Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 932 570
Page 2
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................7
Hoe kunt u energie besparen? ......................................12
Toestel in- en uitschakelen .........................................13
Bij langdurige afwezigheid ..........................................13
De juiste temperatuur .............................................14
Afmetingen van het toestel ..........................................38
De draairichting van de deuren veranderen ...........................39
Het toestel inbouwen..............................................42
3
Page 4
Beschrijving van het toestel
a Aan-uitknop/temperatuurregelaar
b Tuimelschakelaar voor de winter
schakeling
c Lichtcontactschakelaar
-
4
Page 5
a Legplaat vrieszone
b Boter- en kaasvak
c Legplaat in de koelzone
d Eierhouder/rek
e Aan-uitknop/temperatuurregelaar,
binnenverlichting en
winterschakeling
f Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater
g Fruit- en groentebakken
h Flessenrek
Beschrijving van het toestel
5
Page 6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
-
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
-
-
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt,
moet u de gebruiksaanwijzing aan
dachtig lezen. U vindt er belangrijke
opmerkingen omtrent de plaatsing,
de veiligheid, het gebruik en het on
derhoud van uw toestel. Dat is vei
liger voor uzelf en u voorkomt scha
de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Het toestel is uitsluitend bedoeld
~
voor gebruik in het huishouden en
gelijkaardige omgevingen zoals
–
in winkels, kantoren en gelijkaardige
werkomgevingen,
–
op boerderijen,
–
door klanten in hotels, motels,
bed-and-breakfasts en andere
typische woonomgevingen.
Dit toestel is niet bestemd voor gebruik
buiten.
Gebruik het toestel uitsluitend in huis
houdelijke context voor het koelen en
bewaren van levensmiddelen, het be
waren van diepvriesproducten, het in
vriezen van verse levensmiddelen en
het maken van ijsblokjes.
-
-
-
-
-
-
-
-
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa
brikant is niet aansprakelijk voor scha
de die werd veroorzaakt doordat het
toestel voor andere doeleinden werd
-
gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel al
leen onder het toezicht of de
begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Kinderen vanaf acht jaar mogen het
~
toestel zonder toezicht gebruiken, maar
alleen wanneer hun de bediening ervan
zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen
bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening
kunnen beseffen.
Kinderen jonger dan acht jaar moe-
~
ten uit de buurt van het toestel worden
gehouden, tenzij ze constant in het oog
worden gehouden.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Let op dat
kinderen niet met het toestel spelen
door bijv. aan de toesteldeur te gaan
hangen.
Laat kinderen niet spelen met het
~
verpakkingsmateriaal, bijv. folie. Kin
deren kunnen verstikken!
-
-
-
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
neem contact op met de dienst Her
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het toestel aan de buiten
kant zichtbaar beschadigd is. Is dat het
geval, neem het toestel dan in geen ge
val in gebruik.
Een beschadigd toestel kan uw veiligheid
in gevaar brengen!
Is de aansluitkabel beschadigd, laat
~
deze dan vervangen door een vakman of
vakvrouw die door Miele erkend is. Zo
vermijdt u risico's voor wie het toestel ge
bruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobu-
~
taan (R600a), een natuurlijk gas dat het
milieu weinig belast, maar wel brandbaar
is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag
en draagt niet bij tot het broeikaseffect.
Het gebruik van dit milieuvriendelijke
koelmiddel veroorzaakt wel een lichte
verhoging van het werkingsgeluid. Naast
werkingsgeluiden van de compressor
kunnen er ook stromingsgeluiden te horen zijn die afkomstig zijn van het
koelcircuit. Deze effecten zijn jammer ge
noeg niet te vermijden, maar hebben
geen invloed op de prestaties van het
toestel.
Let er bij het transporteren en het opstel
len van het toestel op dat geen enkel on
derdeel van het koelcircuit beschadigd
raakt. Wegspattend koelmiddel kan tot
oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
–
stellingen aan huis van Miele.
-
-
-
-
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn
waarin het toestel wordt opgesteld. Bij
een eventueel lek kan er in een te
kleine ruimte een brandbaar mengsel
van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m
heid koelmiddel is aangegeven op het
typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel
~
is alleen dan gewaarborgd als het toe
stel overeenkomstig de gebruiksaanwijzing gemonteerd en aangesloten werd.
Voordat u het toestel aansluit, dient
~
u eerst de aansluitgegevens (spanning
en frequentie) op het typeplaatje met
die van het elektriciteitsnet te vergelijken.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan een elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen verlengkabels of
stopcontactenblokken om het toestel
aan te sluiten. Die bieden niet voldoen
de veiligheidsgaranties. Er bestaat on
der andere gevaar voor oververhitting.
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
–
Vermijd open vuur of ontstekings
bronnen,
–
trek de stekker uit het stopcontact,
–
verlucht het vertrek waarin het toestel
staat gedurende enkele minuten,
en
8
-
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van dit toe
~
stel wordt enkel gewaarborgd als het
wordt aangesloten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd aardsys
teem. Het is heel belangrijk dat aan
deze fundamentele veiligheidsvoor
waarde is voldaan. Laat de elektrische
installatie in uw woning bij twijfel door
een elektricien controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk ge
steld worden voor schade die werd ver
oorzaakt doordat de aardleiding onder
broken was of gewoon ontbrak. Er be
staat in dat geval onder andere gevaar
voor elektrische schokken.
Installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die
door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
herstellingswerken kunnen er voor de
gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
-
-
-
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken moet het toestel van
het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn.
Het toestel is pas stroomloos indien aan
een van deze voorwaarden werd vol
daan:
De stekker van het toestel is uitge
–
trokken.
Trek daarbij niet aan de kabel, wel
aan de stekker.
De desbetreffende zekering in de
–
zekeringkast is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u
zeker dat ze ten volle voldoen aan de
eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Dit toestel mag niet op niet-vaste
~
plaatsen (bijv. op een schip) worden
gebruikt.
-
-
Laat u het toestel tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat
enkel gebeuren door een technicus die
door de fabrikant erkend is. Anders is
er bij schade achteraf geen aanspraak
meer op garantie.
-
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet
~
met natte handen aan. Uw handen zou
den kunnen vastvriezen. U kunt zich
verwonden!
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's,
~
met name waterijsjes, in de mond als u
ze net uit de vrieszone hebt gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van de
bevroren levensmiddelen kunnen uw
lippen of tong vastvriezen. U kunt zich
verwonden!
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
~
vensmiddelen mogen niet opnieuw worden ingevroren. Verbruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk, want de levensmiddelen verliezen hun voedingswaarde en bederven. Ontdooide
levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen nadat u ze hebt gekookt of gebraden.
Bewaar geen explosieve stoffen of -
~
producten met brandbare drijfgassen
(bijv. spuitbussen) in het toestel. Als de
thermostaat wordt ingeschakeld, kun
nen er vonken ontstaan. Die kunnen
ontvlambare mengsels tot ontploffing
brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te maken).
Er kunnen vonken ontstaan. Ontplof
fingsgevaar!
Plaats dranken met een hoog alco
~
holpercentage enkel rechtop en goed
afgesloten in de koelzone.
Ontploffingsgevaar!
-
-
-
Bewaar geen blikjes en flessen met
~
koolzuurhoudende dranken of vloeistof
fen die kunnen bevriezen in de vrieszo
ne. De blikjes of flessen kunnen uit el
kaar springen.
U kunt zich verwonden en er kan scha
de ontstaan!
Als u flessen snel in de vrieszone
~
wenst te koelen, moet u ze uiterlijk na
één uur weer uit de vrieszone halen. De
flessen kunnen ontploffen. U kunt zich
verwonden en er kan schade ontstaan!
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar
voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de versheid en
kwaliteit van de levensmiddelen en de
temperatuur waarop ze worden bewaard. Hou rekening met de
bewaarinstructies en de
verbruikstermijnen van de fabrikant van
de levensmiddelen!
Gebruik geen voorwerpen met
~
scherpe punt of rand om
–
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
vastgevroren bakjes voor ijsblokjes
en levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de
koelelementen en functioneert het toe
stel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwar
~
mingstoestellen of kaarsen in het toe
stel om het te ontdooien.
De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
-
-
-
-
-
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik geen ontdooisprays of
~
producten om ijs te verwijderen.
Die kunnen immers explosieve gassen
vormen, ze kunnen oplosmiddelen of
drijfgassen bevatten die de kunststof
aantasten of ze kunnen de gezondheid
schaden.
Gebruik voor het ontdooien en reini
~
gen van het toestel in geen geval een
stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met on
derdelen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortsluiting
veroorzaken.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet.
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
Als u in het toestel of in de deur vet-
~
of oliehoudende levensmiddelen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of uitlopende
olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen.
Er kunnen spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan, zodat die barst of
scheurt.
Dek de ventilatieopeningen van het
~
toestel niet af.
Als deze openingen afgedekt zijn, kan
er geen goede luchtcirculatie plaatsvin
den. Het stroomverbruik stijgt en scha
de aan onderdelen kan niet worden uit
gesloten.
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van
de kamertemperatuur) waarvan de
onder- en bovengrens moeten worden
gerespecteerd. De klimaatklasse is ver
meld op het typeplaatje aan de binnen
zijde van het toestel.
-
-
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
een lange tijd stilstaat, zodat het toestel
de vereiste temperatuur niet kan aan
houden.
Wat met een afgedankt toe
stel?
-
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw oude toestel als u het afdankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende
kinderen zich in het toestel opsluiten,
wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
– koelmiddelkanalen van het
verdampsysteem open te prikken,
– buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krabben.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat
oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
-
-
-
-
-
-
11
Page 12
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruikVerhoogd energieverbruik
OpstellenIn een verluchte ruimte.In een gesloten, niet verluchte ruimte.
Beschermd tegen rechtstreekse
zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwar
mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van
ongeveer 20 °C.
Dek de ventilatieopeningen niet af.
Verwijder regelmatig het stof van de
ventilatieopeningen.
Temperatuurinstelling
Thermostaat op basis
van "circa-getallen"
(regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling
Thermostaat op basis
van graden
(digitaal display)
GebruikLaat de schuifladen, legplaten en
OntdooienOntdooi de vrieszone bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling
van 2 tot 3.
Bewaarzone van 8 tot 12 °C
Koelzone 4 tot 5 °C
PerfectFresch-zone ongeveer 0 °C
Vrieszone -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
rekken zoals ze waren toen het toestel werd geleverd.
Open de deur altijd zo kort mogelijk. De deur vaak en langdurig openen
Schik de levensmiddelen in het toe
stel.
Laat warme gerechten en dranken
eerst buiten het toestel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed verpakt
of goed afgedekt in het toestel.
Leg ingevroren producten in de
koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de
lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron
(verwarmingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera
tuur.
Bij een hoge instelling:
Hoe lager de temperatuur in de
zone, hoe hoger het energiever
bruik!
Bij toestellen met een winterschakeling moet u erop letten dat die schakelaar bij omgevingstemperaturen
boven 16 °C of 18 °C uitgeschakeld
is!
= koudeverlies
-
Als u lang moet zoeken, blijft de
deur lang openstaan.
Warme gerechten doen de com
pressor langdurig werken (het toe
stel probeert te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone
verdampen en condenseren, leidt
dat tot verlies van het koelvermo
gen.
Een ijslaag vermindert de over
dracht van de koude aan de in te
vriezen levensmiddelen en doet het
energieverbruik stijgen!
-
-
-
-
-
-
12
Page 13
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Beschermfolie
De roestvrijstalen lijsten op de rekken
en legplaten zijn van een folie voorzien
om ze bij het transport te beschermen.
Trek de beschermfolie van de roest
^
vrijstalen randen.
Reinigen
Reinig de binnenruimte en het toebe
^
horen. Gebruik daarvoor lauw water.
Wrijf daarna alles droog met een
doek.
Het toestel inschakelen
^ Draai de aan-uitknop/temperatuurre-
gelaar naar rechts, uit de stand "0".
Hoe hoger de instelling, hoe lager de
temperatuur in het toestel.
Het toestel begint te koelen en de binnenverlichting schakelt in als de deur
wordt geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel en
kele uren te laten voorkoelen voordat u
voor het eerst levensmiddelen in het
toestel plaatst.
-
Het toestel uitschakelen
Draai de aan-uitknop/temperatuurre
^
gelaar op stand "0". Daarbij moet een
kleine weerstand worden overbrugd.
De koeling en de binnenverlichting zijn
nu uitgeschakeld.
-
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw
zekeringenkast uit,
^ ontdooi de vrieszone,
^ reinig het toestel en
^ laat de toesteldeuren op een kier
staan om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwezigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deu
ren gesloten blijven.
-
-
-
13
Page 14
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is
de juiste temperatuurinstelling zeer be
langrijk. Levensmiddelen bederven snel
door de aanwezigheid van micro-orga
nismen. Dat proces kan door de juiste
bewaartemperatuur worden verhinderd
of vertraagd. De temperatuur beïn
vloedt de groeisnelheid van de micro
-organismen. Hoe lager de tempera
tuur, hoe langzamer dit proces ver
loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
–
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is.
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse (bereik
van de kamertemperatuur) waarvan
de onder- en bovengrens
gerespecteerd moeten worden.
-
-
-
-
...indekoelzone
We raden een koeltemperatuur van
4°Caan in het midden van het toestel.
Let echter op het volgende:
-
-
klassieke bad- of huisthermometers
–
meten vaak zeer onnauwkeurig. Ge
bruik bij voorkeur een elektronische
temperatuurmeter.
Meet niet de luchttemperatuur in het
–
toestel, want dit geeft geen informa
tie over de temperatuur van de le
vensmiddelen.
Gedurende de meetperiode dient u
–
de deur van de koelkast zo weinig
mogelijk te openen, want er stroomt
telkens warme lucht in het toestel.
...indevrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een temperatuur van -18 °C vereist. Bij die temperatuur komt de groei van micro-organismen in hoge mate tot stilstand. Zodra de temperatuur boven -10 °C stijgt,
begint de ontbinding door de micro-organismen; de levensmiddelen kunnen
minder lang worden bewaard. Daarom
mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide
levensmiddelen pas opnieuw ingevro
ren worden, nadat ze verwerkt werden
(koken of braden). Door de hoge tem
peraturen worden de meeste micro-or
ganismen gedood.
-
-
-
-
-
-
Als u de koeltemperatuur wenst te con
troleren:
^
zet een glas water met een thermo
meter in het midden van het toestel.
Na ca. 24 uur kunt u de koeltempera
tuur in uw toestel bij benadering afle
zen.
14
-
-
-
-
Page 15
Temperatuur instellen
U kunt de temperatuur instellen met de
aan-uitknop/temperatuurregelaar.
Draai de aan-uitknop/temperatuurre
^
gelaar naar een stand tussen 1 en 7.
Hoe hoger de instelling, hoe lager de
temperatuur in het toestel.
Wij raden een gemiddelde instelling
aan.
De juiste temperatuur
-
Wanneer in de vrieszone diepvriespro
ducten worden bewaard en een
consistente lage temperatuur moet wor
den gewaarborgd, is een instelling van
4 tot 7 aangewezen.
Deze instelling is ook geschikt in de
volgende gevallen:
– de deuren van het toestel worden
heel vaak geopend,
– er zijn grote hoeveelheden levens-
middelen ingevroren of
– de omgevingstemperatuur is hoog.
-
-
15
Page 16
Winterschakeling gebruiken
Als de kamertemperatuur te laag is
(18 °C of lager) kan het te warm wor
den in de vrieszone doordat de com
pressor minder vaak wordt ingescha
keld bij een lage kamertemperatuur.
Mogelijk ontdooien de ingevroren le
vensmiddelen. Om dat te voorkomen, is
er de winterschakeling.
Winterschakeling inschakelen
^ Druk op de tuimelschakelaar voor de
winterschakeling op "1".
De compressor zal nu vaker worden ingeschakeld. Hierdoor daalt de temperatuur in de vrieszone, zodat in de
vrieszone de vereiste temperatuur gewaarborgd blijft.
Winterschakeling uitschakelen
Zodra de kamertemperatuur hoger is
dan 18 °C, schakelt u de winterschake
ling weer uit. Zo voorkomt u dat het toe
stel onnodig energie verbruikt.
^
Druk op de tuimelschakelaar voor de
winterschakeling op "0".
De koeling van het toestel werkt weer
met het normale vermogen.
-
-
-
-
Om verse levensmiddelen optimaal
in te vriezen, dient u de winterschake
ling in te schakelen voordat u de le
vensmiddelen invriest.
Op die manier worden de levensmid
delen snel doorvroren en blijven de
voedingswaarde, de vitamines, het uit
zicht en de smaak behouden.
Uitzonderingen:
Als u reeds ingevroren levensmid
–
delen in het toestel plaatst.
Als u dagelijks slechts maximaal 1 kg
–
levensmiddelen plaatst.
Winterschakeling inschakelen
De winterschakeling dient u 24 uur
vóór het plaatsen van de in te vriezen
levensmiddelen in te schakelen.
^
Druk op de tuimelschakelaar voor de
winterschakeling op "1".
-
De temperatuur in de vrieszone daalt,
doordat de compressor vaker wordt in
geschakeld.
Winterschakeling uitschakelen
Ca. 24 uur na het plaatsen zijn de verse
levensmiddelen doorvroren en kunt u
de winterschakeling uitschakelen.
-
-
-
-
-
-
16
^
Druk op de tuimelschakelaar voor de
winterschakeling op "0".
De koeling van het toestel werkt weer
met het normale vermogen.
Page 17
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie is de
temperatuur in de koelzone niet overal
gelijk. De koude, zware lucht daalt naar
het onderste gedeelte van het toestel.
Gebruik de verschillende koelgedeelten
wanneer u levensmiddelen in het toe
stel plaatst!
Warmste gedeelte
-
Koelzone juist gebruiken
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijf
gassen (bijv. spuitbussen) in het
toestel. Ontploffingsgevaar!
Sterke drank met een hoog alcohol
percentage mag u uitsluitend recht
op en goed afgesloten in het toestel
plaatsen.
-
-
-
Het warmste gedeelte van de koelzone
bevindt zich bovenaan aan de deur.
Gebruik dit gedeelte bijv. om boter te
bewaren, zodat ze gemakkelijk smeer
baar blijft, en voor kaas, zodat die zijn
aroma niet verliest.
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte van de koelzone
bevindt zich direct boven de fruit- en
groentebakken.
Gebruik dit gedeelte voor alle gevoelige en snel bederfbare levensmiddelen, zoals:
–
vis, vlees, gevogelte,
–
worst, kant-en-klaargerechten,
–
gebak en gerechten met eieren of
slagroom,
–
vers deeg, taart-, pizza- en quiche
deeg,
–
kaas en andere producten op basis
van melk,
–
in folie verpakte, bereide groenten en
alle verse levensmiddelen waarvan
de minimale houdbaarheidsdatum is
gebaseerd op een bewaartempera
tuur van minstens 4 °C.
-
Als u in het toestel of in de deur vetof oliehoudende levensmiddelen be
waart, dient u ervoor te zorgen dat
-
eventueel uitlopend vet of uitlopen
de olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen.
Er kunnen spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan, zodat die barst
of scheurt.
De lucht moet goed kunnen circuleren tussen de levensmiddelen. Ga
daarom als volgt te werk:
- Bewaar levensmiddelen niet te
dicht bij elkaar.
- Bewaar levensmiddelen op een af
stand van ca. 2 cm ten opzichte van
de binnenverlichting.
De levensmiddelen mogen niet te
gen de achterwand komen. Ze kun
nen anders aan de achterwand vast
vriezen.
Plaats de levensmiddelen niet te
dicht tegen elkaar zodat er gemak
kelijk lucht tussen kan circuleren.
-
Dek de ventilator op de achterwand
niet af - die is belangrijk voor het
koelvermogen!
-
-
-
-
-
-
-
17
Page 18
Koelzone juist gebruiken
Levensmiddelen die zeker niet
gekoeld mogen worden
Niet alle levensmiddelen kunnen in de
koelkast bewaard worden, doordat ze
gevoelig zijn voor koude. Augurken
bijv. worden glazig, aubergines bitter
en aardappelen zoet. Tomaten en
sinaasappelen verliezen hun aroma en
de schil van citrusvruchten wordt hard.
Onder andere de volgende levensmid
delen zijn gevoelig voor koude:
Waarop moet u letten wanneer
u levensmiddelen koopt
De belangrijkste voorwaarde om le
vensmiddelen lang te kunnen bewaren,
is hun versheid. Dat is van het grootste
belang voor de bewaartijd van de prod
ucten. De koelketen mag indien moge
lijk niet onderbroken worden. Let er
bijv. op dat de levensmiddelen niet te
lang in een warme auto blijven liggen.
Wanneer het verouderings- of
bederfproces ingezet is, kan dat niet
meer ongedaan gemaakt worden. Een
onderbreking van de koeling geduren
de twee uur zet het bederf al in gang.
-
Levensmiddelen juist bewaren
Levensmiddelen moet u altijd goed ver
pakt of goed afgedekt bewaren. Zo ver
mijdt u dat de levensmiddelen vreemde
geuren opnemen of gaan uitdrogen.
Tegelijk voorkomt u de overdracht van
eventuele bacteriën. Een correcte
instelling van de temperatuur en een
aangepaste hygiëne vertragen de
vermenigvuldiging van bacteriën zoals
salmonella.
Fruit en groenten
Fruit en groenten kunt u wel onverpakt
in de fruit- en groentebakken bewaren.
Hou er echter rekening mee dat niet
alle fruit- en groentesoorten samen in
één bak bewaard kunnen worden.
Enerzijds worden er geurtjes en
smaken overgedragen (wortels nemen
bijv. snel de smaak en geur van uien
over), anderzijds geven heel wat levensmiddelen een natuurlijk gas
(ethyleen) vrij waarop andere levensmiddelen heel gevoelig reageren zodat
ze sneller slecht worden.
–
Voorbeelden van fruit en groenten
die veel gas vrijgeven:
appelen, abrikozen, peren, nectari
-
-
-
nes, perziken, pruimen, avocado's,
vijgen, bosbessen, meloenen, bo
nen.
-
-
-
-
18
Page 19
Koelzone juist gebruiken
Voorbeelden van fruit en groenten
–
die zeer gevoelig reageren op het
natuurlijke gas van andere soorten
fruit en groenten:
Voorbeeld: broccoli mag u niet sa
men met appels bewaren omdat ap
pels veel gas vrijgeven en broccoli
daar zeer gevoelig op reageert. Het
gevolg is dat u de broccoli minder
lang kunt bewaren dan eigenlijk mo
gelijk is.
Onverpakte dierlijke en plantaardige
levensmiddelen
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen moet u van elkaar scheiden. Als de levensmiddelen samen bewaard moeten worden, dan moeten ze
in elk geval verpakt zijn. Op die manier
voorkomt u dat er microbiologische veranderingen optreden.
-
-
Vlees
Bewaar vlees onverpakt. (Folie en reci
piënten openen.) De uitdroging van het
vleesoppervlak remt de kiemvorming af
en zorgt daardoor voor een betere
houdbaarheid. Verschillende vlees
soorten mogen niet rechtstreeks met el
kaar in contact komen, maar moeten al
tijd door een verpakking worden ge
scheiden. Daardoor wordt vroegtijdige
bederving door kiemoverdracht verme
den.
-
-
-
-
-
-
-
Levensmiddelen die rijk zijn aan
eiwitten
Merk op dat levensmiddelen die rijk zijn
aan eiwitten sneller bederven.
Schaal- en schelpdieren bederven dus
sneller dan vis, terwijl vis sneller bederft
dan vlees.
19
Page 20
De binnenruimte indelen
De legplaten verplaatsen
U kunt de legplaten in overeenstem
ming met de hoogte van de te koelen
levensmiddelen verplaatsen:
Til de legplaat eventjes op en trek ze
^
iets naar voren. Schuif ze met de uit
sparing over de steunribben en ver
plaats ze naar boven of naar onde
ren.
De achterste boord van de legplaat
moet naar boven wijzen zodat de le
vensmiddelen niet tegen de achter
wand rusten en daaraan kunnen vast
vriezen.
Schuifstoppen voorkomen dat de
legplaten ongewild uit het toestel getrokken worden.
-
-
-
-
-
-
Tweedelige legplaat
Om hoge waren, zoals hoge flessen of
recipiënten, te kunnen plaatsen, is er
een tweedelige legplaat, waarvan u het
voorste deel voorzichtig onder het ach
terste deel kunt schuiven:
-
plaatst u de twee houders links en
^
rechts op de steunribben op de ge
wenste hoogte,
en schuift u de glazen platen na el
^
kaar in het toestel.
De glazen plaat met de
aanslagboord moet achteraan liggen!
Rek/flessenrek verplaatsen
^ Schuif het rek/flessenrek naar boven
en haal het uit het toestel.
^ Plaats het rek/flessenrek op de ge-
wenste plaats weer in het toestel.
-
Zorg er daarbij voor dat het goed op
de verhogingen vast gedrukt wordt.
-
-
^
til voorzichtig de achterste helft van
de glazen legplaat omhoog.
^
til gelijktijdig de voorste helft van de
glazen plaat lichtjes op en schuif die
vervolgens voorzichtig onder de ach
terste helft.
Om de halve glazen platen te ver
plaatsen,
^
neemt u de twee halve glazen platen
uit het toestel,
20
-
-
Page 21
Invriezen en bewaren
Maximaal invriesvermogen
Om de levensmiddelen zo snel mogelijk
tot in de kern in te vriezen, mag het
maximale invriesvermogen niet worden
overschreden. Het maximale invriesver
mogen binnen 24 uur is vermeld op het
typeplaatje "Invriesvermogen ...kg/24
u".
Het maximale invriesvermogen dat ver
meld staat op het typeplaatje is geba
seerd op de Duitse norm
DIN EN ISO 15502.
-
Wat gebeurt er als verse
levensmiddelen worden
ingevroren?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk volledig worden doorvroren,
zodat de voedingswaarde, de
vitamines, het uitzicht en de smaak behouden blijven.
Hoe langzamer de levensmiddelen worden doorvroren, hoe meer vloeistof er
uit elke cel naar de tussenruimten loopt.
De cellen krimpen.
Tijdens het ontdooien kan slechts een
deel van de voordien vrijgekomen vloei
stof naar de cellen terugvloeien.
In de praktijk betekent dit dat de le
vensmiddelen veel vocht verliezen. Dat
kunt u zelf vaststellen: tijdens het ont
dooien vormt er zich immers een grote
waterplas rond het levensmiddel.
-
-
geringe hoeveelheid vloeistof die naar
de tussenruimten was gelopen, terug
keren naar de cellen, zodat het
vochtverlies zeer gering is. Er vormt
zich slechts een kleine waterplas!
-
Diepvriesproducten bewaren
Als u diepvriesproducten wenst te be
waren, controleert u tijdens de aankoop
in de winkel
de verpakking op beschadigingen,
–
de houdbaarheidsdatum en
–
– de temperatuur in de koelruimte van
de winkeldiepvries. Als die temperatuur hoger is dan -18 °C, vermindert
de houdbaarheid van de diepvriesproducten.
^ Koop diepvriesproducten pas op het
einde van het winkelen, en transporteer ze in krantenpapier of in een
koelzak.
^ Plaats de diepvriesproducten onmid-
dellijk in de vrieszone.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
vensmiddelen niet opnieuw invrie
zen. Pas nadat u de levensmiddelen
hebt verwerkt (koken of braden),
kunt u ze opnieuw invriezen.
-
-
-
-
Als het levensmiddel snel wordt
doorvroren, heeft de celvloeistof minder
tijd om uit de cellen naar de tussen
ruimten te lopen. De cellen krimpen
veel minder.
Tijdens het ontdooien kan de slechts
-
21
Page 22
Invriezen en bewaren
Zelf levensmiddelen invriezen
Vries uitsluitend verse levensmiddelen
in perfecte staat in!
Hou bij het invriezen rekening met
het volgende
Onderstaande levensmiddelen kun
–
nen ingevroren worden:
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groenten, kruiden, onbewerkt fruit,
zuivelproducten, bakkerijproducten,
voedselresten, eigeel, eiwit en talrijke
kant-en-klaargerechten.
– Volgende levensmiddelen zijn niet
geschikt om in te vriezen:
wijndruiven, bladsalade, radijzen,
rammenas, zure room, mayonaise,
volledige eieren in de schaal, uien,
volledige onbewerkte appelen en peren.
– Om de kleur, de smaak, het aroma
en de vitamine C te behouden, moet
u groenten blancheren voor u ze invriest. Doe de groenten in porties ge
durende 2-3 minuten in kokend wa
ter. Neem de groenten daarna uit het
water en koel ze snel in koud water
af. Laat de groenten uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet vlees en kan veel
langer worden bewaard.
–
Plaats telkens een folie uit kunststof
tussen koteletten, steaks, schnitzels
enz. Zo vermijdt u dat ze tot één blok
samenvriezen.
-
-
-
smaakintensiteit van sommige
kruiden verandert tijdens het invrie
zen.
Laat warme levensmiddelen en
–
drank eerst buiten het toestel afkoe
len. Anders worden reeds ingevroren
levensmiddelen even ontdooid. Dit
leidt bovendien tot een hoger
stroomverbruik.
Verpakken
Vries per portie in.
^
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes en buisfolie uit polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- pakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakjes
- gebruikte winkelzakjes
^
Druk de lucht goed uit de verpak
king.
^
Sluit de verpakking goed af met
- elastiekjes
- kunststofclips
- touw of
- koudebestendige kleefband.
Zakjes en buisfolie uit polyethyleen
kunt u ook met een folielasapparaat
dichtlassen.
-
-
-
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groenten voor het invriezen
niet kruiden en zouten, schotels
slechts lichtjes kruiden en zouten. De
22
^
-
Noteer de inhoud en de invriesdatum
op de verpakking.
Page 23
Invriezen en bewaren
Ca. 24 uur voordat u de
levensmiddelen in het toestel legt,
doet u het volgende:
Draai de aan-uitknop/temperatuurre
^
gelaar op een gemiddelde tot koude
stand.
Schakel de winterschakeling in (zie
^
"Winterschakeling gebruiken").
De levensmiddelen die al in het toestel
liggen, krijgen zo een koudereserve.
Levensmiddelen in het toestel leggen
Plaats de levensmiddelen naast el
^
kaar op de bodem van de vrieszone
opdat ze zo snel mogelijk tot in de
kern zouden worden ingevroren.
^ Leg de levensmiddelen droog in het
toestel om te vermijden dat ze aan elkaar of aan het toestel vastvriezen.
In te vriezen levensmiddelen mogen
niet in aanraking komen met reeds
ingevroren levensmiddelen. Anders
zouden deze ontdooien.
Ca. 24 uur nadat u de
levensmiddelen in het toestel hebt
gelegd
^
Draai de aan-uitknop/temperatuurre
gelaar op een wat lagere stand.
^
Schakel de winterschakeling uit.
-
-
-
Ingevroren levensmiddelen
ontdooien
Ingevroren levensmiddelen kunt u op
verschillende manieren ontdooien
in de microgolfoven,
–
in de gewone oven met de functie
–
"Hete lucht" of "Ontdooien",
bij kamertemperatuur,
–
in de koelkast (de koude die de inge
–
vroren levensmiddelen afgeven,
wordt gebruikt om te koelen),
in de stoomoven.
–
Platte stukken vlees en vis kunnen
licht ontdooid in een hete pan worden
gelegd.
Bij het ontdooien van stukken vlees envis (bijv. gehakt, kip, visfilet) moet u ervoor zorgen dat ze niet in aanraking
komen met andere levensmiddelen.
Vang het ontdooiwater op en verwijder
het zorgvuldig.
Fruit kan bij kamertemperatuur in de
verpakking of in een afgedekte schotel
worden ontdooid.
Groenten kunnen over het algemeen in
bevroren toestand in kokend water wor
den gedaan of in heet vet worden ge
stoofd. Wegens de gewijzigde
celstructuur is de bereidingstijd iets
korter dan bij verse groenten.
-
-
-
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
vensmiddelen niet opnieuw invrie
zen. Pas nadat u de levensmiddelen
hebt verwerkt (koken of braden),
kunt u ze opnieuw invriezen.
-
-
23
Page 24
Invriezen en bewaren
IJsblokjes maken
Vul het bakje voor ijsblokjes voor drie
^
vierden met water en plaats het op
de bodem van de vrieszone.
Gebruik een stomp voorwerp, bijv.
^
een lepelsteel, om een vastgevroren
bakje voor ijsblokjes los te maken.
^ De ijsblokjes komen gemakkelijk los
uit het bakje als u het kort onder stromend water houdt.
Dranken snel koelen
Als u flessen drank in de vrieszone
plaatst om ze snel te koelen, dient u de
flessen uiterlijk na 1 uur weer uit de
vrieszone te nemen, anders zullen de
flessen ontploffen!
24
Page 25
Ontdooien
Koelzone
De koelzone ontdooit automatisch.
Terwijl de compressor draait, kunnen er
rijp en waterpareltjes worden gevormd
op de achterwand van de koelzone. Die
hoeft u niet te verwijderen omdat ze au
tomatisch verdampen door de warmte
van de compressor.
Het dooiwater loopt via een gootje en
een afvoeropening naar een
verdampsysteem aan de achterzijde
van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan weglopen. Hou
hiertoe het gootje en de afvoeropening schoon.
Vrieszone
De vrieszone kan niet automatisch ontdooien.
Bij normale werking zetten er zich na
verloop van tijd rijp en ijs in de vrieszo
ne af, bijv. op de binnenwanden. De
mate waarin er rijp en ijs wordt ge
vormd, is ook afhankelijk van de vol
gende oorzaken:
–
De toesteldeur is vaak en/of gedu
rende lange tijd geopend.
–
Grote hoeveelheden verse levens
middelen zijn ingevroren.
–
De luchtvochtigheid van de kamer
lucht is gestegen.
Bij een dikke ijslaag zijn de vriesladen
mogelijk moeilijker te openen. Ook kan
de toesteldeur dan soms niet goed wor
den gesloten. Bovendien vermindert
-
-
-
-
-
het koelvermogen, waardoor het
stroomverbruik stijgt.
Ontdooi het toestel regelmatig, maar
^
uiterlijk als er zich plaatselijk een ijs
laag van maximaal 0,5 cm dik heeft
gevormd.
Doe dat bij voorkeur wanneer
het toestel weinig of geen bevroren
–
levensmiddelen bevat,
de luchtvochtigheid van de kamer
–
lucht laag is en de omgevingstempe
ratuur laag is.
Krab de rijp- en ijslagen niet weg.
Gebruik geen voorwerpen met een
scherpe punt of rand.
Als u dat doet, beschadigt u de
koelelementen en functioneert het
toestel niet meer correct.
Voor u het toestel ontdooit
^ Draai de aan-uitknop/temperatuurre-
gelaar 1 dag voorafgaand aan het
ontdooien op een gemiddelde tot
koude stand (ca. 6) en schakel de
winterschakeling in (zie "Winterscha
keling gebruiken"). Zo krijgt de diep
vrieswaar wat koudereserve en kan
die wat langer op kamertemperatuur
worden bewaard.
^
Neem de levensmiddelen uit de
vrieszone en wikkel ze in verschil
lende lagen krantenpapier of in een
deken.
^
Bewaar de levensmiddelen op een
koele plaats tot de vrieszone weer
gebruiksklaar is.
-
^
Neem de vriesladen en de glazen
plaat uit het toestel.
-
-
-
-
-
-
25
Page 26
Ontdooien
Het ontdooien zelf
Ontdooien moet snel gebeuren. Hoe
langer u de ingevroren levensmid
delen bij kamertemperatuur be
waart, des te korter wordt de houd
baarheid van de ingevroren levens
middelen.
Gebruik in geen geval een stoomrei
niger om het toestel te ontdooien.
Stoom kan in aanraking komen met
onderdelen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortslui
ting veroorzaken.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
toestel om het te ontdooien. De
kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen. Die
kunnen immers explosieve gassen
vormen, oplos- of drijfmiddelen bevatten, of de gezondheid schaden.
-
Na het ontdooien
Reinig het toestel en wrijf het droog.
^
-
-
-
-
-
Er mag geen reinigingswater in de af
voeropening voor het dooiwater lo
pen.
Sluit de toesteldeur.
^
Steek de stekker van het toestel weer
^
in het stopcontact of schakel de des
betreffende zekering in uw
zekeringkast weer in, en schakel het
toestel weer in.
Schuif de glazen plaat en de vriesla
^
den in het toestel.
^ Leg de levensmiddelen weer in de
vrieszone.
-
-
-
-
^
Schakel de winterschakeling en het
toestel uit.
^
Trek de stekker uit of schakel de des
betreffende zekering in uw
zekeringkast uit.
^
Laat de deur van de vrieszone open.
^
Zuig het dooiwater op met een
spons.
U kunt het ontdooien versnellen door
op een onderlegger een pot met heet
(niet kokend) water in de vrieszone te
plaatsen. In dat geval laat u de deur
tijdens het ontdooien gesloten, zodat
de warmte niet kan ontsnappen.
26
-
Page 27
Zorg ervoor dat er geen water in de
aan-uitknop/temperatuurregelaar, de
verlichting of de luchttoevoerope
ningen terechtkomt.
Er mag geen reinigingswater door
de afvoeropening voor het dooiwater
lopen.
Gebruik geen stoomreiniger. De
stoom kan terechtkomen op onderde
len van het toestel die onder spanning
staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Het typeplaatje in het toestel mag niet
worden verwijderd. De informatie op
dit plaatje is belangrijk in geval van
een storing!
-
speciale "wondersponsen",
–
scherpe metaalschrapers!
–
Vóór het reinigen
Schakel het toestel uit.
^
Trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw
zekeringkast uit.
Haal de levensmiddelen uit het toestel
^
-
en bewaar ze op een koele plaats.
Ontdooi de vrieszone.
^
Neem alle onderdelen die kunnen
^
worden uitgenomen uit het toestel om
het gemakkelijker te kunnen reinigen.
Binnenruimte, toebehoren
Reiniging
-
Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt om de oppervlakken te reinigen:
– reinigingsmiddelen die soda, ammo-
niak, zuur of chloor bevatten,
–
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
–
schurende reinigingsproducten, zo
als schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,
–
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
–
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal,
–
afwasmiddelen voor de afwasauto
maat,
–
ovensprays,
–
glasreinigers,
–
schurende harde sponsen en bor
stels (bijv. schuursponsen),
-
-
-
^ Reinig het toestel regelmatig (min-
stens 1 keer per maand).
Laat vuil niet aankoeken. Verwijder
het onmiddellijk.
De binnenruimte en het toebehoren
reinigt u het best met lauw water
waarin u een beetje handafwasmid
del doet.
De volgende onderdelen mogen wor
den gereinigd in de afwasautomaat:
–
het botervlootje, de eiervakjes, het
bakje voor ijsblokjes (elk afhankelijk
van het model meegeleverd)
–
de rekken/flessenrekken in de
binnendeur
–
het boter- en kaasvak
-
-
27
Page 28
Reiniging
De temperatuur van het gekozen af
wasprogramma mag maximaal
55 °C bedragen!
Kunststofonderdelen kunnen in de
afwasautomaat verkleuren door con
tact met bepaalde natuurlijke kleur
stoffen, bijv. in wortels, tomaten en
ketchup.
Deze verkleuring heeft geen invloed
op de stabiliteit van de desbetreffen
de onderdelen.
Reinig de legplaten en de laden in de
^
binnenruimte met de hand. Deze mo
gen niet worden gereinigd in de afwasautomaat!
^ Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater regelmatig
met een wattenstaafje of iets dergelijks, zodat het dooiwater altijd ongehinderd kan weglopen.
^ Ga na de reiniging met een doek die
met schoon water is vochtig gemaakt
over de binnenruimte en het toebeho
ren. Wrijf vervolgens alles droog met
een doek.
Laat de deuren van het toestel korte
tijd openstaan.
-
Toesteldeuren, zijwanden
Vuil op de toesteldeuren en de zij
wanden verwijdert u het best onmid
dellijk.
Als het vuil er langere tijd op inwerkt,
kan het soms niet meer worden ver
wijderd en kunnen de oppervlakken
verkleuren of wijzigingen onder
gaan.
-
-
-
-
Alle oppervlakken zijn gevoelig voor
krassen.
Alle oppervlakken kunnen verkleu
ren of wijzigingen ondergaan wan
neer ze in contact komen met onge
schikte reinigingsmiddelen.
Reinig de oppervlakken met een
^
schone sponsdoek, handafwasmid
-
del en warm water.
U kunt om te reinigen ook een scho
ne, vochtige microvezeldoek zonder
reinigingsmiddel gebruiken.
-
^ Ga na de reiniging met een doek die
met schoon water is vochtig gemaakt
over deze oppervlakken. Wrijf vervolgens alles droog met een zachte
doek.
Luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen
^ Reinig alle luchttoevoer- en luchtaf-
voeropeningen regelmatig met een
borsteltje of een stofzuiger. Wanneer
er zich stof ophoopt, neemt het ener
gieverbruik toe.
Achterzijde – compressor en
metalen rooster
Minstens 1 keer per jaar moet het stof
van de compressor en het metalen
-
rooster (warmtewisselaar) aan de ach
terzijde van het toestel worden verwij
derd. Wanneer er zich stof ophoopt,
neemt het energieverbruik toe.
Let er bij het reinigen op dat u geen
kabels of andere onderdelen aftrekt,
knikt of beschadigt.
-
-
-
-
-
-
-
-
28
Page 29
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt ze na ver
loop van tijd poreus.
Reinig de deurdichting regelmatig
^
uitsluitend met schoon water en wrijf
ze daarna grondig droog met een
doek.
-
Na het reinigen
Plaats alle onderdelen in het toestel.
^
^ Sluit het toestel weer aan en schakel
het in met de aan-uitknop/temperatuurregelaar.
^ Plaats de levensmiddelen in het toe-
stel en sluit de toesteldeuren.
Reiniging
29
Page 30
Wat gedaan als...?
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mag u enkel en alleen door
een vakman of vakvrouw laten uit
voeren. Door ondeskundig uitge
voerde herstellingen kunnen er niet
te onderschatten risico's voor de ge
bruiker ontstaan.
De volgende storingen kunt u echter
zelf verhelpen:
Wat gedaan als...
-
-
Werd een grote hoeveelheid levens
^
middelen in één keer ingevroren?
Omdat de compressor daardoor zeer
-
-
lang werkt, daalt de temperatuur in
de koelzone automatisch. Daarom
mag u nooit meer levensmiddelen in
één keer invriezen dan aangegeven
is op het typeplaatje.
Is de winterschakeling ingeschakeld?
^
...deinschakelfrequentie en
inschakelduur van de compressor
toenemen?
-
. . . het toestel niet koelt?
^ Zorg ervoor dat de aan-uitknop/tem-
peratuurregelaar op een andere stand dan "0" staat.
^ Controleer of de stekker van het toe-
stel goed in het stopcontact zit.
^ Controleer of de desbetreffende ze-
kering in uw zekeringkast is
gesprongen, omdat er een probleem
is met het toestel, de elektrische
spanning in uw huis of een ander toe
stel.
Als dit het geval is, doet u een be
roep op een elektricien of de dienst
Herstellingen aan huis van Miele.
...detemperatuur in de koelzone te
laag is?
^
Zet de aan-uitknop/temperatuurrege
laar op een warmere stand.
^
Controleer of de deur van de vrieszo
ne correct gesloten is.
-
Controleer of de luchttoevoerope
^
ningen niet afgedekt zijn of onder het
stof zitten.
^ Controleer of de omgevingstempera-
tuur te warm is.
Hoe hoger de omgevingstemperatuur,
hoe langer de compressor werkt. Hou
rekening met de opmerkingen in de
rubriek "Opstelinstructies - Toestel
nivelleren".
^
Controleer of de compressor en het
metalen rooster (warmtewisselaar)
aan de achterzijde van het toestel
niet onder het stof zitten.
^
De toesteldeuren werden vaak geo
pend of er werden grote hoeveelhe
den verse levensmiddelen ingevro
ren.
-
^
Controleer of de toesteldeuren goed
sluiten.
-
^
Controleer of er zich een dikke
rijplaag in de vrieszone heeft ge
vormd. Als dit het geval is, dient u de
vrieszone te ontdooien.
-
-
-
-
-
30
Page 31
Wat gedaan als...?
...deingevroren levensmiddelen
ontdooien omdat het te warm is in de
vrieszone?
Is de kamertemperatuur lager dan
^
die waarvoor uw toestel ontworpen
is?
Verhoog de kamertemperatuur.
De compressor schakelt minder vaak in
als de kamertemperatuur te laag ligt.
Daardoor kan het te warm worden in de
vrieszone.
Schakel de winterschakeling in
^
(zie "Winterschakeling").
...delevensmiddelen vastgevroren
zijn?
Maak de levensmiddelen los met een
stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel.
...devrieszone een dikke ijslaag
vertoont?
^ Controleer of de deur van de vrieszo-
ne goed sluit.
^
Ontdooi de vrieszone en reinig deze.
...debehuizing van de binnenver
lichting warm is, hoewel de toestel
deur gedurende lange tijd niet werd
geopend?
Dit is geen storing.
Het toestel heeft een winterschakeling.
Als de kamertemperatuur onder 18 °C
zakt, wordt de compressor bij toestellen
zonder winterschakeling minder vaak
ingeschakeld. Hierdoor kan het te warm
worden in de vrieszone.
De winterschakeling zorgt ervoor dat bij
een omgevingstemperatuur van minder
dan 18 °C de binnenverlichting ook
wordt ingeschakeld wanneer de toesteldeur gesloten is. Zo wordt de koelzone verwarmd.
Door deze opwarming slaat de compressor vaker aan en wordt de vrieszone weer voldoende gekoeld.
Bij een omgevingstemperatuur onder
10 °C kunnen we niet garanderen dat
het toestel correct zal werken, zelfs als
de winterschakeling ingeschakeld is!
Zorg voor een hogere omgevingstem
peratuur!
-
-
-
Een dikke ijslaag vermindert het koel
vermogen, waardoor het stroomver
bruik stijgt.
-
-
31
Page 32
Wat gedaan als...?
...debinnenverlichting in de koelzo
ne niet meer werkt?
Controleer eerst of de lichtcontact
^
schakelaar klem zit en of de
aan-uitknop/temperatuurregelaar op
"0" staat.
Als dat niet het geval is, is de gloeilamp
defect.
Vervang de gloeilamp zo snel moge
lijk!
Een ingeschakelde winterschakeling
kan anders niet functioneren.
^ Trek de stekker uit of schakel de
desbetreffende zekering in uw
zekeringkast uit.
-
-
...debodem van de koelzone nat
-
is?
De afvoeropening voor het dooiwater zit
verstopt.
Reinig het gootje en de afvoerope
^
ning voor het dooiwater.
Als u de storing niet kunt verhelpen
aan de hand van deze aanwijzingen,
neemt u contact op met de dienst
Herstellingen aan huis van Miele.
Om het koudeverlies zo beperkt mo
gelijk te houden, laat u indien mogelijk de deuren van het toestel gesloten tot de storing verholpen is.
-
-
^
Neem de lampafdekking achteraan
vast en trek de lampafdekking af.
^
Draai de gloeilamp uit en vervang ze.
Aansluitgegevens van de gloeilamp:
220 - 240 V, fitting E 14.
Het vereiste vermogen (watt) leest u
van de defecte gloeilamp af.
^
Klik de afdekking terug vast.
32
Page 33
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Krak....Wanneer het materiaal in uw toestel uitzet kan men gekraak ho
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
ren.
-
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
33
Page 34
Technische Dienst van Miele/garantie
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt
2 jaar.
Meer informatie over de garantievoorwaarden kan u bekomen op onze site
of per telefoon bij Miele. Zie keerzijde
van deze gebruiksaanwijzing.
-
34
Page 35
Elektrische aansluiting
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
-
-
-
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
-
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
-
35
Page 36
Opstelinstructies
Plaats geen warmteproducerende
toestellen, zoals een broodrooster of
microgolfoven, op het toestel. Hier
-
door stijgt het energieverbruik!
Dit toestel mag niet onmiddellijk
naast ("side-by-side") een ander mo
del worden opgesteld!
Omdat het toestel niet met een zij
wandverwarming uitgerust is, kan er
bij een "side-by-side"-opstelling con
denswater ontstaan!
Vraag meer informatie bij uw Miele
-
-handelaar.
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de omgeving van een venster met directe inval
van zonnestralen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur, hoe langer de compressor moet werken, waardoor er
meer stroom wordt verbruikt.
Een droge, ventileerbare ruimte is ge
schikt.
Klimaatklasse
Het toestel is geconstrueerd voor een
bepaalde klimaatklasse. Een klimaat
klasse is een kamertemperatuurbereik
waarbinnen de temperatuur zich moet
bewegen en waar deze niet boven of
onder mag liggen. De klimaatklasse is
vermeld op het typeplaatje aan de bin
nenzijde van het toestel.
-
-
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
van +10 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +38 °C
van +16 °C tot +43 °C
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot te hoge
temperaturen in het toestel leiden, zo
dat de levensmiddelen eventueel zelfs
beginnen te ontdooien!
-
Luchttoevoer en -afvoer
De lucht aan de achterwand van het
toestel wordt opgewarmd. De ventilatieroosters mogen daarom niet worden afgedekt, zodat een goede luchttoevoer
en -afvoer verzekerd is.
Bovendien moet het stof regelmatig van
de ventilatieroosters worden verwijderd.
Toestel opstellen
^
Verwijder eerst de kabelhouder aan
de achterzijde van het toestel.
^
Controleer of de onderdelen aan de
achterwand van het toestel nergens
tegenaan kunnen komen. Buig ze zo
nodig de andere kant op.
^
Schuif het toestel voorzichtig op de
daartoe voorziene plaats.
^
Plaats het toestel met de achterwand
-
vlak tegen de keukenwand.
-
36
Page 37
Toestel nivelleren
Nivelleer het toestel met de
^
regelvoetjes en de bijgeleverde
steeksleutel.
Opstelinstructies
37
Page 38
Opstelinstructies
Afmetingen van het toestel
ABC
KT 12410 S1425 mm550 mm628 mm
KT 12510 S1570 mm550 mm628 mm
38
Page 39
De draairichting van de deuren veranderen
Het toestel wordt geleverd met rechts
scharnierende deuren. Als de deuren
linksscharnierend moeten zijn, moet u
de draairichting van de deuren veran
deren.
Voer de verandering van het schar
nier altijd met twee personen uit.
In de volgende afbeeldingen wor
den de toesteldeuren open weerge
geven, zodat u de procedure beter
kunt volgen.
^ Doe de onderste toesteldeur dicht.
-
-
-
-
-
Verwijder het afdekplaatje d en
^
plaats het op de tegenoverliggende
zijde.
^ Trek, terwijl de bovenste toesteldeur
gesloten is, de lagerbout e langs onderen uit.
^ Open voorzichtig de bovenste toe-
steldeur en neem ze langs onderen
weg.
^
Draai de schroef a uit het onderste
deurlager b.
^
Open voorzichtig de onderste toe
steldeur en neem ze langs boven
weg.
^
Neem de lagerbout c uit het
deurlager en leg die even opzij.
^
Schroef het deurlager b af en beves
tig het op de andere kant.
^
Vergeet de afstandsschijfjes niet.
^
Neem de afdekking f af en schroef
de scharnierhoek g af.
^
Plaats de plaathoek h en de afdek
-
king i allebei 180° gedraaid op de
tegenoverliggende zijde.
^
Schroef de scharnierhoek g op de
tegenoverliggende zijde.
-
-
39
Page 40
De draairichting van de deuren veranderen
Schroef de lagerbout j uit en plaats
^
deze in het daarnaast liggende gat
van de scharnierhoek.
Monteer de afdekking f 180° ge
^
draaid op de tegenoverliggende zij
de.
Neem de stoppen k uit en schroef
^
de lagerhoek l af.
Schroef de lagerhoek l 180° ge
^
draaid op de andere kant vast.
Plaats de stoppen k ook op de te
^
genoverliggende zijde.
^ Neem de stoppen uit de
deurlagerbussen in de toesteldeuren
en plaats de stoppen aan de andere
zijde.
^ Hang de bovenste toesteldeur in de
lagerbout j en sluit de toesteldeur.
^ Schuif de lagerbout e met de lange
zijde omhoog gericht van beneden
af doorheen de lagerhoek l in de
bovenste toesteldeur.
-
-
-
-
Plaats de lagerbout c van beneden
^
af in de onderste toesteldeur.
^ Doe de onderste toesteldeur lang-
zaam dicht. De lagerbout c moet
hierbij in de rail van het deurlager b
glijden.
^ Bevestig de lagerbout c door van
buiten af de schroef a door het
deurlager heen te schroeven.
^
Plaats de onderste toesteldeur in de
lagerbout e.
40
Page 41
De draairichting van de deuren veranderen
Deurgrepen verplaatsen
Verwijder het afdekplaatje a en de
^
stoppen b voorzichtig met behulp
van een sleufschroevendraaier.
Schuif de afdekking c naar links.
^
Plaats een geschikt voorwerp (bij
voorkeur uit hout of kunststof) d in
de inkeping aan de rechterkant.
^ Verwijder de afdekking c voorzich-
tig.
Let erop dat u niet met het voorwerp
wegglijdt en het toesteloppervlak
beschadigt.
Draai de greep 180° en plaats hem
^
aan de andere kant.
Schroef de greep eerst aan de zijkant
^
en daarna in het midden vast g.
Plaats het afdekplaatje a en de stop
^
pen b terug (maar nu aan de andere
kant).
^ Plaats de middelste afdekking c te-
rug. Klik ze eerst links en vervolgens
rechts vast.
-
^
Draai de schroeven e aan de
greepzijde en in het midden uit en
neem de greep f af.
41
Page 42
Het toestel inbouwen
De verluchtingsopeningen mogen
niet afgedekt of afgesloten worden.
Bovendien moeten ze geregeld ge
-
reinigd worden.
Als u het toestel naast een wandopstelt d, is aan de scharnierkant een
afstand van ca. 30 mm vereist tussen
de wand d en het toestel b. Anders
kunt u de deuren van het toestel door
de grepen niet volledig open laten.
a Opzetkast
b Koel-vriescombinatie
c Meubelwand
d Wand
Het toestel kan in elk kastenrij worden
ingebouwd. Om het toestel even hoog
te laten komen als de kasten, kan bo
ven het toestel een opzetkast a wor
-
-
den geplaatst.
Met het oog op de aan- en afvoer van
de lucht moet er langs de achterzijde
van het toestel een afvoerkanaal van
minimum 50 mm diep voorzien worden,
over de hele breedte van de opzetkast.
De diameter van de verluchting onder
het plafond moet minstens 300 cm
2
be
dragen zodat de opgewarmde lucht on
gehinderd kan wegstromen. In het an
dere geval moet de compressor harder
werken waardoor het stroomverbruik
toeneemt.
Als u uw toestel bevestigt aan een keu
kenmeubel ernaast of als u een afstandsstuk tussen het toestel en de
wand plaatst, dient u het volgende in
acht te nemen:
^ Controleer of de deuren van het toe-
stel volledig kunnen worden geopend.
^ Boor niet in het gerasterde vlak (zie
afbeelding). Anders kunnen er onderdelen beschadigd raken.
^
Bevestig het toestel met plaat- of par
kerschroeven aan het keukenmeubel.
De schroeven mogen max. 10 cm
diep zitten.
-
-
-
-
42
Page 43
43
Page 44
Wijzigingen voorbehouden / 1812
KT 12410 S, KT 12510 S
M.-Nr. 07 932 570 / 02
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.