte uit tabel I.
2. Bepaal het benodigde aantal bochten en onderdelen. Tel de bijbehorende extra buislengtes aan de hand
van tabel I bij elkaar op.
Tabel I
OnderdeelExtra
buisleng-
te
Afvoerslang (Alu-Flex)* / afvoerbuis (temperatuurbest. min.
80°C)
1 m recht gelegd / c.q. 1 m
–
rechte buis
Bocht 45°
–
(buigradius = 0,25 m)
Bocht 90°
–
(buigradius = 0,25 m)
Voor het te gebruiken luchtafvoersysteem is
het toepassen van een muurpijp of vensteraansluiting een bijzondere situatie. Hierbij
moet worden voldaan aan alle voorschriften
die hierop betrekking hebben. Neem bij twijfel contact op met het gasbedrijf.
Muurpijp* of vensteraansluiting*
– Met rooster
– Met terugslagklep
Terugslagklep*14,3 m
* bij te bestellen
1,0 m
0,6 m
0,8 m
3,8 m
1,5 m
Tabel II
Maximaal toegestane
totale buislengte
20 m
40 m
80 m
Vereiste buisdia-
meter
100 mm
125 mm
150 mm
3. Tel alle zojuist berekende extra
buislengtes op. U heeft nu de totale
buislengte.
4. Kijk in tabel II welke buisdiameter bij
deze totale buislengte hoort.
55
Page 56
Luchttoevoer en luchtafvoer
Rekenvoorbeeld
Is er sprake van een bijzondere
,
situatie bij het te gebruiken luchtafvoersysteem, dan moet worden voldaan aan alle voorschriften die hierop betrekking hebben. Neem bij
twijfel contact op met het gasbedrijf.
Afmetingen aansluiting
luchtafvoer
Bovenkant
AMuurpijp met rooster
= 1 x 3,8 m extra buislengte= 3,8 m
B/D2 bochten, 90°
= 2 x 0,8 m extra buislengte= 1,6 m
C0,5 m buis
=0,5x1mextra buislengte= 0,5 m
Totale buislengte= 5,9 m
Resultaat: De totale buislengte is minder dan 20 m. Volgens tabel II is in dat
geval een buisdiameter van 100 mm
voldoende.
Achterkant
56
Page 57
Luchttoevoer en luchtafvoer
Afvoersysteem met buizen
Benodigd:
– De bijgeleverde adapter.
– Buizen en overgangsstukken (in de
handel verkrijgbaar).
Gebruik uitsluitend materialen die minimaal tot 80°C hittebestendig zijn.
Afvoersysteem met
Alu-Flex-slang
Benodigd:
– De bijgeleverde adapter.
– Een Alu-Flex-afvoerslang (niet bijge-
leverd).
^ Installeer de adapter (1) en de buis
(2).
,
Wikkel hittebestendige
metaaltape (zelfklevend) om de
insteekpunten.
,
Beveilig de automaat met spanstrips tegen verschuiven.
^ Installeer de adapter (1) en de
Alu-Flex-afvoerslang (2).
,
Wikkel hittebestendige
metaaltape (zelfklevend) om de
insteekpunten.
,
Beveilig de automaat met spanstrips tegen verschuiven.
57
Page 58
Luchttoevoer en luchtafvoer
Gezamenlijke afvoer
Is er sprake van een bijzondere
,
situatie bij het te gebruiken luchtafvoersysteem, dan moet worden voldaan aan alle voorschriften die hierop betrekking hebben. Neem bij
twijfel contact op met het gasbedrijf.
Voor elke automaat moet een te-
,
rugslagklep worden geïnstalleerd!
Als u dat niet doet, kunnen de
,
automaten door terugstromend condenswater beschadigd raken en kan
de elektrische veiligheid niet worden
gegarandeerd.
Bij installatie van 3 tot maximaal 5 automaten moet de buisdiameter D worden vergroot.
Aantal
automaten
3
4-5
Vergrotingsfactor voor de buisdiameter uit tabel II
1,25
1,5
58
Page 59
Gasaansluiting
Instructies voor aansluiting en
aanpassing
De aansluiting van de automaat
,
voldoet aan ISO 7-1.
De afsluitkraan en de aansluitslang
dienen ter plaatse aanwezig te zijn.
Voor de gasaansluiting kunt u bij Miele
een aansluitslang bestellen.
Eerst aansluiting
De eerste aansluiting mag alleen
,
door een erkend vakman worden uitgevoerd.
,Let op! De automaat dient af fa-
briek zodanig te zijn uitgevoerd dat
deze geschikt is voor de aanwezige
gasfamilie, de gasgroep en de
gasaansluitdruk.
De automaat is standaard geschikt voor
aardgas E (H), G 20.
Aanpassen aan een andere gassoort
Aanpassingen aan de automaat
,
mogen alleen door geautoriseerde
vakmensen worden uitgevoerd.
Als de droogautomaat aan een
,
gassoort moet worden aangepast
die afwijkt van de gassoort op het typeplaatje, dan moet de bijgevoegde
instel- en ombouwinstructie in acht
worden genomen (aansluiting op
aardgas L of vloeibaar gas).
Na beëindiging van de werk-
,
zaamheden bij ingebruikneming, onderhoud, ombouw of reparaties moet
de droogautomaat op lekkage worden gecontroleerd.
Let met name op de meetaansluitingen bij de gasklep. Controleer als de
brander is ingeschakeld en als de
brander is uitgeschakeld.
Op het typeplaatje staat informatie over
de gasingangsdruk (netdruk) en de betreffende (inspuit-) voordruk. Vergelijk
deze gegevens met de waarden van
het gasnet.
De noodzakelijke instellingen van de
gasklep zijn beschreven in de bijgevoegde instel- en ombouwinstructie.
Alleen voor NL: Het toestel is
afgestemd voor de toestelcategorie
K (I2K) en hiermee geschikt voor het
gebruik van G en G+
distributiegassen volgens de
specificaties zoals vermeld in NTA
8837:2012 Annex D met een Wobbeindex van 43,46 – 45,3 MJ/m³ (droog,
0 °C, bovenwaarde) of
41,23 – 42,98 MJ/m³ (droog, 15 °C,
bovenwaarde). Het toestel kan
daarnaast opnieuw worden
afgeregeld voor de toestelcategorie
E (I2E).
59
Page 60
Gasaansluiting
Aan te houden volgorde bij
ingebruikneming of aanpassing
Controleer of de in het hoofdstuk
,
"Luchttoevoer en luchtafvoer" genoemde punten in acht zijn genomen.
Neem de onderstaande volgorde bij de
ingebruikneming of bij een aanpassing
in acht:
1. Vraag bij het plaatselijke gasbedrijf
naar de gasfamilie, de gasgroep en
de aansluitdruk in uw plaats. Vergelijk deze gegevens met de waarden
op het apparaat (zie typeplaatje).
2. Controleer de in de fabriek ingestelde inspuitdruk volgens de tabellen "In te stellen waarden bij aardgas" en "In te stellen waarden bij
vloeibaar gas" en corrigeer deze
indien nodig.
Stel de inspuitdruk in met de
gas-regelklep op de automaat (zie
ook de rubriek "In te stellen waarden
bij aardgas / vloeibaar gas").
4. Schakel alle aanwezige
gasverbruikers in, inclusief het geïnstalleerde apparaat.
5. Meet de aansluitdruk.
Deze moet overeenkomen met de
waarde op het typeplaatje
(bestemmingsland en categorie)
en de bijgevoegde instel- en
ombouwinstructie.
3. Bij een afwijkende gasfamilie, gasgroep of aansluitdruk moet de automaat volgens de instructies worden
aangepast (zie "Instel- en
ombouwinstructie Gas"). Ook het typeplaatje moet worden vervangen.
Bij aanpassing van de gasfamilie
dient men te werk te gaan, zoals beschreven in de bijgevoegde instelen ombouwinstructie. Is geen instelen ombouwset aanwezig, dan kan
men deze bij Miele bestellen.
Vermeld hierbij het model en het machinenummer van de automaat, alsmede de gasfamilie, de gasgroep,
de gasaansluitdruk en het land waar
het apparaat staat opgesteld.
60
Page 61
Gasaansluiting
Tabellen
Vereiste doorstroomhoeveelheid
Nominale warmtebelasting HiDoorstroomhoeveelheid
Aardgas E8kW0,847m³/h
Aardgas K8kW0,963m³/h
Aardgas L8kW0,985m³/h
Vloeibaar gas7,5kW0,571kg/h
Verbrandingswaarden
De volgende verbrandingswaarden liggen ten grondslag aan de aansluitwaarde (bij 15°C
en een absolute druk van 1013mbar):
Aardgas E (G20)34,02MJ/m³ (Hi)
Aardgas K (G25.3)29,92MJ/m³ (Hi)
Aardgas L (G25)29,25MJ/m³ (Hi)
Vloeibaar gas (G31)46,3MJ/kg (Hi)
Dichtheid: 1,55
Luchtdichtheid: 1,2kg/m³
In te stellen waarden bij aardgas/vloeibaar gas
De betreffende waarden vindt u in de bijgevoegde instel- en ombouwinstructie.
Bij aardgas G25 kan tot 3mbar drukverlies voorkomen bij controle van de ingangsdruk.
61
Page 62
Technische gegevens
Hoogte1020 mm
Breedte700 mm
Diepte763 mm
Diepte bij geopende deur1248 mm
Gewicht78 kg
Trommelinhoud180 l
Maximale beladingscapaciteit8 kg (droge was)
Lengte aansluitkabel1600 mm
Aansluitspanning
Aansluitwaarde
Zekeringzie typeplaatje
Gegevens gloeilamp
Keurmerken
Max. vloerbelasting als de automaat in
gebruik is
Gehanteerde normen inzake
productveiligheid
Geluidsemissie op de werkplek volgens
EN ISO 11204/11203
1000 N (ca. 100 kg)
volgens EN 10472, EN 60335
<70dBre20mPa
62
Page 63
63
Page 64
Nederland:
Miele Professional
Postbus 166
4130 ED VIANEN
Telefoon afdeling Customer Service Professional (03 47) 37 88 84
Telefax (03 47) 37 84 29
E-mail: professional@miele.nl
Internet: www.miele-professional.nl