Miele Meteor 3023 WPS User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing wasautomaat Meteor 3023 WPS
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Zo zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan uw toestel.
M.-Nr. 06 622 440
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten vaak nog waardevolle
­materialen. Ze bevatten echter ook
­schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be handeling kunnen deze stoffen schade lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa
­raat dan ook nooit met het gewone af
val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af­danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
-
-
-
-
-
-
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel, telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
2
-
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Recycleerbare verpakking............................................2
Het afdanken van het apparaat ........................................2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bedieningspaneel .................................................10
Het toestel in bedrijf stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Milieuvriendelijk wassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Stroom- en waterverbruik .........................................12
Wasmiddel ....................................................12
De juiste bijkomende functie kiezen (Kort, Inweken, Voorwas) ............12
Tip voor het aansluitende machinale drogen ..........................12
Zo wast u juist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Korte handleiding .................................................13
Bijkomende functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Kort ............................................................18
Voorwas .........................................................18
Inweken .........................................................18
Extra water .......................................................18
Centrifugeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Eindtoerental .....................................................19
Centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten ........................19
Niet centrifugeren op het einde van het programma (Spoelstop) ..........19
Zonder centrifugeren tussen de spoelbeurten en op het einde
van het programma .............................................19
Programmaoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
3
Inhoud
Onderhoudssymbolen op het etiket. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Programmaverloop wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Afbreken ........................................................25
Onderbreken .....................................................25
Wijzigen .........................................................25
Programma ....................................................25
Een programmastap overslaan .......................................25
Was toevoegen / uit het toestel halen ..................................26
Wasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Het juiste wasmiddel ...............................................27
Onthardingsmiddel ................................................28
Combinaties......................................................28
Middelen voor de nabehandeling van het wasgoed .......................29
Wasverzachter, vormspoeler, vloeibaar stijfsel automatisch doseren .......29
Wasverzachter, vormspoeler of stijfsel in een apart programma ...........29
Ontkleuren/kleuren.................................................29
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Reiniging van de trommel ...........................................30
De ommanteling en het bedieningspaneel reinigen .......................30
De wasmiddellade schoonmaken .....................................30
Het watertoevoerzeefje reinigen ......................................32
Storingen verhelpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Wat gedaan als . . . ...............................................33
Het programma start niet. ...........................................33
Het wasprogramma werd afgebroken en er wordt een fout gemeld. ..........34
Het wasprogramma verloopt normaal hoewel er een storing wordt gemeld. ....35
Algemene problemen met de wasautomaat .............................36
Een niet-bevredigend wasresultaat ....................................37
De deur gaat niet via de toets Deur open ...............................38
De toesteldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomonderbreking ........39
Verstopte afvoer ................................................39
4
Inhoud
Technische dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Herstellingen...................................................41
Het programma updaten (moderniseren).............................41
Garantie: voorwaarden en duur ....................................41
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................41
Opstellen en aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Vooraanzicht .....................................................42
Achteraanzicht....................................................43
Plaats van opstelling ...............................................44
De machine opstellen ............................................44
De transportbeveiliging wegnemen....................................44
De transportbeveiliging weer monteren ................................46
De wasautomaat gelijk zetten ........................................47
De voetjes uitdraaien en met de contramoeren vastzetten ...............47
Inbouwen onder een doorlopend werkblad ...........................48
Was- en droogzuil...............................................48
Het Miele-lekbeveiligingssysteem .....................................49
Watertoevoer .....................................................50
Waterafvoer ......................................................51
Elektrische aansluiting ..............................................52
Verbruiksgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Programmeerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Extra water .......................................................56
Behoedzame modus ...............................................57
Afkoelfunctie voor Wit/Bont ..........................................58
Geheugenfunctie ..................................................59
Inweektijd........................................................60
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die door hun fysieke, Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel op lopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiksaanwijzing voor u uw wasautomaat in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, het gebruik en het onderhoud van uw wasauto maat. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan uw wasauto maat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing goed en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
-
-
Juist gebruik
De wasautomaat mag u enkel ge-
bruiken om wasgoed te wassen waarvan de fabrikant verklaart dat het machinaal wasbaar is. Alle andere toe passingen zijn misschien gevaarlijk. Miele is niet verantwoordelijk voor scha de die wordt veroorzaakt door een an der gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
-
-
-
zintuiglijke of geestelijke mogelijk heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om de was automaat veilig te bedienen, mogen deze wasautomaat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een ver antwoordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Zie toe op kinderen nabij de was
automaat. Laat ze nooit met de wasautomaat spelen.
Kinderen mogen de wasautomaat
alleen maar gebruiken wanneer hen de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze deze veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen be­seffen.
Denk eraan dat de ronde glazen
deur heet wordt wanneer u op hoge temperaturen wast. Voorkom daarom dat kinderen tijdens de werking de ronde glazen deur aan raken.
-
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Vóórdat de wasautomaat wordt op
gesteld, controleert u of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag u niet opstellen en in gebruik nemen.
Op het typeplaatje van de wasau
tomaat vindt u gegevens in ver band met de aansluiting van uw toestel (zekering, spanning en frequentie). Al vorens u de wasautomaat aansluit, vergelijkt u deze gegevens met die van uw elektrische installatie. Vraag eventu eel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van deze
wasautomaat wordt enkel gewaar­borgd als het toestel op een aardsys­teem aangesloten is dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat aan deze fun­damentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw installatie door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroor zaakt doordat de aardleiding onderbro ken was of gewoon ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer. Gebruik van een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee op brand.
Laat defecte onderdelen enkel ver
vangen door originele Miele-ver vangstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
-
-
-
-
-
Door ondeskundig uitgevoerde re
-
-
-
-
paraties kunnen er onvoorziene ri sico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan de fabrikant niet aanspra kelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uitvoeren door vak mensen die door Miele erkend zijn.
Is het aansluitsnoer beschadigd,
laat het dan vervangen door een vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Bij storingen of bij een reinigings-
en onderhoudsbeurt is de wasau tomaat alleen dan van het elektriciteits­net losgekoppeld in de volgende geval­len:
– de stekker van de wasautomaat is uit
het stopcontact getrokken, of
– de zekering op uw elektrische instal-
latie is uitgeschakeld, of
– de schroefzekering op uw elektrische
installatie is helemaal uitgedraaid.
Het waterproofsysteem van Miele
beschermt tegen waterschade als de volgende voorwaarden vervuld zijn:
het toestel wordt geïnstalleerd zoals het hoort wat stroomvoorziening en wateraansluiting aangaat,
het toestel wordt gerepareerd en/of onderdelen worden vervangen als er schade wordt vastgesteld.
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij commercieel gebruik van de
wasautomaat moet rekening wor den gehouden met de voorschriften inzake bedrijfsveiligheid. Het is aan te bevelen de controles uit te voeren overeenkomstig de Duitse Berufsgenossenschaftliche Regel ­BGR 500/hoofdstuk 2.6/paragraaf 4. Het voor de testdocumentatie vereiste testboek is verkrijgbaar bij de Tech nische Dienst van Miele.
Als u dit toestel niet op een vaste
plaats installeert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoe ren door vakmensen. Die moeten er­voor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
-
-
-
Efficiënt gebruik
Stel uw wasautomaat niet op in een
vertrek waar het kan vriezen. Be­vroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De betrouwbaar­heid van de elektronische elementen kan door temperaturen onder het vries punt in het gedrang komen.
Verwijder de transportbeveiliging
op de achterzijde voor u uw toestel in gebruik neemt. Zie rubriek "Opstellen en aansluiten", alinea "Transportbeveili ging verwijderen". Als die beveiliging niet verwijderd is, kan die tijdens het centrifugeren schade toebrengen aan het toestel. Ook aan meubelen of appa raten ernaast kan er schade optreden.
Doe de waterkraan dicht bij
langere afwezigheid (bijv. vakan tie). Vooral wanneer er zich vlakbij het toestel geen afvoer in de vloer bevindt.
Overstromingsgevaar!
Voor u de afvoerslang in een spoelbak hangt, dient u te controleren of het water vlot genoeg wegvloeit. Maak de waterafvoerslang vast opdat ze niet zou wegglijden! Door de terugstoot van het wegvloeiende water kan de slang anders uit de spoelbak worden geslingerd.
Let erop dat er geen voorwerpen
zoals spijkers, naalden, geldstukken of paperclips worden mee­gewassen. Deze voorwerpen kunnen schade toebrengen aan onderdelen van het toestel, bijv. aan kuip of trom­mel. Deze beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt uw was bescha­digen.
Als u het wasmiddel juist doseert,
-
-
-
hoeft u uw toestel niet te ontkalken. Is uw toestel zo erg verkalkt dat het moet worden ontkalkt, gebruik dan spe ciaal ontkalkingmiddel met corrosiebe scherming. Dit middel kunt u bij uw Miele-handelaar of de Technische Dienst van Miele verkrijgen. Volg de ge bruiksaanwijzing van het ontkalkingmiddel strikt op.
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
dende reinigingsmiddelen behan deld is, moet voordat het in de wasau tomaat wordt gewassen, grondig in zui ver water worden uitgespoeld.
Gebruik in dit toestel nooit reini
gingsmiddelen die oplosmiddel (bijv. wasbenzine) bevatten. Er kan na melijk schade optreden aan sommige onderdelen van het toestel. Er kunnen ook giftige dampen ontstaan. Boven dien bestaat er bij deze middelen brand- en ontploffingsgevaar.
Gebruik in dit toestel nooit reini
gingsmiddelen die oplosmiddel (bijv. wasbenzine) bevatten. Die kun­nen schade toebrengen aan vochtige kunststof oppervlakken.
Kleurmiddelen dienen voor gebruik
in wasautomaten geschikt te zijn. Ze mogen enkel in beperkte mate - zo­als voor een huishouden - worden ge­bruikt. Volg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant strikt op.
-
-
-
Toebehoren
-
-
-
-
-
Alleen toebehoren dat Miele uit
drukkelijk heeft goedgekeurd, mag worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen gemon teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaan sprakelijkheid.
Miele is niet aansprakelijk voor scha de die ontstaan is doordat deze vei ligheidsrichtlijnen niet in acht wer den genomen.
-
-
-
-
-
-
Ontkleuringsmiddel kan wegens
zijn zwavelhoudende verbindingen corrosie tot stand brengen. U mag geen ontkleuringsmiddel in uw wasau tomaat gebruiken.
Als er vloeibaar wasmiddel in uw
ogen terechtkomt, spoel ze dan met zuiver lauwwarm water uit. Bij inslikken, direct een arts raadplegen. Personen met gekwetste of gevoelige huid moeten elk contact met het vloei bare wasmiddel mijden.
-
-
9
Bediening
Bedieningspaneel
a Toets Start
start het wasprogramma
b Toetsen voor de bijkomende func-
ties
om de bijkomende functies te kiezen Met de bovenste toets kunt u tussen de bijkomende functies Kort, Voor- was, Inweken kiezen. Met de onderste toets kunt u de bij­komende functie Extra water kiezen. Verklikkerlichtje aan = gekozen Verklikkerlichtje uit = niet gekozen
c Verklikkerlichtjes voor het centri
fugeertoerental
d Toets centrifugeren
om het centrifugeertoerental te wijzi gen of om spoelstop of zonder cen trifugeren te kiezen
-
e Programmakiezer
om een basiswasprogramma en de daarbijbehorende temperatuur te kiezen. Deze knop kunt u zowel naar rechts als naar links draaien.
f Aanduiding programmaverloop
informeert tijdens het wasprogramma over de programmafase die bereikt is.
g Verklikkerlichtjes voor service en
storingen
h Toets jk
in-/uitschakelen of programma on derbreken
i Toets Deur
-
-
opent de vuldeur
-
10
Het toestel in bedrijf stellen
Laat het toestel voor de eerste was beurt degelijk opstellen en aan sluiten. Hou daarbij rekening met de rubriek "Opstellen en aansluiten".
Uit veiligheidsoverwegingen kan u het toestel niet laten centrifugeren voordat het voor het eerst in bedrijf werd ge steld. Om het centrifugeren te laten werken dient u eerst een wasprogram ma zonder wasgoed middel te laten uitvoeren.
Gebruikt u wasmiddel, dan kan er overdreven schuim worden gevormd!
Meteen wordt dan ook het kogelventiel in de waterafvoer geactiveerd. Dit ven­tiel zorgt ervoor dat het wasmiddel vol­ledig wordt benut.
^ Draai de waterkraan open. ^ Druk de toets jk in. ^ Draai de programmakiezer op
Bont 60°C.
en zonder was
-
-
-
-
-
^
Druk op de toets Start.
Na afloop van dit programma is de in bedrijfstelling afgesloten.
-
11
Milieuvriendelijk wassen
Stroom- en waterverbruik
Benut de maximumlading die bij elk
wasprogramma wordt opgegeven. Dan zijn het stroom- en waterver
­bruik, in verhouding tot de totale hoe veelheid wasgoed, het geringst.
Gebruik de programma's Automatic
en Express voor kleinere hoeveelhe den wasgoed.
Bij een kleine lading in het program
ma Wit/Bont vermindert de wasauto
-
­maat automatisch het water, de tijd en de energie die nodig zijn. Het kan dus gebeuren dat de aangeduide programmaduur in de loop van een wasprogramma wordt aangepast.
– Gebruik in plaats van het programma
Wit/bont 95°C het programma Wit/ bont 60°C. Zo spaart u tussen 35 à
45 % stroom. Voor het meeste vuil is dit programma ruim voldoende. Bij hardnekkig of ouder vuil gebruikt u de bijkomende functie Inweken.
Maak gebruik van de bijkomende functie Inweken in plaats van Voor
-
was. Tijdens het inweken en de daar
opvolgende hoofdwas wordt dan het zelfde sop gebruikt.
Wasmiddel
Gebruik telkens maar zoveel was
middel als op de verpakking staat aangegeven.
­Gebruik bij kleinere ladingen minder
wasmiddel (ca.
1
/3minder wasmiddel
bij een halve lading).
-
De juiste bijkomende functie kiezen (Kort, Inweken, Voorwas)
Kies voor:
lichtjes vuil wasgoed
zonder zichtba re vlekken een wasprogramma met de bijkomende functie Kort.
– normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een waspro­gramma zonder bijkomende functie.
– heel sterk vervuild wasgoed
wasprogramma met de bijkomende functie Inweken.
– wasgoed met een grote hoeveelheid
vuil (bijv. stof, zand) de bijkomende functie Voorwas.
-
Tip voor het aansluitende machinale
-
drogen
Kies het hoogst mogelijke centrifu geertoerental dat het wasprogramma te bieden heeft. Zo spaart u achteraf stroom bij het drogen in een trom meldroger.
-
-
een
-
-
12
Korte handleiding
De zinnen met de getallen (A, B, C,...)kanualsbeknopte handleiding
gebruiken.
A Het wasgoed voorbereiden
^ Maak de zakken leeg.
,
Metalen voorwerpen als spijkers, geldstukken, papierklemmen kun­nen het wasgoed en onderdelen van de machine beschadigen.
De vlekken vooraf behandelen
^
Verwijder eventuele vlekken uit het textiel voor u het wast. Doe dat bij voorkeur terwijl de vlekken nog vers zijn. Dop de vlekken weg met een doekje dat geen kleur afgeeft. Niet wrijven!
Speciale vlekken als die van bloed, eie ren, koffie, thee e.d. kan u vaak met een truukje wegkrijgen. Zo u problemen heeft met bevlekt textiel, kan u bij uw Miele-handelaar of rechtstreeks in het Miele-filiaal een boekje met tips over het behandelen van speciale vlekken krijgen.
Zo wast u juist
Bij de behandeling van textiel
,
met een schoonmaakmiddel op ba sis van oplosmiddel (schoonmaak benzine) zie erop toe dat er geen kunststof in contact komt met het schoonmaakmiddel.
Gebruik nooit synthetische reini
,
gingsmiddelen (die oplosmiddel bevatten) in uw wasautomaat!
Het wasgoed sorteren
^ Sorteer het textiel volgens de kleur en
de symbolen op het onderhoudseti­ket. Dat vindt u in kragen en zomen.
Donker textiel vertoont de neiging bij de eerste wasbeurten kleur te verliezen. Om geen wasgoed te laten verkleuren, wast u licht en donker textiel het best apart.
Algemene tips
Bij gordijnen: de gordijnrolletjes en de loden band afnemen. U kan de gordijnen ook in een zak steken.
Bij bh's: geloste bh-beugels vast naaien of verwijderen.
Bij breigoed, jeans, broeken, t-shirts en sweaters: binnenstebuiten keren zo de fabrikant dat aanbeveelt.
Doe ritssluitingen, haakjes en oogjes
­voor het wassen dicht.
Knoop kussens en slopen dicht. Zo komen er geen kleine spulletjes in te recht.
Was in deze machine nooit textiel met de aanduiding niet wasbaar (onder houdssymbool h).
-
-
-
-
-
-
13
Zo wast u juist
B De wasautomaat inschakelen
C De wasautomaat laden
Open de vuldeur met de toets Deur.
^
Leg de was opengevouwen en losjes
^
in de trommel. Door textiel van ver schillend formaat in de trommel te stoppen, verbetert het waseffect en raakt de was tijdens het centrifugeren beter verdeeld.
Bij de maximumlading zijn het stroom­en waterverbruik het laagst in verhou ding tot de totale lading. Als u te veel wasgoed laadt, vermindert het wasre sultaat en komen er meer kreuken in de was voor.
Let erop dat er geen wasgoed tus­sen de deur en de dichtingring ge­klemd zit.
-
-
-
D Programma kiezen
^ Draai de programmakiezer op het
gewenste programma.
^
Doe de vuldeur met een lichte zwaai dicht.
14
Zo wast u juist
E Een bijkomende functie selecteren
Met de bovenste toets kiest u de bijko mende functies in de onderstaande volgorde: Kort of Voorwas of Inweken of geen keuze.
Met de onderste toets kiest u de bijko mende functie Extra water.
^ Kies de gewenste bijkomende func-
tie.
Niet bij elk wasprogramma kunt u alle bijkomende functies kiezen.
-
-
F Een centrifugeertoerental kiezen
Druk zo vaak op de toets "Centrifuge
^
ren" tot het verklikkerlichtje van het gewenste toerental aangaat.
-
Kunt u een bepaalde bijkomende functie niet kiezen, dan is dat voor dit wasprogramma niet toegelaten.
15
Zo wast u juist
G Het wasmiddel toevoegen
Het is belangrijk juist te doseren, want ...
. . . gebruikt u te weinig wasmiddel, dan
wordt het wasgoed niet proper en na
verloop van tijd ook grauw en hard.
vormen er zich vetluizen op het was
goed
hecht er zich kalk op de verwar
mingselementen
. . . Gebruikt u te veel wasmiddel,
dan wordt er te veel schuim gevormd
wat het effect van de wasbewe­gingen verzwakt. De was-, spoel- en centrifugeerresultaten gaan dan ook achteruit.
– dan stijgt het waterverbruik. Wegens
het vele schuim wordt er immers au­tomatisch een bijkomende spoel­beurt ingelast.
– dan wordt het milieu zwaarder belast
-
-
Trek de wasmiddellade ietwat uit.
^
Giet het wasmiddel in de vakjes:
i
Wasmiddel voor de voorwas (opsplitsing van de totaal aanbevo­len hoeveelheid wasmiddel: vakje i en
2
/3in vakje j)
j
Wasmiddel voor de hoofdwas alsook voor het inweken
§
1
/3in
16
Wasverzachter, vormspoeler of vloei baar stijfsel
^
Sluit de wasmiddellade.
Meer details over wasmiddelen en de dosering ervan vindt u in de rubriek "Wasmiddel".
-
H Een programma starten
Druk op de knipperende toets Start.
^
Zo wast u juist
I Het wasgoed uit de trommel ne
men
Het verklikkerlichtje Kreukbescherming/ einde signaleert het programma-einde.
Open de vuldeur met de toets Deur.
^
Neem het wasgoed uit de trommel.
^
Vergeet geen stukken wasgoed in de trommel! Dat kan bij de daarop volgende wasbeurt krimpen of ander wasgoed verkleuren.
-
­Zie na of er niets in de dichtingring
^
achtergebleven is.
^ Druk op de toets jk en laat hem uit-
springen. Draai de programmakiezer daarna op Einde.
^ Sluit de vuldeur. Anders bestaat het
risico dat er onverhoeds voorwerpen in de trommel terechtkomen. Die kun­nen dan per vergissing mee worden gewassen en het wasgoed bescha­digen.
17
Bijkomende functies
U kunt de wasprogramma's met bijko mende functies aanvullen.
-
Kort
Voor lichtjes vuil wasgoed zonder zichtbare vlekken.
De duur van de hoofdwas wordt inge kort.
In de programma's Donker wasgoed en Jeans worden er 2 in plaats van 3 spoelbeurten uitgevoerd.
-
Voorwas
Voor wasgoed waarin veel vuil zit, bijv. stof en zand.
Inweken
Voor erg vuil wasgoed en wasgoed met eiwithoudende vlekken, bijv. van bloed, vet en cacao.
Extra water
Laat u het wasproces liever met meer water verlopen, dan kunt u uit vier in stellingen voor de toets Extra water kie zen. Die zijn nader toegelicht in de ru briek "Programmeerfuncties", alinea "Extra water".
In de fabriek werd uw toestel zo inge steld dat het, nadat u de toets Extra wa ter ingedrukt hebt, zowel bij het wassen als bij het spoelen meer water gebruikt.
-
-
-
-
-
De inweektijd kunt u, in stappen van 30 minuten, instellen van 30 minuten tot 2 uur.
De fabrieksinstelling bedraagt 2 uur.
Hoe u dat moet programmeren, staat beschreven in de rubriek "Program meerfuncties", alinea "Inweken".
18
-
Centrifugeren
Eindtoerental
Programma´s Omw/min
Wit/Bont 1400
Kreukherstellend 1200
Fijn wasgoed 600
Automatic 900
Donker wasgoed 1200
Overhemden 600
Jeans 900
Express 1400
Zijde 400
Wol 1200
Pompen/Centrifugeren 1400
Extra spoelen/stijven 1200
U kunt het eindtoerental verminderen. Een hoger toerental dan hierboven ver­meld kunt u echter niet kiezen.
Centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten
Het wasgoed wordt na de hoofdwas en tussen de spoelbeurten gecentrifu­geerd. Zo het eindtoerental beperkt werd, gaat dit eveneens op voor het toerental voor en tussen de spoel beurten. In het programma Wit/bont wordt er een extra spoelbeurt ingelast als het toerental kleiner is dan 700 t/ min.
-
Niet centrifugeren op het einde van het programma (Spoelstop)
Kies de instelling Spoelstop. Het
^
wasgoed blijft na de laatste spoel
­beurt in het water liggen. Daardoor wordt de kreukvorming beperkt in
­dien u de was niet meteen na het einde van het programma uit de trommel haalt.
Centrifugeren op het einde van het
programma starten:
Het verklikkerlichtje Spoelstop van de toets "centrifugeren" licht op. Kies via de toets "centrifugeren" het ge­wenste toerental. De wasautomaat begint te centrifugeren.
– Programma beëindigen
:
Druk op de toets Deur. Het water wordt weggepompt. Druk daarna nog eens op toets Deur om de vul­deur te openen.
Zonder centrifugeren tussen de spoelbeurten en op het einde van het programma
^
Kies de instelling Zonder centrifuge
-
ren. Na de laatste spoelbeurt wordt
het water weggepompt en de kreuk
­bescherming ingeschakeld. Bij deze instelling wordt er in de programma's
Wit/Bont, Kreukherstellend en Auto
-
matic een bijkomende spoelbeurt in
gelast.
-
19
Programmaoverzicht
Wit/Bont van 95°C tot 30°C maximaal 6,0 kg
Textielsoort Katoen, linnen of gemengde weefsels
Bijkomende functies Kort of Voorwas of Inweken, Extra water
Opmerking voor testinstellingen:
Kort programma: lading van 3,0 kg en bijkomende functie Kort
Kreukherstellend van 60°C tot 30°C maximaal 3,0 kg
Textielsoort Synthetische vezels, gemengde weefsels of katoen met
kreukherstellende eigenschappen.
Bijkomende functies Kort of Voorwas of Inweken, Extra water
Fijn wasgoed van 40°C tot koud maximaal 2,0 kg
Textielsoort Voor delicaat wasgoed uit synthetische vezels, gemengde
weefsels, kunstzijde Volgens de fabrikant wasbare gordijnen.
Bijkomende functies Kort of Voorwas of Inweken Tip – Door het fijne stof dat zich in gordijnen nestelt, is er
vaak een programma met Voorwas vereist.
– Bij kreukgevoelige gordijnen beperkt u het centrifu-
geertoerental of laat u geen centrifugeren uitvoeren.
Automatic 40°C maximaal 3,5 kg
Textielsoort Lading met gemengd wasgoed voor de programma's Wit/
Bont en Kreukherstellend
Bijkomende functies Kort of Voorwas of Inweken, Extra water
Donker wasgoed 40°C maximaal 3,0 kg
Wasgoed Donker wasgoed uit katoen of gemengde weefsels.
Bijkomende functies Kort of Voorwas of Inweken
Tip Was die stukken met de binnenzijde naar buiten.
20
Loading...
+ 44 hidden pages