Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt installeert - in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
a Legplank vrieszone
b Lichtcontactschakelaar
c Ventilator voor automatische
dynamische koeling (DynaCool)
d Legplaten
e Flessenrek *
f Dooiwatergoot en
dooiwaterafvoergat
g Vochtigheidsregelaar voor fruit- en
groenteschaal
h Fruit-, groenteschaal
4
i Temperatuurregelaar,
binnenverlichting en winterschakeling *
j Botervak / eierschaal
k Legbord / flesbord
* naar gelang van het model
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Hou bij het afdanken van uw oud toe
stel ook rekening met de gelijknamige
rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
-
-
5
Opmerkingen over uw veiligheid
Technische veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en kan er
schade optreden aan het toestel.
Lees dus aandachtig de tekst die
hier volgt voor u het toestel in ge
bruik neemt. U vindt er belangrijke
tips over uw veiligheid, de installatie,
het gebruik en het onderhoud van
uw toestel. Zo beschermt u zichzelf
en vermijdt u schade aan het appa
raat.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig
en geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt!
Deskundig gebruik
Gebruik het toestel uitsluitend in
het huishouden om levensmiddelen te koelen en te bewaren en om
diepgevroren levensmiddelen te bewaren, verse levensmiddelen in te vriezen
en ijs te bereiden.
Elk ander gebruik is niet toegelaten en
kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan wat hier wordt vermeld of door fou
tieve bediening.
-
gas met hoge milieugeschiktheid, maar
brandbaar. Het is niet schadelijk voor
de ozonlaag en heeft geen negatieve
invloed op het broeikaseffect. Het ge
-
bruik van dit milieuvriendelijke koelmid
del veroorzaakt wel een lichte verho
ging van het werkingsgeluid. Naast de
werkingsgeluiden van de compressor
kunnen er stromingsgeluiden in het vol
ledige koelcircuit optreden. Deze ef
fecten zijn jammer genoeg niet te ver
mijden, maar hebben geen invloed op
de prestaties van het toestel.
Let er bij het transporteren en het opstellen van het toestel op dat geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt. Koelmiddel dat naar
buiten spuit, kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
- Vermijd open vuur of
ontstekingsbronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het lokaal waarin het toestel
staat, gedurende enkele minuten,
en
- verwittig de klanten-
dienst.
moet zijn waarin het toestel wordt opge
steld. Bij een eventueel lek kan er in te
kleine ruimtes een brandbaar
gas-/luchtmengsel ontstaan.
Per 8 gr koelmiddel moet de ruimte
minstens 1 m
heid koelmiddel is aangegeven op het
typeplaatje in het toestel.
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan (R600a), een natuurlijk
-
-
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
stel zit, des te groter de ruimte
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
6
Opmerkingen over uw veiligheid
Vergelijk zeker eerst de aansluitge
gevens (spanning en frequentie)
op het typeplaatje met die van uw huis
installatie. Sluit daarna pas uw toestel
aan.
Deze gegevens dienen absoluut over
een te stemmen. Anders treedt er scha
de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien u het op een aardsysteem aan
sluit, dat volgens de voorschriften werd
geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat
deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat de elektrische
installatie in uw woning bij twijfel door
een vakman controleren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die werd veroorzaakt doordat
de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er zijn elektrische schokken mogelijk.
Een veilige werking van het toestel
is enkel gewaarborgd als het toe
stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
zing wordt gemonteerd en aangesloten.
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats installeert, bijv. op een
schip, laat dit karwei dan enkel uitvoe
ren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kunt gebruiken.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Installatie-, onderhouds- en
herstelwerken mogen enkel wor
den uitgevoerd door gekwalificeerde
vakmensen.
Door ondeskundige installatie-,
onderhouds- en herstelwerken kunnen
er niet te onderschatten risico’s ont
staan voor de gebruiker. Daarvoor kan
de fabrikant niet aansprakelijk worden
gesteld.
Het toestel is pas stroomloos in
dien aan een van deze voorwaar
den werd voldaan:
de stekker van het toestel uit het
–
stopcontact getrokken is.
Trek niet aan de aansluitkabel, maar
aan de stekker om het toestel los te
koppelen van het stroomnet.
– de zekeringen van uw huisinstallatie
zijn uitgeschakeld.
– De schroefzekering van de elek-
trische installatie er helemaal uit gedraaid is.
Gebruik uit veiligheidsoverwegin
gen geen verlengsnoeren om het
toestel aan te sluiten.
Die bieden niet voldoende veiligheids
garanties. Er bestaat onder meer ge
vaar voor oververhitting.
-
-
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen over uw veiligheid
Bediening
Raak bevroren levensmiddelen niet
aan met natte handen. Uw handen
zouden kunnen vastvriezen. Gevaar
voor verwondingen!
Gebruik geen elektrische appara
ten in het toestel (bijvoorbeeld een
ijsmachine).
Er kunnen vonken optreden.
Explosiegevaar !
Neem nooit ijsblokjes en ijs op een
stokje, met name waterijs, in de
mond als het net uit de vrieszone werd
gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van het
ijs kunnen de lippen of de tong vastvriezen. Gevaar voor verwondingen!
Let op dat kinderen niet met het
toestel spelen, bijv. in de vrieslade
gaan zitten of aan de toesteldeur gaan
hangen.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide
levensmiddelen mogen niet opnieuw worden ingevroren. Verbruik
deze levensmiddelen zo snel mogelijk,
want de levensmiddelen verliezen hun
voedingswaarde en bederven. Ont
dooide levensmiddelen kunt u opnieuw
invriezen nadat u ze heeft gekookt of
gebraden.
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare
drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het
toestel. Als de thermostaat inschakelt,
kunnen er vonken ontstaan. Die kunnen
ontvlambare mengsels tot ontploffing
brengen.
-
-
Plaats alcohol van hoog percenta
ge enkel rechtop en perfect dicht
afgesloten in de koelzone.
Gevaar voor ontploffing!
Bewaar geen blikjes en flessen met
koolzuurhoudende dranken of met
vloeistoffen die kunnen bevriezen, in de
vrieszone. De blikjes of flessen kunnen
ontploffen.
Gevaar voor verwondingen en
beschadiging!
Als u flessen snel in de vrieszone
wenst te koelen, dient u ze uiterlijk
na één uur weer uit de vrieszone te ha
len. De flessen kunnen ontploffen. Gevaar voor verwondingen en beschadiging!
Als u levensmiddelen eet die te
lang werden bewaard, bestaat er
gevaar voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de versheidgraad,
de kwaliteit van de levensmiddelen en
de bewaartemperatuur. Hou rekening
met de bewaarinstructies en de
verbruikstermijnen van de fabrikant van
de levensmiddelen!
Gebruik geen voorwerpen met
scherpe punt of rand om
–
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
vastgevroren ijsschalen en levens
middelen los te wrikken.
Daardoor beschadigt u de
koelgenerator en werkt het toestel niet
meer goed.
Plaats om te ontdooien nooit elek
trische verwarmingstoestellen of
kaarsen in het toestel.
De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
-
-
8
Opmerkingen over uw veiligheid
Gebruik geen ontdooisprays of
ijsverwijderingsproducten.
Ze kunnen explosieve gassen vormen,
oplos- of drijfmiddelen bevatten die de
kunststof kunnen beschadigen, of
schadelijk zijn voor de gezondheid.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Daardoor wordt de deurdichting na ver
loop van tijd poreus.
Als u in de koelzone vet- of
oliehoudende levensmiddelen be
waart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of olie niet in
contact komt met kunststof onderdelen.
Plaats geen spijsolie in de deur van de
koelkast.
Er kunnen spanningsbarsten ontstaan
in de kunststof van de deur.
Dek de ventilatieroosters van het
toestel niet af.
Daardoor is een perfecte luchtafvoer
niet meer verzekerd. Het stroomverbruik stijgt en schade aan onderdelen kan niet worden uitgesloten.
Het toestel is voorzien voor een be
paalde klimaatklasse (kamertem
peratuurbereik), waarvan de grens
waarden moeten worden nageleefd. De
klimaatklasse is vermeld op het type
plaatje in het toestel.
Een lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt, zodat het toestel
de vereiste temperatuur niet kan aan
houden.
-
-
-
-
-
Gebruik om het toestel te ontdooi
en en schoon te maken in geen ge
val een stoomreiniger.
De stoom kan bij onderdelen van het
toestel komen, die onder spanning
staan. Zo kan er kortsluiting optreden.
Uw oud toestel afdanken
-
-
Vernietig het knip- of vergrendelslot
van uw oude koelkast/diepvriezer
als u het toestel afdankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende
kinderen zichzelf in het toestel opslui
ten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Maak afgedankte toestellen on-
bruikbaar. Trek de stekker uit het
stopcontact en knip het aansluitsnoer
door.
Beschadig geen onderdelen van
het koelcircuit, bijv. door
– koelmiddelkanalen van de verdam-
per open te steken
– buizen te knikken.
–
oppervlaktebekledingen weg te
krassen.
Naar buiten spuitend koelmiddel kan
oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
-
-
-
9
Hoe spaart u stroom?
normaal stroomverbruikhoger stroomverbruik
Opstellenin een geventileerd vertrekin een gesloten, niet geventileerd
niet rechtstreeks door de zon
beschenen
niet naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een ideale omgevingstempera
tuur van ca. 20 °C
Temperatuurinstelling
thermostaat met getallen
(regeling in stappen)
Temperatuurinstelling
thermostaat "tot op de
graad nauwkeurig"
(digitale aanduiding)
Gebruikdoe de toesteldeur enkel even
Ontdooienlaat het vriesvak ontdooien als de
bij een gemiddelde stand van de
knop van 2 tot 3.
keldervak van 8 tot 12 °C
koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone om en bij de 0
°C
vriesvak -18 °C
open als dat nodig is
de levensmiddelen goed sorteren
voor u ze in het toestel plaatst
warme spijs en drank eerst buiten
het toestel laten afkoelen
zet de levensmiddelen degelijk
verpakt of goed afgedekt in het
toestel
leg diepvrieswaar om te ontdooien
in de koelruimte
leg of zet niet te veel levensmid
delen in de zones of vakken; zo
kan de lucht circuleren
ijslaag een paar centimeter dik is
geworden
vertrek
wel rechtstreeks door de zon
beschenen
wel naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een hoge omgevingstempera
tuur
bij een hoge stand van de knop:
hoe lager de temperatuur in het
toestel, hoe hoger het stroomver
bruik!
Let op! Bij toestellen met winter
schakeling zet u de schakelaar bij
omgevingstemperaturen hoger
dan 16 °C uit!
als u de toesteldeur vaak en lang
openzet = koudeverlies
wanorde = lang zoeken zodat de
toesteldeur lang open blijft
warme spijzen in het toestel doen
de compressor langer draaien om
de temperatuur te doen zakken
als vloeistof in de koelruimte ver
dampt en condenseert, veroor
zaakt dat koudeverlies
-
door een ijslaag wordt de koude
slechter aan de levensmiddelen
afgegeven en stijgt het stroomver
bruik
-
-
-
-
-
-
-
10
Toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Verwijder de transportbeveiligingen
^
van het toestel en doe ze weg.
Reinig het inwendige van de kast en
^
het toebehoren. Gebruik daartoe
lauwwarm water, daarna alles met
een doek drogen.
Laat het toestel na het transport ca.
1/2 tot 1 uur staan voor u het aansluit. Dit is zeer belangrijk voor de
latere werking!
Het toestel inschakelen
Toestel uitschakelen
Draai de temperatuurregelaar uit
^
stand "1" naar stand "0". Daarbij moet
een kleine weerstand worden over
brugd.
De koeling en de binnenverlichting zijn
uitgeschakeld.
-
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
^ trek de stekker uit het stopcontact,
^ ontdooi de vrieszone,
^ maak het toestel schoon en
^ laat de toesteldeuren op een kier
staan om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwezigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deu
ren gesloten blijven.
-
^
Draai de temperatuurregelaar uit de
stand "0".
Het toestel begint te koelen en de bin
nenverlichting schakelt in als de deur
wordt geopend.
Hoe hoger de instelling, des te lager de
temperatuur in het toestel.
-
11
De juiste temperatuur
De juiste temperatuurinstelling is zeer
belangrijk voor het bewaren van levens
middelen. De levensmiddelen beder
ven snel ten gevolge van micro-orga
nismen, wat door de juiste bewaartem
peratuur kan worden verhinderd of ver
traagd. De temperatuur beïnvloedt de
groeisnelheid van de micro-organis
men. Hoe lager de temperatuur, hoe
langzamer dit proces verloopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
–
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– hoe warmer de verse levensmid-
delen zijn,
– hoe hoger de omgevingstemperatuur
van het toestel is.
Het toestel is voorzien voor een bepaalde klimaatklasse (kamertemperatuurbereik), waarvan de grenswaarden moeten worden nageleefd.
-
-
-
. . . in de koelzone
We adviseren een koeltemperatuur van
4 °C in het midden van het toestel.
Temperatuurindicator
Als de temperatuurindicator zwart of
–
wit is, ligt de temperatuur boven
-
4 °C.
-
Automatische temperatuurverdeling
-
(DynaCool)
Als de koeling inschakelt, schakelt het
toestel automatisch ook de ventilator in.
Op die manier wordt de koelte gelijk
matig verdeeld in de koelzone, zodat
de levensmiddelen in de koelkast alle
maal ongeveer bij dezelfde tempera
tuur worden gekoeld.
. . . in de vrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een temperatuur van -18 °C vereist. Bij deze
temperatuur komt de groei van micro-
-organismen in hoge mate tot stilstand.
Zodra de temperatuur boven -10 °C
stijgt, begint de ontbinding door de micro-organismen; de levensmiddelen
kunnen minder lang worden bewaard.
Daarom mogen geheel of gedeeltelijk
ontdooide levensmiddelen pas opnieuw
worden ingevroren nadat ze werden
verwerkt (koken of braden).
Door de hoge temperaturen worden de
meeste micro-organismen gedood.
-
-
-
Om de temperatuur te controleren, is
zijdelings in het toestel in het koudste
gedeelte van de koelzone een tempera
tuurindicator bevestigd. De tempera
tuurindicator geeft temperaturen onder
4 °C aan.
Als de kleur van de temperatuurindica
tor groen is en als "ok" zichtbaar is, ligt
de temperatuur onder 4 °C.
12
-
-
-
De juiste temperatuur
Temperatuur instellen
U kunt de temperatuur instellen met de
temperatuurregelaar.
Draai de temperatuurregelaar naar
^
een stand tussen 1 en 5.
Hoe hoger de instelling, des te lager de
temperatuur in het toestel. Controleer
de temperatuur met behulp van de tem
peratuurindicator! Als u de temperatuur
bijregelt, geeft de temperatuurindicator
na ca. 12 uur de temperatuur in de
koelzone weer.
Bij normaal gebruik van het toestel en
als levensmiddelen gedurende kortetijd in de vrieszone worden bewaard,
volstaat een lage instelling tussen 1 en
2.
Bij normaal gebruik en als de levens-
middelen gedurende lange tijd in de
vrieszone worden bewaard, is een gemiddelde instelling tussen 2 en 3 aan te
bevelen.
Om verse levensmiddelen in te vriezen, is het aan te bevelen gedurende
korte tijd een instelling tussen 4 en 5 te
kiezen, zodat de levensmiddelen zo
snel mogelijk worden ingevroren.
Deze instelling wordt ook gebruikt als
de deur van het toestel zeer vaak wordt
geopend, als grote hoeveelheden le
vensmiddelen in de koelzone worden
geplaatst of als de omgevingstempera
tuur hoog is.
-
-
Temperatuur- en vochtigheids
regelaar voor de groentelade
De temperatuur en de vochtigheid in de
groenteschaal kunt u instellen met de
regelaar boven de groenteschaal.
Regelaar sluiten
Schuif de temperatuur- en
^
vochtigheidsregelaar naar rechts.
Omdat de regelaar gesloten is, wordt
het in de groenteschaal warmer en
stijgt de luchtvochtigheid.
Door de hogere luchtvochtigheid blijft
verse groente gedurende een bepaalde bewaartijd zeer knapperig en
vers.
Regelaar openzetten
^
Schuif de temperatuur- en
vochtigheidsregelaar naar links.
Omdat de regelaar open staat, kan de
koude lucht in de groenteschaal zak
ken. In de groenteschaal wordt het kou
der en de luchtvochtigheid daalt.
Door de lagere temperatuur kan de
-
groente langer worden bewaard.
-
-
-
13
De juiste temperatuur
Winterschakeling
(omgevingstemperatuur onder
18 °C)
Als de omgevingstemperatuur onder 18
°C daalt, slaat de generator minder
vaak aan. Daardoor kan het in de vries
zone te warm worden en kunnen in het
ergste geval de levensmiddelen in de
vrieszone gedeeltelijk of zelfs volledig
ontdooien.
In dit geval
^ drukt u op de tuimelschakelaar ach-
ter de temperatuurregelaar, zodat
een rode markering op de tuimelschakelaar te zien is.
De vrieszone wordt op die manier tot
een omgevingstemperatuur van 10 °C
voldoende gekoeld. Bij een omgevings
temperatuur onder 10 °C is de functie
van het toestel niet meer gewaarborgd!
-
-
De binnenverlichting werkt ook bij ge
sloten deur met minder energie en ver
warmt de koelzone. Door deze op
warming schakelt de compressor vaker
in en wordt de vrieszone voldoende ge
koeld. De binnenverlichting blijft aan tot
de tuimelschakelaar wordt ingedrukt,
zodat de rode markering niet meer te
zien is.
Als de omgevingstemperatuur bo
ven 18 °C stijgt, schakelt u de win
terschakeling weer uit!
14
-
-
-
-
-
-
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie is de
temperatuur in de koelzone niet overal
gelijk. De koude, zware lucht daalt naar
het onderste gedeelte van het toestel.
Gebruik de verschillende koelgedeelten
als u levensmiddelen in het toestel
plaatst!
Koudste gedeelte van de koelzone
Het koudste gedeelte van de koelzone
bevindt zich direct boven de
groenteschalen.
Koelzone goed gebruiken
De zone voor gevoelige levensmid
delen is afhankelijk van het model
- volledig onderaan tussen de zijdelings
aangebrachte pijl en de legplaat er
onder of
- tussen twee pijlen
aangegeven.
-
-
Gebruik dit gedeelte voor alle gevoelige en snel bederfbare levensmiddelen, zoals:
– vis, vlees, gevogelte,
– worst, kant-en-klaar gerechten,
– gebak en gerechten met eieren of
slagroom
– vers deeg, taart-, pizza- quichedeeg,
–
kaas en andere producten op basis
van verse melk,
–
in folie verpakte, bereide groenten en
algemeen alle verse levensmiddelen
waarvan de minimale houdbaar
heidsdatum gebaseerd is op een be
waartemperatuur van minstens 4 °C.
-
Warmste gedeelte van de koelzone
Het warmste gedeelte van de koelzone
bevindt zich bovenaan aan de deur.
Gebruik dit gedeelte bijv. om boter te
bewaren, zodat ze gemakkelijk smeerbaar blijft, en voor kaas, zodat hij zijn
aroma niet verliest.
Plaats geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toe
stel. Gevaar voor ontploffingen!
Alcohol van hoog percentage enkel
rechtop en perfect dicht afgesloten
in het toestel plaatsen.
Als u in de koelzone vet- of
oliehoudende levensmiddelen be
waart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of olie niet in
contact komt met kunststof onderde
len. Plaats geen spijsolie in de deur
van de koelkast.
Er kunnen spanningsbarsten ont
staan in de kunststof van de deur.
-
-
-
-
15
Koelzone goed gebruiken
De levensmiddelen mogen niet te
gen de achterwand komen. Ze kun
nen anders aan de achterwand vast
vriezen.
-
Voorbeelden van vruchten die veel
natuurlijk gas afscheiden:
appelen, abrikozen, peren, nectarines,
perziken, pruimen, avocado’s en vijgen.
Levensmiddelen die niet
geschikt zijn om te koelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koelzone te worden bewaard.
Daartoe behoren onder andere:
Voor koude gevoelig fruit en
–
groenten
– Fruit dat nog verder moet rijpen
– Aardappelen
– Harde kazen (parmezaan)
Levensmiddelen juist bewaren
Bewaar de levensmiddelen enkel in de
verpakking of goed afgedekt. Zo vermijdt u dat de levensmiddelen vreemde
geuren opnemen, gaan uitdrogen en
eventuele bacteriën overdragen. Bij
een correcte instelling van de tempera
tuur en een aangepaste hygiëne wordt
de vermenigvuldiging van bacteriën zo
als salmonella vertraagd.
Voorbeelden van fruit en groenten
die zeer gevoelig reageren op het na
tuurlijk gas van andere soorten fruit
en groenten:
Fruit en groenten kunt u echter onver
pakt in de groenteschalen bewaren. U
dient er wel op te letten dat sommige
soorten groenten een natuurlijk gas af
scheiden, dat verouderingsprocessen
versnelt. Sommige groente- en fruit
soorten reageren zeer gevoelig op dit
natuurlijk gas. Daarom mogen niet alle
soorten groenten en fruit samen in één
schaal worden bewaard.
16
-
-
-
Binnenruimte aanpassen
Legplaten verplaatsen
U kunt de legplaten verplaatsen over
eenkomstig de hoogte van de te koelen
levensmiddelen.
Til de legplaat op en zwenk ze om
^
laag om ze uit te nemen.
Plaats de legplaat met de achterrand
^
omhoog op de gewenste plaats.
De achterrand moet omhoog staan,
anders kunnen de levensmiddelen
tegen de achterwand komen en be
vriezen.
-
-
-
Flessenrek
(naar gelang van het model)
In de flessenrek kunnen flessen veilig
worden geplaatst en gestapeld.
Om te voorkomen dat de flessenrek
wegglijdt, haakt u hem achteraan vast
aan de gewenste legplaat.
Legplaten/flessenrekken
verplaatsen
Schuif de legplaten/flessenrekken
^
omhoog en neem ze langs voor uit.
Plaats de legplaten/flessenrekken op
^
een willekeurige plaats in het toestel.
Let erop dat ze juist en stevig op de
verhogingen zitten.
17
Invriezen en bewaren
De vrieszone gebruiken
Gebruik de vrieszone om
diepgevroren voedsel te bewaren,
–
ijsblokjes en consumptie-ijs te ma
–
ken,
levensmiddelen in te vriezen (volume
–
per 24 uur, zie typeplaatje).
-
Diepgevroren voedsel bewaren
Als u diepgevroren voedsel wenst te
bewaren, controleert u tijdens de aan
koop in de winkel
– de verpakking op beschadiging,
– de houdbaarheidsdatum en
– de koelruimtetemperatuur van de
winkeldiepvries. Als de
koelruimtetemperatuur warmer is dan
-18 °C, wordt de houdbaarheid van
het diepgevroren voedsel korter.
^ Koop diepgevroren voedsel pas op
het einde van het winkelen, en trans
porteer het in krantenpapier of in een
koelzak.
^
Plaats het diepgevroren voedsel on
middellijk in de vrieszone.
Gedeeltelijk of volledig ontdooid
voedsel niet opnieuw invriezen. Pas
nadat u de levensmiddelen heeft
verwerkt (koken of braden), kunt u
ze opnieuw invriezen.
-
-
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik om in te vriezen enkel verse le
vensmiddelen die in perfecte staat
verkeren!
Hou hiermee rekening voor het
invriezen
Volgende levensmiddelen zijn ge
–
schikt om in te vriezen:
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groenten, kruiden, onbewerkt fruit,
zuivelproducten, bakkerijproducten,
voedselresten, eigeel, eiwit en talrijke
kant-en-klaar gerechten.
– Volgende zaken zijn niet geschikt
om in te vriezen:
wijndruiven, bladsalade, radijsjes,
ramenas, zure room, mayonaise, volledige eieren in de schaal, uien, volledige onbewerkte appelen en peren.
– Om de kleur, de smaak, het aroma
-
en de vitamine C te behouden, moeten groenten voor het invriezen wor
den geblancheerd. Doe de groenten
in porties gedurende 2 - 3 minuten in
kokend water. Daarna de groenten
uitnemen en snel in koud water af
koelen. De groeten laten uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet vlees en kan veel
langer worden bewaard.
–
Plaats telkens een folie uit kunststof
tussen koteletten, steaks, schnitzels
enz. Zo vermijdt u dat ze tot één blok
samen vriezen.
-
-
-
-
18
Onbewerkte levensmiddelen en ge
–
blancheerde groenten voor het in
vriezen niet kruiden en zouten, scho
tels slechts lichtjes kruiden en
zouten. Sommige kruiden verande
ren hun smaakintensiteit tijdens het
invriezen.
Warme schotels of dranken eerst bui
–
ten het toestel laten afkoelen, om te
voorkomen dat reeds bevroren le
vensmiddelen gedeeltelijk ontdooien
en dat het stroomverbruik stijgt.
Verpakken
^ Vries per portie in.
Invriezen en bewaren
Noteer de inhoud en de invriesdatum
^
-
-
-
-
op de verpakking.
-
Voor de levensmiddelen in het toestel
worden geplaatst
Draai de temperatuurregelaar naar
^
stand 3 tot 4.
Als u verse levensmiddelen in het
toestel plaatst, werkt de compressor
automatisch tot de levensmiddelen
doorvroren zijn. Daardoor kan de
koelzone ook sterker worden ge
koeld. De instelling van de tempera
tuurregelaar moet echter niet worden gewijzigd!
-
-
Geschikte verpakking
- Kunststoffolie
- Buisfolie uit polyethyleen
- Aluminiumfolie
- Diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- Pakpapier
- Perkamentpapier
- Cellofaan
- Vuilniszakjes
- Gebruikte winkelzakjes
^
Druk de lucht goed uit de verpak
king.
^
Sluit de verpakking dicht af met
- elastiekjes
- kunststofclips
- touw of
- koudebestendige kleefband.
Zakjes en buisfolie uit polyethyleen
kunt u met een folielasapparaat
dichtlassen.
Plaatsen
^ Plaats de levensmiddelen naast el-
kaar op de bodem van de vrieszone,
zodat ze zo snel mogelijk tot in de
kern worden ingevroren.
^ Leg de pakken droog in het toestel
om te vermijden dat ze aan elkaar of
aan het toestel vastvriezen.
In te vriezen levensmiddelen mogen
niet in aanraking komen met reeds
-
ingevroren levensmiddelen, zodat
deze niet ontdooien.
19
Invriezen en bewaren
Ingevroren voedsel ontdooien
Ingevroren voedsel kunt u op verschil
lende manieren ontdooien
in de microgolfoven,
–
in de gewone oven met de werkwijze
–
"hete lucht" of "ontdooien",
bij kamertemperatuur,
–
in de koelkast,
–
in de stoomoven.
–
Platte stukken vlees en vis kunnen
ontdooid in een hete pan worden ge
legd.
Fruit kan bij kamertemperatuur in de
verpakking of in een afgedekte schotel
worden ontdooid.
Groenten kunnen algemeen in bevroren toestand in het kokende water worden gedaan of in heet vet worden gestoofd. De bereidingstijd is iets korter
dan bij verse groenten.
-
IJsblokjes bereiden
(naar gelang van het model)
Vul de ijsblokjesschaal voor drie
vierden met water en plaats ze op de
bodem van de vrieslade.
Gebruik een stomp voorwerp, bijv. een
lepelsteel, om een vastgevroren ijsblok
jesschaal los te maken.
De ijsblokjes komen gemakkelijk los uit
de schaal als u ze kort onder stromend
water houdt.
Dranken snel koelen
Als u flessen drank in de vrieszone
plaatst om ze snel te koelen, dient u de
flessen uiterlijk na 1 uur weer uit de
vrieszone te nemen, anders zullen de
flessen ontploffen!
-
Gedeeltelijk of volledig ontdooid
voedsel niet opnieuw invriezen. Pas
nadat u de levensmiddelen heeft
verwerkt (koken of braden), kunt u
ze opnieuw invriezen.
20
Ontdooien
Koelzone
Terwijl de compressor draait, kunnen er
rijp en waterpareltjes worden gevormd
op de achterzijde van de koelzone.
Deze dient u niet te verwijderen, want
de koelzone wordt automatisch ont
dooid.
Het dooiwater loopt via een
dooiwatergoot en door een
dooiwaterafvoerbuis naar een
verdampsysteem aan de achterzijde
van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan weglopen, door de
dooiwatergoot en de
dooiwaterafvoergat schoon te houden.
-
Vrieszone
De vrieszone ontdooit niet automatisch,
want de ingevroren levensmiddelen
mogen niet ontdooien.
Door de normale werking wordt er na
verloop van tijd rijp en ijs op het
verdamperoppervlak gevormd. Daar
door gaat de koudeafgifte achteruit; het
stroomverbruik stijgt.
Schaaf de rijp- of ijslagen niet af,
want hierdoor kan het oppervlak van
de verdamper beschadigd raken.
Het toestel zou dan niet goed meer
werken.
Ontdooi de vrieszone regelmatig, maar
uiterlijk als er zich een ijslaag van ca.
1 cm dik heeft gevormd. Ontdooi de
vrieszone bij voorkeur als er zich weinig
of geen levensmiddelen in het toestel
bevinden.
Voor het ontdooien
-
^
Neem de levensmiddelen uit en wik
kel ze in verschillende lagen kranten
papier of in een deken.
^
Bewaar de ingevroren levensmid
delen op een koele plaats tot de
vrieszone weer gebruiksklaar is.
-
-
-
21
Ontdooien
Ontdooien
Ontdooien moet snel gebeuren. Hoe
langer u de ingevroren levensmid
delen bij kamertemperatuur be
waart, des te korter wordt de houd
baarheid van de ingevroren levens
middelen.
Schakel het toestel uit en trek de
^
stekker uit het stopcontact.
Laat de deur van de vrieszone open.
^
Zuig het dooiwater op met een
^
spons.
U kunt het ontdooien versnellen door
een pot op onderleggers met heet (niet
kokend) water in de vrieszone te
plaatsen. In dit geval laat u de deur
tijdens het ontdooien gesloten, zodat
de warmte niet kan ontsnappen.
Plaats om te ontdooien nooit elektrische verwarmingstoestellen of
kaarsen in het toestel, want hierdoor
kan de kunststof beschadigd raken.
-
-
-
-
Na het ontdooien
Reinig het toestel en droog het.
^
Er mag geen reinigingswater door
het afvoergat voor het dooiwater lo
pen.
Sluit het toestel weer aan en schakel
^
het in.
Leg de ingevroren levensmiddelen
^
weer in de vrieszone.
-
Gebruik geen ontdooisprays en
ijsverwijderingsproducten, want ze
kunnen explosieve gassen vormen,
oplos- of drijfmiddelen bevatten die
de kunststof kunnen aantasten, of
schadelijk zijn voor de gezondheid.
22
Reinigen
Gebruik nooit reinigingsmiddel dat
zand, schuurmiddel, soda of zuur
bevat en gebruik geen chemische
oplosmiddelen.
Ook ongeschikt zijn zogenaamde
schuurmiddelen die "vrij zijn van
schuurmiddelen", want ze veroorza
ken matte vlekken.
Zorg ervoor dat er geen water in de
temperatuurregelaar, de verlichting
of de ventilatieroosters terecht komt.
Er mag geen reinigingswater door
het afvoergat voor het dooiwater lopen.
Gebruik geen stoomreiniger. De
stoom kan op stroomvoerende onderdelen van het toestel terecht
komen en een kortsluiting veroorzaken.
Het typeplaatje in het toestel mag
niet worden verwijderd. De informa
tie op dit plaatje is belangrijk in ge
val van een storing!
Voor het reinigen
om het gemakkelijker te kunnen reini
gen.
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Reinig de koelzone minstens één
^
-
keer per maand en de vrieszone na
elke ontdooiing.
Was alle onderdelen met de hand af.
^
Reinig de goot en de afvoerbuis voor
^
het dooiwater regelmatig met een
staafje of iets dergelijks, zodat het
dooiwater altijd ongehinderd kan
weglopen.
^ Veeg de buitenwanden, de binnen-
ruimte en het toebehoren na de reiniging af met schoon water en droog
alles met een doek. Laat de deuren
van het toestel gedurende korte tijd
geopend.
Luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen
-
-
^
Reinig alle luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen regelmatig met een
penseel of stofzuiger. Stofafzettingen
verhogen het energieverbruik.
-
^
Schakel het toestel uit door de tem
peratuurregelaar naar "0" te draaien,
en trek de netstekker uit of draai de
zekering uit.
^
Haal het gekoelde materiaal uit het
toestel en bewaar het op een koele
plaats.
^
Ontdooi de vrieszone.
^
Neem alle onderdelen die kunnen
worden uitgenomen, uit het toestel
-
23
Reinigen
Achterzijde - metalen rooster
Minstens één keer per jaar moet het
stof worden verwijderd van het metalen
rooster aan de achterzijde van het toe
stel (warmtewisselaar). Stofafzettingen
verhogen het energieverbruik!
Let er bij het reinigen van het metalen
^
rooster op dat u geen kabels of an
dere componenten aftrekt, knikt of
beschadigt.
-
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt ze na verloop van tijd poreus.
Reinig de deurdichting regelmatig uitsluitend met schoon water en droog ze
daarna grondig met een doek.
Na het reinigen
Plaats alle onderdelen in het toestel.
^
Sluit het toestel weer aan en schakel
^
het in met de temperatuurregelaar.
Plaats de levensmiddelen in het toe
^
stel en sluit de deuren.
-
24
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mag u enkel en alleen door
een erkend vakman laten uitvoeren.
Door ondeskundige reparaties kun
nen er niet te onderschatten risico’s
ontstaan voor de gebruiker.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als . . .
-
Wat gedaan als . . . ?
. . . de inschakelfrequentie en
inschakelduur van de compressor
toenemen?
Ga na of de ventilatieopeningen niet
^
afgedekt zijn of onder het stof zitten.
De toesteldeuren werden vaak geo
^
pend of er werden grote hoeveelhe
den verse levensmiddelen ingevro
ren.
Ga na of de toesteldeuren goed slui
^
ten.
-
-
-
-
. . . het toestel niet koelt?
^ Ga na of de temperatuurregelaar op
een andere instelling dan "0" staat.
^ Ga na of de stekker van het toestel
goed in het stopcontact zit.
^ Ga na of de zekering van de huisin-
stallatie niet uitgevallen is. Als dit het
geval is, doet u een beroep op de
klantendienst.
. . . de temperatuur in de koelzone te
koud is?
^
Zet de temperatuurregelaar op een
kleinere stand.
^
Ga na of de deur van de vrieszone
correct gesloten is.
^
Werd een grote hoeveelheid levens
middelen in één keer ingevroren?
Omdat de compressor daardoor zeer
lang werkt, daalt de temperatuur in
de koelzone automatisch. Daarom
mag u nooit meer levensmiddelen in
één keer invriezen dan aangegeven
is op het typeplaatje.
Ga na of er zich een dikke rijplaag in
^
de vrieszone heeft gevormd. Als dit
het geval is, dient u de vrieszone te
ontdooien.
. . . het ingevroren voedsel ontdooit
omdat het te warm is in de vrieszone?
^ Ligt de kamertemperatuur lager dan
de kamertemperatuur waarvoor uw
toestel ontworpen is?
Verhoog de kamertemperatuur.
De compressor schakelt minder vaak in
als de kamertemperatuur te laag ligt.
Daardoor kan het te warm worden in de
vrieszone.
^
-
Bij toestellen met winterschakeling
schakelt u de winterschakeling in
(zie "Winterschakeling").
. . . de levensmiddelen vastgevroren
zijn?
Maak de levensmiddelen los met een
stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel.
25
Wat gedaan als . . . ?
. . . de vrieszone een dikke ijslaag
vertoont?
Ga na of de deur van de vrieszone
^
goed sluit.
Ontdooi de vrieszone en maak ze
^
schoon.
Een dikke ijslaag vermindert het koel
vermogen, waardoor het stroomver
bruik stijgt.
. . . de binnenverlichting in de koelzo
ne niet meer werkt?
Zit de lichtcontactschakelaar vastge
^
klemd?
Als dit niet het geval is, is de gloeilamp
defect:
^ Trek de stekker uit of schakel de
zekering van de huisinstallatie uit.
-
-
. . . de bodem van de koelzone nat is?
Het afvoergat voor het dauwwater zit
verstopt.
Reinig de watergoot en het afvoergat
^
voor het dauwwater.
Als u de storing niet kunt verhelpen
aan de hand van deze gegevens,
dan dient u een beroep te doen op
de klantendienst.
-
Open de deuren niet zolang de sto
ring niet verholpen is, om het koude
verlies zo beperkt mogelijk te hou-
den.
-
-
^
Grijp langs achter onder de lampaf
dekking en trek de lampafdekking
weg.
^
Draai de gloeilamp uit en vervang ze
door een nieuwe gloeilamp.
Aansluitgegevens van de gloeilamp:
220 - 240 V, max. 15 W, fitting E 14
^
Draai de nieuwe gloeilamp in en zet
de afdekking weer vast.
26
-
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
27
Technische dienst
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
28
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
Elektrische aansluiting
-
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
29
Opstelinstructies
Plaats geen warmteproducerende
toestellen, zoals een broodrooster of
microgolfoven, op het toestel. Hier
-
door stijgt het energieverbruik!
Als het toestel naast een ander
koel-/vriestoestel moet worden op
gesteld, moet een afstand van min
-
stens 2 cm worden aangehouden,
anders kan er condens optreden.
Gevaar voor beschadiging!
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de omgeving van een venster met directe inval
van zonnestralen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur, hoe te langer de
compressor moet werken, waardoor er
meer stroom wordt verbruikt.
Een droge, ventileerbare ruimte is geschikt.
temperaturen in het toestel leiden, zo
dat de ingevroren levensmiddelen
eventueel zelfs beginnen te ontdooien!
Luchttoevoer en -afvoer
De lucht aan de achterwand van het
toestel wordt opgewarmd. De ventilatie
roosters mogen daarom niet worden af
gedekt, zodat een goede luchttoevoer
en -afvoer verzekerd is.
Bovendien moet het stof regelmatig van
de ventilatieroosters worden verwijderd.
Toestel opstellen
^ Verwijder eerst de kabelhouder aan
de achterzijde van het toestel.
^ Ga na of alle onderdelen aan de ach-
terwand van het toestel vrij zijn. Buig
eventueel vastzittende onderdelen
voorzichtig weg.
^ Schuif het toestel voorzichtig op de
daartoe voorziene plaats.
-
-
Klimaatklasse
Het toestel is voorzien voor een be
paalde klimaatklasse (kamertempera
-
tuurbereik), waarvan de grenswaarden
moeten worden nageleefd. De klimaat
klasse is vermeld op het typeplaatje
aan de binnenzijde van het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C bis +32 °C
+16 °C bis +32 °C
+18 °C bis +38 °C
+18 °C bis +43 °C
Een lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot te hoge
30
Toestel nivelleren
-
^
Nivelleer het toestel met de
stelvoetjes stevig en waterpas.
Deurscharnier veranderen
Het toestel wordt geleverd met schar
nier rechts. Als de scharnier links ver
eist is, moet de deurscharnier worden
verplaatst.
Voer de verandering van de
deuraanslag altijd met twee perso
nen uit.
Open de onderste toesteldeur.
^
-
-
-
Schroef het middelste deurlager f af
^
en neem de bovenste toesteldeur
langs onder af (let op het moerplaat
je).
Draai de bovenste lagertap g met
^
behulp van een schroefsleutel (maat
10) uit en plaats de lagertap in de te
genoverliggende zijde.
Neem de stop h in het midden uit en
^
plaats hem in de tegenoverliggende
zijde.
-
-
^
Verwijder het afdekplaatje a en
maak de plint b los met een schroe
vendraaier.
^
Draai de scharnierbout c met een
steeksleutel uit.
^
Zwenk de onderste toesteldeur
schuin naar voor en neem ze langs
onder af.
^
Let op deurlagerbus d.
^
Open de bovenste toesteldeur.
^
Verwijder de afdekkappen e.
-
^
Steek de bovenste toesteldeur op de
bovenste lagertap i en laat de toe
steldeur geopend.
^
Steek het middelste deurlager f on
deraan in de bovenste toesteldeur
(let op het moerplaatje) en schroef
het deurlager vast.
Duw de bovenste deur zo goed mo
gelijk omhoog.
^
Plaats de afdekkappen e.
-
-
-
31
Deurscharnier veranderen
Hang de onderste toesteldeur in het
^
middelste deurlager j en sluit de
toesteldeur.
Duw nu de onderste deur zo goed
^
mogelijk omhoog en schuif de
deurlagerbus d tussen lagerstoel en
toesteldeur.
Steek de onderste scharnierbout c
^
langs onder door de lagerstoel en de
deurlagerbus in de toesteldeur, en
schroef de scharnierbout vast met
een steeksleutel.
Schuif het afdekplaatje a in en ver
^
grendel de plint b.
Let erop dat u met het voorwerp niet
wegglijdt en het toesteloppervlak
beschadigt.
Draai de schroeven e aan de
^
greepzijde en in het midden los en
neem de greep f af.
Deurgrepen verplaatsen
^
Maak de afdekkappen a en b aan
de deurzijden los.
^
Plaats een geschikt voorwerp (bij
voorkeur uit hout of kunststof) in een
van de inkepingen c in de middelste
afdekplaat d en hef de afdekplaat
voorzichtig af.
^ Draai de schroeven g aan de tegen-
overliggende zijde los.
^
Plaats de greep op de tegenoverlig
gende zijde en schroef hem eerst zij
delings en dan in het midden vast h.
^
Steek de schroeven op de tegen
overliggende zijde i in.
^
Plaats de afdekkappen a en b aan
de deurzijden.
^
Zet de middelste afdekplaat d weer
vast.
-
-
-
323334
35
Wijzigingen voorbehouden / 2706
KT 2440 SD
M.-Nr. 06 589 290 / 01
nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.