Miele K 7364 D, K 7464 E User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing Koelkast
Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 11 747 410
Inhoud
Side-by-side-combinaties.............................................................................. 17
Klimaatklasse ................................................................................................. 17
Luchttoevoer en luchtafvoer........................................................................... 18
Afmetingen horizontale en verticale tussenruimte ......................................... 18
Gewicht van de meubeldeur .......................................................................... 19
Inbouw in een hoge kast/zij-aanzicht............................................................. 20
Aansluitingen en luchttoevoer en luchtafvoer ................................................ 21
Principe van de bediening begrijpen.............................................................. 28
Instellingsmodus ........................................................................................ 29
Deurvak met nauwkeurige verstelling verschuiven ........................................ 31
Deurvak/flessenvak verplaatsen..................................................................... 31
Eierrekken vastklikken.................................................................................... 31
De flessensteun verschuiven of verwijderen .................................................. 31
Plateaus met verlichting in hoogte verstellen................................................. 32
Plaats voor een bakplaat................................................................................ 32
Flessenrek verplaatsen................................................................................... 33
Anti-geurfilter verplaatsen .............................................................................. 33
Plateau met draaibare bodem (FlexiTray) ....................................................... 34
Het koeltoestel aansluiten .............................................................................. 35
Bij langdurige afwezigheid ............................................................................. 36
2
Inhoud
Mogelijke instelwaarden................................................................................. 38
Partystand.................................................................................................. 40
Vakantiemodus......................................................................................... 40
Vergrendelingsfunctie/ inschakelen....................................................... 41
Sabbatmodus............................................................................................. 42
Informatie over de sabbatmodus................................................................ 42
Tijdsbestek tot de activering van het deuralarm wijzigen .......................... 43
Miele@home instellen..................................................................................... 43
Het volume van de waarschuwings- en geluidssignalen/ wijzigen....... 45
De helderheid van de display wijzigen ...................................................... 46
Demo-functie uitschakelen ......................................................................... 46
Instellingen naar de fabrieksinstellingen resetten..................................... 46
Informatie.................................................................................................... 46
Vervangingsindicator anti-geurfilter ........................................................... 47
Reinigingsmodus...................................................................................... 47
Het vriesvak gebruiken................................................................................... 54
Het maken van ijsblokjes................................................................................ 56
3
Inhoud
4

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Dit koeltoestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor­dat u het koeltoestel in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke richtlijnen met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om alle beschikbare informatie over de installatie van het koeltoestel en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te volgen.
Wanneer de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha­de die hieruit voortvloeit.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.

Verantwoord gebruik

Het koeltoestel is bedoeld voor gebruik in huishoudens en derge-
lijke, bijvoorbeeld – in winkels, kantoren en soortgelijke werkomgevingen – in boerderijen – door klanten in hotels, motels, bed en breakfast en andere speci­fieke woonomgevingen. Dit koeltoestel mag niet buiten worden gebruikt.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik het koeltoestel uitsluitend voor huishoudelijke doeleinden:
om levensmiddelen te koelen en te bewaren, om diepvriesproducten te bewaren, om verse levensmiddelen in te vriezen en om ijsblokjes te maken. Elk ander gebruik is niet toegelaten.
Het koeltoestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk­bare stoffen of producten die onder de Richtlijn medische hulpmid­delen vallen. Een onjuist gebruik van het koeltoestel kan tot bescha­diging of bederf van de bewaarde producten leiden. Verder is het koeltoestel niet geschikt voor gebruik in ruimtes met explosiegevaar. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Personen (kinderen inbegrepen) die op grond van hun fysieke of
psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het koeltoestel niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen onder toezicht gebruiken. Deze personen mogen het koeltoestel enkel onder toezicht bedie­nen, wanneer hen is uitgelegd hoe ze het veilig kunnen gebruiken en wanneer ze begrijpen welke risico's eraan verbonden zijn.

Kinderen in het gezin

Kinderen die jonger zijn dan 8jaar moeten op afstand van het
koeltoestel gehouden worden, tenzij ze steeds onder toezicht staan.
Kinderen vanaf 8 jaar mogen het koeltoestel zonder toezicht ge-
bruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen. Kinderen moeten de eventu­ele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen het koeltoestel niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Houd kinderen die in de buurt van het koeltoestel komen in het
oog. Zorg ervoor dat ze nooit met het koeltoestel spelen.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.

Technische veiligheid

Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het koeltoestel
voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften en de gel­dende EU-richtlijnen.
Dit koeltoestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een na-
tuurlijk gas dat niet schadelijk is voor het milieu, maar wel brandbaar. Het koelmiddel beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt het broei­kaseffect niet. Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel leidt echter tot een gedeeltelijke verhoging van het werkingsgeluid. Naast de werkings­geluiden van de compressor kunnen er stromingsgeluiden in het vol­ledige koelcircuit ontstaan. Deze effecten zijn helaas onvermijdelijk, maar hebben geen invloed op de prestaties van het koeltoestel. Zorg ervoor dat bij het transporteren en het inbouwen/installeren van het koeltoestel geen onderdelen van het koelcircuit beschadigd ra­ken. Wegspattend koelmiddel kan een oogletsel veroorzaken. Bij beschadigingen:
- vermijd open vuur of andere brandhaarden,
- maak het koeltoestel spanningsvrij,
- verlucht de kamer waarin het koeltoestel staat gedurende enkele minuten,
- neem contact op met de klantendienst.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel een koeltoestel bevat, hoe groter de ruimte
moet zijn, waarin u het toestel plaatst. Bij een eventuele lekkage kan in te kleine ruimtes een brandbaar mengsel van gas en lucht ont­staan. Per 11g koelmiddel moet het vertrek minstens 1m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje in het koeltoe­stel.
Vergelijk voordat u het koeltoestel aansluit de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het koel­toestel niet beschadigd raakt. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het koeltoestel is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek­trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
Het koeltoestel kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Wanneer de meegeleverde aansluitkabel beschadigd is, moet de
aansluitkabel door een origineel Miele-onderdeel worden vervangen om gevaren voor de gebruiker te voorkomen. Enkel bij gebruik van originele Miele-onderdelen garandeert Miele dat aan de veiligheidsei­sen wordt voldaan.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-
doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aanslui­ten van het koeltoestel op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht komt op onderdelen die onder spanning staan
of op de elektriciteitskabel, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik het koeltoestel daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespet­terd (bijv. garage, bijkeuken etc.).
Dit koeltoestel mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Beschadigingen aan het koeltoestel kunnen uw veiligheid in ge-
vaar brengen. Controleer het toestel op zichtbare beschadigingen. Een beschadigd koeltoestel mag niet in gebruik worden genomen.
Gebruik het toestel alleen als het is ingebouwd zodat een veilige
functie is gewaarborgd.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
koeltoestel van het elektriciteitsnet zijn afgekoppeld. Het koeltoestel is van het elektriciteitsnet afgekoppeld als:
- de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
- de schroefzekering van de elektrische aansluiting er geheel is uit­gedraaid of
- de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek bij elektriciteits­kabels met stekker niet aan de elektriciteitskabel, maar aan de stekker om de verbinding met het elektriciteitsnet te verbreken.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden uit­gevoerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het koeltoestel niet door
Miele technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze onderdelen kan Miele garande­ren dat ze volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan onze producten stellen.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Omwille van speciale eisen (bijvoorbeeld wat betreft temperatuur,
vochtigheid, chemische bestendigheid, slijtvastheid en trillingen) is dit koeltoestel uitgerust met speciale verlichting. Deze verlichting mag alleen voor het beoogde doeleinde worden gebruikt. De verlich­ting is niet geschikt voor de verlichting van het vertrek. De verlichting mag uitsluitend door een vakman/vakvrouw of door een technicus van Miele worden vervangen. Dit koeltoestel bevat lichtbronnen van energie-efficiëntieklasseF.

Deskundige installatie

Neem voor de installatie van het koeltoestel altijd de meegele-
verde montagehandleiding in acht.
Vraag iemand om u te helpen bij het inbouwen van het koeltoestel.Wijzig de draairichting van de deur (indien nodig) volgens de mee-
geleverde montagehandleiding.
Bouw het koeltoestel alleen in een stabiele, rechthoekige en hori-
zontale inbouwkast in die op een vlakke en volledig rechte vloer staat.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Veilig gebruik

Het koeltoestel is gemaakt voor een bepaalde klimaatklasse (om-
gevingstemperatuurbereik) waar de kamertemperatuur niet boven of onder mag liggen. De klimaatklasse staat aangegeven op het type­plaatje aan de binnenkant van het koeltoestel. Als de omgevingstem­peratuur lager is, staat de compressor langer stil. Het koeltoestel kan de vereiste temperatuur dan niet behouden.
Sluit de ventilatiegleuven niet af om te voorkomen dat de luchtge-
leiding niet goed functioneert, het stroomverbruik stijgt en onderde­len beschadigd raken.
Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het koeltoestel of
de deur van het toestel bewaart, voorkom dan dat evt. uitlopend vet of olie in aanraking komt met kunststof delen van het koeltoestel. Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waar­door de kunststof knapt of scheurt.
Brand- en explosiegevaar. Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het koeltoestel. Brandbare gasmengsels kunnen ontbranden door elek­trische onderdelen.
Explosiegevaar. Gebruik geen elektrische toestellen in dit koeltoe-
stel (bijv.voor het maken van softijs). Er kunnen vonken ontstaan.
Risico op letsel en schade. Bewaar geen blikjes en flessen die
koolzuurhoudende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen be­vriezen in het vriesvak. De blikjes of flessen zouden uit elkaar kunnen spatten.
Risico op letsel en schade. Als u flessen snel in het vriesvak wilt
koelen, dient u ze uiterlijk na één uur weer uit het vriesvak te halen. Anders zouden ze kunnen ontploffen.
Gevaar voor letsel. Raak diepvriesproducten en metalen onderde-
len niet met natte handen aan. Uw handen kunnen vastvriezen.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor letsel. Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral waterijsjes,
nooit meteen nadat u ze uit het vriesvak heeft gehaald. Door de zeer lage temperatuur van de diepvriesproducten kunnen de lippen of tong vastvriezen.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet op-
nieuw in. Gebruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze anders aan voedingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide le­vensmiddelen worden gekookt of gebraden kunnen ze wel opnieuw worden ingevroren.
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
het risico om voedselvergiftiging op te lopen. De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwali­teit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be­waard. Neem de bewaartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van de levensmiddelenfabrikanten in acht.

Accessoires en onderdelen

Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon­teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro­ductaansprakelijkheid.
Miele geeft u na afloop van de productie van het koeltoestel een
leveringsgarantie van maximaal 15jaar en minimaal 10jaar voor re­serve-onderdelen.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Reiniging en onderhoud

Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen
dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het toestel nooit een
stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met span­ningvoerende delen van het koeltoestel en zo kortsluiting veroorza­ken.
Scherpe of kantige voorwerpen kunnen de verdamper bescha-
digen en functioneert het toestel niet meer correct. Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand.
- rijm- en ijslagen te verwijderen,
- en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmings-
toestellen of kaarsen in het toestel om te voorkomen dat het kunst­stof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgas­sen bevatten die het kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de gezondheid.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Transport

Het toestel moet altijd rechtop en in de transportverpakking wor-
den vervoerd.
Risico op letsel en schade. Vervoer het koeltoestel met behulp van
een tweede persoon, omdat het koeltoestel erg zwaar is.

Wat te doen wanneer u het toestel afdankt

Maak het slot van uw oude koeltoestel eventueel onbruikbaar. U
voorkomt daarmee dat kinderen ingesloten kunnen raken en in le­vensgevaar komen.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig
geen delen van het koelsysteem, bijv. door
- koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken,
- buisleidingen om te buigen,
- beschermende lagen af te krabben.

Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)

Deze waarschuwing is alleen voor de recycling van belang. Bij normaal gebruik bestaat er geen gevaar.
Het is levensgevaarlijk om de olie in de compressor in te slikken of
in te ademen.
14

Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu

Het verpakkingsmateriaal

De verpakking beschermt het koeltoe­stel tegen transportschade. Het verpak­kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas­ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking over het algemeen terug.

Het afdanken van het toestel

Elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal waardevolle materia­len. Ze bevatten ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toe­stel bij het gewone huisvuil gooit of er niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezond­heid en het milieu. Gooi uw oude toe­stellen daarom nooit met het gewone huisvuil weg.
Let erop dat de buisleidingen van uw koeltoestel niet worden beschadigd, totdat het op vakkundige en milieu­vriendelijke wijze wordt verwijderd. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat de koelmiddelen in het koelcircuit en de olie in de compressor niet in het milieu terechtkomen.
Het af te danken toestel moet buiten het bereik van kinderen worden opgebor­gen. Raadpleeg het hoofdstuk: “Veilig­heidsinstructies en waarschuwingen” van de gebruiksaanwijzing voor meer informatie.
Lever het toestel in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische toestellen, bij uw vakhan­delaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.
15
*INSTALLATION*

Installatie

Plaats van opstelling

Gevaar voor schade en letsel
door een kantelend koeltoestel. Het koeltoestel is zwaar en heeft met
een geopende deur de neiging om naar voren te kantelen.
Houd de deur of deuren van het koeltoestel dicht, totdat het toestel is ingebouwd. Het koeltoestel moet volgens de gebruiks- en montage­handleiding in de inbouwnis zijn vastgezet.
Pas op voor brand en beschadi-
ging door toestellen die warmte af­geven.
Toestellen die warmte afgeven, kun­nen in brand vliegen en brand in het koeltoestel veroorzaken.
Het koeltoestel mag niet onder een kookplaat worden geplaatst.
Pas op voor brand en beschadi-
ging door open vlammen. Open vlammen kunnen brand ver-
oorzaken in het koeltoestel. Houd open vlammen, zoals een
kaars, ver bij het koeltoestel van­daan.
Kies een droge ruimte waar kan worden geventileerd.
Denk er bij de keuze van de plaats van opstelling aan dat het energieverbruik van het koeltoestel stijgt als u het toe­stel dicht bij een verwarming, een for­nuis of een andere warmtebron plaatst. Vermijd directe blootstelling aan zon­licht. Hoe hoger de omgevingstemperatuur, des te langer zal de compressor in wer­king zijn en des te hoger is het energie­verbruik.
Kans op beschadigingen door
hoge luchtvochtigheid. Bij hoge luchtvochtigheid kan op de
buitenkant van het koeltoestel con­dens ontstaan. Dit condenswater kan corrosie ver­oorzaken op de buitenwanden van het toestel.
Plaats het koeltoestel in een droge en/of een goed geconditioneerde ruimte met voldoende ventilatie.
Controleer na het plaatsen of de deur/deuren van het koeltoestel goed sluit/sluiten en of het koeltoestel op de beschreven wijze is ingebouwd. De aangegeven ventilatie-openingen moeten beslist aangehouden wor­den.
16
*INSTALLATION*
Installatie

Side-by-side-combinaties

Gevaar voor beschadiging door
condens op de buitenwanden van het toestel.
Bij een hoge luchtvochtigheid kan condens op de buitenkant van het koeltoestel neerslaan. Dat kan corro­sie veroorzaken.
Plaats een koeltoestel nooit op of naast andere modellen.
Uitzondering: uw koeltoestel kan met een ander koeltoestel met geïnte­greerde verwarming in afzonderlijke in­bouwnissen naast elkaar worden inge­bouwd. Vraag uw vakhandelaar welke combinaties met uw koeltoestel moge­lijk zijn.

Klimaatklasse

Het koeltoestel is gemaakt voor een be­paalde klimaatklasse (omgevingstem­peratuurbereik) waar de kamertempera­tuur niet boven of onder mag liggen. De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van het koeltoestel.
Klimaatklasse Omgevingstem-
peratuur
SN +10tot +32°C
N +16tot +32°C
ST +16tot +38°C
T +16tot +43°C
Als de omgevingstemperatuur lager is, staat de compressor langer stil. Dat kan hogere temperaturen in het koeltoestel en dus gevolgschade veroorzaken.
17
*INSTALLATION*
Installatie

Luchttoevoer en luchtafvoer

Gevaar voor brand en beschadi-
ging door onvoldoende ventilatie. Als het koeltoestel niet voldoende
wordt geventileerd, slaat de com­pressor steeds vaker en voor steeds langere tijd aan. Daardoor stijgt het energieverbruik en de werkingstem­peratuur van de compressor, wat schade aan de compressor kan ver­oorzaken.
Zorg voor voldoende ventilatie van het koeltoestel.
Houd dus zeker de aangegeven af­metingen voor de ventilatie-ope­ningen aan.
De ventilatie-openingen mogen niet afgedekt of geblokkeerd worden.
Bovendien moeten ze regelmatig stofvrij worden gemaakt.
De lucht bij de achterwand van het koeltoestel wordt warm. Daarom moet de inbouwkast zodanig zijn geconstru­eerd dat een goede luchttoevoer en luchtafvoer gewaarborgd zijn (zie hoofdstuk: “Inbouwmaten” en de mee­geleverde montagehandleiding).

Meubeldeur

Afmetingen horizontale en verticale tussenruimte

Afhankelijk van het keukendesign zijn de dikte en de draaihoek van de meu­beldeur evenals de afmeting van de tussenruimte rondom (horizontaal en verticaal) vastgelegd.
Let daarom beslist op het volgende:

– Afmeting horizontale tussenruimte

De spleet tussen de meubeldeur en de kastdeur daarboven of daaronder moet minstens 3mm bedragen.
–Afmeting verticale tussenruimte
Als de ruimte tussen de meubeldeur van het koeltoestel en het aan de scharnierkant daarnaast liggende keukenmeubelfront of het afsluitende zijpaneel te klein is, kan de deur van het koeltoestel bij het openen tegen het keukenmeubelfront/zijpaneel sto­ten.
Afhankelijk van de dikte en de draai­hoek van de meubeldeur is een spe­cifieke afmeting van de tussenruimte nodig.
18
Denk daaraan bij het plannen van uw keuken of als u uw koeltoestel vervangt.
*INSTALLATION*
Installatie
Dikte van de meu­beldeur A [mm]
Afmeting tussenruimte X
[mm]
voor verschillende
draaihoeken B
R0 R1,2 R2 R3
16 - 19 min. 3
20 5 4 4 3,5
21 5,5 5 4,5 4
22 6,5 6 5,5 5
front aangrenzend keukenmeubel A=dikte meubelfront
B=draaihoek X=afmeting tussenruimte

Gewicht van de meubeldeur

Pas op voor beschadiging door
een te zware meubeldeur. Wanneer er een meubeldeur wordt
gemonteerd die het maximaal toe­laatbare gewicht overschrijdt, kun­nen de scharnieren beschadigd ra­ken, wat onder andere tot een slech­tere werking kan leiden.
Het maximaal toegelaten gewicht van de meubeldeur is:
Koeltoestel kg
K 7364 D 19
K 7464 E 21
abschließende Seitenwange A=dikte meubelfront
B=draaihoek X=afmeting tussenruimte
Tip: Monteer een afstandslijst tussen de keukenkast en het zijpaneel. Zo ont­staat een tussenruimte die breed ge­noeg is.
19
*INSTALLATION*
Installatie

Inbouwmaten

Inbouw in een hoge kast/zij-aanzicht

Alle maten zijn in mm aangegeven.
* Het opgegeven energieverbruik is bepaald met een nisdiepte van 560mm. Het koeltoestel is volledig functioneel bij een nisdiepte van 550mm, maar heeft dan een iets hoger energieverbruik.
Zorg er bij het inbouwen voor dat de inbouwkast voldoet aan de voorgeschreven inbouwmaten.
Nishoogte
A
K 7364 D 1.220–1.236
K 7464 E 1.397–1.413
20
*INSTALLATION*

Aansluitingen en luchttoevoer en luchtafvoer

Alle maten zijn in mm aangegeven.
De aangegeven ventilatie-openingen moeten strikt in acht genomen worden om een correcte werking van het koeltoestel te garanderen.
Installatie
a
Vooraanzicht
b
Lengte van de aansluitkabel = 2.200mm
c
Ventilatie-opening min. 200cm²
d
Ventilatie
e
Geen aansluiting in dit gedeelte van de achterwand
21
*INSTALLATION*
Installatie

Openingshoek van de deur van het toestel verkleinen

De deurscharnieren zijn standaard zo ingesteld, dat de deur van het toestel ver open kan.
Als de deur eventueel niet zo ver open mag, kunnen de deurscharnieren wor­den aangepast.
Als de deur van het toestel bij opening bijvoorbeeld tegen een aangrenzende muur slaat, moet de openingshoek tot circa 90° worden verkleind:
Breng de deurbegrenzingsstiften aan voordat het koeltoestel wordt inge­bouwd.
Plaats de bijgevoegde stiften van bo-
ven in de scharnieren.
De openingshoek van de toesteldeur is nu verkleind tot 90°.
De veerkracht van de deur in­stellen
Geldig voor koeltoestellen met een hoogte van 1.220mm: het is mogelijk de deur van het toestel zachtjes te openen door een sterkere veerkracht.
22
De deur mag niet zo ver open:
Draai de inbussleutel met de klok
mee.
Het scharnier is nu strakker ingesteld en kan niet meer zo ver open.
De deur mag ver open:
Draai de inbussleutel tegen de klok
in.
Het scharnier is minder strak ingesteld en gaat gemakkelijker open.
*INSTALLATION*
Installatie

Elektrische aansluiting

Het koeltoestel mag uitsluitend met de meegeleverde aansluitkabel op een ge­aard stopcontact worden aangesloten. Een langere aansluitkabel is bij Miele verkrijgbaar.
Plaats het koeltoestel zodanig dat het stopcontact goed bereikbaar is. Als het stopcontact niet vrij toegankelijk is, zorg er dan voor dat er voor elke pool een werkschakelaar aanwezig is.
Brandgevaar door oververhitting.
Het gebruik van het koeltoestel via verdeelstekkers en verlengsnoeren kan tot overbelasting van de kabels leiden.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verdeelstekkers en verlengsnoeren.
De elektrische installatie moet conform VDE0100 uitgevoerd zijn.
Om veiligheidsredenen raden we aan om een verliesstroomschakelaar (RCD) te gebruiken van het type in de huisinstallatie waarin u het koeltoestel installeert.
Een beschadigde aansluitkabel mag al­leen door een speciale aansluitkabel van hetzelfde type worden vervangen (verkrijgbaar bij Miele). Om veiligheids­redenen mag de kabel alleen door een gekwalificeerde vakman of door Miele worden vervangen.
Op het typeplaatje en in de gebruiks­aanwijzing staat informatie over het no­minale verbruik en de bijbehorende ze­kering. Vergelijk deze informatie met de gegevens van de elektriciteitsaanslui­ting ter plaatse. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Het koeltoestel mag niet op wisselrich­ters worden aangesloten die bij autono­me stroomvoorzieningen worden toege­past, zoals bij zonne-energie. Als het koeltoestel wordt ingeschakeld, kan het bij spanningspieken om veiligheidsre­denen worden uitgeschakeld. De elek­tronica kan beschadigd raken.

Het koeltoestel aansluiten

Steek de stekker in de achterkant van
het koeltoestel.
Let erop dat de toestelstekker correct is vastgeklikt.
Steek de stekker van het koeltoestel
in het stopcontact.
Het koeltoestel is nu aangesloten op het elektriciteitsnet.
23

Energie besparen

Zo bespaart u energie:
Plaats van opstelling
Tempera­tuurinstelling
Gebruik Als gevolg van binnenstromende warmte en een belemmerde
Het koeltoestel moet bij hogere omgevingstemperaturen vaker koelen en verbruikt dan meer energie. Daarom:
- Plaats het koeltoestel in een goed geventileerde ruimte.
- Plaats het koeltoestel niet naast een warmtebron (verwar­mingselement, fornuis).
- Bescherm het koeltoestel tegen directe blootstelling aan zon­licht.
- Zorg voor een ideale omgevingstemperatuur van ongeveer 20°C.
- Houd de ventilatie-openingen vrij en reinig ze regelmatig door stof te verwijderen.
Hoe lager de ingestelde temperatuur, des te hoger het energie­verbruik. De volgende instellingen worden aangeraden:
- Koelzone 4 tot 5°C.
- Vriesvak -18°C.
luchtcirculatie neemt het energieverbruik toe. Daarom:
- Open de deur/deuren altijd zo kort mogelijk. Een goede sorte­ring van de voedingsmiddelen helpt bij de oriëntatie.
24
- Sluit de deur/deuren van het toestel na het openen volledig.
- Laat warme voedingsmiddelen en dranken afkoelen voordat u ze in het koeltoestel bewaart.
- Bewaar de voedingsmiddelen goed verpakt of afgedekt.
- Leg de vakken niet te vol, zodat de lucht kan circuleren.
- Leg diepvriesproducten in de koelzone wanneer ze moeten ontdooien.
- Houd u bij de plaatsing van laden en plateaus aan de stan­daard toestand.
Energie besparen
Ontdooien Een laag ijs zorgt voor een verminderde toevoer van koude lucht
naar de diepvriesproducten. Daarom:
- Ontdooi het vriesvak als er een laag ijs van maximaal 0,5cm ontstaan is.
25
Beschrijving van het toestel26Beschrijving van het toestel
a
Display
b
Vriesvak
c
Plateau met verlichting (FlexiLight 2.0)
d
Eierrek
e
Deurvak met nauwkeurige verstelling
f
Variabel flessenrek
g
Gootje en afvoeropening voor het dooiwater
h
Flessenvak met flessenhouder
i
Plaats voor een bakplaat (ComfortSize)
j
Vakdeksel om de luchtvochtigheid in de bovenste DailyFresh-lade in te stellen
k
DailyFresh-lade voor fruit en groenten (met vochtaanpassing)
27
Beschrijving van het toestel
5
°C
1
2
3
4

Startscherm

Door scherpe voorwerpen, zoals pennen, kunnen er krassen op de touchdisplay ontstaan.
Raak de display alleen met uw vingers aan. Als uw vingers koud zijn, reageert de display mogelijk niet.
a
Temperatuuraanduiding voor de koelzone
b
Sensortoets instellingsmodus voor het kiezen van verschillende functies in de instellingsmodus
c
Weergave Miele@home verbindingsstatus (alleen zichtbaar wanneer de functie Miele@home is ingesteld)
d
Weergave demo-functie (alleen zichtbaar wanneer de demo-functie is ingeschakeld)

Principe van de bediening begrijpen

Raak op het startscherm het gewenste veld/symbool aan.Veeg naar links of rechts over de display totdat de gewenste waarde/het ge-
wenste symbool in het midden wordt weergegeven.
Tik ter bevestiging op de gewenste keuze in de display.
De gekozen waarde/het gekozen symbool brandt oranje (op enkele uitzonderingen na).
Tik op of OK om het instellingsniveau te verlaten.
28
Beschrijving van het toestel

Instellingsmodus

In de instellingsmodus kunt u de volgende functies kiezen en hun instellingen wijzi­gen:
Symbool Functie Fa-
brieksin­stelling
De functie party-stand in- of uitschakelen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
De functie vakantiemodus in- of uitschakelen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
/ De ingebruiknamebeveiliging in- of uitschakelen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
De functie sabbatmodus in- of uitschakelen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
Informatie over de functie sabbatmodus oproepen (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
Het tijdsbestek tot de activering van het deuralarm wijzi­gen (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
De functie Miele@home de eerste keer instellen,
WiFi activeren en deactiveren of de netwerkconfiguratie resetten (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
/
Het toetssignaal in- of uitschakelen Aan
Uit
Uit
(uit)
Uit
––
1:00
APP
/ Het volume van de waarschuwings- en geluidssignalen
wijzigen of deze signalen volledig uitschakelen (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
De helderheid van de display wijzigen
(zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
°C/°F De temperatuureenheid wijzigen
(Celsius of Fahrenheit)
Aan /stand5
Stand4
°C
29
Beschrijving van het toestel
De demo-functie uitschakelen
(alleen zichtbaar wanneer de demo-functie is ingescha­keld) (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
De instellingen naar de standaard toestand
resetten (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
Informatie (type-aanduiding en serienummer) over uw
koeltoestel oproepen (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
De herinnering voor de vervanging van de anti-geurfilter
inschakelen (zie hoofdstuk “Na te bestellen accessoi­res”) (zie hoofdstuk “Het wijzigen van instellingen”)
De reinigingsmodus in- of uitschakelen
(zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”)
Uit
––
––
Uit
Uit
30
Beschrijving van het toestel

De binnenruimte indelen

Deurvak met nauwkeurige verstelling verschuiven

Gebruik de nauwkeurige verstelling als u voor het deurvak/het flessenvak daar­onder meer ruimte naar boven toe no­dig heeft.
De hoogte van het deurvak kan in een beladen toestand worden aangepast.
Pak het deurvak met beide handen
vast, druk aan beide kanten de grijze toetsen onder het deurvak in en ver­schuif het deurvak.

Deurvak/flessenvak verplaatsen

Eierrekken vastklikken

Klik de eierrekken vast in de achter-
ste rand van het deurvak.
De flessensteun verschuiven of ver­wijderen
De lamellen van de flessensteun zorgen ervoor dat flessen stevig staan wanneer u de deur van het toestel opent en sluit.
U kunt de flessensteun naar rechts of naar links verschuiven. Zo ontstaat er meer ruimte voor drankkartons.
Wanneer u de flessensteun goed wilt schoonmaken, adviseren wij u om deze er helemaal uit te halen:
Trek de flessensteun er naar boven
toe uit.
Verplaats de deurvakken/flessenvak­ken in de deur alleen als er niets in staat.
Schuif de deurvakken/flessenvakken
naar boven en haal ze er naar voren toe uit.
Zet de deurvakken/flessenvakken er
op de gewenste plaats weer in.
31
Beschrijving van het toestel

Plateaus met verlichting in hoogte verstellen

De plateaus kunt u in hoogte verstellen afhankelijk van de hoogte van de te koelen producten.
Til het plateau aan de voorkant iets
op en trek het plateau een stukje naar voren.
Til het plateau met de uitsparingen
over de plateauribben heen om het omhoog of omlaag te verplaatsen.
Schuif het plateau terug.
Let erop dat het plateau met de verlich­ting hoorbaar vastklikt.

Plaats voor een bakplaat

Boven de laden kan een bakplaat wor­den geplaatst.
Open de deur van het toestel tot de
aanslag.
Plaats de bakplaat op de scheidings-
plaat.
Tip: Laat de bakplaat tot op kamertem­peratuur afkoelen, voordat u de plaat in de koelzone schuift.
Met stopjes wordt voorkomen dat de plateaus er per ongeluk uit worden ge­trokken.
De opstaande rand die aan de be­schermlijst aan de achterkant van het plateau zit, moet naar boven wijzen, zodat de voedingsmiddelen niet met de achterwand in aanraking kunnen komen en eraan vastvriezen.
32
Beschrijving van het toestel

Flessenrek verplaatsen

U kunt het flessenrek op verschillende plaatsen gebruiken.
Til het rek iets op. Trek het iets naar
voren. Til het met de uitsparing over de plateauribben heen. Verplaats het naar boven of naar beneden.
De beugel aan de achterkant van het rek moet naar boven wijzen, zodat de flessen niet tegen de achterwand aan kunnen komen.
Met stopjes wordt voorkomen dat het flessenrek er per ongeluk uit wordt ge­trokken.

Anti-geurfilter verplaatsen

De anti-geurfilter met houder KKF-FS (Active AirClean) kan als accessoire bijbesteld worden (zie paragraaf “Na te bestellen accessoires”.)
Let bij sterk ruikende voedingsmid­delen (bijv. erg kruidige kaas) op het volgende:
- Plaats de houder met de anti-geurfil­ters op het plateau waarop u deze voedingsmiddelen legt.
- Vervang de anti-geurfilters desge­wenst eerder.
- Plaats nog meer anti-geurfilters (met houder) in het koeltoestel.
De houder voor de anti-geurfilters zit op de beschermlijst aan de achterkant van het plateau.
Als u de anti-geurfilter wilt ver-
plaatsen, trekt u de houder omhoog en neemt u deze van de bescherm­lijst.
Plaats de houder op de beschermlijst
van het gewenste plateau.
33
Beschrijving van het toestel

Bij te bestellen accessoires

Het Miele-assortiment omvat tal van handige accessoires, alsmede reini­gings- en onderhoudsmiddelen die spe­ciaal op uw koeltoestel zijn afgestemd.

Universeel microvezeldoekje

Het microvezeldoekje is handig bij het verwijderen van vingerafdrukken en an­der licht vuil op roestvrijstalen fronten, panelen, ramen, meubels enz.

MicroCloth-kit

De MicroCloth-kit bestaat uit een uni­verseel doekje, een glasreinigingsdoek­je en een hoogglansdoekje. De doekjes zijn bijzonder scheur- en slijtvast. Door de zeer fijne microvezels hebben de doekjes een grote reini­gingscapaciteit.

MicroCloth HyClean

De MicroCloth HyClean is een anti-bac­teriële, universele doek die bijzonder scheur- en slijtvast is. De doek kan droog of vochtig, met of zonder reini­gingsmiddel worden gebruikt.

Flessenrek

Beschrijving zie hoofdstuk “Beschrijving van het toestel”, paragraaf “Het indelen van de binnenruimte”.
Plateau met draaibare bodem (Flexi­Tray)
De draaibare bodem kan in wijzerzin 180° worden gedraaid. Op die manier is een optimale toegang mogelijk, ook tot de voedingsmiddelen die achterin staan.

Sorteerbox

Met de sorteerbox is een overzichtelijke sortering van de voedingsmiddelen in de lade van de koelzone mogelijk.

Anti-geurfilter met houder KKF-FS (Active AirClean)

De anti-geurfilter neutraliseert onaange­name geurtjes in de koelzone en zorgt op die manier voor een betere lucht­kwaliteit.
Vervangende anti-geurfilters KKF-RF (ActiveAirClean)
Er zijn vervangende filters verkrijgbaar die in de houder passen. Wij adviseren de anti-geurfilters om de 6maanden te vervangen.
34
Afhankelijk van het model moet voor het plaatsen en verwijderen van de sorteerbox de volledige lade worden uitgehaald.
Na te bestellen accessoires kunt u in de Miele webshop bestellen. De pro­ducten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie achteraan in deze gebruiksaanwij­zing) en bij uw Miele vakhandelaar.

Koeltoestel in- en uitschakelen

Vóór het eerste gebruik

Verwijder al het verpakkingsmateriaal
en de beschermende folie.
Reinig de binnenkant van het toestel
en de accessoires (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).

Het koeltoestel aansluiten

Sluit het koeltoestel op het elektrici-
teitsnet aan zoals beschreven in het hoofdstuk “Elektrische aansluiting”.
Op de display verschijnt eerst Miele ge­volgd door.

Koeltoestel inschakelen

Open de deur van het toestel.Druk in de display op .
Het koeltoestel begint te koelen en de binnenverlichting gaat aan wanneer u de deur opent.
Het koeltoestel koelt naar de ingestelde temperatuur.
Laat het koeltoestel een paar uur voorkoelen, zodat de temperatuur laag genoeg is. Leg pas voedings­middelen in het koeltoestel als de vooraf ingestelde temperatuur is be­reikt.
Leg voedingsmiddelen pas in het vriesvak als de temperatuur in het vriesvak laag genoeg is (min. -18°C).

Koeltoestel uitschakelen

Raak in de display de temperatuur-
weergave aan.
Veeg naar rechts totdat in het mid-
den wordt weergegeven.
Druk op .
De koeling en de binnenverlichting zijn uitgeschakeld.
Let op het volgende. Het koeltoestel is niet spanningsvrij wanneer het wordt uitgeschakeld.
35
Koeltoestel in- en uitschakelen

Bij langdurige afwezigheid

Als het koeltoestel bij langdurige af­wezigheid wordt uitgeschakeld, maar niet wordt gereinigd, bestaat er ge­vaar voor schimmelvorming als de deur van het koeltoestel gesloten blijft.
Zorg ervoor dat u het toestel reinigt.
Wanneer u het toestel langere tijd niet gebruikt, doe dan het volgende:
Schakel het koeltoestel uit.Ontdooi het vriesvak.Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering van de huisin­stallatie uit.
Reinig het koeltoestel en laat de deur
open staan om het toestel voldoende te verluchten en te voorkomen dat er geurtjes ontstaan.
36

De juiste temperatuur

Voor de houdbaarheid van voedings­middelen is het zeer belangrijk dat u de juiste temperatuur instelt. Als de tempe­ratuur daalt, ontstaan er minder snel mi­cro-organismen. De voedingsmiddelen bederven niet zo snel.
De temperatuur in het koeltoestel stijgt als:
- u vaak en gedurende lange tijd de deur van het toestel opent;
- er meer voedingsmiddelen worden bewaard;
- de temperatuur van de voedingsmid­delen hoger is, wanneer ze worden opgeslagen;
- de omgevingstemperatuur van het koeltoestel hoger is. Het koeltoestel is gemaakt voor een bepaalde kli­maatklasse (omgevingstemperatuur­bereik) waar de kamertemperatuur niet boven of onder mag liggen.
…in de koelzone
Voor de koelzone adviseren wij een koeltemperatuur van 4°C.
... in het vriesvak
Om verse voedingsmiddelen in te vrie­zen en langdurig te bewaren, moet de temperatuur -18°C zijn. Bij deze tem­peratuur wordt de groei van micro-orga­nismen grotendeels gestopt. Zodra de temperatuur hoger wordt dan -10°C, begint de aantasting door de micro-or­ganismen en de voedingsmiddelen zijn minder lang houdbaar. Daarom mogen (gedeeltelijk) ontdooide voedingsmid­delen pas weer worden ingevroren, na­dat ze zijn verwerkt (koken of braden). Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
37
De juiste temperatuur

Temperatuurweergave

Bij normaal gebruik wordt in de dis­play de gemiddelde, daadwerkelijke temperatuur van de koelzone weer­gegeven, die op dat moment in het koeltoestel heerst.
Het kan een paar uur duren voordat de gewenste temperaturen worden bereikt en constant worden aangegeven. Dat hangt van de omgevingstemperatuur en de instelling af.

Temperatuur instellen

Raak in de display de temperatuur-
weergave aan.
Veeg naar links of rechts totdat de
gewenste temperatuur in het midden wordt weergegeven.
Tik ter bevestiging op de gewenste
temperatuur.
De temperatuurweergave springt weer naar de daadwerkelijke temperatuur die op dat moment in het koeltoestel heerst.

Als u de temperatuurinstelling heeft gewijzigd:

Controleer de temperatuurweergave
na enkele uren nog een keer. Pas dan is de werkelijke temperatuur inge­steld.
- na ca.6uur bij een koeltoestel dat niet zo vol is
- na ca.24uur bij een vol koeltoestel
Als de temperatuur na deze tijd te hoog of te laag is:
Stel de temperatuur opnieuw in.
Hoe hoger of lager de temperatuur in de koelzone is, des te hoger of lager is ook de temperatuur in het vriesvak.
Houd er rekening mee dat de tempe­raturen in het vriesvak bij een geringe belading kunnen schommelen. In be­paalde omstandigheden kunnen tem­peraturen boven -18°C worden be­reikt.

Mogelijke instelwaarden

- Koelzone: 2tot 9°C
38

Het gebruik van “SuperKoelen”

SuperKoelen
Als de functie SuperKoelen is inge­schakeld, wordt de Koelzone zeer snel tot de koudste waarde afgekoeld (afhankelijk van de omgevingstempe­ratuur). Het koeltoestel werkt met een maximale capaciteit en de tempera­tuur daalt. Kies deze functie als u gro­te hoeveelheden verse voedingsmid­delen of dranken snel wilt afkoelen.
Als de functie SuperKoelen is inge­schakeld, kan het zijn dat het toestel meer geluid maakt.
U dient de functie SuperKoelen
4uur voordat u de in te vriezen voe­dingsmiddelen of dranken in de diepvrieszone plaatst in te scha-
kelen.
De functie SuperKoelen wordt auto­matisch na ongeveer 12uur uitge­schakeld. Het toestel werkt weer met normale koelcapaciteit.
SuperKoelen in- en uitschakelen
Raak de temperatuurweergave voor
de koelzone aan.
Druk op om de functie SuperKoe-
len in en weer uit te schakelen.
Als de functie SuperKoelen is inge- schakeld, brandt oranje.
Verlaat dit instellingsniveau door de
temperatuurweergave aan te raken.
Tip: Om energie te besparen kunt u de functie SuperKoelen zelf uitscha­kelen zodra de voedingsmiddelen of dranken koel genoeg zijn.
39

Het wijzigen van instellingen

Uitleg over de afzonderlijke in­stellingen
Hierna worden alleen de instellingen be­schreven die verdere toelichting ver­eisen.
Als u zich in de instellingsmo­dusbevindt, worden het deuralarm of een andere waarschuwingsmelding automatisch onderdrukt.
Partystand
De functie party-stand is aan te be­velen als u grote hoeveelheden verse voedingsmiddelen en dranken snel wenst af te koelen.
Tip: Schakel de functie party-stand ca. 4uur voordat u de voedingsmid­delen en dranken in het toestel legt in.
Als de party-stand is ingeschakeld, wordt de functie SuperKoelen auto­matisch ingeschakeld.
De party-stand kan niet worden in­geschakeld als de vakantiemodus is ingeschakeld.
Vakantiemodus
De functie vakantiemodus is han­dig wanneer u bijvoorbeeld tijdens uw vakantie de koelzone niet volledig wilt uitschakelen of u geen grote koelca­paciteit nodig heeft.
Als de vakantiemodus is ingescha­keld, wordt dit op het startscherm weergegeven. De modus kan via het startscherm en via de instellingsmo­dus worden uitgeschakeld.
De koelzone wordt daarbij ingesteld op een temperatuur van 9°C. De koelzone kan zo energiezuinig in gebruik blijven.
Bij deze gemiddelde koelzonetempe­ratuur kunnen langer houdbare voe­dingsmiddelen nog enige tijd in het koeltoestel bewaard blijven. Het ener­gieverbruik is lager dan bij normaal gebruik. Ook ontstaan er geen geurtjes en schimmels, die wél zouden kunnen ontstaan als de koelzone helemaal wordt uitgeschakeld en de deur van het toestel wordt gesloten.
De functie party-stand gaat na ca. 24uur automatisch uit. U kunt de functie party-stand echter ook op een eerder moment uitschakelen.
40
Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven voedingsmid­delen.
Wanneer de temperatuur in de koel­zone lange tijd boven de 4°C blijft, kunnen de houdbaarheid en kwaliteit van de voedingsmiddelen in de diep­vrieszone verminderen.
Schakel de functie vakantiemo­dus altijd alleen in voor korte tijd.
Bewaar in die tijd geen delicate en bederfelijke voedingsmiddelen zoals fruit, groenten, vis, vlees en zuivel­producten in het toestel.
Het wijzigen van instellingen
Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven voedingsmid­delen.
Als de vakantiemodus is inge­schakeld, kan het vriesvak vanwege de hoge temperaturen niet meer wor­den gebruikt.
Haal de voedingsmiddelen uit het vriesvak.
Vergrendelingsfunctie/ inscha­kelen
Als de vergrendelingsfunctie is inge­schakeld, beschermt deze het koeltoe­stel tegen onbedoeld uitschakelen en tegen onbedoeld aangebrachte wijzi­gingen door onbevoegde personen, bij­voorbeeld kinderen.
Druk op .Veeg naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Druk op .
Door de deur van het toestel te sluiten, wordt de vergrendelingsfunctie op­nieuw ingeschakeld.
Vergrendelingsfunctie/ helemaal uitschakelen
Druk op .Raak gedurende ca. 6seconden
aan.
Veeg naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Druk op .
Als de vergrendelingsfunctie uitgescha­keld is, brandt .
Als de vergrendelingsfunctie ingescha­keld is, brandt oranje.
Sluit de toesteldeur. Pas dan is de
vergrendelingsfunctie actief.
Vergrendelingsfunctie/ korte tijd deactiveren
Als u bijvoorbeeld de temperatuur wilt wijzigen, kunt u de vergrendelingsfunc­tie gedurende korte tijd deactiveren:
Raak gedurende ca. 6seconden
aan.
De weergave gaat naar de instelling van de temperatuur.
Voer nu de gewenste instellingen uit.
41
Het wijzigen van instellingen
Sabbatmodus
Het koeltoestel beschikt over een sab­batmodus die kan worden gebruikt ter ondersteuning van religieuze gebruiken.
Als de sabbatmodus ingeschakeld is, wordt dit eerst op het startscherm weergegeven.
Na ca. 3seconden dooft de display.
Als de sabbatmodus ingeschakeld is, kunt u voor uw koeltoestel geen in­stellingen wijzigen.
Let erop dat de deur van het toestel stevig gesloten is aangezien optische en akoestische waarschuwingen zijn uitgeschakeld.
De functie sabbatmoduswordt auto­matisch uitgeschakeld na ca. 120uur.
Bij een ingeschakelde sabbatmodus wordt het volgende gedeactiveerd:
- de binnenverlichting wanneer de deur is geopend
- alle geluidssignalen en optische sig­nalen
- de temperatuurweergave
Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven voedingsmid­delen.
Omdat een mogelijke stroomuitval tijdens de sabbatmodus niet wordt aangegeven, zijn de voedingsmid­delen mogelijk langere tijd blootge­steld geweest aan hogere temperatu­ren. Daardoor zijn de voedingsmid­delen korter houdbaar.
Als er tijdens de sabbatmoduseen stroomuitval is geweest, controleer dan de kwaliteit van de voedingsmid­delen.
Sabbatmodusuitschakelen
Tik op de zwarte display.Tik in de instellingsmodus op het
symbool.
Als de sabbatmodus uitgeschakeld is, brandt het symbool wit.
Informatie over de sabbatmodus
Dit product is door Star-K, een internati­onaal koosjer certificeringsbureau, ge­certificeerd. Hier kunt u de versie van de Star-K cer­tificering bekijken.
Alle eerder ingeschakelde functies blij­ven actief.
42
Het wijzigen van instellingen
Tijdsbestek tot de activering van het deuralarm wijzigen
U kunt instellen hoe snel het deuralarm na het openen van de deur van het toe­stel moet klinken.
Druk op .Veeg naar links of rechts totdat  in
het midden wordt weergegeven.
Druk op .  Veeg naar links of rechts tot de ge-
wenste tijdsperiode tussen 30secon­den en 3minuten: 30seconden wordt in het midden weergegeven.
Tik ter bevestiging op de gewenste
instelling.

Miele@home instellen

Uw koeltoestel heeft een geïnte­greerde WiFi-module.
Af fabriek is de netwerkfunctie gede­activeerd.
Om hem te kunnen gebruiken, heeft u het volgende nodig:
- een WiFi-netwerk
- de Miele app
- een gebruikersaccount bij Miele. De gebruikersaccount kunt u via de Miele app aanmaken.
De Miele app helpt u bij de verbinding tussen het koeltoestel en uw eigen WiFi-netwerk.
Nadat u het koeltoestel in uw WiFi-net­werk heeft opgenomen, kunt u met de app bijvoorbeeld de volgende han­delingen uitvoeren:
- Informatie over de status van uw koeltoestel opvragen
- Instellingen van uw koeltoestel wijzi­gen
Als u het koeltoestel in uw WiFi-netwerk opneemt, wordt het energieverbruik ho­ger, ook als het koeltoestel is uitge­schakeld.
Zorg ervoor dat het signaal van uw WiFi-netwerk sterk genoeg is op de opstellingsplaats van uw koeltoestel.

Beschikbaarheid WiFi-verbinding

De WiFi-verbinding deelt een frequen­tiebereik met andere toestellen (zoals microgolfovens, op afstand bestuurbaar speelgoed) Hierdoor kunnen tijdelijke of
43
Het wijzigen van instellingen
volledige verbindingsfouten optreden. Een constante beschikbaarheid van de aangeboden functies kan daarom niet worden gegarandeerd.

Beschikbaarheid van Miele@home

Het gebruik van de Miele-app is afhan­kelijk van de beschikbaarheid van de Miele@home-services in uw land.
De service Miele@home is niet in elk land beschikbaar.
Informatie over de beschikbaarheid vindt u op de website www.miele.com.

Miele-app

De Miele-app kunt u gratis downloaden uit de Apple App Store® of de Google
Play Store™.
Miele@home voor de 1e keer instel­len
Druk op .Veeg naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Druk op .Tik op de gewenste verbindingsme-
thode (APP of WPS).
Na een succesvolle aanmelding ver­schijnt op het startscherm .
Als er geen verbinding tot stand kon worden gebracht, verschijnt .
Start in dit geval het proces opnieuw.
44
Het wijzigen van instellingen
WiFi-verbinding deactiveren of acti­veren
Druk op .Veeg naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Druk op .Tik op om de WiFi-verbinding te
deactiveren.
Op de display verschijnt . Tik op om de WiFi-verbinding weer
te activeren.
Tik op om het menuniveau te ver-
laten.
Als de WiFi-verbinding actief is, brandt op het startscherm.

Netwerkconfiguratie herstellen

Druk op .Veeg naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Druk op .Veeg naar rechts totdat in het mid-
den wordt weergegeven.
Druk op .Druk op OK.
Alle instellingen en ingevoerde waarden voor Miele@home worden gereset.
Herstel de netwerkconfiguratie wan­neer u uw koeltoestel afvoert, ver­koopt of een gebruikt koeltoestel gaat gebruiken. Alle persoonlijke ge­gevens worden van het koeltoestel verwijderd. Bovendien heeft de vori­ge eigenaar geen toegang meer tot het koeltoestel.
Het volume van de waarschuwings­en geluidssignalen/ wijzigen
U kunt het volume van de waarschu­wings- en geluidssignalen wijzigen (bijv. bij een deuralarm of een foutmelding). Of u kunt de waarschuwings- en ge­luidssignalen uitschakelen als deze u storen.
Druk op .Veeg naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Druk op .Veeg naar links of rechts totdat het
gewenste volume in het midden wordt weergegeven.
Bevestig het gewenste volume door
op de segmentbalk te tikken.
Als de waarschuwings- en geluidssig­nalen uitgeschakeld zijn, verschijnt .
De WiFi-verbinding is gedeactiveerd, verdwijnt van het startscreen.
45
Het wijzigen van instellingen
De helderheid van de display wijzi­gen
U kunt de helderheid van de display aan de lichtverhoudingen van de omge­ving aanpassen.
Druk op .Veeg naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Druk op .Veeg naar links of rechts totdat het
gewenste helderheidsniveau in het midden wordt weergegeven.
Bevestig het gewenste helderheidsni-
veau door op de segmentbalk te tik­ken.
Demo-functie uitschakelen
Met de demo-functie kan de vakhan­del het koeltoestel presenteren zonder de koeling te moeten inschakelen. Deze functie is niet relevant voor particulier gebruik.
Als de demo-functie standaard inge­schakeld is, verschijnt op het start­scherm.
Instellingen naar de fabrieksinstel­lingen resetten
Alle instellingen van het koeltoestel wor­den teruggezet naar de fabrieksinstel­lingen (instellingen zie hoofdstuk “Be­schrijving van het toestel”).
Druk op .Veeg naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
 Druk op . Op de display verschijnt .  Tik op OK.
Het koeltoestel wordt uitgeschakeld en moet opnieuw worden ingeschakeld.
Informatie
Op de display ziet u de toestelgege­vens (type-aanduiding en serienum­mer).
Tip: Deze toestelgegevens zijn belang­rijk voor het melden van een storing bij de Miele Service (zie hoofdstuk “Miele”).
Druk op .Druk op .Veeg naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Druk op . Nadat de demo-functie uitgeschakeld
is, wordt het koeltoestel uitgeschakeld en moet het opnieuw worden ingescha­keld.
46

Vervangingsindicator anti-geurfilter

Nadat de anti-geurfilter is geplaatst (na te bestellen accessoire), moet eerst de vervangingsindicator anti-geurfilter in de instellingsmodus worden geacti­veerd.
De vervangingsindicator voor de an­ti-geurfilter in het startscherm herin­nert u er om de 6maanden aan dat de anti-geurfilter moet worden vervangen (zie hoofdstuk “Reiniging en onder­houd”, paragraaf “Anti-geurfilter ver­vangen”).
Reinigingsmodus
De reinigingsmodus maakt een eenvoudige reiniging van de koelzone mogelijk (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”). De binnenverlichting blijft ingeschakeld, hoewel de koelzo­ne uitgeschakeld is. Akoestische en optische signalen zijn ook uitgescha­keld.
Het wijzigen van instellingen
Als de reinigingsmodus is inge­schakeld, wordt dit op het startscherm weergegeven.
Na de reiniging moet de reinigingsmo­dus worden uitgeschakeld. Als de deur van het toestel langer dan 10mi­nuten gesloten is, wordt de reinigings­modus automatisch uitgeschakeld.
47

Deuralarm

Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven voedingsmid­delen.
Is de temperatuur gedurende een vrij lange tijd hoger dan -18°C, dan kun­nen de diepvriesproducten geheel of gedeeltelijk ontdooien. Daardoor zijn de voedingsmiddelen korter houd­baar.
Controleer of de diepvriesproducten geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid. Als dat het geval is, gebruik deze voedingsmiddelen dan zo snel mo­gelijk of kook of braad ze alvorens ze opnieuw in te vriezen.
Dit koeltoestel is voorzien van een waarschuwingssysteem. Daarmee wordt voorkomen dat er onnodig veel energie wordt verbruikt en dat het voor de opgeslagen voedingsmid­delen te warm wordt.
Als de deur van het toestel te lang openstaat, wordt  in de tempera­tuurweergave geel verlicht. Tevens klinkt er een waarschuwingssignaal.
Het tijdsbestek tot het in werking treden van het deuralarm kan worden gewij­zigd. Het deuralarm kan echter ook worden uitgeschakeld (zie hoofdstuk “Overige instellingen wijzigen”).
Zodra de deur van het toestel wordt ge­sloten, stopt het waarschuwingssignaal en gaat  op de display uit.
Deuralarm voortijdig uitschakelen
Als het waarschuwingssignaal storend is, kunt u het vroegtijdig uitschakelen.
Raak op de display gedurende enige
tijd  aan.
48
Het waarschuwingssignaal stopt en het symbool dooft.
Als de deur van het toestel niet wordt gesloten, wordt het waarschuwings­signaal na 3minuten herhaald.

Levensmiddelen in de koelzone bewaren

Explosiegevaar door brandbare
gasmengsels. Brandbare gasmengsels kunnen ont-
branden door elektrische onderde­len.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brandbare drijf­gassen (bijv. spuitbussen) in het koeltoestel. Dergelijke spuitbussen kunt u herkennen aan de hand van de opgedrukte inhoudsopgave of een vlamsymbool. Eventueel ont­snappende gassen kunnen ontbran­den door elektrische onderdelen.
Gevaar voor beschadiging door
voedingsmiddelen die vet of olie be­vatten.
Als u vet- of oliehoudende voedings­middelen in het toestel of in de deur van het toestel bewaart, kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waardoor deze knapt of scheurt.
Voorkom dat vet of olie in aanraking komt met kunststof onderdelen van het koeltoestel.

Warmste gedeelte

Het minst koele gedeelte in de koel­kast / koelzone bevindt zich vooraan en helemaal bovenin tegen de deur. Ge­bruik dit gedeelte voor het opslaan van boter zodat deze smeerbaar blijft en voor kaas zodat deze zijn aroma niet verliest.

Verschillende koelgedeelten

Door de natuurlijke luchtcirculatie ont­staan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen.
De koude, zware lucht zakt naar het on­derste gedeelte van de koelzone. Maak bij het plaatsen van de voedingsmid­delen gebruik van deze verschillende temperaturen.
49
Levensmiddelen in de koelzone bewaren

Koudste gedeelte

Het koudste gedeelte in de koelzone bevindt zich direct boven de DailyFresh­lade en bij de achterwand.
Gebruik deze gedeelten voor alle voe­dingsmiddelen die gevoelig en niet lang houdbaar zijn, zoals:
- vis, vlees, gevogelte,
- worst, kant-en-klaargerechten,
- voedingsmiddelen met eieren of room,
- vers deeg, taart-/cake-, pizza- of qui­chedeeg,
- kaas met rauwe melk en andere melkproducten,
- in folie verpakte voorgesneden groenten,
- in het algemeen alle verse voedings­middelen (waarvan de minimale houdbaarheidsdatum alleen geldt bij een bewaartemperatuur van minstens 4°C)
Tip: Bewaar de voedingsmiddelen zo­danig dat ze de achterwand van de koelzone niet raken. De voedingsmid­delen kunnen anders aan de achter­wand vastvriezen.

Niet geschikt voor de koelzone

Koudegevoelige voedingsmiddelen zijn niet geschikt om bij temperaturen onder 5°C te worden bewaard.
Tot de koudegevoelige voedingsmid­delen behoren onder andere:
- ananas, avocado's, bananen, gra­naatappels, mango's, meloenen, papaja's, passievruchten, citrus­vruchten (zoals citroenen, sinaasap­pelen, mandarijntjes, pompelmoes),
- fruit (dat nog verder moet rijpen),
- aubergines, komkommers, aardap­pels, paprika, tomaten, courgettes,
- harde kazen (zoals parmezaan en bergkaas).

Aanwijzingen voor het kopen van levensmiddelen

De belangrijkste voorwaarde om de le­vensmiddelen lang te kunnen bewaren, is dat ze zo vers mogelijk zijn. Let ook op de houdbaarheidsdatum en de juiste bewaartemperatuur. De koelketen mag eigenlijk niet worden onderbroken door de levensmiddelen bijvoorbeeld in een warme auto te ver­voeren.
50
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Voedingsmiddelen juist bewa­ren
Bewaar voedingsmiddelen in de koelzo­ne verpakt of goed afgedekt (in de DailyFresh-lade zijn er uitzonderingen). Zo nemen ze geen vreemde geuren over, drogen ze niet uit en worden er geen bacteriën overgedragen. Dit is vooral belangrijk als u dierlijke voe­dingsmiddelen bewaart. Let vooral op met voedingsmiddelen zoals rauw vlees en vis. Deze mogen niet in contact ko­men met andere voedingsmiddelen. Als u de temperatuur juist instelt en de koelzone goed proper houdt, blijven voedingsmiddelen aanzienlijk langer houdbaar. Afval van voedingsmiddelen wordt voorkomen.

Eiwitrijke voedingsmiddelen

Houd er rekening mee dat eiwitrijke voedingsmiddelen sneller bederven. Zo bederven schaal- en schelpdieren bij­voorbeeld sneller dan vis, en bederft vis weer sneller dan vlees.
51

Levensmiddelen in de DailyFresh-lade bewaren

De DailyFresh-lade is uitermate geschikt voor fruit en groente.
De luchtvochtigheid in de DailyFresh-la­de kan zo worden geregeld dat deze ongeveer overeenkomt met de bewaar­de voedingsmiddelen. Een hoge lucht­vochtigheid zorgt ervoor dat de voe­dingsmiddelen hun eigen vocht behou­den en niet zo snel uitdrogen. De tem­peratuur komt ongeveer overeen met de temperatuur in de gewone koelzone.
Om voedingsmiddelen goed te kunnen bewaren, is het van essentieel belang dat ze zich in goede staat bevinden wanneer u ze in de koelkast plaatst.
De luchtvochtigheid in de DailyFresh­lade voor fruit en groenten verande­ren
De hoogte van de luchtvochtigheid hangt sterk af van de soort en de hoe­veelheid opgeslagen voedingsmid­delen als deze niet verpakt zijn. Als u een kleine hoeveelheid opslaat, kan de luchtvochtigheid te gering zijn.
Niet verhoogde luchtvochtigheid kiezen
Standaard is de luchtvochtigheid ver­hoogd en het vakdeksel naar achteren geschoven.
Verander de standaard toestand alleen als de luchtvochtigheid in de DailyFresh-lade te hoog is:
Trek het vakdeksel naar voren totdat
u weerstand voelt.
Het vakdeksel is geopend en de lucht­vochtigheid wordt lager.
Verhoogde luchtvochtigheid kie­zen
Tip: Verpak de voedingsmiddelen in
kleine hoeveelheden in luchtdichte ver­pakkingen.
52
Schuif het vakdeksel naar achteren
totdat u weerstand voelt.
Het vakdeksel is gesloten en de lucht­vochtigheid blijft in het vak.
Levensmiddelen in de DailyFresh-lade bewaren
Bent u niet tevreden met de manier waarop uw opgeslagen voedingsmid­delen worden gekoeld (bijv. het voedsel ziet er al na korte tijd slap of verlept uit), neem dan onderstaande tips in acht:
Sla alleen verse voedingsmiddelen op. De staat waarin de voedingsmiddelen
zich bevinden wanneer u ze in het koeltoestel legt, is heel belangrijk.
Reinig de DailyFresh-lade voordat u de voedingsmiddelen erin legt.Dep zeer vochtige voedingsmiddelen af voordat u ze erin legt.Leg geen koudegevoelige voedingsmiddelen in de DailyFresh-lade (zie hoofd-
stuk “Voedingsmiddelen in de koelzone bewaren”, paragraaf “Niet geschikt voor de koelzone”).
Kies voor de opslag van voedingsmiddelen de juiste positie van het vakdeksel
(niet-verhoogde of verhoogde luchtvochtigheid).
Een verhoogde luchtvochtigheid wordt alleen bereikt door het vocht van de
voedingsmiddelen die in dat vak worden bewaard, mits ze onverpakt worden bewaard. Hoe meer voedingsmiddelen er in het vak worden bewaard, des te ho­ger de luchtvochtigheid.
Vormt zich bij de instelling te veel vocht in het vak, waardoor de voedings-
middelen worden aangetast, verwijder het condenswater dan met name van de bodem van het vak en leg een rooster of dergelijke in het vak zodat het overtol­lige vocht eraf kan druipen. Eventueel kunt u de situatie ook wijzigen naar niet­verhoogde luchtvochtigheid door het vakdeksel naar voren te trekken.
Als de luchtvochtigheid ondanks de instelling te laag is, kunt u de voedings-
middelen het beste in luchtdichte verpakkingen bewaren.
53

Invriezen en bewaren

Wat gebeurt er bij het invriezen van verse voedingsmiddelen?

Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven voedingsmid­delen.
Is de temperatuur gedurende een vrij lange tijd hoger dan -18°C, dan kun­nen de diepvriesproducten geheel of gedeeltelijk ontdooien. Daardoor zijn de voedingsmiddelen korter houd­baar.
Controleer of de diepvriesproducten geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid. Als dat het geval is, gebruik deze voedingsmiddelen dan zo snel mo­gelijk of kook of braad ze alvorens ze opnieuw in te vriezen.
Verse voedingsmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden in­gevroren. Alleen zo blijven voedings­waarden, vitamines, vorm en smaak be­houden.
Als het voedingsmiddel snel tot in de kern ingevroren is, heeft de vloeistof in de cellen minder tijd om uit de cellen te lopen. De cellen krimpen aanzienlijk minder. Tijdens het ontdooien kan de slechts geringe hoeveelheid vloeistof die naar de tussenruimten was ge­stroomd, terugkeren naar de cellen zo­dat het vochtverlies zeer gering is. Daarom ontstaat er slechts een klein plasje water.

Het vriesvak gebruiken

Gebruik het vriesvak om:
- diepvriesproducten te bewaren;
- ijsblokjes te maken;
- kleinere hoeveelheden voedingsmid­delen in te vriezen;
Gegevens over het maximale vriesver­mogen vindt u op het typeplaatje.
Het vriesvermogen geeft aan welke hoeveelheid voedingsmiddelen in hoe­veel uur tot in de kern kan worden in­gevroren.

Diepvriesproducten bewaren

Als u diepvriesproducten wilt bewaren, controleer dan al tijdens de aankoop in de winkel:
- of de verpakking beschadigd is
- de houdbaarheidsdatum
- de temperatuur in de diepvries in de winkel moet -18°C of lager zijn
Vervoer diepvriesproducten indien
mogelijk in een diepvrieszak of leg ze snel in het koeltoestel.
54
Invriezen en bewaren

Verse voedingsmiddelen zelf invriezen

Vóór het erin plaatsen

Als u meer dan 2kg verse voedings-
middelen wilt invriezen, moet u de functie SuperKoelen 4–6uur in­schakelen voordat u de voedingsmid­delen erin legt.
De voedingsmiddelen die al ingevroren zijn, krijgen zo een koudereserve.
Vries uitsluitend verse voedingsmid-
delen in perfecte staat in.
Houd er rekening mee dat sommige voedingsmiddelen niet geschikt zijn om in te vriezen. Dat geldt bijvoor­beeld voor soorten groenten die nor­maal gesproken rauw worden gege­ten, zoals bladsla of radijsjes.
Tip: Om kleur, smaak, aroma en vitami­neC te behouden, kunt u de groenten blancheren voordat u deze invriest. Leg daarvoor een portie groenten 2–3minu­ten in kokend water. Neem de groenten daarna uit het water en laat deze snel in koud water afkoelen. Laat de groenten uitlekken.

Diepvriesproducten erin plaatsen

Leg in te vriezen voedingsmiddelen niet tegen reeds ingevroren voe­dingsmiddelen, om te voorkomen dat de ingevroren voedingsmiddelen gaan ontdooien.
Om te voorkomen dat voedingsmid-
delen aan elkaar of aan de bodem vastvriezen, moet u ervoor zorgen dat de verpakkingen droog zijn.
Leg de in te vriezen producten over
de hele breedte op de bodem van het vriesvak of tegen de zijwanden, zodat ze zo snel mogelijk tot in de kern wor­den ingevroren.
De voedingsmiddelen zijn na ca. 24uur ingevroren.
Schakel de functie SuperKoelen
weer uit.
In te vriezen voedingsmiddelen ver­pakken
Vries voedingsmiddelen per portie in.
Tip: Kies een geschikte verpakking om vriesbrand te voorkomen (bijv. diep­vriesbakjes).
Druk de lucht uit de verpakking en
sluit de verpakking goed.
Doe een sticker op de verpakking
met de inhoud en invriesdatum erop.
55
Invriezen en bewaren
Bewaartijd van ingevroren voe­dingsmiddelen
Voedingsmid­delen­groep
Consumptie-ijs 2 tot 6
Brood, bakwaren 2 tot 6
Kaas 2 tot 4
Vis, vet 1 tot 2
Vis, mager 1 tot 5
Worst, ham 1 tot 3
Wild, varkensvlees 1 tot 12
Gevogelte, rund­vlees
Groente, fruit 6 tot 18
Kruiden 6 tot 10
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaar­den.
Bewaartijd (maanden)
2 tot 10

De accessoires gebruiken

Het maken van ijsblokjes

Vul het bakje voor ijsblokjes voor
driekwart met water. Zet het bakje op de bodem van het vriesvak.
Wanneer het bakje is vastgevroren,
gebruik dan een stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel om het los te ma­ken.
Tip: Houd het bakje even onder stro­mend water, dan laten de ijsblokjes ge­makkelijk los.
Bij de in de handel verkrijgbare diep­vriesproducten is de op de verpakking aangegeven uiterste houdbaarheidsda­tum beslissend.
Bij een constante temperatuur in het vriesvak van -18°C en als u deze goed schoon houdt, blijven voedingsmid­delen zo lang mogelijk goed en hoeft u minder weg te gooien.

Dranken snel koelen

Wanneer u flessen drank in het diep­vriesvak heeft gelegd om snel te koelen, haal ze er dan na maximaal 1uur weer uit. Dit om te voorkomen dat ze uit el­kaar springen.
56

Ontdooien

Koelzone en DailyFresh-lade

De koelzone en de DailyFresh-lade wor­den automatisch ontdooid.
Terwijl de compressor in werking is, kunnen zich op de achterwand van de koelzone en op de DailyFresh-lade vorst en waterparels vormen. De vorst en wa­terparels hoeft u niet te verwijderen.
Het dooiwater loopt via het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssysteem aan de achterkant van het koeltoestel. Door de warmte van de compressor verdampt het dooi­water automatisch.
Houd het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater proper. Het dooi­water moet altijd probleemloos kun­nen worden afgevoerd.

Vriesvak ontdooien

Het vriesvak ontdooit niet automatisch.
Bij normale werking zetten zich na ver­loop van tijd rijm en ijs in het vriesvak af, bijv. op de binnenwanden. Er vormt zich meer ijs en rijm als:
- de deur van het vriesvak vaak of vrij lange tijd open is geweest;
- er grote hoeveelheden verse voe­dingsmiddelen ingevroren zijn;
- de luchtvochtigheid van de omge­vingslucht is gestegen.
Wanneer er een dikke ijslaag is ge­vormd, gaat de deur van het vriesvak niet meer goed dicht. Bovendien wordt de koelcapaciteit lager, waar­door het energieverbruik stijgt.
Ontdooi het vriesvak van tijd tot tijd,
echter in ieder geval zodra zich een ca. 0,5cm dikke ijslaag heeft ge­vormd.
Tip: Doe dat wanneer er weinig of geen ingevroren voedingsmiddelen in het diepvriesvak zijn opgeslagen of de luchtvochtigheid en de temperatuur in de ruimte laag zijn.
57
Ontdooien
Pas op voor beschadiging door
onjuist ontdooien. Zorg er bij het ontdooien voor dat u
de vriesplaat niet beschadigt. Anders werkt het koeltoestel niet meer.
Krab de rijm- en ijslagen er niet af. Gebruik geen scherpe of spitse voor­werpen.
Gebruik voor het versnellen van het ontdooiproces geen mechanische hulpmiddelen of andere middelen die niet door de fabrikant worden aanbe­volen.
Zorg ervoor dat er geen water in de kastombouw terechtkomt.

Het ontdooien voorbereiden

Schakel ca. 4uur voor het ontdooien
de functie SuperKoelen in.
Daardoor krijgen de reeds opgeslagen ingevroren voedingsmiddelen een kou­dereserve en kunnen ze dus iets langer bij kamertemperatuur worden bewaard.
Verwijder de diepvriesproducten.
Wikkel de diepvriesproducten in ver­schillende lagen krantenpapier of de­kens.
Tip: U kunt de diepvriesproducten ook in isoleertassen bewaren.
Bewaar de ingevroren voedingsmid-
delen op een koele plaats, totdat het diepvriesvak weer klaar is voor ge­bruik.

Het ontdooien

Hoe langer de ingevroren voedings­middelen bij kamertemperatuur wor­den bewaard, hoe korter ze houd­baar zijn.
Ontdooi voedingsmiddelen altijd zo snel mogelijk.
Schakel de functie SuperKoelen en
het koeltoestel uit.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering van de huisin­stallatie uit.
Open de deur van het vriesvak.
Tip: U kunt het ontdooien versnellen door 2 pannetjes op een onderzetter met warm (niet kokend) water in het vriesvak te zetten. In dat geval moet de deur van het vriesvak bij het ontdooien gesloten blijven, zodat de warmte niet kan ontsnappen.
Neem de stukjes ijs die zijn losge-
raakt uit het toestel.
Neem het dooiwater meerdere keren
met een spons of schoonmaakdoekje op.

Na het ontdooien

Reinig het vriesvak en maak het
droog.
Sluit het koeltoestel weer aan en
schakel het weer in.
Leg de ingevroren voedingsmiddelen
terug in het vriesvak, zodra de tempe­ratuur laag genoeg is.
58

Reiniging en onderhoud

Het typeplaatje in het koeltoestel mag niet worden verwijderd. Deze gege­vens zijn nodig indien er een storing optreedt.
Zorg ervoor dat er geen water in de elektronische besturing of de verlich­ting terechtkomt.
Er bestaat gevaar voor beschadi-
ging door indringend vocht. De stoom van een stoomreiniger kan
kunststoffen en elektrische onderde­len beschadigen.
Gebruik geen stoomreiniger om het koeltoestel te reinigen.
Er mag geen reinigingswater in de af­voeropening voor het dooiwater te­rechtkomen.
Aanwijzingen i.v.m. reinigings­middelen
Gebruik in het koeltoestel alleen rei­nigings- en onderhoudsmiddelen die geen risico vormen voor de voe­dingsmiddelen.
Om beschadigingen aan de oppervlak­ken te voorkomen, gebruikt u bij de rei­niging geen:
- soda-, ammoniak-, zuur- of chloride­houdende reinigingsmiddelen
- kalkoplossende reinigingsmiddelen
- schurende reinigingsmiddelen (zoals schuurpoeder, schuurmiddel, schuur­sponsjes)
- oplosmiddelhoudende reinigingsmid­delen
- reinigingsmiddelen voor roestvrij staal
- reinigingsmiddelen voor vaatwassers
- ovensprays
- glasreinigers
- schurende, harde sponsjes en bor­stels, (zoals schuursponsjes)
- vlekkensponsjes
- scherpe metalen schrapers
Wij adviseren om voor het reinigen van het toestel een schoon sponsdoekje, lauw water en wat afwasmiddel te ge­bruiken.
59
Reiniging en onderhoud

Koeltoestel voor de reiniging voorbereiden

Tip: Schakel de reinigingsmodusin.
De koeling in de koelzone is hierbij uit­geschakeld, de binnenverlichting blijft ingeschakeld.
Druk op .Veeg naar links of rechts totdat in
het midden wordt weergegeven.
Druk op .Tik op om het instellingsniveau te
verlaten.
Als de reinigingsmodusis ingescha­keld, wordt dit op het startscherm weergegeven.
Haal de voedingsmiddelen uit het
koeltoestel en bewaar ze op een koele plaats.
Haal de accessoires die verwijderd
kunnen worden, voor de reiniging uit het toestel (zie paragraaf “Accessoi­res verwijderen, demonteren en reini­gen”).
Ontdooi het vriesvak (zie hoofdstuk
“Ontdooien”).

Binnenruimte reinigen

Reinig het koeltoestel regelmatig, minstens één keer per maand, en rei­nig het vriesvak altijd nadat het is ontdooid.
Als verontreinigingen langer inwer­ken, kunt u ze soms niet meer verwij­deren.
De oppervlakken kunnen verkleuren of veranderen.
Verwijder verontreinigingen bij voor­keur meteen.
Reinig de binnenruimte met een
schoon sponsdoekje, lauw water en wat afwasmiddel.
Spoel alle onderdelen na het reinigen
na met schoon water en droog alles af met een doek.
Reinig het vriesvak elke keer nadat
het ontdooid is.
Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater vaker met een stokje of iets dergelijks, zodat het dooiwater ongehinderd kan wegstro­men.
60
Laat de deur van het koeltoestel nog
even openstaan om het koeltoestel voldoende te luchten en geurtjes te voorkomen.
Reiniging en onderhoud

Accessoires met de hand of in de vaatwasser reinigen

De volgende onderdelen mag u uitslui­tend met de hand reinigen:
- de roestvrijstalen panelen of strips
- het variabele flessenrek
- het deurvak met de nauwkeurige ver­stelling
- de beschermlijsten aan de achterkant van de plateaus
- het plateau met de tekst
- alle laden en deksels van vakken (modelafhankelijk)
- de kunststof onderdelen van het pla­teau met de draaibare bodem (ver­krijgbaar als na te bestellen accessoi­res)
De volgende onderdelen zijn geschikt voor de vaatwasser:
Kans op beschadigingen door te
hoge temperaturen in de vaatwasser. Delen van het koeltoestel kunnen on-
bruikbaar worden wanneer ze bij temperaturen van meer dan 55°C in de vaatwasser worden gereinigd en bijvoorbeeld vervormen.
Gebruik voor onderdelen die in de vaatwasser kunnen worden gereinigd uitsluitend programma's tot maxi­maal 55°C.
Kunststoffen onderdelen in de vaat­wasser kunnen verkleuren door con­tact met bepaalde natuurlijke kleur­stoffen, bijvoorbeeld in wortels, toma­ten en ketchup. Deze verkleuring heeft geen invloed op de stabiliteit van de onderdelen.
- de flessensteun, het eierrek, het bak­je voor de ijsblokjes
- de deurvakken en flessenvakken in de deur (zonder roestvrijstalen pa­neel)
- de plateaus (zonder lijsten en zonder tekst)
- de sorteerbox (verkrijgbaar als na te bestellen accessoire)
- de houder voor de anti-geurfilters (verkrijgbaar als na te bestellen ac­cessoire)
Accessoires verwijderen, de­monteren en reinigen
ComfortClean deurvak met nauwkeu­rige afstelling verwijderen
Pak het ComfortClean deurvak met
beide handen vast, druk aan beide kanten de grijze toetsen onder het deurvak in en schuif het deurvak om­hoog van de geleiderails.
61
Reiniging en onderhoud
Schuif het ComfortClean deurvak na
de reiniging weer van bovenaf op de geleiderails.

Deurvak/flessenvak demonteren

Verwijder de roestvrijstalen panelen voordat u het deurvak/flessenvak in de vaatwasser reinigt.
Om het roestvrijstalen paneel te verwij­deren, gaat u als volgt te werk:
Plaats het deurvak/flessenvak op het
werkblad.
Druk de vergrendelingsnok uit de ver-
dieping. Nu komt het hele roestvrij­stalen paneel los.
Bevestig het paneel na de reiniging in
omgekeerde volgorde.

De plateaus/plateaus met verlichting uit elkaar nemen

Gevaar voor beschadiging door
verkeerde reiniging. De roestvrijstalen lijst met ledverlich-
ting raakt beschadigd wanneer ze voor reiniging in het water wordt ge­legd.
Reinig de roestvrijstalen lijst met led­verlichting met een vochtige doek.
Verwijder het roestvrijstalen paneel of het roestvrijstalen paneel met ledver­lichting en de beschermlijst aan de achterkant, voordat u het werkblad reinigt.
Leg het plateau op een zachte onder-
grond op het werkblad (bijv. op een theedoek) met de bovenkant naar be­neden.
Pas op voor beschadiging door
verkeerd gebruik. Bij het aftrekken van de roestvrijsta-
len lijst met ledverlichting kunnen de metalen contacten beschadigd ra­ken.
Deze contacten aan de linkervoor­kant voorzien de ledverlichting van stroom. Maak altijd eerst die kant los waar er zich geen contactpunten be­vinden.
62
Reiniging en onderhoud

Laden uit de koelzone halen

Pak aan de linkerkant van de roest-
vrijstalen lijst de kunststof bij het ach­terste punt vast.
1. Trek de kunststoffen rand van het plateau af en
2. trek tegelijkertijd de lijst eraf. Nu komt ook de tegenoverliggende kant los.
3. Trek de beschermlijst van het plateau af.
Zet de lijsten er na de reiniging weer
op; eerst de beschermlijst en daarna de roestvrijstalen lijst.
Trek de lade eruit tot aan de aanslag.Pak de laden aan de zijkant achteraan
vast, til ze iets op en haal ze uit het toestel.
Schuif de telescopische geleiders daarna weer naar binnen om be­schadigingen te voorkomen.
Gevaar voor beschadiging door
verkeerde reiniging. De telescopische geleiders bevatten
een speciaal vet dat er bij het reini­gen kan worden uitgewassen; daar­door kunnen de telescopische ge­leiders worden beschadigd.
Reinig de geleiders met een vochtige doek.

De laden terugplaatsen

Trek de geleiders helemaal naar bui-
ten en leg de lade daarop.
Schuif de lade in het koeltoestel tot-
dat deze vastklikt.
63
Reiniging en onderhoud

Isolatieplaat verwijderen

Verwijder de isolatieplaat.Schuif de isolatieplaat na de reiniging
weer terug.

Vakdeksel verwijderen

Anti-geurfilter vervangen (na te be­stellen accessoire)
Vervang ongeveer elke 6maanden de anti-geurfilter in de houder.
Het symbool op het startscherm her­innert u eraan dat de anti-geurfilter moet worden vervangen.
De anti-geurfilters KKF-RF zijn ver­krijgbaar bij Miele, uw Miele handelaar of in de Miele webshop.
Trek de houder voor de anti-geurfil-
ters omhoog en verwijder de houder.
De gebruikte anti-geurfilters mogen niet in contact komen met de achter­wand van het koeltoestel, omdat ze door de vochtigheid op de achter­wand ervan kunnen vastkleven.
Plaats het nieuwe anti-geurfilter zo diep in de houder, dat hij niet over de rand van de houder uitsteekt.
Til het deksel aan de voorkant op en
trek het eruit.
Schuif het vakdeksel na de reiniging
terug.
64
Haal beide anti-geurfilters uit de hou-
der. Plaats de nieuwe anti-geurfilters met de ronde rand naar onderen in de houder.
Reiniging en onderhoud

Deurdichting reinigen

Gevaar voor beschadiging door
verkeerde reiniging. De deurdichting kan poreus worden
als deze met olie of vet wordt behan­deld.
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
Plaats de houder in het midden tegen
achterste beschermlijst van een van de plateaus, zodat de houder daar vastklikt.
Raak op het startscherm het sym-
bool aan om de vervanging van de anti-geurfilter te bevestigen.
Het lampje voor het vervangen van de anti-geurfilter gaat uit en de teller wordt opnieuw ingesteld.
Het symbool verdwijnt van het start­scherm.
Reinig de deurdichting regelmatig
met alleen helder water en wrijf de deurdichting daarna met een doek grondig droog.

Ventilatieopeningen reinigen

Stof op de onderdelen verhoogt het energieverbruik.
Reinig de ventilatieopeningen regel-
matig met een borsteltje of een stof­zuiger (gebruik daarvoor bijv. de re­liëfborstel voor Miele stofzuigers).
65
Reiniging en onderhoud

Na het reinigen

Schakel de reinigingsfunctie weer uit
door in het startscherm op te tik­ken.
Tik opnieuw op .
Als de reinigingsfunctie is uitgescha­keld, brandt het symbool wit.
Het koeltoestel begint weer te koelen. Plaats alle onderdelen terug in het
koeltoestel.
Schakel de functie SuperKoelen
een tijdje in, zodat de temperatuur in het koeltoestel snel daalt.
Leg voedingsmiddelen pas in het
koeltoestel als de temperatuur laag genoeg is.
Sluit de deur/deuren van het toestel.
66

Nuttige tips

De meeste storingen en defecten, die bij het dagelijks gebruik kunnen optreden, kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat u Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te verhelpen.
Open de deuren van het toestel als het enigszins mogelijk is niet voordat de sto­ring is verholpen. Op die manier houdt u het koudeverlies zo gering mogelijk.
Probleem Oorzaak en oplossing
Het koeltoestel koelt niet en de binnenver­lichting werkt niet wan­neer de deur van het koeltoestel open is.
De compressor is voort­durend in werking.
De compressor slaat steeds vaker en voor steeds langere tijd aan;de temperatuur in het koeltoestel is te laag.
Het koeltoestel is niet ingeschakeld en op de display brandt .
Schakel het koeltoestel in.
De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker in het stopcontact. Als het koel-
toestel is uitgeschakeld, verschijnt op de dis­play.
De zekering van de huisinstallatie is doorgeslagen. Het koeltoestel, de huisspanning of een ander toestel kunnen defect zijn.
Neem contact op met een elektricien of met Miele.
Geen storing. Om energie te besparen, schakelt de compressor bij een geringere koel-/vriescapaciteit op een laag toerental over. Hierdoor wordt de le­vensduur van de compressor verlengd.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen zijn afge­dekt of afgesloten.
Zorg ervoor dat de ventilatie-openingen niet wor-
den geblokkeerd.
Reinig de ventilatie-openingen regelmatig om stof
te verwijderen.
De deur van het toestel en van het vriesvak zijn vaak open geweest.
Open de deur van het toestel of het vriesvak alleen
indien nodig en zo kort mogelijk.
67
Nuttige tips
Probleem Oorzaak en oplossing
Na een tijdje wordt automatisch weer de juiste tem­peratuur bereikt in het toestel.
De toesteldeur en/of de vriesvakdeur zijn niet correct gesloten. Misschien heeft er zich al een dikke ijslaag in het vriesvak gevormd.
Sluit de deuren van het toestel. Na een tijdje wordt automatisch weer de juiste tem-
peratuur bereikt in het toestel. Als er al een dikke ijslaag is ontstaan, neemt de koel-
capaciteit af en stijgt het energieverbruik. Ontdooi en reinig het vriesvak.
De omgevingstemperatuur is te hoog. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is, des te langer is de com­pressor in werking.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk “Installatie”,
paragraaf “Plaats van opstelling”.
Het koeltoestel is niet goed in de inbouwnis ge­plaatst.
Monteer het koeltoestel volgens de instructies in
de meegeleverde montagehandleiding op de juiste manier.
Er is een te lage temperatuur ingesteld. Pas de temperatuurinstelling aan.
Er is ineens een vrij grote hoeveelheid verse voe­dingsmiddelen ingevroren.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk “Invriezen
en bewaren”.
De functie SuperKoelen is nog ingeschakeld. Schakel de functie SuperKoelen zelf eerder uit
om energie te besparen.
68
Probleem Oorzaak en oplossing
De compressor slaat steeds minder vaak en steeds korter aan, de temperatuur in het koel­toestel stijgt.
In het koeltoestel heeft zich een ijslaag ge­vormd of in het binnen­ste van het koeltoestel vormt zich condenswa­ter. Het kan zijn dat de deur van het toestel niet goed sluit.
De deurdichting is be­schadigd of moet wor­den vervangen.
Dit is geen storing. De ingestelde temperatuur is te hoog.
Pas de temperatuurinstelling aan.Controleer de temperatuur nog een keer na 24uur.
De ingevroren voedingsmiddelen beginnen te ont­dooien. De omgevingstemperatuur ligt onder de temperatuur waarvoor uw koeltoestel geschikt is. De compressor slaat minder vaak aan als de omge­vingstemperatuur te laag is. Daardoor kan het in het vriesvak te warm worden.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk “Installatie”,
paragraaf “Plaats van opstelling”.
Verhoog de omgevingstemperatuur.
De deurdichting is uit de gleuf gegleden. Controleer of de deurdichting correct in de gleuf
zit.
De deurdichting is beschadigd. Controleer of de deurdichting beschadigd is.
De deurdichting kan zonder gereedschap worden vervangen.
Vervang de deurdichting. Deze is verkrijgbaar bij
de vakhandel en Miele Service.
Nuttige tips
69
Nuttige tips

Algemene problemen met het koeltoestel

Probleem Oorzaak en oplossing
De bodem van de koel­zone is nat.
De ingevroren levens­middelen zijn vastge­vroren.
Er zit een vrij dikke ijs­laag in het vriesvak.
Er klinkt geen waar­schuwingstoon, hoewel de deur van het toestel al een tijdje open staat.
De afvoeropening voor het dooiwater is verstopt. Reinig het gootje en de afvoeropening voor het
dooiwater.
De verpakking van de levensmiddelen was niet droog toen ze in het toestel werden gelegd.
Maak de ingevroren levensmiddelen met een
stomp voorwerp, bijv. met een lepelsteel los.
De deur van het vriesvak sluit niet goed. Controleer of de deur van het vriesvak goed sluit.
De diepvrieszone moet ontdooid worden. Ontdooi het vriesvak en reinig het.
Dit is geen storing. Het waarschuwingssignaal in de instellingsmodus is uitgeschakeld. Als u het akoes­tische alarm weer wilt inschakelen:
Druk op .Veeg naar links of rechts totdat in het midden
wordt weergegeven.
Druk op .Veeg naar links of rechts totdat het gewenste volu-
me in het midden wordt weergegeven.
Bevestig het gewenste volume door op de seg-
mentbalk te tikken.
Als de waarschuwings- en geluidssignalen zijn uitge­schakeld, verschijnt .
70

Meldingen op de display

Melding Oorzaak en oplossing
Op het startscherm brandt , het koeltoestel koelt niet maar kan wel gewoon worden be­diend en de binnenver­lichting functioneert.
Op de display brandt , het koeltoestel kan niet worden bediend.
Er verschijnt niets op de display. Het is zwart.
Op de display brandt , het koeltoestel kan niet worden bediend.
De demofunctie is ingeschakeld.
Druk op .Druk op .Veeg naar links of rechts totdat in het midden
wordt weergegeven.
Druk op . Nadat de demo-functie uitgeschakeld is, wordt het
koeltoestel uitgeschakeld en moet het opnieuw wor­den ingeschakeld.
De reinigingsfunctie is nog ingeschakeld. Schakel de reinigingsfunctie weer uit door in het
startscherm op te tikken.
Tik opnieuw op . Als de reinigingsfunctie is uitgeschakeld, brandt het
symbool wit. Het koeltoestel begint weer te koelen. De sabbatmodus is ingeschakeld: de binnenver-
lichting is uitgeschakeld en het koeltoestel koelt. Tik op de zwarte display.
Op de display verschijnt .
Druk op . brandt oranje.
Als de sabbatmodus uitgeschakeld is, brandt het symbool wit.
De vergrendelingsfunctie is ingeschakeld. Ontgrendel het koeltoestel kort of schakel de ver-
grendelingsfunctie helemaal uit (zie hoofdstuk “Overige instellingen uitvoeren”, paragraaf “Ver­grendelingsfunctie/ kort deactiveren/hele­maal uitschakelen”).
Nuttige tips
71
Nuttige tips
Melding Oorzaak en oplossing
Op het startscherm brandt het symbool, er klinkt ook een ge­luidssignaal.
Op de display brandt
 geel, er klinkt ook
een waarschuwingssig­naal.
Op de display brandt rood, soms verschijnt een storingscode F met cijfers. Tevens klinkt er een waarschuwingssig­naal.
De vervangingsindicator voor de anti-geurfilter herinnert u eraan dat de anti-geurfilter moet worden vervangen.
Vervang de anti-geurfilter in de houder (zie hoofd-
stuk “Reiniging en onderhoud”, paragraaf “Anti­geurfilter vervangen (bij te bestellen accessoires”)) en bevestig de vervanging van het anti-geurfilter door op het symbool op de display te drukken.
Het symbool verdwijnt van het startscherm. Het deuralarm klinkt.
Raak op de display gedurende enige tijd  aan. Het waarschuwingssignaal stopt en het symbool
dooft. Sluit de toesteldeur.
Er is sprake van een defect. Schakel het waarschuwingssignaal uit door op de
display op te tikken.
Neem contact op met Miele. Om de storing te melden, moet u naast de storings-
code ook weten welk type koeltoestel u heeft en welk serienummer het heeft. Deze informatie kunt u direct laten weergeven:
Raak daarvoor aan op de display. Op de display ziet u de toestelgegevens die u nodig
heeft. Als u bevestigt met OK, verlaat u de informatiedis-
play en verschijnt de storingscode opnieuw. U kunt het koeltoestel ook direct uit de storingsweer-
gave uitschakelen.
72
Er verschijnt een toestelstoring: deze heeft altijd voorrang en breekt iedere instelling direct af die u op dat moment uitvoert.
Een storing in het toestel gaat vóór een deur- en/of temperatuuralarm.
Nuttige tips

De binnenverlichting werkt niet

Gevaar voor elektrische schok door blootliggende, stroomgeleidende on-
derdelen. Wanneer u de afdekplaat voor de verlichting verwijdert, kunt u in aanraking ko-
men met stroomgeleidende onderdelen. Verwijder de afdekplaat voor de verlichting niet. Laat de led-verlichting alleen
door de technici van Miele herstellen en vervangen.
Gevaar voor letsel door led-verlichting.
De verlichting komt overeen met risicogroep RG2. Als de afdekking defect is, kan dat tot oogletsel leiden.
Kijk niet direct van dichtbij met optische instrumenten (een loep of iets derge­lijks) in de verlichting als de afdekplaat voor de verlichting defect is.
Probleem Oorzaak en oplossing
De binnenverlichting werkt niet.
Het koeltoestel is niet ingeschakeld. Schakel het koeltoestel in.
De sabbatmodus is ingeschakeld:de display is zwart en het koeltoestel koelt.
Tik op de zwarte display. Op de display verschijnt .
Druk op . brandt oranje.
Tik in de instellingsmodus op het symbool. Als de sabbatmodus uitgeschakeld is, brandt het
symbool wit. Wanneer de deur wordt geopend, gaat de binnenver-
lichting na ca. 15minuten automatisch uit voor ge­vaar door oververhitting. Is dit niet het geval, dan is er sprake van een storing.
Neem contact op met Miele.
73
Nuttige tips
Probleem Oorzaak en oplossing
De ledverlichting aan een van de plateaus werkt niet.
De ledverlichting aan de plateaus werkt niet.
Het plateau zit niet goed op de ribben. Controleer of het plateau goed op de ribben rust:
aan de linkervoorkant van het plateau en in de lin­kerribben bevinden zich metalen contacten waar­mee de ledverlichting van stroom wordt voorzien.
Schuif het plateau naar binnen en let erop dat het
hoorbaar vastklikt.
De ledverlichting op de roestvrijstalen rand is defect. Vervang de roestvrijstalen lijst met ledverlichting.
Deze is bij Miele verkrijgbaar.
Er is vloeistof over de ledverlichting van een plateau of op de contactopeningen in de linkerribben ge­stroomd. De ledverlichting wordt automatisch op alle plateaus uitgeschakeld.
Veeg de lijsten met ledverlichting af, maak ze
droog of laat ze buiten het koeltoestel drogen.
Let erop dat de contactpunten schoon en droog
zijn voordat u de plateaus met verlichting naar bin­nen schuift.
Schuif het plateau naar binnen en let erop dat het
hoorbaar vastklikt.
Sluit de toesteldeur. Nadat u de deur opnieuw heeft geopend, doet de
binnenverlichting het weer. Is dit niet het geval, dan is er sprake van een storing.
Neem contact op met Miele.
74

Geluiden en de oorzaken ervan

Vaak voor­komende geluiden
Brrrrr ... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wan-
Blub, blub ... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van
Klik ... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de
Knak ... Een knakkend geluid is hoorbaar wanneer materiaal in het koel-
Houd er rekening mee dat motor- en stromingsgeluiden in het koelsysteem niet te vermijden zijn!
Geluiden Oorzaak en oplossing
Klapperende, rammelende, kletterende geluiden
Waar komen deze geluiden vandaan?
neer de motor aanslaat, klinkt dit geluid nog iets sterker.
de koelvloeistof die door de leidingen stroomt.
motor in- of uitschakelt.
toestel uitzet.
Het koeltoestel staat niet waterpas. Zet het toestel recht met be­hulp van een waterpas. Gebruik daarvoor de stelvoeten onder het koeltoestel.
Vanaf een inbouwnis van 140cm:schuif de meegeleverde stabi­lisatiestangen aan de onderkant van de bodem erin.
Uitneembare onderdelen zoals laden, vakken of plateaus wiebe­len of klemmen. Controleer de uitneembare onderdelen en ver­vang ze indien nodig.
Flessen of potten komen tegen elkaar aan. Zet deze iets uit el­kaar.
75

Klantendienst

SN-ST
R600a:
XXXXXX
Nr. XX/ XXXXXXXXX.
XXX l
XXg

Contact bij storingen

Voor storingen die u niet zelf kunt ver­helpen, waarschuwt u uw Miele vakhan­delaar of de klantendienst van Miele.
De klantendienst van Miele kunt u onli­ne boeken op www.miele.com/ser­vice.
De contactgegevens van de klanten­dienst van Miele vindt u achteraan in dit document.
De klantendienst van Miele heeft de ty­peaanduiding en het fabricagenummer nodig (Fabr./SN/nr.). Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Het typeplaatje vindt u in de binnen­ruimte van het toestel.

Specificaties weergeven

Deze gegevens vindt u in de instellings­modus onder Informatie (zie hoofd­stuk “Overige instellingen uitvoeren”) of op het typeplaatje in de binnenruimte van het koeltoestel.

EPREL-databank

Vanaf 1maart2021 kunt u de informatie over energie-etikettering en de eisen in­zake ecologisch ontwerp in de Europe­se productendatabank (EPREL) terug­vinden. Via de volgende link https:// eprel.ec.europa.eu/ vindt u de produc­tendatabank. Hier wordt u gevraagd om de typeaanduiding in te voeren.
De typeaanduiding vindt u op het type­plaatje.

Garantie

De garantietermijn voor dit toestel be­draagt 2 jaar.
Voor meer informatie over de garantie­voorwaarden in uw land kunt u contact opnemen met Miele.
76
K 7364 D, K 7464 E
M.-Nr. 11 747 410 / 00nl-BE
Loading...