geïntegreerde koelkasten
K 826 i-1
K 836 i-1
K 846 i-1
K 856 i-1
Lees absoluut uw montage- en
gebruiksaanwijzing voor u het toestel
installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
a Temperatuurdisplay
b Toets Superkoelen en controlelampje
c Aan-/uit- en temperatuurregelknop
d Lichtcontactschakelaar
e Vriesvak
f Legvlak
g Gootje en afvoeropening
voor het dooiwater
h Fruit- en groentebakken
4
i Boter- en kaasvak
j Eierrekje
k Binnenverlichting
l Deurrek
m Flessensteun
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Hou bij het afdanken van uw oud toe
stel ook rekening met de gelijknamige
rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en het toestel
beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij
zing voor u het toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmer
kingen omtrent het inbouwen, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het toestel. Zo beschermt
u zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel achteraf gebruikt.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
huishouden. Het dient enerzijds om
levensmiddelen te koelen en te bewaren, anderszijds om diepvrieswaar te
bewaren, verse levensmiddelen in te
vriezen en consumptie-ijs te bereiden.
Alle andere toepassingen zijn ongeoor
loofd en misschien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend werd.
-
-
-
-
-
-
-
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan R600a. Dat is een na
tuurlijk gas dat heel weinig milieubelas
tend is. Het is evenwel brandbaar. Het
brengt echter geen schade toe aan de
ozonlaag. Het vergroot evenmin het
broeikaseffect. Door dit milieuvriendelijk
koelmiddel toe te passen maakt het
toestel wel iets meer lawaai. Naast het
geluid dat de compressor maakt, kan
er in heel het koelcircuit lawaai optre
den. Deze gevolgen zijn jammer ge
noeg niet te vermijden. Ze beïnvloeden
echter niet het vermogen van het toestel.
Bij het transport en opstellen van het
toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcircuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken!
Is er toch schade opgetreden,
- vermijd dan open vuur of vonken,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten en
- verwittig de Technische Dienst.
Hoe meer koelmiddel het toestel
bevat, hoe groter het vertrek moet
zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt
er eventueel een lek op, dan kan er in
te kleine vertrekken een brandbaar
gas-luchtmengsel worden gevormd.
Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
minstens 1 m
koelmiddel het toestel bevat, vindt u op
het typeplaatje aan de binnenzijde.
3
ruim te zijn. Hoeveel
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vergelijk voor het aansluiten van
het toestel beslist de aansluitgege
vens op het typeplaatje met de gege
vens van uw huisinstallatie. Het gaat
hier over de spanning en de frequentie.
Deze gegevens moeten absoluut over
eenstemmen om schade aan uw toestel
te vermijden. Vraag bij twijfel inlich
tingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardsysteem is aan
gesloten, dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belang
rijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman
nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elektrische schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
indien u het volgens de gebruiks
aanwijzing monteert en aansluit.
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
Installatiewerk en herstellingen
mag u enkel door erkende vak
mensen laten uitvoeren. Door ondes
kundige installaties of reparaties kun
nen er niet te onderschatten risico’s op
duiken voor wie het toestel gebruikt.
Daarvoor is de fabrikant niet aanspra
kelijk.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Het toestel is pas stroomloos in
-
dien aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
u hebt de stekker van het toestel uit
–
het stopcontact getrokken.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker om het toestel stroomloos te
maken.
u hebt de smeltveiligheden van de
–
huisinstallatie uitgeschakeld.
Gebruik om het toestel op het
stroomnet aan te sluiten, geen ver
lengsnoeren. Die waarborgen niet de
nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
Gebruik
Raak de diepvrieswaar niet met
natte handen aan. Uw handen kunnen eraan vastvriezen. U kan kwetsuren
oplopen!
Gebruik geen elektrische appara-
ten in het toestel (bijvoorbeeld een
ijsmachine).
Er kunnen vonken optreden.
-
Explosiegevaar !
Steek ijsblokjes en frisco’s, vooral
ijslolly’s, nooit meteen in de mond
nadat u die uit de vrieszone hebt geno
men. Door de zeer lage temperatuur
kunnen uw lippen of uw tong vastvrie
zen. U kan letsels oplopen!
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug
in. Verbruik die zo vlug mogelijk.
De levensmiddelen boeten immers aan
voedingswaarde in en bederven. Zo u
ze kookt of braadt, kan u die levens
middelen opnieuw invriezen.
-
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bewaar in uw toestel geen explo
sieve stoffen. Zodra de thermostaat
wordt ingeschakeld, kunnen er dan
vonken ontstaan. Die kunnen bepaalde
vonkgevoelige mengelingen doen ont
ploffen.
Alcohol met hoog gehalte mag u
enkel goed afgesloten en rechtop
in de koelzone bewaren. Er is anders
explosiegevaar!
Bewaar in de vrieszone beter geen
blikjes of flessen met koolzuurhou
dende drank of met vloeistof die kan
bevriezen. De blikjes of flessen kunnen
stukspringen. U kan letsels oplopen en
er is risico op schade!
Neem flessen die u in de vrieszone
legt om snel te koelen, uiterlijk na
een uur weer uit. De flessen kunnen
stukspringen. Er is risico van lichamelijk
letsel en schade!
Zo u te lang bewaarde levensmid-
delen eet, loopt u het risico van
voedselvergiftiging.
De bewaarduur hangt van heel wat fac
toren af. Onder meer van de mate
waarin de levensmiddelen vers en de
gelijk zijn, maar ook van de bewaartem
peratuur. Hou de bewaartips en de op
gegeven bewaarduur van de voedsel
fabrikanten in acht!
Gebruik geen spitse noch scherpe
voorwerpen om
–
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
aangevroren ijsblokjesschalen en
diepvrieswaar los te maken.
-
-
-
-
Zet nooit elektrische verwarmings
apparaten noch kaarsen in het toe
stel om het te ontdooien. Anders loopt
de kunststof schade op.
Gebruik nooit ontdooisprays of
ijsverwijderende middelen. Die
kunnen explosieve gassen vormen, die
oplosmiddel of drijfgas bevatten of uw
gezondheid kunnen schaden.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt die op de
duur poreus.
Dek de luchttoevoer in de sokkel
en de luchtafvoer in de ommante-
lingskast niet af. Anders is er geen onberispelijke luchttoevoer meer gewaarborgd. Het stroomverbruik stijgt en er
kan schade optreden aan bepaalde onderdelen.
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te
blijven. De klimaatklasse vindt u terug
-
op het typeplaatje binnen in het toestel.
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daar
-
door kan het toestel de noodzakelijke
-
temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooien
en schoon te maken in geen geval
een hogedrukreiniger. De vloeistof kan
onderdelen aanraken, die onder span
ning staan. Zo kan er kortsluiting optre
den.
-
-
-
-
-
Zo beschadigt u de vriesplaten en raakt
het toestel volledig defect.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Uw oud toestel afdanken
Verniel het slot van uw oude koel
kast of diepvriezer wanneer u die
buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat
spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten en in levensgevaar komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van
het koelcircuit beschadigt, b.v.
door:
de koelmiddelkanaaltjes van de ver
–
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan oogletsels
tot gevolg hebben.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen niet in acht werden
genomen.
-
-
9
Hoe spaart u stroom?
normaal stroomverbruikhoger stroomverbruik
Opstellenin een geventileerd vertrekin een gesloten, niet geventileerd
niet rechtstreeks door de zon
beschenen
niet naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een ideale omgevingstempera
tuur van ca. 20 °C
Temperatuurinstelling
thermostaat met getallen
(regeling in stappen)
Temperatuurinstelling
thermostaat "tot op de
graad nauwkeurig"
(digitale aanduiding)
Gebruikdoe de toesteldeur enkel even
Ontdooienlaat het vriesvak ontdooien als de
bij een gemiddelde stand van de
knop van 2 tot 3.
keldervak van 8 tot 12 °C
koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone om en bij de 0
°C
vriesvak -18 °C
open als dat nodig is
de levensmiddelen goed sorteren
voor u ze in het toestel plaatst
warme spijs en drank eerst buiten
het toestel laten afkoelen
zet de levensmiddelen degelijk
verpakt of goed afgedekt in het
toestel
leg diepvrieswaar om te ontdooien
in de koelruimte
leg of zet niet te veel levensmid
delen in de zones of vakken; zo
kan de lucht circuleren
ijslaag een paar centimeter dik is
geworden
vertrek
wel rechtstreeks door de zon
beschenen
wel naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een hoge omgevingstempera
tuur
bij een hoge stand van de knop:
hoe lager de temperatuur in het
toestel, hoe hoger het stroomver
bruik!
Let op! Bij toestellen met winter
schakeling zet u de schakelaar bij
omgevingstemperaturen hoger
dan 16 °C uit!
als u de toesteldeur vaak en lang
openzet = koudeverlies
wanorde = lang zoeken zodat de
toesteldeur lang open blijft
warme spijzen in het toestel doen
de compressor langer draaien om
de temperatuur te doen zakken
als vloeistof in de koelruimte ver
dampt en condenseert, veroor
zaakt dat koudeverlies
-
door een ijslaag wordt de koude
slechter aan de levensmiddelen
afgegeven en stijgt het stroomver
bruik
-
-
-
-
-
-
-
10
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa
ter voor en wrijf daarna alles met een
doek droog.
Laat het toestel na het transport
zowat een (half) uur staan voor u het
aansluit. Dat is van groot belang
voor de goede werking achteraf!
Het toestel inschakelen
^ Draai de temperatuurkiezer met een
geldstuk naar rechts van de stand "0"
weg.
Draai deze knop niet veder dan tot
aan de aanslag. Anders maakt u
hem stuk.
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
-
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
laat het vriesvak ontdooien,
^
maak het toestel schoon,
^
laat de toesteldeuren op een kier om
^
reukhinder tegen te gaan.
Werd het toestel bij langdurige afwe
zigheid uitgeschakeld, maar niet
schoongemaakt? In zo’n geval is er
risico van schimmelvorming zo de
toesteldeur gesloten blijft.
-
In het temperatuurdisplay knippert
eventjes een 8. Daarna wordt een
streepje verlicht. Nu begint het toestel
te koelen en gaat het licht aan zodra u
de toesteldeur opent.
Het toestel uitschakelen
^
Drai de temperatuurregelknop met
een geldstuk naar links in de stand
"0".
Het temperatuurdisplay wordt gedoofd.
De koeling en de binnenverlichting zijn
nu uitgeschakeld.
11
De juiste temperatuur
Voor het bewaren van levensmiddelen
is het van groot belang de juiste tempe
ratuur in te stellen. Door micro-organis
men bederft eetwaar namelijk gauw.
Door een juiste bewaartemperatuur kan
dat proces evenwel worden vermeden
of vertraagd. De temperatuur heeft in
vloed op de snelheid waarmee de mi
cro-organismen aangroeien. Hoe lager
de temperatuur, hoe trager dat proces.
De temperatuur in het toestel loopt op
naarmate
u de toesteldeur vaker opent en
–
langer laat openstaan,
– u meer eetwaar in het toestel be-
waart,
– de vers geplaatste eetwaar warm is,
– de omgevingstemperatuur rond het
toestel hoger ligt.
Dit toestel is geschikt voor een be-
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tem-
peratuur dient binnen zekere gren-
zen te blijven.
In het midden van het toestel bevelen
wij een koeltemperatuur aan van 5 °C.
Zo u die temperatuur wenst te controle
ren, ...
^
zet dan in het midden van het toestel
een glas water met een thermometer
erin.
-
-
Neem het volgende in acht:
Gewone bad- en andere huisthermo
–
meters meten gewoonlijk heel on
nauwkeurig. Gebruik bij voorkeur een
elektronisch meettoestel.
Meet niet de luchttemperatuur in het
–
toestel. Daarmee weet u nog niets
over de temperatuur in de levens
middelen.
Tijdens het meten doet u de koel
–
kastdeur zo weinig mogelijk open.
Anders stroomt er telkens warme
lucht naar binnen.
. . . in het vriesvak
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en eetwaar lange tijd te bewaren, is er
een temperatuur van -18 °C nodig. Bij
deze temperatuur wordt de aangroei
van micro-organismen verregaand
stopgezet. Zodra de temperatuur boven de -10 °C stijgt, wordt de diepvrieswaar door de micro-organismen aangetast en kan die niet meer zo lang wor
den bewaard. Daarom mag u gedeelte
lijk of volledig ontdooide spijzen pas
weer invriezen nadat u ze gekookt of
gebraden hebt. Door de hoge tempera
tuur worden de meeste micro-organis
men immers vernietigd.
-
-
-
-
-
-
-
-
Na ca. 24 uur kan u bij benadering de
koeltemperatuur in uw toestel aflezen.
12
De juiste temperatuur
De temperatuur instellen
De temperatuur stelt u met de tempera
tuurregelknop in.
Draai de temperatuurregelknop met
^
een geldstuk naar rechts in een be
paalde stand.
Draai deze knop enkel tot aan de
aanslag. Draai vandaar weer terug.
Anders maakt u hem stuk.
Hoe hoger de stand, hoe lager de temperatuur in het toestel.
Als u het toestel normaal gebruikt en de
eetwaar in het vriesvak maar korte tijd
bewaart, volstaat een stand tussen 2
en 3.
-
Door de natuurlijke luchtcirculatie zijn
er in het toestel zones die warmer of
kouder zijn dat wat het display te zien
geeft. Dat is geen storing, maar vol
strekt normaal!
Maak gebruik van de verschillende
temperatuurzones om de eetwaar juist
te schikken.
-
Als u het toestel normaal gebruikt en de
eetwaar in het vriesvak lange tijd be
waart, kiest u beter een stand tussen 3
en 4.
-
Temperatuurdisplay
Op het bedieningspaneel wordt bij nor
male werking de gemiddelde tempera
tuur in het toestel aangeduid.
Is de temperatuur in het toestel zo hoog
of zo laag dat hij niet kan worden aan
geduid, dan ziet u op het display enkel
een streepje. De temperatuur wordt
normalerwijs aangeduid tussen 0 en
9 °C.
-
-
-
13
Superkoelen
Met deze functie wordt de koelzone erg
gauw tot haar koudste temperatuur af
gekoeld. Deze hangt af van de omge
vingstemperatuur.
Superkoelen inschakelen
Het verdient aanbeveling het Superkoe
len in te schakelen vooral indien u grote
hoeveelheden vers geplaatste levens
middelen of drank vlug wenst te koelen.
^ Druk op de toets voor het Superkoe-
len tot het controlelampje erbij aangaat.
De temperatuur in het toestel zakt
daar het met het hoogst mogelijke
koelvermogen werkt.
-
-
-
Superkoelen uitschakelen
De functie Superkoelen valt automa
tisch na ca. 6 uur uit. Het controlelamp
je gaat uit en het toestel werkt weer met
zijn normaal koelvermogen.
Om stroom te sparen, kan u het Super
koelen ook zelf uitschakelen zodra de
levensmiddelen of de drank koel ge
noeg zijn.
Druk op de toets voor het Superkoe
^
len zodat het controlelampje erbij uit
gaat.
De koeling van uw toestel werkt nu
weer op zijn normaal vermogen.
-
-
-
-
-
-
14
Verschillende koudezones
Wegens de natuurlijke luchtcirculatie
komen er in de koelruimte verschillende
temperaturen aan bod. Koude, zware
lucht zakt naar onderen in het toestel.
Benut deze temperatuurverschillen bij
het schikken van levensmiddelen!
De koudste zone in de koelruimte
De koelruimte goed benutten
Bewaar in uw toestel geen explosie
ve stoffen noch producten met
brandbaar drijfgas (bv. spraybus
sen). Explosiegevaar!
Alcohol met hoog gehalte mag u en
kel goed afgesloten en rechtop in
het toestel bewaren.
-
-
-
De koudste zone in de koelruimte be
vindt zich direct boven de groentebak
ken.
Benut deze zone voor al uw delicate en
gauw aan bederf onderhevige levensmiddelen. Enkele voorbeelden:
– vis, vlees en gevogelte,
– worst en kant-en-klaargerechten,
– eier- of roomgerechten en dito ge-
bak,
– vers deeg, taart-, pizza- en quiche-
deeg,
–
kaas en andere producten van rauwe
melk,
–
in folie verpakte kant-en-klare groen
ten en alle verse levensmiddelen
waarvan de minimumbewaarduur
een bewaartemperatuur van min
stens 4 °C vergt.
De warmste zone in de koelruimte
-
-
Bewaar tafelolie liever niet in de
-
deur van de koelkast. Eventueel ge
morste olie kan op de duur scheur
tjes veroorzaken in de kunststof.
Laat de eetwaar de rugwand van het
toestel niet raken. Anders kan die eraan vriezen.
Levensmiddelen die niet
geschikt zijn om te koelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koelkast te worden bewaard.
Dat is onder meer het geval voor:
–
groenten en fruit dat gevoelig is voor
koude.
–
fruit dat nog moet narijpen.
–
aardappelen.
–
harde kaas (parmezaan)
-
-
De warmste zone vindt u helemaal bo
ven aan de deur. Gebruik deze zone
om boter te bewaren, die smeerbaar
moet blijven. U kan daar ook kaas leg
gen zodat het aroma wordt bewaard.
-
-
15
De koelruimte goed benutten
De levensmiddelen juist
bewaren
Bewaar de levensmiddelen enkel ver
pakt en goed gesloten. Daarmee ver
mijdt u dat ze geur van de eetwaar er
naast opnemen, dat ze uitdrogen en
eventueel aanwezige bacteriën over
dragen. Als u de temperatuur juist in
stelt en hygiënisch te werk gaat, wordt
de toename van bacteriën, als bv. sal
monella, vertraagd.
Groenten en fruit
Groenten en fruit kan u onverpakt in de
groentebakken bewaren. Denk erom
dat sommige groentesoorten een natuurlijk gas afscheiden, dat verouderingsprocessen versnelt. Sommige fruiten groentesoorten reageren op dit natuurlijk gas heel gevoelig. Daarom mag
u niet om het even welke fruit- en
groentesoort samen in dezelfde bak
bewaren.
Voorbeelden voor fruit dat veel na
tuurlijk gas afgeeft:
-
-
-
-
-
-
-
appels, aprikozen, peren, nectarines,
perziken, pruimen, avocado’s en vijgen.
Voorbeelden van groenten die erg ge
voelig reageert op natuurlijk gas af
komstig van andere groenten en van
fruit:
De legvlakken kan u volgens de hoogte
van de recipiënten verplaatsen.
Trek het vlak tot aan de aanslag naar
^
voren en til het vooraan op om het uit
te nemen.
Zet het legvlak er met de achterste
^
opstaande rand naar boven toe op
de gewenste plaats weer in.
Die opstaande rand dient naar boven
te wijzen opdat de eetwaar de rug
wand niet aanraakt noch eraan vast
vriest.
-
Legvlak in 2 delen
Om hoge recipiënten en flessen te
plaatsen, is er een legvlak in 2 delen.
^ Til het voorste halve deel vooraan
lichtjes op. Schuif het voorzichtig onder het achterste halve deel.
Deur- en flessenrekken ver
plaatsen
Schuif het rek naar boven toe en
^
neem het er naar voren uit.
Zet het rek er naar believen weer er
^
gens in. Druk het juist en stevig op
de nokken.
De flessenhouder verschuiven
(volgens het model)
De flessenhouder kan u naar links of
rechts verschuiven. Daardoor hebben
de flessen bij het openen en sluiten van
de toesteldeur meer houvast.
-
-
17
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Het vriesvak gebruiken
Gebruik het vriesvak om
diepvrieswaar te bewaren,
–
ijsblokjes en roomijs te maken en
–
kleine hoeveelheden levensmiddelen
–
in te vriezen.
Diepvrieswaar bewaren
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het
toestel legt, controleer dan reeds bij de
aanschaf
– of de verpakking niet beschadigd is,
– tot wanneer het product houdbaar is
– en hoe laag de koeltemperatuur in
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan
-18 °C, dan is de diepvrieswaar niet
zo lang houdbaar.
^ Koop uw diepvrieswaar op het einde
van uw boodschappen. Bewaar hem
in krantenpapier of een koeltas.
^
Leg de gekochte diepvrieswaar met
een in het vriesvak.
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan u die le
vensmiddelen opnieuw invriezen.
-
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik enkel verse en onberispelijke
levensmiddelen om in te vriezen!
Hou hiermee rekening bij het
invriezen:
Zijn geschikt om in te vriezen:
–
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groente, kruiden, rauw fruit, zuivel,
gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en
heel wat kant- en klaargerechten.
Niet geschikt om in te vriezen:
–
druiven, kropsla, radijsjes, ramme
nas, zure room, mayonaise, eieren in
hun schaal, uien, ongeschilde rauwe
appelen en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitami-
nen C te bewaren, dient u fruit en
groente voor het invriezen te blancheren. Doe de groente per portie 2
à 3 minuten in kokend water. Daarna
uitnemen en vlug in koud water afkoelen. Laat de groente uitdruppen.
-
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet. Het kan trouwens
veel langer worden bewaard.
–
Leg tussen koteletten, biefstuk,
-
vleeslapjes e.d. telkens plastic folie.
Zo vermijdt u dat porties aaneenvrie
zen.
-
-
18
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groente mag u voor het in
vriezen niet kruiden of zouten. Klaar
gemaakte spijzen kruidt of zout u
maar lichtjes. Sommige kruiden ver
anderen immers van smaakintensiteit
bij het invriezen.
-
-
-
-
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Laat warme spijs en drank eerst bui
–
ten het toestel afkoelen. Anders
wordt reeds ingevroren eetwaar even
ontdooid. Dit leidt bovendien tot een
hoger stroomverbruik.
Verpakken
Vries de levensmiddelen per portie
^
in.
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- inpakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakken
- gebruikte boodschapzakjes
^ Druk de lucht uit de verpakking.
^ Sluit de verpakking af met
- elastiekjes,
- kunststofklemmen,
- touwtjes of
- koudebestendige plakband.
Polyethyleen zakjes kan u ook met
een lastoestel dichtmaken.
^
Plak op de verpakking een etiket met
inhoud en invriesdatum erop.
Diepvrieswaar schikken
Leg de levensmiddelen op hun brede
^
zijde op de bodem van het vriesvak,
opdat ze zo vlug mogelijk tot in de
kern bevroren geraken.
Leg de pakjes er droog in. Anders
^
vriezen ze aan elkaar.
Levensmiddelen die u er pas inlegt,
mogen niet in aanraking komen met
reeds ingevroren eetwaar. Anders
gaat die lichtjes ontdooien.
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
– in uw microgolfoven,
– in uw oven met de verwarmingssoort
‘Hete lucht’ of ‘Ontdooien’,
– op kamertemperatuur,
– in uw koelkast.
Platte stukken vlees en vis kan u in
een hete pan doen zodra ze lichtjes
ontdooid zijn.
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel
in de verpakking als in een schotel met
deksel ontdooien.
Ingevroren groente kan u in kokend
water doen of in heet vet stoven. De
kooktijd valt dan wat korter uit dan bij
verse groente.
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan dat wel.
-
19
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
IJsblokjes maken
(voor type toestellen met sluiting)
Druk de sluitbout naar onder en vul
^
de ijsblokjesschaal met water. Het
overtollige water loopt via de afvoero
pening over.
Druk de sluitbout nu naar boven om
^
het schaaltje af te sluiten. Zet het
schaaltje op de bodem van de vrieszone.
^ Gebruik om de vastgevroren ijs-
schaal los te maken een stomp voorwerp, b.v. een lepelsteel.
^ De ijsblokjes komen vlotter los uit de
schaal als u die even onder stromend
water houdt.
Drank snel koelen
Schakel de functie Super koelen in om
drank snel te koelen. Leg de drank in
de koelruimte.
Als u flessen in het diepvriesvak legt,
haal die er dan uiterlijk na 1 uur weer
uit. Anders springen ze stuk!
-
20
Ontdooien
Koelzone
Terwijl de compressor draait, kunnen er
zich tegen de rugwand van de koelzo
ne rijm en waterdruppels vormen. Die
hoeft u niet te verwijderen. De koelzone
ontdooit immers automatisch.
Het dooiwater loopt via een geultje en
een afvoerbuisje naar de verdamper
aan de achterzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan wegvloeien. Hou
het afvoergeultje en -buisje proper.
Vriesvak
Het vriesvak ontdooit niet automatisch.
De ingevroren levensmiddelen mogen
immers niet ontdooien.
Door het normale gebruik ontstaat er op
de duur rijm en ijs in het vriesvak. Daar
door verslecht de koude-afgifte en ver
hoogt het stroomverbruik.
Krab de rijm- of ijslaag niet weg. U
kan anders de verdamper bescha
digen. Dan werkt uw toestel niet
meer.
Ontdooi het toestel zo nu en dan. Zo er
reeds een ca. 5 mm dikke ijslaag werd
gevormd, dient u dat zeker te doen.
Kies een tijdstip waarop er weinig of
geen diepvrieswaar in het toestel ligt.
Voor u het toestel ontdooit
^ Neem de diepvrieswaar uit en wikkel
die in verschillende lagen krantenpapier of dekens.
-
-
-
^
Bewaar de diepvrieswaar op een
koele plaats tot het toestel weer klaar
is voor gebruik.
21
Ontdooien
Om te ontdooien
Ga bij het ontdooien vlug te werk.
Hoe langer de diepvrieswaar op ka
mertemperatuur blijft liggen, hoe
korter de bewaarduur ervan wordt.
Schakel het toestel uit.
^
Laat de deur van het vriesvak open.
^
Neem het dooiwater met een spons
^
op.
Om het ontdooien te versnellen: zet een
kommetje heet (geen kokend) water op
een onderzetter in het vriesvak. Laat de
deur dicht om de warmte binnen te
houden.
Zet nooit elektrische verwarmingsapparaten noch kaarsen in het toestel. Anders wordt de kunststof beschadigd.
Gebruik geen ontdooisprays noch
ijsverwijderende middelen. Die kunnen explosieve gassen vormen,
maar ook oplosmiddel of drijfgas be
vatten, dat de kunststof aantast of
schadelijk is voor de gezondheid.
-
-
Na het ontdooien
Maak het toestel schoon en droog. Er
^
mag geen water van de schoonmaak
in het afvoerbuisje voor het dooiwater
terechtkomen.
Schakel het toestel in.
^
Leg de diepvrieswaar weer in het
^
vriesvak.
22
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht
komt in de elektronische bediening,
in de verlichting noch in de ventila
tieroosters.
Langs het afvoergootje van het dooi
water mag u geen reinigingsmiddel
sop laten weglopen.
Gebruik nooit hogedrukreinigers. De
vloeistof kan toestelonderdelen aanraken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
-
-
Schoonmaken
Binnenruimte, toebehoren
Maak de koelzone minstens eens per
^
maand schoon. Het vriesvakje maakt
u schoon elke keer nadat u het hebt
laten ontdooien. Gebruik daartoe
lauw water met wat afwasmiddel erin.
Was alle delen met de hand af. Het
^
botervlootje mag u wel in de vaat
wasser mee laten afwassen.
Maak het geultje voor het dooiwater
^
alsook het afvoerbuisje af en toe met
-
-
een staafje schoon. Zo loopt het
dooiwater steeds ongehinderd weg.
^ Spoel de binnenruimte en het toebe-
horen na het reinigen met helder water af. Wrijf alles met een doek droog.
Laat de toesteldeur even openstaan.
Ventilatieopeningen
-
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
Voor het schoonmaken
^
Schakel het toestel uit door de tem
peratuurregelknop op "0" te zetten.
Trek ook de stekker uit het stopcon
tact.
^
Neem de eetwaar uit het toestel en
bewaar die op een koele plaats.
^
Laat het vriesvakje ontdooien.
^
Neem alle onderdelen die u kan uit
nemen, uit om ze schoon te maken.
^ Maak de ventilatieopeningen gere-
geld met een kwast of stofzuiger
schoon. Hoe meer stof erop ligt, hoe
meer stroom het toestel verbruikt.
Deurdichting
-
-
-
Behandel de deurdichting nooit met
olie of vet. Die wordt anders na ver
loop van tijd poreus.
^
Maak de deurdichting geregeld met
helder water schoon. Wrijf ze nadien
met een doek goed droog.
-
23
Schoonmaken
Na het schoonmaken
Plaats alle onderdelen weer in het
^
toestel.
Steek de stekker weer in het stopcon
^
tact en schakel het toestel met de
temperatuurregelknop in.
Leg de levensmiddelen in het toestel
^
en sluit de toesteldeur.
-
24
Wat gedaan als ...?
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mogen enkel en alleen door
een vakman worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kun
nen er ernstige risico’s opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. . . het toestel niet koelt?
^ Zie na of de temperatuurkiezer op
een andere stand staat als "0".
^ Zit de stekker van het toestel wel ste-
vig in het stopcontact?
^ Zijn de smeltstoppen van uw huisin-
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het
geval is, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
. . . de temperatuur in de koelruimte
te koud is?
^
Draai de temperatuurregelknop op
een kleinere stand.
^
Is het deurtje van he vriesvak wel
goed dicht?
-
-
. . . de compressor vaker en langer in
geschakeld wordt?
Zijn de ventilatieopeningen onderaan
^
in de sokkel en bovenaan op de om
mantelingskast niet geblokkeerd of
zitten ze niet onder het stof?
De toesteldeur en het deurtje van het
^
vriesvak werden vaak geopend.
Ofwel werden er grote hoeveelheden
verse eetwaar ingevroren.
Kunnen de toesteldeuren wel goed
^
dicht?
Kijk eens na of het vriesvak geen dik
^
ke rijmlaag heeft. Laat in zo’n geval
het vriesvak ontdooien.
. . . de diepvrieswaar ontdooit omdat
het in het vriesvak te warm is?
^ Is de kamertemperatuur waarvoor uw
toestel voorzien is, niet onder die op-
gegeven temperatuur gezakt?
Verhoog de kamertemperatuur.
De compressor springt niet zo vaak in
gang indien de kamertemperatuur te
laag is. Dan kan het in het vriesvak ook
te warm worden.
-
-
-
^
Misschien werd een grote hoeveel
heid eetwaar ineens ingevroren?
Daar de compresser in zo’n geval
erg lang blijft draaien, daalt de tem
peratuur in de koelzone ook automa
tisch. Daarom vriest u het best nooit
meer dan 2 kg verse eetwaar in.
^
Misschien vergat u de functie Super
koelen uit te schakelen. Het controle
lampje is nog verlicht.
-
-
-
-
-
25
Wat gedaan als ...?
. . . er in het temperatuurdisplay niets
ofwel enkel een streepje wordt ver
licht of knippert?
Staat de temperatuurregelknop wel
^
op een stand tussen "1" en "4"?
Controlleer ca. 6 uur na het inscha
^
kelen van het toestel het tempera
tuurdisplay. Er wordt enkel een tem
peratuur aangeduid indien die tussen
de 0 en de 9 °C ligt.
. . . de diepvrieswaar vastgevroren
is?
^ Maak de diepvrieswaar los met een
stomp voorwerp, bv. een lepelsteel.
. . . er zich in het vriesvak een dikke
ijslaag gevormd heeft?
^ Kan de deur van het vriesvakje goed
dicht?
-
-
-
Druk het lampdeksel samen zodat
^
het los raakt. Haak het achteraan uit.
Draai het lampje uit en vervang het.
^
Gegevens:
220 - 240 V, max. 25 W, fitting E 14
^ Ontdooi het vriesvak en maak het
schoon.
Dikke lagen ijs beperken het koelver
mogen. Dan stijgt ook het stroomver
bruik.
. . . de binnenverlichting in de koelzo
ne niet meer werkt?
^
Misschien klemt de lichtschakelaar?
Is dat niet het geval, dan is het lampje
defect.
^
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de overeenkomstige smelt
stoppen uit.
26
-
-
^
Draai de nieuwe lamp in. Zorg ervoor
dat de dichting goed zit.
^
Haak het lampdeksel achteraan en
-
opzij weer in.
-
. . . de bodem van de koelruimte nat
is?
Het afvoergaatje voor het dooiwater is
verstopt.
Maak het afvoergeultje en -buisje
^
voor het dooiwater schoon.
Kan u de storing aan de hand van
deze aanwijzingen niet ongedaan
maken, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
Maak de toesteldeuren bij voorkeur
niet open tot de storing werd verholpen. Zo beperkt u koudeverlies.
Wat gedaan als ...?
27
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
de buisjes vloeit.
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
schakelt.
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
-
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
28
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
Technische dienst
29
Elektrische aansluiting
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
30
-
-
-
Opmerkingen omtrent de montage
Zolang het toestel niet ingebouwd is,
kan het nog kantelen!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats vlak naast een fornuis,
een radiator of bij een venster vlak in
de zon. Hoe hoger de kamertempera
tuur oploopt, hoe langer de compressor
draait en hoe meer stroom er wordt ver
bruikt. Geschikt is een droog, degelijk
geventileerd vertrek.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van
omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te blijven. De klimaatklasse vindt u terug op
het typeplaatje binnen in het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
Lagere kamertemperaturen doen de
compressor langer stilstaan. Dat kan de
temperatuur in het toestel doen stijgen.
Zo kan diepvrieswaar zelfs eventueel
lichtjes gaan ontdooien.
-
Ventilatie
Tegen de rugzijde van het toestel wordt
de lucht verwarmd. Daarom moet de in
bouwkast een degelijke luchttoevoer en
-afvoer mogelijk maken. Dan is een on
berispelijke ventilatie gewaarborgd. Bij
Miele-keukenmeubelen is dat reeds
voorzien.
Voor de luchtcirculatie dient u aan de
-
achterzijde van het toestel een kanaal
van minstens 50 mm diep te voorzien.
De lucht wordt via de sokkel van de
keukenkast toegevoerd. De doorsnede
van dat luchtcirculatiekanaal moet minstens 200 cm
2
groot zijn. Dan kan de
lucht ongehinderd circuleren. Anders
gaat de compressor meer draaien, wat
het stroomverbruik opvoert.
Dek de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen niet af. Maak die ook geregeld stofvrij.
Voor u het toestel inbouwt
^
Verwijder eerst, de afdichtingsband
en het overige toebehoren uit het toe
stel en van de achterzijde.
^
Verwijder de snoerhouder van de
achterzijde van het toestel.
^
Zie na of alle onderdelen aan de ach
terzijde van het toestel vrij kunnen
bewegen. Buig ze eventueel voor
zichtig van mekaar weg.
-
-
-
-
-
31
Opmerkingen omtrent de montage
Inbouw in een scheidingswand
In dit geval dient u de achterzijde van
de inbouwnis aan het toestel met een
paneel te bekleden.
Had het oude toestel andere
scharnieren?
Was uw oud toestel met andere schar
nieren uitgerust, dan kan u de meubel
deur toch nog steeds gebruiken:
Demonteer de oude scharnieren van
^
de ommantelingskast. Die hebt u niet
meer nodig.
De meubeldeur wordt nu immers op
de toesteldeur gemonteerd. Al de
vereiste onderdelen zijn bijgeleverd
of zijn in de Technische Dienst van
Miele verkrijgbaar.
^ Is de meubeldeur voorzien van gaten
voor potscharnieren, sluit die dan af
met de bijgeleverde zelfklevende folie. Deze gaten dienen nergens meer
toe.
-
-
32
Inbouwmaten
Hoogte van het toestel
a
K 826 i-1870 mm874 - 885 mm
K 836 i-11020 mm1024 - 1040 mm
K 846 i-11216 mm1220 - 1235 mm
K 856 i-11393 mm1397 - 1410 mm
Nishoogte
b
33
De deurscharnieren verwisselen
Voor u uw toestel inbouwt, bepaalt u
langs waar de toesteldeur moet open
gaan. Moet die naar links opengaan,
verplaats dan het scharnier.
Toesteldeur
Zet de toesteldeur open.
^
-
^ Draai de schroeven a uit.
Klap de scharnieren niet dicht. U
kan zich daaraan kwetsen!
^ Verwissel de scharnieren diagonaal
van plaats b.
^
Trek de afdekplaatjes a met de hand
en b met een sleufschroevendraaier
eruit.
^
Zet de bevestigingsschroeven c los.
^
Schuif de toesteldeur naar buiten toe
en til ze eruit d.
^
Draai de bevestigingsschroeven c
helemaal uit. Schroef ze losjes aan
de andere kant e.
34
^ Dicht de vrije gaatjes met de bijgele-
verde dopjes c.
De deurscharnieren verwisselen
^ Schuif de toesteldeur op de vooraf
gemonteerde schroeven a. Draai de
schroeven stevig aan.
^ Steek de afdekplaatjes b erop. U
hoort een klik.
Vriesvakdeurtje
Schroef de scharniersteun a af.
^
Neem het vriesvakdeurtje b er sa
men met de scharniersteun af.
^ Zet de scharniersteun op de boven-
ste tap van het vriesvakdeurtje c.
Draai nu het deurtje zodat de scharniersteun onderaan zit.
^ Schroef de sluithaak d af.
-
^
Draai de sluithaak 180° en schroef
hem aan de andere kant in e.
^
Zet het vriesvakdeurtje er boven in
f. Schroef de scharniersteun g
vast.
^
Sluit de vrije gaatjes af met de dopjes
h.
35
Het inbouwen van het apparaat
Alle stappen bij de montage worden
gedemonstreerd met een apparaat
met een rechtsscharnierende deur.
Hebt u een apparaat met linksschar
nierende deur, houd daar dan bij de
montage rekening mee.
-
Het stellen van de inbouwkast
Stel de inbouwkast voordat u het appa
raat inbouwt heel precies met een wa
terpas. De hoeken van de kast moeten
allemaal 90° zijn, omdat de meubeldeur
anders niet precies tegen alle vier de
hoeken aanligt.
-
Voordat u het apparaat in
bouwt
^ Schuif het opvulpaneel a in de hou-
der en schroef het met borstbouten
b vast.
^ Alleen bij meubelwanden van
16 mm dik:
Verkort de afdichtingsband c tot
kasthoogte.
-
Plak de afdichtingsband aan die kant
van het apparaat waar de deur wordt
geopend.
Klik de afstandstukken d op de
scharnieren vast.
-
36
Het inbouwen van het apparaat
Het inbouwen van het apparaat
Schuif het apparaat in de inbouw
^
kast.
Let er daarbij op dat de aansluitkabel
niet ergens tussen beklemd raakt.
-
Druk het apparaat met de kant waar
^
de scharnieren zitten tegen de wand
van de inbouwkast.
Stel het apparaat via de stelvoeten
^
met de bijgevoegde gaffelsleutel f.
Schroef de kunststof haak c met de
^
schroeven d (M5 x 22) vast aan de
kant waar de deur wordt geopend.
Schuif het apparaat zo ver naar bin
^
nen dat de kunststof haak evenwijdig
loopt met de voorste rand van de bo
dem van de inbouwkast e.
-
-
–
Wanneer de wand 16 mm dik is,
schuif het apparaat dan zo ver naar
binnen totdat de afstandstukken te
gen de wand van de inbouwkast
aankomen a.
–
Wanneer de wand 19 mm dik is,
schuif het apparaat dan zo ver naar
binnen totdat de voorste rand van de
scharnieren evenwijdig lopen met de
zijwand van de inbouwkast b.
Het opvulpaneel mag niet tegen de
meubelrand aankomen en moet he
lemaal in de inbouwkast verdwijnen.
-
^
Verbind het apparaat boven en onder
met de inbouwkast en wel door het
volgende te doen.
–
Draai de lange spaanplaatschroeven
-
a (4 x 19 mm) losjes door de schar
nierlussen.
-
37
Het inbouwen van het apparaat
Draai twee lange spaanplaten
–
schroeven b (4 x 19 mm) losjes door
het midden van het sleufgat van de
kunststof haak en klap de kunststof
haak naar beneden.
Draai de schroeven c aan de bo
–
venkant door het opvulpaneel d.
Sluit de deur van het apparaat.
^
-
-
Het monteren van de meubel
deur
^
Stel de afstand tussen de deur van
het apparaat en de bevestigingstra
verse in op 8 mm a.
^
Schuif de montagehulpstukken d ter
hoogte van de meubeldeur. Daarbij
moet de onderkant van de haken X
van de montagehulpstukken zich op
gelijke hoogte bevinden als de bo
venrand - van de te monteren meu
beldeur.
-
^ Teken met een potlood een middellijn
op de binnenkant van de meubeldeur.
^ Hang de bevestigingstraverse met
de montagehulpstukken a op de
binnenkant van de meubeldeur. Stel
de bevestigingstraverse precies in
het midden.
^
Maak de bevestigingstraverse met
minstens 6 korte spaanplaatschroe
ven b (4 x 14 mm) vast. Gebruik bij
cassettedeuren slechts 4 schroeven
aan de rand.
-
^
Trek de montagehulpstukken naar
boven en trek ze eruit c.
^
Draai de montagehulpstukken en
steek ze helemaal in de middelste
gleuven van de bevestigingstraver
-
se d.
-
-
-
^
Schroef de moeren b eraf en haal de
bevestigingstraverse c er samen
met de montagehulpstukken af.
38
Het inbouwen van het apparaat
^ Hang de meubeldeur op de stel-
schroeven a.
^ Draai de moeren b losjes op de stel-
schroeven.
^ Sluit de deur en controleer de af-
stand van de deur tot de meubeldeuren daarnaast.
Draai de moeren a aan de deur van
^
het apparaat vast.
Houd daarbij de stelschroeven b
met een sleufschroevendraaier te
gen.
-
^ Stel de meubeldeur ten opzichte van
de meubeldeuren daarnaast.
Het stellen aan de zijkanten:
de juiste afstand X krijgt u door de
meubeldeur te verschuiven.
Het stellen in de hoogte:
de juiste afstand Y krijgt u door met
een sleufschroevendraaier aan de
stelschroeven a te draaien.
39
Het inbouwen van het apparaat
(Schroef bij een grote meubeldeur of
een meubeldeur die uit verschillende
delen bestaat een tweede paar bevesti
gingshaken a in het handvatgedeelte
van de deur. Gebruik daarvoor de voor
geboorde gaten van de deur van het
apparaat).
^ Schroef de deur van het apparaat
aan de meubeldeur vast en wel als
volgt.
– Schroef bevestigingshaak a met de
zeskantige schroef b op de voorgeboorde gaten in de deur van het apparaat.
– Let erop dat de beide metalen ran-
den c (symbool
II
) evenwijdig lopen.
^ Zet de afdekkingen erop.
-
-
–
Boor de bevestigingspunten d voor
en draai er de korte spaanplaten
schroeven e (4 x 14 mm) in.
–
Stel de meubeldeur in de diepte met
afstand Z:
Draai de schroeven f aan de bo
venkant van de deur van het appa
raat en draai de schroef g aan de
bevestigingshaak aan de onderkant
los.
Stel tussen meubeldeur en de
kastruimte aan de voorkant een
luchtspleet van 2 mm in door de
meubeldeur te verschuiven. Sluit
daartoe de deur. Oriënteer u aan de
meubeldeuren daarnaast.
404142
-
-
-
43
Wijzigingen voorbehouden / 2105
K 826 i-1, K 836 i-1, K 846 i-1, K 856 i-1
M.-Nr. 06 156 520 / 01
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.