Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
nl-BE
M.-Nr. 06 622 440
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio
neren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be
handeling kunnen deze stoffen schade
lijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
-
-
-
-
-
-
–
de handelaar bij wie u het kocht
of
–
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
–
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
2
-
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Personen die door hun fysieke,
Deze wasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsvoor
schriften. Door ondeskundig gebruik
kunnen gebruikers echter letsel op
lopen en kan er schade optreden
aan het toestel.
Lees de gebruiksaanwijzing voor u
uw wasautomaat in gebruik neemt.
U vindt er belangrijke opmerkingen
omtrent uw veiligheid, het gebruik
en het onderhoud van uw wasauto
maat. Dat is veiliger voor uzelf en u
vermijdt schade aan uw wasauto
maat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing goed
en geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
-
-
-
-
Juist gebruik
De wasautomaat mag u enkel ge-
bruiken om wasgoed te wassen
waarvan de fabrikant verklaart dat het
machinaal wasbaar is. Alle andere toe
passingen zijn misschien gevaarlijk.
Miele is niet verantwoordelijk voor scha
de die wordt veroorzaakt door een an
der gebruik dan wat hier wordt vermeld
of door foutieve bediening.
-
-
-
zintuiglijke of geestelijke mogelijk
heden of hun onervarenheid of gebrek
aan kennis niet in staat zijn om de was
automaat veilig te bedienen, mogen
deze wasautomaat alleen onder het
toezicht of de begeleiding van een ver
antwoordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Zie toe op kinderen nabij de was
automaat. Laat ze nooit met de
wasautomaat spelen.
Kinderen mogen de wasautomaat
alleen maar gebruiken wanneer
hen de bediening ervan zo uitgelegd is
dat ze deze veilig kunnen bedienen.
Kinderen moeten de eventuele risico's
van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Denk eraan dat de ronde glazen
deur heet wordt wanneer u op
hoge temperaturen wast.
Voorkom daarom dat kinderen tijdens
de werking de ronde glazen deur aan
raken.
-
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Vóórdat de wasautomaat wordt op
gesteld, controleert u of het toestel
zichtbaar beschadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag u
niet opstellen en in gebruik nemen.
Op het typeplaatje van de wasau
tomaat vindt u gegevens in ver
band met de aansluiting van uw toestel
(zekering, spanning en frequentie). Al
vorens u de wasautomaat aansluit,
vergelijkt u deze gegevens met die van
uw elektrische installatie. Vraag eventu
eel uitleg aan een elektricien als u niet
zeker bent.
De elektrische veiligheid van deze
wasautomaat wordt enkel gewaarborgd als het toestel op een aardsysteem aangesloten is dat volgens de
voorschriften werd geïnstalleerd.
Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is
voldaan. In geval van twijfel dient u uw
installatie door een vakman of vakvrouw
te laten nakijken.
Miele kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor schade die werd veroor
zaakt doordat de aardleiding onderbro
ken was of gewoon ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer. Gebruik van
een verlengsnoer verhoogt het risico op
oververhitting en daarmee op brand.
Laat defecte onderdelen enkel ver
vangen door originele Miele-ver
vangstukken. Enkel dan bent u zeker
dat ze ten volle voldoen aan de eisen
die Miele qua veiligheid stelt.
-
-
-
-
-
Door ondeskundig uitgevoerde re
-
-
-
-
paraties kunnen er onvoorziene ri
sico's ontstaan voor de gebruiker.
Daarvoor kan de fabrikant niet aanspra
kelijk worden gesteld. Reparaties mag
u uitsluitend laten uitvoeren door vak
mensen die door Miele erkend zijn.
Is het aansluitsnoer beschadigd,
laat het dan vervangen door een
vakman die door Miele erkend is. Zo
vermijdt u risico's voor wie het toestel
gebruikt.
Bij storingen of bij een reinigings-
en onderhoudsbeurt is de wasau
tomaat alleen dan van het elektriciteitsnet losgekoppeld in de volgende gevallen:
– de stekker van de wasautomaat is uit
het stopcontact getrokken, of
– de zekering op uw elektrische instal-
latie is uitgeschakeld, of
– de schroefzekering op uw elektrische
installatie is helemaal uitgedraaid.
Het waterproofsysteem van Miele
beschermt tegen waterschade als
de volgende voorwaarden vervuld zijn:
–
het toestel wordt geïnstalleerd zoals
het hoort wat stroomvoorziening en
wateraansluiting aangaat,
–
het toestel wordt gerepareerd en/of
onderdelen worden vervangen als er
schade wordt vastgesteld.
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij commercieel gebruik van de
wasautomaat moet rekening wor
den gehouden met de voorschriften
inzake bedrijfsveiligheid.
Het is aan te bevelen de controles uit te
voeren overeenkomstig de Duitse
Berufsgenossenschaftliche Regel BGR 500/hoofdstuk 2.6/paragraaf 4.
Het voor de testdocumentatie vereiste
testboek is verkrijgbaar bij de Tech
nische Dienst van Miele.
Als u dit toestel niet op een vaste
plaats installeert, bijv. op een
schip, laat dit karwei dan enkel uitvoe
ren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt
gebruiken.
-
-
-
Efficiënt gebruik
Stel uw wasautomaat niet op in een
vertrek waar het kan vriezen. Bevroren waterslangen kunnen onder druk
scheuren of springen. De betrouwbaarheid van de elektronische elementen
kan door temperaturen onder het vries
punt in het gedrang komen.
Verwijder de transportbeveiliging
op de achterzijde voor u uw toestel
in gebruik neemt. Zie rubriek "Opstellen
en aansluiten", alinea "Transportbeveili
ging verwijderen". Als die beveiliging
niet verwijderd is, kan die tijdens het
centrifugeren schade toebrengen aan
het toestel. Ook aan meubelen of appa
raten ernaast kan er schade optreden.
Doe de waterkraan dicht bij
langere afwezigheid (bijv. vakan
tie). Vooral wanneer er zich vlakbij het
toestel geen afvoer in de vloer bevindt.
Overstromingsgevaar!
Voor u de afvoerslang in een
spoelbak hangt, dient u te controleren
of het water vlot genoeg wegvloeit.
Maak de waterafvoerslang vast opdat
ze niet zou wegglijden! Door de
terugstoot van het wegvloeiende water
kan de slang anders uit de spoelbak
worden geslingerd.
Let erop dat er geen voorwerpen
zoals spijkers, naalden,
geldstukken of paperclips worden meegewassen. Deze voorwerpen kunnen
schade toebrengen aan onderdelen
van het toestel, bijv. aan kuip of trommel. Deze beschadigde onderdelen
kunnen op hun beurt uw was beschadigen.
Als u het wasmiddel juist doseert,
-
-
-
hoeft u uw toestel niet te ontkalken.
Is uw toestel zo erg verkalkt dat het
moet worden ontkalkt, gebruik dan spe
ciaal ontkalkingmiddel met corrosiebe
scherming. Dit middel kunt u bij uw
Miele-handelaar of de Technische
Dienst van Miele verkrijgen. Volg de ge
bruiksaanwijzing van het
ontkalkingmiddel strikt op.
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
dende reinigingsmiddelen behan
deld is, moet voordat het in de wasau
tomaat wordt gewassen, grondig in zui
ver water worden uitgespoeld.
Gebruik in dit toestel nooit reini
gingsmiddelen die oplosmiddel
(bijv. wasbenzine) bevatten. Er kan na
melijk schade optreden aan sommige
onderdelen van het toestel. Er kunnen
ook giftige dampen ontstaan. Boven
dien bestaat er bij deze middelen
brand- en ontploffingsgevaar.
Gebruik in dit toestel nooit reini
gingsmiddelen die oplosmiddel
(bijv. wasbenzine) bevatten. Die kunnen schade toebrengen aan vochtige
kunststof oppervlakken.
Kleurmiddelen dienen voor gebruik
in wasautomaten geschikt te zijn.
Ze mogen enkel in beperkte mate - zoals voor een huishouden - worden gebruikt. Volg de gebruiksaanwijzing van
de fabrikant strikt op.
-
-
-
Toebehoren
-
-
-
-
-
Alleen toebehoren dat Miele uit
drukkelijk heeft goedgekeurd, mag
worden gemonteerd of ingebouwd.
Worden er andere onderdelen gemon
teerd of ingebouwd, dan vervalt het
recht op waarborg en/of productaan
sprakelijkheid.
Miele is niet aansprakelijk voor scha
de die ontstaan is doordat deze vei
ligheidsrichtlijnen niet in acht wer
den genomen.
-
-
-
-
-
-
Ontkleuringsmiddel kan wegens
zijn zwavelhoudende verbindingen
corrosie tot stand brengen. U mag
geen ontkleuringsmiddel in uw wasau
tomaat gebruiken.
Als er vloeibaar wasmiddel in uw
ogen terechtkomt, spoel ze dan
met zuiver lauwwarm water uit. Bij
inslikken, direct een arts raadplegen.
Personen met gekwetste of gevoelige
huid moeten elk contact met het vloei
bare wasmiddel mijden.
-
-
9
Bediening
Bedieningspaneel
a Toets Start
start het wasprogramma
b Toetsen voor de bijkomende func-
ties
om de bijkomende functies te kiezen
Met de bovenste toets kunt u tussen
de bijkomende functies Kort, Voor-was, Inweken kiezen.
Met de onderste toets kunt u de bijkomende functie Extra water kiezen.
Verklikkerlichtje aan = gekozen
Verklikkerlichtje uit = niet gekozen
c Verklikkerlichtjes voor het centri
fugeertoerental
d Toets centrifugeren
om het centrifugeertoerental te wijzi
gen of om spoelstop of zonder centrifugeren te kiezen
-
e Programmakiezer
om een basiswasprogramma en de
daarbijbehorende temperatuur te
kiezen. Deze knop kunt u zowel naar
rechts als naar links draaien.
f Aanduiding programmaverloop
informeert tijdens het wasprogramma
over de programmafase die bereikt
is.
g Verklikkerlichtjes voor service en
storingen
h Toets jk
in-/uitschakelen of programma on
derbreken
i Toets Deur
-
-
opent de vuldeur
-
10
Het toestel in bedrijf stellen
Laat het toestel voor de eerste was
beurt degelijk opstellen en aan
sluiten. Hou daarbij rekening met de
rubriek "Opstellen en aansluiten".
Uit veiligheidsoverwegingen kan u het
toestel niet laten centrifugeren voordat
het voor het eerst in bedrijf werd ge
steld. Om het centrifugeren te laten
werken dient u eerst een wasprogram
ma zonder wasgoed
middel te laten uitvoeren.
Gebruikt u wasmiddel, dan kan er
overdreven schuim worden gevormd!
Meteen wordt dan ook het kogelventiel
in de waterafvoer geactiveerd. Dit ventiel zorgt ervoor dat het wasmiddel volledig wordt benut.
^ Draai de waterkraan open.
^ Druk de toets jk in.
^ Draai de programmakiezer op
Bont 60°C.
en zonder was
-
-
-
-
-
^
Druk op de toets Start.
Na afloop van dit programma is de in
bedrijfstelling afgesloten.
-
11
Milieuvriendelijk wassen
Stroom- en waterverbruik
Benut de maximumlading die bij elk
–
wasprogramma wordt opgegeven.
Dan zijn het stroom- en waterver
bruik, in verhouding tot de totale hoe
veelheid wasgoed, het geringst.
Gebruik de programma's Automatic
–
en Express voor kleinere hoeveelhe
den wasgoed.
Bij een kleine lading in het program
–
ma Wit/Bont vermindert de wasauto
-
maat automatisch het water, de tijd
en de energie die nodig zijn. Het kan
dus gebeuren dat de aangeduide
programmaduur in de loop van een
wasprogramma wordt aangepast.
– Gebruik in plaats van het programma
Wit/bont 95°C het programma Wit/
bont 60°C. Zo spaart u tussen 35 à
45 % stroom. Voor het meeste vuil is
dit programma ruim voldoende. Bij
hardnekkig of ouder vuil gebruikt u
de bijkomende functie Inweken.
–
Maak gebruik van de bijkomende
functie Inweken in plaats van Voor
-
was. Tijdens het inweken en de daar
opvolgende hoofdwas wordt dan het
zelfde sop gebruikt.
Wasmiddel
Gebruik telkens maar zoveel was
–
middel als op de verpakking staat
aangegeven.
Gebruik bij kleinere ladingen minder
–
wasmiddel (ca.
1
/3minder wasmiddel
bij een halve lading).
-
De juiste bijkomende functie kiezen
(Kort, Inweken, Voorwas)
Kies voor:
lichtjes vuil wasgoed
–
zonder zichtba
re vlekken een wasprogramma met
de bijkomende functie Kort.
– normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een wasprogramma zonder bijkomende functie.
– heel sterk vervuild wasgoed
wasprogramma met de bijkomende
functie Inweken.
– wasgoed met een grote hoeveelheid
vuil (bijv. stof, zand) de bijkomende
functie Voorwas.
-
Tip voor het aansluitende machinale
-
drogen
–
Kies het hoogst mogelijke centrifu
geertoerental dat het wasprogramma
te bieden heeft. Zo spaart u achteraf
stroom bij het drogen in een trom
meldroger.
-
-
een
-
-
12
Korte handleiding
De zinnen met de getallen (A, B,
C,...)kanualsbeknopte handleiding
gebruiken.
A Het wasgoed voorbereiden
^ Maak de zakken leeg.
,
Metalen voorwerpen als spijkers,
geldstukken, papierklemmen kunnen het wasgoed en onderdelen van
de machine beschadigen.
De vlekken vooraf behandelen
^
Verwijder eventuele vlekken uit het
textiel voor u het wast. Doe dat bij
voorkeur terwijl de vlekken nog vers
zijn. Dop de vlekken weg met een
doekje dat geen kleur afgeeft. Niet
wrijven!
Speciale vlekken als die van bloed, eie
ren, koffie, thee e.d. kan u vaak met
een truukje wegkrijgen. Zo u problemen
heeft met bevlekt textiel, kan u bij uw
Miele-handelaar of rechtstreeks in het
Miele-filiaal een boekje met tips over
het behandelen van speciale vlekken
krijgen.
Zo wast u juist
Bij de behandeling van textiel
,
met een schoonmaakmiddel op ba
sis van oplosmiddel (schoonmaak
benzine) zie erop toe dat er geen
kunststof in contact komt met het
schoonmaakmiddel.
Gebruik nooit synthetische reini
,
gingsmiddelen (die oplosmiddel
bevatten) in uw wasautomaat!
Het wasgoed sorteren
^ Sorteer het textiel volgens de kleur en
de symbolen op het onderhoudsetiket. Dat vindt u in kragen en zomen.
Donker textiel vertoont de neiging bij de
eerste wasbeurten kleur te verliezen.
Om geen wasgoed te laten verkleuren,
wast u licht en donker textiel het best
apart.
Algemene tips
–
Bij gordijnen: de gordijnrolletjes en
de loden band afnemen. U kan de
gordijnen ook in een zak steken.
–
Bij bh's: geloste bh-beugels vast
naaien of verwijderen.
–
Bij breigoed, jeans, broeken, t-shirts
en sweaters: binnenstebuiten keren
zo de fabrikant dat aanbeveelt.
–
Doe ritssluitingen, haakjes en oogjes
voor het wassen dicht.
–
Knoop kussens en slopen dicht. Zo
komen er geen kleine spulletjes in te
recht.
Was in deze machine nooit textiel met
de aanduiding niet wasbaar (onder
houdssymbool h).
-
-
-
-
-
-
13
Zo wast u juist
B De wasautomaat inschakelen
C De wasautomaat laden
Open de vuldeur met de toets Deur.
^
Leg de was opengevouwen en losjes
^
in de trommel. Door textiel van ver
schillend formaat in de trommel te
stoppen, verbetert het waseffect en
raakt de was tijdens het centrifugeren
beter verdeeld.
Bij de maximumlading zijn het stroomen waterverbruik het laagst in verhou
ding tot de totale lading. Als u te veel
wasgoed laadt, vermindert het wasre
sultaat en komen er meer kreuken in de
was voor.
Let erop dat er geen wasgoed tussen de deur en de dichtingring geklemd zit.
-
-
-
D Programma kiezen
^ Draai de programmakiezer op het
gewenste programma.
^
Doe de vuldeur met een lichte zwaai
dicht.
14
Zo wast u juist
E Een bijkomende functie selecteren
Met de bovenste toets kiest u de bijko
mende functies in de onderstaande
volgorde: Kort of Voorwas of Inweken of
geen keuze.
Met de onderste toets kiest u de bijko
mende functie Extra water.
^ Kies de gewenste bijkomende func-
tie.
Niet bij elk wasprogramma kunt u alle
bijkomende functies kiezen.
-
-
F Een centrifugeertoerental kiezen
Druk zo vaak op de toets "Centrifuge
^
ren" tot het verklikkerlichtje van het
gewenste toerental aangaat.
-
Kunt u een bepaalde bijkomende
functie niet kiezen, dan is dat voor dit
wasprogramma niet toegelaten.
15
Zo wast u juist
G Het wasmiddel toevoegen
Het is belangrijk juist te doseren, want
...
. . . gebruikt u te weinig wasmiddel, dan
wordt het wasgoed niet proper en na
–
verloop van tijd ook grauw en hard.
vormen er zich vetluizen op het was
–
goed
hecht er zich kalk op de verwar
–
mingselementen
. . . Gebruikt u te veel wasmiddel,
dan wordt er te veel schuim gevormd
–
wat het effect van de wasbewegingen verzwakt. De was-, spoel- en
centrifugeerresultaten gaan dan ook
achteruit.
– dan stijgt het waterverbruik. Wegens
het vele schuim wordt er immers automatisch een bijkomende spoelbeurt ingelast.
– dan wordt het milieu zwaarder belast
-
-
Trek de wasmiddellade ietwat uit.
^
Giet het wasmiddel in de vakjes:
i
Wasmiddel voor de voorwas
(opsplitsing van de totaal aanbevolen hoeveelheid wasmiddel:
vakje i en
2
/3in vakje j)
j
Wasmiddel voor de hoofdwas alsook
voor het inweken
§
1
/3in
16
Wasverzachter, vormspoeler of vloei
baar stijfsel
^
Sluit de wasmiddellade.
Meer details over wasmiddelen en de
dosering ervan vindt u in de rubriek
"Wasmiddel".
-
H Een programma starten
Druk op de knipperende toets Start.
^
Zo wast u juist
I Het wasgoed uit de trommel ne
men
Het verklikkerlichtje Kreukbescherming/
einde signaleert het programma-einde.
Open de vuldeur met de toets Deur.
^
Neem het wasgoed uit de trommel.
^
Vergeet geen stukken wasgoed in
de trommel! Dat kan bij de daarop
volgende wasbeurt krimpen of ander
wasgoed verkleuren.
-
Zie na of er niets in de dichtingring
^
achtergebleven is.
^ Druk op de toets jk en laat hem uit-
springen. Draai de programmakiezer
daarna op Einde.
^ Sluit de vuldeur. Anders bestaat het
risico dat er onverhoeds voorwerpen
in de trommel terechtkomen. Die kunnen dan per vergissing mee worden
gewassen en het wasgoed beschadigen.
17
Bijkomende functies
U kunt de wasprogramma's met bijko
mende functies aanvullen.
-
Kort
Voor lichtjes vuil wasgoed zonder
zichtbare vlekken.
De duur van de hoofdwas wordt inge
kort.
In de programma's Donker wasgoed en
Jeans worden er 2 in plaats van 3
spoelbeurten uitgevoerd.
-
Voorwas
Voor wasgoed waarin veel vuil zit, bijv.
stof en zand.
Inweken
Voor erg vuil wasgoed en wasgoed
met eiwithoudende vlekken, bijv. van
bloed, vet en cacao.
Extra water
Laat u het wasproces liever met meer
water verlopen, dan kunt u uit vier in
stellingen voor de toets Extra water kie
zen. Die zijn nader toegelicht in de ru
briek "Programmeerfuncties", alinea
"Extra water".
In de fabriek werd uw toestel zo inge
steld dat het, nadat u de toets Extra water ingedrukt hebt, zowel bij het wassen
als bij het spoelen meer water gebruikt.
-
-
-
-
-
–
De inweektijd kunt u, in stappen van
30 minuten, instellen van 30 minuten
tot 2 uur.
–
De fabrieksinstelling bedraagt 2 uur.
Hoe u dat moet programmeren, staat
beschreven in de rubriek "Program
meerfuncties", alinea "Inweken".
18
-
Centrifugeren
Eindtoerental
Programma´sOmw/min
Wit/Bont1400
Kreukherstellend1200
Fijn wasgoed600
Automatic900
Donker wasgoed1200
Overhemden600
Jeans900
Express1400
Zijde400
Wol1200
Pompen/Centrifugeren1400
Extra spoelen/stijven1200
U kunt het eindtoerental verminderen.
Een hoger toerental dan hierboven vermeld kunt u echter niet kiezen.
Centrifugeren voor en tussen de
spoelbeurten
Het wasgoed wordt na de hoofdwas en
tussen de spoelbeurten gecentrifugeerd. Zo het eindtoerental beperkt
werd, gaat dit eveneens op voor het
toerental voor en tussen de spoel
beurten. In het programma Wit/bont
wordt er een extra spoelbeurt ingelast
als het toerental kleiner is dan 700 t/
min.
-
Niet centrifugeren op het einde van
het programma (Spoelstop)
Kies de instelling Spoelstop. Het
^
wasgoed blijft na de laatste spoel
beurt in het water liggen. Daardoor
wordt de kreukvorming beperkt in
dien u de was niet meteen na het
einde van het programma uit de
trommel haalt.
Centrifugeren op het einde van het
–
programma starten:
Het verklikkerlichtje Spoelstop van
de toets "centrifugeren" licht op. Kies
via de toets "centrifugeren" het gewenste toerental. De wasautomaat
begint te centrifugeren.
– Programma beëindigen
:
Druk op de toets Deur. Het water
wordt weggepompt. Druk daarna
nog eens op toets Deur om de vuldeur te openen.
Zonder centrifugeren tussen de
spoelbeurten en op het einde van het
programma
^
Kies de instelling Zonder centrifuge
-
ren. Na de laatste spoelbeurt wordt
het water weggepompt en de kreuk
bescherming ingeschakeld. Bij deze
instelling wordt er in de programma's
Wit/Bont, Kreukherstellend en Auto
-
matic een bijkomende spoelbeurt in
gelast.
-
19
Programmaoverzicht
Wit/Bont van 95°C tot 30°Cmaximaal 6,0 kg
TextielsoortKatoen, linnen of gemengde weefsels
Bijkomende functies Kort of Voorwas of Inweken, Extra water
Opmerking voor testinstellingen:
Kort programma: lading van 3,0 kg en bijkomende functie Kort
Kreukherstellend van 60°C tot 30°Cmaximaal 3,0 kg
TextielsoortSynthetische vezels, gemengde weefsels of katoen met
kreukherstellende eigenschappen.
Bijkomende functies Kort of Voorwas of Inweken, Extra water
Fijn wasgoed van 40°C tot koudmaximaal 2,0 kg
TextielsoortVoor delicaat wasgoed uit synthetische vezels, gemengde
weefsels, kunstzijde
Volgens de fabrikant wasbare gordijnen.
Bijkomende functies Kort of Voorwas of Inweken
Tip– Door het fijne stof dat zich in gordijnen nestelt, is er
vaak een programma met Voorwas vereist.
– Bij kreukgevoelige gordijnen beperkt u het centrifu-
geertoerental of laat u geen centrifugeren uitvoeren.
Automatic 40°Cmaximaal 3,5 kg
TextielsoortLading met gemengd wasgoed voor de programma's Wit/
Bont en Kreukherstellend
Bijkomende functies Kort of Voorwas of Inweken, Extra water
Donker wasgoed 40°Cmaximaal 3,0 kg
WasgoedDonker wasgoed uit katoen of gemengde weefsels.
Bijkomende functies Kort of Voorwas of Inweken
TipWas die stukken met de binnenzijde naar buiten.
20
Programmaoverzicht
Hemden 40°Cmaximaal 2,0 kg
Bijkomende functies Voorwas of inweken
Tip
Jeans 40°Cmaximaal 3,0 kg
Bijkomende functies Kort of Voorwas of Inweken
Tip
Express 40°Cmaximaal 3,0 kg
TextielsoortEen kleine hoeveelheid wasgoed die opgefrist moet wor-
Zijde / 30°Cmaximaal 1,0 kg
TextielsoortZijde en alle weefsels zonder wol die met de hand gewas-
Bijkomende functies Extra water
TipOm panty's en bh's te wassen, steekt u ze in een was-
Wol / van 40°C tot koudmaximaal 2,0 kg
Textielsoort
Kragen en manchetten moet u, in de mate waarin ze
–
vuil zijn, op voorhand behandelen.
Gebruik voor zijden hemden en bloezen het programma
–
Zijde.
Was jeansstof binnenstebuiten.
–
Jeans verliest bij de eerste wasbeurten wat kleur. Was
–
lichte en donkere zaken dus apart.
den. De textielsoort stemt overeen met het programma
Wit/Bont.
sen moeten worden.
goedzak.
Wol en wolhoudende weefsels
Pompen/Centrifugerenmaximaal 6,0 kg
Enkel pompen: Toerental op Zonder centrifugeren instel
Tip
Extra spoelen/stijvenmaximaal 6,0 kg
Tip
len
Let op het ingestelde toerental.
Om wasgoed te stijven, moet dat fris gewassen zijn maar
niet met wasverzachter behandeld.
d = laag waterpeil
( = gemiddeld waterpeil
e = hoog waterpeil
a= normale wassnelheid
b= Behoedzame modus
c= Wol
d= Zijde
Bijzonderheden over het programmaverloop, zie de volgende pagina.
22
Programmaverloop
Uw wasautomaat beschikt over een vol
ledig elektronische besturing. Het toe
stel bepaalt zelfstandig het vereiste wa
terverbruik volgens de hoeveelheid
wasgoed en de mate waarin dat was
goed water opslorpt. Het gevolg daar
-
van: verschil in programmaverloop en
wastijd.
Het hier opgegeven programmaverloop
verwijst telkens naar het basisprogram
ma bij maximumlading. Er werd geen
rekening gehouden met extra functies
die u erbij kunt kiezen.
De weergave van het programmaver
loop toont u op elk moment tijdens het
wasprogramma hoever het programma
gevorderd is.
Bijzonderheden in het programma
-
verloop:
Kreukbescherming:
De trommel blijft na afloop van het pro
gramma nog 30 minuten draaien. Daar
mee wordt kreukvorming vermeden. De
wasautomaat kan op elk ogenblik geo
pend worden. Uitzondering
gramma Wol is er geen kreukbescher
ming.
1)
Bij een temperatuur onder 60 °C
: In het pro
wordt het waterpeil in de spoel
gangen verhoogd.
Een 3e spoelbeurt wordt uitgevoerd
als:
– er te veel schuim in de trommel is
– het centrifugeertoerental op het
einde lager is dan 700 t/min.
– Zonder centrifugeren kiezen
2)
Een 3e spoelbeurt wordt uitgevoerd:
-
-
-
-
-
-
-
bij de keuze van Zonder centrifuge-
ren
23
Onderhoudssymbolen op het etiket
Wassen
Het aantal graden in de kuip geeft de
maximale temperatuur aan waarmee
u het artikel mag wassen.
9normale mechanische belas
ting
4spaarzame mechanische be
lasting
czeer spaarzame mechani
sche belasting
/handwas
hniet wasbaar
Voorbeelden voor de programmakeuze
ProgrammaOnderhoudssymbool
Wit/Bont9ö8E76
Kreukherstellend
Fijn wasgoedac
Automatic7621
54321
-
-
-
Drogen
De punten geven de temperatuur aan
qnormale temperatuur
rverlaagde temperatuur
sniet geschikt voor droogauto
maat
Strijken en mangelen
De punten geven de
temperatuurbereiken aan
Ica. 200 °C
Hca. 150 °C
Gca. 110 °C
Jniet strijken/mangelen
professionele reiniging
fReiniging met chemische op-
losmiddelen. De letters geven
p
het reinigingsmiddel aan.
wVochtig schoonmaken
Dniet chemisch reinigen
-
Express76
Zijde/
Wol/
24
bleken
xelk oxidatie-bleekmiddel toe
gelaten
{enkel zuurstofbleekmiddel
toegelaten
zniet bleken
-
Programmaverloop wijzigen
Afbreken
Na de start van een wasprogramma
kunt u het op elk willekeurig moment af
breken.
Draai de programmakiezer op Einde.
^
Als enkel nog het lampje Kreukbeveili
ging/Einde brandt, is het programma
afgebroken.
Wanneer u een ander programma wilt
kiezen:
Schakel de wasautomaat met de
^
toets jk uit en opnieuw in.
^ Start een nieuw programma.
Wanneer u het wasgoed uit de trommel
wilt nemen:
^ Draai de programmakiezer op
Pompen/Centrifug. Let op het ingestelde toerental.
^ Druk op de toets Start.
De wasautomaat pompt het aanwezige
sop af.
^
Druk op de toets Deur.
Wijzigen
Programma
Een wijziging is niet meer mogelijk na
dat het programma is gestart.
-
Temperatuur
Tot 6 minuten na de start kan de tem
peratuur worden veranderd.
Centrifugeertoerental
Het toerental kan altijd worden aange
past.
Extra functies
Tot 6 minuten na de start kunnen de extra functies Kort en Extra water worden
in- of uitgeschakeld.
Een programmastap overslaan
^ Draai de programmakiezer op Einde.
Zodra u in de aanduiding van het programmaverloop de programmastap ziet
knipperen waarmee het programma
moet worden voortgezet:
-
-
-
Onderbreken
^
Schakel de wasautomaat met de
toets jk uit.
Om het programma voort te zetten:
^
Schakel de wasautomaat met de
toets jk in.
^
De programmakiezer binnen de 4 se
conden weer op het gewenste pro
gramma draaien.
-
-
25
Programmaverloop wijzigen
Was toevoegen / uit het toestel
halen
Druk op de toets Deur tot de deur
^
openspringt.
Leg er wasgoed bij of neem er weg.
^
Sluit de deur.
^
Het programma wordt automatisch
voortgezet.
De toesteldeur gaat niet open indien:
de watertemperatuur hoger dan
–
55°C is.
– het water een bepaald niveau heeft
overschreden,
– de programmastap Centrifugeren
bereikt is.
26
Het juiste wasmiddel
Wasmiddel
U kunt alle wasmiddelen gebruiken, die voor wasautomaten geschikt zijn. De ge
bruiksaanwijzing en de dosering staan op de verpakking van het wasmiddel ver
meld.
UniverseelKleurFijn
Wit/BontXX
KreukherstellendXX
Fijn wasgoedX
AutomaticXX
Donker wasgoedX
1)
OverhemdenXX
JeansX
1)
ExpressXX
ZijdeX
WolWasmiddel voor wol
Extra spoelen/stijvenVloeibaar stijfsel of stijfsel in poedervorm
1)
alleen vloeibaar wasmiddel
-
-
27
Wasmiddel
De dosering hangt af van:
de mate waarin het wasgoed vuil is
–
licht vervuild
Geen zichtbaar vuil en geen zichtba
re vlekken. De kleren hebben bijv.
een lichaamsgeur.
normaal vuil
Zichtbaar vuil en/of enkele zichtbare
lichte vlekken.
erg vuil
Duidelijk zichtbaar vuil en/of vlekken.
de waterhardheid
–
Indien u de waterhardheid niet kent,
kunt u inlichtingen inwinnen bij uw
waterdistributiemaatschappij.
– de hoeveelheid wasgoed
Waterhardheid
Hard
Waterk-
heid
waliteit
Izacht0 - 1,30 - 70 - 13
IIgemid
deld
IIIhard tot
zeer
hard
Totale
hardheid
in mmol/l
-
1,3-2,57-1413-25
hoger
dan 2,5
Duitse
hardheid
°d
hoger
dan 14
hardheid
Franse
°f
hoger
dan 25
Onthardingsmiddel
Om wasmiddel te sparen kunt u bij wa
ter van de categorieën II en III een ont
hardingsmiddel toevoegen. De juiste
dosering daarvan vindt u op de verpak
king terug. Voeg eerst het wasmiddel
en dan pas het onthardingmiddel toe.
Het wasmiddel kunt u dan doseren als
voor water met een hardheid van I.
Combinaties
Gebruikt u verschillende middelen,
voeg die dan in de volgorde hieronder
toe in het vakje j:
1. Wasmiddel
2. Onthardingsmiddel
3. Vlekkenmiddel.
Zo worden de middelen beter ingespoeld.
-
-
-
28
Wasmiddel
Middelen voor de nabe
-
handeling van het wasgoed
Wasverzachters
zorgen ervoor dat de was zacht aan
voelt en verminderen de elektrostati
sche oplading tijdens het machinale
drogen.
Vormspoelers
zijn synthetische stijfselmiddelen en
zorgen ervoor dat het wasgoed wat ste
viger aanvoelt.
Stijfsel
geeft het wasgoed een stijver en voller
effect.
Maak na een aantal automatische
stijfselbeurten het inspoelvakje
schoon. Reinig vooral de zuighevel.
Wasverzachter, vormspoeler of
stijfsel in een apart programma
Maak het middel klaar en doseer het
^
zoals aangegeven op de verpakking.
Doe vloeibare middelen in het
^
-
vakje §.
Doe poedervormige of stroperige
^
middellen in het vakje i.
^ Draai de programmakiezer op Extra
spoelen/stijven.
^ Kies een centrifugeertoerental.
^ Druk op de toets Start.
Ontkleuren/kleuren
^ Gebruik geen
uw wasautomaat.
ontkleuringsmiddel in
^
Doe het middel in kwestie in het vakje
§. Let op de aanduiding Max.
Tijdens de laatste spoelbeurt wordt het
middel aan het water toegevoegd. Na
het wasprogramma blijft er een kleine
hoeveelheid water in het vakje § staan.
^
Kleurmiddelen mag u enkel in be
perkte mate - als voor een huishou
den - in uw wasautomaat gebruiken.
Het zout dat bij het kleuren gebruikt
wordt, kan bij voortdurend gebruik
het roestvrij staal aantasten. Hou u
strikt aan de richtlijnen van de fabri
kant van het middel.
-
-
-
29
Reiniging en onderhoud
Reiniging van de trommel
Bij het wassen met lage temperaturen
en/of vloeibare wasmiddelen is er ge
vaar voor kiem- en geurvorming in de
wasautomaat. Om de trommel te reini
gen en geurvorming te vermijden dient
u één keer per maand een waspro
gramma met een temperatuur van 60°C
uit te voeren, waarbij u waspoeder ge
bruikt.
-
-
-
-
De ommanteling en het
bedieningspaneel reinigen
Trek de stekker uit het stopcon-
,
tact voor u het toestel reinigt en onderhoudt.
,Spuit de wasautomaat in geen
geval af met een waterslang.
^ Was de ommanteling en het bedie-
ningspaneel van het toestel met een
zacht reinigingsmiddel of sopje af.
Wrijf daarna met een zachte doek
droog.
De wasmiddellade schoon
-
maken
Verwijder geregeld eventuele restjes
wasmiddel.
^ Trek de lade tot aan de aanslag uit.
Druk op de ontgrendelknop en trek
de lade helemaal uit het toestel.
^ Maak de wasmiddellade met warm
water schoon.
^
Maak de trommel met een geschikt
middel voor roestvrij staal schoon.
,
Gebruik geen schuur- of oplos
middelen. Reinigingsmiddelen voor
glas of voor universeel gebruik zijn
ook af te raden!
Ze kunnen schade toebrengen aan
kunststof oppervlakken of andere
onderdelen.
30
-
Reiniging en onderhoud
Maak de zuighevel schoon.
^
1. Trek de zuighevel uit het vakje § en
maak hem onder stromend warm water schoon. Maak ook het buisje
schoon waarover de zuighevel wordt
geschoven.
2. Steek de zuighevel weer op zijn
plaats.
Maak na een aantal stijfselbeurten
de zuighevel heel grondig schoon.
Stijfsel kan plakkerig worden.
Zitting van de wasmiddellade reini
gen
^ Verwijder wasmiddelresten en kalkaf-
zettingen met behulp van een
flessenborstel uit de openingen van
de wasmiddellade.
-
31
Reiniging en onderhoud
Het watertoevoerzeefje reini
-
gen
Ter bescherming van de watertoevoer
ventielen heeft uw machine een zeefje.
Het zeefje in de schroefkoppeling van
de toevoerslang dient u zowat om de
6 maand na te kijken. Bij vaak voor
komende onderbrekingen in de water
toevoer dient dat eerder te gebeuren.
-
Draai de waterkraan dicht.
^
Schroef de toevoerslang van de wa
^
-
-
terkraan los.
^ Trek de rubber dichting 1 uit de dop-
moer.
^ Neem het handvat van de kunststof
zeef 2 met een combinatie- of punttang vast. Trek het zeefje eruit en
maak het schoon.
^ Monteer alles terug in omgekeerde
volgorde.
-
32
^
Draai de schroefkoppeling vast op
de waterkraan en draai die open.
^
Als er water uitloopt, draai de schroef
koppeling dan wat vaster aan.
Na het reinigen dient u het zeefje
beslist weer te monteren.
-
Storingen verhelpen
Wat gedaan als . . .
De meeste storingen en fouten die bij het dagelijks gebruik kunnen voorkomen,
kunt u zelf verhelpen. In heel wat gevallen bespaart u tijd en kosten omdat u dan
geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst.
De volgende tabellen kunnen een leidraad zijn om de oorzaken van een bepaalde
storing te vinden en uit de weg te ruimen. Let echter op het volgende:
Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een er
,
kend vakman laten uitvoeren. Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren ge
vaar op voor de gebruiker.
Het programma start niet.
ProbleemOorzakenOplossing
Het verklikkerlichtje
Kreukbescherming/
Einde brandt niet of detoets Start knippert niet.
De wasautomaat krijgt
geen stroom.
Controleer of
– de stekker wel in het
stopcontact zit.
– de zekering in orde is.
– de toesteldeur wel goed
dicht is.
-
-
33
Storingen verhelpen
Het wasprogramma werd afgebroken en er wordt een fout
gemeld.
StoringMogelijke oorzaakOplossing A
Het controlelampje
Afvoer knippert.
Het controlelampje
Toevoer knippert.
De controlelampjes
Toevoer en Afvoer knipperen.
Het controlelampje
Inweken/Voorwas of
Spoelen knippert.
De waterafvoer is ge
blokkeerd.
De afvoerslang ligt te
hoog.
De watertoevoer is geblokkeerd.
Het zeefje in de toevoerslang is verstopt.
Het Miele-lekbeveiligings
systeem heeft gereageerd.
Het gaat om een defect.Start het programma nog
Maak filter en afvoerpomp
schoon als in de rubriek
"Wat gedaan als ...?",
alinea "De deur openen bij
verstopte afvoer en/of
stroomonderbreking".
De maximumopvoerhoog
te bedraagt 1 m.
Draai de waterkraan open.
Maak het zeefje schoon.
Doe een beroep op de
Technische Dienst.
eens. Duikt de foutmelding
weer op, doe dan een be
roep op de Technische
Dienst.
-
-
A Om de foutmelding uit te schakelen: zet de wasautomaat uit met de toets jk
en draai de programmakiezer in de stand Einde.
34
Storingen verhelpen
Het wasprogramma verloopt normaal hoewel er een storing
wordt gemeld.
StoringMogelijke oorzaakOplossing A
Het controlelampje
Afvoer knippert.
Het controlelampje
Toevoer knippert.
Het controlelampje
Dosering brandt.
In het display van het
programmaverloop
knippert het controle
lampje Wassen.
In het display van het
programmaverloop
knippert het controle
lampje Kreukbeveiliging/Einde.
De waterafvoer is ge
stremd.
De watertoevoer is ge
stremd.
Het zeefje in de toevoerslang is vuil.
Er werd tijdens het wassen te veel schuim gevormd.
Het gaat om een defect. Start het programma nog
-
Na de programmastart heeft iemand de programma
kiezer in een andere stand gedraaid. Draai de knop
-
weer in zijn oorspronkelijke stand.
-
Maak filter en afvoerpomp
schoon als in de rubriek
"Wat gedaan als ...?", alinea
"De deur openen bij ver
stopte afvoer en/of stroom
onderbreking".
Kijk na of
de waterkraan ver ge
–
noeg openstaat.
– de toevoerslang geen
knik vertoont.
Maak het zeefje schoon.
Doseer bij de volgende was
minder wasmiddel. Let op
de doseertips op de wasmiddelverpakking.
eens. Zo de foutmelding
weer opduikt, doe dan een
beroep op de Technische
Dienst.
-
-
-
-
A Om de foutmelding uit te schakelen: zet de wasautomaat uit met de toets jk
en draai de programmakiezer in de stand Einde.
35
Storingen verhelpen
Algemene problemen met de wasautomaat
ProbleemOorzakenOplossing
De wasautomaat staat
tijdens het centrifuge
ren te trillen.
De wasmachine heeft
het wasgoed niet de
gelijk gecentrifugeerd.
Het is nog vochtig.
U hoort ongewone
pompgeluiden.
In het wasmiddelbakje
zijn vrij veel wasmiddelresten achtergebleven.
De wasverzachter
wordt niet volledig in
gespoeld of er blijft te
veel water in vakje §
staan.
Het toestel rust niet meer
gelijkmatig op de 4 voet
-
jes. De contramoeren
zijn niet vastgeschroefd.
Bij het eindcentrifugeren,
werd een onbalans ge
-
meten en de centrifu
geersnelheid werd auto
matisch verminderd.
Dit is geen storing! Bij het begin en het einde van de
pompfase zijn die slurpgeluiden normaal.
De waterdruk is onvoldoende.
Waspoeder heeft de neiging in combinatie met
onthardingsmiddel te
klonteren.
De zuighevel zit niet juist
-
of is verstopt.
-
-
-
-
Stel de machine veilig op.
Schroef de contramoeren
vast.
Steeds grote en kleine stuk
ken wasgoed in de trommel
mengen teneinde een be
tere verdeling te bereiken.
– Maak het watertoevoer-
zeefje schoon.
– Kies eventueel de bijko-
mende functie Extra wa-ter.
Voeg voortaan eerst het
was- en dan het onthardingsmiddel toe.
Maak de zuighevel schoon.
Zie rubriek "Reiniging en on
derhoud van het toestel",
alinea "De wasmiddellade
schoonmaken".
-
-
-
36
Storingen verhelpen
Een niet-bevredigend wasresultaat
ProbleemOorzakenOplossing
Het wasgoed wordt
met vloeibaar was
middel niet proper.
Aan het gewassen
textiel kleven grijze
elastische resten
(vetluizen).
Op gewassen donker wasgoed bevinden zich witte, wasmiddelachtige restjes.
Vloeibaar wasmiddel be
vat geen bleekmiddel.
-
Fruit-, koffie- of theevlek
ken zijn niet altijd weg te
krijgen.
U hebt te weinig wasmid
del gebruikt. Het was
goed was sterk met vet
vervuild (olie, zalf).
Het wasmiddel bevat in
water onoplosbare bestanddelen (zeolieten)
om het water te ontharden. Die hebben zich op
het wasgoed vastgezet.
Gebruik waspoeder dat
-
–
bleekmiddel bevat.
-
Doe ontvlekker in het vak j.
–
Giet nooit vloeibaar wasmid
–
del en vlekkenmiddel samen
in de wasmiddellade.
Gebruik bij dergelijk vuil was
-
–
-
goed meer waspoeder of ge
bruik vloeibaar wasmiddel.
– Laat voor de volgende was-
beurt een wasprogramma bij
60°C lopen met een vloeibaar wasmiddel en zonder
wasgoed in de trommel.
– Probeer de restjes na het
drogen met een borstel te
verwijderen.
– Was donker wasgoed voort-
aan met een wasmiddel zonder zeolieten. Vloeibare was
middelen bevatten meestal
geen zeolieten.
–
Was het wasgoed met het
programma Donker wasgoed.
-
-
-
-
-
37
Storingen verhelpen
De deur gaat niet via de toets Deur open
OorzakenOplossing
De wasautomaat is niet op
het elektriciteitsnet aange
sloten en/of ingeschakeld.
StroomonderbrekingOpen de vuldeur zoals beschreven in het hoofd
De deur was niet goed in
het slot gevallen
Er staat nog water in de
trommel en de wasautomaat kan het niet wegpompen.
Om u te beschermen tegen verbranding kan de toesteldeur bij soptemperaturen
hoger dan 55 °C niet open.
Steek de geaarde stekker in het stopcontact en/of
schakel de wasautomaat met de toets jk in.
-
stuk "Wat te doen bij een storing", alinea "De deur
openen bij een stroomonderbreking".
Duw krachtig tegen de slotzijde van de vuldeur.
Druk dan de toets Deur in.
Maak de filter en de afvoerpomp schoon.
-
38
Storingen verhelpen
De toesteldeur openen bij ver
stopte afvoer en/of stroomon
-
-
derbreking
Schakel de wasautomaat uit.
^
Op de binnenzijde van het paneeltje
van de wasmiddellade bevindt zich een
gele opener. Daarmee maakt u het
luikje van de filter open. Zie afbeelding
hieronder.
^ Neem de opener weg.
Verstopte afvoer
Indien de afvoer verstopt is, staat er
meer water in het toestel (max. 25 liter).
Voorzichtig: zo er een waspro
,
gramma met een hoge temperatuur
is afgelopen, kan u zich verbranden!
Het water aflaten
Zet een schaal onder het luikje.
^
Draai de filter niet helemaal uit.
-
-
^
Maak het luikje open.
^
Draai de filter enkel los tot er water
uitloopt.
^
Draai de filter weer dicht om de af
voer te stoppen.
-
39
Storingen verhelpen
Zodra er geen water meer uitloopt:
Wordt de filter niet terugge
,
plaatst en vastgedraaid, dan loopt
er water uit het toestel.
De toesteldeur openen
-
^ Draai de filter helemaal uit.
^ Maak de filter grondig schoon.
^
Kijk na of de pompvleugel vlot rond
draait. Er kunnen evt. voorwerpen als
knopen en munten in geklemd zitten.
Die moet u verwijderen.
Wees er zeker van dat de trom
,
mel stilstaat voor u de was uitneemt.
Grijpt u in een trommel die nog
draait, dan is er risico van kwetsu
ren.
^
Trek het oogje naar beneden. De ma
chinedeur gaat open.
-
-
-
-
^
Maak de ruimte binnenin schoon.
^
Zet de filter weer op zijn plaats en
draai hem vast.
40
Technische dienst
Herstellingen
Neem bij storingen die u zelf niet kan
verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
–
of
met de Technische Dienst van Miele.
–
Het adres en de telefoonnummers van
onze technische dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst
een beroep doet, geef dan altijd het
machinetype en -nummer op. Beide ge
gevens staan vermeld op het typeplaatje. Dat vindt u, als de deur openstaat,
bovenaan in de rand van de deur.
Het programma updaten
(moderniseren)
Het controlelampje met de markering
PC (= program correction) op het be
dieningspaneel dient de technische
dienst als contactpunt voor de actuali
sering van de programma's.
Zo kan er met toekomstige ontwik
kelingen bij wasmiddel, textiel en
wasprocédés in de besturing van uw
toestel rekening worden gehouden.
Miele zal de mogelijkheid om program
ma's te actualiseren tijdig bekendma
ken.
Garantie: voorwaarden en duur
De waarborgperiode van uw wasautomaat bedraagt 2 jaar.
Meer uitleg over de garantievoorwaarden vindt u in het garantieboekje.
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
-
-
-
-
-
Voor deze wasautomaat kan u bij uw
Miele-handelaar of in de Technische
Dienst van Miele mits toeslag verkrijg
baar toebehoren verkrijgen.
-
41
Opstellen en aansluiten
Vooraanzicht
a Toevoerslang waterproof-systeem
b Elektrische aansluiting
c - f Afvoerslang met draai- en af
neembaar bochtstuk; met de afvoer
mogelijkheden
g Bedieningspaneel
42
h Wasmiddellade
i Toesteldeur
-
j Luik waarachter filter, afvoerpomp en
-
noodontgrendeling zitten
k Greepholtes om het toestel te ver
plaatsen.
l Vier in de hoogte regelbare voetjes
-
Achteraanzicht
Opstellen en aansluiten
a Overstek van het deksel, met grepen
om het toestel te vervoeren
b Elektrische aansluiting
c Toevoerslang waterproof-systeem
d Afvoerslang
e Draaistop met transportstangen
f Houder voor toevoer- en afvoerslang
g Houder voor de gedemonteerde
transportstangen
43
Opstellen en aansluiten
Plaats van opstelling
Als plaats van opstelling is een beton
nen vloer het best geschikt. Bij zo'n
vloer duiken er tijdens het centrifugeren
zelden trillingen op. Op houten vloerbe
kleding of vloeren met "weke" eigen
schappen is dat niet het geval.
Let op het volgende:
Stel de machine waterpas op. Zorg
^
ervoor dat ze stevig staat.
Plaats de machine niet op een weke
^
vloer daar ze anders tijdens het cen
trifugeren gaat trillen.
^ Stel de machine in geval van een
vloer met houten balken bij voorkeur
op een minstens 3 cm dikke en 59 bij
52 cm grote multiplex-plank op. Deze
plank dient u niet enkel met vloerplanken, maar ook met zoveel mogelijk balken met behulp van schroeven
te verbinden.
^ Installeer de machine bij voorkeur in
een hoek. Daar is de vloer immers
het stevigst.
,
Als u het toestel op een voor
handen betonnen of gemetselde
sokkel plaatst, dient u het met span
strips te beveiligen. Anders bestaat
het risico dat het toestel bij het cen
trifugeren van de sokkel valt.
Spanstrips zijn bij uw Miele-hande
laar en in de Technische Dienst van
Miele verkrijgbaar.
-
-
-
-
-
-
De machine opstellen
Om de machine van de verpakkings
sokkel naar de plaats van opstelling te
dragen maakt u bij voorkeur gebruik
van de voorste greepholtes en van de
achterste overstek van het deksel.
De voetjes en de vloer moeten
,
droog blijven. Anders verschuift de
machine tijdens het centrifugeren.
De transportbeveiliging
wegnemen
-
^
Neem de linker en rechter draaistop
weg.
1. Haak de draaistop los met behulp
van een schroevendraaier.
2. Neem de draaistop weg.
-
44
Opstellen en aansluiten
Draai de linker transportstang met de
^
bijgeleverde steeksleutel 90° en
^
trek de transportstang uit.
Draai de rechter transportstang 90°
^
en
^
trek de transportstang uit.
45
Opstellen en aansluiten
De gaatjes van de transportbe
,
veiliging afsluiten om kwetsuren te
voorkomen !
^ Sluit de gaatjes met de draaistoppen
en de daarop bevestigde dopjes af.
-
Bevestig de transportstangen op de
^
rugzijde van de wasautomaat. Let
erop dat u de gaatjes b op de tapjes
a steekt.
Zonder transportbeveiliging mag
,
u de machine niet vervoeren.
Bewaar de transportbeveiliging.
Voor u de machine vervoert (bv. bij
een verhuizing) dient u de transportbeveiliging weer te monteren.
46
De transportbeveiliging weer
monteren
Dit gebeurt in omgekeerde volgorde.
De wasautomaat gelijk zetten
De machine moet loodrecht staan en
gelijkmatig op de vier voetjes steunen
om perfect te werken.
Stelt u de machine verkeerd op, dan
verhoogt het water- en stroomverbruik.
Het toestel kan ook gaan verschuiven.
De voetjes uitdraaien en met de
contramoeren vastzetten
U zet het toestel waterpas met behulp
van de vier voetjes. Het toestel wordt
geleverd met al de voetjes ingedraaid.
^
Draai de contramoer 2 met de bijge
leverde steeksleutel los. Daartoe
draait u kloksgewijs.
Opstellen en aansluiten
Controleer met een waterpas of het
^
toestel loodrecht staat.
^ Hou het voetje 1 met een gastang
vast.
^ Draai de contramoer 2 met de bijge-
leverde steeksleutel weer vast tegen
de ommanteling van het toestel.
,
Alle 4 de contramoeren moeten
vast tegen de ommanteling zitten.
Controleer ook die voetjes welke u
niet hoefde uit te draaien toen u het
toestel waterpas zette. Anders be
staat het risico dat het toestel ver
schuift.
-
-
-
^
Draai de contramoer 2 samen met
het voetje 1 uit.
47
Opstellen en aansluiten
Inbouwen onder een doorlopend
werkblad
Laat de inbouwset* en de tussenset*
door een vakman monteren.
Er is een inbouwset* noodzakelijk.
–
Het deksel van de machine dient u te
vervangen door de afdekplaat uit de
inbouwset*. Deze plaat is er absoluut
nodig met het oog op de elektrische
veiligheid.
Bij 90/91 cm hoge werkbladen is er
–
een sokkel* vereist.
– De watertoevoer en -afvoer alsook de
elektrische aansluiting dienen in de
omgeving van het toestel te worden
geïnstalleerd en toegankelijk te zijn.
Bij de inbouwset is een montagehandleiding gevoegd.
Was- en droogzuil
U kan deze wasautomaat met een
Miele-droogautomaat tot een was- en
droogzuil combineren. Daartoe is er
een tussenset* (WTV) vereist.
Al de onderdelen met een * zijn bij uw
Miele-handelaar en in de Technische
Dienst van Miele verkrijgbaar.
Hou hiermee rekening:
a De veilige afstand tot de wand be-
draagt minstens 2 cm
b Hoogte van de was- en droogzuil
met een tussenset met
ca. 169 cm
zonder werkblad: ca. 170 cm
Het machinedeksel weer monteren
Had u het deksel afgenomen om het
toestel in een was- en droogzuil te
plaatsen of in te bouwen? Let er dan op
dat het deksel stevig op de achterste
steunen zit als u het weer monteert. En
kel dan is een veilig transport van het
toestel gewaarborgd.
.
werkblad:
-
48
Opstellen en aansluiten
Het Miele-lekbeveiligings
-
systeem
Dit systeem biedt een veelomvattende
beveiliging tegen waterschade door de
wasautomaat.
De lekbeveiliging gebeurt in hoofdzaak
op 3 punten:
1) aan de toevoerslang
2) in en aan het toestel
3) aan de afvoerslang
1) Aan de toevoerslang
– Bijkomend elektrisch beveiligings-
ventiel
Dit werkt als een automatische waterkraan. Het zit in het bakje van de
toevoerslang.
– Bescherming tegen het springen van
het beveiligingsventiel
De springdruk van het kraanlichaam
ligt tussen de 7.000 kPa en de
10.000 kPa.
2) In en aan het toestel
De bodemschaal
–
Water dat uit de wasautomaat lekt,
wordt in de bodemschaal opgevan
gen. De vlotter-schakelaar sluit de
watertoevoerventielen. Er wordt dus
geen water meer toegevoerd. Het
water in de kuip wordt weggepompt.
De overloopbeveiliging
–
Deze verhindert dat de wasautomaat
overloopt wegens ongecontroleerde
watertoevoer. Zo het water boven
een bepaald niveau stijgt, wordt de
afvoerpomp ingeschakeld en het water gecontroleerd weggepompt.
3) Aan de afvoerslang
Deze slang is beveiligd door een
ventilatiesysteem. Dit verhindert dat
de wasautomaat wordt leeggezogen.
-
–
Beschermend omhulsel van toevoer
slang
Lekt er water uit de toevoerslang?
Dan wordt dat door het beschermen
de omhulsel dat de toevoerslang als
een "tweede huid" omgeeft, naar de
bodemschaal afgevoerd. De vlotter
schakelaar sluit het beveiligingsven
tiel. Er wordt dus geen water meer
toegevoerd. Het water in de kuip
wordt weggepompt.
-
-
-
-
49
Opstellen en aansluiten
Watertoevoer
In de lekbeveiligingskraan zitten
,
elektrische onderdelen. Monteer de
kraan dus nooit vlakbij badkuipen,
douches of andere plaatsen waar
gespat wordt. Maak in dergelijke ge
vallen gebruik van een toevoerslang,
omhuld met een metalen weefsel,
als verlenging van de waterleiding.
Dergelijke slangen zijn bij uw Mielehandelaar en in de Technische
Dienst van Miele verkrijgbaar.
De dynamische druk dient minstens
1.000 kPa te bedragen. Die mag de
10.000 kPa evenwel niet overschrijden.
Ligt de druk hoger dan 10.000 kPa, laat
dan een drukreduceerventiel installe
ren.
-
Voor de aansluiting is een waterkraan
vereist met
niet voorhanden, laat uw wasautomaat
dan enkel door een erkend installateur
op de drinkwaterleiding aansluiten.
,
waterleidingdruk. Door de water
kraan zachtjes open te draaien kan
u nagaan of de aansluiting niet lekt.
Zie eventueel eens de positie van de
dichting en de schroefkoppeling na.
Uw wasautomaat is niet geschikt
voor aansluiting op warm water.
Onderhoud
3
/4"-schroefkoppeling. Is die
De schroefkoppeling staat onder
-
-
Nooit in vloeistof onderdompelen!
Het beschermend omhulsel nooit be
schadigen noch knikken.
Deze wasautomaat mag u zonder te
rugstroombeveiliging aansluiten op de
drinkwaterleiding.
50
-
Gebruik ter vervanging enkel het Miele-waterproof-systeem.
Ter bescherming van het watertoe
voerventiel mag u nooit het zeefje in
de dopmoer van het beveiligings
ventiel verwijderen.
Toebehoren om de slang te ver
lengen
Mits toeslag is er een 1,5 m lange
-
slang, omhuld met metalen weefsel, bij
uw Miele-handelaar en in de Tech
nische Dienst van Miele verkrijgbaar.
Deze slang weerstaat een springdruk
van 14.000 kPa. U kan die gebruiken
als soepele verlenging van de waterlei
ding.
-
-
-
-
-
Opstellen en aansluiten
Waterafvoer
Het water wordt via een ingebouwde af
voerpomp met een opvoerhoogte van
1 m weggepompt.
Opdat de afvoer vlot verloopt, mag de
afvoerslang in geen geval knikken ver
tonen.
Het bochtstuk aan het uiteinde van de
afvoerslang kan u in de gewenste rich
ting draaien. U kan het ook van de af
voerslang aftrekken.
-
De afvoerslang kan u zo plaatsen:
1. In een spoelbak of gootsteen han
gen:
Let wel op het volgende:
Maak de slang vast opdat ze niet
–
wegglijdt!
Zo het water in een spoelbak wordt
–
afgevoerd, dient het vlot genoeg te
kunnen wegvloeien. Anders bestaat
het risico dat het overloopt of dat een
deel van het weggepompte water in
de machine wordt teruggezogen.
2. Aansluiten op een kunststof afvoer-
buis met een rubberen mof; er is niet
per se een sifon vereist.
3. Aansluiten op een wasbak met een
kunststof nippel.
4. Via een afvoeropening in de vloer la-
ten leeglopen.
Zo nodig kan u de afvoerslang tot 5 m
verlengen. Het vereiste toebehoren
vindt u bij uw Miele-handelaar of bij de
Technische Dienst van Miele.
-
Voor afvoerhoogten van meer dan 1 m
(tot max. 1,80 m) is er bij uw Miele-han
delaar of bij de Technische Dienst van
Miele een tweede afvoerpomp verkrijg
baar. Deze pomp moet wel tegelijk met
de originele pomp werken. Ze wordt
met de nodige ombouwset geleverd.
-
-
51
Opstellen en aansluiten
Elektrische aansluiting
Dit Miele-toestel is voorzien voor aan
sluiting op eenfasige stroom 230 V,
50 Hz. Het is uitgerust met een stekker
en een kabel.
Bij gebruik van een stopcontact, re
kening houden met het volgende:
De Euro-stekker moet steeds bereik
baar zijn teneinde het toestel te kunnen
uitschakelen.
Indien de installatie van de wasauto
maat middels een directe aansluiting
wordt uitgevoerd, moet de
kleurencodering worden
gerespecteerd.
De aansluiting mag uitsluitend gebeuren op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Wij geven u de raad uw toestel in geen
geval aan te sluiten op verlengsnoeren
of aftakcontactdozen. Er is dan eventueel risico van brand.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
-
-
-
-
-
Gegevens omtrent de aansluitwaarde
en de vereiste zekeringen vindt u op
het typeplaatje. Vergelijk ze zorgvuldig
met die van uw elektrische installatie.
52
Verbruiksgegevens
LadingVerbruiksgegevens
StroomWaterProgrammaduur
in kWhin lkortnormaal
Wit/Bont95°C6,0 kg1,99492 uur 09 min
Kreukherstellend40°C
Fijn wasgoed30°C2,0 kg0,356943 min59 min
Automatic40°C3,5 kg0,35 - 0,5040 - 5558 min 1 uur 13 min.
Donker wasgoed40°C3,0 kg0,60601 uur 03 min 1 uur 13 min.
Overhemden40°C2,0 kg0,5045–56 min
Jeans40°C3,0 kg0,505253 min1 uur 00 min.
Express40°C3,0 kg0,3034–33 min
Zijde /30°C1,0 kg0,2539–36 min
Wol /30°C2,0 kg0,2339–40 min
1)
Testprogramma volgens EN 60456
2)
Kort programma voor testinstellingen: de bijkomende functie Kort moet geselecteerd worden.
1)
60°C
60°C3,0 kg0,753959 min
40°C
40°C
6,0 kg1,02491 uur 49 min.
1)
6,0 kg0,65551 uur 55 min.
2)
3,0 kg0,403959 min
1)
3,0 kg0,50551 uur 02 min1 uur 19 min.
Deze verbruiksgegevens kunnen afwijkingen vertonen. Ze hangen namelijk af
van de waterdruk, de waterhardheid, de temperatuur van het aangevoerde wa
ter, de omgevingstemperatuur, de soort en hoeveelheid wasgoed, de schom
melingen in de netspanning en de gekozen extra functies.
-
-
53
Technische gegevens
Hoogte85,0 cm
Breedte59,5 cm
Diepte58,0 cm
Diepte met geopende deur97,5 cm
Gewicht94 kg
Maximale belasting van de vloer1.600 Newton (ca. 160 kg)
Capaciteit6 kg droog wasgoed
Aansluitspanningzie typeplaatje
Aansluitwaardezie typeplaatje
Zekeringenzie typeplaatje
Verbruiksgegevenszie rubriek "Verbruiksgegevens"
Minimale stromingdruk water100 kPa (1 bar)
Maximale stromingdruk water1.000 kPa (10 bar)
Lengte van de toevoerslang1,60 m
Lengte van de afvoerslang1,50 m
Lengte van het aansluitsnoer1,60 m
Maximale opvoerhoogte1,00 m
Maximale afvoerlengte5,00 m
Verkregen labelszie typeplaatje
54
Programmeerfuncties
voor de wijziging van standaardwaarden
Met de programmeerfuncties kunt u uw wasautomaat aan uw eigen behoeften
aanpassen.
Programmeerfuncties
Extra water
Met de functie Extra water kunt u de
instelling voor de bijkomende functie
Extra water vastleggen.
U heeft de keuze uit vier instellingen:
Instelling 1:
meer water bij het spoelen
Instelling 2:
meer water bij het wassen en het spoe
len (het toestel wordt u zo geleverd)
Instelling 3:
een bijkomende spoelbeurt in de programma's Wit/Bont en Kreukherstel-lend.
Instelling 4:
meer water bij het wassen en het spoelen en
programma's Wit/bont en Kreukherstel-
lend
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot F:
De programmeerfuncties activeert u
met de toets Start en met de program
makiezer. De toets Start en de pro
grammakiezer hebben een verdoken
functie. Die is niet op het bedieningspa
neel af te lezen.
een bijkomende spoelbeurt in de
-
-
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge
drukt.
B Schakel de wasautomaat met de
toets jk aan.
C Wacht tot het verklikkerlichtje van de
toets Start brandt . . .
D . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer op de
stand Wit/Bont 60°C:
Het verklikkerlichtje Inweken/Voorwas
knippert na twee seconden 2 x omdat
de instelling 2 in de fabriek ingesteld is.
De toets Extra water is nu met de geko
zen instelling geprogrammeerd. Die
blijft zo lang opgeslagen tot u een an
dere instelling programmeert.
-
-
-
-
Voorwaarden:
–
De wasautomaat is uitgeschakeld.
–
De wasautomaat is vergrendeld.
–
De programmakiezer staat op Einde.
56
Programmeerfuncties
Behoedzame modus
Om lichtjes vuil wasgoed behoed
zaam te wassen. De trommelbewe
gingen worden beperkt.
De behoedzame modus kan in de pro
gramma's Wit/Bont, Express en Automatic gebruikt worden.
Heeft u de behoedzame modus gepro
grammeerd, dan wordt het wasgoed bij
elke wasbeurt in deze programma's op
een behoedzaam ritme gewassen.
Het toestel wordt geleverd met de be
hoedzame modus uitgeschakeld.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot F:
De programmeerfuncties activeert u
met de toets Start en met de programmakiezer. De toets Start en de programmakiezer hebben een verdoken
functie. Die is niet op het bedieningspaneel af te lezen.
Voorwaarden:
–
De wasautomaat is uitgeschakeld.
–
De wasautomaat is vergrendeld.
–
De programmakiezer staat op Einde.
-
-
-
-
-
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge
drukt.
B Schakel de wasautomaat met de
toets jk aan.
C Wacht tot het verklikkerlichtje van de
toets Start brandt . . .
D . . . en laat daarna de toets Start los.
-
E Draai de programmakiezer op de
stand Wit/Bont 40°C:
Het verklikkerlichtje Inweken/Voorwas:
knippert niet = de behoedzame
modus is
uitgeschakeld.
knippert= de behoedzame
modus is
ingeschakeld.
F Door de toets Start in te drukken,
schakelt u de behoedzame modus in
of weer uit.
G Schakel de wasautomaat uit met de
toets jk.
De gekozen instelling van de program
meerfunctie is nu opgeslagen. Dat blijft
zo tot u die weer wijzigt.
-
-
57
Programmeerfuncties
Afkoelfunctie voor Wit/Bont
Op het einde van de hoofdwas loopt
er extra water in de trommel om het
sop af te koelen.
De afkoelfunctie wordt ingeschakeld bij
de keuze van een wastemperatuur van
95 °C.
U dient de afkoelfunctie te activeren:
als u de afvoerslang in een wasbak
–
of gootsteen hangt. Daarmee voor
komt u dat iemand zich aan het hete
sop verbrandt.
– in gebouwen met afvoerbuizen die
niet voldoen aan de norm DIN 1986.
De afkoelfunctie voor Wit/Bont is uitgeschakeld wanneer u het toestel geleverd krijgt.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot F:
De programmeerfuncties activeert u
met de toets Start en met de program
makiezer. De toets Start en de pro
grammakiezer hebben een verdoken
functie. Die is niet op het bedieningspa
neel af te lezen.
-
-
-
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge
drukt.
B Schakel de wasautomaat met de
toets jk aan.
C Wacht tot het verklikkerlichtje van de
toets Start brandt . . .
D . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer op de
stand Wit/Bont 30°C:
Het verklikkerlichtje Inweken/Voorwas:
knippert niet = de afkoelfunctie is
uitgeschakeld.
knippert= de afkoelfunctie is
ingeschakeld.
F Door de toets Start in te drukken,
schakelt u de afkoelfunctie in of weer
uit.
G Schakel de wasautomaat uit met de
toets jk.
De gekozen instelling van de program
meerfunctie is nu opgeslagen. Dat blijft
zo tot u die weer wijzigt.
-
-
-
Voorwaarden:
–
De wasautomaat is uitgeschakeld.
–
De wasautomaat is vergrendeld.
–
De programmakiezer staat op Einde.
58
Programmeerfuncties
Geheugenfunctie
Kiest u een bijkomende functie en/of
wijzigt u het centrifugeertoerental,
dan slaat het toestel die instellingen
bij de start van het programma op.
Kiest u opnieuw het basiswasprogram
ma, dan geeft het toestel de opgesla
gen bijkomende functies en/of het ge
wijzigde centrifugeertoerental weer.
De geheugenfunctie werd in de fabriek
niet ingesteld.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot F:
De programmeerfuncties activeert u
met de toets Start en met de programmakiezer. De toets Start en de programmakiezer hebben een verdoken
functie. Die is niet op het bedieningspaneel af te lezen.
Voorwaarden:
–
De wasautomaat is uitgeschakeld.
–
De wasautomaat is vergrendeld.
–
De programmakiezer staat op Einde.
-
-
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge
drukt.
B Schakel de wasautomaat met de
toets jk aan.
C Wacht tot het verklikkerlichtje van de
-
toets Start brandt . . .
D . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Kreukherstellend 60°C:
Het verklikkerlichtje Inweken/Voorwas:
knippert niet = de geheugenfunctie
is uitgeschakeld.
knippert= de geheugenfunctie
is ingeschakeld.
F Door de toets Start in te drukken,
schakelt u de geheugenfunctie in of
weer uit.
G Schakel de wasautomaat uit met de
toets jk.
De gekozen instelling van de program
meerfunctie is nu opgeslagen. Dat blijft
zo tot u die weer wijzigt.
-
-
59
Programmeerfuncties
Inweektijd
Aan de toets Inweken kunt u een in
weektijd tussen 30 minuten en 2 uur
verbinden (instelbaar in stappen van 30
minuten).
De gekozen inweektijd gaat dan aan
het eigenlijke wasprogramma vooraf als
de bijkomende functie "Inweken" gese
lecteerd wordt.
Met de toets Inweken werd in de fa
briek een inweektijd van 2 uur verbon
den.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot F:
De programmeerfuncties activeert u
met de toets Start en met de programmakiezer. De toets Start en de programmakiezer hebben een verdoken
functie. Die is niet op het bedieningspaneel af te lezen.
Voorwaarden:
-
-
-
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge
drukt.
B Schakel de wasautomaat met de
toets jk aan.
C Wacht tot het verklikkerlichtje van de
toets Start brandt . . .
-
D . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Kreukherstellend 40°C:
Het verklikkerlichtje Inweken/Voorwas knippert na twee seconden 1 x
omdat in de fabriek een inweekduur
van 2 uur ingesteld is.
De door u gekozen inweektijd is nu aan
de toets Inweken gekoppeld. Die blijft
zo lang in het geheugen opgeslagen tot
u een andere inweektijd programmeert.
63
Wijzigingen voorbehouden/1507
M.-Nr. 06 622 440 / 03
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.