Miele K 9554 iDF, K 9754 iDF User Manual [nl]

Montage- en gebruiksaanwijzing
Koelkast met vriesvak met DynaCool K 9554 iDF K 9754 iDF
Lees in elk geval de ge­bruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 925 970
Inhoud
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ...................................6
Flessenrek......................................................6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Hoe kunt u energie besparen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Toestel in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Toestel inschakelen ................................................14
Toestel uitschakelen ...............................................14
Vergrendeling ....................................................15
Bij langdurige afwezigheid ..........................................15
De juiste temperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
...indekoelzone .................................................16
...inhetvriesvak .................................................16
Temperatuur instellen ..............................................16
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur .........................17
Temperatuurindicator ..............................................17
Lichtsterkte van de temperatuurindicator.............................17
Superkoel en DynaCool gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
De functie Superkoel ...............................................19
DynaCool m .....................................................19
De koelzone goed gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Verschillende koelgedeelten .........................................21
Levensmiddelen die zeker niet gekoeld mogen worden....................22
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt ...................22
Levensmiddelen juist bewaren .......................................22
Fruit en groenten................................................22
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen ..................23
Levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten .............................23
Vlees .........................................................23
De binnenruimte indelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
De legplaten verplaatsen............................................24
Tweedelige legplaat ...............................................24
Opdienset / flessenrek verplaatsen ....................................25
De flessenhouder verschuiven .......................................26
Invriezen en bewaren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Wat gebeurt er als verse levensmiddelen worden ingevroren? ..............27
2
Inhoud
Diepvriesvoedsel bewaren ..........................................27
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................28
Hou bij het invriezen rekening met het volgende .......................28
Verpakken.....................................................28
Voor u de levensmiddelen in het toestel legt ..........................29
Hoe de levensmiddelen in het toestel plaatsen ........................29
Ingevroren voedsel ontdooien ........................................29
IJsblokjes maken ..................................................30
Dranken snel koelen ...............................................30
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Koelzone ........................................................31
Vriesvak .........................................................31
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Binnenruimte, toebehoren ...........................................34
Openingen voor luchttoevoer en -afvoer ................................35
Deurdichting .....................................................35
Wat gedaan als...?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Waar bepaalde geluiden vandaan komen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Technische Dienst van Miele/garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Montagerichtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Opstelplaats......................................................41
Klimaatklasse ..................................................41
Luchttoevoer en -afvoer.............................................41
Voor u het toestel inbouwt ...........................................42
Maakte het oude toestel gebruik van een andere scharniertechniek? .........42
Voorzijde in roestvrij staal .........................................42
Inbouwafmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
De deurscharnieren instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Deurscharnieren veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Toesteldeur ......................................................45
Deur van het vriesvak ..............................................47
Het toestel inbouwen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Gewicht van de meubeldeur .........................................48
Inbouw in een scheidingswand .......................................48
De meubeldeur monteren ...........................................52
3
Beschrijving van het toestel
a Controlelampje van de vergrendeling
b Toets aan/uit
c Temperatuurindicator koelzone
d Insteltoetsen temperatuur (+ voor
warmer; - voor kouder)
e Superkoeling-toets en
controlelampje
f DynaCool-toets (dynamische
koeling) en controlelampje
4
Beschrijving van het toestel
a Vriesvak
b Ventilator voor dynamische koeling
(DynaCool)
c Flessenrek*
d Legplaat
e Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
f Fruit- en groentebakken*
g Boter- en kaasvak
h Eierhouder / opdienschaal
i Binnenverlichting
j Universele box*
k Flessenrek
l Flessenhouder
* volgens het model
5
Beschrijving van het toestel
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Flessenrek
(volgens het model)
Dit flessenrek is bij de klantendienst van Miele of in de vakhandel te koop.
6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
­volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van de compressor geen schade oplopen voordat het toestel terdege wordt geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid del uit het koelcircuit of olie uit de com pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder veilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik voor andere doeleinden is niet
Dit toestel voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toe stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt, moet u de gebruiksaanwijzing aan dachtig lezen. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de installatie, het gebruik en het on derhoud van uw toestel. Dat is vei liger voor uzelf en u voorkomt scha de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Het toestel is uitsluitend bedoeld
~
voor gebruik in het huishouden en gelijkaardige omgevingen zoals
in winkels, kantoren en gelijkaardige werkomgevingen
-
-
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa brikant is niet aansprakelijk voor scha de die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd
-
gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan
­kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel al leen onder het toezicht of de
­begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen mogen het toestel alleen
~
maar gebruiken wanneer hun de bedie­ning ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moe­ten de eventuele risico's van een foutie­ve bediening kunnen beseffen.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Laat kinderen niet met het toestel spelen.
-
-
-
op boerderijen
door klanten in hotels, motels, bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen.
Gebruik het toestel uitsluitend voor huishoudelijke doeleinden: om levens middelen te koelen en te bewaren, om diepvriesproducten te bewaren, om verse levensmiddelen in te vriezen en om ijsblokjes te maken.
8
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen!
Is de aansluitkabel beschadigd, laat
~
deze dan vervangen door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel ge bruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het gebruik van dit mi­lieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van het werkingsgeluid. Naast werkingsgeluiden van de compressor kunnen er ook stromingsgeluiden te ho­ren zijn die afkomstig zijn van het koelcircuit. Dat is jammer genoeg niet te vermijden, maar heeft geen invloed op de prestaties van het toestel. Let er bij het transporteren en het op stellen van het toestel op dat geen en kel onderdeel van het koelcircuit be schadigd raakt. Wegspattend koelmid del kan tot oogletsels leiden! Bij beschadiging:
- vermijd open vuur of ontstekings­bronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het vertrek waarin het toestel staat gedurende enkele minuten, en
- neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
-
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m heid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel
~
­is alleen dan gewaarborgd als het toe
stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
-
zing gemonteerd en aangesloten werd.
Voor u het toestel aansluit, moet u
~
eerst de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje verge­lijken met die van uw elektrische instal­latie. Deze gegevens dienen absoluut over­een te stemmen. Anders treedt er scha­de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen verlengkabels of stopcontactenblokken om het toestel aan te sluiten. Die bieden niet voldoen de veiligheidsgaranties. Er bestaat on der andere gevaar voor oververhitting.
-
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van het
~
toestel is alleen gewaarborgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsys teem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoor waarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning in geval van twijfel door een elektricien controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk ge steld worden voor schade die werd ver oorzaakt doordat de aardleiding onder broken was of gewoon ontbrak. Er be staat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken mogen alleen wor­den uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
-
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken moet het toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos indien aan een van deze voorwaarden werd vol daan:
De stekker van het toestel is uitge
trokken. Trek daarbij niet aan de kabel, wel aan de stekker.
­De desbetreffende zekering in de
­zekeringenkast is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert laat dit karwei dan en­kel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
-
-
Laat u het toestel tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op garantie.
10
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Bewaar geen explosieve stoffen of
~
producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Als de thermostaat wordt ingeschakeld, kun nen er vonken ontstaan. Die kunnen ontvlambare mengsels tot ontploffing brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te ma ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont ploffingsgevaar!
Plaats dranken met een hoog alco
~
holpercentage enkel rechtop en goed afgesloten in de koelzone. Ontploffingsgevaar!
Raak bevroren levensmiddelen niet
~
met natte handen aan. Uw handen zou­den kunnen vastvriezen. U kunt zich verwonden!
Steek nooit ijsblokjes en ijslolly's,
~
met name waterijsjes, in de mond wan­neer u ze net uit het vriesvak hebt ge­haald. Door de zeer lage temperatuur van het ijs kunnen uw lippen of tong vastvrie zen. U kunt zich verwonden!
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
~
vensmiddelen mogen niet opnieuw wor den ingevroren. Verbruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk, want de levensmiddelen ver liezen hun voedingswaarde en beder ven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen nadat u ze hebt ge kookt of gebraden.
-
-
-
-
-
-
-
-
Bewaar in het vriesvak geen blikjes
~
en flessen met koolzuurhoudende
­dranken of vloeistoffen die kunnen be
vriezen. De blikjes of flessen kunnen uit elkaar springen. U kunt zich verwonden en er kan scha de ontstaan.
Als u flessen snel in het vriesvak
~
wenst te koelen, moet u ze uiterlijk na 1 uur weer uit het vriesvak halen. De flessen kunnen ontploffen. U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan.
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van di­verse factoren, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be­waard. Hou rekening met de bewaartips en de houdbaarheidsdata van de fabrikant van de levensmid­delen.
Gebruik geen voorwerpen met een
~
scherpe punt of rand om
rijm- en ijslagen te verwijderen,
vastgevroren bakjes voor ijsblokjes en levensmiddelen los te wrikken.
-
-
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toe stel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwar
~
mingstoestellen of kaarsen in het toe stel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
-
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik geen ontdooisprays of
~
producten om ijs te verwijderen. Die kunnen immers explosieve gassen vormen en kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten. Ook zijn ze mogelijk schade lijk voor de gezondheid.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet. Daardoor wordt de deurdichting na ver loop van tijd poreus.
Als u in het toestel of in de deur vet-
~
of oliehoudende levensmiddelen be waart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen. Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
Dek de luchttoevoeropening in de
~
sokkel en de luchtafvoeropening boven in de ombouwkast niet af. Als die openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie plaatsvin den. Het stroomverbruik stijgt en scha de aan onderdelen kan niet worden uit gesloten.
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens moeten worden gerespecteerd. De klimaatklasse staat vermeld op het typeplaatje dat binnen in het toestel aangebracht is. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aan houden.
-
-
-
-
Gebruik voor het ontdooien en reini
~
gen van het toestel in geen geval een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met on derdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting
­veroorzaken.
Wat met een afgedankt toe stel?
-
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw toestel wanneer u het afdankt. Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
– koelmiddelkanalen van het
verdampsysteem open te prikken,
– buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krassen.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat oogletsels veroorzaken.
-
-
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
-
-
12
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik Verhoogd energieverbruik
Opstellen In een verluchte ruimte. In een gesloten, niet verluchte ruimte.
Beschermd tegen rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwar mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van ongeveer 20 °C.
Dek de ventilatieopeningen niet af. Verwijder regelmatig het stof van de ventilatieopeningen.
Temperatuurinstelling Thermostaat op basis van "circa-getallen" (regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling Thermostaat op basis van graden (digitaal display)
Gebruik Laat de schuifladen, legplaten en
Ontdooien Ontdooi de vrieszone bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling van 2 tot 3.
Bewaarzone van 8 tot 12 °C
Koelzone 4 tot 5 °C
PerfectFresch-zone ongeveer 0 °C
Vrieszone -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
rekken zoals ze waren toen het toe­stel werd geleverd.
Open de deur altijd zo kort mogelijk. De deur vaak en langdurig openen
Schik de levensmiddelen in het toe stel.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt in het toestel.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron
­(verwarmingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera tuur.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de temperatuur in de zone, hoe hoger het energiever bruik!
Bij toestellen met een winterschake­ling moet u erop letten dat die scha­kelaar bij omgevingstemperaturen boven 16 °C of 18 °C uitgeschakeld is!
= koudeverlies
-
Als u lang moet zoeken, blijft de deur lang openstaan.
Warme gerechten doen de com pressor langdurig werken (het toe stel probeert te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot verlies van het koelvermo gen.
Een ijslaag vermindert de over dracht van de koude aan de in te vriezen levensmiddelen en doet het energieverbruik stijgen!
-
-
-
-
-
-
13
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Laat het toestel na het transport ca. 1/2 tot 1 uur staan voor u het aansluit. Dit is zeer belangrijk voor de latere werking!
Beschermfolie
Als beveiliging tijdens het transport zijn de roestvrijstalen randen en houders van een beschermfolie voorzien.
Trek de beschermfolie van de roest
^
vrijstalen randen.
Onderhoud en reiniging
^ Wrijf de roestvrijstalen oppervlakken,
direct nadat u de beschermfolie ver­wijderd hebt, met het bijgeleverde Miele-onderhoudsmiddel voor roest­vrij staal in.
Belangrijk! Telkens als u het Miele-onderhoudsmiddel voor roestvrij staal aanbrengt, brengt u een water­en vuilafstotende beschermende film aan!
Toestel inschakelen
Druk op de aan-uittoets.
^
Het temperatuurdisplay licht op, het toestel begint te koelen en de binnen verlichting schakelt in als de deur wordt geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
­laag genoeg is, dient u het toestel en
kele uren te laten voorkoelen voordat u voor het eerst levensmiddelen in het toestel plaatst.
Toestel uitschakelen
^ Druk op de aan-uittoets tot het tem-
peratuurdisplay uitgaat.
De koeling is uitgeschakeld. (Als dit niet het geval is, is de vergrendeling ingeschakeld!)
-
-
^
Reinig de binnenruimte en het toebe horen. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
14
-
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u het toestel beveiligen, zodat het niet ongewenst wordt uitgeschakeld.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Hou de toets voor "Super koelen" ge
^
durende ca. 5 seconden ingedrukt.
Toestel in- en uitschakelen
Druk op de aan-uittoets om de
^
instelmodus af te sluiten.
Doet u dat niet, dan schakelt de elek tronische besturing na ca. 2 minuten automatisch over op de normale modus.
-
Bij langdurige afwezigheid
-
Het controlelampje van de toets voor "Super koelen" knippert en op het tem­peratuurdisplay knippert een
^ Druk nogmaals op de toets voor "Su-
per koelen".
Op het temperatuurdisplay brandt constant.
^
Door op de temperatuurtoetsen te drukken, kunt u nu kiezen tussen en
; 1:
0: de vergrendeling is uitgeschakeld, 1: de vergrendeling is ingeschakeld.
^
Druk op de toets voor "Super koelen" om de instelling op te slaan.
Als de vergrendeling ingeschakeld is, brandt het controlelampje van de ver grendeling
X.
;.
;
; 0
-
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
^ schakel het toestel uit,
^ trek de stekker uit of schakel de des-
betreffende zekering in uw zekeringenkast uit,
^ ontdooi het vriesvak,
^ reinig het toestel en
^ laat de toesteldeur op een kier staan
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwe zigheid wordt uitgeschakeld maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deur gesloten blijft.
-
15
De juiste temperatuur
De juiste temperatuurinstelling is zeer belangrijk voor het bewaren van levens middelen. Levensmiddelen bederven snel ten gevolge van micro-organis men, wat door de juiste bewaartempe ratuur kan worden verhinderd of ver traagd. De temperatuur beïnvloedt de groeisnelheid van de micro-organis men. Hoe lager de temperatuur, hoe langzamer dit proces verloopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
– als u er meer levensmiddelen in be-
waart,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is. Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden.
-
-
-
...inhetvriesvak
­Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een tem peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem
­peratuur komt de groei van micro-orga
nismen in hoge mate tot stilstand. Zo dra de temperatuur boven -10 °C stijgt, begint de ontbinding door de micro-or ganismen; de levensmiddelen kunnen minder lang worden bewaard. Daarom mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen pas opnieuw ingevro ren worden, nadat ze verwerkt werden (koken of braden). Door de hoge tem peraturen worden de meeste micro-or­ganismen gedood.
Temperatuur instellen
De temperatuur in de koelzone kunt u instellen met de twee toetsen onder de temperatuurindicator.
Bij een temperatuur van 4°C in de koelzone heerst er in het vriesvak een gemiddelde temperatuur van ong. -18 °C.
-
-
-
-
-
-
-
...indekoelzone
In de koelzone wordt een koeltempera tuur van 4°Caanbevolen.
16
Door het indrukken van de
-
toets + : stijgt de temperatuur toets - : daalt de temperatuur
Tijdens het instellen wordt de insteltemperatuur knipperend aangege ven.
Volgende wijzigingen zijn in de tempe ratuurindicator merkbaar als u op de toetsen drukt:
-
-
De juiste temperatuur
Een keer drukken: de laatst gekozen
temperatuurwaarde wordt knippe rend aangegeven.
Telkens als u nogmaals drukt:
de temperatuurwaarde verandert in stappen van 1 °C.
Toets ingedrukt houden: de tempera
tuurwaarde wijzigt constant.
Ongeveer 5 seconden nadat u de laatste keer op de toets heeft gedrukt, geeft de temperatuurindicator automa tisch de gemiddelde effectieve tempe ratuur aan die dan in de koelzone heerst.
Als u de temperatuur heeft gewijzigd, controleert u de temperatuurindicator na ca. 6 uur als er weinig voedsel in
het toestel zit en na ca. 24 uur als het toestel volledig gevuld is. Pas dan is
de effectieve temperatuur ingesteld. Als de temperatuur na die tijd nog te hoog of te laag is, stelt u de temperatuur op­nieuw in.
-
-
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator in het bedie ningspaneel toont bij een normale wer king de gemiddelde temperatuur in de koelzone.
Valt de temperatuur buiten het moge lijke bereik van de temperatuurindica
­tor, dan knipperen er daarin streepjes.
Lichtsterkte van de temperatuur indicator
-
De lichtsterkte van de temperatuurindi cator is bij levering van het toestel inge steld op laag. Zodra de deur wordt ge­opend, een instelling wordt gewijzigd of een alarmtoestand heerst, brandt de temperatuurindicator gedurende ca. 1 minuut met de grootste lichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de tempera­tuurindicator wijzigen:
-
-
-
-
-
-
-
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur
De temperatuur kan van 2 °C tot 9 °C ingesteld worden.
Het bereiken van de laagste tempera tuur is afhankelijk van de opstelplaats en van de omgevingstemperatuur. Bij een hoge omgevingstemperatuur kan de laagste temperatuur niet altijd wor den bereikt.
^
Hou de Superkoeling-toets geduren de ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de Superkoeling-toets knippert en op de temperatuurindicator knippert een
-
-
^
Druk enkele keren op een van de in steltoetsen voor de temperatuur, tot op de indicator een geven.
^ wordt weerge
-
;.
-
-
17
Loading...
+ 39 hidden pages