te integreren inbouwkoelkasten
K 821 i, K 831 i
K 832 i, K 841 i
K 842 i, K 852 i
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat.
a Temperatuurdisplay
b Toets en controlelampje voor 'Super
koelen'
c Knop aan/uit en temperatuurreling
d Lichtcontactschakelaar
e Vriesvak (volgens het model)
f Legplaten
g Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
h Fruit- en groentebakken
4
i Boter- en kaasvak
j Eierrekje
k Binnenverlichting
l Deurrek
m Flessenhouder
Page 5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Hou bij het afdanken van uw oud toe
stel ook rekening met de gelijknamige
rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
-
-
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en het toestel
beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij
zing voor u het toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmer
kingen omtrent het inbouwen, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het toestel. Zo beschermt
u zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel achteraf gebruikt.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
huishouden. Het dient enerzijds om
levensmiddelen te koelen en te bewaren, anderszijds om diepvrieswaar te
bewaren, verse levensmiddelen in te
vriezen en consumptie-ijs te bereiden.
Alle andere toepassingen zijn ongeoor
loofd en misschien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend werd.
-
-
-
-
-
-
-
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan R600a. Dat is een na
tuurlijk gas dat heel weinig milieubelas
tend is. Het is evenwel brandbaar. Het
brengt echter geen schade toe aan de
ozonlaag. Het vergroot evenmin het
broeikaseffect. Door dit milieuvriendelijk
koelmiddel toe te passen maakt het
toestel wel iets meer lawaai. Naast het
geluid dat de compressor maakt, kan
er in heel het koelcircuit lawaai optre
den. Deze gevolgen zijn jammer ge
noeg niet te vermijden. Ze beïnvloeden
echter niet het vermogen van het toestel.
Bij het transport en opstellen van het
toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcircuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken!
Is er toch schade opgetreden,
- vermijd dan open vuur of vonken,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten en
- verwittig de Technische Dienst.
Hoe meer koelmiddel het toestel
bevat, hoe groter het vertrek moet
zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt
er eventueel een lek op, dan kan er in
te kleine vertrekken een brandbaar
gas-luchtmengsel worden gevormd.
Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
minstens 1 m
koelmiddel het toestel bevat, vindt u op
het typeplaatje aan de binnenzijde.
3
ruim te zijn. Hoeveel
-
-
-
-
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vergelijk voor het aansluiten van
het toestel beslist de aansluitgege
vens op het typeplaatje met de gege
vens van uw huisinstallatie. Het gaat
hier over de spanning en de frequentie.
Deze gegevens moeten absoluut over
eenstemmen om schade aan uw toestel
te vermijden. Vraag bij twijfel inlich
tingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardsysteem is aan
gesloten, dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belang
rijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman
nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elektrische schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
indien u het volgens de gebruiks
aanwijzing monteert en aansluit.
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
Installatiewerk en herstellingen
mag u enkel door erkende vak
mensen laten uitvoeren. Door ondes
kundige installaties of reparaties kun
nen er niet te onderschatten risico’s op
duiken voor wie het toestel gebruikt.
Daarvoor is de fabrikant niet aanspra
kelijk.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Het toestel is pas stroomloos in
-
dien aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
u hebt de stekker van het toestel uit
–
het stopcontact getrokken.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker om het toestel stroomloos te
maken.
u hebt de smeltveiligheden van de
–
huisinstallatie uitgeschakeld.
Gebruik om het toestel op het
stroomnet aan te sluiten, geen ver
lengsnoeren. Die waarborgen niet de
nodige veiligheid. Er is risico van over
verhitting.
Gebruik
Raak de diepvrieswaar niet met
natte handen aan. Uw handen kunnen eraan vastvriezen. U kan kwetsuren
oplopen!
Steek ijsblokjes en frisco’s, vooral
ijslolly’s, nooit meteen in de mond
nadat u die uit de vrieszone hebt geno
men. Door de zeer lage temperatuur
-
kunnen uw lippen of uw tong vastvrie
zen. U kan letsels oplopen!
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug
in. Verbruik die zo vlug mogelijk.
De levensmiddelen boeten immers aan
voedingswaarde in en bederven. Zo u
ze kookt of braadt, kan u die levens
middelen opnieuw invriezen.
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bewaar in uw toestel geen explo
sieve stoffen. Zodra de thermostaat
wordt ingeschakeld, kunnen er dan
vonken ontstaan. Die kunnen bepaalde
vonkgevoelige mengelingen doen ont
ploffen.
Alcohol met hoog gehalte mag u
enkel goed afgesloten en rechtop
in de koelzone bewaren. Er is anders
explosiegevaar!
Bewaar in de vrieszone beter geen
blikjes of flessen met koolzuurhou
dende drank of met vloeistof die kan
bevriezen. De blikjes of flessen kunnen
stukspringen. U kan letsels oplopen en
er is risico op schade!
Neem flessen die u in de vrieszone
legt om snel te koelen, uiterlijk na
een uur weer uit. De flessen kunnen
stukspringen. Er is risico van lichamelijk
letsel en schade!
Zo u te lang bewaarde levensmid-
delen eet, loopt u het risico van
voedselvergiftiging.
De bewaarduur hangt van heel wat fac
toren af. Onder meer van de mate
waarin de levensmiddelen vers en de
gelijk zijn, maar ook van de bewaartem
peratuur. Hou de bewaartips en de op
gegeven bewaarduur van de voedsel
fabrikanten in acht!
Gebruik geen spitse noch scherpe
voorwerpen om
–
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
aangevroren ijsblokjesschalen en
diepvrieswaar los te maken.
-
-
-
-
Zet nooit elektrische verwarmings
apparaten noch kaarsen in het toe
stel om het te ontdooien. Anders loopt
de kunststof schade op.
Gebruik nooit ontdooisprays of
ijsverwijderende middelen. Die
kunnen explosieve gassen vormen, die
oplosmiddel of drijfgas bevatten of uw
gezondheid kunnen schaden.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt die op de
duur poreus.
Dek de luchttoevoer in de sokkel
en de luchtafvoer in de ommante
lingskast niet af. Anders is er geen onberispelijke luchttoevoer meer gewaarborgd. Het stroomverbruik stijgt en er
kan schade optreden aan bepaalde onderdelen.
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te
blijven. De klimaatklasse vindt u terug
-
op het typeplaatje binnen in het toestel.
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daar
-
door kan het toestel de noodzakelijke
-
temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooien
en schoon te maken in geen geval
een hogedrukreiniger. De vloeistof kan
onderdelen aanraken, die onder span
ning staan. Zo kan er kortsluiting optre
den.
-
-
-
-
-
-
Zo beschadigt u de vriesplaten en raakt
het toestel volledig defect.
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Uw oud toestel afdanken
Verniel het slot van uw oude koel
kast of diepvriezer wanneer u die
buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat
spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten en in levensgevaar komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van
het koelcircuit beschadigt, b.v.
door:
de koelmiddelkanaaltjes van de ver
–
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan oogletsels
tot gevolg hebben.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen niet in acht werden
genomen.
-
-
9
Page 10
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa
ter voor en wrijf daarna alles met een
doek droog.
-
Het toestel inschakelen
Draai de knop aan/uit met een geld
^
stuk naar rechts van de stand '0'
weg.
Draai deze knop enkel tot aan de
aanslag. Draai vandaar weer terug.
Anders maakt u de knop stuk.
In het temperatuurdisplay knippert even
een 8. Daarna wordt een streepje verlicht. Het toestel begint te koelen en het
licht in de koelruimte gaat aan telkens
als de toesteldeur opengaat.
-
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
laat het vriesvak ontdooien,
^
maak het toestel schoon,
^
laat de toesteldeuren op een kier om
^
reukhinder tegen te gaan.
Werd het toestel bij langdurige afwe
zigheid uitgeschakeld, maar niet
schoongemaakt? In zo'n geval is er
risico op schimmelvorming zo de
toesteldeur gesloten blijft.
-
Het toestel uitschakelen
^
Draai de knop aan/uit met een geld
stuk naar links in de stand '0'.
Het temperatuurdisplay gaat uit. De
koeling en de verlichting worden uitge
schakeld.
10
-
-
Page 11
De juiste temperatuur
Voor het bewaren van levensmiddelen
is het van groot belang de juiste tempe
ratuur in te stellen. Door micro-organis
men bederft eetwaar namelijk gauw.
Door een juiste bewaartemperatuur kan
dat proces evenwel worden vermeden
of vertraagd. De temperatuur heeft in
vloed op de snelheid waarmee de mi
cro-organismen aangroeien. Hoe lager
de temperatuur, hoe trager dat proces.
De temperatuur in het toestel loopt op
naarmate
u de toesteldeur vaker opent en
–
langer laat openstaan,
– u meer eetwaar in het toestel be-
waart,
– de vers geplaatste eetwaar warm is,
– de omgevingstemperatuur rond het
toestel hoger ligt.
Dit toestel is geschikt voor een be-
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tem-
peratuur dient binnen zekere gren-
zen te blijven.
-
-
. . in het diepvriesvak
(volgens het model)
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en eetwaar lange tijd te bewaren, is er
een temperatuur van -18 °C nodig. Bij
deze temperatuur wordt de aangroei
van micro-organismen verregaand
stopgezet. Zodra de temperatuur bo
ven de -10 °C stijgt, wordt de diepvries
waar door de micro-organismen aange
tast en kan die niet meer zo lang wor
den bewaard. Daarom mag u gedeelte
lijk of volledig ontdooide spijzen pas
weer invriezen nadat u ze gekookt of
gebraden hebt. Door de hoge temperatuur worden de meeste micro-organismen immers vernietigd.
De temperatuur instellen
De temperatuur kan u met de temperatuurregelknop instellen.
-
-
-
-
-
. . . in de koelkast
Wij bevelen een koeltemperatuur van 5
°C in het midden van het toestel aan.
^
Draai de temperatuurregelknop met
een geldstuk naar rechts in een be
paalde stand.
Draai deze knop enkel tot aan de
aanslag. Draai vandaar weer terug.
Anders maakt u de knop stuk.
Hoe hoger de stand, hoe lager de tem
peratuur in het toestel.
-
-
11
Page 12
De juiste temperatuur
Als u het toestel normaal gebruikt en de
eetwaar in het vriesvak maar korte tijd
bewaart, volstaat een stand tussen 2
en 3.
Als u het toestel normaal gebruikt en de
eetwaar in het vriesvak lange tijd be
waart, kiest u beter een stand tussen 3
en 4.
Temperatuurdisplay
-
Bij normaal gebruik ziet u op het tem
peratuurdisplay in het bedieningspa
neel de gemiddelde temperatuur in het
toestel.
Ligt de temperatuur in het toestel niet in
de sector waarin het display de temperatuur aanduidt - m.a.w. tussen 0 en 9
°C -, dan wordt een streepje verlicht.
Door de natuurlijke luchtcirculatie zijn
er plaatsen in het toestel waar het warmer of kouder is dan wat wordt aangeduid. Dit is geen storing, wel normaal!
Benut deze koudeverschillen om de levensmiddelen juist te schikken.
-
-
12
Page 13
Super koelen
De functie 'super koelen'
Met deze functie wordt de koelzone
heel gauw tot ongeveer 2 °C gekoeld.
'Super koelen' inschakelen
Dit is vooral aan te bevelen wanneer u
heel wat verse levensmiddelen of drank
snel wenst te koelen.
^ Druk op de toets SUPER zodat het
controlelampje SUPER aangaat.
De temperatuur in het toestel daalt daar
het toestel met zijn grootste koelvermogen werkt.
'Super koelen' uitschakelen
De functie 'super koelen' wordt automa
tisch uitgeschakeld na ca. 6 uur wer
king. Het controlelampje gaat uit. Het
toestel koelt nu weer met zijn normale
vermogen.
Om stroom te sparen, kan u deze func
tie ook zelf uitzetten zodra de eetwaar
of drank koel genoeg is.
Druk op de toets SUPER zodat het
^
controlelampje SUPER uitgaat.
Het toestel koelt nu weer met zijn nor
male vermogen.
-
-
-
-
13
Page 14
De levensmiddelen zinvol schikken
Wegens de natuurlijke luchtcirculatie
komen er in de koelzone verschillende
temperaturen aan bod. Koude, zware
lucht zakt naar onderen in het toestel.
Benut deze temperatuurverschillen
bij het schikken van levensmid
delen!
De koudste zones bevinden zich aan
achterwand en boven de groentebak
ken. Benut deze laatste zone voor eet
waar die makkelijk bederft. Bv. vlees,
worst en vis.
De warmste zone vindt u helemaal boven aan de deur. Gebruik deze zone
om boter te bewaren, die smeerbaar
moet blijven. U kan daar ook kaas leggen zodat het aroma wordt bewaard.
-
-
Aanbevolen schikking
Plaats op de legroosters / legplaten
^
van boven naar onder gebak, kant-e
n-klaargerechten, zuivel, vlees, vis en
worst.
In de groentebakken schikt u sla,
^
groente en fruit.
Sommige fruit- en groentesoorten
bewaart u beter niet samen in de
-
zelfde bak. Door uitwasemingen van
natuurlijk gas wordt de houdbaar
heid van andere levensmiddelen im
mers beïnvloed. Voorbeelden daar
van vindt u onder Koelen en bewaren.
^ In de toesteldeur legt u van boven
naar onder boter, kaas, blikjes,
flesjes, tubes, grote flessen, kartonnetjes fruitsap en melk.
Bewaar tafelolie liever niet in de
deur van de koelkast. Eventueel gemorste olie kan op den duur scheur
tjes veroorzaken in de kunststof.
-
-
-
-
-
-
14
^
Bewaar in het vriesvak diepvrieswaar,
ijsblokjes en consumptie-ijs.
Page 15
De binnenruimte aanpassen
De legplaten verplaatsen
De legplaten kan u volgens de hoogte
van de recipiënten verplaatsen.
Trek de plaat tot aan de aanslag naar
^
voren en til ze vooraan op om ze uit
te nemen.
Zet de legplaat er met de achterste
^
opstaande rand naar boven toe op
de gewenste plaats weer in.
Die opstaande rand dient naar boven
te wijzen opdat de eetwaar de rug
wand niet aanraakt noch eraan vast
vriest.
Legplaat in 2 delen
Om hoge recipiënten en flessen te
plaatsen, is er een legplaat in 2 delen.
^ Til het voorste halve deel vooraan
lichtjes op. Schuif het voorzichtig onder het achterste halve deel.
Deur- en flessenrekken ver
plaatsen
Schuif het rek naar boven toe en
^
neem het er naar voren uit.
Zet het rek er naar believen weer er
^
gens in. Druk het juist en stevig op
de nokken.
De flessenhouder verschuiven
De flessenhouder kan u naar links of
rechts verschuiven. Daardoor hebben
de flessen bij het openen en sluiten van
de toesteldeur meer houvast.
-
-
15
Page 16
Levensmiddelen koelen en bewaren
Belangrijke tips
Benut steeds de temperatuurver
schillen bij het bewaren van eetwaar.
Hou de aanbevelingen omtrent de
schikking in acht!
De eetwaar mag de rugwand niet
–
aanraken. Die kan eraan vastvriezen.
Bewaar geen explosieve stoffen
–
noch producten met brandbaar drijf
gas (bv. slagroom- en spraybussen)
in de koelkast. Ontploffingsgevaar!
Alcohol met een hoog gehalte mag u
–
enkel rechtop en goed dicht in het
toestel plaatsen.
– Laat warme spijs en drank eerst af-
koelen voor u ze in het toestel zet.
– Bewaar eetwaar enkel verpakt of met
een deksel erover. Zo vermijdt u
reukoverdracht en uitdroging.
Groente en fruit kan u wel onverpakt
bewaren in de groentebakken.
–
Leg de eetwaar niet te dicht bijeen.
Dan kan er lucht rond circuleren
–
Doe de deur steeds maar eventjes
open. Dan dringt er geen warmte
naar binnen en spaart u stroom!
-
Levensmiddelen die niet geschikt
zijn om te koelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koelkast te worden bewaard.
Dat is onder meer het geval voor:
Sommige vruchten wasemen een natuurlijk gas uit, dat het verouderingsproces versnelt. Sommige fruit- en groentesoorten zijn daar erg gevoelig aan.
Daarom zou u sommige fruit- en groentesoorten beter niet samen in de groentebak bewaren.
Voorbeelden van fruit dat heel wat
natuurlijke gassen verspreidt:
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het
toestel legt, controleer dan reeds bij de
aanschaf
of de verpakking niet beschadigd is,
–
– tot wanneer het product houdbaar is
– en hoe laag de koeltemperatuur in
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan
-18 °C, dan is de diepvrieswaar niet
zo lang houdbaar.
^ Koop uw diepvrieswaar op het einde
van uw boodschappen. Bewaar hem
in krantenpapier of een koeltas.
^
Leg de gekochte diepvrieswaar met
een in het vriesvak.
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan u die le
vensmiddelen opnieuw invriezen.
-
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik enkel verse en onberispelijke
levensmiddelen om in te vriezen!
Hou hiermee rekening bij het
invriezen:
Zijn geschikt om in te vriezen:
–
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groente, kruiden, rauw fruit, zuivel,
gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en
heel wat kant- en klaargerechten.
Niet geschikt om in te vriezen:
–
druiven, kropsla, radijsjes, ramme
nas, zure room, mayonaise, eieren in
hun schaal, uien, ongeschilde rauwe
appelen en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitami-
nen C te bewaren, dient u fruit en
groente voor het invriezen te blancheren. Doe de groente per portie 2
à 3 minuten in kokend water. Daarna
uitnemen en vlug in koud water afkoelen. Laat de groente uitdruppen.
-
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet. Het kan trouwens
veel langer worden bewaard.
–
Leg tussen koteletten, biefstuk,
-
vleeslapjes e.d. telkens plastic folie.
Zo vermijdt u dat porties aaneenvrie
zen.
-
-
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groente mag u voor het in
vriezen niet kruiden of zouten. Klaar
gemaakte spijzen kruidt of zout u
maar lichtjes. Sommige kruiden ver
anderen immers van smaakintensiteit
bij het invriezen.
-
-
-
-
17
Page 18
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Laat warme spijs en drank eerst bui
–
ten het toestel afkoelen. Anders
wordt reeds ingevroren eetwaar even
ontdooid. Dit leidt bovendien tot een
hoger stroomverbruik.
Verpakken
Vries de levensmiddelen per portie
^
in.
Geschikte verpakking
– kunststoffolie
– zakjes van polyethyleen
– aluminiumfolie
– diepvriesdozen
^ Druk de lucht uit de verpakking.
^ Sluit de verpakking af met
– elastiekjes,
– kunststofklemmen,
– touwtjes of
– koudebestendige plakband.
Polyethyleen zakjes kan u ook met
een lastoestel dichtmaken.
^
Plak op de verpakking een etiket met
inhoud en invriesdatum erop.
Diepvrieswaar schikken
Leg de levensmiddelen op hun brede
^
zijde op de bodem van het vriesvak,
opdat ze zo vlug mogelijk tot in de
kern bevroren geraken.
Leg de pakjes er droog in. Anders
^
vriezen ze aan elkaar.
Levensmiddelen die u er pas inlegt,
mogen niet in aanraking komen met
reeds ingevroren eetwaar. Anders
gaat die lichtjes ontdooien.
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
– in uw microgolfoven,
– in uw oven met de verwarmingssoort
'Hete lucht' of 'Ontdooien',
– op kamertemperatuur,
– in uw koelkast.
Platte stukken vlees en vis kan u in
een hete pan doen zodra ze lichtjes
ontdooid zijn.
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel
in de verpakking als in een schotel met
deksel ontdooien.
Ingevroren groente kan u in kokend
water doen of in heet vet stoven. De
kooktijd valt dan wat korter uit dan bij
verse groente.
18
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan dat wel.
-
Page 19
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
IJsblokjes maken
Druk de sluitbout naar onder en vul
^
de ijsblokjesschaal met water. Het
overtollige water loopt via de afvoero
pening over.
Druk de sluitbout nu naar boven om
^
het schaaltje af te sluiten. Zet het
schaaltje op de bodem van de vries
zone.
Gebruik om de vastgevroren ijs
^
schaal los te maken een stomp voor
werp, b.v. een lepelsteel.
De ijsblokjes komen vlotter los uit de
^
schaal als u die even onder stromend
water houdt.
-
Drank snel koelen
Schakel de functie 'Super koelen' in om
drank snel te koelen. Leg de drank in
de koelruimte.
Als u flessen in het diepvriesvak legt,
haal die er dan uiterlijk na 1 uur weer
uit. Anders springen ze stuk!
-
-
19
Page 20
Ontdooien
Koelzone
Terwijl de compressor draait, kunnen er
zich tegen de rugwand van de koelzo
ne rijm en waterdruppels vormen. Die
hoeft u niet te verwijderen. De koelzone
ontdooit immers automatisch.
Het dooiwater loopt via een geultje en
een afvoerbuisje naar de verdamper
aan de achterzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan wegvloeien. Hou
het afvoergeultje en -buisje proper.
Vriesvak
(volgens het model)
Het vriesvak ontdooit niet automatisch.
De ingevroren levensmiddelen mogen
immers niet ontdooien.
Door het normale gebruik ontstaat er op
de duur rijm en ijs in het vriesvak. Daar
door verslecht de koude-afgifte en ver
hoogt het stroomverbruik.
Krab de rijm- of ijslaag niet weg. U
kan anders de verdamper bescha
digen. Dan werkt uw toestel niet
meer.
Ontdooi het toestel zo nu en dan. Zo er
reeds een ca. 5 mm dikke ijslaag werd
gevormd, dient u dat zeker te doen.
Kies een tijdstip waarop er weinig of
geen diepvrieswaar in het toestel ligt.
Voor u het toestel ontdooit
^ Neem de diepvrieswaar uit en wikkel
die in verschillende lagen krantenpa
pier of dekens.
-
-
-
-
20
^
Bewaar de diepvrieswaar op een
koele plaats tot het toestel weer klaar
is voor gebruik.
Page 21
Ontdooien
Om te ontdooien
Ga bij het ontdooien vlug te werk.
Hoe langer de diepvrieswaar op ka
mertemperatuur blijft liggen, hoe
korter de bewaarduur ervan wordt.
Schakel het toestel uit.
^
Laat de deur van het vriesvak open.
^
Neem het dooiwater met een spons
^
op.
Om het ontdooien te versnellen: zet een
kommetje heet (geen kokend) water op
een onderzetter in het vriesvak. Laat de
deur dicht om de warmte binnen te
houden.
Zet nooit elektrische verwarmingsapparaten noch kaarsen in het toestel. Anders wordt de kunststof beschadigd.
Gebruik geen ontdooisprays noch
ijsverwijderende middelen. Die kunnen explosieve gassen vormen,
maar ook oplosmiddel of drijfgas be
vatten, dat de kunststof aantast of
schadelijk is voor de gezondheid.
-
-
Na het ontdooien
Maak het toestel schoon en droog. Er
^
mag geen water van de schoonmaak
in het afvoerbuisje voor het dooiwater
terechtkomen.
Schakel het toestel in.
^
Leg de diepvrieswaar weer in het
^
vriesvak.
21
Page 22
Schoonmaken
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
'schuurmiddelvrije' schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht
komt in de elektronische bediening
noch in de verlichting.
Door het afvoergaatje voor het dooi
water mag u geen sop laten lopen.
Binnenruimte, toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het
best lauw water met wat afwasmiddel.
Was alle onderdelen met de hand af,
niet in de vaatwasser. Het botervlootje
kan u wel in de afwasautomaat zetten.
Maak de koelzone minstens eens per
^
-
-
maand schoon. Het vriesvak telkens
na het ontdooien.
Maak het geultje voor het dooiwater
^
alsook het afvoerbuisje vaker schoon
met een staafje. Zo kan het dooiwater
steeds ongehinderd weglopen.
Gebruik nooit stoomreinigers. De
stoom kan toestelonderdelen aanraken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
Voor het schoonmaken
^
Schakel het toestel uit door de knop
aan/uit op '0' te draaien.
^
Neem de eetwaar uit het toestel en
bewaar het op een koele plaats.
^
Laat het vriesvak ontdooien.
^
Neem alle onderdelen die u kan uit
nemen, uit om ze schoon te maken.
^ Spoel de binnenruimten en het toe-
behoren daarna met helder water af.
Wrijf alles met een doek droog. Laat
de toesteldeuren even openstaan.
Luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen
^ Maak die openingen geregeld met
een kwast of stofzuiger schoon. Hoe
meer stof erop ligt, hoe meer stroom
het toestel verbruikt.
Deurdichting
Behandel de deurdichting nooit met
olie of vet. Die wordt anders na ver
loop van tijd poreus.
-
^
Maak de deurdichting geregeld met
helder water schoon. Wrijf ze nadien
met een doek goed droog.
-
22
Page 23
Na het schoonmaken
Plaats alle onderdelen weer in het
^
toestel.
Schakel het toestel in met de toets
^
aan/uit.
Leg de diepvrieswaar weer in het
^
toestel en sluit de toesteldeuren.
Schoonmaken
23
Page 24
Wat gedaan als ...?
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mogen enkel en alleen door
een vakman worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kun
nen er ernstige risico's opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
-
. . . het toestel niet koelt?
Zie na of de temperatuurregelknop
^
op een andere stand staat als '0'.
-
Zit de stekker van het toestel wel ste
^
vig in het stopcontact?
Zijn de smeltstoppen van uw huisin
^
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het
geval is, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
-
-
Wat gedaan als . . .
. . . er na het inschakelen van het toe
stel, vooral na het eerste gebruik, on
gewone geluiden waar te nemen
zijn?
Schakel het toestel eerst uit om na te
gaan wat volgt:
^ Staat het toestel stevig en waterpas ?
^ Gaan de meubels naast het toestel
niet trillen als de compressor draait?
^ Kunnen alle onderdelen aan de ach-
terzijde van het toestel vrij bewegen?
^
Hebt u de snoerhouder van de rugzij
de verwijderd? Die kan anders trilge
luiden teweegbrengen.
^
Zitten de uitneembare onderdelen
juist in het toestel?
^
Kunnen flessen of recipiënten elkaar
niet raken?
Bedenk wel dat motor- en stromingsla
waai in het koudecircuit niet te ver
mijden valt.
-
. . . de temperatuur in de koelzone te
koud is?
-
-
Zet de temperatuurregelknop op een
^
kleiner getal.
^ Is de deur van het vriesvak wel goed
dicht?
^ Werd er een grote hoeveelheid eet-
waar tegelijk ingevroren?
Daar de compressor dan heel lang
draait, zakt de temperatuur in de
koelzone automatisch. Daarom vriest
u bij voorkeur nooit meer dan 2 kg
eetwaar tegelijkertijd in.
-
^
U heeft misschien vergeten de func
-
tie 'Super koelen' uit te schakelen. In
dat geval brandt het controlelampje.
-
-
24
Page 25
Wat gedaan als ...?
. . . de compressor vaker en langer in
geschakeld wordt?
Zijn de ventilatie-openingen niet ge
^
blokkeerd of zitten ze niet onder het
stof?
De toesteldeur en de deur van het
^
vriesvak werden vaak geopend.
Ofwel werd heel wat verse eetwaar
ingevroren.
Kunnen de toesteldeuren wel goed
^
dicht?
Kijk eens na of er in het vriesvak
^
geen dikke laag rijm zit. Is dat zo,
laat de zone dan ontdooien.
. . . de diepvrieswaar ontdooit omdat
het in het vriesvak te warm is?
^ Is de kamertemperatuur waarvoor uw
toestel voorzien is, niet onder die opgegeven temperatuur gezakt?
Verhoog de kamertemperatuur.
-
. . . er in het temperatuurdisplay niets
of enkel een streepje wordt verlicht
of knippert?
Staat de temperatuurregelknop op
^
een stand tussen '1' en '4'?
Kijk zowat 6 uur na het inschakelen
^
van het toestel eens naar het tempe
ratuurdisplay. Dat duidt enkel graden
aan indien de temperatuur in de koel
ruimte tussen 0 °C en 9 °C ligt.
. . . de diepvrieswaar vastgevroren
is?
^ Maak de diepvrieswaar los met een
stomp voorwerp, bv. een lepelsteel.
. . . er zich in het vriesvak een dikke
ijslaag gevormd heeft?
^ Kan de deur van het vriesvak goed
dicht?
^ Ontdooi het toestel en maak het
schoon.
-
-
De compressor springt niet zo vaak in
gang indien de kamertemperatuur te
laag is. Dan kan het in het vriesvak ook
te warm worden.
Dikke lagen ijs beperken het koelver
mogen. Dan stijgt ook het stroomver
bruik.
-
-
25
Page 26
Wat gedaan als ...?
. . . de binnenverlichting in de koelzo
ne niet meer werkt?
Misschien klemt de lichtschakelaar.
^
Is dat niet het geval, dan is het lampje
defect:
Trek de stekker uit het stopcontact of
^
schakel de overeenkomstige smelt
stoppen uit.
^ Druk het lampdeksel samen zodat
het los raakt. Haak het achteraan uit.
^ Draai het lampje uit en vervang het.
Gegevens:
220 – 240 V, max. 25 W, fitting E 14
. . . de bodem van de koelruimte nat
is?
Het afvoergaatje voor het dooiwater is
verstopt.
Maak het afvoergeultje en -buisje
^
voor het dooiwater schoon.
Kan u de storing aan de hand van
deze aanwijzingen niet ongedaan
maken, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
Maak de toesteldeuren bij voorkeur
niet open tot de storing werd verhol
pen. Zo beperkt u koudeverlies.
-
^
Draai de nieuwe lamp in. Zorg ervoor
dat de dichting goed zit.
^
Haak het lampdeksel achteraan en
opzij weer in.
26
Page 27
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
Technische dienst
27
Page 28
Elektrische aansluiting
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 – 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden ver
vangen, dan mag dat enkel worden uit
gevoerd door een erkend elektricien.
28
-
-
-
-
-
Page 29
Opmerkingen omtrent de montage
Zolang het toestel niet ingebouwd is,
kan het nog kantelen!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats vlak naast een fornuis,
een radiator of bij een venster vlak in
de zon. Hoe hoger de kamertempera
tuur oploopt, hoe langer de compressor
draait en hoe meer stroom er wordt ver
bruikt. Geschikt is een droog, degelijk
geventileerd vertrek.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van
omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te blijven. De klimaatklasse vindt u terug op
het typeplaatje binnen in het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
Lagere kamertemperaturen doen de
compressor langer stilstaan. Dat kan de
temperatuur in het toestel doen stijgen.
Zo kan diepvrieswaar zelfs eventueel
lichtjes gaan ontdooien.
-
Ventilatie
Tegen de rugzijde van het toestel wordt
de lucht verwarmd. Daarom moet de in
bouwkast een degelijke luchttoevoer en
-afvoer mogelijk maken. Dan is een on
berispelijke ventilatie gewaarborgd. Bij
Miele-keukenmeubelen is dat reeds
voorzien.
Voor de luchtcirculatie dient u aan de
-
achterzijde van het toestel een kanaal
van minstens 50 mm diep te voorzien.
De lucht wordt via de sokkel van de
keukenkast toegevoerd. De doorsnede
van dat luchtcirculatiekanaal moet
minstens 200 cm
2
groot zijn. Dan kan
de lucht ongehinderd circuleren. Anders gaat de compressor meer draaien,
wat het stroomverbruik opvoert.
Dek de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen niet af. Maak die ook geregeld stofvrij.
Voor u het toestel inbouwt
^
Verwijder eerst de afdichtingsband
en ander toebehoren uit het toestel
en van de achterzijde.
^
Verwijder de snoerhouder van de
achterzijde van het toestel.
^
Zie na of alle onderdelen aan de ach
terzijde van het toestel vrij kunnen
bewegen. Buig ze eventueel voor
zichtig van mekaar weg.
-
-
-
-
29
Page 30
Opmerkingen omtrent de montage
Inbouw in een scheidingswand
In dit geval dient u de achterzijde van
de inbouwnis aan het toestel met een
paneel te bekleden.
Had het oude toestel andere
scharnieren?
Was uw oud toestel met andere schar
nieren uitgerust, dan kan u de meubel
deur toch nog steeds gebruiken:
Demonteer de oude scharnieren van
^
de ommantelingskast. Die hebt u niet
meer nodig.
De meubeldeur wordt nu immers op de
toesteldeur gemonteerd. Al de vereiste
onderdelen zijn bijgeleverd of zijn in de
Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
^ Is de meubeldeur voorzien van gaten
voor potscharnieren, sluit die dan af
met de bijgeleverde zelfklevende folie.
Deze gaten dienen nergens meer toe.
-
-
30
Page 31
Inbouwafmetingen
Toestelhoogte [mm]
a
K 821 i870874 – 885
K 831 i, K 832 i10201024 – 1040
K 841 i, K 842 i12161220 – 1235
K 852 i13931397 – 1410
Nishoogte [mm]
b
31
Page 32
De deurscharnieren verwisselen
Voor u uw toestel inbouwt, bepaalt u
langs waar de toesteldeuren moeten
opengaan. Moeten ze naar links open
gaan, verplaats dan het scharnier.
Toesteldeur
Zet de toesteldeur open.
^
-
^ Draai de schroeven a uit.
Klap de scharnieren niet dicht. U
kan zich daaraan kwetsen!
^ Verwissel de scharnieren diagonaal
van plaats b.
^
Trek de afdekplaatjes a met de hand
en b met een sleufschroevendraaier
eruit.
^
Zet de bevestigingsschroeven c los.
^
Schuif de toesteldeur naar buiten toe
en til ze eruit d.
^
Draai de bevestigingsschroeven d
helemaal uit. Schroef ze losjes aan
de andere kant e.
32
^ Dicht de vrije gaatjes met de bijgele-
verde dopjes c.
Page 33
De deurscharnieren verwisselen
^ Schuif de toesteldeur op de vooraf
gemonteerde schroeven a. Draai de
schroeven stevig aan.
^ Steek de afdekplaatjes erop. U hoort
een klik.
Deurtje van het vriesvak
Schroef de scharniersteun a af.
^
Neem het vriesvakdeurtje b samen
met de scharniersteun af.
Plaats de scharniersteun op de bo
^
venste stift c van de vriesvakdeur.
Draai het deurtje zodat de scharniersteun zich onderaan bevindt.
^ Schroef de sluithaak d af.
-
^
Draai de sluithaak 180° en schroef
hem aan de andere kant e in.
^
Zet het vriesvakdeurtje met de bo
venste stift in de opening f. Schroef
de scharniersteun vast g.
^
Sluit de gaatjes met de dopjes h.
-
33
Page 34
Het toestel inbouwen
Alle stappen i.v.m. de montage wor
den hier getoond bij een toestel met
het scharnier rechts.
Zo u reeds het scharnier links heeft
gemonteerd, hou dan rekening met
deze verandering bij de te volgen
stappen.
De inbouwnis gelijk zetten
Voor u het toestel inbouwt, dient u de
ommantelingskast keurig waterpas te
zetten. De kasthoeken moeten een
hoek van 90° vormen. Anders sluit de
meubeldeur niet keurig af tegen de
4 hoeken van de kast.
Het toestel voorbereiden
-
^ Schuif het opvulpaneel a in de hou-
der.
^ Enkel bij 16 mm dikke kastwanden:
Maak de afdichtingsband b even
lang als de nis hoog is.
Kleef de band tegen de toestelzijde
waar de deur opengaat.
Laat de afstandstukjes c met een
klik over de scharnieren grijpen.
34
Page 35
Het toestel inbouwen
Het toestel inbouwen
Schuif het toestel in de inbouwnis.
^
Zorg dat het snoer nergens klemt!
Bevestig het kunststof hoekplaatje c
^
met de schroeven d (M5 x 22) met
verzonken kop aan de kant waar de
deur opengaat.
Schuif het toestel zo ver in de nis dat
^
het kunststof hoekplaatje gelijk komt
met de voorkant van de bodemplank
van het meubel e.
^
Volgens de dikte van de kastwand
schuift u het toestel in de nis totdat
- de afstandsstukken de meubelwand
raken a (16 mm wanddikte),
- of de voorkanten van de schar
nieren gelijk lopen met de zijwand
van het meubel b (19 mm wanddik
te).
Het opvulpaneel mag niet voorbij de
meubelkant uitkomen. Dat moet vol
ledig in de nis verdwijnen.
^
Duw het toestel aan de kant van de
scharnieren tegen de meubelwand.
^
Zet het gelijk via de regelvoetjes met
de bijgeleverde dopsleutel f.
-
^
Om het toestel boven en onder met
-
-
de kast te verbinden, draait u de
lange houtschroeven a (4 x 19 mm)
losjes door de scharnierplaatjes.
^
Draai een lange houtschroef b (4 x
19 mm) zachtjes door het midden
van het langwerpige gaatje in het
kunststof hoekplaatje. Klap dit plaatje
daarna naar onderen c.
^
Doe de toesteldeur dicht.
35
Page 36
Het toestel inbouwen
De meubeldeur monteren
^ Stel de afstand tussen de toesteldeur
en het dwarse bevestigingsstuk in op
8 mm a.
^ Schuif de montagehulpstukken d ter
hoogte van de meubeldeur: de onderste aanslagkant X van de montagehulpstukken komt op dezelfde
hoogte als de bovenkant van de te
monteren meubeldeur. Zie teken -.
^
Draai de moeren b uit en neem het
dwarse bevestigingsstuk c samen
met de montagehulpstukken af.
^ Markeer met een potlood dunnetjes
een streep in het midden op de binnenzijde van de meubeldeur.
^ Hang het dwarse bevestigingsstuk
met de montagehulpstukken a op
de binnenzijde van de meubeldeur.
Hang het bevestigingsstuk keurig in
het midden.
^
Bevestig het dwarse bevestigings
stuk met minstens 6 korte hout
schroeven b (4 x 14 mm). Bij deuren
met cassettevorm gebruikt u enkel 4
schroeven aan de rand.
^
Trek de montagehulpstukken er naar
boven uit c.
^
Draai de montagehulpstukken ach
terstevoren en steek ze helemaal in
de middelste gleuven van het dwarse
bevestigingsstuk d.
-
-
-
36
Page 37
Het toestel inbouwen
^ Haak de meubeldeur over de instel-
bouten a.
^ Draai de moeren b losjes op de in-
stelbouten.
^ Sluit de deur en kijk de afstand na tot
de meubeldeuren ernaast.
^ Hang de meubeldeuren gelijk ten op-
zichte van die ernaast:
Opzij (X) regelt u de deur door ze te
verschuiven; in de hoogte (Y) door
met een sleufschroevendraaier aan
de instelbout a te draaien.
^
Draai de moeren b ietwat vaster aan.
^ De toesteldeur met schroeven op de
meubeldeur bevestigen:
– Bevestig de hoekplaatjes a met de
schroeven met zeskantige kop b in
de vooraf geboorde gaatjes in de
toesteldeur.
– Zorg ervoor dat beide metalen kan-
ten evenwijdig lopen c (symbool //).
–
Boor de gaatjes d en draai de korte
houtschroeven e (4 x14 mm) in.
–
Stel de meubeldeur in de diepte (Z):
draai boven op de toesteldeur de
schroeven f en onder op het beves
tigingsplaatje de schroef g los. Ver
schuif de meubeldeur om een lucht
spleet van 2 mm tussen meubeldeur
en nisvoorkant in te stellen. Sluit
daartoe de deur en hang ze gelijk
met die ernaast.
–
Bij grote meubeldeuren of die in twee
delen bevestigt u ter hoogte van het
handvat een tweede paar bevesti
gingsplaatjes a.
-
-
-
-
37
Page 38
Het toestel inbouwen
Benut de gaatjes die daartoe op de
toesteldeur voorzien zijn.
Het toestel bevestigen
Draai de moeren a op de bovenkant
^
van de toesteldeur aan. Hou intussen
de instelbout b met een sleufschroevendraaier tegen.
^ Draai alle schroeven aan.
Bevestig het toestel boven en onder
aan de ommantelingskast:
^ Klap het kunststof hoekplaatje op en
draai een tweede schroef a door het
plaatje. Draai beide schroeven aan
en klap het plaatje omlaag.
38
^
Plaats het opvulpaneel b parallel
met de bovenste nisplank door het
paneel te verschuiven. Het paneel
mag er niet langs voren uitsteken!
^
Bevestig het opvulpaneel met de kor
te houtschroeven c (4 x 14 mm) te
gen de bovenste nisplank.
-
-
Page 39
^ Steek al de afdekstukken op.
Het toestel inbouwen
39
Page 40
Wijzigingen voorbehouden / 2003
K 821 i, K 831 i, K 832 i, K 841 i, K 842 i, K 852 i
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
M.-Nr. 05 989 170 / 01
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.