geïntegreerde koelkasten
K 825 i-1
K 835 i-1
K 845 i-1
Lees absoluut uw montage- en
gebruiksaanwijzing voor u het toestel
installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
a Temperatuurdisplay
b Toets Superkoelen en controlelampje
c Aan-/uit- en temperatuurregelknop
d Lichtcontactschakelaar
e Legvlak
f Gootje en afvoeropening
voor het dooiwater
g Fruit- en groentebakken
h Boter- en kaasvak
4
i Flessenhouder*
j Eierrekje
k Binnenverlichting
l Deurrek
m Flessensteun
* volgens het model
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Hou bij het afdanken van uw oud toe
stel ook rekening met de gelijknamige
rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en het toestel
beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij
zing voor u het toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmer
kingen omtrent het inbouwen, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het toestel. Zo beschermt
u zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel achteraf gebruikt.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
huishouden om levensmiddelen te
koelen en te bewaren.
Alle andere toepassingen zijn ongeoorloofd en misschien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend werd.
-
-
-
-
-
-
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan R600a. Dat is een na
tuurlijk gas dat heel weinig milieubelas
tend is. Het is evenwel brandbaar. Het
brengt echter geen schade toe aan de
ozonlaag. Het vergroot evenmin het
broeikaseffect. Door dit milieuvriendelijk
koelmiddel toe te passen maakt het
toestel wel iets meer lawaai. Naast het
geluid dat de compressor maakt, kan
er in heel het koelcircuit lawaai optre
den. Deze gevolgen zijn jammer ge
noeg niet te vermijden. Ze beïnvloeden
echter niet het vermogen van het toestel.
Bij het transport en opstellen van het
toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcircuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken!
Is er toch schade opgetreden,
- vermijd dan open vuur of vonken,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten
- en verwittig de Technische Dienst.
Hoe meer koelmiddel het toestel
bevat, hoe groter het vertrek moet
zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt
er eventueel een lek op, dan kan er in
te kleine vertrekken een brandbaar
gas-luchtmengsel worden gevormd.
Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
minstens 1 m
koelmiddel het toestel bevat, vindt u op
het typeplaatje aan de binnenzijde.
3
ruim te zijn. Hoeveel
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vergelijk voor het aansluiten van
het toestel beslist de aansluitgege
vens op het typeplaatje met de gege
vens van uw huisinstallatie. Het gaat
hier over de spanning en de frequentie.
Deze gegevens moeten absoluut over
eenstemmen om schade aan uw toestel
te vermijden. Vraag bij twijfel inlich
tingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardsysteem is aan
gesloten, dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belang
rijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman
nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elektrische schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
indien u het volgens de gebruiks
aanwijzing monteert en aansluit.
-
-
-
-
-
-
Installatiewerk en herstellingen
-
mag u enkel door erkende vak
mensen laten uitvoeren. Door ondes
kundige installaties of reparaties kun
nen er niet te onderschatten risico’s op
duiken voor wie het toestel gebruikt.
Daarvoor is de fabrikant niet aanspra
kelijk.
Het toestel is pas stroomloos in
dien aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
u hebt de stekker van het toestel uit
–
het stopcontact getrokken.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker om het toestel stroomloos te
maken.
– u hebt de smeltveiligheden van de
huisinstallatie uitgeschakeld.
Gebruik om het toestel op het
stroomnet aan te sluiten, geen verlengsnoeren. Die waarborgen niet de
nodige veiligheid. Er is risico op oververhitting.
-
-
-
-
-
-
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik
Bewaar in uw toestel geen explo
sieve stoffen. Zodra de thermostaat
inschakelt, kunnen er dan vonken ont
staan. Die kunnen bepaalde vonkge
voelige mengelingen doen ontploffen.
Gebruik geen elektrische appara
ten in het toestel (bijvoorbeeld een
ijsmachine).
Er kunnen vonken optreden.
Explosiegevaar !
Alcohol met hoog gehalte mag u
enkel goed afgesloten en rechtop
in het koelzone bewaren. Er is anders
explosiegevaar!
Zo u te lang bewaarde levensmid-
delen eet, loopt u het risico van
voedselvergiftiging.
De bewaarduur hangt van veel factoren
af. Onder meer van de mate waarin de
levensmiddelen vers en degelijk zijn,
maar ook van de bewaartemperatuur.
Hou de bewaartips en de opgegeven
bewaarduur van de voedselfabrikanten
in acht!
Gebruik geen spitse noch scherpe
voorwerpen om
–
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
aangevroren levensmiddelen los te
maken.
-
-
-
-
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt die op de
duur poreus.
Bewaar tafelolie liever niet in de
deur van de koelkast. Eventueel
gemorste olie kan op de duur scheur
tjes veroorzaken in de kunststof.
Dek de ventilatieroosters in de sok
kel en boven op de ommantelings
kast niet af. Anders is er geen onberis
pelijke luchttoevoer meer gewaarborgd.
Het stroomverbruik stijgt en er kan
schade optreden aan bepaalde onder
delen.
Dit toestel is geschikt voor een be-
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te
blijven. De klimaatklasse vindt u terug
op het typeplaatje binnen in het toestel.
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daardoor kan het toestel de noodzakelijke
temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooien
en schoon te maken in geen geval
een hogedrukreiniger.
De vloeistof kan onderdelen aanraken,
die onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden.
-
-
-
-
-
Zo beschadigt u de warmtewisselaar
en raakt het toestel volledig defect.
Gebruik nooit ontdooisprays of
ijsverwijderende middelen. Die
kunnen explosieve gassen vormen, die
oplosmiddel of drijfgas bevatten of uw
gezondheid kunnen schaden.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Uw oud toestel afdanken
Verniel het slot van uw oude koel
kast of diepvriezer wanneer u die
buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat
spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten en in levensgevaar komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van
het koelcircuit beschadigt, bv.
door:
de koelmiddelkanaaltjes van de ver
–
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan oogletsels
tot gevolg hebben.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat deze veiligheidsbepalingen
niet in acht werden genomen.
-
-
9
Hoe spaart u stroom?
normaal stroomverbruikhoger stroomverbruik
Opstellenin een geventileerd vertrekin een gesloten, niet geventileerd
niet rechtstreeks door de zon
beschenen
niet naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een ideale omgevingstempera
tuur van ca. 20 °C
Temperatuurinstelling
thermostaat met getallen
(regeling in stappen)
Temperatuurinstelling
thermostaat "tot op de
graad nauwkeurig"
(digitale aanduiding)
Gebruikdoe de toesteldeur enkel even
Ontdooienlaat het vriesvak ontdooien als de
bij een gemiddelde stand van de
knop van 2 tot 3.
keldervak van 8 tot 12 °C
koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone om en bij de 0
°C
vriesvak -18 °C
open als dat nodig is
de levensmiddelen goed sorteren
voor u ze in het toestel plaatst
warme spijs en drank eerst buiten
het toestel laten afkoelen
zet de levensmiddelen degelijk
verpakt of goed afgedekt in het
toestel
leg diepvrieswaar om te ontdooien
in de koelruimte
leg of zet niet te veel levensmid
delen in de zones of vakken; zo
kan de lucht circuleren
ijslaag een paar centimeter dik is
geworden
vertrek
wel rechtstreeks door de zon
beschenen
wel naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een hoge omgevingstempera
tuur
bij een hoge stand van de knop:
hoe lager de temperatuur in het
toestel, hoe hoger het stroomver
bruik!
Let op! Bij toestellen met winter
schakeling zet u de schakelaar bij
omgevingstemperaturen hoger
dan 16 °C uit!
als u de toesteldeur vaak en lang
openzet = koudeverlies
wanorde = lang zoeken zodat de
toesteldeur lang open blijft
warme spijzen in het toestel doen
de compressor langer draaien om
de temperatuur te doen zakken
als vloeistof in de koelruimte ver
dampt en condenseert, veroor
zaakt dat koudeverlies
-
door een ijslaag wordt de koude
slechter aan de levensmiddelen
afgegeven en stijgt het stroomver
bruik
-
-
-
-
-
-
-
10
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa
ter voor en wrijf daarna alles met een
doek droog.
Laat het toestel na het transport
zowat een (half) uur staan voor u het
aansluit. Dat is van groot belang
voor de goede werking achteraf!
Het toestel inschakelen
^ Draai de temperatuurkiezer met een
geldstuk naar rechts van de stand "0"
weg.
Draai deze knop niet veder dan tot
aan de aanslag. Anders maakt u
hem stuk.
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
-
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
maak het toestel schoon,
^
laat de toesteldeuren op een kier om
^
reukhinder tegen te gaan.
Werd het toestel bij langdurige afwe
zigheid uitgeschakeld, maar niet
schoongemaakt? In zo’n geval is er
risico van schimmelvorming zo de
toesteldeur gesloten blijft.
-
In het temperatuurdisplay knippert
eventjes een 8. Daarna wordt een
streepje verlicht. Nu begint het toestel
te koelen en gaat het licht aan zodra u
de toesteldeur opent.
Het toestel uitschakelen
^
Draai de temperatuurregelknop met
een geldstuk naar links in de stand
"0".
Het temperatuurdisplay wordt gedoofd.
De koeling en de binnenverlichting zijn
nu uitgeschakeld.
11
De juiste temperatuur
Voor het bewaren van levensmiddelen
is het van groot belang de juiste tempe
ratuur in te stellen. Door micro-organis
men bederft eetwaar namelijk gauw.
Door een juiste bewaartemperatuur kan
dat proces evenwel worden vermeden
of vertraagd. De temperatuur heeft in
vloed op de snelheid waarmee de mi
cro-organismen aangroeien. Hoe lager
de temperatuur, hoe trager dat proces.
De temperatuur in het toestel loopt op
naarmate
u de toesteldeur vaker opent en
–
langer laat openstaan,
– u meer eetwaar in het toestel be-
waart,
– de vers geplaatste eetwaar warm is,
– de omgevingstemperatuur rond het
toestel hoger ligt.
Dit toestel is geschikt voor een be-
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tem-
peratuur dient binnen zekere gren-
zen te blijven.
In het midden van het toestel bevelen
wij een koeltemperatuur aan van 5 °C.
-
-
De temperatuur instellen
De temperatuur stelt u met de tempera
tuurregelknop in.
Draai de temperatuurregelknop met
^
een geldstuk naar rechts in een be
paalde stand.
Draai deze knop enkel tot aan de
aanslag. Draai vandaar weer terug.
Anders maakt u hem stuk.
Hoe hoger de stand, hoe lager de temperatuur in het toestel.
Bij normaal gebruik van het toestel
volstaat een stand tussen 2 en 3.
Temperatuurdisplay
Op het bedieningspaneel wordt bij normale werking de gemiddelde tempera
tuur in het toestel aangeduid.
Is de temperatuur in het toestel zo hoog
of zo laag dat hij niet kan worden aan
geduid, dan ziet u op het display enkel
een streepje.
-
-
-
-
12
Door de natuurlijke luchtcirculatie zijn
er in het toestel zones die warmer of
kouder zijn dat wat het display te zien
geeft. Dat is geen storing, maar vol
strekt normaal!
Maak gebruik van de verschillende
temperatuurzones om de eetwaar juist
te schikken.
-
Superkoelen
Met deze functie wordt de koelzone erg
gauw tot haar koudste temperatuur af
gekoeld. Deze hangt af van de omge
vingstemperatuur.
Superkoelen inschakelen
Het verdient aanbeveling het Superkoe
len in te schakelen vooral indien u grote
hoeveelheden vers geplaatste levens
middelen of drank vlug wenst te koelen.
^ Druk op de toets voor het Superkoe-
len tot het controlelampje erbij aangaat.
De temperatuur in het toestel zakt
daar het met het hoogst mogelijke
koelvermogen werkt.
-
-
-
Superkoelen uitschakelen
De functie Superkoelen valt automa
tisch na ca. 6 uur uit. Het controlelamp
je gaat uit en het toestel werkt weer met
zijn normaal koelvermogen.
Om stroom te sparen, kan u het Super
koelen ook zelf uitschakelen zodra de
levensmiddelen of de drank koel ge
noeg zijn.
Druk op de toets voor het Superkoe
^
len zodat het controlelampje erbij uit
gaat.
De koeling van uw toestel werkt nu
weer op zijn normaal vermogen.
-
-
-
-
-
-
13
De koelruimte goed benutten
Verschillende koudezones
Wegens de natuurlijke luchtcirculatie
komen er in de koelruimte verschillende
temperaturen aan bod. Koude, zware
lucht zakt naar onderen in het toestel.
Benut deze temperatuurverschillen bij
het schikken van levensmiddelen!
De koudste zone in de koelruimte
Bewaar in uw toestel geen explosie
ve stoffen noch producten met
brandbaar drijfgas (bv. spraybus
sen). Explosiegevaar!
Alcohol met hoog gehalte mag u en
kel goed afgesloten en rechtop in
het toestel bewaren.
-
-
-
De koudste zone in de koelruimte be
vindt zich direct boven de groentebak
ken.
Benut deze zone voor al uw delicate en
gauw aan bederf onderhevige levensmiddelen. Enkele voorbeelden:
– vis, vlees en gevogelte,
– worst en kant-en-klaargerechten,
– eier- of roomgerechten en dito ge-
bak,
– vers deeg, taart-, pizza- en quiche-
deeg,
–
kaas en andere producten van rauwe
melk,
–
in folie verpakte kant-en-klare groen
ten en alle verse levensmiddelen
waarvan de minimumbewaarduur
een bewaartemperatuur van min
stens 4 °C vergt.
De warmste zone in de koelruimte
-
-
Bewaar tafelolie liever niet in de
-
deur van de koelkast. Eventueel ge
morste olie kan op de duur scheur
tjes veroorzaken in de kunststof.
Laat de eetwaar de rugwand van het
toestel niet raken. Anders kan die eraan vriezen.
Levensmiddelen die niet
geschikt zijn om te koelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koelkast te worden bewaard.
Dat is onder meer het geval voor:
–
groenten en fruit dat gevoelig is voor
koude.
–
fruit dat nog moet narijpen.
–
aardappelen.
–
harde kaas (parmezaan)
-
-
De warmste zone vindt u helemaal bo
ven aan de deur. Gebruik deze zone
om boter te bewaren, die smeerbaar
moet blijven. U kan daar ook kaas leg
gen zodat het aroma wordt bewaard.
14
-
-
De levensmiddelen juist
bewaren
De koelruimte goed benutten
Bewaar de levensmiddelen enkel ver
pakt en goed gesloten. Daarmee ver
mijdt u dat ze geur van de eetwaar er
naast opnemen, dat ze uitdrogen en
eventueel aanwezige bacteriën over
dragen. Als u de temperatuur juist in
stelt en hygiënisch te werk gaat, wordt
de toename van bacteriën, als bv. sal
monella, vertraagd.
Groenten en fruit
Groenten en fruit kan u onverpakt in de
groentebakken bewaren. Denk erom
dat sommige groentesoorten een natuurlijk gas afscheiden, dat verouderingsprocessen versnelt. Sommige fruiten groentesoorten reageren op dit natuurlijk gas heel gevoelig. Daarom mag
u niet om het even welke fruit- en
groentesoort samen in dezelfde bak
bewaren.
Voorbeelden voor fruit dat veel na
tuurlijk gas afgeeft:
-
-
-
-
-
-
-
appels, aprikozen, peren, nectarines,
perziken, pruimen, avocado’s en vijgen.
Voorbeelden van groenten die erg ge
voelig reageert op natuurlijk gas af
komstig van andere groenten en van
fruit:
De legvlakken kan u volgens de hoogte
van de recipiënten verplaatsen.
Trek het vlak tot aan de aanslag naar
^
voren en til het vooraan op om het uit
te nemen.
Zet het legvlak er met de achterste
^
opstaande rand naar boven toe op
de gewenste plaats weer in.
Die opstaande rand dient naar boven
te wijzen opdat de eetwaar de rug
wand niet aanraakt noch eraan vast
vriest.
-
Legvlak in 2 delen
Om hoge recipiënten en flessen te
plaatsen, is er een legvlak in 2 delen.
^ Til het voorste halve deel vooraan
lichtjes op. Schuif het voorzichtig onder het achterste halve deel.
Deur- en flessenrekken ver
plaatsen
Schuif het rek naar boven toe en
^
neem het er naar voren uit.
Zet het rek er naar believen weer er
^
gens in. Druk het juist en stevig op
de nokken.
De flessenhouder verschuiven
(volgens het model)
De flessenhouder kan u naar links of
rechts verschuiven. Daardoor hebben
de flessen bij het openen en sluiten van
de toesteldeur meer houvast.
-
-
16
Terwijl de compressor draait, kunnen er
zich tegen de rugwand van de koelzo
ne rijm en waterdruppels vormen. Die
hoeft u niet te verwijderen. De koelzone
ontdooit immers automatisch.
Het dooiwater loopt via een geultje en
een afvoerbuisje naar de verdamper
aan de achterzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan wegvloeien. Hou
het afvoergeultje en -buisje proper.
Ontdooien
-
17
Schoonmaken
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht
komt in de elektronische bediening
en in de verlichting.
Langs het afvoergootje van het dooi
water mag u geen reinigingsmiddel
sop laten weglopen.
Gebruik nooit hogedrukreinigers. De
vloeistof kan toestelonderdelen aanraken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
Was alle delen met de hand af. Het
^
botervlootje mag u wel in de vaat
wasser mee laten afwassen.
Maak het geultje voor het dooiwater
^
alsook het afvoerbuisje af en toe met
een staafje schoon. Zo loopt het
dooiwater steeds ongehinderd weg.
Spoel de binnenruimte en het toebe
^
horen na het reinigen met helder wa
ter af. Wrijf alles met een doek droog.
Laat de toesteldeur even openstaan.
-
-
Ventilatieopeningen
^ Maak de ventilatieopeningen gere-
geld met een kwast of stofzuiger
schoon. Hoe meer stof erop ligt, hoe
meer stroom het toestel verbruikt.
Deurdichting
Behandel de deurdichting nooit met
olie of vet. Die wordt anders na verloop van tijd poreus.
-
-
-
Voor het schoonmaken
^
Schakel het toestel uit door de tem
peratuurregelknop op "0" te zetten.
Trek de stekker uit het stopcontact.
^
Neem de eetwaar uit het toestel en
bewaar die op een koele plaats.
^
Neem alle onderdelen die u kan uit
nemen, uit om ze schoon te maken.
Binnenruimte, toebehoren
^
Maak het toestel minstens eens per
maand schoon. Gebruik daartoe lauw
water met wat afwasmiddel erin.
18
^
Maak de deurdichting geregeld met
helder water schoon. Wrijf ze nadien
-
met een doek goed droog.
Na het schoonmaken
^
Plaats alle onderdelen weer in het
toestel.
-
^
Steek de stekker weer in het stopcon
tact en schakel het toestel met de
temperatuurregelknop in.
^
Leg de levensmiddelen in het toestel
en sluit de toesteldeur.
-
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mogen enkel en alleen door
een vakman worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kun
nen er ernstige risico’s opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
-
Wat gedaan als ...?
Kan de toesteldeur wel goed dicht?
^
. . . er in het temperatuurdisplay niets
ofwel enkel een streepje wordt ver
-
licht of knippert?
Staat de temperatuurregelknop wel
^
op een stand tussen "1" en "4"?
-
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. . . het toestel niet koelt?
^ Zie na of de temperatuurkiezer op
een andere stand staat als "0".
^ Zit de stekker van het toestel wel ste-
vig in het stopcontact?
^ Zijn de smeltstoppen van uw huisin-
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het
geval is, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
. . . de temperatuur in de koelruimte
te koud is?
^
Draai de temperatuurregelknop op
een kleinere stand.
^
Misschien vergat u de functie Super
koelen uit te schakelen. Het controle
lampje is nog verlicht.
Controlleer ca. 6 uur na het inscha
^
kelen van het toestel het tempera
tuurdisplay. Er wordt enkel een tem
peratuur aangeduid indien die tussen
de 2 en de 9 °C ligt.
. . . de binnenverlichting in de koelzo
ne niet meer werkt?
^ Misschien klemt de lichtschakelaar?
Is dat niet het geval, dan is het lampje
defect.
^ Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de overeenkomstige smeltstoppen uit.
-
-
-
-
-
-
. . . de compressor vaker en langer in
geschakeld wordt?
^
Zijn de ventilatieopeningen onderaan
in de sokkel en bovenaan op de om
mantelingskast niet geblokkeerd of
zitten ze niet onder het stof?
^
De toesteldeur werden vaak geo
pend.
-
^
Druk het lampdeksel samen zodat
-
het los raakt. Haak het achteraan uit.
^
Draai het lampje uit en vervang het.
Gegevens:
220 - 240 V, max. 25 W, fitting E 14
19
Wat gedaan als ...?
Draai de nieuwe lamp in. Zorg ervoor
^
dat de dichting goed zit.
Haak het lampdeksel achteraan en
^
opzij weer in.
. . . de bodem van de koelruimte nat
is?
Het afvoergaatje voor het dooiwater is
verstopt.
^ Maak het afvoergeultje en -buisje
voor het dooiwater schoon.
Kan u de storing aan de hand van
deze aanwijzingen niet ongedaan
maken, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
Maak de toesteldeur bij voorkeur
niet open tot de storing werd verhol
pen. Zo beperkt u koudeverlies.
20
-
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
21
Technische dienst
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
22
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
Elektrische aansluiting
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden ver
vangen, dan mag dat enkel worden uit
gevoerd door een erkend elektricien.
-
-
-
-
-
23
Opmerkingen omtrent de montage
Ventilatie
Zolang het toestel niet ingebouwd is,
kan het nog kantelen!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats vlak naast een fornuis,
een radiator of bij een venster vlak in
de zon. Hoe hoger de kamertempera
tuur oploopt, hoe langer de compressor
draait en hoe meer stroom er wordt ver
bruikt. Geschikt is een droog, degelijk
geventileerd vertrek.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van
omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te blijven. De klimaatklasse vindt u terug op
het typeplaatje binnen in het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
Lagere kamertemperaturen doen de
compressor langer stilstaan. Dat kan de
temperatuur in het toestel doen stijgen.
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
Tegen de rugzijde van het toestel wordt
de lucht verwarmd. Daarom moet de in
bouwkast een degelijke luchttoevoer en
-afvoer mogelijk maken. Dan is een on
berispelijke ventilatie gewaarborgd. Bij
Miele-keukenmeubelen is dat reeds
voorzien.
Voor de luchtcirculatie dient u aan de
-
achterzijde van het toestel een kanaal
van minstens 50 mm diep te voorzien.
De lucht wordt via de sokkel van de
keukenkast toegevoerd. De doorsnede
van dat luchtcirculatiekanaal moet minstens 200 cm
lucht ongehinderd circuleren. Anders
gaat de compressor meer draaien, wat
het stroomverbruik opvoert.
Dek de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen niet af. Maak die ook geregeld stofvrij.
Voor u het toestel inbouwt
^
Verwijder eerst de afdichtingsband
en het overige toebehoren uit het toe
stel en van de achterzijde.
^
Verwijder de snoerhouder van de
achterzijde van het toestel.
2
groot zijn. Dan kan de
-
-
-
24
^
Zie na of alle onderdelen aan de ach
terzijde van het toestel vrij kunnen
bewegen. Buig ze eventueel voor
zichtig van mekaar weg.
-
-
Opmerkingen omtrent de montage
Inbouw in een scheidingswand
In dit geval dient u de achterzijde van
de inbouwnis aan het toestel met een
paneel te bekleden.
Had het oude toestel andere
scharnieren?
Was uw oud toestel met andere schar
nieren uitgerust, dan kan u de meubel
deur toch nog steeds gebruiken:
Demonteer de oude scharnieren van
^
de ommantelingskast. Die hebt u niet
meer nodig.
De meubeldeur wordt nu immers op
de toesteldeur gemonteerd. Al de
vereiste onderdelen zijn bijgeleverd
of zijn in de Technische Dienst van
Miele verkrijgbaar.
^ Is de meubeldeur voorzien van gaten
voor potscharnieren, sluit die dan af
met de bijgeleverde zelfklevende folie. Deze gaten dienen nergens meer
toe.
-
-
25
Inbouwmaten
Hoogte van het toestel
a
K 825 i-1870 mm874 - 885 mm
K 835 i-11020 mm1024 - 1040 mm
K 845 i-11216 mm1220 - 1235 mm
26
Nishoogte
b
De deurscharnieren verwisselen
Voor u uw toestel inbouwt, bepaalt u
langs waar de toesteldeur moet open
gaan. Moet die naar links opengaan,
verplaats dan het scharnier.
Zet de toesteldeur open.
^
-
^ Draai de schroeven a uit.
Klap de scharnieren niet dicht. U
kan zich daaraan kwetsen!
^ Verwissel de scharnieren diagonaal
van plaats b.
^
Trek de afdekplaatjes a met de hand
en b met een sleufschroevendraaier
eruit.
^
Zet de bevestigingsschroeven c los.
^
Schuif de toesteldeur naar buiten toe
en til ze eruit d.
^
Draai de bevestigingsschroeven c
helemaal uit. Schroef ze losjes aan
de andere kant e.
^ Dicht de vrije gaatjes met de bijgele-
verde dopjes c.
27
De deurscharnieren verwisselen
^ Schuif de toesteldeur op de vooraf
gemonteerde schroeven a. Draai de
schroeven stevig aan.
^ Steek de afdekplaatjes b erop. U
hoort een klik.
28
Het inbouwen van het apparaat
Alle stappen bij de montage worden
gedemonstreerd met een apparaat
met een rechtsscharnierende deur.
Hebt u een apparaat met linksschar
nierende deur, houd daar dan bij de
montage rekening mee.
-
Het stellen van de inbouwkast
Stel de inbouwkast voordat u het appa
raat inbouwt heel precies met een wa
terpas. De hoeken van de kast moeten
allemaal 90° zijn, omdat de meubeldeur
anders niet precies tegen alle vier de
hoeken aanligt.
-
Voordat u het apparaat in
bouwt
^ Schuif het opvulpaneel a in de hou-
der en schroef het met borstbouten
b vast.
^ Alleen bij meubelwanden van
16 mm dik:
Verkort de afdichtingsband c tot
kasthoogte.
Plak de afdichtingsband aan die kant
van het apparaat waar de deur wordt
geopend.
Klik de afstandstukken d op de
scharnieren vast.
-
29
Het inbouwen van het apparaat
Het inbouwen van het apparaat
Schuif het apparaat in de inbouw
^
kast.
Let er daarbij op dat de aansluitkabel
niet ergens tussen beklemd raakt.
-
Druk het apparaat met de kant waar
^
de scharnieren zitten tegen de wand
van de inbouwkast.
Stel het apparaat via de stelvoeten
^
met de bijgevoegde gaffelsleutel f.
Schroef de kunststof haak c met de
^
schroeven d (M5 x 22) vast aan de
kant waar de deur wordt geopend.
Schuif het apparaat zo ver naar bin
^
nen dat de kunststof haak evenwijdig
loopt met de voorste rand van de bo
dem van de inbouwkast e.
-
-
–
Wanneer de wand 16 mm dik is,
schuif het apparaat dan zo ver naar
binnen totdat de afstandstukken te
gen de wand van de inbouwkast
aankomen a.
–
Wanneer de wand 19 mm dik is,
schuif het apparaat dan zo ver naar
binnen totdat de voorste rand van de
scharnieren evenwijdig lopen met de
zijwand van de inbouwkast b.
Het opvulpaneel mag niet tegen de
meubelrand aankomen en moet he
lemaal in de inbouwkast verdwijnen.
30
-
^
Verbind het apparaat boven en onder
met de inbouwkast en wel door het
volgende te doen.
–
Draai de lange spaanplaatschroeven
a (4 x 19 mm) losjes door de schar
-
nierlussen.
-
Draai twee lange spaanplaten
–
schroeven b (4 x 19 mm) losjes door
het midden van het sleufgat van de
kunststof haak en klap de kunststof
haak naar beneden.
Draai de schroeven c aan de bo
–
venkant door het opvulpaneel d.
Sluit de deur van het apparaat.
^
-
Het inbouwen van het apparaat
-
Het monteren van de meubel
deur
^
Stel de afstand tussen de deur van
het apparaat en de bevestigingstra
verse in op 8 mm a.
^
Schuif de montagehulpstukken d ter
hoogte van de meubeldeur. Daarbij
moet de onderkant van de haken X
van de montagehulpstukken zich op
gelijke hoogte bevinden als de bo
venrand - van de te monteren meu
beldeur.
-
^ Teken met een potlood een middellijn
op de binnenkant van de meubeldeur.
^ Hang de bevestigingstraverse met
de montagehulpstukken a op de
binnenkant van de meubeldeur. Stel
de bevestigingstraverse precies in
het midden.
^
Maak de bevestigingstraverse met
minstens 6 korte spaanplaatschroe
ven b (4 x 14 mm) vast. Gebruik bij
cassettedeuren slechts 4 schroeven
-
-
aan de rand.
^
Trek de montagehulpstukken naar
boven en trek ze eruit c.
^
Draai de montagehulpstukken en
steek ze helemaal in de middelste
gleuven van de bevestigingstraver
se d.
-
-
-
^
Schroef de moeren b eraf en haal de
bevestigingstraverse c er samen
met de montagehulpstukken af.
31
Het inbouwen van het apparaat
^
^ Hang de meubeldeur op de stel-
schroeven a.
^ Draai de moeren b losjes op de stel-
schroeven.
^ Sluit de deur en controleer de af-
stand van de deur tot de meubeldeuren daarnaast.
Draai de moeren a aan de deur van
het apparaat vast.
Houd daarbij de stelschroeven b
met een sleufschroevendraaier te
gen.
-
^ Stel de meubeldeur ten opzichte van
de meubeldeuren daarnaast.
Het stellen aan de zijkanten:
de juiste afstand X krijgt u door de
meubeldeur te verschuiven.
Het stellen in de hoogte:
de juiste afstand Y krijgt u door met
een sleufschroevendraaier aan de
stelschroeven a te draaien.
32
Het inbouwen van het apparaat
^ Schroef de deur van het apparaat
aan de meubeldeur vast en wel als
volgt.
– Schroef bevestigingshaak a met de
zeskantige schroef b op de voorgeboorde gaten in de deur van het apparaat.
(Schroef bij een grote meubeldeur of
een meubeldeur die uit verschillende
delen bestaat een tweede paar bevesti
gingshaken a in het handvatgedeelte
van de deur. Gebruik daarvoor de voor
geboorde gaten van de deur van het
apparaat).
-
-
– Let erop dat de beide metalen ran-
den c (symbool
–
Boor de bevestigingspunten d voor
en draai er de korte spaanplaten
schroeven e (4 x 14 mm) in.
–
Stel de meubeldeur in de diepte met
afstand Z:
Draai de schroeven f aan de bo
venkant van de deur van het appa
raat en draai de schroef g aan de
bevestigingshaak aan de onderkant
los.
Stel tussen meubeldeur en de
kastruimte aan de voorkant een
luchtspleet van 2 mm in door de
meubeldeur te verschuiven. Sluit
daartoe de deur. Oriënteer u aan de
meubeldeuren daarnaast.
II
) evenwijdig lopen.
-
^ Zet de afdekkingen erop.
-
-
333435
Wijzigingen voorbehouden / 2305
K 825 i-1, K 835 i-1, K 845 i-1
M.-Nr. 06 156 550 / 01
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.