koel-vriescombinatie
KD 6053 S
KD 6253 S
KD 6453 S
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
a Temperatuurdisplay koelzone
b Superfrost-toets en controlelampje
d Boter- en kaasvak
e Legvlak
f Binnenverlichting
g Eierrekje
h Gootje en afvoeropening
voor het dooiwater
i Groente- en fruitbakken
j Flessensteun*
k Deurrek
l Vriesladen
met invrieskalender
c Temperatuurregelknop
m Markeersysteem voor vriesgoed
n Afvoerbuisje voor dooiwater
* naar gelang van het model
4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Hou bij het afdanken van uw oud toe
stel ook rekening met de gelijknamige
rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en het toestel
beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij
zing voor u het toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmer
kingen omtrent het inbouwen, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het toestel. Zo beschermt
u zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel achteraf gebruikt.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
huishouden. Het dient enerzijds om
levensmiddelen te koelen en te bewaren, anderszijds om diepvrieswaar te
bewaren, verse levensmiddelen in te
vriezen en consumptie-ijs te bereiden.
Alle andere toepassingen zijn ongeoor
loofd en misschien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend werd.
-
-
-
-
-
-
-
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan R600a. Dat is een na
tuurlijk gas dat heel weinig milieubelas
tend is. Het is evenwel brandbaar. Het
brengt echter geen schade toe aan de
ozonlaag. Het vergroot evenmin het
broeikaseffect.
Door dit milieuvriendelijk koelmiddel toe
te passen maakt het toestel wel iets
meer lawaai. Naast het geluid dat de
compressor maakt, kan er in heel het
koelcircuit lawaai optreden. Deze ge
volgen zijn jammer genoeg niet te ver
mijden. Ze beïnvloeden echter niet het
vermogen van het toestel.
Bij het transport en opstellen van het
toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcircuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken!
Is er toch schade opgetreden,
- vermijd dan open vuur of vonken,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten
- en verwittig de Technische Dienst.
Hoe meer koelmiddel het toestel
bevat, hoe groter het vertrek moet
zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt
er eventueel een lek op, dan kan er in
te kleine vertrekken een brandbaar
gas-luchtmengsel worden gevormd.
Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
minstens 1 m
koelmiddel het toestel bevat, vindt u op
het typeplaatje aan de binnenzijde.
3
ruim te zijn. Hoeveel
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vergelijk voor het aansluiten van
het toestel beslist de aansluitgege
vens op het typeplaatje met de gege
vens van uw huisinstallatie. Het gaat
hier over de spanning en de frequentie.
Deze gegevens moeten absoluut over
eenstemmen om schade aan uw toestel
te vermijden. Vraag bij twijfel inlich
tingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardsysteem is aan
gesloten, dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belang
rijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman
nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elektrische schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
indien u het volgens de gebruiks
aanwijzing monteert en aansluit.
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
Installatiewerk en herstellingen
mag u enkel door erkende vak
mensen laten uitvoeren. Door ondes
kundige installaties of reparaties kun
nen er niet te onderschatten risico’s op
duiken voor wie het toestel gebruikt.
Daarvoor is de fabrikant niet aanspra
kelijk.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Het toestel is pas stroomloos in
-
dien aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
u hebt de stekker van het toestel uit
–
het stopcontact getrokken.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker om het toestel stroomloos te
maken.
u hebt de smeltveiligheden van de
–
huisinstallatie uitgeschakeld.
Gebruik om het toestel op het
stroomnet aan te sluiten, geen ver
lengsnoeren. Die waarborgen niet de
nodige veiligheid. Er is risico op oververhitting.
Gebruik
Raak de diepvrieswaar niet met
natte handen aan. Uw handen kunnen eraan vastvriezen. U kan kwetsuren
oplopen!
Steek ijsblokjes en frisco’s, vooral
ijslolly’s, nooit meteen in de mond
nadat u die uit de diepvriezer hebt ge
nomen. Door de zeer lage temperatuur
-
kunnen uw lippen of uw tong vastvrie
zen. U kan letsels oplopen!
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug
in. Verbruik die zo vlug mogelijk.
De levensmiddelen boeten immers aan
voedingswaarde in en bederven. Zo u
ze kookt of braadt, kan u die levens
middelen opnieuw invriezen.
-
-
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bewaar in uw toestel geen explo
sieve stoffen noch producten met
brandbaar drijfgas (bv. spraybussen).
Zodra de thermostaat wordt ingescha
keld, kunnen er dan vonken ontstaan.
Die kunnen bepaalde brandbare men
gelingen doen ontploffen.
Alcohol met hoog gehalte mag u
enkel goed afgesloten en rechtop
in het toestel bewaren. Er is anders ex
plosiegevaar!
Bewaar in uw diepvriezer geen
blikjes of flessen met koolzuurhou
dende drank of met vloeistof die kan
bevriezen. De blikjes of flessen kunnen
stukspringen. U kan letsels oplopen en
er is risico van schade!
Neem flessen die u in de diepvrie-
zer legt om snel te koelen, uiterlijk
na een uur weer uit. De flessen kunnen
stukspringen. Er is risico van lichamelijk
letsel en schade!
Zo u te lang bewaarde levensmid-
delen eet, loopt u het risico van
voedselvergiftiging.
De bewaarduur hangt van heel wat fac
toren af. Onder meer van de mate
waarin de levensmiddelen vers en de
gelijk zijn, maar ook van de bewaartem
peratuur. Hou de bewaartips en de op
gegeven bewaarduur van de voedsel
fabrikanten in acht!
Gebruik geen spitse noch scherpe
voorwerpen om
–
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
aangevroren ijsblokjesschalen en
diepvrieswaar los te maken.
Zo beschadigt u de vriesplaten en raakt
het toestel volledig defect.
-
-
-
-
-
-
-
-
Zet nooit elektrische verwarmings
apparaten en kaarsen in het toe
stel. Anders loopt de kunststof schade
op.
Gebruik nooit ontdooisprays of
ijsverwijderende middelen. Die
kunnen explosieve gassen vormen, die
oplosmiddel of drijfgas bevatten of uw
gezondheid kunnen schaden.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt die op de
duur poreus.
Bewaar tafelolie liever niet in de
deur van de koelkast. Eventueel
gemorste olie kan op de duur scheurtjes veroorzaken in de kunststof.
Dek de ventilatieroosters van het
toestel niet af. Anders is er geen
onberispelijke luchttoevoer meer gewaarborgd. Het stroomverbruik stijgt en
er kan schade optreden aan bepaalde
onderdelen.
Dit toestel is geschikt voor een be-
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tempe
ratuur dient binnen zekere grenzen te
blijven. De klimaatklasse vindt u terug
op het typeplaatje binnen in het toestel.
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daar
door kan het toestel de noodzakelijke
temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooien
en schoon te maken in geen geval
een hogedrukreiniger.
De vloeistof kan onderdelen aanraken,
die onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden.
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Uw oud toestel afdanken
Verniel het slot van uw oude koel
kast of diepvriezer wanneer u die
buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat
spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten en in levensgevaar komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van
het koelcircuit beschadigt, b.v.
door:
de koelmiddelkanaaltjes van de ver
–
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan oogletsels
tot gevolg hebben.
-
-
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen niet in acht werden
genomen.
9
Hoe spaart u stroom?
normaal stroomverbruikhoger stroomverbruik
Opstellenin een geventileerd vertrekin een gesloten, niet te ventileren
niet rechtstreeks door de zon
beschenen
niet naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een ideale omgevingstempera
tuur van ca. 20 °C
Temperatuurinstelling
thermostaat met getallen
(regeling in stappen)
Temperatuurinstelling
thermostaat "tot op de
graad nauwkeurig"
(digitale aanduiding)
Gebruikdoe de toesteldeur enkel even
Ontdooienlaat het vriesvak ontdooien als de
bij een gemiddelde stand van de
knop van 2 tot 3.
keldervak van 8 tot 12 °C
koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone om en bij de 0
°C
vriesvak -18 °C
open als dat nodig is
de levensmiddelen goed sorteren
voor u ze in het toestel plaatst
warme spijs en drank eerst buiten
het toestel laten afkoelen
zet de levensmiddelen degelijk
verpakt of goed afgedekt in het
toestel
leg diepvrieswaar om te ontdooien
in de koelruimte
leg of zet niet te veel levensmid
delen in de zones of vakken; zo
kan de lucht circuleren
ijslaag een paar centimeter dik is
geworden
vertrek
wel rechtstreeks door de zon
beschenen
wel naast een warmtebron (radia
tor, fornius)
bij een hoge omgevingstempera
tuur
bij een hoge stand van de knop:
hoe lager de temperatuur in het
toestel, hoe hoger het stroomver
bruik!
Let op! Bij toestellen met winter
schakeling zet u de schakelaar bij
omgevingstemperaturen hoger
dan 16 °C uit!
als u de toesteldeur vaak en lang
openzet = koudeverlies
wanorde = lang zoeken zodat de
toesteldeur lang open blijft
warme spijzen in het toestel doen
de compressor langer draaien om
de temperatuur te doen zakken
als vloeistof in de koelruimte ver
dampt en condenseert, veroor
zaakt dat koudeverlies
-
door een ijslaag wordt de koude
slechter aan de levensmiddelen
afgegeven en stijgt het stroomver
bruik
-
-
-
-
-
-
-
10
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa
ter voor en wrijf daarna alles met een
doek droog.
Laat het toestel na het transport
zowat een (half) uur staan voor u het
aansluit. Dat is van groot belang
voor de goede werking achteraf!
Het toestel inschakelen
Zodra u het toestel op een degelijk ge
aard stopcontact hebt aangesloten, is
het ingeschakeld.
Het toestel begint te koelen. Op het
temperatuurdisplay voor de koelzone
ziet u de gewenste temperatuur. De
binnenverlichting in de koelzone gaat
aan zodra u de toesteldeur opent.
Laat het toestel enige tijd koelen voor u
er voor het eerst levensmiddelen in
legt. Zo daalt de temperatuur laag genoeg.
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
-
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
laat de vrieszone ontdooien
^
maak het toestel schoon,
^
laat de toesteldeuren op een kier om
^
reukhinder tegen te gaan.
Werd het toestel bij langdurige afwe
zigheid uitgeschakeld, maar niet
schoongemaakt? In zo'n geval is er
risico van schimmelvorming zo de
toesteldeur gesloten blijft.
-
Het toestel uitschakelen
^
Draai de temperatuurkiezer in de
stand "0".
Nu zijn de koeling en de binnenverlich
ting uitgeschakeld.
-
11
De juiste temperatuur
Voor het bewaren van levensmiddelen
is het van groot belang de juiste tempe
ratuur in te stellen. Door micro-organis
men bederft eetwaar namelijk gauw.
Door een juiste bewaartemperatuur kan
dat proces evenwel worden vermeden
of vertraagd. De temperatuur heeft in
vloed op de snelheid waarmee de mi
cro-organismen aangroeien. Hoe lager
de temperatuur, hoe trager dat proces.
De temperatuur in het toestel loopt op
naarmate
u de toesteldeur vaker opent en
–
langer laat openstaan,
– u meer eetwaar in het toestel be-
waart,
– de vers geplaatste eetwaar warm is,
– de omgevingstemperatuur rond het
toestel hoger ligt.
Dit toestel is geschikt voor een be-
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tem-
peratuur dient binnen zekere gren-
zen te blijven.
-
-
. . . in de vrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en eetwaar lange tijd te bewaren, is er
een temperatuur van -18 °C nodig. Bij
deze temperatuur wordt de aangroei
van micro-organismen verregaand
stopgezet. Zodra de temperatuur bo
ven de -10 °C stijgt, wordt de diepvries
waar door de micro-organismen aange
tast en kan die niet meer zo lang wor
den bewaard. Daarom mag u gedeelte
lijk of volledig ontdooide spijzen pas
weer invriezen nadat u ze gekookt of
gebraden hebt. Door de hoge tempera
tuur worden de meeste micro-organismen immers vernietigd.
-
-
-
-
-
-
. . . in de koelzone
In de koelzone bevelen wij een
koeltemperatuur aan van 5 °C.
12
De temperatuur instellen
De juiste temperatuur
De temperatuur voor de koel- en vries
zone kan u aan de temperatuurregel
knop instellen.
Draai de temperatuurregelknop met
^
een geldstuk naar rechts van de
stand "0" weg.
Intussen wordt de ingestelde tempera
tuur knipperend aangeduid.
Draai deze knop enkel tot aan de
aanslag. Draai vandaar weer terug.
Anders maakt u hem stuk.
Hoe hoger het getal, hoe lager de temperatuur in het toestel.
-
Temperatuurdisplays
-
-
Het temperatuurdisplay op het be
dieningspaneel duidt steeds de gewenste temperatuur aan.
Wenst u dat het toestel op 5 °C koelt,
^
draai de temperatuurregelknop van
uit 0 dan zo ver naar rechts tot de 5
op het display wordt verlicht.
In de vrieszone wordt dan een gemid
delde temperatuur van -18 °C inge
steld.
-
-
-
-
-
13
Superfrost
Verse eetwaar invriezen
Verse eetwaar dient u zo snel mogelijk
tot in de kern te laten invriezen. Zo blij
ven de voedingswaarde, de vitaminen,
het uitzicht en de smaak bewaard.
Hoe trager de levensmiddelen ingevro
ren worden, hoe meer vloeistof er uit
elke cel in de tussenruimten terecht
komt. De cellen krimpen.
Bij het ontdooien kan er maar een deel
van die vloeistof naar de cellen terug.
In de praktijk betekent dit dat er in de
levensmiddelen veel sap verlorengaat.
Bij het ontdooien valt dat te merken aan
de grote plas rond de eetwaar.
Werd de eetwaar snel ingevroren, dan
krijgt de celvloeistof minder tijd om in
de tussenruimten weg te vloeien. De
cellen krimpen heel wat minder.
Bij het ontdooien kan die eerder geringe hoeveelheid vloeistof die in de
tussenruimten terecht is gekomen, naar
de cellen terug. Er ging dus heel weinig
sap verloren. Er wordt maar een kleine
plas gevormd!
-
Superfrost-functie
Om verse eetwaar heel efficiënt in te
vriezen dient u van tevoren de functie
Superfrost in te schakelen.
Uitzonderingen:
Indien u reeds ingevroren levensmid
–
delen in de vriesruimte legt.
Indien u elke dag maar hoogstens
–
1 kg invriest.
Superfrost inschakelen
^ Schakel de functie Superfrost in
6 uur voor u levensmiddelen plaatst.
^ Wenst u het hoogste invriesvermo-
gen te benutten, schakel dan de Su-perfrost 24 uur van tevoren in!
^ Druk op de toets Superfrost zodat het
controlelampje Superfrost aangaat.
De temperatuur in het toestel daalt
daar het met het hoogste invriesver
mogen werkt.
-
-
14
Tijdens de werking van Superfrost is
het licht in het toestel aan als de toe
steldeur dicht is.
Dit is geen storing. Dat is gewoon
nodig voor de werking van deze
functie.
-
Superfrost uitschakelen
Superfrost
De functie Superfrost wordt vanzelf uit
geschakeld na ca. 65 uur. Het controle
lampje gaat uit en het toestel werkt
weer met zijn normale koelcapaciteit.
In het temperatuurdisplay op het bedie
ningspaneel wordt weer de gewenste
temperatuur verlicht.
Om stroom te besparen, kan u de func
tie Superfrost ook zelf uitschakelen zo
dra er een constante vriestemperatuur
van minstens -18 °C is bereikt. Con
troleer de temperatuur in het toestel.
^ Druk op de toets Superfrost.
Het controlelampje voor Superfrost
gaat uit.
Het toestel koelt nu weer met zijn normale koelcapaciteit.
-
-
-
-
-
-
15
De koelruimte goed benutten
Verschillende koudezones
Wegens de natuurlijke luchtcirculatie
komen er in de koelruimte verschillende
temperaturen aan bod. Koude, zware
lucht zakt naar onderen in het toestel.
Benut deze temperatuurverschillen bij
het schikken van levensmiddelen!
De koudste zone in de koelruimte
Bewaar in uw toestel geen explosie
ve stoffen noch producten met
brandbaar drijfgas (bv. spraybus
sen). Explosiegevaar!
Alcohol met hoog gehalte mag u en
kel goed afgesloten en rechtop in
het toestel bewaren.
-
-
-
De koudste zone in de koelruimte be
vindt zich direct boven de groentebak
ken.
Benut deze zone voor al uw delicate en
gauw aan bederf onderhevige levensmiddelen. Enkele voorbeelden:
– vis, vlees en gevogelte,
– worst en kant-en-klaargerechten,
– eier- of roomgerechten en dito ge-
bak,
– vers deeg, taart-, pizza- en quiche-
deeg,
–
kaas en andere producten van rauwe
melk,
–
in folie verpakte kant-en-klare groen
ten en alle verse levensmiddelen
waarvan de minimumbewaarduur
een bewaartemperatuur van min
stens 4 °C vergt.
De warmste zone in de koelruimte
-
-
Bewaar tafelolie liever niet in de
-
deur van de koelkast. Eventueel ge
morste olie kan op de duur scheur
tjes veroorzaken in de kunststof.
Laat de eetwaar de rugwand van het
toestel niet raken. Anders kan die eraan vriezen.
Levensmiddelen die niet
geschikt zijn om te koelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koelkast te worden bewaard.
Dat is onder meer het geval voor:
–
groente en fruit dat gevoelig is voor
koude. Bv. bananen, avocado's,
-
papaja's, passievruchten, aubergi
nes, paprika's, tomaten en augurken.
–
fruit dat nog moet narijpen.
–
aardappelen.
–
harde kaas (parmezaan)
-
-
-
De warmste zone vindt u helemaal bo
ven aan de deur. Gebruik deze zone
om boter te bewaren, die smeerbaar
moet blijven. U kan daar ook kaas leg
gen zodat het aroma wordt bewaard.
16
-
-
De levensmiddelen juist
bewaren
De koelruimte goed benutten
Bewaar de levensmiddelen enkel ver
pakt en goed gesloten. Daarmee ver
mijdt u dat ze geur van de eetwaar er
naast opnemen, dat ze uitdrogen en
eventueel aanwezige bacteriën over
dragen. Als u de temperatuur juist in
stelt en hygiënisch te werk gaat, wordt
de toename van bacteriën, als bv. sal
monella, vertraagd.
Groente en fruit
Groente en fruit kan u onverpakt in de
groentebakken bewaren. Denk erom
dat sommige groentesoorten een natuurlijk gas afscheiden, dat verouderingsprocessen versnelt. Sommige fruiten groentesoorten reageren op dit natuurlijk gas heel gevoelig. Daarom mag
u niet om het even welke fruit- en
groentesoort samen in dezelfde bak
bewaren.
Voorbeelden voor fruit dat veel na
tuurlijk gas afgeeft:
-
-
-
-
-
-
-
appels, aprikozen, peren, nectarines,
perziken, pruimen, avocado's en vijgen.
Voorbeelden van groente die erg ge
voelig reageert op natuurlijk gas af
komstig van andere groente en van
fruit:
De legvlakken kan u naar gelang van
de hoogte van de eetwaar verplaatsen.
Til het vlak vooraan omhoog en trek
^
het tot halfweg naar voren. Neem het
langs onder of langs boven uit.
Zet het vlak met zijn achterste kant
^
naar boven toe op de gewenste
plaats terug in het toestel.
De kant moet naar boven wijzen. Zo
vermijdt u dat levensmiddelen de
achterwand aanraken en eraan vast
vriezen.
Legvlak in 2 delen
(naar gelang van het model)
Om hoge recipiënten als bv. flessen te
kunnen plaatsen, is er een legvlak in 2
delen.
^ Schuif het voorste onder het achter-
ste deel. Ga voorzichtig te werk.
Deur- en flessenrekken ver
plaatsen
Schuif de deur- of flessenrekken naar
^
boven. Neem ze langs voren uit de
deur.
Plaats deze rekken terug waar u dat
^
wenst. Zorg ervoor dat u de rekken
juist en vast op de nokken duwt.
De flessensteunen verschui
ven
-
De flessensteun kan u naar rechts of
links verschuiven. Daarmee hebben de
flessen meer steun als u de toesteldeur
opent en sluit.
-
-
18
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Maximum-invriesvermogen
Om levensmiddelen zo gauw mogelijk
tot in de kern te laten invriezen, mag
het maximum-invriesvermogen niet
overschreden worden. Hoeveel dat be
draagt, vindt u op het typeplaatje: In
vriesvermogen ... kg / 24 uur.
-
Diepvrieswaar bewaren
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het
toestel legt, controleer dan reeds bij de
aanschaf
of de verpakking niet beschadigd is,
–
– tot wanneer het product houdbaar is
– en hoe laag de koeltemperatuur in
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan
-18 °C, dan is de diepvrieswaar niet
zo lang houdbaar.
^ Koop uw diepvrieswaar op het einde
van uw boodschappen. Bewaar hem
in krantenpapier of een koeltas.
^ Leg de gekochte diepvrieswaar met-
een in de vriesruimte.
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan u ze op
nieuw invriezen.
-
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik enkel verse en onberispelijke
levensmiddelen om in te vriezen!
-
Hou hiermee rekening bij het
invriezen:
Zijn geschikt om in te vriezen:
–
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groente, kruiden, rauw fruit, zuivel,
gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en
heel wat kant- en klaargerechten.
Niet geschikt om in te vriezen:
–
druiven, kropsla, radijsjes, ramme
nas, zure room, mayonaise, eieren in
hun schaal, uien, ongeschilde rauwe
appelen en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitami-
nen C te bewaren, dient u fruit en
groente voor het invriezen te blancheren. Doe de groente per portie 2
à 3 minuten in kokend water. Daarna
uitnemen en vlug in koud water afkoelen. Laat de groente uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet. Het kan trouwens
veel langer worden bewaard.
–
-
Leg tussen koteletten, biefstuk,
vleeslapjes e.d. telkens plastic folie.
Zo vermijdt u dat porties aaneenvrie
zen.
-
-
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groente mag u voor het in
vriezen niet kruiden of zouten. Klaar
gemaakte spijzen kruidt of zout u
maar lichtjes. Sommige kruiden ver
anderen bij het invriezen immers van
smaakintensiteit.
-
-
-
-
19
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Laat warme spijs en drank eerst bui
–
ten het toestel afkoelen. Anders
wordt reeds ingevroren eetwaar even
ontdooid. Dit leidt bovendien tot een
hoger stroomverbruik.
Verpakken
Vries de levensmiddelen per portie
^
in.
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- inpakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakken
- gebruikte boodschapzakjes
^ Druk de lucht uit de verpakking.
^ Sluit de verpakking af met
- elastiekjes,
- kunststofklemmen,
- touwtjes of
- koudebestendige plakband.
Voor u de diepvrieswaar plaatst
-
Gaat u meer dan 1 kg verse eetwaar
^
invriezen? Druk dan op de Super
frost-toets. Nu gaat het Superfrost
-controlelampje aan. De temperatuur
in de vriesruimte daalt. Daarmee
krijgt de reeds ingevroren eetwaar
nog een koudereserve.
Diepvrieswaar schikken
U kan overal in de vrieszone levensmid
delen laten invriezen, maar bij voorkeur
in de bovenste lade(n). Grotere pakjes
legt u rechtstreeks op de vriesplaten.
Daar worden ze heel gauw en behoedzaam ingevroren. Neem daartoe een of
verschillende vriesladen uit.
In de spleet tussen de bovenste
plaat van de vriesruimte en de bovenste vriesplaat mag u nooit diepvrieswaar leggen. Zelfs geen vlakke
pakjes. Deze vrije ruimte is belangrijk voor een onberispelijke luchtcirculatie en meteen ook voor de
goede werking van het toestel.
Elke vrieslade en vriesplaat kan
hoogstens 25 kg dragen!
-
-
-
Polyethyleen zakjes kan u ook met
een lastoestel dichtmaken.
^
Plak op de verpakking een etiket met
inhoud en invriesdatum erop.
20
^
Leg de levensmiddelen op hun brede
zijde op de bodem van de vrieslade
of op de vriesplaat, opdat ze zo vlug
mogelijk tot in de kern bevroren gera
ken.
^
Leg de pakjes er droog in. Anders
vriezen ze aan elkaar.
-
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Levensmiddelen die u er pas inlegt,
mogen niet in aanraking komen met
reeds ingevroren eetwaar. Anders
gaat die lichtjes ontdooien.
Invrieskalender
Op de invrieskalender op de vrieslade
ziet u hoe lang u verschillende soorten
vers ingevroren eetwaar kan bewaren.
Bij gekochte diepvrieswaar vindt u de
bewaarduur op de verpakking terug.
Markering diepvrieswaar
Om u eraan te herinneren hoelang u de
diepvrieswaar mag bewaren, is het toestel van een markeersysteem voorzien.
Bij elke vrieslade horen twee ruitertjes
met een wieltje. Op dat wieltje zijn de
maanden aangegeven van 1 tot 12.
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
in uw microgolfoven,
–
in uw oven met de verwarmingssoort
–
"Hete lucht" of "Ontdooien",
op kamertemperatuur,
–
in uw koelkast,
–
in uw stoomoven.
–
Platte stukken vlees en vis kan u in
een hete pan doen zodra ze lichtjes
ontdooid zijn.
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel
in de verpakking als in een schotel met
deksel ontdooien.
Ingevroren groente kan u in kokend
water doen of in heet vet stoven. De
kooktijd valt dan wat korter uit dan bij
verse groente.
^
Schuif het ruitertje van aan de rand
van de lade over de rail.
Met het ruitertje duidt u de soort eet
waar aan. Met het wieltje de maand
waarin u de eetwaar invroor.
Vries gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan dat wel.
-
21
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
IJsblokjes maken
Druk de sluitbout naar onder en vul
^
de ijsblokjesschaal met water. Het
overtollige water loopt via de afvoero
pening over.
Druk de sluitbout nu naar boven om
^
het schaaltje af te sluiten. Zet het
schaaltje op de bodem van de vrieszone.
^ Gebruik om de vastgevroren ijs-
schaal los te maken een stomp voorwerp, b.v. een lepelsteel.
^ De ijsblokjes komen vlotter los uit de
schaal als u die even onder stromend
water houdt.
-
Drank snel koelen
Als u flessen met drank snel koelt, haal
die dan uiterlijk na 1 uur weer uit de
vriesruimte. Anders springen ze stuk!
22
Ontdooien
Koelruimte
Terwijl de compressor draait, kunnen er
zich tegen de rugwand van de koel
ruimte rijm en waterdruppels vormen.
Die hoeft u niet te verwijderen. De koel
ruimte ontdooit immers automatisch.
Het dooiwater loopt via een geultje en
een afvoerbuisje naar de verdamper
aan de achterzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan wegvloeien. Hou
het afvoergeultje en -buisje proper.
-
Vriesruimte
De vriesruimte ontdooit niet automatisch. De ingevroren levensmiddelen
mogen immers niet ontdooien.
Door het normale gebruik ontstaat er op
de duur rijm en ijs op de vriesplaten.
Daardoor verslecht de koude-afgifte en
verhoogt het stroomverbruik.
Krab de rijm- of ijslaag niet weg. U
kan anders de vriesplaten bescha
digen. Dan werkt uw toestel niet
meer.
-
Voor u het toestel ontdooit
Schakel ca. 1 dag voor het ontdooien
^
de functie Superfrost in. Zo krijgt de
diepvrieswaar wat koudereserve en
kan die wat langer op kamertempera
tuur worden bewaard.
Wikkel de diepvrieswaar in verschil
^
lende lagen krantenpapier of dekens.
Bewaar de diepvrieswaar op een
koele plaats tot het toestel weer klaar
is voor gebruik.
Neem al de vriesladen uit het toestel.
^
Om te ontdooien
Ga bij het ontdooien vlug te werk.
Hoe langer de diepvrieswaar op kamertemperatuur blijft liggen, hoe
korter de bewaarduur ervan wordt.
^ Schakel het toestel uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
^ Laat de deur van de vriesruimte
openstaan.
-
-
Ontdooi het toestel zo nu en dan. Zo er
reeds een ca. 5 mm dikke ijslaag werd
gevormd, dient u dat zeker te doen.
Kies een tijdstip waarop er weinig of
geen diepvrieswaar in het toestel ligt.
23
Ontdooien
Klap het afvoerbuisje voor het dooi
^
water uit.
^ Zet een schaal voor het toestel om er
het dooiwater in op te vangen. Let
erop dat de schaal niet overloopt.
Om het ontdooien te versnellen: zet
2 kommetjes heet (geen kokend) water
op een onderzetter in de vriesruimte.
-
Zet nooit elektrische verwarmings
apparaten noch kaarsen in het toe
stel. Anders wordt de kunststof be
schadigd.
Gebruik geen ontdooisprays noch
ijsverwijderende middelen. Die kun
nen explosieve gassen vormen,
maar ook oplosmiddel of drijfgas be
vatten, dat de kunststof aantast of
schadelijk is voor de gezondheid.
Na het ontdooien
^ Giet de schaal leeg.
^ Neem het resterende dooiwater in de
vrieszone met een spons of doek op.
^ Klap het buisje voor het dooiwater te-
rug naar binnen toe.
^ Maak het toestel schoon en droog.
^ Steek de stekker in het stopcontact.
^ Schakel het toestel en de functie Su-
perfrost in. Zo wordt het in de vries
zone gauw koud. Nu gaat het con
trolelampje aan.
^
Schuif de vriesladen met de diep
vrieswaar erin weer in het toestel.
Wacht evenwel tot de temperatuur in
de vriesruimte laag genoeg gezakt is.
-
-
-
-
-
-
-
-
24
^
Schakel de functie Superfrost weer
uit door op de Superfrost-toets te
drukken. Wacht tot er in de vrieszone
een constante temperatuur van
-18 °C is bereikt.
Het controlelampje gaat uit.
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht
komt in de elektronische bediening,
in de verlichting noch in de ventila
tieroosters.
Langs het afvoergootje van het dooi
water mag u geen reinigingsmiddel
sop laten weglopen.
Gebruik nooit hogedrukreinigers. De
vloeistof kan toestelonderdelen aanraken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
Voor het schoonmaken
^
Schakel het toestel uit door de tem
peratuurregelknop op "0" te zetten.
Trek ook de stekker uit het stopcon
tact.
^
Neem de eetwaar uit het toestel en
bewaar die op een koele plaats.
Schoonmaken
Om de legvlakken in de koelzone
^
schoon te maken, kan u de roestvrij
stalen lijsten vooraan aftrekken.
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Maak de koelzone minstens eens per
^
-
-
-
-
-
-
maand schoon. De vrieszone telkens
na het ontdooien.
Was alle delen met de hand af. Het
^
botervlootje mag u wel in de vaat
wasser mee laten afwassen.
Maak het geultje voor het dooiwater
^
alsook het afvoerbuisje af en toe met
een staafje schoon. Zo loopt het
dooiwater steeds ongehinderd weg.
^ Spoel de buitenwanden, de binnen-
ruimte en het toebehoren na het reinigen met helder water af. Wrijf alles
met een doek droog. Laat de toesteldeur even openstaan.
Handvat
Aluminium is een levendig materiaal.
Door gezichtshoek, lichtinval en omge
ving wordt het weerkaatsend effect be
paald en meteen ook de esthetiek.
Het handvat met aluminium uitzicht
kan verkleuren of veranderen indien
vuil er lang op inwerkt. Verwijder vuil
dus meteen.
-
-
-
-
^
Laat de vrieszone ontdooien.
^
Neem alle onderdelen die u kan uit
nemen, uit om ze schoon te maken.
Het handvat is gevoelig aan krassen en
kerven.
-
25
Schoonmaken
Behalve de hierboven vermelde reini
gingsmiddelen dient u ook nog te ver
mijden
reinigingsmiddel voor roestvrij staal,
–
kalkoplossend reinigingsmiddel,
–
reinigingsmiddel dat chloride bevat,
–
schurend reinigingsmiddel als bv.
–
schuurpoeder of -crème,
schuursponsjes of gebruikte
–
sponsen waarin restjes schuurmiddel
zitten,
reinigingsmiddel voor vaatwassers.
–
Ventilatieroosters
^ Maak de ventilatieroosters geregeld
met een kwast of stofzuiger schoon.
Hoe meer stof erop ligt, hoe meer
stroom het toestel verbruikt.
Deurdichtingen
Achterzijde - metalen rooster
-
Stof het metalen rooster op de rugzij
^
de van het toestel (warmtewisselaar)
minstens eens per jaar af. Hoe meer
stof, hoe hoger het stroomverbruik!
Zorg er bij het schoonmaken van het
metalen rooster voor dat u geen
snoeren of andere onderdelen af
trekt, knikt of beschadigt.
Na het schoonmaken
Plaats alle onderdelen weer in de
^
koelzone.
^ Leg de levensmiddelen in de koelzo-
ne, sluit de toesteldeuren en schakel
het toestel in.
^ Leg de diepvrieswaar in de vrieszo-
ne. Wacht tot de temperatuur in de
vrieszone laag genoeg gezakt is.
-
-
Behandel de deurdichtingen nooit
met olie of vet. Die worden anders
na verloop van tijd poreus.
^
Maak de deurdichtingen geregeld
met helder water schoon. Wrijf ze
nadien met een doek goed droog.
26
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mogen enkel en alleen door
een vakman worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kun
nen er ernstige risico's opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. . . het toestel niet koelt?
-
Wat gedaan als ...?
. . . de compressor vaker en langer
ingeschakeld wordt?
Zijn de ventilatieroosters niet geblok
^
-
keerd of zitten ze niet onder het stof?
Zit het metalen rooster (warmtewisse
^
laar) op de rugzijde van het toestel
niet onder het stof?
De toesteldeuren werden vaak geo
^
pend. Ofwel werd heel wat verse eet
waar ingevroren.
Kunnen de toesteldeuren wel goed
^
dicht?
-
-
-
-
^ Zie na of de temperatuurkiezer op
een andere stand staat als "0".
^ Zit de stekker van het toestel wel ste-
vig in het stopcontact?
^ Zijn de smeltstoppen van uw huisin-
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het
geval is, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
. . . de temperatuur in de koelruimte
te koud is?
^
Draai de temperatuurregelknop naar
links. Op het bedieningspaneel wordt
dan een groter getal verlicht.
^
Kijk na of de deur van de vrieszone
wel goed dicht is.
^
Misschien heeft u een grote hoeveel
heid eetwaar ineens ingevroren?
Daar de compressor in zo'n geval
zeer lang draait, daalt ook automa
tisch de temperatuur in de koelzone.
^
Superfrost is nog niet stilgevallen.
Deze functie wordt na 65 uur vanzelf
uitgeschakeld!
-
^ Kijk eens na of er in de vrieszone
geen dikke laag rijm zit. Is dat zo,
laat de vrieszone dan ontdooien.
. . . de diepvrieswaar ontdooit omdat
het in de vrieszone te warm is?
^ Is de kamertemperatuur waarvoor uw
toestel voorzien is, niet onder die opgegeven temperatuur gezakt?
Verhoog de kamertemperatuur.
De compressor springt niet zo vaak in
gang indien de kamertemperatuur te
laag is. Dan kan het in de vrieszone ook
te warm worden.
. . . de diepvrieswaar vastgevroren
is?
Maak de diepvrieswaar los met een
stomp voorwerp, bv. een lepelsteel.
27
Wat gedaan als ...?
. . . er zich in de vrieszone een dikke
ijslaag gevormd heeft?
Kan de deur van de vrieszone goed
^
dicht?
Ontdooi de vrieszone en maak het
^
toestel schoon.
Dikke lagen ijs beperken het koelver
mogen. Dan stijgt ook het stroomver
bruik.
. . . de binnenverlichting in de koelzo
ne niet meer werkt?
Misschien klemt de lichtschakelaar?
^
^ Staat de temperatuurregelknop op
een andere stand dan "0"?
Zo ja, dan is het lampje defect.
^ Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de overeenkomstige smeltstoppen uit.
^
Druk het lampdeksel samen (1) zodat
het los raakt. Haak het achteraan uit
(2).
^
Draai het lampje uit en vervang het.
Gegevens:
220 - 240 V, max. 15 W, fitting E 14
-
Draai de nieuwe lamp in. Zorg ervoor
^
dat de dichting c goed zit.
-
Haak het lampdeksel achteraan en
^
opzij weer in.
. . . het lampje binnen in het toestel
warm aanvoelt hoewel u de toesteldeur lange tijd niet meer heeft
opengedaan.
Dit is geen storing.
– Tijdens de werking van Superfrost is
dit lampje bij gesloten toesteldeur
aan. Dat hangt samen met de werking van Superfrost.
–
Het toestel is uitgerust met een elek
tronische winterschakeling; dat houdt
het volgende in:
Zodra de omgevingstemperatuur la
ger daalt dan 16 °C, springt de com
pressor bij toestellen zonder winter
schakeling niet zo dikwijls aan. In de
vrieszone zou het dan te warm wor
den.
De elektronische winterschakeling
schakelt echter de binnenverlichting
in bij een omgevingstemperatuur la
ger dan 16 °C, zelfs met de toestel
deur dicht. Zo wordt de koelzone
verwarmd.
-
-
-
-
-
-
-
28
Door deze warmteontwikkeling
springt de compressor vaker aan en
wordt de vrieszone weer voldoende
gekoeld.
Bij een omgevingstemperatuur lager
dan 10 °C kan het toestel niet meer
naar behoren werken! Zorg dan voor
een hogere omgevingstemperatuur!
. . . de bodem van de koelruimte nat
is?
Het afvoergaatje voor het dooiwater is
verstopt.
^ Maak het afvoergeultje en -buisje
voor het dooiwater schoon.
Kan u de storing aan de hand van
deze aanwijzingen niet ongedaan
maken, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
Wat gedaan als ...?
Maak de toesteldeuren bij voorkeur
niet open tot de storing werd verhol
pen. Zo beperkt u koudeverlies.
-
29
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
de buisjes vloeit.
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
schakelt.
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
-
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel met behulp van
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
een waterpas. Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets
onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
30
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
Technische dienst
31
Elektrische aansluiting
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
32
-
-
-
Zet boven op het toestel geen appa
raten die warmte afgeven, bv.
broodroosters of microgolfovens. Er
wordt dan meer stroom verbruikt!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats vlak naast een fornuis,
een radiator of bij een venster vlak in
de zon. Hoe hoger de kamertempera
tuur oploopt, hoe langer de compressor
draait en hoe meer stroom er wordt ver
bruikt.
Geschikt is een droog, degelijk geventi
leerd vertrek.
Klimaatklasse
-
Opstellen
Ventilatie
Tegen de rugzijde van het toestel wordt
de lucht verwarmd. Daarom mag u de
ventilatieroosters niet afdekken. Dan
blijft een onberispelijke ventilatie ge
waarborgd.
Stof de ventilatieroosters ook geregeld
af.
Het toestel opstellen
Verwijder eerst de snoerhouder van
^
de achterzijde van het toestel.
-
Zie na of alle onderdelen aan de ach
^
terzijde van het toestel vrij kunnen
bewegen. Buig ze eventueel voorzichtig van mekaar weg.
-
-
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van
omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te blijven. De klimaatklasse vindt u terug op
het typeplaatje binnen in het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
Lagere kamertemperaturen doen de
compressor langer stilstaan. Dat kan de
temperatuur in het toestel doen stijgen.
Zo kan diepvrieswaar zelfs eventueel
lichtjes gaan ontdooien.
^ Schuif het toestel voorzichtig op de
daartoe voorziene plaats. U kan het
met de rugwand rechtstreeks tegen
een muur plaatsen.
Het toestel waterpas zetten
^
Zet het toestel aan de verstelbare
voetjes stevig waterpas. Gebruik
daartoe de bijgeleverde dopsleutel.
33
De deurscharnieren verwisselen
Uw toestel wordt geleverd met de
scharnieren rechts. Wenst u ze links,
dan gaat u als volgt te werk:
De deurhandvatten afnemen:
Eerst moet u de zijdelingse delen van
het handvat losmaken:
^ Indien u aan het handvat a trekt,
schuift het zijdelingse deel b ervan
naar achter. Er ontstaat een spleet d
tussen het handvatgedeelte b en het
bevestigingsplaatje c van het hand
vat.
Draai nu de 4 schroeven (Torx 15) in
^
het bevestigingsplaatje los en neem
het handvat af.
Maak de afdekplaatjes aan de an
^
dere kant los en plaats die op de vrij
gekomen gaatjes.
De toesteldeuren van kant verwis
selen:
Zet de onderste toesteldeur open.
^
-
-
-
^
Zet nu een geschikt stomp voorwerp,
bv. een steel van een pollepel, in de
spleet d vast. Duw het handvat weer
zachtjes in de richting van de deur.
Zorg ervoor dat het voorwerp niet
wegglijdt en intussen het toestel be
schadigt.
Het zijdelingse deel b van het handvat
komt los.
^
Trek het handvatgedeelte b uit de
geleiding.
34
-
^
Wrik de sokkelplint a met een
schroevendraaier uit en zwenk de
plint lang voren weg.
^
Wrik het afdekplaatje b met de
schroevendraaier los en doe de toe
steldeur weer dicht.
^
Draai de schroef c uit.
^
Trek het scharnier d met de schar
niertap e langs onder uit. Zwenk het
naar voren toe en neem het weg.
-
-
De deurscharnieren verwisselen
Zet de onderste toesteldeur open,
^
kantel ze er langs onder uit en neem
ze af.
Laat de bovenste toesteldeur dicht
^
en trek de scharniertap f er langs
onder uit.
^ Doe de bovenste toesteldeur open.
Neem ze langs onder uit. Let daarbij
op het afstandsplaatje a.
^
Wrik de afdekplaatjes b met een
schroevendraaier vooraan uit.
^
Draai de bovenste scharniertap c
met de inbussleutel van de bijgele
verde dopsleutel uit. Draai er de tap
aan de andere kant weer in.
Vervang in het midden van het toestel
^
het afdekplaatje h door het schar
nierplaatje e. Daartoe:
de schroeven i uitnemen, het afdek
plaatje h en het scharnierplaatje e
afschroeven, telkens 180° draaien en
aan de andere kant weer opschuiven
en vastschroeven.
Trek de scharnierhuls d langs onder
^
uit het scharnierplaatje e. Zet de
huls langs boven weer in het schar
nierplaatje.
Til het afstandsplaatje g met een
^
schroevendraaier weg en plaats het
aan de andere kant.
^ Neem de doppen j uit de deur-
scharnierhulsen in de toesteldeuren
en plaats die aan de andere kant.
^ Hang de bovenste toesteldeur in de
tap c - let intussen op het afstandsplaatje a - en sluit de toesteldeur.
^ Schuif de middelste scharnierbout f
langs onder door het scharnierplaatje
e in de bovenste toesteldeur.
^
Kijk na of de bovenste toesteldeur
juist hangt. Hang ze eventueel keuri
ger waterpas via de langwerpige
gaatjes in het scharnierplaatje e.
^
-
Haak de onderste toesteldeur op de
scharnierbout e en doe deze toe
steldeur dicht.
-
-
-
-
-
^
Plaats de afdekplaatjes b er langs
achter weer in en laat ze langs voren
op hun plaats vallen.
35
De deurscharnieren verwisselen
Zet het afdekplaatje e, terwijl de on
^
Op de volgende afbeelding werd de
toesteldeur niet gesloten afgebeeld.
Zo ziet u beter wat er te doen valt.
^ Draai het scharnier b 180°. Trek de
scharniertap a uit en zet die er omgekeerd weer in.
derste toesteldeur openstaat, vooraan
in de sokkelplint. Laat het achteraan
vastklikken.
De handvatten van de deuren weer
monteren:
Neem beslist de volgende instructies
voor het terugplaatsen van de deur
greep in acht.
Wanneer de deurgreep verkeerd
wordt gemonteerd, wordt de deur
dichting beschadigd.
-
-
-
^ Monteer de 2 delen in de scharnier-
steun f. Schuif daartoe de schar
niertap a door de scharniersteun f
in het scharnier b. Zwenk het schar
nier naar binnen, schuif het omhoog
en monteer het voorlopig met schroef
c.
^
Hang de toesteldeur met behulp van
het langwerpige gat in de scharnier
steun f waterpas ten opzichte van
de ommanteling van het toestel.
Draai daarna de schroef c stevig
aan.
^
Schuif de sokkelplint d weer op zijn
plaats. Duw ze er goed tegenaan tot
u een klik hoort.
36
-
-
^
Maak de deurgreep met de beide
voorste schroeven b eerst losjes aan
de andere kant vast.
De bevestigingsplaat c moet zo tegen
het deurpaneel aanzitten, dat de plaat,
-
wanneer de deur gesloten is, evenwijdig
is aan de buitenwand van het apparaat.
Is dat niet het geval, doe dan het vol
gende.
^
Draai de beide voorgemonteerde
hefstangetjes a er dan met de bijge
voegde inbussleutel in totdat de be
vestigingsplaat c de juiste hoek heeft.
-
-
-
De deurscharnieren verwisselen
Draai alle vier de schroeven b stevig
^
aan.
Schuif het zijgedeelte van de deur
^
greep d vanaf de kant van het appa
raat in de geleiding van de bevesti
gingsplaat totdat het hoorbaar vast
klikt.
Let er beslist op dat het zijgedeelte
van de deurgreep d niet tegen de
deurdichting aankomt, wanneer de
deur opengaat.
Gebeurt dat wel, dan raakt de deur
dichting op den duur beschadigd.
Als dat het geval is, doe dan het volgende.
^ Stel de bevestigingsplaat c nog-
maals via de hefstangetjes a, totdat
de bevestigingsplaat en het
zijgedeelte van de deurgreep d de
juiste hoek hebben en het zijgedeelte
van de deurgreep niet tegen de deurdichting aankomt wanneer de deur
opengaat.
-
-
-
-
-
37
Het toestel inbouwen
U kan het toestel in elke keuken inbouwen. Om het toestel aan de hoogte
van de rij kasten aan te passen, kan u
erboven een opzetkast a aanbrengen.
Blokkeer nooit de ventilatieope
ningen. Maak ze geregeld stofvrij.
In geval van montage tussen stan
daard-keukenkasten van maximum
580 mm diep kan u het toestel vlak
naast die keukenkast opstellen. Zo kan
de toesteldeur makkelijk open en dicht.
De toesteldeur b komt opzij 34 mm en
in het midden 51 mm naar voren ten
opzichte van de voorzijde van de keu
kenkasten.
Stelt u het toestel langs de scharnier
zijde naast een wand op c, hou dan
tussen die wand c en het toestel b
een afstand van ca. 36 mm. Zo kan u
de deuren met hun handvatten volledig
openzetten.
-
-
-
-
Ventilatie
Daartoe voorziet u aan de achterzijde
van het toestel een minstens 50 mm
diep luchtkanaal over de volledige
breedte van de opzetkast.
Laat tussen kasten en plafond een
spleet van minstens 40 mm. Zo kan de
warme lucht ongehinderd wegtrekken.
Anders moet de compressor meer
draaien en verhoogt het stroomver
bruik.
38
-
39
Wijzigingen voorbehouden / 4304
KD 6053 S, KD 6253 S, KD 6453 S
M.-Nr. 06 209 880 / 02
nl/BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.