Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
a Knop aan/uit en temperatuurregeling
b Toets voor winterschakeling
c Controlelampje voor winter
schakeling
e Boter- en kaasvak
f Legplaten
g Binnenverlichting
h Eierrekje
i Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
j Fruit- en groentebakken
k Flessenhouder
l Deurrekken
-
d Controlelampje 'Toestel in werking'
m Vriesladen met invrieskalender
n Markeersysteem voor diepvrieswaar
o Afloopplaatje voor dooiwater
4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Hou bij het afdanken van uw oud toe
stel ook rekening met de gelijknamige
rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en het toestel
beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij
zing voor u het toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmer
kingen omtrent het inbouwen, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het toestel. Zo beschermt
u zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel achteraf gebruikt.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
huishouden. Het dient enerzijds om
levensmiddelen te koelen en te bewaren, anderszijds om diepvrieswaar te
bewaren, verse levensmiddelen in te
vriezen en consumptie-ijs te bereiden.
Alle andere toepassingen zijn ongeoor
loofd en misschien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend werd.
-
-
-
-
-
-
-
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan R600a. Dat is een na
tuurlijk gas dat heel weinig milieubelas
tend is. Het is evenwel brandbaar. Het
brengt echter geen schade toe aan de
ozonlaag. Het vergroot evenmin het
broeikaseffect.
Door dit milieuvriendelijk koelmiddel toe
te passen maakt het toestel wel iets
meer lawaai. Naast het geluid dat de
compressor maakt, kan er in heel het
koelcircuit lawaai optreden. Deze ge
volgen zijn jammer genoeg niet te ver
mijden. Ze beïnvloeden echter niet het
vermogen van het toestel.
Bij het transport en opstellen van het
toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcircuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken!
Is er toch schade opgetreden,
- vermijd dan open vuur of vonken,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten
- en verwittig de Technische Dienst.
Hoe meer koelmiddel het toestel
bevat, hoe groter het vertrek moet
zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt
er eventueel een lek op, dan kan er in
te kleine vertrekken een brandbaar
gas-luchtmengsel worden gevormd.
Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
minstens 1 m
koelmiddel het toestel bevat, vindt u op
het typeplaatje aan de binnenzijde.
3
ruim te zijn. Hoeveel
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vergelijk voor het aansluiten van
het toestel beslist de aansluitgege
vens op het typeplaatje met de gege
vens van uw huisinstallatie. Het gaat
hier over de spanning en de frequentie.
Deze gegevens moeten absoluut over
eenstemmen om schade aan uw toestel
te vermijden. Vraag bij twijfel inlich
tingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardsysteem is aan
gesloten, dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belang
rijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman
nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elektrische schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
indien u het volgens de gebruiks
aanwijzing monteert en aansluit.
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
Installatiewerk en herstellingen
mag u enkel door erkende vak
mensen laten uitvoeren. Door ondes
kundige installaties of reparaties kun
nen er niet te onderschatten risico’s op
duiken voor wie het toestel gebruikt.
Daarvoor is de fabrikant niet aanspra
kelijk.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Het toestel is pas stroomloos in
-
dien aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
u hebt de stekker van het toestel uit
–
het stopcontact getrokken.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker om het toestel stroomloos te
maken.
u hebt de smeltveiligheden van de
–
huisinstallatie uitgeschakeld.
Gebruik om het toestel op het
stroomnet aan te sluiten, geen ver
lengsnoeren. Die waarborgen niet de
nodige veiligheid. Er is risico op over
verhitting.
Gebruik
Raak de diepvrieswaar niet met
natte handen aan. Uw handen kunnen eraan vastvriezen. U kan kwetsuren
oplopen!
Steek ijsblokjes en frisco’s, vooral
ijslolly’s, nooit meteen in de mond
nadat u die uit de diepvriezer hebt ge
nomen. Door de zeer lage temperatuur
-
kunnen uw lippen of uw tong vastvrie
zen. U kan letsels oplopen!
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug
in. Verbruik die zo vlug mogelijk.
De levensmiddelen boeten immers aan
voedingswaarde in en bederven. Zo u
ze kookt of braadt, kan u die levens
middelen opnieuw invriezen.
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bewaar in uw toestel geen explo
sieve stoffen noch producten met
brandbaar drijfgas (bv. spraybussen).
Zodra de thermostaat wordt ingescha
keld, kunnen er dan vonken ontstaan.
Die kunnen bepaalde brandbare men
gelingen doen ontploffen.
Alcohol met hoog gehalte mag u
enkel goed afgesloten en rechtop
in het toestel bewaren. Er is anders ex
plosiegevaar!
Bewaar in uw diepvriezer geen
blikjes of flessen met koolzuurhou
dende drank of met vloeistof die kan
bevriezen. De blikjes of flessen kunnen
stukspringen. U kan letsels oplopen en
er is risico van schade!
Neem flessen die u in de diepvrie-
zer legt om snel te koelen, uiterlijk
na een uur weer uit. De flessen kunnen
stukspringen. Er is risico van lichamelijk
letsel en schade!
Zo u te lang bewaarde levensmid-
delen eet, loopt u het risico van
voedselvergiftiging.
De bewaarduur hangt van heel wat fac
toren af. Onder meer van de mate
waarin de levensmiddelen vers en de
gelijk zijn, maar ook van de
bewaartemperatuur. Hou de bewaartips
en de opgegeven bewaarduur van de
voedselfabrikanten in acht!
Gebruik geen spitse noch scherpe
voorwerpen om
–
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
aangevroren ijsblokjesschalen en
diepvrieswaar los te maken.
Zo beschadigt u de vriesplaten en raakt
het toestel volledig defect.
-
-
-
-
-
-
Zet nooit elektrische verwarmings
apparaten en kaarsen in het toe
stel. Anders loopt de kunststof schade
op.
Gebruik nooit ontdooisprays of
ijsverwijderende middelen. Die
kunnen explosieve gassen vormen, die
oplosmiddel of drijfgas bevatten of uw
gezondheid kunnen schaden.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt die op de
duur poreus.
Bewaar tafelolie liever niet in de
deur van de koelkast. Eventueel
gemorste olie kan op de duur scheurtjes veroorzaken in de kunststof.
Dek de ventilatieroosters van het
toestel niet af. Anders is er geen
onberispelijke luchttoevoer meer gewaarborgd. Het stroomverbruik stijgt en
er kan schade optreden aan bepaalde
onderdelen.
Dit toestel is geschikt voor een be-
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tempe
ratuur dient binnen zekere grenzen te
blijven. De klimaatklasse vindt u terug
op het typeplaatje binnen in het toestel.
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daar
door kan het toestel de noodzakelijke
temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooien
en schoon te maken in geen geval
een hogedrukreiniger.
De vloeistof kan onderdelen aanraken,
die onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden.
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Uw oud toestel afdanken
Verniel het slot van uw oude koel
kast of diepvriezer wanneer u die
buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat
spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten en in levensgevaar komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van
het koelcircuit beschadigt, b.v.
door:
de koelmiddelkanaaltjes van de ver
–
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan oogletsels
tot gevolg hebben.
-
-
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen niet in acht werden
genomen.
9
Hoe spaart u stroom?
normaal stroomverbruikhoger stroomverbruik
Opstellenin een geventileerd vertrekin een gesloten, niet te ventileren
niet rechtstreeks door de zon
beschenen
niet naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een ideale omgevingstempera
tuur van ca. 20 °C
Temperatuurinstelling
thermostaat met getallen
(regeling in stappen)
Temperatuurinstelling
thermostaat "tot op de
graad nauwkeurig"
(digitale aanduiding)
Gebruikdoe de toesteldeur enkel even
Ontdooienlaat het vriesvak ontdooien als de
bij een gemiddelde stand van de
knop van 2 tot 3.
keldervak van 8 tot 12 °C
koelvak van 4 tot 5 °C
0 °-zone om en bij de 0 °C
vriesvak -18 °C
open als dat nodig is
de levensmiddelen goed sorteren
voor u ze in het toestel plaatst
warme spijs en drank eerst buiten
het toestel laten afkoelen
zet de levensmiddelen degelijk
verpakt of goed afgedekt in het
toestel
leg diepvrieswaar om te ontdooien
in de koelruimte
leg of zet niet te veel levensmid
delen in de zones of vakken; zo
kan de lucht circuleren
ijslaag een paar centimeter dik is
geworden
vertrek
wel rechtstreeks door de zon
beschenen
wel naast een warmtebron (radia
tor, fornius)
bij een hoge omgevingstempera
tuur
bij een hoge stand van de knop:
hoe lager de temperatuur in het
toestel, hoe hoger het stroomver
bruik!
Let op! Bij toestellen met winter
schakeling zet u de schakelaar bij
omgevingstemperaturen hoger
dan 16 °C uit!
als u de toesteldeur vaak en lang
openzet = koudeverlies
wanorde = lang zoeken zodat de
toesteldeur lang open blijft
warme spijzen in het toestel doen
de compressor langer draaien om
de temperatuur te doen zakken
als vloeistof in de koelruimte ver
dampt en condenseert, veroor
zaakt dat koudeverlies
-
door een ijslaag wordt de koude
slechter aan de levensmiddelen
afgegeven en stijgt het stroomver
bruik
-
-
-
-
-
-
-
10
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa
ter voor en wrijf daarna alles met een
doek droog.
Laat het toestel na het transport
zowat een (half) uur staan voor u het
aansluit. Dat is van groot belang
voor de goede werking achteraf!
Het toestel inschakelen
^ Draai de knop aan/uit met een geld-
stuk naar rechts van de stand '0'
weg.
Deze knop mag u enkel tot aan de
aanslag draaien. Draai vandaar
weer terug. Anders maakt u de knop
stuk.
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
-
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
laat de vrieszone ontdooien,
^
maak het toestel schoon,
^
laat de toesteldeuren op een kier om
^
reukhinder tegen te gaan.
Werd het toestel bij langdurige afwe
zigheid uitgeschakeld, maar niet
schoongemaakt? In zo'n geval is er
risico op schimmelvorming zo de
toesteldeuren gesloten blijven.
-
Het toestel begint te koelen en het licht
in de koelruimte gaat aan telkens als de
toesteldeur opengaat.
Het toestel uitschakelen
^
Draai de knop aan/uit met een geld
stuk naar links in de stand '0'.
De koeling en de verlichting worden uit
geschakeld.
-
-
11
De juiste temperatuur
Voor het bewaren van levensmiddelen
is het van groot belang de juiste tempe
ratuur in te stellen. Door micro-organis
men bederft eetwaar namelijk gauw.
Door een juiste bewaartemperatuur kan
dat proces evenwel worden vermeden
of vertraagd. De temperatuur heeft in
vloed op de snelheid waarmee de mi
cro-organismen aangroeien. Hoe lager
de temperatuur, hoe trager dat proces.
De temperatur in het toestel loopt op
naarmate
u de toesteldeur vaker opent en lan
–
ger laat openstaan,
– u meer eetwaar in het toestel be-
waart,
– de vers geplaatste eetwaar warm is,
– de omgevingstemperatuur rond het
toestel hoger ligt.
Dit toestel is geschikt voor een be-
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tem-
peratuur dient binnen zekere gren-
zen te blijven.
-
-
. . . in de koelkast
Wij bevelen een koeltemperatuur van
5 °C in het midden van het toestel aan.
gewone bad- en andere huisthermo
–
meters meten gewoonlijk heel on
-
-
-
nauwkeurig. Gebruik bij voorkeur een
elektronisch meettoestel.
Meet niet de luchttemperatuur in het
–
toestel. Daarmee weet u nog niets
over de temperatuur in de levens
middelen.
Tijdens het meten doet u de koelkast
deur zo weinig mogelijk open. Anders
stroomt er telkens warme lucht naar
binnen.
. . . in de vrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en eetwaar lange tijd te bewaren, is er
een temperatuur van -18 °C nodig. Bij
deze temperatuur wordt de aangroei
van micro-organismen verregaand
stopgezet. Zodra de temperatuur boven de -10 °C stijgt, wordt de diepvrieswaar door de micro-organismen aangetast en kan die niet meer zo lang worden bewaard. Daarom mag u gedeeltelijk of volledig ontdooide spijzen pas
weer invriezen nadat u ze gekookt of
gebraden hebt. Door de hoge tempera
tuur worden de meeste micro-organis
men immers vernietigd.
-
-
-
-
-
-
Wenst u de koeltemperatuur eens te
controleren?
^
Zet een glas water met een thermo
meter erin in het midden van het toe
stel.
Na ca. 24 uur kan u de - bij benadering
gemeten - koeltemperatuur in uw toe
stel aflezen.
Neem het volgende in acht:
12
-
-
-
De temperatuur instellen
De temperatuur kan u instellen met de
temperatuurregelknop.
Draai de temperatuurregelknop met
^
een geldstuk naar rechts in een be
paalde stand.
Draai deze knop enkel tot aan de
aanslag. Draai vandaar weer terug.
Anders maakt u de knop stuk.
Hoe hoger de stand, hoe lager de temperatuur in het toestel.
Aanbevolen wordt een gemiddelde
stand.
-
De juiste temperatuur
Temperatuuraanduiding
(naar gelang van het model)
Op de binnenzijde van de deur van de
vrieszone wordt een van de drie tempe
ratuurzones in kleur aangeduid:
Groen = de temperatuur in de
vrieszone komt zowat overeen met de
aanbevolen -18 °C. De temperatuurre
gelknop staat in de juiste stand!
Geel = de temperatuur in de vrieszone
ligt hoger dan -21 °C. Er wordt stroom
verspild. Zet de temperatuurregelknop
in een lagere stand!
Rood = de temperatuur in de vrieszone
is niet laag genoeg. Zet de tempera
tuurregelknop in een hogere stand.
-
-
-
13
De winterschakeling gebruiken
Bij lage kamertemperaturen onder of
gelijk aan 18 °C kan het in de
vrieszone te warm worden. De com
pressor slaat namelijk minder vaak aan
omdat de kamertemperatuur laag ligt.
Het is mogelijk dat de diepvrieswaar
gaat ontdooien. Met de winterschake
ling kan dit worden tegengegaan.
De winterschakeling aanzetten
^ Druk op de toets voor de winterscha-
keling zodat het controlelampje aangaat.
De compressor wordt nu vaker in
werking gezet. Daardoor zakt de
temperatuur in de vrieszone zodat de
vereiste vriestemperatuur gewaarborgd is.
-
-
De winterschakeling uitzetten
Zodra de kamertemperatuur warmer
is dan 18 °C, dient u de winterschake
ling uit te zetten. Anders verspilt het
toestel stroom. De vrieszone wordt dan
via de temperatuurregelknop voldoen
de gekoeld.
Druk op de toets voor de winterscha
^
keling zodat het controlelampje uit
gaat.
Het toestel koelt nu weer met zijn nor
male vermogen.
-
-
-
-
-
14
Verschillende koudezones
Wegens de natuurlijke luchtcirculatie
komen er in de koelruimte verschillende
temperaturen aan bod. Koude, zware
lucht zakt naar onderen in het toestel.
Benut deze temperatuurverschillen bij
het schikken van levensmiddelen!
De koudste zone in de koelruimte
De koelruimte goed benutten
Bewaar in uw toestel geen explosie
ve stoffen noch producten met
brandbaar drijfgas (bv. spraybus
sen). Explosiegevaar!
Alcohol met hoog gehalte mag u en
kel goed afgesloten en rechtop in
het toestel bewaren.
-
-
-
De koudste zone in de koelruimte be
vindt zich direct boven de groentebak
ken.
Benut deze zone voor al uw delicate en
gauw aan bederf onderhevige levensmiddelen. Enkele voorbeelden:
– vis, vlees en gevogelte,
– worst en kant-en-klaargerechten,
– eier- of roomgerechten en dito ge-
bak,
– vers deeg, taart-, pizza- en
quichedeeg,
–
kaas en andere producten van rauwe
melk,
–
in folie verpakte kant-en-klare groen
ten en alle verse levensmiddelen
waarvan de minimumbewaarduur
een bewaartemperatuur van min
stens 4 °C vergt.
De warmste zone in de koelruimte
-
-
Bewaar tafelolie liever niet in de
-
deur van de koelkast. Eventueel ge
morste olie kan op de duur scheur
tjes veroorzaken in de kunststof.
Laat de eetwaar de rugwand van het
toestel niet raken. Anders kan die eraan vriezen.
Levensmiddelen die niet
geschikt zijn om te koelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koelkast te worden bewaard.
Dat is onder meer het geval voor:
–
groente en fruit dat gevoelig is voor
koude. Bv. bananen, avocado's,
-
papaja's, passievruchten, aubergi
nes, paprika's, tomaten en augurken.
–
fruit dat nog moet narijpen.
–
aardappelen.
–
harde kaas (parmezaan)
-
-
-
De warmste zone vindt u helemaal bo
ven aan de deur. Gebruik deze zone
om boter te bewaren, die smeerbaar
moet blijven. U kan daar ook kaas leg
gen zodat het aroma wordt bewaard.
-
-
15
De koelruimte goed benutten
De levensmiddelen juist
bewaren
Bewaar de levensmiddelen enkel ver
pakt en goed gesloten. Daarmee ver
mijdt u dat ze geur van de eetwaar er
naast opnemen, dat ze uitdrogen en
eventueel aanwezige bacteriën over
dragen. Als u de temperatuur juist in
stelt en hygiënisch te werk gaat, wordt
de toename van bacteriën, als bv. sal
monella, vertraagd.
Groente en fruit
Groente en fruit kan u onverpakt in de
groentebakken bewaren. Denk erom
dat sommige groentesoorten een natuurlijk gas afscheiden, dat verouderingsprocessen versnelt. Sommige fruiten groentesoorten reageren op dit natuurlijk gas heel gevoelig. Daarom mag
u niet om het even welke fruit- en
groentesoort samen in dezelfde bak
bewaren.
Voorbeelden voor fruit dat veel na
tuurlijk gas afgeeft:
-
-
-
-
-
-
-
appels, aprikozen, peren, nectarines,
perziken, pruimen, avocado's en vijgen.
Voorbeelden van groente die erg ge
voelig reageert op natuurlijk gas af
komstig van andere groente en van
fruit:
De legplaten kan u volgens de hoogte
van de recipiënten verplaatsen.
Trek de plaat tot aan de aanslag naar
^
voren en til ze vooraan op om ze uit
te nemen.
Zet de legplaat er met de achterste
^
opstaande rand naar boven toe op
de gewenste plaats weer in.
Die opstaande rand dient naar boven
te wijzen opdat de eetwaar de rug
wand niet aanraakt noch eraan vast
vriest.
Legplaat in 2 delen
Om hoge recipiënten en flessen te
plaatsen, is er een legplaat in 2 delen.
^ Til het voorste halve deel vooraan
lichtjes op. Schuif het voorzichtig onder het achterste halve deel.
Deur- en flessenrekken ver
plaatsen
Schuif het rek naar boven toe en
^
neem het er naar voren uit.
Zet het rek er naar believen weer er
^
gens in. Druk het juist en stevig op
de nokken.
De flessenhouder verschuiven
De flessenhouder kan u naar links of
rechts verschuiven. Daardoor hebben
de flessen bij het openen en sluiten van
de toesteldeur meer houvast.
-
-
17
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Maximum-invriesvermogen
Om levensmiddelen zo gauw mogelijk
tot in de kern te laten invriezen, mag
het maximum-invriesvermogen niet
overschreden worden. Hoeveel dat be
draagt, vindt u op het typeplaatje:
'invriesvermogen ... kg / 24 uur'.
Diepvrieswaar bewaren
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het
toestel legt, controleer dan reeds bij de
aanschaf
of de verpakking niet beschadigd is,
–
– tot wanneer het product houdbaar is
– en hoe laag de koeltemperatuur in
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan
-18 °C, dan is de diepvrieswaar niet
zo lang houdbaar.
^ Koop uw diepvrieswaar op het einde
van uw boodschappen. Bewaar hem
in krantenpapier of een koeltas.
^
Leg de gekochte diepvrieswaar met
een in uw toestel.
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan u die le
vensmiddelen opnieuw invriezen.
-
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik enkel verse en onberispelijke
levensmiddelen om in te vriezen!
-
Hou hiermee rekening bij het
invriezen:
Zijn geschikt om in te vriezen:
–
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groente, kruiden, rauw fruit, zuivel,
gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en
heel wat kant- en klaargerechten.
Niet geschikt om in te vriezen:
–
druiven, kropsla, radijsjes, ramme
nas, zure room, mayonaise, eieren in
hun schaal, uien, ongeschilde rauwe
appelen en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitami-
nen C te bewaren, dient u fruit en
groente voor het invriezen te blancheren. Doe de groente per portie 2
à 3 minuten in kokend water. Daarna
uitnemen en vlug in koud water af-
-
-
koelen. Laat de groente uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet. Het kan trouwens
veel langer worden bewaard.
–
Leg tussen koteletten, biefstuk,
vleeslapjes e.d. telkens plastic folie.
Zo vermijdt u dat porties aaneenvrie
zen.
-
-
18
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groente mag u voor het in
vriezen niet kruiden of zouten. Klaar
gemaakte spijzen kruidt of zout u
maar lichtjes. Sommige kruiden ver
anderen immers van smaakintensiteit
bij het invriezen.
-
-
-
-
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Laat warme spijs en drank eerst bui
–
ten het toestel afkoelen. Anders
wordt reeds ingevroren eetwaar even
ontdooid. Dit leidt bovendien tot een
hoger stroomverbruik.
Verpakken
Vries de levensmiddelen per portie
^
in.
Geschikte verpakking
– kunststoffolie
– zakjes van polyethyleen
– aluminiumfolie
– diepvriesdozen
^ Druk de lucht uit de verpakking.
^ Sluit de verpakking af met
– elastiekjes,
– kunststofklemmen,
– touwtjes of
– koudebestendige plakband.
Voor u de diepvrieswaar schikt
Zet de temperatuurregelknop zowat
^
24 uur op voorhand op een gemid
delde tot hoge stand.
Druk op de toets voor de winterscha
^
keling tot het controlelampje aangaat.
De temperatuur in de vrieszone daalt.
Daardoor krijgt de reeds bewaarde
diepvrieswaar wat koudereserve.
Diepvrieswaar schikken
U kan overal in de diepvriezer levens
middelen laten invriezen, maar bij voor
keur in de bovenste vrieslade. Grotere
pakjes legt u rechtstreeks op de vriesplaten. Daar worden ze heel gauw en
behoedzaam ingevroren. Neem daartoe een of verschillende vriesladen uit.
In de luchtspleet tussen de bovenwand van de vriesruimte en de bovenste vriesplaat mag u in geen geval diepvrieswaar plaatsen, zelfs niet
in vlakke verpakkingen. Die vrije
ruimte is van belang voor een onbe
rispelijke luchtcirculatie en dus ook
voor een degelijke werking van het
toestel.
-
-
-
-
-
Polyethyleen zakjes kan u ook met
een lastoestel dichtmaken.
^
Plak op de verpakking een etiket met
inhoud en invriesdatum erop.
Elke vrieslade en vriesplaat kan
hoogstens 25 kg dragen!
^
Leg de levensmiddelen op hun brede
zijde op de bodem van de vrieslade
of op de vriesplaat, opdat ze zo vlug
mogelijk tot in de kern bevroren gera
ken.
^
Leg de pakjes er droog in. Anders
vriezen ze aan elkaar.
-
19
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Levensmiddelen die u er pas inlegt,
mogen niet in aanraking komen met
reeds ingevroren eetwaar. Anders
gaat die lichtjes ontdooien.
Zowat 24 uur na het plaatsen is de
^
verse eetwaar helemaal bevroren.
Draai de temperatuurregelknop dan
weer op de gewenste stand. Schakel
ook de winterschakeling uit zo de ka
mertemperatuur boven de 18 °C ligt.
Invrieskalender
Op de invrieskalender op de vrieslade
ziet u hoe lang u verschillende soorten
vers ingevroren eetwaar kan bewaren.
Bij gekochte diepvrieswaar vindt u de
bewaarduur op de verpakking terug.
Markering diepvrieswaar
Om u eraan te herinneren hoelang u de
diepvrieswaar mag bewaren, is het toestel van een markeersysteem voorzien.
Bij elke vrieslade horen twee ruitertjes
met een wieltje. Op dat wieltje zijn de
maanden aangegeven van 1 tot 12.
Met het ruitertje duidt u de soort eet
waar aan. Met het wieltje de maand
waarin u de eetwaar invroor.
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
in uw microgolfoven,
–
in uw oven met de verwarmingssoort
–
'Hete lucht' of 'Ontdooien',
op kamertemperatuur,
–
in uw koelkast.
–
Platte stukken vlees en vis kan u in
een hete pan doen zodra ze lichtjes
ontdooid zijn.
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel
in de verpakking als in een schotel met
deksel ontdooien.
Ingevroren groente kan u in kokend
water doen of in heet vet stoven. De
kooktijd valt dan wat korter uit dan bij
verse groente.
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan dat wel.
-
-
^
Schuif het ruitertje van aan de rand
van de lade over de rail.
20
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
IJsblokjes maken
Druk de sluitbout naar onder en vul
^
de ijsblokjesschaal met water. Het
overtollige water loopt via de afvoer
opening over.
Druk de sluitbout nu naar boven om
^
het schaaltje af te sluiten. Zet het
schaaltje op de bodem van de
vrieszone.
^ Gebruik om de vastgevroren ijsblok-
jesschaal los te maken een stomp
voorwerp, b.v. een lepelsteel.
^ De ijsblokjes komen vlotter los uit de
schaal als u aan de schaal wringt of
ze even onder stromend water houdt.
Drank snel koelen
Als u flessen met drank snel koelt, haal
die dan uiterlijk na 1 uur weer uit de
vrieslade. Anders springen ze stuk!
Het vriestablet gebruiken
(naar gelang van het model)
Op het vriestablet kan u bessen,
kruiden, groente en andere kleine le
vensmiddelen behoedzaam invriezen.
De diepvrieswaar behoudt grotendeels
zijn vorm. De afzonderlijke stukken vrie
zen ook niet aaneen.
-
^ Leg de in te vriezen levensmiddelen
losjes op het vriestablet.
^ Haak het vriestablet in een van de
bovenste vriesladen.
Laat de diepvrieswaar 10 à 12 uur
doorvriezen. Doe hem dan in een diepvrieszakje of -recipiënt en leg die daarna in een van de vriesladen.
-
-
21
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Koude-accu
(naar gelang van het model)
Hiermee vermijdt u dat de temperatuur
in de diepvriezer bij een stroomonder
breking te snel stijgt.
Leg de koude-accu in de bovenste
lade direct op de diepvrieswaar. Ofwel
op het vriestablet. Na ca. 24 uur le
veren de accus hun maximum-koelve
rmogen.
Bij een stroomonderbreking legt u de
koude-accu direct op de diepvrieswaar
in de bovenste vrieslade. Zo duurt de
bewaartijd het langst.
Als u verse levensmiddelen plaatst, benut dan de koude-accu als scheiding
tussen reeds ingevroren en verse levensmiddelen. Zo gaat de diepvrieswaar niet lichtjes ontdooien.
-
-
-
In een koelbox houden koude-accu's
spijs en drank voor korte tijd koel.
22
Ontdooien
Koelzone
Terwijl de compressor draait, kunnen er
zich tegen de rugwand van de koelzo
ne rijm en waterdruppels vormen. Die
hoeft u niet te verwijderen. De koelzone
ontdooit immers automatisch.
Het dooiwater loopt via een geultje en
een afvoerbuisje naar de verdamper
aan de achterzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan wegvloeien. Hou
het afvoergeultje en -buisje proper.
-
Vrieszone
De vrieszone ontdooit niet automatisch.
De ingevroren levensmiddelen mogen
immers niet ontdooien.
Door het normale gebruik ontstaat er op
de duur rijm en ijs op de vriesplaten.
Daardoor verslecht de koudeafgifte en
verhoogt het stroomverbruik.
Voor u het toestel ontdooit
Zet ca. 4 uur voor het ontdooien de
^
winterschakeling aan. Zo krijgt de
diepvrieswaar wat koudereserve en
kan die wat langer op kamertempera
tuur worden bewaard.
Neem de diepvrieswaar uit en leg de
^
koude-accu erop. Wikkel de diep
vrieswaar in verschillende lagen
krantenpapier of dekens. Bewaar ze
op een koele plaats tot het toestel
weer klaar is voor gebruik.
Neem alle vriesladen uit het toestel.
^
Om te ontdooien
Ga bij het ontdooien vlug te werk.
Hoe langer de diepvrieswaar op kamertemperatuur blijft liggen, hoe
korter de bewaarduur ervan wordt.
^ Schakel de vrieszone uit met de knop
aan/uit.
-
-
Krab de rijm- of ijslaag niet weg. U
kan anders de vriesplaten bescha
digen. Dan werkt uw toestel niet
meer.
Ontdooi het toestel zo nu en dan. Zo er
reeds een ca. 5 mm dikke ijslaag werd
gevormd, dient u dat zeker te doen.
Kies een tijdstip waarop er weinig of
geen diepvrieswaar in het toestel ligt.
-
^
Laat de deur van de vrieszone open.
^
Klap het afloopvlakje voor het dooi
water open.
-
23
Ontdooien
Zet een schaal of kom voor het toe
^
stel. Laat het dooiwater daarin lopen.
Let erop dat de recipiënt niet over
loopt.
Om het ontdooien te versnellen: zet
twee kommetjes heet (geen kokend)
water op een onderzetter in het toestel.
Zet nooit elektrische verwarmingsapparaten noch kaarsen in het toestel. Anders wordt de kunststof beschadigd.
-
-
Na het ontdooien
Neem het resterende dooiwater in de
^
vrieszone meermaals met een doek
of spons op.
Maak de vrieszone schoon en droog.
^
Klap het afloopplaatje weer dicht.
^
Sluit de deur van de vrieszone en
^
schakel de vrieszone in.
Zet de winterschakeling aan opdat
^
het vlug koud wordt in de vrieszone.
Het controlelampje gaat aan.
Schuif de vriesladen met de diep
^
vrieswaar erin weer in het toestel.
Wacht evenwel tot de temperatuur in
de vrieszone laag genoeg gezakt is.
^ Zet de winterschakeling weer uit.
Het controlelampje gaat uit.
-
Gebruik geen ontdooisprays noch
ijsverwijderende middelen. Die kun
nen explosieve gassen vormen,
maar ook oplosmiddel of drijfgas be
vatten, dat de kunststof aantast of
schadelijk is voor de gezondheid.
24
-
-
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
'schuurmiddelvrije' schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht
komt in de elektronische bediening,
verlichting en ventilatieroosters.
Door het afvoergaatje van het dooi
water mag u geen sop laten lopen.
Gebruik nooit stoomreinigers. De
stoom kan toestelonderdelen aanraken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
Voor het schoonmaken
^
Schakel het toestel uit door de knop
aan/uit op '0' te draaien.
^
Neem de eetwaar uit het toestel en
bewaar die op een koele plaats.
^
Laat de vrieszone ontdooien.
^
Neem alle onderdelen die u kan uit
nemen, uit om ze schoon te maken.
Schoonmaken
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het
best lauw water met wat afwasmiddel.
Was alle onderdelen met de hand af,
niet in de vaatwasser. Het botervlootje
kan u wel in de afwasautomaat zetten.
-
-
-
Maak de koelzone minstens eens per
^
maand schoon. De vrieszone telkens
na het ontdooien.
Maak het geultje voor het dooiwater
^
alsook het afvoerbuisje vaker schoon
met een staafje. Zo kan het dooiwater
steeds ongehinderd weglopen.
^ Spoel de buitenwanden, binnenruim-
ten en het toebehoren daarna met
helder water af. Wrijf alles met een
doek droog. Laat de toesteldeuren
even openstaan.
Ventilatieroosters
^ Maak de ventilatieroosters geregeld
met een kwast of stofzuiger schoon.
Hoe meer stof erop ligt, hoe meer
stroom het toestel verbruikt.
Deurdichtingen
Behandel de deurdichtingen nooit
met olie of vet. Die worden anders
na verloop van tijd poreus.
^
Maak de deurdichtingen geregeld
met helder water schoon. Wrijf ze
nadien met een doek goed droog.
25
Schoonmaken
Achterzijde - metalen rooster
Stof het metalen rooster op de rugzij
^
de van het toestel (warmtewisselaar)
minstens eens per jaar af. Hoe meer
stof, hoe hoger het stroomverbruik!
Zorg er bij het schoonmaken van het
metalen rooster voor dat u geen
snoeren of andere onderdelen af
trekt, knikt of beschadigt.
Na het schoonmaken
Plaats alle onderdelen weer in de
^
koelzone.
^ Leg de levensmiddelen in de koelzo-
ne, sluit de toesteldeuren en schakel
het toestel in.
^ Zet de winterschakeling aan. Dan
wordt het vlug koud in de vrieszone.
Het controlelampje gaat aan.
-
-
^ Schuif de vriesladen met de diep-
vrieswaar erin weer in de vrieszone
zodra de temperatuur daar laag genoeg is gedaald.
^
Zet de winterschakeling weer uit. Het
controlelampje gaat uit.
26
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mogen enkel en alleen door
een vakman worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kun
nen er ernstige risico's opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. . . het toestel niet koelt?
^ Zie na of de temperatuurregelknop
op een andere stand staat als '0'.
^ Zit de stekker van het toestel wel ste-
vig in het stopcontact?
-
-
Wat gedaan als ...?
koelzone automatisch. Daarom vriest
u bij voorkeur nooit meer dan 2 kg
eetwaar tegelijkertijd in.
U heeft misschien vergeten de win
^
terschakeling uit te zetten.
. . . de compressor vaker en langer in
geschakeld wordt?
Zijn de ventilatieroosters niet geblok
^
keerd of zitten ze niet onder het stof?
Zit het metalen rooster (warmtewisse
^
laar) op de rugzijde van het toestel
niet onder het stof?
^ De toesteldeur en de deur van de
vrieszone werden vaak geopend.
Ofwel werd heel wat verse eetwaar
ingevroren.
-
-
-
-
^ Zijn de smeltstoppen van uw huisin-
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het
geval is, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
. . . u de deur van de vrieszone niet
meermaals na mekaar kan openen?
Dit is geen storing. Door het zuigeffect
kan u deze deur pas na enige tijd zon
der moeite openmaken.
. . . de temperatuur in de koelzone te
koud is?
^
Zet de temperatuurregelknop op een
kleiner getal.
^
Is de deur van de vrieszone wel goed
dicht?
^
Werd er een grote hoeveelheid eet
waar tegelijk ingevroren?
Daar de compressor dan heel lang
draait, zakt de temperatuur in de
^ Kunnen de toesteldeuren wel goed
dicht?
^ Kijk eens na of er in de vrieszone
geen dikke laag rijm zit. Is dat zo,
laat de zone dan ontdooien.
. . . de diepvrieswaar ontdooit omdat
het in de vrieszone te warm is?
-
^
Is de kamertemperatuur waarvoor uw
toestel voorzien is, niet onder die op
gegeven temperatuur gezakt?
Verhoog de kamertemperatuur of zet
de winterschakeling aan.
De compressor springt niet zo vaak in
gang indien de kamertemperatuur te
laag is. Dan kan het in de vrieszone ook
te warm worden.
-
-
27
Wat gedaan als ...?
. . . de diepvrieswaar vastgevroren
is?
Maak de diepvrieswaar los met een
stomp voorwerp, bv. een lepelsteel.
. . . er zich in de vrieszone een dikke
ijslaag gevormd heeft?
Kan de deur van de vrieszone goed
^
dicht?
Ontdooi het toestel en maak het
^
schoon.
Dikke lagen ijs beperken het koelver
mogen. Dan stijgt ook het stroomver
bruik.
. . . de binnenverlichting in de koelzone niet meer werkt?
^ Staat de temperatuurregelknop op
een andere stand dan '0'?
Zo ja, dan is het lampje defect:
^ Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de overeenkomstige smelt-
stoppen uit.
-
-
Draai de nieuwe lamp in. Zorg ervoor
^
dat de dichting goed zit.
Haak het lampdeksel achteraan en
^
opzij weer in.
. . . de bodem van de koelzone nat is?
Het afvoergaatje voor het dooiwater is
verstopt.
^ Maak het afvoergeultje en -buisje
voor het dooiwater schoon.
Kan u de storing aan de hand van
deze aanwijzingen niet ongedaan
maken, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
^
Druk het lampdeksel samen zodat
het los raakt. Haak het achteraan uit.
^
Draai het lampje uit en vervang het.
Gegevens:
220 – 240 V, max. 25 W, fitting E 14
28
Maak de toesteldeuren bij voorkeur
niet open tot de storing werd verhol
pen. Zo beperkt u koudeverlies.
-
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel met behulp van
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
een waterpas. Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets
onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
29
Technische dienst
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
30
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
Elektrische aansluiting
-
Dient het aansluitsnoer te worden vervangen, dan mag dat enkel worden uitgevoerd door een erkend elektricien.
31
Opstellen
Zet boven op het toestel geen appa
raten die warmte afgeven, bv.
broodroosters of microgolfovens. Er
wordt dan meer stroom verbruikt!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats vlak naast een fornuis,
een radiator of bij een venster vlak in
de zon. Hoe hoger de kamertempera
tuur oploopt, hoe langer de compressor
draait en hoe meer stroom er wordt ver
bruikt. Geschikt is een droog, degelijk
geventileerd vertrek.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van
omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te blijven. De klimaatklasse vindt u terug op
het typeplaatje binnen in het toestel.
-
-
Transportbeveiliging van het
deurhandvat
Als u de toesteldeur voor het eerst
opent, hoort u een knak. Dat betekent
dat de handgreep van de transport- in
de gebruiksstand valt. Nu staat het
handvat wat verder van het toestel weg
als tevoren.
Het toestel opstellen
Verwijder eerst de snoerhouder van
^
de achterzijde van het toestel.
Zie na of alle onderdelen aan de ach
^
terzijde van het toestel vrij kunnen
bewegen. Buig ze eventueel voorzichtig van mekaar weg.
^ Schuif het toestel voorzichtig op de
daartoe voorziene plaats.
Het toestel waterpas zetten
-
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
Lagere kamertemperaturen doen de
compressor langer stilstaan. Dat kan de
temperatuur in het toestel doen stijgen.
Zo kan diepvrieswaar zelfs eventueel
lichtjes gaan ontdooien.
Ventilatie
Tegen de rugzijde van het toestel wordt
de lucht verwarmd. Daarom mag u de
ventilatieroosters niet afdekken. Dan
blijft een onberispelijke ventilatie ge
waarborgd.
Stof de ventilatieroosters ook geregeld af.
32
-
^
Zet het toestel aan de verstelbare
voetjes stevig waterpas. Gebruik
daartoe de bijgeleverde dopsleutel.
De deurscharnieren verwisselen
Uw toestel wordt geleverd met schar
nieren aan de rechterkant. Moeten de
deuren naar links opengaan, dan kan u
de scharnieren van kant verwisselen.
Maak de onderste toesteldeur open.
^
^ Druk de sokkelplint a er met een
schroevendraaier uit en zwenk die
langs voren weg.
^
Druk het afdekplaatje b er met de
schroevendraaier uit. Doe de toestel
deur nu dicht.
^
Draai de schroef c uit.
^
Trek het scharnier d er met de
scharnierbout e langs onder uit,
zwenk het naar voren en neem het af.
^
Zet de onderste toesteldeur open,
kantel ze er langs onderen uit en
neem ze af.
-
^ Zet de bovenste toesteldeur open en
neem ze er langs onderen uit. Let
daarbij op het afstandsschijfje b.
^ Draai de bovenste scharniertap a
met de inbussleutel (deel van de bijgeleverde dopsleutel) uit. Draai de
tap aan de andere zijde van het toestel weer in.
-
^
Vervang het afdekplaatje g in het
midden van het toestel met het
scharnierplaatje d. Daartoe:
de schroeven h uitdraaien, het af
dekplaatje g en het scharnierplaatje
d langs opzij wegtrekken, beide de
len 180° draaien en aan de andere
kant weer opschuiven en vastschroe
ven.
-
-
-
^
Laat de bovenste toesteldeur g dicht
en trek er de scharnierbout f langs
onder uit.
33
De deurscharnieren verwisselen
Trek de scharnierhuls c langs onder
^
uit het scharnierplaatje d en zet die
langs boven weer in het scharnier
plaatje.
Til het afstandstuk f met een
^
schroevendraaier weg en zet dat aan
de andere kant in.
Til de doppen i uit de deurschar
^
nierhulzen en breng die aan de an
dere kant aan.
Druk de afdekstukjes l er vooraan
^
uit en schuif ze langs opzij weg.
Schroef de deurhandgrepen j af en
^
breng ze samen met de doppen k
aan de andere kant aan
^ Schuif de afdekstukjes l erop. Zorg
dat ze goed met een klik op hun
plaats vallen!
^ Haak de bovenste toesteldeur in de
scharnierbout a (let op het
afstandsschijfje b) en doe de toesteldeur dicht.
^
Schuif de middelste scharnierbout e
langs onder door het scharnierplaatje
d in de bovenste toesteldeur.
^
Kijk na of de bovenste deur degelijk
hangt. Verbeter eventueel de positie
via de langwerpige gaatjes in het
scharnierplaatje d.
-
-
-
^ Draai het scharnier b 180°, trek de
scharnierbout a uit en zet er hem
omgekeerd weer in.
^ Monteer beide delen in de scharnier-
steun f. Daartoe schuift u de scharnierbout a door de scharniersteun
f in het scharnier b, zwenkt u het
scharnier naar binnen, schuift u het
omhoog en monteert u het voorlopig
met schroef c.
^
Hang de onderste deur recht ten op
zichte van de ommanteling van het
toestel. Maak daartoe gebruik van
het langwerpige gaatje in de schar
niersteun f. Draai daarna schroef c
vast aan.
-
-
^
Haak de onderste toesteldeur in het
scharnierplaatje d en sluit de deur.
Om de werkwijze wat duidelijker
voor te stellen, is op de volgende af
beelding de onderste toesteldeur
niet dicht.
34
^
Schuif de sokkelplint d er weer op
en duw ze aan tot u een klik hoort.
^
Zet het afdekplaatje e, terwijl de on
-
derste toesteldeur openstaat, voor
aan in de sokkelplint en laat het ach
teraan met een klik op zijn plaats val
len.
-
-
-
-
Het toestel inbouwen
Dit toestel kan u in elke keuken inbouwen. Om het toestel aan de hoogte
van de rij kasten aan te passen, kan u
erboven een opzetkast a aanbrengen.
Ventilatie
Daartoe voorziet u aan de achterzijde
van het toestel een minstens 50 mm
diep luchtkanaal.
Laat tussen kasten en plafond een
spleet van minstens 50 mm. Zo kan de
warme lucht ongehinderd wegtrekken.
Anders moet de compressor meer
draaien en verhoogt het stroomver
bruik.
Blokkeer nooit de ventilatieope
ningen. Maak ze geregeld stofvrij.
-
-
Bij opstelling tussen standaardkeuken
kasten (diepte max. 580 mm) kan u het
toestel vlak naast de keukenkast
plaatsen. De toesteldeur springt dan
opzij 34 mm en in het midden 51 mm
naar voren in vergelijking met de voor
zijde van de keukenkast. Zo kan u de
toesteldeur onberispelijk openen en
sluiten.
Stelt u het toestel naast een wand c
op, dan is er aan de scharnierkant een
tussenafstand van ca. 36 mm vereist
om de toesteldeur - ter wille van het
handvat - volledig te kunnen openen.
Wenst u het toestel aan de keuken-
meubelen ernaast d te bevestigen of
afstandslijsten tussen toestel en wand
aan te brengen, let dan hierop:
^ Vergewis u ervan of de toesteldeur
na het bevestigen nog goed open
kan.
^ Boor niet in de grijze zone; zie afb.
Anders kunnen onderdelen in de isolatie schade oplopen.
Naar gelang van de hoogte van de
vrieszone varieert ook afmeting A:
Aantal vriesladenMaat A in mm
2660 mm
3850 mm
^
Bevestig het toestel met behulp van
plaatschroeven aan de keukenmeu
belen. Draai de schroeven zeker nietdieper dan 10 mm in het toestel!