bekleedbare koelkasten
voor inbouw onder een werkblad
K 821 E-1
K 822 E-1
K 842 E-1
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
a Lichtschakelaar
b Vriesvak*
c Legplaat
d Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
e Fruit- en groentebakken
f Ventilatierooster
* volgens het model
4
g Boter- en kaasvak
h Eierrekje
i Temperatuurregelknop en
binnenverlichting
j Deurrek
k Flessenrek
l Flessenhouder
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Hou bij het afdanken van uw oud toe
stel ook rekening met de gelijknamige
rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en het toestel
beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij
zing voor u het toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmer
kingen omtrent het inbouwen, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het toestel. Zo beschermt
u zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel achteraf gebruikt.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
huishouden. Het dient enerzijds om
levensmiddelen te koelen en te bewaren, anderszijds om diepvrieswaar te
bewaren, verse levensmiddelen in te
vriezen en consumptie-ijs te bereiden.
Alle andere toepassingen zijn ongeoor
loofd en misschien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend werd.
-
-
-
-
-
-
-
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan R600a. Dat is een na
tuurlijk gas dat heel weinig milieubelas
tend is. Het is evenwel brandbaar. Het
brengt echter geen schade toe aan de
ozonlaag. Het vergroot evenmin het
broeikaseffect. Door dit milieuvriendelijk
koelmiddel toe te passen maakt het
toestel wel iets meer lawaai. Naast het
geluid dat de compressor maakt, kan
er in heel het koelcircuit lawaai optre
den. Deze gevolgen zijn jammer ge
noeg niet te vermijden. Ze beïnvloeden
echter niet het vermogen van het toestel.
Bij het transport en opstellen van het
toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcircuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken!
Is er toch schade opgetreden,
- vermijd dan open vuur of vonken,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten en
- verwittig de Technische Dienst.
Hoe meer koelmiddel het toestel
bevat, hoe groter het vertrek moet
zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt
er eventueel een lek op, dan kan er in
te kleine vertrekken een brandbaar
gas-luchtmengsel worden gevormd.
Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
minstens 1 m
koelmiddel het toestel bevat, vindt u op
het typeplaatje aan de binnenzijde.
3
ruim te zijn. Hoeveel
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vergelijk voor het aansluiten van
het toestel beslist de aansluitgege
vens op het typeplaatje met de gege
vens van uw huisinstallatie. Het gaat
hier over de spanning en de frequentie.
Deze gegevens moeten absoluut over
eenstemmen om schade aan uw toestel
te vermijden. Vraag bij twijfel inlich
tingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardsysteem is aan
gesloten, dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belang
rijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman
nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elektrische schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
indien u het volgens de gebruiks
aanwijzing monteert en aansluit.
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
Installatiewerk en herstellingen
mag u enkel door erkende vak
mensen laten uitvoeren. Door ondes
kundige installaties of reparaties kun
nen er niet te onderschatten risico’s op
duiken voor wie het toestel gebruikt.
Daarvoor is de fabrikant niet aanspra
kelijk.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Het toestel is pas stroomloos in
-
dien aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
u hebt de stekker van het toestel uit
–
het stopcontact getrokken.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker om het toestel stroomloos te
maken.
u hebt de smeltveiligheden van de
–
huisinstallatie uitgeschakeld.
Gebruik om het toestel op het
stroomnet aan te sluiten, geen ver
lengsnoeren. Die waarborgen niet de
nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
Gebruik
Raak de diepvrieswaar niet met
natte handen aan. Uw handen kunnen eraan vastvriezen. U kan kwetsuren
oplopen!
Gebruik geen elektrische appara-
ten in het toestel (bijvoorbeeld een
ijsmachine).
Er kunnen vonken optreden.
-
Explosiegevaar !
Steek ijsblokjes en frisco’s, vooral
ijslolly’s, nooit meteen in de mond
nadat u die uit de vrieszone hebt geno
men. Door de zeer lage temperatuur
kunnen uw lippen of uw tong vastvrie
zen. U kan letsels oplopen!
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug
in. Verbruik die zo vlug mogelijk.
De levensmiddelen boeten immers aan
voedingswaarde in en bederven. Zo u
ze kookt of braadt, kan u die levens
middelen opnieuw invriezen.
-
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bewaar in uw toestel geen explo
sieve stoffen. Zodra de thermostaat
wordt ingeschakeld, kunnen er dan
vonken ontstaan. Die kunnen bepaalde
vonkgevoelige mengelingen doen ont
ploffen.
Alcohol met hoog gehalte mag u
enkel goed afgesloten en rechtop
in de koelzone bewaren. Er is anders
explosiegevaar!
Bewaar in de vrieszone beter geen
blikjes of flessen met koolzuurhou
dende drank of met vloeistof die kan
bevriezen. De blikjes of flessen kunnen
stukspringen. U kan letsels oplopen en
er is risico op schade!
Neem flessen die u in de vrieszone
legt om snel te koelen, uiterlijk na
een uur weer uit. De flessen kunnen
stukspringen. Er is risico van lichamelijk
letsel en schade!
Zo u te lang bewaarde levensmid-
delen eet, loopt u het risico van
voedselvergiftiging.
De bewaarduur hangt van heel wat fac
toren af. Onder meer van de mate
waarin de levensmiddelen vers en de
gelijk zijn, maar ook van de bewaartem
peratuur. Hou de bewaartips en de op
gegeven bewaarduur van de voedsel
fabrikanten in acht!
Gebruik geen spitse noch scherpe
voorwerpen om
–
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
aangevroren ijsblokjesschalen en
diepvrieswaar los te maken.
-
-
-
-
Zet nooit elektrische verwarmings
apparaten noch kaarsen in het toe
stel om het te ontdooien. Anders loopt
de kunststof schade op.
Gebruik nooit ontdooisprays of
ijsverwijderende middelen. Die
kunnen explosieve gassen vormen, die
oplosmiddel of drijfgas bevatten of uw
gezondheid kunnen schaden.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt die op de
duur poreus.
Dek de luchttoevoer in de sokkel
en de luchtafvoer in de ommante-
lingskast niet af. Anders is er geen onberispelijke luchttoevoer meer gewaarborgd. Het stroomverbruik stijgt en er
kan schade optreden aan bepaalde onderdelen.
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te
blijven. De klimaatklasse vindt u terug
-
op het typeplaatje binnen in het toestel.
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daar
-
door kan het toestel de noodzakelijke
-
temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooien
en schoon te maken in geen geval
een hogedrukreiniger. De vloeistof kan
onderdelen aanraken, die onder span
ning staan. Zo kan er kortsluiting optre
den.
-
-
-
-
-
Zo beschadigt u de vriesplaten en raakt
het toestel volledig defect.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Uw oud toestel afdanken
Verniel het slot van uw oude koel
kast of diepvriezer wanneer u die
buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat
spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten en in levensgevaar komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van
het koelcircuit beschadigt, b.v.
door:
de koelmiddelkanaaltjes van de ver
–
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan oogletsels
tot gevolg hebben.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen niet in acht werden
genomen.
-
-
9
Hoe spaart u stroom?
normaal stroomverbruikhoger stroomverbruik
Opstellenin een geventileerd vertrekin een gesloten, niet geventileerd
niet rechtstreeks door de zon
beschenen
niet naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een ideale omgevingstempera
tuur van ca. 20 °C
Temperatuurinstelling
thermostaat met getallen
(regeling in stappen)
Temperatuurinstelling
thermostaat "tot op de
graad nauwkeurig"
(digitale aanduiding)
Gebruikdoe de toesteldeur enkel even
Ontdooienlaat het vriesvak ontdooien als de
bij een gemiddelde stand van de
knop van 2 tot 3.
keldervak van 8 tot 12 °C
koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone om en bij de 0
°C
vriesvak -18 °C
open als dat nodig is
de levensmiddelen goed sorteren
voor u ze in het toestel plaatst
warme spijs en drank eerst buiten
het toestel laten afkoelen
zet de levensmiddelen degelijk
verpakt of goed afgedekt in het
toestel
leg diepvrieswaar om te ontdooien
in de koelruimte
leg of zet niet te veel levensmid
delen in de zones of vakken; zo
kan de lucht circuleren
ijslaag een paar centimeter dik is
geworden
vertrek
wel rechtstreeks door de zon
beschenen
wel naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een hoge omgevingstempera
tuur
bij een hoge stand van de knop:
hoe lager de temperatuur in het
toestel, hoe hoger het stroomver
bruik!
Let op! Bij toestellen met winter
schakeling zet u de schakelaar bij
omgevingstemperaturen hoger
dan 16 °C uit!
als u de toesteldeur vaak en lang
openzet = koudeverlies
wanorde = lang zoeken zodat de
toesteldeur lang open blijft
warme spijzen in het toestel doen
de compressor langer draaien om
de temperatuur te doen zakken
als vloeistof in de koelruimte ver
dampt en condenseert, veroor
zaakt dat koudeverlies
-
door een ijslaag wordt de koude
slechter aan de levensmiddelen
afgegeven en stijgt het stroomver
bruik
-
-
-
-
-
-
-
10
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa
ter voor en wrijf daarna alles met een
doek droog.
Laat het toestel na het transport
zowat een (half) uur staan voor u het
aansluit. Dat is van groot belang
voor de goede werking achteraf!
-
Het toestel inschakelen
^ Draai de temperatuurregelknop van
de stand "0" weg.
Het toestel begint te koelen en het licht
in de koelruimte gaat aan telkens als de
toesteldeur opengaat.
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
laat het vriesvak ontdooien,
^
maak het toestel schoon,
^
laat de toesteldeuren op een kier om
^
reukhinder tegen te gaan.
Werd het toestel bij langdurige afwe
zigheid uitgeschakeld, maar niet
schoongemaakt? In zo’n geval is er
risico van schimmelvorming zo de
toesteldeur gesloten blijft.
-
Hoe hoger het getal op de regelknop,
hoe lager de temperatuur in het toestel.
Het toestel uitschakelen
^
Draai de temperatuurregelknop van
"1" naar de stand "0".
De koeling en de verlichting worden uit
geschakeld.
-
11
De juiste temperatuur
. . . in de koelkast
Voor het bewaren van levensmiddelen
is het van groot belang de juiste tempe
ratuur in te stellen. Door micro-organis
men bederft eetwaar namelijk gauw.
Door een juiste bewaartemperatuur kan
dat proces evenwel worden vermeden
of vertraagd. De temperatuur heeft in
vloed op de snelheid waarmee de mi
cro-organismen aangroeien. Hoe lager
de temperatuur, hoe trager dat proces.
Daarom bevelen wij een koeltempera
tuur van 5 °C in het midden van het
toestel aan.
De temperatuur in het toestel loopt op
naarmate
– u de toesteldeur vaker opent en
langer laat openstaan,
– u meer eetwaar in het toestel be-
waart,
– de vers geplaatste eetwaar warm is,
– de omgevingstemperatuur rond het
toestel hoger ligt.
Dit toestel is geschikt voor een be
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tem
peratuur dient binnen zekere gren
zen te blijven.
-
-
-
-
. . . in het diepvriesvak
(volgens het model)
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en eetwaar lange tijd te bewaren, is er
een temperatuur van -18 °C nodig. Bij
deze temperatuur wordt de aangroei
van micro-organismen verregaand
stopgezet. Zodra de temperatuur bo
ven de -10 °C stijgt, wordt de diepvries
waar door de micro-organismen aange
tast en kan die niet meer zo lang wor
-
den bewaard. Daarom mag u gedeelte
lijk of volledig ontdooide spijzen pas
weer invriezen nadat u ze gekookt of
gebraden hebt. Door de hoge temperatuur worden de meeste micro-organismen immers vernietigd.
De temperatuur instellen
De temperatuur kan u met de temperatuurregelknop instellen.
^ Draai de temperatuurregelknop in
een stand tussen 1 en 7.
Hoe hoger de stand, hoe lager de tem
peratuur in het toestel. Aanbevolen
wordt een stand ergens in het midden.
-
Als u eetwaar in het vriesvak bewaart
en de vereiste vriesvaktemperatuur
moet gewaarborgd blijven, kiest u beter
een stand tussen 4 en 7.
-
-
-
-
-
-
12
Kies deze stand ook als u de toestel
deur vaak dient te openen, heel wat
eetwaar in de koelkast legt of de omge
vingstemperatuur hoog ligt.
-
-
De levensmiddelen zinvol schikken
Wegens de natuurlijke luchtcirculatie
komen er in de koelzone verschillende
temperaturen aan bod. Koude, zware
lucht zakt naar onderen in het toestel.
Benut deze temperatuurverschillen
bij het schikken van levensmid
delen!
-
De koudste zone
De koudste zone in de koelruimte be
vindt zich direct boven de groentebak
ken.
Benut deze zone voor al uw delicate en
gauw aan bederf onderhevige levensmiddelen. Enkele voorbeelden:
– vis, vlees en gevogelte,
– worst en kant-en-klaargerechten,
– eier- of roomgerechten en dito ge-
bak,
– vers deeg, taarten-, pizza- en qui-
chedeeg,
-
De warmste zone in de koel
ruimte
De warmste zone vindt u helemaal bo
ven aan de deur. Gebruik deze zone
om boter te bewaren, die smeerbaar
moet blijven. U kan daar ook kaas leg
gen zodat het aroma wordt bewaard.
Belangrijke tips
Sommige fruit- en groentesoorten be
–
-
waart u beter niet samen in dezelfde
bak. Door uitwasemingen van natuur
lijk gas wordt de houdbaarheid van
andere levensmiddelen immers beïn
vloed. Voorbeelden daarvan vindt u
onder "Koelen en bewaren".
– Bewaar tafelolie liever niet in de deur
van de koelkast. Eventueel gemorste
olie kan op den duur scheurtjes veroorzaken in de kunststof.
-
-
-
-
-
-
–
kaas en andere producten van rauwe
melk,
–
in folie verpakte kant-en-klare groen
ten en alle verse levensmiddelen
waarvan de minimumbewaarduur
een bewaartemperatuur van min
stens 4 °C vergt.
-
-
13
De binnenruimte aanpassen
De legvlakken verplaatsen
De legvlakken kan u volgens de hoogte
van de recipiënten verplaatsen.
Trek het vlak tot aan de aanslag naar
^
voren en til het vooraan op om het uit
te nemen.
Zet het legvlak er met de achterste
^
opstaande rand naar boven toe op
de gewenste plaats weer in.
Die opstaande rand dient naar boven
te wijzen opdat de eetwaar de rug
wand niet aanraakt noch eraan vast
vriest.
-
Legvlak in 2 delen
Om hoge recipiënten en flessen te
plaatsen, is er een legvlak in 2 delen.
^ Til het voorste halve deel vooraan
lichtjes op. Schuif het voorzichtig onder het achterste halve deel.
Deur- en flessenrekken ver
plaatsen
Schuif het rek naar boven toe en
^
neem het er naar voren uit.
Zet het rek er naar believen weer er
^
gens in. Druk het juist en stevig op
de nokken.
De flessenhouder verschuiven
(volgens het model)
De flessenhouder kan u naar links of
rechts verschuiven. Daardoor hebben
de flessen bij het openen en sluiten van
de toesteldeur meer houvast.
-
-
14
Levensmiddelen koelen en bewaren
Belangrijke tips
Benut steeds de temperatuurver
schillen bij het bewaren van eetwaar.
Hou de aanbevelingen omtrent de
schikking in acht!
De eetwaar mag de rugwand niet
–
aanraken. Die kan eraan vastvriezen.
Bewaar geen explosieve stoffen
–
noch producten met brandbaar drijf
gas (bv. slagroom- en spraybussen)
in de koelkast. Ontploffingsgevaar!
– Alcohol met een hoog gehalte mag u
enkel rechtop en goed dicht in het
toestel plaatsen.
– Laat warme spijs en drank eerst af-
koelen voor u ze in het toestel zet.
– Bewaar eetwaar enkel verpakt of met
een deksel erover. Zo vermijdt u
reukoverdracht en uitdroging.
Groente en fruit kan u wel onverpakt
bewaren in de groentebakken.
–
Leg de eetwaar niet te dicht bijeen.
Dan kan er lucht rond circuleren
–
Doe de deur steeds maar eventjes
open. Dan dringt er geen warmte
naar binnen en spaart u stroom!
-
Levensmiddelen die niet geschikt
zijn om te koelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koelkast te worden bewaard.
Dat is onder meer het geval voor:
Sommige vruchten wasemen een natuurlijk gas uit, dat het verouderingsproces versnelt. Sommige fruit- en groentesoorten zijn daar erg gevoelig aan.
Daarom zou u sommige fruit- en groentesoorten beter niet samen in de groentebak bewaren.
Voorbeelden van fruit dat heel wat
natuurlijke gassen verspreidt:
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het
toestel legt, controleer dan reeds bij de
aanschaf
– of de verpakking niet beschadigd is,
– tot wanneer het product houdbaar is
– en hoe laag de koeltemperatuur in
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan
-18 °C, dan is de diepvrieswaar niet
zo lang houdbaar.
^ Koop uw diepvrieswaar op het einde
van uw boodschappen. Bewaar hem
in krantenpapier of een koeltas.
^
Leg de gekochte diepvrieswaar met
een in uw toestel.
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan u die le
vensmiddelen opnieuw invriezen.
-
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik enkel verse en onberispelijke
levensmiddelen om in te vriezen!
Hou hiermee rekening bij het
invriezen:
-
Zijn geschikt om in te vriezen:
–
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groente, kruiden, rauw fruit, zuivel,
gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en
heel wat kant- en klaargerechten.
Niet geschikt om in te vriezen:
–
druiven, kropsla, radijsjes, ramme
nas, zure room, mayonaise, eieren in
hun schaal, uien, ongeschilde rauwe
appelen en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitami-
nen C te bewaren, dient u fruit en
groente voor het invriezen te blancheren. Doe de groente per portie 2
à 3 minuten in kokend water. Daarna
uitnemen en vlug in koud water afkoelen. Laat de groente uitdruppen.
-
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet. Het kan trouwens
veel langer worden bewaard.
–
Leg tussen koteletten, biefstuk,
-
vleeslapjes e.d. telkens plastic folie.
Zo vermijdt u dat de porties aaneen
vriezen.
-
-
16
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groente mag u voor het in
vriezen niet kruiden of zouten. Klaar
gemaakte spijzen kruidt of zout u
maar lichtjes. Sommige kruiden ver
anderen immers van smaakintensiteit
bij het invriezen.
-
-
-
-
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Laat warme spijs en drank eerst bui
–
ten het toestel afkoelen. Anders
wordt reeds ingevroren eetwaar even
ontdooid. Dit leidt bovendien tot een
hoger stroomverbruik.
Verpakken
Vries de eetwaar per portie in.
^
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- inpakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakken
- gebruikte boodschapzakjes
^ Druk de lucht uit de verpakking.
^ Sluit de verpakking af met
- elastiekjes,
- kunststofklemmen,
- touwtjes of
- koudebestendige plakband.
Polyethyleen zakjes kan u ook met
een lastoestel dichtmaken.
^
Plak op de verpakking een etiket met
inhoud en invriesdatum erop.
Diepvrieswaar schikken
Leg de levensmiddelen op hun brede
^
zijde op de bodem van de vrieszone,
opdat ze zo vlug mogelijk tot in de
kern bevroren geraken.
Leg de pakjes er droog in. Anders
^
vriezen ze aan elkaar.
Levensmiddelen die u er pas inlegt,
mogen niet in aanraking komen met
reeds ingevroren eetwaar. Anders
gaat die lichtjes ontdooien.
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
– in uw microgolfoven,
– in uw oven met de verwarmingssoort
"Hete lucht" of "Ontdooien",
– op kamertemperatuur,
– in uw koelkast.
Platte stukken vlees en vis kan u in
een hete pan doen zodra ze lichtjes
ontdooid zijn.
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel
in de verpakking als in een schotel met
deksel ontdooien.
Ingevroren groente kan u in kokend
water doen of in heet vet stoven. De
kooktijd valt dan wat korter uit dan bij
verse groente.
17
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan dat wel.
-
IJsblokjes maken
(voor type toestellen met sluiting)
^ Druk de sluitbout naar onder en vul
de ijsblokjesschaal met water. Het
overtollige water loopt via de afvoeropening over.
^ Druk de sluitbout nu naar boven om
het schaaltje af te sluiten. Zet het
schaaltje op de bodem van de vrieszone.
^ Gebruik om de vastgevroren ijs-
schaal los te maken een stomp voorwerp, b.v. een lepelsteel.
^
De ijsblokjes komen vlotter los uit de
schaal als u die even onder stromend
water houdt.
Drank snel koelen
Als u flessen met drank snel koelt, haal
die dan uiterlijk na 1 uur weer uit het
vriesvak. Anders springen ze stuk!
18
Ontdooien
Koelzone
Terwijl de compressor draait, kunnen er
zich tegen de rugwand van de koelzo
ne rijm en waterdruppels vormen. Die
hoeft u niet te verwijderen. De koelzone
ontdooit immers automatisch.
Het dooiwater loopt via een geultje en
een afvoerbuisje naar de verdamper
aan de achterzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan wegvloeien. Hou
het afvoergeultje en -buisje proper.
Vriesvak
(volgens het model)
Het vriesvak ontdooit niet automatisch.
De ingevroren levensmiddelen mogen
immers niet ontdooien.
Door het normale gebruik ontstaat er op
de duur rijm en ijs in het vriesvak. Daar
door verslecht de koude-afgifte en ver
hoogt het stroomverbruik.
Krab de rijm- of ijslaag niet weg. U
kan anders de verdamper bescha
digen. Dan werkt uw toestel niet
meer.
Ontdooi het toestel zo nu en dan. Zo er
reeds een ca. 5 mm dikke ijslaag werd
gevormd, dient u dat zeker te doen.
Kies een tijdstip waarop er weinig of
geen diepvrieswaar in het toestel ligt.
Voor u het toestel ontdooit
^ Neem de diepvrieswaar uit en wikkel
die in verschillende lagen krantenpa
pier of dekens.
-
-
-
-
^
Bewaar de diepvrieswaar op een
koele plaats tot het toestel weer klaar
is voor gebruik.
19
Ontdooien
Om te ontdooien
Ga bij het ontdooien vlug te werk.
Hoe langer de diepvrieswaar op ka
mertemperatuur blijft liggen, hoe
korter de bewaarduur ervan wordt.
Schakel het toestel uit.
^
Laat de deur van het vriesvak open.
^
Neem het dooiwater met een spons
^
op.
Om het ontdooien te versnellen: zet een
kommetje heet (geen kokend) water op
een onderzetter in het vriesvak. Laat de
deur dicht om de warmte binnen te
houden.
Zet nooit elektrische verwarmingsapparaten noch kaarsen in het toestel. Anders wordt de kunststof beschadigd.
Gebruik geen ontdooisprays noch
ijsverwijderende middelen. Die kunnen explosieve gassen vormen,
maar ook oplosmiddel of drijfgas be
vatten, dat de kunststof aantast of
schadelijk is voor de gezondheid.
-
-
Na het ontdooien
Maak het toestel schoon en droog. Er
^
mag geen water van de schoonmaak
in het afvoerbuisje voor het dooiwater
terechtkomen.
Schakel het toestel in.
^
Leg de diepvrieswaar weer in het
^
vriesvak.
20
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
‘schuurmiddelvrije’ schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Laat geen water lopen in de tempe
ratuurregelknop noch in de ver
lichting. Laat door het afvoergat voor
het dooiwater geen sop lopen.
Gebruik nooit stoomreinigers. De
stoom kan toestelonderdelen aanra
ken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
-
-
Schoonmaken
Binnenruimte, toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het
best lauw water met wat afwasmiddel.
Was alle onderdelen met de hand af,
niet in de vaatwasser. Het botervlootje
kan u wel in de afwasautomaat zetten.
Maak de koelzone minstens eens per
^
maand schoon. Het vriesvak telkens
na het ontdooien.
Maak het geultje voor het dooiwater
^
alsook het afvoerbuisje vaker schoon
met een staafje. Zo kan het dooiwater
-
steeds ongehinderd weglopen.
^ Spoel de binnenruimten en het toe-
behoren daarna met helder water af.
Wrijf alles met een doek droog. Laat
de toesteldeuren even openstaan.
Luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen
Voor het schoonmaken
^
Schakel het toestel uit door de tem
peratuurregelknop op ‘0’ te draaien.
Trek ook de stekker uit het stopcon
tact of schakel de smeltstoppen uit.
^
Neem de eetwaar uit het toestel en
bewaar die op een koele plaats.
^
Laat het vriesvak ontdooien.
^
Neem alle onderdelen die u kan uit
nemen, uit om ze schoon te maken.
^ Maak die openingen geregeld met
een kwast of stofzuiger schoon. Hoe
-
-
meer stof erop ligt, hoe meer stroom
het toestel verbruikt.
Deurdichting
Behandel de deurdichting nooit met
olie of vet. Die wordt anders na ver
loop van tijd poreus.
-
^
Maak de deurdichting geregeld met
helder water schoon. Wrijf ze nadien
met een doek goed droog.
-
21
Schoonmaken
Na het schoonmaken
Plaats alle onderdelen weer in het
^
toestel.
Sluit het toestel weer aan en schakel
^
het in met de temperatuurregelknop.
Leg de diepvrieswaar weer in het
^
toestel en sluit de toesteldeuren.
22
Wat gedaan als ...?
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mogen enkel en alleen door
een vakman worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kun
nen er ernstige risico’s opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. . . er na het inschakelen van het
. . . het toestel niet koelt?
^ Zie na of de temperatuurregelknop
op een andere stand staat als ‘0’.
^ Zit de stekker van het toestel wel ste-
vig in het stopcontact?
^ Zijn de smeltstoppen van uw huisin-
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het
geval is, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
. . . de temperatuur in de koelzone te
koud is?
^
Zet de temperatuurregelknop op een
kleiner getal.
^
Is de deur van het vriesvak wel goed
dicht?
^
Werd er een grote hoeveelheid eet
waar tegelijk ingevroren?
Daar de compressor dan heel lang
draait, zakt de temperatuur in de
koelzone automatisch. Daarom vriest
u bij voorkeur nooit meer dan 2 kg
eetwaar tegelijkertijd in.
-
-
-
. . . de compressor vaker en langer in
geschakeld wordt?
Zijn de ventilatie-openingen niet ge
^
blokkeerd of zitten ze niet onder het
stof?
De toesteldeur en de deur van het
^
vriesvak werden vaak geopend.
Ofwel werd heel wat verse eetwaar
ingevroren.
Kunnen de toesteldeuren wel goed
^
dicht?
Kijk eens na of er in het vriesvak
^
geen dikke laag rijm zit. Is dat zo,
laat de zone dan ontdooien.
. . . de diepvrieswaar ontdooit omdat
het in het vriesvak te warm is?
^ Is de kamertemperatuur waarvoor uw
toestel voorzien is, niet onder die opgegeven temperatuur gezakt?
Verhoog de kamertemperatuur of zet
de winterschakeling aan.
De compressor springt niet zo vaak in
gang indien de kamertemperatuur te
laag is. Dan kan het in het vriesvak ook
te warm worden.
. . . de diepvrieswaar vastgevroren
is?
^
Maak de diepvrieswaar los met een
stomp voorwerp, bv. een lepelsteel.
-
-
23
Wat gedaan als ...?
. . . er zich in het vriesvak een dikke
ijslaag gevormd heeft?
Kan de deur van het vriesvak goed
^
dicht?
Ontdooi het toestel en maak het
^
schoon.
Dikke lagen ijs beperken het koelver
mogen. Dan stijgt ook het stroomver
bruik.
. . . de binnenverlichting in de koelzo
ne niet meer werkt?
Misschien klemt de lichtschakelaar.
^
Staat de temperatuurregelknop op
^
een andere stand dan ‘0’?
Zo ja, dan is het lampje defect.
-
-
Trek de stekker uit het stopcontact of
^
schakel de overeenkomstige smelt
stoppen uit.
^ Neem het lampje langs achteren vast
en draai het uit.
^ Vervang het lampje. Gegevens:
220 – 240 V, max. 15 W, fitting E 14
^ Draai de nieuwe lamp in.
-
-
24
. . . de bodem van de koelzone nat is?
Het afvoergaatje voor het dooiwater is
verstopt.
^
Maak het afvoergeultje en -buisje
voor het dooiwater schoon.
Kan u de storing aan de hand van
deze aanwijzingen niet ongedaan
maken, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
Maak de toesteldeuren bij voorkeur
niet open tot de storing werd verhol
pen. Zo beperkt u koudeverlies.
-
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
25
Technische dienst
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
26
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
Elektrische aansluiting
-
Dient het aansluitsnoer te worden vervangen, dan mag dat enkel worden uitgevoerd door een erkend elektricien.
27
Opmerkingen omtrent de montage
Ventilatie
Zolang het toestel niet ingebouwd is,
kan het nog kantelen!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats vlak naast een fornuis,
een radiator of bij een venster vlak in
de zon. Hoe hoger de kamertempera
tuur oploopt, hoe langer de compressor
draait en hoe meer stroom er wordt ver
bruikt. Geschikt is een droog, degelijk
geventileerd vertrek.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van
omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te blijven. De klimaatklasse vindt u terug op
het typeplaatje binnen in het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
Lagere kamertemperaturen doen de
compressor langer stilstaan. Dat kan de
temperatuur in het toestel doen stijgen.
Zo kan diepvrieswaar zelfs eventueel
lichtjes gaan ontdooien.
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
Tegen de rugzijde van het toestel wordt
de lucht verwarmd. Daarom moet de in
bouwkast een degelijke luchttoevoer en
-afvoer mogelijk maken. Dan is een on
berispelijke ventilatie gewaarborgd. Bij
Miele-keukenmeubelen is dat reeds
voorzien.
Voor de luchtcirculatie dient u aan de
-
achterzijde van het toestel een kanaal
van minstens 50 mm diep te voorzien.
De lucht wordt via de sokkel van de
keukenkast toegevoerd. De doorsnede
van dat luchtcirculatiekanaal moet minstens 200 cm
lucht ongehinderd circuleren. Anders
gaat de compressor meer draaien, wat
het stroomverbruik opvoert.
Dek de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen niet af. Maak die ook geregeld stofvrij.
Voor u het toestel inbouwt
^
Verwijder eerst de bevestigingslijst,
de afdichtingsband en het overige
toebehoren uit het toestel en van de
achterzijde.
^
Verwijder de snoerhouder van de
achterzijde van het toestel.
2
groot zijn. Dan kan de
-
-
28
^
Zie na of alle onderdelen aan de ach
terzijde van het toestel vrij kunnen
bewegen. Buig ze eventueel voor
zichtig van mekaar weg.
-
-
Inbouwmaten
Hoogte van het
toestel (mm)
ABC
K 821 E-1, K 822 E-1873880874 – 878
K 842 E-1122012261221 – 1225
Hoogte van de
deur (mm)
Hoogte van de
nis (mm)
29
De deurscharnieren verwisselen
Voor u uw toestel inbouwt, bepaalt u
langs waar de toesteldeuren moeten
opengaan. Moeten ze naar links open
gaan, verplaats dan de scharnieren.
Toesteldeur met
bekledingsraam
Bij modellen met een vriesvakje
dient u eerst de scharnieren van het
vriesvakdeurtje te verwisselen!
Schroef het bovenste scharnier f af.
^
Draai het 180°. Schroef het met
nieuwe zelftappende schroeven l
aan de andere kant weer op.
Draai de afdekplaatjes b en g 180°
^
en monteer ze aan de andere kant.
Schroef de onderste scharniersteun
^
h af. Zet de scharniertap k aan de
andere kant in de scharniersteun.
^ Schroef de scharniersteun met de
zelftappende schroeven j er aan de
andere kant weer op.
^ Steek de dopjes a in de vrije gaat-
jes.
^ Trek de kunststof huls i uit het deur-
scharnier. Zet er de huls aan de andere kant van de deur weer in. Zorg
ervoor dat deze huls goed stevig zit.
^
Verwijder de dopjes a en de afdek
plaatjes b en g.
^
Schroef het bekledingsraam c af en
til er het afdekplaatje d en de schar
niertap e met een schroevendraaier
uit.
^
Zet de toesteldeur ca. 45° open en
kantel ze bovenaan weg tot het bo
venste scharnier f van de toestel
deur gescheiden wordt.
^
Neem de toesteldeur af.
30
^
Zet de toesteldeur onderaan op de
scharniertap k. Verbind de deur met
het bovenste scharnier f. Steek er
-
-
-
nu de scharniertap e in.
^
Belangrijk: Leg er ook het afdek
plaatje d in.
-
^
Schroef het bekledingsraam c en
het handvat erop.
-
De deurscharnieren verwisselen
Toesteldeur met roestvrijstalen
voorzijde
^
Verwijder de dopjes a en de afdek
plaatjes b en f.
^
Maak de aanslag l los door de
schroef m los te draaien.
^
Schroef de roestvrijstalen voorzijde
e bovenaan af. Kantel die bovenaan
weg tot de scharniertap c vrij komt.
^
Til dan de scharniertap c met een
schroevendraaier weg en schroef er
de r.v.s. voorzijde weer los op.
-
Bij modellen met een vriesvakje
dient u eerst de scharnieren van het
vriesvakdeurtje te verwisselen!
Trek de kunststof huls i uit het deur
^
scharnier. Zet er de huls aan de an
dere kant van de deur weer in. Zorg
ervoor dat deze huls goed stevig zit.
Monteer de aanslag l aan de toe
^
steldeur aan de andere kant; draai
de schroeven j uit. Dicht de vrije
gaatjes met de dopjes k af.
Schroef het bovenste scharnier d af.
^
Draai dat 180° en schroef het met
nieuwe zelftappende schroeven q
aan de andere kant weer op.
^ Draai de afdekplaatjes b en f 180°
en monteer ze aan de andere kant.
^ Schroef de onderste scharniersteun
p af en breng de scharniertap o
aan de andere kant in de scharniersteun aan.
^
Schroef de scharniersteun met de
zelftappende schroeven n er aan de
andere kant weer op.
^
Steek de dopjes a in de vrije gaat
jes.
^
Zet de toesteldeur onderaan op de
scharniertap o. Verbind de deur met
het bovenste scharnier d.
-
-
-
-
^
Zet de toesteldeur ca. 45° open en
kantel ze bovenaan weg tot het bo
venste scharnier d van de toestel
deur gescheiden wordt.
^
Neem de toesteldeur af.
-
-
31
De deurscharnieren verwisselen
Schroef de roestvrijstalen voorzijde
^
bovenaan af. Kantel die bovenaan
zover weg tot het gaatje voor de
scharniertap vrij komt. Steek daar nu
de scharniertap c in en schroef de
roestvrijstalen voorzijde weer vast.
Schroef de aanslag l onderaan
^
weer vast. Vergeet het witte schuif
stukje niet daar het voor de werking
belangrijk is!
Schroef er het handvat g met de
^
schroeven h op.
Dicht alle vrije gaatjes met dopjes af.
^
Het deurtje van het vriesvak
-
Schroef de scharniersteun a los.
^
Neem het vriesvakdeurtje b samen
met de scharniersteun af.
^ Zet de scharniersteun op de boven-
ste pen c van het vriesvakdeurtje.
Draai nu het deurtje zodat de scharniersteun onderaan zit.
^ Schroef de sluithaak d af.
32
^
Draai die 180° en schroef hem aan
de andere kant weer op e.
^
Zet het deurtje bovenaan in f en
schroef de scharniersteun vast g.
^
Sluit de vrije gaatjes ten slotte af met
de dopjes h.
De bekledingsplaat monteren
Dankzij bekledingsplaten past u het
toestel aan de keukenvoorzijde aan.
Die bekledingsplaten - tot 4 mm dik schuift u onder de bekledingslijsten.
Dikkere bekledingsplaten dient u aan
de vier zijden af te frezen.
Op de afbeelding: a plaat, b lijst.
Afmetingen voor de
bekledingsplaten
Hoogte van
de nis
(mm)
874 - 878860585
1221 - 12251206585
Hoogte bekle-
dingsplaat (mm)
Breedte
bekledings-
plaat (mm)
Montage
Zet de toesteldeur open.
^
^ Schroef het handvat d en de bekle-
dingslijst a van de deur af.
^ Zet de schroeven in de bekledings-
lijsten b en c ietwat los. Zo kan u de
lijsten naar voren schuiven.
^
Schuif de bekledingsplaat f erin.
^
Schuif de bekledingslijsten b en c
terug en schroef ze vast.
Geef bij de bestelling van bekle
dingsplaten steeds de afmetingen
op. Bij houten platen ook de richting
van de nerven.
^
Schroef de bekledingslijst a en het
handvat d weer op de deur.
^
Verberg de schroeven met de afdek
kapjes e.
-
33
De bekledingsplaat monteren
Opvulpaneel
Is de bekledingsplaat niet hoog ge
noeg, vul dan de spleet tussen bekle
dingsplaat en -lijst met een paneel op.
Dit opvulpaneel is bij uw vakhandelaar
verkrijgbaar.
-
-
Verberg de schroeven met de afdek
^
kapjes f.
-
^ Schroef het handvat e en de bekle-
dingslijsten a en c van de deur af.
^
Zet de schroeven in de bekledings
lijsten b ietwat los. Zo kan u de
lijsten naar voren schuiven.
^
Schuif de bekledingsplaat g erin.
^
Zet het opvulpaneel d boven of on
der tegen de plaat.
^
Schuif de bekledingslijsten b terug
en schroef ze vast.
^
Zet de bekledingslijsten a en c over
het opvulpaneel en schroef de lijsten
vast.
^
Schroef het handvat e weer op de
deur.
34
-
-
Alle stappen i.v.m. de montage wor
den hier getoond bij een toestel met
het scharnier rechts.
Zo u reeds het scharnier links heeft
gemonteerd, hou dan rekening met
deze verandering bij de te volgen
stappen.
Het toestel inbouwen
Het toestel voorbereiden
-
Inbouw in een scheidingswand
Zo u dit toestel in een scheidingswand
inbouwt, dient u de achterzijde van de
toestelinbouwnis met een paneel te
bekleden.
De inbouwnis gelijk zetten
Schroef de bevestigingsplaat b op
^
het toestel.
^
Maak de afdichtingsband even lang
als de nis.
Voor u het toestel inbouwt, dient u de
ommantelingskast keurig waterpas te
zetten. De kasthoeken moeten een
hoek van 90° vormen.
35
Het toestel inbouwen
Het toestel inbouwen
^ Kleef de band a tegen de toestel-
zijde waar de deur opengaat.
^ Enkel bij 16 mm dikke kastwanden:
Klem het afstandsstuk e op het
scharnier d.
Stel het toestel zo dat het kunststof
^
hoekplaatje mooi gelijk loopt met de
voorkant van de onderste plank van
het inbouwmeubel i.
Kijk na hoe de toesteldeur open- en
^
dichtgaat. Stel ze, indien dat nodig
blijkt, via de langwerpige gaatjes in
de onderste scharniersteun.
Bevestig het toestel in de nis. Daar
^
toe draait u de schroeven f in de
niswanden:
door de bevestigingsplaat b en het
scharnier d bovenaan,
door de scharniersteun en het kunst
stof hoekplaatje g onderaan.
^ Draai alle schroeven aan.
^ Doe het kunststof hoekplaatje dicht.
-
-
^
Schuif het toestel in de inbouwnis.
Let erop dat het snoer nergens klem
raakt!
^
Schuif het toestel zo ver in de nis tot
de bevestigingsplaat b bovenaan de
voorkant van het meubel raakt.
^
Bevestig de kunststof hoekplaatjes g
met de schroeven met verzonken kop
h aan die kant van het toestel waar
de deur opengaat.
363738
39
Wijzigingen voorbehouden / 2205
K 821 E-1, K 822 E-1, K 842 E-1
M.-Nr. 05 740 100 / 01
nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.