Miele Meteor W 3281 WPS User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
wasautomaat Meteor W 3281 WPS
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Zo zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan uw toestel.
M.-Nr. 09 655 780
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten vaak nog waardevolle
­materialen. Ze bevatten echter ook
­schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be handeling kunnen deze stoffen schade lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa
­raat dan ook nooit met het gewone af
val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
-
-
-
-
-
-
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel, telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
2
-
-
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................6
Bediening van de wasautomaat .....................................13
Bedieningspaneel .................................................13
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen ...........................15
Milieuvriendelijk wassen ...........................................16
Stroom- en waterverbruik .........................................16
Wasmiddel ....................................................16
Kies de juiste extra functie (Kort, Inweken, Voorwas) ...................16
Tip voor als het wasgoed daarna in een droogautomaat wordt gedroogd ...16
Zo wast u juist ...................................................17
Korte handleiding .................................................17
Centrifugeren ....................................................22
Eindcentrifugeertoerental ...........................................22
Centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten ........................22
Eindcentrifugeren uitschakelen (spoelstop) ...........................22
Niet centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten en op het einde
van het programma .............................................22
Startuitstel ......................................................23
Programmaoverzicht ..............................................24
Extra functies ....................................................27
Kort ............................................................27
Voorwas .........................................................27
Inweken .........................................................27
Extra water .......................................................27
Programmaverloop ...............................................28
3
Inhoud
Onderhoudssymbolen op het etiket..................................30
Programmaverloop wijzigen ........................................31
Afbreken ........................................................31
Onderbreken .....................................................31
Wijzigen .........................................................31
programma ....................................................31
Was toevoegen / uit het toestel halen ..................................32
Wasmiddel ......................................................33
Het juiste wasmiddel ...............................................33
Onthardingsmiddel ................................................34
Combinaties......................................................34
Middelen voor de nabehandeling van het wasgoed .......................35
Wasverzachter, vormspoeler, vloeibaar stijfsel automatisch doseren .......35
Wasverzachter, vormspoeler of stijfsel in een apart programma ...........35
Ontkleuren/kleuren.................................................35
Reiniging en onderhoud ...........................................36
Reiniging van de trommel (Hygiëne Info) ...............................36
De ommanteling en het bedieningspaneel reinigen .......................36
De wasmiddellade schoonmaken .....................................36
Het watertoevoerzeefje reinigen ......................................38
Storingen verhelpen ..............................................39
Wat gedaan als . . . ...............................................39
Het programma start niet. ...........................................39
Het wasprogramma werd afgebroken en er wordt een fout gemeld. ..........40
Het wasprogramma verloopt normaal hoewel er een service of storing wordt
gemeld. .........................................................41
Algemene problemen met de wasautomaat .............................42
Een niet-bevredigend wasresultaat ....................................43
De deur gaat niet via de toets Deur open ...............................44
De toesteldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomonderbreking ........45
4
Inhoud
Technische dienst ................................................47
Herstellingen...................................................47
Het programma updaten (moderniseren).............................47
Garantie: voorwaarden en duur ....................................47
Opstellen en aansluiten............................................48
Vooraanzicht .....................................................48
Achteraanzicht....................................................49
Plaats van opstelling ...............................................50
Wasautomaten naar de opstelplaats dragen ..........................50
De transportbescherming wegnemen ..................................50
De transportbescherming monteren ...................................52
De wasautomaat gelijk zetten ........................................53
De voetjes uitdraaien en met de contramoeren vastzetten ...............53
Inbouwen onder een doorlopend werkblad ...........................54
Was- en droogzuil...............................................54
Het Miele-lekbeveiligingssysteem .....................................55
Watertoevoer .....................................................56
Waterafvoer ......................................................57
Elektrische aansluiting ..............................................58
Verbruiksgegevens ...............................................59
Opmerking met het oog op vergelijkende tests: .......................59
Technische gegevens .............................................60
Programmeerfuncties .............................................61
Extra water .......................................................61
Behoedzame modus ...............................................62
Afkoeling waswater ................................................63
Memory-functie ...................................................64
Inweektijd........................................................65
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................66
CareCollection ....................................................66
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids voorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers ech ter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiksaanwijzing voor u uw wasautomaat in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, het gebruik en het onderhoud van uw wasautomaat. Dat is vei liger voor uzelf en u vermijdt schade aan uw wasautomaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing goed en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
Juist gebruik
Deze wasautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden en
~
in gelijkaardige omgevingen.
De wasautomaat is niet geschikt voor gebruik in open lucht.
~
Gebruik de wasautomaat uitsluitend in huishoudelijke toepas-
~
singen en enkel om textiel te wassen waarvan de fabrikant op het wasetiket heeft aangegeven dat het machinaal mag worden gewas­sen. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet ver antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
-
-
-
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om de wasautomaat veilig te bedienen, mogen deze wasautomaat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
6
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen zonder
~
toezicht bedienen, reinigen of onderhouden wanneer hen de wasau tomaat zodanig is toegelicht dat ze de wasautomaat veilig kunnen bedienen, reinigen of onderhouden. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve hantering kunnen herkennen en begrijpen.
-
Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de wasau
~
tomaat te worden gehouden, tenzij ze continue in het oog worden gehouden.
Hou kinderen die in de buurt van de wasautomaat komen in het
~
oog. Laat kinderen nooit met de wasautomaat spelen.
Denk eraan dat de ronde glazen deur heet wordt als u met hoge
~
temperaturen wast. Verbied dus kleine kinderen het glas tijdens de wasbeurt aan te ra­ken.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Vóórdat de wasautomaat wordt opgesteld, controleert u of het
~
toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag u niet opstellen en in gebruik nemen.
Op het typeplaatje van de wasautomaat vindt u gegevens in ver
~
band met de aansluiting van uw toestel (zekering, spanning en fre quentie). Alvorens u de wasautomaat aansluit, vergelijkt u deze ge gevens met die van uw elektrische installatie. Vraag eventueel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van deze wasautomaat wordt enkel ge-
~
waarborgd als het toestel op een aardsysteem aangesloten is dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoor­waarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw installatie door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Gebruik van
~
een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee op brand.
Laat defecte onderdelen enkel vervangen door originele Miele
~
vervangstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
-
-
-
-
Neem de aanwijzingen in de rubriek "Opstellen en aansluiten" en
~
de rubriek "Technische gegevens" in acht.
De aansluitstekker moet te allen tijde bereikbaar zijn om de was
~
automaat van het elektriciteitsnet te kunnen afsluiten.
8
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene
~
risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uit voeren door vakmensen die door Miele erkend zijn.
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat het dan vervangen door
~
een vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
-
Bij storingen of bij een reinigings- en onderhoudsbeurt is de was
~
automaat alleen dan van het elektriciteitsnet losgekoppeld in de vol gende gevallen:
– de stekker van de wasautomaat is uit het stopcontact getrokken,
of
– de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld, of
– de schroefzekering op uw elektrische installatie is helemaal uitge-
draaid.
Het waterproofsysteem van Miele beschermt tegen waterschade
~
als de volgende voorwaarden vervuld zijn: – het toestel wordt geïnstalleerd zoals het hoort wat stroomvoorzie-
ning en wateraansluiting aangaat,
het toestel wordt gerepareerd en/of onderdelen worden vervangen als er schade wordt vastgesteld.
Deze wasautomaat mag niet gebruikt worden op een
~
beweegbare plaats (bv.schip).
Geen veranderingen aan de wasautomaten doen, die niet uit
~
drukkelijk door Miele toegelaten zijn.
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
De maximumlading bedraagt 7 kg (droog wasgoed). In de ru
~
briek "Programmaoverzicht" vindt u de deels kleinere ladingen voor afzonderlijke programma's.
Stel uw wasautomaat niet op in een vertrek waar het kan vriezen.
~
Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De betrouwbaarheid van de elektronische elementen kan door tempera turen onder het vriespunt in het gedrang komen.
Verwijder de transportbeveiliging op de achterzijde voor u uw
~
toestel in gebruik neemt. Zie rubriek "Opstellen en aansluiten", alinea "Transportbeveiliging verwijderen". Als die beveiliging niet verwij­derd is, kan die tijdens het centrifugeren schade toebrengen aan het toestel. Ook aan meubelen of apparaten ernaast kan er schade optreden.
Doe de waterkraan dicht bij langere afwezigheid (bijv. vakantie).
~
Vooral wanneer er zich vlakbij het toestel geen afvoer in de vloer be­vindt.
Overstromingsgevaar!
~
Voor u de afvoerslang in een spoelbak hangt, dient u te controleren of het water vlot genoeg wegvloeit. Maak de waterafvoerslang vast opdat ze niet zou wegglijden! Door de terugstoot van het wegvloeiende water kan de slang anders uit de spoelbak worden geslingerd.
-
-
Let erop dat er geen voorwerpen zoals spijkers, naalden,
~
geldstukken of paperclips worden meegewassen. Deze voorwerpen kunnen schade toebrengen aan onderdelen van het toestel, bijv. aan kuip of trommel. Deze beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt uw was beschadigen.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u het wasmiddel juist doseert, hoeft u uw toestel niet te ont
~
kalken. Is uw toestel zo erg verkalkt dat het moet worden ontkalkt, gebruik dan speciaal ontkalkingmiddel met corrosiebescherming. Dit middel kunt u bij uw Miele-handelaar of de Technische Dienst van Miele verkrijgen. Volg de gebruiksaanwijzing van het ontkalkingmiddel strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen be
~
handeld is, moet voordat het in de was- en droogautomaat wordt gewassen, grondig in zuiver water worden uitgespoeld.
Gebruik in dit toestel nooit reinigingsmiddelen die oplosmiddel
~
(bijv. wasbenzine) bevatten. Er kan namelijk schade optreden aan sommige onderdelen van het toestel. Er kunnen ook giftige dampen ontstaan. Bovendien bestaat er bij deze middelen brand- en ontplof­fingsgevaar.
Gebruik in dit toestel nooit reinigingsmiddelen die oplosmiddel
~
(bijv. wasbenzine) bevatten. Die kunnen schade toebrengen aan vochtige kunststof oppervlakken.
Kleurmiddelen dienen voor gebruik in wasautomaten geschikt te
~
zijn. Ze mogen enkel in beperkte mate - zoals voor een huishouden ­worden gebruikt. Volg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant strikt op.
-
-
Ontkleuringsmiddel kan wegens zijn zwavelhoudende verbin
~
dingen corrosie tot stand brengen. U mag geen ontkleuringsmiddel in uw wasautomaat gebruiken.
Als er wasmiddel in uw ogen terechtkomt, spoel ze dan met zui
~
ver lauwwarm water uit. Bij inslikken, direct een arts raadplegen. Personen met gekwetste of gevoelige huid moeten elk contact met het wasmiddel mijden.
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Toebehoren mag enkel worden ingebouwd indien dat door Miele
~
is goedgekeurd. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan ver valt elke waarborg of productaansprakelijkheid.
Droogautomaten en wasautomaten van Miele kunnen in een was-
~
en droogzuil gecombineerd worden opgesteld. Tevens is een Miele was-droog-verbindingsset vereist; dit is met toeslag verkrijgbaar toebehoren. Let erop dat de was-droogverbindingsset geschikt is voor de Miele droogautomaat en de Miele wasautomaat.
Let erop dat de voet van Miele (met toeslag verkrijgbaar toebeho-
~
ren) bij deze wasautomaat past.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
12
Bedieningspaneel
Bediening van de wasautomaat
a Display
Meer informatie op de volgende bladzijde.
b Toets Start
– Keuze van het startuitstel
– Start het wasprogramma.
c Toetsen voor de extra functies
Voor het kiezen van de extra functies Met de bovenste toets kunt u kiezen tussen de extra functies Kort, Voor- was, Inweken. Met de onderste toets kunt u de ex tra functie Extra water selecteren. Controlelampje aan = geselecteerd Controlelampje uit = niet geselec teerd
d Controlelampje voor het toerental
voor het centrifugeren
e Toets Centrifugeren
Om een centrifugeertoerental, spoel stop of zonder centrifugeren te kie
zen.
-
f Programmakiezer
Om een basiswasprogramma en de daarbijbehorende temperatuur te kiezen. U kunt de programmakiezer zowel naar rechts als naar links draaien.
g Aanduiding van het programma-
verloop
Daaraan merkt u hoever het waspro­gramma al gevorderd is.
h Controlelampjes voor service en
storingen
-
i Toets K
Om de wasmachine in- en uit te schakelen. De wasmachine schakelt zichzelf au tomatisch uit om energie te bespa ren. Dit gebeurt 15 minuten na het programma-einde / kreukbeveiliging of na het inschakelen waarop geen verdere bediening volgt.
-
-
j Toets Deur
Om de vuldeur te openen.
-
-
13
Bediening van de wasautomaat
Display
Het display toont:
het startuitstel
de programmeerfuncties
Startuitstel
De gekozen uitsteltijd wordt weergege ven.
Na de start van het programma wordt de uitsteltijd teruggeteld; bij een start uitstel groter dan 10 uur gebeurt dat in uren, en vanaf 9 uur en 59 minuten in minuten.
Na afloop van de uitsteltijd start het programma en dooft het display.
Programmeerfuncties
Met de programmeerfuncties kunt u de wasautomaat aan uw eigen behoeften aanpassen. In de programmeerstatus wordt de gekozen functie op het dis play weergegeven.
-
-
-
14
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen
Stel het toestel juist op en sluit het correct aan voor u het voor het eerst in gebruik neemt. Houd rekening met de rubriek "Opstellen en aan sluiten".
De functies van deze wasautomaat zijn in de fabriek grondig getest. Hierdoor bevindt er zich nog wat wa ter in de trommel.
Uit veiligheidsoverwegingen kunt u het toestel niet laten centrifugeren voordat het een eerste keer in gebruik is geno­men. Om het toestel te kunnen laten centrifugeren, moet eerst een waspro­gramma zonder wasgoed wasmiddel worden uitgevoerd.
Gebruikt u wasmiddel, dan kan er overdreven veel schuim worden ge­vormd!
en zonder
-
-
Tegelijk wordt ook de kogelklep in de waterafvoer geactiveerd. Die klep zorgt ervoor dat het wasmiddel in het vervolg volledig wordt gebruikt.
^
Draai de waterkraan open.
^
Druk op de toets K.
^
Draai de programmakiezer op Ka toen 60°C.
^
Druk op de toets Start.
^
Schakel de wasautomaat na het einde van de wasbeurt uit.
De stappen om het toestel voor het eerst in gebruik te nemen zijn voltooid.
-
15
Milieuvriendelijk wassen
Stroom- en waterverbruik
Hou zoveel mogelijk rekening met de
maximumlading die voor een be
­paald programma toegestaan is. Als u dat doet, is het stroom- en wa terverbruik, dat wordt berekend op basis van de totale hoeveelheid was goed, het laagst.
Bij een kleinere lading wasgoed
zorgt de automatische aanpassing van de watertoevoer ervoor dat er minder water en stroom wordt ver
­bruikt. Het kan dus gebeuren dat de programmaduur in de loop van een wasprogramma wordt aangepast.
– Gebruik het programma Express 20
voor kleine hoeveelheden wasgoed.
– Met moderne wasmiddelen kunt u
wassen met lagere temperaturen (bijv. 20°C). Gebruik de overeenkom­stige temperatuurinstellingen om stroom te sparen.
– Voor de hygiëne in de wasautomaat
is het aan te bevelen nu en dan een wasbeurt uit te voeren met een tem peratuur van minstens 60° C. Het servicecontrolelampje Hygiëne Info op het display van de wasautomaat herinnert u daaraan.
Wasmiddel
Gebruik telkens maar zoveel was
middel als op de verpakking staat aangegeven.
­Hou voor de dosering rekening met
de mate waarin het wasgoed vuil is.
­Gebruik bij kleinere ladingen minder
wasmiddel (ca.
1
/3minder wasmiddel
bij een halve lading).
Kies de juiste extra functie (Kort, Inweken, Voorwas)
Kies voor:
– lichtjes vuil wasgoed
zonder zichtba­re vlekken een wasprogramma met de extra functie Kort.
– normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een waspro­gramma zonder extra functie.
– heel sterk vervuild wasgoed
wasprogramma met de extra functie Inweken.
-
wasgoed met een grotere hoeveel heid vuil (bijv. stof, zand) een was programma met de extra functie Voorwas.
Tip voor als het wasgoed daarna in een droogautomaat wordt gedroogd
-
een
-
-
16
Kies het hoogst mogelijke centrifu
­geertoerental dat het wasprogramma te bieden heeft. Zo bespaart u achteraf stroom bij het drogen.
Korte handleiding
De zinnen met de getallen (A, B, C,...)kanualsbeknopte handleiding
gebruiken.
A Het wasgoed voorbereiden
^ Maak de zakken leeg.
,
Metalen voorwerpen als spijkers, geldstukken, papierklemmen kun­nen het wasgoed en onderdelen van de machine beschadigen.
De vlekken vooraf behandelen
^
Verwijder eventuele vlekken uit het textiel voor u het wast. Doe dat bij voorkeur terwijl de vlekken nog vers zijn. Dop de vlekken weg met een doekje dat geen kleur afgeeft. Niet wrijven!
Speciale vlekken als die van bloed, eie ren, koffie, thee e.d. kan u vaak met een truukje wegkrijgen.
Zo wast u juist
Bij de behandeling van textiel
,
met een schoonmaakmiddel op ba sis van oplosmiddel (schoonmaak benzine) zie erop toe dat er geen kunststof in contact komt met het schoonmaakmiddel.
Gebruik nooit synthetische reini
,
gingsmiddelen (die oplosmiddel bevatten) in uw wasautomaat!
Het wasgoed sorteren
^ Sorteer het textiel volgens de kleur en
de symbolen op het onderhoudseti­ket. Dat vindt u in kragen en zomen.
Donker textiel vertoont de neiging bij de eerste wasbeurten kleur te verliezen. Om geen wasgoed te laten verkleuren, wast u licht en donker textiel het best apart.
Algemene tips
Bij gordijnen: de gordijnrolletjes en de loden band afnemen. U kan de gordijnen ook in een zak steken.
Bij bh's: geloste bh-beugels vast naaien of verwijderen.
Bij breigoed, jeans, broeken, t-shirts en sweaters: binnenstebuiten keren als de fabrikant dat aanbeveelt.
Doe ritssluitingen, haakjes en oogjes
­voor het wassen dicht.
Knoop kussens en slopen dicht. Zo komen er geen kleine spulletjes in te recht.
Was in deze machine nooit textiel met de aanduiding niet wasbaar (onder houdssymbool h).
-
-
-
-
-
-
17
Zo wast u juist
B De wasautomaat inschakelen
C De wasautomaat laden
Open de vuldeur met de toets Deur.
^
Leg de was opengevouwen en losjes
^
in de trommel. Door textiel van ver schillende formaten in de trommel te stoppen, verbetert het waseffect en raakt de was tijdens het centrifugeren beter verdeeld.
Bij de maximumlading is het stroom- en waterverbruik, berekend op basis van de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. Als u te veel wasgoed laadt, vermindert het wasresultaat en kreukt de was meer.
Let erop dat er geen wasgoed tus­sen de vuldeur en de dichtingsring wordt geklemd.
-
D Het startuitstel inschakelen (zo u
dat wenst)
De programmakiezer moet in de stand , Einde staan.
Door op de toets Start te drukken,
^
kunt u nu de gewenste startuitsteltijd instellen.
E Een programma kiezen
^ Draai de programmakiezer op het
gewenste programma.
^
Sluit de vuldeur met een lichte zwaai.
18
Zo wast u juist
F Extra functies kiezen
Met de bovenste toets kiest u in deze volgorde een van de extra functies: Kort of Voorwas of Weken of geen keu ze.
Met de onderste toets kiest u de extra functie Extra water.
^ Kies de gewenste extra functie.
U kunt niet alle extra functies bij alle wasprogramma's kiezen.
G Een centrifugeertoerental kiezen
-
Druk zo vaak op de toets "Centrifuge
^
ren" tot het controlelampje van het gewenste toerental aangaat.
-
Kunt u een bepaalde extra functie niet kiezen, dan is die voor het was programma niet toegelaten.
-
19
Zo wast u juist
H Het wasmiddel toevoegen
Het is belangrijk juist te doseren, want ...
. . . gebruikt u te weinig wasmiddel, dan
wordt het wasgoed niet proper en na
verloop van tijd ook grauw en hard.
vormen er zich vetluizen op het was
goed
hecht er zich kalk op de verwar
mingselementen
. . . Gebruikt u te veel wasmiddel,
dan wordt er te veel schuim gevormd
wat het effect van de wasbewe­gingen verzwakt. De was-, spoel- en centrifugeerresultaten gaan dan ook achteruit.
– dan stijgt het waterverbruik. Wegens
het vele schuim wordt er immers au­tomatisch een bijkomende spoel­beurt ingelast.
– dan wordt het milieu zwaarder belast
-
-
Trek de wasmiddellade ietwat uit.
^
Giet het wasmiddel in de vakjes:
i
wasmiddel voor de voorwas (de ver­deling van de aanbevolen totale hoe­veelheid wasmiddel: i en
2
/3in het vak j)
1
/3in het vak
j
Wasmiddel voor de hoofdwas alsook voor het inweken
§
20
Wasverzachter, vormspoeler of vloei baar stijfsel
^
Sluit de wasmiddellade.
Meer details over wasmiddelen en de dosering ervan vindt u in de rubriek "Wasmiddel".
-
I Programma starten
Druk op de knipperende toets Start.
^
Als u een tijd voor het startuitstel had gekozen, loopt die op het display af. Na afloop van de tijd voor het startuitstel dooft het display.
Zo wast u juist
J Het wasgoed uit de trommel ne
men
Het einde van het programma wordt aangegeven door het controlelampje Kreukbeveiliging/Einde.
15 minuten na het einde van de kreukbeveiliging schakelt de wasau­tomaat zich automatisch uit. De was­automaat moet via de toets K op­nieuw worden ingeschakeld.
^ Open de vuldeur met de toets Deur.
^ Neem het wasgoed uit de trommel.
Vergeet geen stukken wasgoed in de trommel! Die kunnen bij de daar­opvolgende wasbeurt krimpen of an der wasgoed verkleuren.
-
Controleer of er niets in de dichtings
^
ring van de vuldeur is achtergeble ven.
^ Schakel de wasautomaat met de
toets K uit en draai de programmakeuzeknop op , Einde.
^ Sluit de vuldeur. Anders bestaat het
risico dat er onbedoeld voorwerpen in de trommel terechtkomen. Die kun­nen dan per vergissing mee worden gewassen en het wasgoed bescha-
-
digen.
-
-
21
Centrifugeren
Eindcentrifugeertoerental
programma t/min
Katoen 1400
Kreukherstellend 1200
Automatic extra 900
Donker / Jeans 1200
Express 20 1400
Overhemden 600
Wol 1200
Fijn wasgoed 600
Pompen / Centrifug. 1400
Extra spoelen/Stijven 1200
U kunt het eindtoerental verminderen. Een hoger toerental dan hierboven ver­meld kunt u echter niet kiezen.
Centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten
Het wasgoed wordt na de hoofdwas en tussen de spoelbeurten in gecentrifu­geerd. Als het eindtoerental werd be­perkt, geldt dit eveneens voor het toe rental voor en tussen de spoelbeurten. In het programma Katoen wordt er een extra spoelbeurt ingelast als het toeren tal kleiner is dan 700 omw/min.
-
Eindcentrifugeren uitschakelen (spoelstop)
Druk zo vaak op de toets "Centrifuge
^
ren" tot het controlelampje Spoelstop aangaat. Het wasgoed blijft na de laatste spoelbeurt in het water liggen. Daardoor wordt de kreukvorming be perkt als u de was niet meteen na het einde van het programma uit de trommel neemt.
Centrifugeren op het einde van het
programma starten:
Kies het gewenste toerental met de toets "Centrifugeren". De wasauto­maat start de laatste centrifugeerbeurt.
– Programma beëindigen
:
Druk op de toets Deur. Het water wordt weggepompt. Druk daarna nog eens op toets Deur om de vul­deur te openen.
Niet centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten en op het einde van het programma
-
^
Druk zo vaak op de toets "Centrifuge ren" tot het controlelampje Zonder centrifugeren aangaat. Na de laatste spoelbeurt wordt het water wegge pompt en de kreukbeveiliging inge schakeld. Bij deze instelling wordt in enkele programma's een extra spoel gang ingelast.
-
-
-
-
-
-
22
Startuitstel
Met het startuitstel kunt u de start van het programma met 30 minuten tot 24 uur uitstellen. Zo kunt u bijv. gebruik maken van een goedkoper nachttarief voor de elektriciteit.
Het startuitstel inschakelen
De programmakiezer moet in de stand , Einde staan.
Het verklikkerlichtje , startuitstel op het display knippert.
Met de toets Start kuntunudege wenste tijd voor het startuitstel in­voeren.
-
Het startuitstel wijzigen
Na de programmakeuze is er geen wij ziging van het startuitstel mogelijk.
Startuitstel wissen
Druk in de stand 24 ^ opnieuw op de toets start.
Het startuitstel wissen wanneer u al de toets Start ingedrukt had:
breek het programma af.
-
^
Druk op de toets Start. Bij elke druk op de toets verlengt u het uitstel:
bij minder dan 10 uur met 30 minu ten,
bij meer dan 10 uur met 1 uur.
Houdt u de toets Start ingedrukt, dan wordt er automatisch tot 24 uur geteld.
-
23
Programmaoverzicht
Katoen van 90°C tot 30°C maximaal 7,0 kg
Wasgoed T-shirts, ondergoed, tafellakens, enzovoort, textiel uit katoen, linnen
of gemengde weefsels
Opmerking De instellingen 60°/40°C verschillen van r/s vanwege:
kortere programmaduur
langere temperatuurbehoudtijden
groter energieverbruik
– Bij bijzondere hygiënische vereisten kiest u de temperatuurinstelling
van 60°C of hoger.
Katoen r/s maximaal 7,0 kg
Wasgoed normaal vervuild katoenen wasgoed
Opmerking – Deze instellingen zijn voor wat betreft het energie- en waterver-
bruik het meest efficiënt voor het wassen van katoenen wasgoed .
– Bij r is de bereikte wastemperatuur lager dan 60°C, het
wasvermogen komt overeen met het programma Katoen 60°C.
Richtlijn voor testinstituten:
Testprogramma volgens EN 60456 en energielabel overeenkomstig richtlijn 1061/2010.
Kreukherstellend van 60°C tot 20°C maximaal 3,5 kg
Wasgoed Synthetische vezels, gemengde weefsels of katoen met kreukher-
stellende eigenschappen
Opmerking Verminder bij kreukgevoelig wasgoed het eindcentrifugeertoerental.
Automatic plus 40°C maximaal 5,0 kg
Wasgoed Op kleur gesorteerd wasgoed voor de programma's Katoen en
Kreukherstellend.
Opmerking Elke lading wasgoed wordt zo behoedzaam en efficiënt mogelijk ge
wassen, doordat de wasparameters (bijv. waterpeil, wassnelheid en centrifugeerprofiel) automatisch worden aangepast.
24
-
Programmaoverzicht
Donker/jeans 40°C maximaal 3,0 kg
Wasgoed Zwart of donkerkleurig wasgoed van katoen, gemengde weefsels en
jeansstoffen
Opmerking–Was deze stukken binnenstebuiten.
Jeans verliest bij de eerste wasbeurten vaak wat kleur. Was lichte
en donkere stukken daarom apart.
Express 20 40°C maximaal 3,0 kg
Wasgoed Textiel van katoen, dat nauwelijks is gedragen of nauwelijks vuil is
Opmerking De functie extra Kort wordt automatisch geactiveerd.
Overhemden 40°C maximaal 2,0 kg
Opmerking – Kragen en manchetten moet u, in de mate waarin ze vuil zijn, op
voorhand behandelen.
– Gebruik voor zijden hemden en bloezen het programma Fijn was-
goed.
Wol / 30°C tot koud maximaal 2,0 kg
Wasgoed Textiel van wol, wolmengsels of alle weefsels die met de hand ge-
wassen moeten worden
Opmerking Verminder bij kreukgevoelig textiel het eindcentrifugeertoerental.
Fijn wasgoed 40°C tot koud maximaal 2,0 kg
Wasgoed
Opmerking–Door het fijne stof dat zich in gordijnen nestelt, is er vaak een pro
Voor delicaat wasgoed uit synthetische vezels, gemengde weef sels, kunstzijde
Gordijnen die volgens de fabrikant in de wasmachine mogen wor den gewassen
gramma met voorwas vereist.
Bij kreukgevoelig wasgoed het centrifugeertoerental uitschakelen
-
-
-
25
Programmaoverzicht
Pompen/Centrifugeren
Opmerking–Enkel pompen: Toerental op Zonder centrifugeren instellen.
Let op het ingestelde toerental.
Extra spoelen/stijven maximaal 7,0 kg
Wasgoed
Opmerking–Verminder bij kreukgevoelig textiel het eindcentrifugeertoerental.
Om handgewassen wasgoed uit te spoelen
Tafellakens, servetten, beroepskleding die moet worden gesteven
Het te stijven wasgoed moet fris gewassen zijn, maar mag niet
met een wasverzachter behandeld zijn. Voor een uitzonderlijk goed spoelresultaat met twee spoelbeurten
activeert u de extra functie Extra water. Bij de programmeerfunc tie Systeem Extra water moet de optie P3 of P4 geactiveerd zijn.
-
26
Extra functies
U kunt de basiswasprogramma's met extra functies aanvullen.
Kort
Voor licht bevuild wasgoed zonder zichtbare vlekken.
De wastijd wordt verkort.
Voorwas
Voor wasgoed waarin veel vuil zit, bijv. stof en zand.
Inweken
Voor erg vuil wasgoed en wasgoed met eiwithoudende vlekken, bijv. van bloed, vet en cacao.
– De duur van het inweekproces kunt u
(in stappen van 30 minuten) instellen van 30 minuten tot 2 uur.
– De fabrieksinstelling bedraagt 2 uur.
Hoe u dat moet programmeren, staat beschreven in de rubriek "Program meerfuncties", alinea "Inweken".
-
Extra water
Voor de programma's kunt u de vol gende extra functies kiezen:
Van de extra functies Kort, Voorwas en Inweken is altijd slechts één
tie te kiezen.
Kort
Voorwas
Katoen XXXX
Kreukherstellend XXXX
Automatic extra
Donker/jeans X X X
Express 20 X
Overhemden X X X
Wol !
Fijn wasgoed X X X
Pompen/ Centrifugeren
Extra spoelen/ stijven
Inweken
1)
extra func
Extra water
-
-
X
X
Het waterpeil wordt verhoogd tijdens het wassen en tijdens het spoelen.
U kunt andere opties voor de toets Ex tra water programmeren, zoals be schreven in de rubriek "Programmeer functies".
-
X1)door het programma vooraf
ingestelde extra functie
-
-
27
Programmaverloop
Hoofdwas Spoelen Centrifugeren
Water
peil
Katoen d a ( 2-4 Kreukherstellend ( c e 2-3 Automatic extra ( abc e 2-3 Donker / jeans ( b d 3 L Express 20 d b d 1-3 Overhemden e c e 2 L Wol /ef e 2 LL Fijn wasgoed e d e 3 L
Pompen / Centrifug. – ––––L Extra spoelen/Stijven e 1 L
Bijzonderheden over het programmaverloop, zie de volgende pagina.
-
Was
-
snelheid
Water
peil
-
Spoel
beurten
1)2)
3)
3)
3)
Spoelen
­en cen
trifuge
-
-
ren
LL
LL
LL
LL
Eind
centrifu
geren
-
-
28
Programmaverloop
d = laag waterpeil ( = gemiddeld waterpeil e = hoog waterpeil
a = intensieve wassnelheid
b = normale wassnelheid
c = behoedzame wassnelheid
d = heel behoedzame wassnelheid
e = schommel-wassnelheid
f = wassnelheid voor handwas
Uw wasautomaat beschikt over een vol ledig elektronische besturing. Het toe­stel bepaalt zelfstandig het vereiste wa­terverbruik volgens de hoeveelheid wasgoed en de mate waarin dat was­goed water opslorpt. Het gevolg daar­van is mogelijk verschil in programma­verloop en wastijd.
Het hier opgegeven programmaverloop verwijst telkens naar het basisprogram­ma bij maximale belading. Er werd geen rekening gehouden met extra functies die u kunt selecteren.
Het display van uw wasautomaat toont u op elk willekeurig moment tijdens het wasprogramma hoever het programma al gevorderd is.
Bijzonderheden in het programma verloop:
Kreukbeveiliging:
De trommel blijft na afloop van het pro gramma nog 30 minuten draaien. Daar mee wordt kreukvorming vermeden. Uitzondering
: In het programma Wol is er geen kreukbeveiliging. De wasautomaat kan elk willekeurig moment worden geopend.
1)
Bij een temperatuurkeuze van 60 °C tot 90°C worden er 2 spoelbeurten
-
uitgevoerd. Bij een temperatuurkeu ze onder 60 °C worden er 3 spoel­beurten uitgevoerd.
2)
Er wordt een derde of vierde spoel­beurt uitgevoerd:
– bij te veel schuim in de trommel
– bij een eindcentrifugeertoerental la-
ger dan 700 omw/min.
– wanneer Zonder centrifugeren geko-
zen is
3)
Er wordt een derde spoelbeurt uitge voerd wanneer:
Zonder centrifugeren gekozen is
-
-
-
-
-
29
Onderhoudssymbolen op het etiket
Wassen
Het aantal graden in het kuipsymbool geeft de maximale temperatuur aan waarmee u het wasgoed mag was sen.
9 normale mechanische belas
ting
4 spaarzame mechanische be
lasting
c zeer spaarzame mechani
sche belasting
/ handwas
h niet wasbaar
Voorbeelden voor de programmakeu­ze
Programma Onderhoudssym-
bool
Katoen 9ö8E76
Kreukherstel­lend
Fijn wasgoed ac Wol // Express 20 min. 76 Automatic extra 7621
54321
-
-
-
-
Drogen
De stippen geven de temperatuur aan
q Normale temperatuur r Lagere temperatuur s Niet geschikt voor de droog
automaat
Strijken en effenen
De stippen geven de temperatuurbereiken aan
I ca. 200°C H ca. 150°C G ca. 110 °C J niet strijken/effenen
Professionele reiniging
f reiniging met chemische op-
losmiddelen. De letters geven
p
het reinigingsmiddel aan.
w vochtig reinigen D niet chemisch reinigen
Bleken
x elk oxidatiebleekmiddel toe
gelaten
{ enkel zuurstofbleekmiddel
toegelaten
z niet bleken
-
-
30
Programmaverloop wijzigen
Afbreken
Na de start van een wasprogramma kunt u het op elk willekeurig moment af breken.
Draai de programmakiezer op ,
^
Einde.
Als enkel nog het lampje Kreukbeveili ging/Einde brandt, is het programma afgebroken.
Wanneer u een ander programma wilt kiezen:
Schakel de wasautomaat met de
^
toets K uit en opnieuw in.
^ Controleer of er wasmiddel aanwezig
is in de wasmiddellade. Doe er weer wasmiddel in als dit niet het geval is.
^ Start een nieuw programma.
Wanneer u het wasgoed uit de trommel wilt nemen:
^ Draai de programmakiezer op
Pompen/Centrifugeren. Let op het in­gestelde toerental.
-
Wijzigen
programma
­Een wijziging is niet meer mogelijk na dat het programma is gestart.
"Temperatuur"
Tot 6 minuten na de start kan de tem peratuur worden veranderd.
Centrifugeertoerental
Het toerental kan altijd worden aange past.
Extra functies
Tot 6 minuten na de start kan de extra functie Extra water worden in- of uitge­schakeld.
-
-
-
^
Druk op de toets Start.
De wasautomaat pompt het aanwezige sop af.
^
Druk op de toets Deur.
Onderbreken
^
Schakel de wasautomaat met de K-toets uit.
Vervolg:
^
Schakel de wasautomaat met de K-toets in.
31
Programmaverloop wijzigen
Was toevoegen / uit het toestel halen
Druk op de toets Deur tot de deur
^
openspringt.
Leg er wasgoed bij of neem er weg.
^
Sluit de deur.
^
Het programma wordt automatisch voortgezet.
De toesteldeur gaat niet open indien:
de watertemperatuur hoger dan
55°C is.
– het water een bepaald niveau heeft
overschreden,
– de programmastap Centrifugeren
bereikt is.
32
Wasmiddel
Het juiste wasmiddel
U kunt alle wasmiddelen gebruiken, die voor wasautomaten geschikt zijn. De gebruiks- en doseeraanwijzingen vindt u op de verpakking van het wasmiddel.
Universeel Color Fijn Speci
aal*
wasmiddel
Impregneer
­middel**
-
zachter
Was
ver
-
-
Katoen X X X
Kreukherstellend X X X
Automatic extra X X X
Donker / jeans
Express 20
1)
1)
–X–– – X
XX–– – X
Overhemden X X X Wol / –––X – X
Fijn wasgoed X X X X
Pompen / Centrifug.
Extra spoelen/
–––X – X
Stijven
1)
Vloeibaar wasmiddel gebruiken Als voorwas gekozen is, is het aan te bevelen een reservoir voor vloeibaar wasmiddel in het vakje j te gebruiken. Het reservoir vindt u bij de Miele-han
-
delaar of de Technische Dienst van Miele.
2)
Poederwasmiddel gebruiken
* Speciale wasmiddelen:
wasmiddelen die speciaal voor deze wasprogramma's of dit wasgoed werden ontwikkeld (bijvoorbeeld Miele CareCollection, zie rubriek "Mits toeslag ver
-
krijgbaar toebehoren").
** Alleen impregneermiddelen met de aanduiding "geschikt voor membraan
weefsels" gebruiken. Deze zijn op chemische verbindingen met fluor geba seerd. Geen middelen gebruiken die paraffine bevatten. Doe het impregneer
-
-
-
middel in vakje §.
33
Wasmiddel
De dosering hangt af van:
de mate waarin het wasgoed vuil is
licht vervuild Geen zichtbaar vuil en geen zichtba re vlekken. De kleren hebben bijv. een lichaamsgeur.
normaal vuil Zichtbaar vuil en/of enkele zichtbare lichte vlekken.
erg vuil Duidelijk zichtbaar vuil en/of vlekken.
de waterhardheid
Indien u de waterhardheid niet kent, kunt u inlichtingen inwinnen bij uw waterdistributiemaatschappij.
– de hoeveelheid wasgoed
Waterhardheid
Hardheid Totale
zacht (I) 0 - 1,5 0 - 8,4 0 - 13
gemiddeld (II) 1,5 - 2,5 8,4 - 14 13 - 25
hard tot zeer hard (III)
hardheid in mmol/l
hoger
dan 2,5
Duitse
hardheid
°d
hoger
dan 14
Franse
hardheid
°f
hoger
dan 25
Onthardingsmiddel
Om wasmiddel te sparen kunt u bij wa ter van de categorieën II en III een ont hardingsmiddel toevoegen. De juiste
­dosering daarvan vindt u op de verpak
king terug. Voeg eerst het wasmiddel en dan pas het onthardingmiddel toe.
Het wasmiddel kunt u dan doseren als voor water met een hardheid van I.
Combinaties
Gebruikt u verschillende middelen, voeg die dan in de volgorde hieronder toe in het vakje j:
1. Wasmiddel
2. Onthardingsmiddel
3. Vlekkenmiddel.
Zo worden de middelen beter inge­spoeld.
-
-
-
34
Wasmiddel
Middelen voor de nabe
-
handeling van het wasgoed
Wasverzachters zorgen ervoor dat de was zacht aan voelt en verminderen de elektrostati sche oplading tijdens het machinale drogen.
Vormspoelers zijn synthetische stijfselmiddelen en zorgen ervoor dat het wasgoed wat ste viger aanvoelt.
Stijfsel geeft het wasgoed een stijver en voller effect.
Wasverzachter, vormspoeler, vloei­baar stijfsel automatisch doseren
-
-
Maak na een aantal automatische stijfselbeurten het inspoelvakje schoon. Reinig vooral de zuighevel.
Wasverzachter, vormspoeler of stijfsel in een apart programma
Maak het middel klaar en doseer het
^
zoals aangegeven op de verpakking.
Doe vloeibare middelen in het
^
-
vakje §.
Doe poedervormige of stroperige
^
middellen in het vakje i.
^ Draai de programmakiezer op Extra
spoelen/stijven.
^ Kies een centrifugeertoerental.
^ Druk op de toets Start.
Ontkleuren/kleuren
^ Gebruik geen
uw wasautomaat.
ontkleuringsmiddel in
^
Doe het middel in kwestie in het vakje
§. Let op de aanduiding Max.
Tijdens de laatste spoelbeurt wordt het middel aan het water toegevoegd. Na het wasprogramma blijft er een kleine hoeveelheid water in het vakje § staan.
^
Kleurmiddelen mag u enkel in be perkte mate - als voor een huishou den - in uw wasautomaat gebruiken. Het zout dat bij het kleuren gebruikt wordt, kan bij voortdurend gebruik het roestvrij staal aantasten. Hou u strikt aan de richtlijnen van de fabri kant van het middel.
-
-
-
35
Reiniging en onderhoud
Reiniging van de trommel (Hygiëne Info)
Bij het wassen met lage temperaturen en/of vloeibare wasmiddelen is er ge vaar voor kiem- en geurvorming in de wasautomaat. Om de trommel te reini gen en geurvorming te vermijden, dient u één keer per maand of wanneer het controlelampje Hygiëne Info brandt een wasprogramma met een temperatuur van 60 °C of hoger uit te voeren, waar bij u een algemeen waspoeder ge bruikt.
-
-
-
-
De ommanteling en het bedieningspaneel reinigen
Trek de stekker uit het stopcon-
,
tact voor u het toestel reinigt en on­derhoudt.
,
Spuit de wasautomaat in geen
geval af met een waterslang.
^
Was de ommanteling en het bedie ningspaneel van het toestel met een zacht reinigingsmiddel of sopje af. Wrijf daarna met een zachte doek droog.
-
De wasmiddellade schoonmaken
De inspuitbakjes voor het wasmiddel voor voor- en hoofdwas, zijn zelfreini gend. Uit hygiënische overwegingen moeten de inspuitbakjes voor het wasmiddel re gelmatig worden gereinigd.
^ Trek de lade tot aan de aanslag uit.
Druk op de ontgrendelknop en trek de lade helemaal uit het toestel.
^
Maak de wasmiddellade met warm water schoon.
-
-
^
Maak de trommel met een geschikt reinigingsmiddel voor roestvrij staal schoon.
,
Gebruik geen oplosmiddelhou dende schoonmaakmiddelen, schuurmiddelen of allesreinigers! Dit soort producten kan mogelijk kunststofoppervlakken of andere on derdelen beschadigen.
36
-
-
Reiniging en onderhoud
Maak de zuighevel schoon.
^
1. Trek de zuighevel uit het vakje § en
maak hem onder stromend warm wa­ter schoon. Maak ook het buisje schoon waarover de zuighevel wordt geschoven.
2. Installeer de zuighevel weer op zijn
plaats.
Maak na een aantal stijfselbeurten de zuighevel heel grondig schoon. Stijfsel kan plakkerig worden.
De zitting van de wasmiddellade rei nigen
^ Verwijder wasmiddelresten en kalkaf-
zettingen met behulp van een flessenborstel uit de openingen van de wasmiddellade.
-
37
Reiniging en onderhoud
Het watertoevoerzeefje rei
-
nigen
Ter bescherming van de watertoevoer ventielen heeft uw machine een zeefje.
Het zeefje in de schroefkoppeling van de toevoerslang dient u zowat om de 6 maand na te kijken. Bij vaak voor komende onderbrekingen in de water toevoer dient dat eerder te gebeuren.
-
Draai de waterkraan dicht.
^
Schroef de toevoerslang van de wa
^
terkraan los.
-
-
^ Trek de rubber dichting 1 uit de dop-
moer.
^ Neem het handvat van de kunststof
zeef 2 met een combinatie- of punt­tang vast. Trek het zeefje eruit en maak het schoon.
^ Monteer alles terug in omgekeerde
volgorde.
-
38
^
Draai de schroefkoppeling vast op de waterkraan en draai die open.
^
Als er water uitloopt, draai de schroef koppeling dan wat vaster aan.
Na het reinigen dient u het zeefje beslist weer te monteren.
-
Storingen verhelpen
Wat gedaan als . . .
De meeste storingen en fouten die bij het dagelijks gebruik kunnen voorkomen, kunt u zelf verhelpen. In heel wat gevallen bespaart u tijd en kosten omdat u dan geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst van Miele.
De volgende tabellen kunnen een leidraad zijn om de oorzaken van een bepaalde storing te vinden en weg te nemen. Let echter op het volgende:
Reparaties aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een er
,
kend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's voor de gebruiker ontstaan.
Het programma start niet.
Probleem Oorzaak Oplossing
Het controlelampje
Kreukbeveiliging/Einde
brandt niet of de toets Start knippert niet.
De wasautomaat krijgt geen stroom.
De wasautomaat is omwille van energiebe sparing automatisch uitgeschakeld.
Controleer of – de stekker wel in het
stopcontact zit.
– de zekering wel in orde
is.
– de vuldeur wel goed
dicht is.
Schakel de wasautomaat
-
met de toets K opnieuw in.
-
39
Storingen verhelpen
Het wasprogramma werd afgebroken en er wordt een fout gemeld.
Probleem Oorzaak Oplossing A
Het controlelampje
Afvoer controleren
knippert en op het display verschijnt "– – –".
Het controlelampje
Toevoer controleren
knippert en op het display verschijnt "– – –".
De controlelampjes
Toevoer controleren en Afvoer controle­ren knipperen en op
het display verschijnt "– – –".
Het controlelampje
Inw./voorwas of spoe len knippert en op het
display verschijnt "– – –".
De waterafvoer is ge blokkeerd.
De waterafvoerslang ligt te hoog.
De watertoevoer is ge­blokkeerd.
Het zeefje in de toevoer­slang is verstopt.
Het lekbeveiligingssys­teem van Miele heeft ge­reageerd.
Er is een storing opge
-
treden.
Maak filter en afvoerpomp
­schoon als in de rubriek "Wat gedaan als ...?", alinea "Vul deur openen bij verstopte af voer en/of stroomonderbre king".
De maximale afpomphoogte bedraagt 1 m.
Draai de waterkraan open.
Maak het zeefje schoon.
Neem contact op met de klantendienst van Miele.
-
Start het programma nog eens. Wanneer de foutmel ding opnieuw wordt weerge geven, neemt u contact op met de Technische Dienst van Miele.
-
-
-
-
-
A Om de foutmelding uit te schakelen: De wasautomaat met de toets K uitscha
kelen en de programmakiezer in de positie Einde draaien.
40
-
Storingen verhelpen
Het wasprogramma verloopt normaal hoewel er een service of storing wordt gemeld.
Probleem Oorzaak Oplossing A
Het service-cont rolelampje Hygiëne Info brandt.
Het service-cont rolelampje Dosering controleren brandt.
In het display van het programmaverloop knippert het controle­lampje Wassen of Spoelen.
In het display van het programmaverloop knippert het controle­lampje Kreukbeveili ging/Einde.
-
-
Er werd gedurende relatief lange tijd geen wasprogramma met een temperatuur van meer dan 60°C gestart.
Er werd tijdens het wassen te veel schuim gevormd.
De wasautomaat heeft tijdens het was­sen een fout gedetecteerd.
Na de programmastart heeft iemand de programmakie­zer in een andere stand gedraaid. Draai de program­makiezer weer in zijn oorspronkelijke stand.
-
Om kiem- en geurvorming in de wasautomaat te voorkomen, start u het programma Ka toen 90°C met een algemeen wasmiddel.
Gebruik bij de volgende was beurt minder wasmiddel. Let op de doseringsaanwijzingen op de verpakking van het wasmiddel.
Start het programma nog eens. Wanneer de foutmelding op­nieuw wordt weergegeven, neemt u contact op met de Technische Dienst van Miele.
-
-
A Om de foutmelding uit te schakelen: De wasautomaat met de toets K uitscha
kelen en de programmakiezer in de positie Einde draaien.
De service-controlelampjes branden aan het einde van het programma en bij het inschakelen van de wasautomaat.
-
41
Storingen verhelpen
Algemene problemen met de wasautomaat
Probleem Oorzaak Oplossing
De wasautomaat staat tijdens het centrifugeren te trillen.
De wasautomaat heeft het wasgoed niet zoals gewoonlijk gecentrifu geerd en het wasgoed is nog nat.
U hoort ongewone pompgeluiden.
In de wasmiddellade zijn vrij veel wasmiddelres­ten achtergebleven.
De wasverzachter wordt niet volledig opgenomen of er blijft te veel water in het vakje § staan.
Het toestel rust niet meer gelijkmatig op de 4 voetjes. De con tramoeren zijn niet vastgeschroefd.
Tijdens het eindcentri fugeren werd een groot onevenwicht ge
-
meten en werd het toerental automatisch verminderd.
Dit is geen storing! Het is normaal dat u bij het be­gin en op het einde van de pompfase slurpgeluiden hoort.
De stromingdruk van het water is onvol­doende.
In combinatie met ont­hardingsmiddelen heeft waspoeder de neiging samen te klon teren.
De zuighevel zit niet juist of is verstopt.
-
-
-
-
Stel de wasautomaat stabiel op. Schroef de contra moeren vast.
Doe altijd grote en kleine stukken textiel in de trommel om een betere verdeling te verzekeren.
– Maak het watertoevoer-
zeefje schoon.
– Kies eventueel de extra
functie Extra water.
Maak de wasmiddellade schoon en voeg voortaan eerst het was- en dan het onthardingsmiddel toe.
Maak de zuighevel schoon. Zie hoofdstuk "Reiniging en onderhoud", rubriek "De wasmiddellade schoonma ken".
-
-
42
Storingen verhelpen
Een niet-bevredigend wasresultaat
Probleem Oorzaak Oplossing
Het wasgoed wordt met vloeibaar was middel niet proper.
Aan het gewassen textiel kleven grijze elastische resten (vetluizen).
Op gewassen don­ker wasgoed bevin­den zich witte, was­middelachtige rest­jes.
Vloeibaar wasmiddel be vat geen bleekmiddel.
-
Fruit-, koffie- of theevlek ken zijn niet altijd weg te krijgen.
U hebt te weinig wasmid del gebruikt. Het was goed was sterk met vet vervuild (olie, zalf).
Het wasmiddel bevat in water onoplosbare be­standdelen (zeolieten) om het water te onthar­den. Die hebben zich op het wasgoed vastgezet.
Gebruik waspoeder dat
-
bleekmiddel bevat.
-
Voeg vlekkenmiddel toe in
vakje j. Giet nooit vloeibaar wasmid
del en vlekkenmiddel samen in de wasmiddellade.
Gebruik bij dergelijk vuil was
-
-
goed meer waspoeder of ge bruik vloeibaar wasmiddel.
– Laat voor de volgende was-
beurt een wasprogramma bij 60°C lopen met een vloei­baar wasmiddel en zonder wasgoed in de trommel.
– Probeer de restjes na het
drogen met een borstel te verwijderen.
– Was donker wasgoed voort-
aan met een wasmiddel zon der zeolieten. Vloeibare was middelen bevatten meestal geen zeolieten.
Was het wasgoed met het programma Donker/jeans.
-
-
-
-
-
43
Storingen verhelpen
De deur gaat niet via de toets Deur open
Oorzaak Oplossing
De wasautomaat is niet op het elektriciteitsnet aange sloten en/of ingeschakeld.
Stroomonderbreking Open de vuldeur zoals beschreven in "De deur
De deur was niet goed in het slot gevallen.
Er staat nog water in de trommel en de wasauto maat kan het niet weg­pompen.
Om u te beschermen tegen verbranding kan de vuldeur bij een watertempera­tuur hoger dan 55 °C niet worden geopend.
Steek de geaarde stekker in het stopcontact en / of schakel de wasautomaat in met de toets K.
-
openen bij een stroomonderbreking".
Duw krachtig tegen de slotzijde van de vuldeur. Druk dan de toets Deur in.
Maak de filter en de afvoerpomp schoon.
-
44
Storingen verhelpen
De toesteldeur openen bij ver stopte afvoer en/of stroomon
-
-
derbreking
Schakel de wasautomaat uit.
^
Op de binnenzijde van het paneeltje van de wasmiddellade bevindt zich een gele opener. Daarmee maakt u het luikje van de filter open. Zie afbeelding hieronder.
^ Neem de opener weg.
Verstopte afvoer
Indien de afvoer verstopt is, staat er meer water in het toestel (max. 25 li ter).
Voorzichtig: als er een waspro
,
gramma met een hoge temperatuur is afgelopen, kan u zich verbranden!
Het water aflaten
Zet een schaal onder het luikje.
^
Draai de filter niet helemaal uit.
-
-
^
Maak het luikje open.
^
Draai de filter enkel los tot er water uitloopt.
^
Draai de filter weer dicht om de af voer te stoppen.
-
45
Storingen verhelpen
Zodra er geen water meer uitloopt:
Wordt de filter niet terugge
,
plaatst en vastgedraaid, dan loopt er water uit het toestel.
Om verlies van wasmiddel te vermijden, dient u na reinigen van de filter ca. 2 l water in de wasmiddellade te gieten. Overtollig water wordt na de volgende wasbeurt automatisch weggepompt.
De toesteldeur openen
-
Draai de filter helemaal uit.
^
^ Maak de filter grondig schoon.
^
Kijk na of de pompvleugel vlot rond draait. Er kunnen evt. voorwerpen als knopen en munten in geklemd zitten. Die moet u verwijderen.
^
Maak de ruimte binnenin schoon.
^
Zet de filter weer op zijn plaats en draai hem vast.
Wees er zeker van dat de trom
,
mel stilstaat voor u de was uitneemt. Grijpt u in een trommel die nog draait, dan is er risico van kwetsu­ren.
-
^
Trek het oogje naar beneden. De ma chinedeur gaat open.
-
-
46
Technische dienst
Herstellingen
Neem bij storingen die u zelf niet kan verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
of
met de Technische Dienst van Miele.
Het adres en de telefoonnummers van onze technische dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst een beroep doet, geef dan altijd het machinetype en -nummer op. Beide ge gevens staan vermeld op het typeplaat­je. Dat vindt u, als de deur openstaat, bovenaan in de rand van de deur.
Het programma updaten (moderniseren)
Het controlelampje met de markering PC (= program correction) op het be dieningspaneel dient de technische dienst als contactpunt voor de actuali sering van de programma's.
Zo kan er met toekomstige ontwik kelingen bij wasmiddel, textiel en wasprocédés in de besturing van uw toestel rekening worden gehouden.
Miele zal de mogelijkheid om program ma's te actualiseren tijdig bekendma
­ken.
Garantie: voorwaarden en duur
De waarborgperiode van uw wasauto­maat bedraagt 2 jaar.
Meer uitleg over de garantievoorwaar­den vindt u in het garantieboekje.
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
-
-
-
-
-
Voor deze wasautomaat kan u bij uw Miele-handelaar of in de Technische Dienst van Miele mits toeslag verkrijg baar toebehoren verkrijgen.
-
47
Opstellen en aansluiten
Vooraanzicht
a Toevoerslang waterproof-systeem
b Elektrische aansluiting
c - f Afvoerslang met draai- en af
neembaar bochtstuk; met de afvoer mogelijkheden
g Bedieningspaneel
48
h Wasmiddellade
i Toesteldeur
-
j Luik waarachter filter, afvoerpomp en
-
noodontgrendeling zitten
k Greepholtes om het toestel te ver
plaatsen.
l Vier in de hoogte regelbare voetjes
-
Achteraanzicht
Opstellen en aansluiten
a Overstek van het deksel, met grepen
om het toestel te vervoeren
b Elektrische aansluiting
c Toevoerslang waterproof-systeem
d Afvoerslang
e Transporthouder voor toevoer - en
afvoerslang
f Draaistop met transportstangen
g Transporthouder voor toevoer en af
voerslang en houder voor weggenomen transportstangen
-
49
Opstellen en aansluiten
Plaats van opstelling
Een betonnen vloer is het best geschikt om het toestel op te stellen. Bij dit soort vloeren ontstaan er tijdens het centrifu geren zelden trillingen. Op een houten vloerbekleding of vloeren met "weke" ei genschappen is dat niet het geval.
Let op het volgende:
Stel de wasautomaat waterpas op.
^
Zorg ervoor dat het toestel stabiel staat.
Plaats de machine niet op een zachte
^
vloerbedekking, omdat ze anders tijdens het centrifugeren gaat trillen.
Als de machine op een houten vloer opgesteld wordt:
^ Plaats de wasautomaat op een
multiplexplaat (minstens 59x52x3 cm). Die plaat moet u niet alleen op de vloerplanken, maar ook op zoveel mogelijk steunbalken vastschroeven.
Wasautomaten naar de opstelplaats dragen
Gebruik de voorste greepholtes en de
-
achterste overstek van het deksel om de machine van de verpakkingssokkel
-
naar de plaats van opstelling te dragen.
De voetjes van het toestel en de
,
vloer moeten droog zijn. Anders ver schuift de machine tijdens het cen trifugeren.
De transportbescherming wegnemen
-
-
Plaats de machine bij voorkeur in een hoek. Daar is de vloer immers het stevigst.
,
Bij het opstellen van de wasmachine op een speciaal gebouwde sokkel (betonsokkel, gemetste sokkel) moet de machine met spanstrips worden beveiligd. Die vindt u bij de Miele-handelaar of de Technische Dienst van Miele. An ders bestaat de kans dat de wasau tomaat bij het centrifugeren van de sokkel valt.
50
^
Neem de linkse en rechtse draaistop weg.
1. Trek aan de bevestigde dop van de
draaistop en
2. Maak met behulp van een schroe
-
-
vendraaier de bovenste steunhaken los.
-
Opstellen en aansluiten
Draai de linkse transportstang met de
^
bijgeleverde steeksleutel 90° en
^
trek de transportstang uit haar zitting.
Draai de rechtse transportstang 90°
^
en
^
trek de transportstang uit haar zitting.
51
Opstellen en aansluiten
De gaten van de weggenomen
,
transportbescherming sluiten af! Bij niet-afgesloten gaten bestaat gevaar voor verwondingen.
^ Sluit de gaatjes met de stop af.
Bevestig de transportstangen op de
^
rugzijde van de wasautomaat. Let erop dat de bovenste steunhaken zich boven de steun bevinden.
Zonder transportbeveiliging mag
,
u de machine niet vervoeren. Bewaar de transportbeveiliging. Voor u de machine vervoert (bv. bij een verhuizing), moet u de trans­portbeveiliging weer monteren.
52
De transportbescherming monteren
De transportbescherming brengt u in de omgekeerde volgorde aan.
De wasautomaat gelijk zetten
De machine moet loodrecht staan en gelijkmatig op de vier voetjes steunen om perfect te werken.
Stelt u de machine verkeerd op, dan verhoogt het water- en stroomverbruik. Het toestel kan ook gaan verschuiven.
De voetjes uitdraaien en met de contramoeren vastzetten
U zet het toestel waterpas met behulp van de vier voetjes. Het toestel wordt geleverd met al de voetjes ingedraaid.
^
Draai de contramoer 2 met de bijge leverde steeksleutel los. Daartoe draait u kloksgewijs.
Opstellen en aansluiten
Controleer met een waterpas of het
^
toestel loodrecht staat.
^ Hou het voetje 1 met een gastang
vast.
^ Draai de contramoer 2 met de bijge-
leverde steeksleutel weer vast tegen de ommanteling van het toestel.
,
Alle 4 de contramoeren moeten vast tegen de ommanteling zitten. Controleer ook die voetjes welke u niet hoefde uit te draaien toen u het toestel waterpas zette. Anders be staat het risico dat het toestel ver
-
schuift.
-
-
^
Draai de contramoer 2 samen met het voetje 1 uit.
53
Opstellen en aansluiten
Inbouwen onder een doorlopend werkblad
Laat de inbouwset* en de tussenset* door een vakman monteren.
Er is een inbouwset* noodzakelijk.
Het deksel van de machine dient u te vervangen door de afdekplaat uit de inbouwset*. Deze plaat is er absoluut nodig met het oog op de elektrische veiligheid.
Bij 90/91 cm hoge werkbladen is er
een sokkel* vereist.
– De watertoevoer en -afvoer alsook de
elektrische aansluiting dienen in de omgeving van het toestel te worden geïnstalleerd en toegankelijk te zijn.
Bij de inbouwset is een montagehand­leiding gevoegd.
Was- en droogzuil
U kan deze wasautomaat met een Miele-droogautomaat tot een was- en droogzuil combineren. Daartoe is er een tussenset* (WTV) vereist.
Hou hiermee rekening:
a De veilige afstand tot de wand be-
draagt minstens 2 cm
b Hoogte van de was- en droogzuil
met een tussenset met ca. 169 cm zonder werkblad: ca. 170 cm
.
werkblad:
Al de onderdelen met een * zijn bij uw Miele-handelaar en in de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
54
Opstellen en aansluiten
Het Miele-lekbeveiligings
-
systeem
Dit systeem biedt een veelomvattende beveiliging tegen waterschade door de wasautomaat.
De lekbeveiliging gebeurt in hoofdzaak op 3 punten:
1) aan de toevoerslang
2) in en aan het toestel
3) aan de afvoerslang
1) Aan de toevoerslang
– Bijkomend elektrisch beveiligings-
ventiel
Dit werkt als een automatische wa­terkraan. Het zit in het bakje van de toevoerslang.
– Bescherming tegen het springen van
het beveiligingsventiel
De springdruk van het kraanlichaam ligt tussen de 7.000 kPa en de
10.000 kPa.
2) In en aan het toestel
De bodemschaal
Water dat uit de wasautomaat lekt, wordt in de bodemschaal opgevan gen. De vlotter-schakelaar sluit de watertoevoerventielen. Er wordt dus geen water meer toegevoerd. Het water in de kuip wordt weggepompt.
De overloopbeveiliging
Deze verhindert dat de wasautomaat overloopt wegens ongecontroleerde watertoevoer. Zo het water boven een bepaald niveau stijgt, wordt de afvoerpomp ingeschakeld en het wa­ter gecontroleerd weggepompt.
3) Aan de afvoerslang
Deze slang is beveiligd door een ventilatiesysteem. Dit verhindert dat de wasautomaat wordt leeggezogen.
-
Beschermend omhulsel van toevoer slang
Lekt er water uit de toevoerslang? Dan wordt dat door het beschermen de omhulsel dat de toevoerslang als een "tweede huid" omgeeft, naar de bodemschaal afgevoerd. De vlotter schakelaar sluit het beveiligingsven tiel. Er wordt dus geen water meer toegevoerd. Het water in de kuip wordt weggepompt.
-
-
-
-
55
Opstellen en aansluiten
Watertoevoer
In de lekbeveiligingskraan zitten
,
elektrische onderdelen. Monteer de kraan dus nooit vlakbij badkuipen, douches of andere plaatsen waar gespat wordt. Maak in dergelijke ge vallen gebruik van een toevoerslang, omhuld met een metalen weefsel, als verlenging van de waterleiding. Dergelijke slangen zijn bij uw Miele­handelaar en in de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
Nooit in vloeistof onderdompelen!
De dynamische druk dient minstens 100 kPa te bedragen. Die mag de 1.000 kPa evenwel niet overschrijden. Ligt de druk hoger dan 1.000 kPa, laat dan een druk reduceerventiel installeren.
Voor de aansluiting is een waterkraan
­vereist met
niet voorhanden, laat uw wasautomaat dan enkel door een erkend installateur op de drinkwaterleiding aansluiten.
,
waterleidingdruk. Door de water kraan zachtjes open te draaien kan u nagaan of de aansluiting niet lekt. Zie eventueel eens de positie van de dichting en de schroefkoppeling na.
Uw wasautomaat is niet geschikt voor aansluiting op warm water.
Onderhoud
Gebruik ter vervanging enkel het Miele­waterproof-systeem.
Ter bescherming van het watertoe voerventiel mag u nooit het zeefje in de dopmoer van het beveiligings ventiel verwijderen.
3
/4"-schroefkoppeling. Is die
De schroefkoppeling staat onder
-
-
-
-
Het beschermend omhulsel nooit be schadigen noch knikken.
Deze wasautomaat mag u zonder te rugstroombeveiliging aansluiten op de drinkwaterleiding.
56
-
Toebehoren om de slang te ver lengen
Mits toeslag is er een 1,5 m lange slang, omhuld met metalen weefsel, bij
-
uw Miele-handelaar en in de Tech nische Dienst van Miele verkrijgbaar. Deze slang weerstaat een springdruk van 1.400 kPa. U kan die gebruiken als soepele verlenging van de waterlei ding.
-
-
-
Opstellen en aansluiten
Waterafvoer
Het water wordt via een ingebouwde af voerpomp met een opvoerhoogte van 1 m weggepompt. Opdat de afvoer vlot verloopt, mag de afvoerslang in geen geval knikken ver tonen. Het bochtstuk aan het uiteinde van de afvoerslang kan u in de gewenste rich ting draaien. U kan het ook van de af voerslang aftrekken.
Zo nodig kan u de afvoerslang tot 5 m verlengen. Het vereiste toebehoren vindt u bij uw Miele-handelaar of bij de Technische Dienst van Miele.
Voor afvoerhoogtes van meer dan 1 m (de maximale hoogte is 1,8 m) is bij de Miele-vakhandel of de Miele­klantenservice een vervangende af­voerpomp verkrijgbaar.
De afvoerslang kan u zo plaatsen:
1. In een spoelbak of gootsteen han-
gen:
Let wel op het volgende:
Maak de slang vast opdat ze niet wegglijdt!
Zo het water in een spoelbak wordt afgevoerd, dient het vlot genoeg te kunnen wegvloeien. Anders bestaat het risico dat het overloopt of dat een deel van het weggepompte water in de machine wordt teruggezogen.
-
4. Via een afvoeropening in de vloer la
ten leeglopen.
­Let wel op het volgende:
-
-
a Aanpasstuk
b Wartelmoer voor de wasbak
c Slangklem
d Afvoerslang van de droogautomaat
^ Plaats het aanpasstuk a met de
wartelmoer voor de wasbak b op de wasbaksifon.
^
Steek het einde van de slang d op het aanpasstuk a.
^
Draai de slangklem c vlak achter de wartelmoer voor de wasbak met een schroevendraaier vast.
-
2. Aansluiten op een kunststof afvoer
buis met een rubberen mof; er is niet per se een sifon vereist.
3. Aansluiten op een wasbak met een
kunststof nippel.
-
57
Opstellen en aansluiten
Elektrische aansluiting
Dit Miele-toestel is voorzien voor aan sluiting op eenfasige stroom 230 V, 50 Hz. Het is uitgerust met een stekker en een kabel.
Bij gebruik van een stopcontact, hou rekening met het volgende: De Euro-stekker moet steeds bereik baar zijn teneinde het toestel te kunnen uitschakelen. Indien de installatie van de wasauto maat middels een directe aansluiting wordt uitgevoerd, moet de kleurencodering worden gerespecteerd.
De aansluiting mag uitsluitend gebeu­ren op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Wij geven u de raad uw toestel in geen geval aan te sluiten op verlengsnoeren of aftakcontactdozen. Er is dan eventu­eel risico van brand.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
-
-
-
-
Gegevens omtrent de aansluitwaarde en de vereiste zekeringen vindt u op het typeplaatje. Vergelijk ze zorgvuldig met die van uw elektrische installatie.
58
Verbruiksgegevens
Belading Verbruiksgegevens
Stroom verbruik
in kWh in liter
Katoen 90°C 7,0 kg 2,20 52 2 uur 29 min. 50%
60°C 7,0 kg 1,33 52 1 uur 59 min. 50%
60°C 3,5 kg 1,00 45 1 uur 59 min. 50%
r* 7,0 kg 0,95 52 2 uur 59 min. 50%
r* 3,5 kg 0,82 45 2 uur 59 min. 50%
40°C 7,0 kg 0,84 67 2 uur 29 min. 50%
40°C 3,5 kg 0,73 45 2 uur 29 min. 50%
s* 3,5 kg 0,58 45 2 uur 59 min. 50%
Kreukherstellend 40°C 3,5 kg 0,56 50 1 uur 52 min. 30%
Automatic + 40°C 4,5 kg 0,50 55 1 uur 27 min.
Donker/jeans 40°C 3,0 kg 0,60 52 1 uur 12 min.
Express 20 40°C 3,5 kg 0,32 30 20 min.
Overhemden 60°C 2,0 kg 0,95 59 1 uur 12 min.
Wol ! 30°C 2,0 kg 0,23 39 39 min.
Fijn wasgoed 30°C 2,0 kg 0,35 69 59 min.
Water Programma
­duur
-
Rest
vochtig
heid
-
-
Opmerking met het oog op vergelijkende tests:
* Testprogramma volgens EN 60456 en energielabel overeenkomstig richtlijn
1061/2010.
Deze verbruiksgegevens kunnen afwijkingen vertonen. Ze hangen namelijk af van de waterdruk, de waterhardheid, de temperatuur van het aangevoerde wa ter, de omgevingstemperatuur, de soort en hoeveelheid wasgoed, de schom melingen in de netspanning en de gekozen bijkomende functies.
-
-
59
Technische gegevens
Hoogte 850 mm
Breedte 595 mm
Diepte 615 mm
Diepte bij geopende deur 987 mm
Hoogte voor inbouw 820 mm
Breedte voor inbouw 600 mm
Diepte voor inbouw 600 mm
Gewicht 98 kg
Capaciteit 7 kg droog wasgoed
Aansluitspanning zie typeplaatje
Aansluitwaarde zie typeplaatje
Zekering zie typeplaatje
Verbruiksgegevens zie hoofdstuk "Verbruiksgegevens"
Minimale waterdruk 100 kPa (1 bar)
Maximale waterdruk 1.000 kPa (10 bar)
Lengte van de watertoevoerslang 1,60 m
Lengte van de waterafvoerslang 1,50 m
Lengte van het aansluitsnoer 1,60 m
Maximale wegpomphoogte 1,00 m
Maximale wegpomplengte 5,00 m
Keurmerk zie typeplaatje
Energieverbruik - uitgeschakeld 0,3 W
Energieverbruik na kreukbeveiligings­fase
2,0 W
60
Met de programmeerfuncties kunt u de elektronica van uw wasautomaat aan uw specifieke wensen aanpas sen. Deze programmeerfuncties kunt u gelijk wanneer wijzigen.
-
Extra water
Met de programmeerfunctie Extra water kunt u een van de drie opties voor de toets Extra water vastleggen.
P2: (toestand bij levering) Het waterpeil wordt verhoogd tijdens het wassen en tijdens het spoelen.
P3: Een extra spoelgang wordt uitgevoerd.
P4: Bij het wassen en spoelen wordt er meer water gebruikt. Ook wordt er een extra spoelbeurt ingelast.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
De programmeerfuncties activeert u met de toets Start en met de program makiezer. De toets Start en de pro grammakiezer hebben een verdoken functie. Die is niet op het bedieningspa neel af te lezen.
-
-
Programmeerfuncties
Voorwaarde:
De wasautomaat is uitgeschakeld.
De wasautomaat is vergrendeld.
De programmakiezer staat op Einde.
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge drukt.
B Schakel de wasautomaat met de K-
toets in.
C Wacht tot het controlelampje van de
toets Start weer constant brandt. . .
B . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Katoen 60°C:
Op het display knippert nu een P afge­wisseld met het getal 2, 3 of 4.
F Telkens als u op de toets Start drukt,
kiest u een andere optie.
De op het display knipperende optie is geselecteerd.
G Met de toets K de wasautomaat uit
schakelen.
-
-
-
61
Programmeerfuncties
Behoedzame modus
Als de behoedzame modus geacti veerd is, worden de trommelbewe gingen beperkt. Zo kunt u licht bevuild wasgoed behoedzaam was sen.
De behoedzame modus kan worden geactiveerd voor de programma’s Ka toen en Kreukherstellend.
Het toestel wordt geleverd met de be hoedzame modus uitgeschakeld.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
De programmeerfuncties activeert u met de toets Start en met de program­makiezer. De toets Start en de pro­grammakiezer hebben een verdoken functie. Die is niet op het bedieningspa­neel af te lezen.
Voorwaarde:
De wasautomaat is uitgeschakeld.
-
-
-
-
-
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge drukt.
B Schakel de wasautomaat met de K-
toets in.
C Wacht tot het controlelampje van de
toets Start weer constant brandt. . .
B . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Katoen r:
Op het display knippert nu een P afge wisseld met het getal 0 of 1.
0 = zoemer uitgeschakeld
1 = ingeschakeld
F Telkens als u op de toets Start drukt,
kiest u een andere optie.
De op het display knipperende optie is geselecteerd.
G Met de toets K de wasautomaat uit-
schakelen.
-
-
De wasautomaat is vergrendeld.
De programmakiezer staat op Einde.
62
Programmeerfuncties
Afkoeling waswater
Op het einde van de hoofdwas loopt er extra water in de trommel om het waswater af te koelen.
Dat gebeurt bij de keuze van het pro gramma Katoen 90°C.
U dient de afkoelfunctie te activeren:
Als u de waterafvoerslang in een
wasbak of gootsteen hangt, om te voorkomen dat iemand zich aan het hete waswater verbrandt.
– In gebouwen met afvoerbuizen die
niet voldoen aan de norm DIN 1986.
De afkoelfunctie is uitgeschakeld wan­neer het toestel wordt geleverd.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
De programmeerfuncties activeert u met de toets Start en met de program­makiezer. De toets Start en de pro­grammakiezer hebben een verdoken functie. Die is niet op het bedieningspa neel af te lezen.
-
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge drukt.
B Schakel de wasautomaat met de K-
toets in.
C Wacht tot het controlelampje van de
toets Start weer constant brandt. . .
B . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Katoen 40°C:
Op het display knippert nu een P afge wisseld met het getal 0 of 1.
0 = zoemer uitgeschakeld
1 = ingeschakeld
F Telkens als u op de toets Start drukt,
kiest u een andere optie.
De op het display knipperende optie is geselecteerd.
G Met de toets K de wasautomaat uit-
schakelen.
-
-
-
Voorwaarde:
De wasautomaat is uitgeschakeld.
De wasautomaat is vergrendeld.
De programmakiezer staat op Einde.
63
Programmeerfuncties
Memory-functie
Kiest u een extra functie en/of wijzigt u het centrifugeertoerental bij een programma, dan slaat het toestel die instellingen bij de start van het pro gramma op.
Kiest u opnieuw het wasprogramma, dan geeft het toestel deze opgeslagen extra functies en/of het gewijzigde cen trifugeertoerental weer.
De Memory-functie werd in de fabriek niet ingeschakeld.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
De programmeerfuncties activeert u met de toets Start en met de program­makiezer. De toets Start en de pro­grammakiezer hebben een verdoken functie. Die is niet op het bedieningspa­neel af te lezen.
Voorwaarde:
-
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge drukt.
B Schakel de wasautomaat met de K-
toets in.
C Wacht tot het controlelampje van de
toets Start weer constant brandt. . .
B . . . en laat daarna de toets Start los.
-
E Draai de programmakiezer in de
stand Katoen s:
Op het display knippert nu een P afge wisseld met het getal 0 of 1.
0 = zoemer uitgeschakeld.
1 = ingeschakeld.
F Telkens als u op de toets Start drukt,
kiest u een andere optie.
De op het display knipperende optie is geselecteerd.
G Met de toets K de wasautomaat uit-
schakelen.
-
-
De wasautomaat is uitgeschakeld.
De wasautomaat is vergrendeld.
De programmakiezer staat op Einde.
64
Programmeerfuncties
Inweektijd
Aan de toets Inweken kunt u een in weektijd tussen 30 minuten en 2 uur toewijzen (instelbaar in stappen van 30 minuten).
Die gekozen inweektijd gaat dan aan het eigenlijke wasprogramma vooraf als de extra functie Inweken geselecteerd is.
Met de toets Inweken werd in de fa briek een inweektijd van 2 uur verbon den.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen van A tot G.
De programmeerfuncties activeert u met de toets Start en met de program­makiezer. De toets Start en de pro­grammakiezer hebben een verdoken functie. Die is niet op het bedieningspa­neel af te lezen.
Voorwaarde:
De wasautomaat is uitgeschakeld.
De wasautomaat is vergrendeld.
De programmakiezer staat op Einde.
-
-
-
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge drukt.
B Schakel de wasautomaat met de K-
toets in.
C Wacht tot het controlelampje van de
toets Start weer constant brandt. . .
B . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Katoen 30°C:
Op het display knippert nu een P afge wisseld met het getal 1, 2, 3 of 4.
1 = 2 h inweektijd
(toestand bij levering)
2 = 1 h 30 min inweektijd
3 = 1 h inweektijd
4 = 30 min inweektijd
F Telkens als u op de toets Start drukt,
kiest u een andere optie.
De op het display knipperende optie is geselecteerd.
G Met de toets K de wasautomaat uit
schakelen.
-
-
-
65
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele staat voor perfecte verzorging van uw wasgoed. De wasautomaten van Miele beschikken over een brede waaier aan speciale programma's, waarvan het verloop telkens optimaal is afgestemd op het soort wasgoed in kwestie. Miele heeft bovendien eigen speciale wasmiddelen (CareCollection) en verzorgingsmiddelen ontwikkeld, zo dat u op een unieke manier uw was goed behoedzaam kunt reinigen en verzorgen.
Maak hieronder kennis met Miele's CareCollection en Miele's verzorgingsproducten. U kunt deze -
producten en een grote verscheiden­heid aan andere interessante produc­ten via het internet bestellen.
Alle producten zijn ook verkrijgbaar via de Dienst wisselstukken van Miele.
-
CareCollection
Miele's speciale wasmiddelen
Miele wasmiddel voor outdoor kle ding
Met Miele's wasmiddel voor outdoor kleding kunt u uw waterafstotende
­outdoorkleren erg behoedzaam en
grondig reinigen en verzorgen.
Miele wasmiddel voor sportkleding
Met Miele's wasmiddel voor sportkleding kunt u uw sportkleren en wasgoed van microvezelweefsel erg behoedzaam reinigen. Uw was ruikt snel weer heerlijk fris en onaangename geurtjes maken geen schijn van kans meer.
Miele wasmiddel voor dons
Dit speciale wasmiddel op basis van milde tensiden en natuurlijke hulpstoffen zorgt voor lossere donsveertjes en zorgt er op die manier voor dat de natuurlijke elasticiteit van het dons behouden blijft.
-
66
Miele impregneermiddel
Miele's impregneermiddel omsluit de vezels van de stof en maakt deze water-, wind- en vuilafstotend zonder dat het het oppervlak van het textiel verstopt. Daardoor kan de stof blijven ademen en blijft de stof elastisch.
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele waspoeder UltraWhite
Miele's waspoeder UltraWhite is ideaal voor zowel wit en licht wasgoed als voor gekleurd wasgoed dat erg vuil is.
Miele wasmiddel UltraColor
UltraColor, Miele's kleurwasmiddel, is ideaal voor het reinigen van gekleurd en zwart wasgoed. Dankzij zijn speciale samenstelling zorgt het ervoor dat vlek ken al op lage temperaturen effectief worden verwijderd en voorkomt het dat uw lievelingskleuren verbleken of ver kleuren.
-
Miele wasmiddel Delicaat voor wol en zijde
Miele wasmiddel Delicaat voor wol en zijde is ideaal om uw delicate wasgoed erg behoedzaam te reinigen en te ver zorgen. Dankzij zijn speciale formule zorgt het al voor een uitstekende reini ging vanaf een temperatuur van 20 °C en beschermt het de kleuren van uw fijn wasgoed.
-
Miele wasverzachter
Miele's wasverzachter laat uw wasgoed lekker fris en natuurlijk ruiken. Boven dien werkt de wasverzachter antistatisch als het wasgoed elektrisch wordt gedroogd en maakt het product uw was heerlijk zacht.
-
-
-
67
Wijzigingen voorbehouden/2313
M.-Nr. 09 655 780 / 00
M.-Nr. 09 655 780 / 00
Loading...