Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.M.-Nr. 05 248 270
b Temperatuurregelaar
c Controlelampje voor de Superkoeling
d Superkoeling - toets
g Diepvriesvak
h Plateaus (met glas of met spijlen)
e Temperatuuraanduiding koelzone
f Lichtcontactschakelaar
k Boter- en kaasvak
l Eierrekje
i Gootje voor het dooiwater en
afvoeropening voor het dooiwater
j Groenten- en fruitladen
4
m Deurvakken
n Binnenverlichting
o Fleshouder
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
met het oog op de geringe belasting
van het milieu en de mogelijkheden
voor afvalverwerking.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar
bij het grof vuil, maar informeer bij uw
handelaar of het mogelijk is het apparaat terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhandelaar naar mogelijkheden voor hergebruik van het materiaal (bijv. schrootverwerking).
Let erop dat de buisleidingen van uw
apparaat niet worden beschadigd, wanneer deze wordt weggebracht om op
vakkundige wijze en zonder het milieu
al te veel schade te berokkenen te worden verschroot. Dan kan men er zeker
van zijn dat koelmiddelen die zich in
het koelsysteem bevinden niet in het milieu terechtkomen.
Neem ook de aanwijzingen in het
hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen" in acht.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze koelkast voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen.
Door ondeskundig gebruik kunnen
personen echter letsel oplopen en
kan er materiële schade ontstaan.
Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u
dit apparaat voor het eerst gebruikt.
Hierin vindt u belangrijke instructies
met betrekking tot de inbouw, de
veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de koelkast.
Efficiënt gebruik
Deze koelkast is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.
Gebruik deze koelkast uitsluitend
voor het koelen en bewaren van levensmiddelen, voor het bewaren van
diepvriesproducten, voor het invriezen
en bewaren van verse levensmiddelen
en voor het bereiden van ijs.
Gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar en kan gevaarlijk zijn.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die is ontstaan door gebruik voor andere doeleinden dan hier
aangegeven of door een foutieve bediening.
Technische veiligheid
Deze koelkast bevat het koelmid-
del Isobutan (R600a).
Dit is een natuurlijk gas dat het milieu
weinig belast, maar wel brandbaar is.
Let er bij het transport en bij de plaatsing van het apparaat op dat er geen
onderdelen van het koelsysteem worden beschadigd.
Door vrijkomend koelmiddel kan men
oogletsel oplopen.
Wordt het koelsysteem toch beschadigd:
– vermijd dan open vuur of andere
brandhaarden,
– trek de stekker uit het stopcontact,
– lucht het vertrek waar het apparaat
staat enkele minuten lang door
– en neem contact op met de Techni-
sche Dienst.
Hoe meer koelmiddel een koelkast
bevat, des te groter moet het vertrek zijn waarin de koelkast wordt opgesteld.
Wanneer het vertrek te klein is kan zich
bij een eventuele lek een brandbaar
mengsel van gas en lucht vormen.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
3
minstens 1 m
De hoeveelheid koelmiddel die de koelkast bevat staat op het typeplaatje in
de binnenkant van het apparaat.
Voordat u uw koelkast aansluit
dient u altijd de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet te vergelijken.
Deze moeten beslist overeenkomen,
omdat de koelkast anders beschadigd
raakt.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
groot zijn.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De elektrische veiligheid van de
koelkast is uitsluitend gegarandeerd als deze wordt aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsbepalingen is geïn-
stalleerd.
Het is zeer belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de huisinstallatie bij twijfel
door een vakman controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of
beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Een veilig gebruik van de koelkast
is alleen dan gegarandeerd, wanneer het apparaat wordt gemonteerd
en aangesloten volgens de instructies
die in de gebruiksaanwijzing staan.
Installatie- en onderhoudswerk-
zaamheden als ook reparaties mogen alleen door erkende vakmensen
worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde installatieen onderhoudswerkzaamheden, als
ook ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen groot gevaar opleveren
voor de gebruiker waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op de koelkast als
aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit het stopcontact
is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet
aan de aansluitkabel.
De koelkast mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten.
Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd in verband met het gevaar
voor oververhitting.
Gebruik
Raak ingevroren levensmiddelen
niet met natte handen aan.
Als u dat doet zouden uw handen vast
kunnen vriezen en zou u zich kunnen
verwonden.
Nuttig ijsblokjes en ijslolly’s, vooral
waterijsjes, nooit meteen nadat u
ze uit het diepvriesvak heeft gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van
deze producten zouden uw lippen en
tong kunnen vastvriezen en zou u zich
kunnen verwonden.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooi-
de levensmiddelen niet opnieuw
in. Bereid deze levensmiddelen zo snel
mogelijk omdat ze anders aan voedingswaarde verliezen en bederven.
Ontdooide levensmiddelen die al gekookt en gebraden zijn kunnen wel
opnieuw worden ingevroren.
Bewaar geen stoffen in de koelkast
die drijfgassen of andere verstuivingsmiddelen bevatten.
Wanneer de thermostaat wordt ingeschakeld kunnen vonken ontstaan.
Deze kunnen licht ontvlambare producten tot explosie brengen.
Plaats dranken met een hoog alco-
holpercentage alleen rechtop en altijd goed gesloten in de koelkast in verband met explosiegevaar.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Bewaar geen blikjes en flessen in
het diepvriesvak met koolzuurhoudende dranken of vloeistoffen die kunnen bevriezen.
De blikjes en flessen kunnen in dat
geval uit elkaar springen, u zou zich
kunnen verwonden en er zou schade
kunnen ontstaan.
Haal flessen die u in het diepvries-
vak hebt gelegd om snel te koelen
er na maximaal één uur weer uit.
Doet u dat niet kunnen ze uit elkaar
springen en zou u zich kunnen verwonden en zou er schade kunnen ontstaan.
Wanneer u levensmiddelen eet die
te lang zijn bewaard, loopt u het risico voedselvergiftiging op te doen.
De bewaartijd hangt van vele factoren
af, zoals de versheid en kwaliteit van
de levensmiddelen en de temperatuur
waarop ze worden bewaard.
Neem de bewaartips van de levensmiddelenfabrikanten in acht en houd in de
gaten tot welke datum de levensmiddelen uiterlijk houdbaar zijn.
Gebruik geen scherpe voorwerp-
ten om
– rijp- en ijslagen te verwijderen
– en vastgevroren ijsbakjes en/of vast-
gevroren levensmiddelen los te wrik-
ken.
Als u dat doet beschadigt u de verdampers en functioneert de koelkast niet
meer.
Plaats wanneer u wilt ontdooien
nooit elektrische verwarmingsapparaten of kaarsen in de koelkast,
Als u dat doet raakt het kunststof beschadigd.
Gebruik geen ontdooisprays of an-
dere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, ze kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die het kunststof beschadigen of ze kunnen schadelijk zijn
voor de gezondheid.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Als u dat doet dan wordt de deurdichting in de loop van de tijd poreus.
Sluit de ventilatieroosters in het ap-
paraat niet af.
Als deze roosters geblokkeerd zijn kan
er geen goede luchtgeleiding plaatsvinden, waardoor het stroomverbruik stijgt
en bepaalde onderdelen van de koelkast beschadigd kunnen raken.
De koelkast is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een
klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik, waarbinnen de temperatuur
zich moet bewegen en waar deze niet
boven of onder mag liggen.
De klimaatklasse van uw koelkast staat
aangegeven op het typeplaatje aan de
binnenkant van uw apparaat.
Een te lage temperatuur heeft tot gevolg dat de koelkast voor langere tijd afslaat zodat het apparaat de vereiste
temperatuur niet kan aanhouden.
Gebruik voor het ontdooien en rei-
nigen van de koelkast nooit een
stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
en
Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt
Voorkom dat kinderen zich bij het
spelen insluiten en in levensgevaar
komen.
Haal de stekker uit het stopcontact
en maak de aansluitkabel onbruik-
baar.
Beschadig geen delen van het
koelsysteem, bijv. door
– koelmiddelkanalen van de verdam-
per open te prikken;
– buisleidingen om te buigen;
– beschermende lagen af te krabben.
Als er koelmiddel uit spuit kan dat oogletsel veroorzaken.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
9
Het in- en uitschakelen van de koelkast
Het in- en uitschakelen van de koelkast
Voor het eerste gebruik
Reinig de binnenkant van de koelkast en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water met een beetje
reinigingsmiddel.
Wrijf daarna alles met een doek
droog.
Het inschakelen van de
koelkast
Draai de temperatuurregelaar vanuit
stand "0’ op één van de andere standen.
In de temperatuuraanduiding knippert
er kort een 8, waarna er een streep begint te branden.
Het apparaat begint te koelen.
Wanneer de deur wordt geopend gaat
de binnenverlichting aan.
Bij langere afwezigheid
Wanneer u de koelkast vrij lange tijd
niet meer gebruikt, doe dan het volgende.
Schakel dan het apparaat uit.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Ontdooi het diepvriesvak.
Reinig het apparaat.
Laat de deur van het apparaat en
het deurtje van het diepvriesvak iets
openstaan om te voorkomen dat er
luchtjes ontstaan.
Wordt het apparaat in zulke gevallen wel uitgeschakeld, maar niet gereinigd en niet opengezet, bestaat
het gevaar dat zich schimmel vormt.
Het uitschakelen van de
koelkast
Draai de temperatuurregelaar vanuit
stand "1" terug op stand "0".
De temperatuuraanduiding gaat uit.
De koeling en de binnenverlichting zijn
uitgeschakeld.
10
De juiste temperatuur
. . . in de koelruimte
Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de
juiste temperatuur wordt ingesteld.
Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee
de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langer het
duurt voordat de levensmiddelen bederven.
Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur
instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
Daarom adviseren wij een koeltemperatuur van 5 °C.
De temperatuur in het apparaat wordt
hoger, naarmate
– de deur van het apparaat vaker
wordt geopend en de deur langer
geopend blijft;
– er meer levensmiddelen worden op-
geslagen;
– de temperatuur van de net opgesla-
gen levensmiddelen hoger is;
– de omgevingstemperatuur hoger is.
De koelkast is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een temperatuurbereik, waarbinnen de kamertemperatuur zich moet bewegen en waar
deze niet boven of onder mag liggen.
De juiste temperatuur
. . . in het diepvriesvak
Stel, wanneer u verse levensmiddelen
wilt invriezen en ingevroren levensmiddelen lange tijd wilt bewaren een temperatuur in van - 18 °C. Bij deze temperatuur wordt de groei van micro-organismen gestopt. Zodra de temperatuur
boven de - 10 °C stijgt beginnen ze te
groeien en zijn de levensmiddelen minder lang houdbaar. Daarom mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen pas weer worden ingevroren
wanneer ze eerst verwerkt zijn, d.w.z.
eerst gekookt of gebraden zijn. Door
de hoge temperaturen worden de
meeste micro-organismen gedood.
Het instellen van de temperatuur
De temperatuur kunt u instellen met behulp van de temperatuurregelaar.
Draai de temperatuurregelaar op
een stand tussen de 1 en 7.
Hoe hoger de stand aan de temperatuurregelaar, des te lager de temperatuur in het apparaat.
Wij adviseren één van de middelste
standen.
Wanneer zich in het diepvriesvak inge-
voren produkten bevinden die voorlopig beslist niet mogen ontdooien adviseren wij een stand van 4 tot 7.
Deze stand moet ook worden gekozen
wanneer de deur van het apparaat
zeer vaak open wordt gedaan, grote
hoeveelheden levensmiddelen in de
koelruimte worden gelegd of de omgevingstemperatuur hoog is.
11
Loading...
+ 25 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.