Miele KT 12410 S, KT 12510 S User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing en montage handleiding
Koel-vriescombinatie
-
KT 12410 S KT 12510 S
Lees in elk geval de ge­bruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 932 570
Page 2
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................7
Hoe kunt u energie besparen? ......................................12
Toestel in- en uitschakelen .........................................13
Bij langdurige afwezigheid ..........................................13
De juiste temperatuur .............................................14
...indekoelzone .................................................14
...indevrieszone.................................................14
Temperatuur instellen ..............................................15
Winterschakeling gebruiken ........................................16
Koelzone juist gebruiken ..........................................17
Verschillende koelgedeelten .........................................17
Levensmiddelen die zeker niet gekoeld mogen worden....................18
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt ...................18
Levensmiddelen juist bewaren .......................................18
Fruit en groenten................................................18
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen ..................19
Levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten .............................19
Vlees .........................................................19
De binnenruimte indelen ...........................................20
De legplaten verplaatsen............................................20
Tweedelige legplaat ...............................................20
Rek/flessenrek verplaatsen ..........................................20
Invriezen en bewaren..............................................21
Maximaal invriesvermogen ..........................................21
Wat gebeurt er als verse levensmiddelen worden ingevroren? ..............21
Diepvriesproducten bewaren ........................................21
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................22
Hou bij het invriezen rekening met het volgende .......................22
Verpakken.....................................................22
Ca. 24 uur voordat u de levensmiddelen in het toestel legt, doet u het
volgende: .....................................................23
Levensmiddelen in het toestel leggen ...............................23
Ca. 24 uur nadat u de levensmiddelen in het toestel hebt gelegd .........23
2
Page 3
Inhoud
Ingevroren levensmiddelen ontdooien .................................23
IJsblokjes maken ..................................................24
Dranken snel koelen ...............................................24
Ontdooien .......................................................25
Koelzone ........................................................25
Vrieszone ........................................................25
Reiniging........................................................27
Binnenruimte, toebehoren ...........................................27
Toesteldeuren, zijwanden ...........................................28
Luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen ................................28
Deurdichting .....................................................29
Wat gedaan als...?..............................................30
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................33
Technische Dienst van Miele/garantie ................................34
Elektrische aansluiting ............................................35
Opstelinstructies .................................................36
Opstelplaats......................................................36
Klimaatklasse ..................................................36
Luchttoevoer en -afvoer.............................................36
Toestel opstellen ..................................................36
Toestel nivelleren ..................................................37
Afmetingen van het toestel ..........................................38
De draairichting van de deuren veranderen ...........................39
Het toestel inbouwen..............................................42
3
Page 4
Beschrijving van het toestel
a Aan-uitknop/temperatuurregelaar
b Tuimelschakelaar voor de winter
schakeling
c Lichtcontactschakelaar
-
4
Page 5
a Legplaat vrieszone
b Boter- en kaasvak
c Legplaat in de koelzone
d Eierhouder/rek
e Aan-uitknop/temperatuurregelaar,
binnenverlichting en winterschakeling
f Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater
g Fruit- en groentebakken
h Flessenrek
Beschrijving van het toestel
5
Page 6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
-
­Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
­de handelaar bij wie u het kocht
of
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
-
-
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toe stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt, moet u de gebruiksaanwijzing aan dachtig lezen. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent de plaatsing, de veiligheid, het gebruik en het on derhoud van uw toestel. Dat is vei liger voor uzelf en u voorkomt scha de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Het toestel is uitsluitend bedoeld
~
voor gebruik in het huishouden en gelijkaardige omgevingen zoals
in winkels, kantoren en gelijkaardige werkomgevingen,
op boerderijen,
door klanten in hotels, motels, bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen.
Dit toestel is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik het toestel uitsluitend in huis houdelijke context voor het koelen en bewaren van levensmiddelen, het be waren van diepvriesproducten, het in vriezen van verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
-
-
-
-
-
-
-
-
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa brikant is niet aansprakelijk voor scha de die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd
-
gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om het toestel veilig te bedienen, mogen dit toestel al leen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Kinderen vanaf acht jaar mogen het
~
toestel zonder toezicht gebruiken, maar alleen wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventu­ele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen jonger dan acht jaar moe-
~
ten uit de buurt van het toestel worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Let op dat kinderen niet met het toestel spelen door bijv. aan de toesteldeur te gaan hangen.
Laat kinderen niet spelen met het
~
verpakkingsmateriaal, bijv. folie. Kin deren kunnen verstikken!
-
-
-
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
neem contact op met de dienst Her
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het toestel aan de buiten kant zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het toestel dan in geen ge val in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen!
Is de aansluitkabel beschadigd, laat
~
deze dan vervangen door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel ge bruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobu-
~
taan (R600a), een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van het werkingsgeluid. Naast werkingsgeluiden van de compressor kunnen er ook stromingsgeluiden te ho­ren zijn die afkomstig zijn van het koelcircuit. Deze effecten zijn jammer ge noeg niet te vermijden, maar hebben geen invloed op de prestaties van het toestel. Let er bij het transporteren en het opstel len van het toestel op dat geen enkel on derdeel van het koelcircuit beschadigd raakt. Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden! Bij beschadiging:
stellingen aan huis van Miele.
-
-
-
-
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m heid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel
~
is alleen dan gewaarborgd als het toe stel overeenkomstig de gebruiksaanwij­zing gemonteerd en aangesloten werd.
Voordat u het toestel aansluit, dient
~
u eerst de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet te vergelij­ken. Deze gegevens dienen absoluut over­een te stemmen. Anders treedt er scha­de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen verlengkabels of stopcontactenblokken om het toestel aan te sluiten. Die bieden niet voldoen de veiligheidsgaranties. Er bestaat on der andere gevaar voor oververhitting.
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
Vermijd open vuur of ontstekings bronnen,
trek de stekker uit het stopcontact,
verlucht het vertrek waarin het toestel staat gedurende enkele minuten, en
8
-
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van dit toe
~
stel wordt enkel gewaarborgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsys teem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoor waarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk ge steld worden voor schade die werd ver oorzaakt doordat de aardleiding onder broken was of gewoon ontbrak. Er be staat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken mogen alleen wor­den uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
-
-
-
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken moet het toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos indien aan een van deze voorwaarden werd vol daan:
De stekker van het toestel is uitge
trokken. Trek daarbij niet aan de kabel, wel aan de stekker.
­De desbetreffende zekering in de
zekeringkast is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Dit toestel mag niet op niet-vaste
~
plaatsen (bijv. op een schip) worden gebruikt.
-
-
Laat u het toestel tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op garantie.
-
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet
~
met natte handen aan. Uw handen zou den kunnen vastvriezen. U kunt zich verwonden!
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's,
~
met name waterijsjes, in de mond als u ze net uit de vrieszone hebt gehaald. Door de zeer lage temperatuur van de bevroren levensmiddelen kunnen uw lippen of tong vastvriezen. U kunt zich verwonden!
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
~
vensmiddelen mogen niet opnieuw wor­den ingevroren. Verbruik deze levens­middelen zo snel mogelijk, want de le­vensmiddelen verliezen hun voedings­waarde en bederven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invrie­zen nadat u ze hebt gekookt of gebra­den.
Bewaar geen explosieve stoffen of -
~
producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Als de thermostaat wordt ingeschakeld, kun nen er vonken ontstaan. Die kunnen ontvlambare mengsels tot ontploffing brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te maken). Er kunnen vonken ontstaan. Ontplof fingsgevaar!
Plaats dranken met een hoog alco
~
holpercentage enkel rechtop en goed afgesloten in de koelzone. Ontploffingsgevaar!
-
-
-
Bewaar geen blikjes en flessen met
~
koolzuurhoudende dranken of vloeistof fen die kunnen bevriezen in de vrieszo
­ne. De blikjes of flessen kunnen uit el
kaar springen. U kunt zich verwonden en er kan scha de ontstaan!
Als u flessen snel in de vrieszone
~
wenst te koelen, moet u ze uiterlijk na één uur weer uit de vrieszone halen. De flessen kunnen ontploffen. U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan!
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
­bewaard werden, bestaat er gevaar
voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van di­verse factoren, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be­waard. Hou rekening met de bewaarinstructies en de verbruikstermijnen van de fabrikant van de levensmiddelen!
Gebruik geen voorwerpen met
~
scherpe punt of rand om
rijm- en ijslagen te verwijderen,
vastgevroren bakjes voor ijsblokjes en levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toe stel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwar
~
mingstoestellen of kaarsen in het toe stel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
-
-
-
-
-
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik geen ontdooisprays of
~
producten om ijs te verwijderen. Die kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze kunnen de gezondheid schaden.
Gebruik voor het ontdooien en reini
~
gen van het toestel in geen geval een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met on derdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet. Daardoor wordt de deurdichting na ver­loop van tijd poreus.
Als u in het toestel of in de deur vet-
~
of oliehoudende levensmiddelen be­waart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen. Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
Dek de ventilatieopeningen van het
~
toestel niet af. Als deze openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie plaatsvin den. Het stroomverbruik stijgt en scha de aan onderdelen kan niet worden uit gesloten.
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens moeten worden gerespecteerd. De klimaatklasse is ver meld op het typeplaatje aan de binnen zijde van het toestel.
-
-
Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aan houden.
Wat met een afgedankt toe stel?
-
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw oude toestel als u het afdankt.
­Op die manier voorkomt u dat spelende
kinderen zich in het toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
– koelmiddelkanalen van het
verdampsysteem open te prikken,
– buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krabben.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
-
-
-
-
-
11
Page 12
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik Verhoogd energieverbruik
Opstellen In een verluchte ruimte. In een gesloten, niet verluchte ruimte.
Beschermd tegen rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwar mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van ongeveer 20 °C.
Dek de ventilatieopeningen niet af. Verwijder regelmatig het stof van de ventilatieopeningen.
Temperatuurinstelling Thermostaat op basis van "circa-getallen" (regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling Thermostaat op basis van graden (digitaal display)
Gebruik Laat de schuifladen, legplaten en
Ontdooien Ontdooi de vrieszone bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling van 2 tot 3.
Bewaarzone van 8 tot 12 °C
Koelzone 4 tot 5 °C
PerfectFresch-zone ongeveer 0 °C
Vrieszone -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
rekken zoals ze waren toen het toe­stel werd geleverd.
Open de deur altijd zo kort mogelijk. De deur vaak en langdurig openen
Schik de levensmiddelen in het toe stel.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt in het toestel.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron
­(verwarmingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera tuur.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de temperatuur in de zone, hoe hoger het energiever bruik!
Bij toestellen met een winterschake­ling moet u erop letten dat die scha­kelaar bij omgevingstemperaturen boven 16 °C of 18 °C uitgeschakeld is!
= koudeverlies
-
Als u lang moet zoeken, blijft de deur lang openstaan.
Warme gerechten doen de com pressor langdurig werken (het toe stel probeert te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot verlies van het koelvermo gen.
Een ijslaag vermindert de over dracht van de koude aan de in te vriezen levensmiddelen en doet het energieverbruik stijgen!
-
-
-
-
-
-
12
Page 13
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Beschermfolie
De roestvrijstalen lijsten op de rekken en legplaten zijn van een folie voorzien om ze bij het transport te beschermen.
Trek de beschermfolie van de roest
^
vrijstalen randen.
Reinigen
Reinig de binnenruimte en het toebe
^
horen. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
Het toestel inschakelen
^ Draai de aan-uitknop/temperatuurre-
gelaar naar rechts, uit de stand "0".
Hoe hoger de instelling, hoe lager de temperatuur in het toestel.
Het toestel begint te koelen en de bin­nenverlichting schakelt in als de deur wordt geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur laag genoeg is, dient u het toestel en kele uren te laten voorkoelen voordat u voor het eerst levensmiddelen in het toestel plaatst.
-
Het toestel uitschakelen
Draai de aan-uitknop/temperatuurre
^
gelaar op stand "0". Daarbij moet een kleine weerstand worden overbrugd.
De koeling en de binnenverlichting zijn nu uitgeschakeld.
-
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt:
­schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw zekeringenkast uit,
^ ontdooi de vrieszone,
^ reinig het toestel en
^ laat de toesteldeuren op een kier
staan om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwe­zigheid wordt uitgeschakeld maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deu ren gesloten blijven.
-
-
-
13
Page 14
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is de juiste temperatuurinstelling zeer be langrijk. Levensmiddelen bederven snel door de aanwezigheid van micro-orga nismen. Dat proces kan door de juiste bewaartemperatuur worden verhinderd of vertraagd. De temperatuur beïn vloedt de groeisnelheid van de micro
-organismen. Hoe lager de tempera tuur, hoe langzamer dit proces ver loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is. Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden.
-
-
-
-
...indekoelzone
We raden een koeltemperatuur van 4°Caan in het midden van het toestel.
Let echter op het volgende:
-
-
klassieke bad- of huisthermometers
meten vaak zeer onnauwkeurig. Ge bruik bij voorkeur een elektronische temperatuurmeter.
Meet niet de luchttemperatuur in het
toestel, want dit geeft geen informa tie over de temperatuur van de le vensmiddelen.
Gedurende de meetperiode dient u
de deur van de koelkast zo weinig mogelijk te openen, want er stroomt telkens warme lucht in het toestel.
...indevrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen en ze langdurig te bewaren, is een tem­peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem­peratuur komt de groei van micro-orga­nismen in hoge mate tot stilstand. Zo­dra de temperatuur boven -10 °C stijgt, begint de ontbinding door de micro-or­ganismen; de levensmiddelen kunnen minder lang worden bewaard. Daarom mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen pas opnieuw ingevro ren worden, nadat ze verwerkt werden (koken of braden). Door de hoge tem peraturen worden de meeste micro-or ganismen gedood.
-
-
-
-
-
-
Als u de koeltemperatuur wenst te con troleren:
^
zet een glas water met een thermo meter in het midden van het toestel.
Na ca. 24 uur kunt u de koeltempera tuur in uw toestel bij benadering afle zen.
14
-
-
-
-
Page 15
Temperatuur instellen
U kunt de temperatuur instellen met de aan-uitknop/temperatuurregelaar.
Draai de aan-uitknop/temperatuurre
^
gelaar naar een stand tussen 1 en 7.
Hoe hoger de instelling, hoe lager de temperatuur in het toestel.
Wij raden een gemiddelde instelling aan.
De juiste temperatuur
-
Wanneer in de vrieszone diepvriespro ducten worden bewaard en een consistente lage temperatuur moet wor den gewaarborgd, is een instelling van 4 tot 7 aangewezen.
Deze instelling is ook geschikt in de volgende gevallen:
– de deuren van het toestel worden
heel vaak geopend,
– er zijn grote hoeveelheden levens-
middelen ingevroren of
– de omgevingstemperatuur is hoog.
-
-
15
Page 16
Winterschakeling gebruiken
Als de kamertemperatuur te laag is (18 °C of lager) kan het te warm wor den in de vrieszone doordat de com pressor minder vaak wordt ingescha keld bij een lage kamertemperatuur. Mogelijk ontdooien de ingevroren le vensmiddelen. Om dat te voorkomen, is er de winterschakeling.
Winterschakeling inschakelen
^ Druk op de tuimelschakelaar voor de
winterschakeling op "1".
De compressor zal nu vaker worden in­geschakeld. Hierdoor daalt de tempe­ratuur in de vrieszone, zodat in de vrieszone de vereiste temperatuur ge­waarborgd blijft.
Winterschakeling uitschakelen
Zodra de kamertemperatuur hoger is dan 18 °C, schakelt u de winterschake
ling weer uit. Zo voorkomt u dat het toe stel onnodig energie verbruikt.
^
Druk op de tuimelschakelaar voor de winterschakeling op "0".
De koeling van het toestel werkt weer met het normale vermogen.
-
-
-
-
Om verse levensmiddelen optimaal in te vriezen, dient u de winterschake
ling in te schakelen voordat u de le vensmiddelen invriest. Op die manier worden de levensmid delen snel doorvroren en blijven de voedingswaarde, de vitamines, het uit zicht en de smaak behouden.
Uitzonderingen:
Als u reeds ingevroren levensmid
delen in het toestel plaatst. Als u dagelijks slechts maximaal 1 kg
levensmiddelen plaatst.
Winterschakeling inschakelen
De winterschakeling dient u 24 uur vóór het plaatsen van de in te vriezen
levensmiddelen in te schakelen.
^
Druk op de tuimelschakelaar voor de winterschakeling op "1".
-
­De temperatuur in de vrieszone daalt,
doordat de compressor vaker wordt in geschakeld.
Winterschakeling uitschakelen
Ca. 24 uur na het plaatsen zijn de verse levensmiddelen doorvroren en kunt u de winterschakeling uitschakelen.
-
-
-
-
-
-
16
^
Druk op de tuimelschakelaar voor de winterschakeling op "0".
De koeling van het toestel werkt weer met het normale vermogen.
Page 17
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie is de temperatuur in de koelzone niet overal gelijk. De koude, zware lucht daalt naar het onderste gedeelte van het toestel. Gebruik de verschillende koelgedeelten wanneer u levensmiddelen in het toe stel plaatst!
Warmste gedeelte
-
Koelzone juist gebruiken
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brandbare drijf gassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Ontploffingsgevaar!
Sterke drank met een hoog alcohol percentage mag u uitsluitend recht op en goed afgesloten in het toestel plaatsen.
-
-
-
Het warmste gedeelte van de koelzone bevindt zich bovenaan aan de deur. Gebruik dit gedeelte bijv. om boter te bewaren, zodat ze gemakkelijk smeer baar blijft, en voor kaas, zodat die zijn aroma niet verliest.
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte van de koelzone bevindt zich direct boven de fruit- en groentebakken.
Gebruik dit gedeelte voor alle gevoe­lige en snel bederfbare levensmid­delen, zoals:
vis, vlees, gevogelte,
worst, kant-en-klaargerechten,
gebak en gerechten met eieren of slagroom,
vers deeg, taart-, pizza- en quiche deeg,
kaas en andere producten op basis van melk,
in folie verpakte, bereide groenten en alle verse levensmiddelen waarvan de minimale houdbaarheidsdatum is gebaseerd op een bewaartempera tuur van minstens 4 °C.
-
Als u in het toestel of in de deur vet­of oliehoudende levensmiddelen be waart, dient u ervoor te zorgen dat
-
eventueel uitlopend vet of uitlopen de olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen. Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
De lucht moet goed kunnen circule­ren tussen de levensmiddelen. Ga daarom als volgt te werk:
- Bewaar levensmiddelen niet te dicht bij elkaar.
- Bewaar levensmiddelen op een af stand van ca. 2 cm ten opzichte van de binnenverlichting.
De levensmiddelen mogen niet te gen de achterwand komen. Ze kun nen anders aan de achterwand vast vriezen.
Plaats de levensmiddelen niet te dicht tegen elkaar zodat er gemak kelijk lucht tussen kan circuleren.
-
Dek de ventilator op de achterwand niet af - die is belangrijk voor het koelvermogen!
-
-
-
-
-
-
-
17
Page 18
Koelzone juist gebruiken
Levensmiddelen die zeker niet gekoeld mogen worden
Niet alle levensmiddelen kunnen in de koelkast bewaard worden, doordat ze gevoelig zijn voor koude. Augurken bijv. worden glazig, aubergines bitter en aardappelen zoet. Tomaten en sinaasappelen verliezen hun aroma en de schil van citrusvruchten wordt hard.
Onder andere de volgende levensmid delen zijn gevoelig voor koude:
ananas, avocado's, bananen,
granaatappels, mango's, papaja's, passievruchten, citrusvruchten (zoals citroenen, sinaasappels, mandarijnen, grapefruit),
– fruit dat nog verder moet rijpen,
– aubergines, augurken, aardappels,
paprika, tomaten, courgettes,
– harde kazen (parmezaan).
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt
De belangrijkste voorwaarde om le vensmiddelen lang te kunnen bewaren, is hun versheid. Dat is van het grootste belang voor de bewaartijd van de prod ucten. De koelketen mag indien moge lijk niet onderbroken worden. Let er bijv. op dat de levensmiddelen niet te lang in een warme auto blijven liggen. Wanneer het verouderings- of bederfproces ingezet is, kan dat niet meer ongedaan gemaakt worden. Een onderbreking van de koeling geduren de twee uur zet het bederf al in gang.
-
Levensmiddelen juist bewaren
Levensmiddelen moet u altijd goed ver pakt of goed afgedekt bewaren. Zo ver mijdt u dat de levensmiddelen vreemde geuren opnemen of gaan uitdrogen. Tegelijk voorkomt u de overdracht van eventuele bacteriën. Een correcte instelling van de temperatuur en een aangepaste hygiëne vertragen de vermenigvuldiging van bacteriën zoals
­salmonella.
Fruit en groenten
Fruit en groenten kunt u wel onverpakt in de fruit- en groentebakken bewaren. Hou er echter rekening mee dat niet alle fruit- en groentesoorten samen in één bak bewaard kunnen worden. Enerzijds worden er geurtjes en smaken overgedragen (wortels nemen bijv. snel de smaak en geur van uien over), anderzijds geven heel wat le­vensmiddelen een natuurlijk gas (ethyleen) vrij waarop andere levens­middelen heel gevoelig reageren zodat ze sneller slecht worden.
Voorbeelden van fruit en groenten die veel gas vrijgeven:
appelen, abrikozen, peren, nectari
-
-
-
nes, perziken, pruimen, avocado's, vijgen, bosbessen, meloenen, bo nen.
-
-
-
-
18
Page 19
Koelzone juist gebruiken
Voorbeelden van fruit en groenten
die zeer gevoelig reageren op het natuurlijke gas van andere soorten fruit en groenten:
kiwi's, broccoli, bloemkool, spruiten, mango's, honingmeloenen, appels, abrikozen, augurken, tomaten, pe ren, nectarines, perziken.
Voorbeeld: broccoli mag u niet sa men met appels bewaren omdat ap pels veel gas vrijgeven en broccoli daar zeer gevoelig op reageert. Het gevolg is dat u de broccoli minder lang kunt bewaren dan eigenlijk mo gelijk is.
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen
Onverpakte dierlijke en plantaardige le­vensmiddelen moet u van elkaar schei­den. Als de levensmiddelen samen be­waard moeten worden, dan moeten ze in elk geval verpakt zijn. Op die manier voorkomt u dat er microbiologische ver­anderingen optreden.
-
-
Vlees
Bewaar vlees onverpakt. (Folie en reci piënten openen.) De uitdroging van het vleesoppervlak remt de kiemvorming af en zorgt daardoor voor een betere houdbaarheid. Verschillende vlees soorten mogen niet rechtstreeks met el kaar in contact komen, maar moeten al tijd door een verpakking worden ge scheiden. Daardoor wordt vroegtijdige
­bederving door kiemoverdracht verme
den.
-
-
-
-
-
-
-
Levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten
Merk op dat levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten sneller bederven. Schaal- en schelpdieren bederven dus sneller dan vis, terwijl vis sneller bederft dan vlees.
19
Page 20
De binnenruimte indelen
De legplaten verplaatsen
U kunt de legplaten in overeenstem ming met de hoogte van de te koelen levensmiddelen verplaatsen:
Til de legplaat eventjes op en trek ze
^
iets naar voren. Schuif ze met de uit sparing over de steunribben en ver plaats ze naar boven of naar onde ren.
De achterste boord van de legplaat moet naar boven wijzen zodat de le vensmiddelen niet tegen de achter wand rusten en daaraan kunnen vast vriezen.
Schuifstoppen voorkomen dat de legplaten ongewild uit het toestel ge­trokken worden.
-
-
-
-
-
-
Tweedelige legplaat
Om hoge waren, zoals hoge flessen of recipiënten, te kunnen plaatsen, is er een tweedelige legplaat, waarvan u het voorste deel voorzichtig onder het ach terste deel kunt schuiven:
-
plaatst u de twee houders links en
^
rechts op de steunribben op de ge wenste hoogte,
en schuift u de glazen platen na el
^
kaar in het toestel. De glazen plaat met de aanslagboord moet achteraan lig­gen!
Rek/flessenrek verplaatsen
^ Schuif het rek/flessenrek naar boven
en haal het uit het toestel.
^ Plaats het rek/flessenrek op de ge-
wenste plaats weer in het toestel.
-
Zorg er daarbij voor dat het goed op de verhogingen vast gedrukt wordt.
-
-
^
til voorzichtig de achterste helft van de glazen legplaat omhoog.
^
til gelijktijdig de voorste helft van de glazen plaat lichtjes op en schuif die vervolgens voorzichtig onder de ach terste helft.
Om de halve glazen platen te ver plaatsen,
^
neemt u de twee halve glazen platen uit het toestel,
20
-
-
Page 21
Invriezen en bewaren
Maximaal invriesvermogen
Om de levensmiddelen zo snel mogelijk tot in de kern in te vriezen, mag het maximale invriesvermogen niet worden overschreden. Het maximale invriesver mogen binnen 24 uur is vermeld op het typeplaatje "Invriesvermogen ...kg/24 u".
Het maximale invriesvermogen dat ver meld staat op het typeplaatje is geba seerd op de Duitse norm DIN EN ISO 15502.
-
Wat gebeurt er als verse levensmiddelen worden ingevroren?
Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk volledig worden doorvroren, zodat de voedingswaarde, de vitamines, het uitzicht en de smaak be­houden blijven.
Hoe langzamer de levensmiddelen wor­den doorvroren, hoe meer vloeistof er uit elke cel naar de tussenruimten loopt. De cellen krimpen. Tijdens het ontdooien kan slechts een deel van de voordien vrijgekomen vloei stof naar de cellen terugvloeien. In de praktijk betekent dit dat de le vensmiddelen veel vocht verliezen. Dat kunt u zelf vaststellen: tijdens het ont dooien vormt er zich immers een grote waterplas rond het levensmiddel.
-
-
geringe hoeveelheid vloeistof die naar de tussenruimten was gelopen, terug keren naar de cellen, zodat het vochtverlies zeer gering is. Er vormt zich slechts een kleine waterplas!
-
Diepvriesproducten bewaren
Als u diepvriesproducten wenst te be waren, controleert u tijdens de aankoop
­in de winkel
de verpakking op beschadigingen,
de houdbaarheidsdatum en
– de temperatuur in de koelruimte van
de winkeldiepvries. Als die tempera­tuur hoger is dan -18 °C, vermindert de houdbaarheid van de diepvries­producten.
^ Koop diepvriesproducten pas op het
einde van het winkelen, en transpor­teer ze in krantenpapier of in een koelzak.
^ Plaats de diepvriesproducten onmid-
dellijk in de vrieszone.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le vensmiddelen niet opnieuw invrie
­zen. Pas nadat u de levensmiddelen
hebt verwerkt (koken of braden), kunt u ze opnieuw invriezen.
-
-
-
-
Als het levensmiddel snel wordt doorvroren, heeft de celvloeistof minder tijd om uit de cellen naar de tussen ruimten te lopen. De cellen krimpen veel minder. Tijdens het ontdooien kan de slechts
-
21
Page 22
Invriezen en bewaren
Zelf levensmiddelen invriezen
Vries uitsluitend verse levensmiddelen in perfecte staat in!
Hou bij het invriezen rekening met het volgende
Onderstaande levensmiddelen kun
nen ingevroren worden: vers vlees, gevogelte, wild, vis, groenten, kruiden, onbewerkt fruit, zuivelproducten, bakkerijproducten, voedselresten, eigeel, eiwit en talrijke kant-en-klaargerechten.
– Volgende levensmiddelen zijn niet
geschikt om in te vriezen: wijndruiven, bladsalade, radijzen, rammenas, zure room, mayonaise, volledige eieren in de schaal, uien, volledige onbewerkte appelen en pe­ren.
– Om de kleur, de smaak, het aroma
en de vitamine C te behouden, moet u groenten blancheren voor u ze in­vriest. Doe de groenten in porties ge durende 2-3 minuten in kokend wa ter. Neem de groenten daarna uit het water en koel ze snel in koud water af. Laat de groenten uitdruppen.
Mager vlees is beter geschikt om in te vriezen dan vet vlees en kan veel langer worden bewaard.
Plaats telkens een folie uit kunststof tussen koteletten, steaks, schnitzels enz. Zo vermijdt u dat ze tot één blok samenvriezen.
-
-
-
smaakintensiteit van sommige kruiden verandert tijdens het invrie zen.
Laat warme levensmiddelen en
drank eerst buiten het toestel afkoe len. Anders worden reeds ingevroren levensmiddelen even ontdooid. Dit leidt bovendien tot een hoger stroomverbruik.
Verpakken
Vries per portie in.
^
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes en buisfolie uit polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- pakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakjes
- gebruikte winkelzakjes
^
Druk de lucht goed uit de verpak king.
^
Sluit de verpakking goed af met
- elastiekjes
- kunststofclips
- touw of
- koudebestendige kleefband.
Zakjes en buisfolie uit polyethyleen kunt u ook met een folielasapparaat dichtlassen.
-
-
-
Rauwe levensmiddelen en geblan cheerde groenten voor het invriezen niet kruiden en zouten, schotels slechts lichtjes kruiden en zouten. De
22
^
-
Noteer de inhoud en de invriesdatum op de verpakking.
Page 23
Invriezen en bewaren
Ca. 24 uur voordat u de levensmiddelen in het toestel legt, doet u het volgende:
Draai de aan-uitknop/temperatuurre
^
gelaar op een gemiddelde tot koude stand.
Schakel de winterschakeling in (zie
^
"Winterschakeling gebruiken").
De levensmiddelen die al in het toestel liggen, krijgen zo een koudereserve.
Levensmiddelen in het toestel leggen
Plaats de levensmiddelen naast el
^
kaar op de bodem van de vrieszone opdat ze zo snel mogelijk tot in de kern zouden worden ingevroren.
^ Leg de levensmiddelen droog in het
toestel om te vermijden dat ze aan el­kaar of aan het toestel vastvriezen.
In te vriezen levensmiddelen mogen niet in aanraking komen met reeds ingevroren levensmiddelen. Anders zouden deze ontdooien.
Ca. 24 uur nadat u de levensmiddelen in het toestel hebt gelegd
^
Draai de aan-uitknop/temperatuurre gelaar op een wat lagere stand.
^
Schakel de winterschakeling uit.
-
-
-
Ingevroren levensmiddelen ontdooien
Ingevroren levensmiddelen kunt u op verschillende manieren ontdooien
in de microgolfoven,
in de gewone oven met de functie
"Hete lucht" of "Ontdooien",
bij kamertemperatuur,
in de koelkast (de koude die de inge
vroren levensmiddelen afgeven, wordt gebruikt om te koelen),
in de stoomoven.
Platte stukken vlees en vis kunnen licht ontdooid in een hete pan worden gelegd.
Bij het ontdooien van stukken vlees en vis (bijv. gehakt, kip, visfilet) moet u er­voor zorgen dat ze niet in aanraking komen met andere levensmiddelen. Vang het ontdooiwater op en verwijder het zorgvuldig.
Fruit kan bij kamertemperatuur in de verpakking of in een afgedekte schotel worden ontdooid.
Groenten kunnen over het algemeen in bevroren toestand in kokend water wor den gedaan of in heet vet worden ge stoofd. Wegens de gewijzigde celstructuur is de bereidingstijd iets korter dan bij verse groenten.
-
-
-
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le vensmiddelen niet opnieuw invrie zen. Pas nadat u de levensmiddelen hebt verwerkt (koken of braden), kunt u ze opnieuw invriezen.
-
-
23
Page 24
Invriezen en bewaren
IJsblokjes maken
Vul het bakje voor ijsblokjes voor drie
^
vierden met water en plaats het op de bodem van de vrieszone.
Gebruik een stomp voorwerp, bijv.
^
een lepelsteel, om een vastgevroren bakje voor ijsblokjes los te maken.
^ De ijsblokjes komen gemakkelijk los
uit het bakje als u het kort onder stro­mend water houdt.
Dranken snel koelen
Als u flessen drank in de vrieszone plaatst om ze snel te koelen, dient u de flessen uiterlijk na 1 uur weer uit de vrieszone te nemen, anders zullen de flessen ontploffen!
24
Page 25
Ontdooien
Koelzone
De koelzone ontdooit automatisch.
Terwijl de compressor draait, kunnen er rijp en waterpareltjes worden gevormd op de achterwand van de koelzone. Die hoeft u niet te verwijderen omdat ze au tomatisch verdampen door de warmte van de compressor.
Het dooiwater loopt via een gootje en een afvoeropening naar een verdampsysteem aan de achterzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd ongehinderd kan weglopen. Hou hiertoe het gootje en de afvoerope­ning schoon.
Vrieszone
De vrieszone kan niet automatisch ont­dooien.
Bij normale werking zetten er zich na verloop van tijd rijp en ijs in de vrieszo ne af, bijv. op de binnenwanden. De mate waarin er rijp en ijs wordt ge vormd, is ook afhankelijk van de vol gende oorzaken:
De toesteldeur is vaak en/of gedu rende lange tijd geopend.
Grote hoeveelheden verse levens middelen zijn ingevroren.
De luchtvochtigheid van de kamer lucht is gestegen.
Bij een dikke ijslaag zijn de vriesladen mogelijk moeilijker te openen. Ook kan de toesteldeur dan soms niet goed wor den gesloten. Bovendien vermindert
-
-
-
-
-
het koelvermogen, waardoor het stroomverbruik stijgt.
Ontdooi het toestel regelmatig, maar
^
uiterlijk als er zich plaatselijk een ijs laag van maximaal 0,5 cm dik heeft gevormd.
­Doe dat bij voorkeur wanneer
het toestel weinig of geen bevroren
levensmiddelen bevat,
de luchtvochtigheid van de kamer
lucht laag is en de omgevingstempe ratuur laag is.
Krab de rijp- en ijslagen niet weg. Gebruik geen voorwerpen met een scherpe punt of rand. Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toestel niet meer correct.
Voor u het toestel ontdooit
^ Draai de aan-uitknop/temperatuurre-
gelaar 1 dag voorafgaand aan het
­ontdooien op een gemiddelde tot
koude stand (ca. 6) en schakel de winterschakeling in (zie "Winterscha keling gebruiken"). Zo krijgt de diep vrieswaar wat koudereserve en kan die wat langer op kamertemperatuur worden bewaard.
^
Neem de levensmiddelen uit de vrieszone en wikkel ze in verschil lende lagen krantenpapier of in een deken.
^
Bewaar de levensmiddelen op een koele plaats tot de vrieszone weer gebruiksklaar is.
-
^
Neem de vriesladen en de glazen plaat uit het toestel.
-
-
-
-
-
-
25
Page 26
Ontdooien
Het ontdooien zelf
Ontdooien moet snel gebeuren. Hoe langer u de ingevroren levensmid delen bij kamertemperatuur be waart, des te korter wordt de houd baarheid van de ingevroren levens middelen.
Gebruik in geen geval een stoomrei niger om het toestel te ontdooien. Stoom kan in aanraking komen met onderdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortslui ting veroorzaken.
Plaats nooit elektrische verwar­mingstoestellen of kaarsen in het toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of ­producten om ijs te verwijderen. Die kunnen immers explosieve gassen vormen, oplos- of drijfmiddelen be­vatten, of de gezondheid schaden.
-
Na het ontdooien
Reinig het toestel en wrijf het droog.
^
-
-
-
-
-
Er mag geen reinigingswater in de af voeropening voor het dooiwater lo pen.
Sluit de toesteldeur.
^
Steek de stekker van het toestel weer
^
in het stopcontact of schakel de des betreffende zekering in uw zekeringkast weer in, en schakel het toestel weer in.
Schuif de glazen plaat en de vriesla
^
den in het toestel.
^ Leg de levensmiddelen weer in de
vrieszone.
-
-
-
-
^
Schakel de winterschakeling en het toestel uit.
^
Trek de stekker uit of schakel de des betreffende zekering in uw zekeringkast uit.
^
Laat de deur van de vrieszone open.
^
Zuig het dooiwater op met een spons.
U kunt het ontdooien versnellen door op een onderlegger een pot met heet (niet kokend) water in de vrieszone te plaatsen. In dat geval laat u de deur tijdens het ontdooien gesloten, zodat de warmte niet kan ontsnappen.
26
-
Page 27
Zorg ervoor dat er geen water in de aan-uitknop/temperatuurregelaar, de verlichting of de luchttoevoerope ningen terechtkomt.
Er mag geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater lopen.
Gebruik geen stoomreiniger. De stoom kan terechtkomen op onderde len van het toestel die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Het typeplaatje in het toestel mag niet worden verwijderd. De informatie op dit plaatje is belangrijk in geval van een storing!
-
speciale "wondersponsen",
scherpe metaalschrapers!
Vóór het reinigen
Schakel het toestel uit.
^
Trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw zekeringkast uit.
Haal de levensmiddelen uit het toestel
^
-
en bewaar ze op een koele plaats.
Ontdooi de vrieszone.
^
Neem alle onderdelen die kunnen
^
worden uitgenomen uit het toestel om het gemakkelijker te kunnen reinigen.
Binnenruimte, toebehoren
Reiniging
-
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende mid­delen niet worden gebruikt om de op­pervlakken te reinigen:
– reinigingsmiddelen die soda, ammo-
niak, zuur of chloor bevatten,
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
schurende reinigingsproducten, zo als schuurpoeder, schuurmelk, poetsstenen,
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal,
afwasmiddelen voor de afwasauto maat,
ovensprays,
glasreinigers,
schurende harde sponsen en bor stels (bijv. schuursponsen),
-
-
-
^ Reinig het toestel regelmatig (min-
stens 1 keer per maand).
Laat vuil niet aankoeken. Verwijder het onmiddellijk.
De binnenruimte en het toebehoren reinigt u het best met lauw water waarin u een beetje handafwasmid del doet.
De volgende onderdelen mogen wor den gereinigd in de afwasautomaat:
het botervlootje, de eiervakjes, het bakje voor ijsblokjes (elk afhankelijk van het model meegeleverd)
de rekken/flessenrekken in de binnendeur
het boter- en kaasvak
-
-
27
Page 28
Reiniging
De temperatuur van het gekozen af wasprogramma mag maximaal 55 °C bedragen! Kunststofonderdelen kunnen in de afwasautomaat verkleuren door con tact met bepaalde natuurlijke kleur stoffen, bijv. in wortels, tomaten en ketchup. Deze verkleuring heeft geen invloed op de stabiliteit van de desbetreffen de onderdelen.
Reinig de legplaten en de laden in de
^
binnenruimte met de hand. Deze mo gen niet worden gereinigd in de af­wasautomaat!
^ Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater regelmatig met een wattenstaafje of iets derge­lijks, zodat het dooiwater altijd onge­hinderd kan weglopen.
^ Ga na de reiniging met een doek die
met schoon water is vochtig gemaakt over de binnenruimte en het toebeho ren. Wrijf vervolgens alles droog met een doek. Laat de deuren van het toestel korte tijd openstaan.
-
Toesteldeuren, zijwanden
Vuil op de toesteldeuren en de zij wanden verwijdert u het best onmid dellijk. Als het vuil er langere tijd op inwerkt, kan het soms niet meer worden ver wijderd en kunnen de oppervlakken verkleuren of wijzigingen onder gaan.
-
-
-
-
Alle oppervlakken zijn gevoelig voor krassen. Alle oppervlakken kunnen verkleu ren of wijzigingen ondergaan wan neer ze in contact komen met onge
­schikte reinigingsmiddelen.
Reinig de oppervlakken met een
^
schone sponsdoek, handafwasmid
-
del en warm water. U kunt om te reinigen ook een scho ne, vochtige microvezeldoek zonder reinigingsmiddel gebruiken.
-
^ Ga na de reiniging met een doek die
met schoon water is vochtig gemaakt over deze oppervlakken. Wrijf vervol­gens alles droog met een zachte doek.
Luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen
^ Reinig alle luchttoevoer- en luchtaf-
voeropeningen regelmatig met een
­borsteltje of een stofzuiger. Wanneer
er zich stof ophoopt, neemt het ener gieverbruik toe.
Achterzijde – compressor en metalen rooster
Minstens 1 keer per jaar moet het stof van de compressor en het metalen
-
rooster (warmtewisselaar) aan de ach terzijde van het toestel worden verwij derd. Wanneer er zich stof ophoopt, neemt het energieverbruik toe.
Let er bij het reinigen op dat u geen kabels of andere onderdelen aftrekt, knikt of beschadigt.
-
-
-
-
-
-
-
-
28
Page 29
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met olie of vet. Anders wordt ze na ver loop van tijd poreus.
Reinig de deurdichting regelmatig
^
uitsluitend met schoon water en wrijf ze daarna grondig droog met een doek.
-
Na het reinigen
Plaats alle onderdelen in het toestel.
^
^ Sluit het toestel weer aan en schakel
het in met de aan-uitknop/tempera­tuurregelaar.
^ Plaats de levensmiddelen in het toe-
stel en sluit de toesteldeuren.
Reiniging
29
Page 30
Wat gedaan als...?
Herstellingen aan elektrische toe stellen mag u enkel en alleen door een vakman of vakvrouw laten uit voeren. Door ondeskundig uitge voerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's voor de ge bruiker ontstaan.
De volgende storingen kunt u echter zelf verhelpen:
Wat gedaan als...
-
-
Werd een grote hoeveelheid levens
^
middelen in één keer ingevroren? Omdat de compressor daardoor zeer
-
-
lang werkt, daalt de temperatuur in de koelzone automatisch. Daarom mag u nooit meer levensmiddelen in één keer invriezen dan aangegeven is op het typeplaatje.
Is de winterschakeling ingeschakeld?
^
...deinschakelfrequentie en inschakelduur van de compressor toenemen?
-
. . . het toestel niet koelt?
^ Zorg ervoor dat de aan-uitknop/tem-
peratuurregelaar op een andere stan­d dan "0" staat.
^ Controleer of de stekker van het toe-
stel goed in het stopcontact zit.
^ Controleer of de desbetreffende ze-
kering in uw zekeringkast is gesprongen, omdat er een probleem is met het toestel, de elektrische spanning in uw huis of een ander toe stel. Als dit het geval is, doet u een be roep op een elektricien of de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
...detemperatuur in de koelzone te laag is?
^
Zet de aan-uitknop/temperatuurrege laar op een warmere stand.
^
Controleer of de deur van de vrieszo ne correct gesloten is.
-
Controleer of de luchttoevoerope
^
ningen niet afgedekt zijn of onder het stof zitten.
^ Controleer of de omgevingstempera-
tuur te warm is. Hoe hoger de omgevingstemperatuur, hoe langer de compressor werkt. Hou rekening met de opmerkingen in de rubriek "Opstelinstructies - Toestel nivelleren".
^
Controleer of de compressor en het
­metalen rooster (warmtewisselaar)
aan de achterzijde van het toestel niet onder het stof zitten.
^
De toesteldeuren werden vaak geo pend of er werden grote hoeveelhe den verse levensmiddelen ingevro ren.
-
^
Controleer of de toesteldeuren goed sluiten.
-
^
Controleer of er zich een dikke rijplaag in de vrieszone heeft ge vormd. Als dit het geval is, dient u de vrieszone te ontdooien.
-
-
-
-
-
30
Page 31
Wat gedaan als...?
...deingevroren levensmiddelen ontdooien omdat het te warm is in de vrieszone?
Is de kamertemperatuur lager dan
^
die waarvoor uw toestel ontworpen is?
Verhoog de kamertemperatuur.
De compressor schakelt minder vaak in als de kamertemperatuur te laag ligt. Daardoor kan het te warm worden in de vrieszone.
Schakel de winterschakeling in
^
(zie "Winterschakeling").
...delevensmiddelen vastgevroren zijn?
Maak de levensmiddelen los met een stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel.
...devrieszone een dikke ijslaag vertoont?
^ Controleer of de deur van de vrieszo-
ne goed sluit.
^
Ontdooi de vrieszone en reinig deze.
...debehuizing van de binnenver lichting warm is, hoewel de toestel deur gedurende lange tijd niet werd geopend?
Dit is geen storing.
Het toestel heeft een winterschakeling. Als de kamertemperatuur onder 18 °C zakt, wordt de compressor bij toestellen zonder winterschakeling minder vaak ingeschakeld. Hierdoor kan het te warm worden in de vrieszone. De winterschakeling zorgt ervoor dat bij een omgevingstemperatuur van minder dan 18 °C de binnenverlichting ook wordt ingeschakeld wanneer de toe­steldeur gesloten is. Zo wordt de koel­zone verwarmd.
Door deze opwarming slaat de com­pressor vaker aan en wordt de vrieszo­ne weer voldoende gekoeld.
Bij een omgevingstemperatuur onder 10 °C kunnen we niet garanderen dat het toestel correct zal werken, zelfs als de winterschakeling ingeschakeld is! Zorg voor een hogere omgevingstem peratuur!
-
-
-
Een dikke ijslaag vermindert het koel vermogen, waardoor het stroomver bruik stijgt.
-
-
31
Page 32
Wat gedaan als...?
...debinnenverlichting in de koelzo ne niet meer werkt?
Controleer eerst of de lichtcontact
^
schakelaar klem zit en of de aan-uitknop/temperatuurregelaar op "0" staat.
Als dat niet het geval is, is de gloeilamp defect.
Vervang de gloeilamp zo snel moge lijk! Een ingeschakelde winterschakeling kan anders niet functioneren.
^ Trek de stekker uit of schakel de
desbetreffende zekering in uw zekeringkast uit.
-
-
...debodem van de koelzone nat
-
is?
De afvoeropening voor het dooiwater zit verstopt.
Reinig het gootje en de afvoerope
^
ning voor het dooiwater.
Als u de storing niet kunt verhelpen aan de hand van deze aanwijzingen, neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele. Om het koudeverlies zo beperkt mo gelijk te houden, laat u indien moge­lijk de deuren van het toestel geslo­ten tot de storing verholpen is.
-
-
^
Neem de lampafdekking achteraan vast en trek de lampafdekking af.
^
Draai de gloeilamp uit en vervang ze.
Aansluitgegevens van de gloeilamp: 220 - 240 V, fitting E 14. Het vereiste vermogen (watt) leest u van de defecte gloeilamp af.
^
Klik de afdekking terug vast.
32
Page 33
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluiden Waar komen ze vandaan?
Brrrrr... Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb.... Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik.... U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr.... Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Krak.... Wanneer het materiaal in uw toestel uitzet kan men gekraak ho
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen ruimte van het toestel.
ren.
-
-
-
Geluid waaraan u vlot kan verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkel Het toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toe­stel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
33
Page 34
Technische Dienst van Miele/garantie
Neem in geval van storingen die u zelf niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van onze Technische Dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het type- en het machinenummer van uw toestel op. Deze gegevens vindt u op het type plaatje binnen in het toestel.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar.
Meer informatie over de garantievoor­waarden kan u bekomen op onze site of per telefoon bij Miele. Zie keerzijde van deze gebruiksaanwijzing.
-
34
Page 35
Elektrische aansluiting
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd, is dus voorzien van snoer en stekker. Het apparaat is geschikt om te worden aangesloten op eenfasige stroom 220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en kel op een degelijk geaard stopcontact worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het toestel op het stroomnet aan te sluiten. Die waarborgen niet de nodige veilig­heid. Er is risico van oververhitting.
Sluit uw toestel niet aan op stroomom­zetters die bij apart werkende stroom­voorziening worden gebruikt, bv. bij zonne-energie. Bij het inschakelen van uw toestel kunnen er anders span ningspieken optreden waardoor het voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld. Daardoor kan de elektronische bestu ring echter schade oplopen!
-
-
-
Dient het aansluitsnoer te worden vervangen, dan mag dat enkel worden uitgevoerd door een erkend elektricien.
-
Gebruik uw toestel ook niet met zoge heten stroomsparende stekkers. Daardoor wordt de stroomtoevoer naar het toestel immers beperkt zodat het toestel te warm wordt.
-
35
Page 36
Opstelinstructies
Plaats geen warmteproducerende toestellen, zoals een broodrooster of microgolfoven, op het toestel. Hier
-
door stijgt het energieverbruik!
Dit toestel mag niet onmiddellijk naast ("side-by-side") een ander mo del worden opgesteld! Omdat het toestel niet met een zij
­wandverwarming uitgerust is, kan er bij een "side-by-side"-opstelling con denswater ontstaan! Vraag meer informatie bij uw Miele
-
-handelaar.
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een for­nuis, een verwarming of in de omge­ving van een venster met directe inval van zonnestralen. Hoe hoger de omge­vingstemperatuur, hoe langer de com­pressor moet werken, waardoor er meer stroom wordt verbruikt. Een droge, ventileerbare ruimte is ge schikt.
Klimaatklasse
Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse. Een klimaat klasse is een kamertemperatuurbereik waarbinnen de temperatuur zich moet bewegen en waar deze niet boven of onder mag liggen. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de bin nenzijde van het toestel.
-
-
Klimaatklasse Kamertemperatuur
SN
N
ST
T
van +10 °C tot +32 °C van +16 °C tot +32 °C van +16 °C tot +38 °C van +16 °C tot +43 °C
Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor gedurende
­lange tijd niet werkt. Dit kan tot te hoge
temperaturen in het toestel leiden, zo dat de levensmiddelen eventueel zelfs beginnen te ontdooien!
-
Luchttoevoer en -afvoer
De lucht aan de achterwand van het toestel wordt opgewarmd. De ventilatie­roosters mogen daarom niet worden af­gedekt, zodat een goede luchttoevoer en -afvoer verzekerd is. Bovendien moet het stof regelmatig van de ventilatieroosters worden verwijderd.
Toestel opstellen
^
Verwijder eerst de kabelhouder aan de achterzijde van het toestel.
^
Controleer of de onderdelen aan de achterwand van het toestel nergens tegenaan kunnen komen. Buig ze zo nodig de andere kant op.
^
Schuif het toestel voorzichtig op de daartoe voorziene plaats.
^
Plaats het toestel met de achterwand
-
vlak tegen de keukenwand.
-
36
Page 37
Toestel nivelleren
Nivelleer het toestel met de
^
regelvoetjes en de bijgeleverde steeksleutel.
Opstelinstructies
37
Page 38
Opstelinstructies
Afmetingen van het toestel
ABC
KT 12410 S 1425 mm 550 mm 628 mm
KT 12510 S 1570 mm 550 mm 628 mm
38
Page 39
De draairichting van de deuren veranderen
Het toestel wordt geleverd met rechts scharnierende deuren. Als de deuren linksscharnierend moeten zijn, moet u de draairichting van de deuren veran deren.
Voer de verandering van het schar nier altijd met twee personen uit.
In de volgende afbeeldingen wor den de toesteldeuren open weerge geven, zodat u de procedure beter kunt volgen.
^ Doe de onderste toesteldeur dicht.
-
-
-
-
-
Verwijder het afdekplaatje d en
^
plaats het op de tegenoverliggende zijde.
^ Trek, terwijl de bovenste toesteldeur
gesloten is, de lagerbout e langs on­deren uit.
^ Open voorzichtig de bovenste toe-
steldeur en neem ze langs onderen weg.
^
Draai de schroef a uit het onderste deurlager b.
^
Open voorzichtig de onderste toe steldeur en neem ze langs boven weg.
^
Neem de lagerbout c uit het deurlager en leg die even opzij.
^
Schroef het deurlager b af en beves tig het op de andere kant.
^
Vergeet de afstandsschijfjes niet.
^
Neem de afdekking f af en schroef de scharnierhoek g af.
^
Plaats de plaathoek h en de afdek
-
king i allebei 180° gedraaid op de tegenoverliggende zijde.
^
Schroef de scharnierhoek g op de tegenoverliggende zijde.
-
-
39
Page 40
De draairichting van de deuren veranderen
Schroef de lagerbout j uit en plaats
^
deze in het daarnaast liggende gat van de scharnierhoek.
Monteer de afdekking f 180° ge
^
draaid op de tegenoverliggende zij de.
Neem de stoppen k uit en schroef
^
de lagerhoek l af.
Schroef de lagerhoek l 180° ge
^
draaid op de andere kant vast.
Plaats de stoppen k ook op de te
^
genoverliggende zijde.
^ Neem de stoppen uit de
deurlagerbussen in de toesteldeuren en plaats de stoppen aan de andere zijde.
^ Hang de bovenste toesteldeur in de
lagerbout j en sluit de toesteldeur.
^ Schuif de lagerbout e met de lange
zijde omhoog gericht van beneden
af doorheen de lagerhoek l in de bovenste toesteldeur.
-
-
-
-
Plaats de lagerbout c van beneden
^
af in de onderste toesteldeur.
^ Doe de onderste toesteldeur lang-
zaam dicht. De lagerbout c moet hierbij in de rail van het deurlager b glijden.
^ Bevestig de lagerbout c door van
buiten af de schroef a door het deurlager heen te schroeven.
^
Plaats de onderste toesteldeur in de lagerbout e.
40
Page 41
De draairichting van de deuren veranderen
Deurgrepen verplaatsen
Verwijder het afdekplaatje a en de
^
stoppen b voorzichtig met behulp van een sleufschroevendraaier.
Schuif de afdekking c naar links.
^
Plaats een geschikt voorwerp (bij voorkeur uit hout of kunststof) d in de inkeping aan de rechterkant.
^ Verwijder de afdekking c voorzich-
tig.
Let erop dat u niet met het voorwerp wegglijdt en het toesteloppervlak beschadigt.
Draai de greep 180° en plaats hem
^
aan de andere kant.
Schroef de greep eerst aan de zijkant
^
en daarna in het midden vast g.
Plaats het afdekplaatje a en de stop
^
pen b terug (maar nu aan de andere kant).
^ Plaats de middelste afdekking c te-
rug. Klik ze eerst links en vervolgens rechts vast.
-
^
Draai de schroeven e aan de greepzijde en in het midden uit en neem de greep f af.
41
Page 42
Het toestel inbouwen
De verluchtingsopeningen mogen niet afgedekt of afgesloten worden. Bovendien moeten ze geregeld ge
-
reinigd worden.
Als u het toestel naast een wand opstelt d, is aan de scharnierkant een afstand van ca. 30 mm vereist tussen de wand d en het toestel b. Anders kunt u de deuren van het toestel door de grepen niet volledig open laten.
a Opzetkast
b Koel-vriescombinatie
c Meubelwand
d Wand
Het toestel kan in elk kastenrij worden ingebouwd. Om het toestel even hoog te laten komen als de kasten, kan bo ven het toestel een opzetkast a wor
-
-
den geplaatst.
Met het oog op de aan- en afvoer van de lucht moet er langs de achterzijde van het toestel een afvoerkanaal van minimum 50 mm diep voorzien worden, over de hele breedte van de opzetkast. De diameter van de verluchting onder het plafond moet minstens 300 cm
2
be dragen zodat de opgewarmde lucht on gehinderd kan wegstromen. In het an
­dere geval moet de compressor harder werken waardoor het stroomverbruik toeneemt.
Als u uw toestel bevestigt aan een keu kenmeubel ernaast of als u een af­standsstuk tussen het toestel en de wand plaatst, dient u het volgende in acht te nemen:
^ Controleer of de deuren van het toe-
stel volledig kunnen worden geo­pend.
^ Boor niet in het gerasterde vlak (zie
afbeelding). Anders kunnen er onder­delen beschadigd raken.
^
Bevestig het toestel met plaat- of par kerschroeven aan het keukenmeubel. De schroeven mogen max. 10 cm diep zitten.
-
-
-
-
42
Page 43
43
Page 44
Wijzigingen voorbehouden / 1812
KT 12410 S, KT 12510 S
M.-Nr. 07 932 570 / 02
Loading...