Diepvrieskist
met FreeFrost-systeem
GT 303 ES
GT 373 ES
GT 413 ES
GT 483 ES
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat.
(kan door de naverkoopdienst ach
teraf worden geplaats)
c Lampje ‘in werking’
d Temperatuurregelknop
g Ventilatierooster
h Bedieningspaneel
-
i Afvoeropening voor het dooiwater
4
Page 5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
-
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Door dit milieuvriendelijk koelmiddel toe
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en het toestel
beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij
zing voor u het toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmer
kingen omtrent het inbouwen, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het toestel. Zo beschermt
u zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel achteraf gebruikt.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
~
huishouden. Het dient enkel om diepvriesproducten te bewaren, verse levensmiddelen in te vriezen en consumptie-ijs te bereiden. Alle andere
toepassingen zijn ongeoorloofd en mis
schien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt
doordat het toestel niet correct gebruikt
of verkeerd bediend werd.
Technisch veilig
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan R600a. Dat is een natuurlijk gas
dat heel weinig milieubelastend is. Het
is evenwel brandbaar. Het brengt ech
ter geen schade toe aan de ozonlaag.
Het vergroot evenmin het broeikasef
fect.
-
te passen maakt het toestel wel iets
meer lawaai. Naast het geluid dat de
-
compressor maakt, kan er in heel het
koelcircuit lawaai optreden. Deze ge
volgen zijn jamm er genoeg niet te ver
mijden. Ze beïnvloeden echter niet het
vermogen van het toestel.
-
Bij het transport en opstellen van het
toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcir
cuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken!
Is er toch schade opgetreden,
– vermijd dan open vuur of vonken,
– trek de stekker uit het stopcontact,
– laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten
– en verwittig de Technische Dienst.
Hoe meer koelmiddel het toestel be-
~
vat, hoe groter het vertrek moet zijn,
waar het opgesteld wordt. Treedt er
eventueel een lek op, dan kan er in te
kleine vertrekken een brandbaar gasluchtmengsel worden gevormd.
Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
-
minstens 1 m
koelmiddel het toestel bevat, vindt u op
het typeplaatje aan de binnenzijde.
Vergelijk voor het aansluiten van het
~
toestel beslist de aansluitgegevens op
het typeplaatje met de gegevens van
uw huisinstallatie. Het gaat hier over de
spanning en de frequentie. Deze gege
vens moeten absoluut overeenstemmen
om schade aan uw toestel te vermijden.
Vraag bij twijfel inlichtingen aan uw in
stallateur.
-
-
3
ruim te zijn. Hoeveel
-
-
-
-
-
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
De elektrische veiligheid van dit toe
~
stel wordt enkel gewaarborgd indien
het op een aardsysteem is aangeslo
ten, dat volgens de voorschriften werd
geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat
deze fundamentele veiligheidsvoorzie
ning voorhanden is. Laat uw installatie
bij twijfel door een vakman nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken
was of gewoon ontbrak. Er zijn dan ook
elektrische schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
~
indien u het volgens de gebruiksaanwijzing monteert en aansluit.
Installatiewerk en herstellingen mag
~
u enkel door erkende vakmensen laten
uitvoeren. Door ondeskundige installaties of reparaties kunnen er niet te onderschatten risico’s opduiken voor wie
het toestel gebruikt. Daarvoor is de fabrikant niet aansprakelijk.
Het toestel is pas stroomloos indien
~
aan een van de volgende voorwaarden
is voldaan:
–
u hebt de stekker van het toestel uit
het stopcontact getrokken.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker om het toestel stroomloos te
maken.
–
u hebt de smeltveiligheden van de
huisinstallatie uitgeschakeld.
-
-
-
Gebruik om het toestel op het
~
stroomnet aan te sluiten, geen verleng
snoeren. Die waarborgen niet de no
dige veiligheid. Er is risico op overver
hitting.
Gebruik
Raak de diepvrieswaar niet met nat
~
te handen aan. Uw handen kunnen er
aan vastvriezen. U kan kwetsuren oplo
pen!
Gebruik geen elektrische apparaten
~
in het toestel (bijvoorbeeld een
ijsmachine).
Er kunnen vonken optreden.
Explosiegevaar !
Steek ijsblokjes en frisco’s, vooral
~
ijslolly’s, nooit meteen in de mond nadat u die uit de diepvriezer hebt genomen. Door de zeer lage temperatuur
kunnen uw lippen of uw tong vastvriezen. U kan letsels oplopen!
Vries gedeeltelijk of volledig ont-
~
dooide levensmiddelen niet terug in.
Verbruik die zo vlug mogelijk.
De levensmiddelen boeten immers aan
voedingswaarde in en bederven. Zo u
ze kookt of braadt, kan u die levens
middelen opnieuw invriezen.
Bewaar in uw toestel geen explosie
~
ve stoffen. Zodra de thermostaat in
schakelt, kunnen er dan vonken ont
staan. Die kunnen bepaalde vonkge
voelige mengelingen doen ontploffen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Bewaar in uw diepvriezer geen blik
~
jes of flessen met koolzuurhoudende
drank of met vloeistof die kan bevrie
zen. De blikjes of flessen kunnen
stukspringen. U kan letsels oplopen en
er is risico op schade!
-
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Neem flessen die u in de diepvriezer
~
legt om snel te koelen, uiterlijk na een
uur weer uit. De flessen kunnen
stukspringen. Er is risico’s op lichame
lijk letsel en op schade!
Zo u te lang bewaarde levensmid
~
delen eet, loopt u het risico van voed
selvergiftiging.
De bewaarduur hangt van heel wat fac
toren af. Onder meer van de mate
waarin de levensmiddelen vers en de
gelijk zijn, maar ook van de bewaartem
peratuur. Hou de bewaartips en de op
gegeven bewaarduur van de voedsel
fabrikanten in acht!
Gebruik geen spitse noch scherpe
~
voorwerpen om
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– aangevroren ijsblokjesschalen en
diepvrieswaar los te maken.
Zo beschadigt u de vriesplaten en raakt
het toestel volledig defect.
-
-
-
-
-
Dek het ventilatierooster van het toe
~
stel niet af. Anders is er geen onberis
pelijke luchttoevoer meer gewaarborgd.
Het stroomverbruik stijgt en er kan
schade optreden aan bepaalde onder
delen.
Dit toestel is geschikt voor een be
~
paalde klimaatklasse of categorie van
omgevingstemperatuur. Die tempera
tuur dient binnen zekere grenzen te blij
ven. De klimaatklasse vindt u terug op
het typeplaatje binnen in het toestel.
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daar
door kan het toestel de noodzakelijke
temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooien
~
en schoon te maken in geen geval een
toestel met stoom onder druk.
De stoom kan onderdelen aanraken,
die onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden.
-
-
-
-
-
-
-
Zet nooit elektrische verwarmings
~
apparaten en kaarsen in het toestel.
Anders loopt de kunststof schade op.
Gebruik nooit ontdooisprays of
~
ijsverwijderende middelen. Die kunnen
explosieve gassen vormen, die oplos
middel of drijfgas bevatten of uw ge
zondheid kunnen schaden.
Behandel de dekseldichting niet met
~
olie of vet. Anders wordt die op de duur
poreus.
8
-
-
-
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Uw oud toestel afdanken
Verniel het slot of de vergrendeling
~
van uw oude diepvriezer wanneer u die
buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat
spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten en in levensgevaar komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
~
Trek de stekker uit het stopcontact en
knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van het
~
koelcircuit beschadigt, b.v. door:
de koelmiddelkanaaltjes van de ver
–
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan
oogletsels tot gevolg hebben.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen niet in acht werden
genomen.
-
9
Page 10
Hoe kunt u energie besparen?
normaal energieverbruikverhoogd energieverbruik
OpstellenIn een verluchtbare ruimte.In een gesloten, niet te verluchten
Beschermd tegen directe
zonnestraling.
Niet naast een warmtebron (verwar
mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van
20 °C.
Temperatuurinstelling
Thermostaat
"niveaugetallen"
(regeling in niveaus)
Laat warme gerechten en dranken
eerst buiten het toestel afkoelen.
Levensmiddelen goed verpakt of
goed afgedekt inladen.
Leg ingevroren producten in de
koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de
lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
ruimte
Bij directe zonnestraling.
Naast een warmtebron (verwar
mingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera
tuur.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de
temperatuur in het vriesvak, hoe ho
ger het energieverbruik!
Bij toestellen met een winterschake
ling moet u erop letten dat die scha
kelaar bij temperaturen boven 16
resp. 18 °C uitgeschakeld is.
De deur vaak en langdurig openen =
koudeverlies
Wanneer alles door elkaar ligt, moet
u lang zoeken en blijft de deur lang
openstaan.
Warme gerechten in het toestel doen
de compressor langdurig werken
(het toestel probeert harder te
koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone
verdampen en condenseren, leidt
dat tot verlies van het koelvermogen.
Een ijslaag vermindert de overdracht
van de koude aan de in te vriezen le
vensmiddelen en doet het stroom
verbruik stijgen.
-
-
-
-
-
-
-
10
Page 11
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa
ter voor en wrijf daarna alles met een
doek droog.
^ Sluit de afvoeropening voor het dooi-
water op de bodem van het toestel
langs binnen af met de bijgeleverde
dop!
Laat het toestel na het transport ca.
1/2 à 1 uur staan voor u het aansluit.
Dat is belangrijk voor een degelijke
werking achteraf!
Het toestel inschakelen
Het toestel uitschakelen
-
Trek de stekker uit het stopcontact.
^
Alle controlelampjes gaan uit. De
koeling is uitgeschakeld.
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
trek de stekker uit het stopcontact,
^
laat het toestel ontdooien en maak
^
het schoon,
laat het deksel ietwat openstaan om
^
reukhinder tegen te gaan.
Zodra u het toestel aansluit op een naar
behoren geïnstalleerd stopcontact,
wordt het ingeschakeld.
Het lampje ‘in werking’ en het
waarschuwingslichtje gaan aan.Het
toestel begint te koelen.
Opdat de temperatuur laag genoeg
daalt, laat u het toestel bij voorkeur en
kele uren ingeschakeld voor u er voor
het eerst eetwaar in plaatst.
Het waarschuwingslichtje blijft aan tot
de ingestelde temperatuur is bereikt.
-
11
Page 12
De juiste temperatuur
Voor het bewaren van levensmiddelen
is het van groot belang de juiste tempe
ratuur in te stellen. Door micro-organis
men bederft eetwaar namelijk gauw.
Door een juiste bewaartemperatuur kan
dat proces evenwel worden vermeden
of vertraagd. De temperatuur heeft een
invloed op de snelheid waarmee de mi
cro-organismen aangroeien. Hoe lager
de temperatuur, hoe trager dat proces.
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en eetwaar lange tijd te bewaren, is er
een temperatuur van -18 °C nodig. Bij
deze temperatuur wordt de aangroei
van micro-organismen verregaand
stopgezet. Zodra de temperatuur boven de -10 °C stijgt, wordt de diepvrieswaar door de micro-organismen aangetast en kan die niet meer zo lang worden bewaard. Daarom mag u gedeeltelijk of volledig ontdooide spijzen pas
weer invriezen nadat u ze gekookt of
gebraden hebt. Door de hoge temperatuur worden de meeste micro-organismen immers vernietigd.
De temperatuur in het toestel loopt op
naarmate
–
u de toesteldeur vaker opent en
langer laat openstaan,
–
u meer eetwaar in het toestel be
waart,
–
u meer verse levensmiddelen in
vriest,
–
de omgevingstemperatuur hoger ligt.
Dit toestel is geschikt voor een be
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tem
peratuur dient binnen zekere gren
zen te blijven.
-
-
-
-
De temperatuur instellen
De temperatuur stelt u in met de tempe
ratuurregelknop.
-
Draai de temperatuurregelknop met
^
een geldstuk naar rechts in een stan
d tussen 2 en 7.
Draai deze knop enkel tot aan de
aanslag. Draai vandaar weer terug.
Anders maakt u de knop stuk.
Hoe hoger de stand van de knop, hoe
lager de temperatuur in het toestel.
Het verdient aanbeveling een stand
tussen 2 en 3 te kiezen.
^ Draai de temperatuurregelknop op
de stand ‘Spar’ (spaar) zo u de kist
maar tot hoogstens 30 cm onder dekorfrand vult.
Dan verbruikt het toestel nog minder
stroom!
Is het toestel maar weinig geladen
en staat de temperatuurregelknop
op de stand ‘Spar’ (spaar), leg dan
in elk geval een thermometer op de
bovenste laag diepvrieswaar. Zo
controleert u of er wel een tempera
tuur van -18 °C gehandhaafd blijft.
-
-
-
-
12
Page 13
Thermometer
De thermometer binnen in het toestel
duidt bij normale werking de tempera
tuur van de warmste plek in de diep
vriezer aan. Deze thermometer duidt
enkel bij waarden onder 0 °C juist aan.
Indien u de temperatuur anders instelt,
controleer de temperatuuraanduiding
dan na ca. 6 uur bij een weinig gevuld, na ca. 24 uur bij een vol toestel.
Pas dan is de echte vriestemperatuur
bereikt. Ligt de temperatuur na deze
tijd nog te laag of te hoog, stel hem dan
opnieuw in met de temperatuurregel
knop.
Dat de temperatuur hoger ligt dan
-18 °C , is niet zo erg wanneer
– u het toestel in gebruik neemt,
– de toesteldeur eens wat langer open
blijft, bv. bij het uitnemen of plaatsen
van heel wat levensmiddelen,
-
-
-
-
De juiste temperatuur
– er verse eetwaar wordt ingevroren.
Ligt de temperatuur langere tijd boven
de -18 °C, kijk dan eens na of de diep
vrieswaar niet gedeeltelijk of volledig
ontdooid is. In zo’n geval dient u deze
spijzen zo gauw mogelijk te verbruiken!
-
13
Page 14
Waarschuwingslampje
Dit toestel is uitgerust met een waar
schuwingssysteem. Daarmee kan de
temperatuur in het toestel niet onge
merkt stijgen. Wordt het te warm, dan
gaat het waarschuwingslichtje aan.
Wanneer het toestel een temperatuur
als te warm ‘aanvoelt’, hangt af van de
temperatuur die u aan de knop instel
de.
U ziet dit signaal telkens als
u het toestel inschakelt.
–
u het deksel lange tijd opent, bv. om
–
er diepvrieswaar in te leggen, te ver
plaatsen of uit te nemen.
– u veel levensmiddelen invriest.
– de stroom lang onderbroken was.
Het lampje gaat uit zodra de ingestelde
temperatuur in het toestel weer is bereikt.
-
-
-
-
14
Page 15
Superfrost
Superfrost-functie
Om verse eetwaar heel efficiënt in te
vriezen dient u van tevoren de functie
Superfrost in te schakelen.
Uitzonderingen:
Indien u reeds ingevroren levensmid
–
delen in de diepvriezer legt.
Indien u elke dag maar hoogstens
–
2 kg invriest.
Superfrost inschakelen
Schakel de functie Superfrost in
^
4 à 6 uur voor u levensmiddelen
plaatst.
^ Wenst u het hoogste invriesvermo-
gen te benutten, schakel dan de Su-perfrost 24 uur van tevoren in!
Superfrost uitschakelen
Om stroom te besparen, schakelt u de
functie Superfrost uit zodra er een constante vriestemperatuur van minstens
-18 °C is bereikt.
Druk op de toets Superfrost zodat het
^
controlelampje Superfrost uitgaat.
-
Het toestel koelt nu weer met zijn nor
male koelcapaciteit.
-
-
^
Druk op de toets Superfrost zodat het
controlelampje Superfrost aangaat.
De temperatuur in het toestel daalt
daar het met het hoogste invriesver
mogen werkt.
-
15
Page 16
De binnenruimte
Korven
Met behulp van de korven kan u de eet
waar in de kuip vlotter sorteren.
Haak de korven met het handvat over
^
de kuiprand of
stapel de korven in de kuip:
^
– zet een van de korven op de
kuipbodem,
– duw de handvatten bij deze korf
omlaag, til ze op en zwenk ze dan
naar binnen toe,
– zet daar nu een andere korf bovenop.
Invriesvak
U kan in de kuip een vak afbakenen.
Dat dient dan als invriesvak.
Zo’n vak heeft het voordeel dat u verse
eetwaar kan scheiden van reeds inge
vroren diepvrieswaar. Daarmee ver
mijdt u dat de reeds ingevroren levens
middelen lichtjes gaan ontdooien.
-
-
-
16
Page 17
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Maximum-invriesvermogen
Om levensmiddelen zo gauw mogelijk
tot in de kern te laten invriezen, mag
het maximum-invriesvermogen niet
overschreden worden. Hoeveel dat be
draagt, vindt u op het typeplaatje:
‘invriesvermogen ... kg / 24 uur’.
Verse eetwaar invriezen
Verse eetwaar dient u zo snel mogelijk
tot in de kern te laten invriezen. Zo blij
ven de voedingswaarde, de vitaminen,
het uitzicht en de smaak bewaard.
Hoe trager de levensmiddelen ingevroren worden, hoe meer vloeistof er uit
elke cel in de tussenruimte terechtkomt.
De cellen krimpen.
Bij het ontdooien kan er maar een deel
van die vloeistof naar de cellen terug.
In de praktijk betekent dit dat er in de
levensmiddelen veel sap verlorengaat.
Bij het ontdooien valt dat te merken aan
de grote plas rond de eetwaar.
-
Diepvrieswaar bewaren
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het
toestel legt, controleer dan reeds bij de
aanschaf
of de verpakking niet beschadigd is,
–
tot wanneer het product houdbaar is
–
en hoe laag de koeltemperatuur in
–
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan
-18 °C, dan is de diepvrieswaar niet
zo lang houdbaar.
Koop uw diepvrieswaar op het einde
^
van uw boodschappen. Bewaar hem
in krantenpapier of een koeltas.
^ Leg de gekochte diepvrieswaar met-
een in uw toestel.
Vries gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan u die levensmiddelen opnieuw invriezen.
Werd de eetwaar snel ingevroren, dan
krijgt de celvloeistof minder tijd om in
de tussenruimte weg te vloeien. De cel
len krimpen heel wat minder.
Bij het ontdooien kan die eerder ge
ringe hoeveelheid vloeistof die in de
tussenruimte terecht is gekomen, naar
de cellen terug. Er ging dus heel weinig
sap verloren. Er wordt maar een kleine
plas gevormd!
-
-
17
Page 18
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik enkel verse en onberispelijke
levensmiddelen om in te vriezen!
Hou hiermee rekening bij het
invriezen:
Zijn geschikt om in te vriezen:
–
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groente, kruiden, rauw fruit, zuivel,
gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en
heel wat kant- en klaargerechten.
Niet geschikt om in te vriezen:
–
druiven, kropsla, radijsjes, ramme
nas, zure room, mayonaise, eieren in
hun schaal, uien, ongeschilde rauwe
appelen en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitami-
nen C te bewaren, dient u fruit en
groente voor het invriezen te blancheren. Doe de groente per portie 2
à 3 minuten in kokend water. Daarna
uitnemen en vlug in koud water afkoelen. Laat de groente uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet. Het kan trouwens
veel langer worden bewaard.
–
Leg tussen koteletten, biefstuk,
vleeslapjes e.d. telkens plastic folie.
Zo vermijdt u dat porties aaneenvrie
zen.
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groente mag u voor het in
vriezen niet kruiden of zouten. Klaar
gemaakte spijzen kruidt of zout u
maar lichtjes. Sommige kruiden ver
anderen immers van smaakintensiteit
bij het invriezen.
Laat warme spijs en drank eerst bui
–
ten het toestel afkoelen. Anders
wordt reeds ingevroren eetwaar even
ontdooid. Dit leidt bovendien tot een
hoger stroomverbruik.
^ Druk de lucht uit de verpakking.
^ Sluit de verpakking af met
– elastiekjes,
– kunststofklemmen,
– touwtjes of
– koudebestendige plakband.
Polyethyleen zakjes kan u ook met
een lastoestel dichtmaken.
^
Plak op de verpakking een etiket met
inhoud en invriesdatum erop.
-
-
18
Page 19
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Diepvrieswaar schikken
Leg verse eetwaar in het invriesvak
^
dat u tevoren met beide vriestablet
ten hebt afgebakend. Zo vermijdt u
contact tussen reeds ingevroren
diepvrieswaar en verse eetwaar.
Levensmiddelen die u er pas inlegt,
mogen niet in aanraking komen met
reeds ingevroren eetwaar. Anders
gaat die lichtjes ontdooien.
Leg de levensmiddelen keurig gesor
^
teerd in de kuip.
^ Leg de pakjes er droog in. Zo ver-
mijdt u dat ze aan elkaar vriezen.
-
Invriesplan
Het invriesplan op de binnenzijde van
het deksel duidt aan hoeveel maand u
bepaalde levensmiddelen kan bewaren. Bij de aanbevolen bewaarduur
gaat het om een richtwaarde. Er spelen
immers heel wat factoren een rol: bv.
de kwaliteit van de levensmiddelen, de
behandeling die het invriezen van de
eetwaar voorafging e.d.
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
in uw microgolfoven,
–
in uw oven met de verwarmingssoort
–
‘Hete lucht’ of ‘Ontdooien’,
op kamertemperatuur,
–
in uw koelkast.
–
Platte stukken vlees en vis kanuin
een hete pan doen zodra ze lichtjes
ontdooid zijn.
-
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel
in de verpakking als in een schotel met
deksel ontdooien.
Ingevroren groente kan u in kokend
water doen of in heet vet stoven. De
kooktijd valt dan wat korter uit dan bij
verse groente.
Vries gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan dat wel.
Drank snel koelen
Als u flessen met drank snel koelt, haal
die dan uiterlijk na 1 uur weer uit de
diepvriezer. Anders springen ze stuk!
19
Page 20
Ontdooien
Het systeem FreeFrost
Door de normale werking zet er na zich
verloop van tijd rijp en ijs op de
koelelementen af. Daardoor vermindert
de koudeafgifte en stijgt het stroomver
bruik.
Het systeem FreeFrost zorgt ervoor dat
er ongeveer 70 % minder ijs en rijp ge
vormd wordt dan in andere toestellen.
De verklaring daarvoor is dat de
binnenkomende luchtvochtigheid snel
gebonden en weer naar buiten afge
voerd wordt. Het toestel moet aanzien
lijk minder vaak ontdooid worden.
Schraap de rijp- of ijslagen alleen
met de bijgeleverde schraper weg
omdat de koelelementen anders beschadigd kunnen worden.
Het toestel functioneert dan niet
meer.
Ontdooi het toestel regelmatig, maar uiterlijk als er zich een ijslaag van ca.
1 cm dik heeft gevormd. Doe dat bij
voorkeur als het toestel weinig of geen
bevroren goederen bevat.
Voor het ontdooien
^
Schakel ca. 4 uur voor het ontdooien
de functie Superfrost in. Daardoor
krijgen de reeds ingevroren levens
middelen een extra koudereserve en
kunnen ze dus iets langer bij kamer
temperatuur worden bewaard.
-
-
-
Ontdooien
Ontdooien moet snel gebeuren. Hoe
langer u de ingevroren levensmid
delen bij kamertemperatuur be
waart, des te korter wordt de houd
baarheid van de ingevroren levens
middelen.
Trek de stekker uit het stopcontact.
^
Neem de scheidingswand uit het toe
^
stel en plaats die onder de afvoero
-
pening voor het dooiwater om dat op
te vangen.
^ Wacht tot de stop ontdooid is en trek
hem dan uit de bodem van het toestel.
^
Laat het deksel open.
U kunt het ontdooien versnellen door
twee potten met heet (niet kokend) wa
ter op onderleggers in het toestel te
plaatsen.
-
-
-
-
-
-
-
^
Neem de bevroren goederen uit het
toestel en wikkel ze in meerdere la
gen krantenpapier of in een deken.
Bewaar ze op een koele plek tot het
toestel opnieuw bedrijfsklaar is.
20
-
Page 21
Plaats nooit elektrische verwar
mingstoestellen of kaarsen in het
toestel om het te ontdooien. De
kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of
producten om ijs te verwijderen. Die
kunnen immers explosieve gassen
vormen, oplos- of drijfmiddelen be
vatten, of de gezondheid schaden.
-
-
Na het ontdooien
Neem het resterende dooiwater in de
^
vrieskast met een spons of een doek
op.
Reinig de vrieskast en droog ze.
^
Sluit de afvoeropening voor het dooi
^
water weer met de stop af.
Sluit het deksel van de vrieskast en
^
steek de stekker in het stopcontact.
Schakel de functie Superfrost in, zo
^
dat het toestel snel koud wordt.
Het controlelampje gaat aan.
^ Leg de bevroren goederen weer in
de vrieszone zodra de temperatuur in
het toestel laag genoeg is.
^ Schakel de functie Superfrost weer
uit zodra -18 °C bereikt is.
Het controlelampje gaat uit.
Ontdooien
-
-
21
Page 22
Schoonmaken
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
‘schuurmiddelvrije’ schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht
komt in de elektronische bediening
noch in het ventilatierooster.
Gebruik nooit stoomreinigers. De
stoom kan toestelonderdelen aanra
ken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
Ventilatierooster
Maak het ventilatierooster geregeld
^
met een kwast of stofzuiger schoon.
Hoe meer stof erop ligt, hoe meer
stroom het toestel verbruikt.
Dichting van het deksel
-
-
Behandel de dichting nooit met olie
of vet. Die wordt anders na verloop
van tijd poreus.
Maak de dichting geregeld met hel
^
der water schoon. Wrijf ze nadien
met een doek goed droog.
-
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
^ Maak het toestel meteen na het ont-
dooien schoon.
^ De stekker is uit het stopcontact ge-
haald. De diepvrieswaar ligt op een
koele plaats en het toebehoren be
vindt zich buiten het toestel.
-
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het
best lauw water met wat afwasmiddel.
Was alle delen met de hand af, niet in
de vaatwasser.
^
Spoel de buitenwanden, de binnen
ruimte en het toebehoren na het reini
gen met helder water af. Wrijf alles
met een doek droog. Laat het deksel
even openstaan.
-
Na het schoonmaken
^ Sluit het deksel en steek de stekker in
het stopcontact.
^ Schakel Superfrost in. Zo wordt het
toestel gauw koud. Het controlelampje gaat aan.
^ Leg de diepvrieswaar in het toestel.
Wacht tot de temperatuur in het toe
stel laag genoeg gezakt is.
^
Schakel Superfrost uit zodra de
-18 °C is bereikt. Het controlelampje
gaat uit.
-
-
22
Page 23
Wat gedaan als ...?
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mogen enkel en alleen door
een vakman worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kun
nen er ernstige risico’s opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
Wat gedaan als...
. . . het toestel niet koelt?
Zit de stekker van het toestel wel ste
^
vig in het stopcontact?
Zijn de smeltstoppen van uw huisin
^
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het
geval is, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
...detemperatuur in het toestel te
laag is?
^ Stel de temperatuurregelknop op een
kleinere stand in.
^ U vergat Superfrost uit te schakelen.
Het controlelampje is aan.
...decompressor vaker en langer
ingeschakeld wordt?
^
Is het ventilatierooster niet geblok
keerd of zit het niet onder het stof?
-
-
-
-
. . . het waarschuwingslampje aan
gaat?
Het is in de diepvriezer naar gelang
van de ingestelde temperatuur, te warm
omdat
het deksel vaak geopend of heel wat
^
verse eetwaar ingevroren werd.
de ventilatie-opening werd afgedekt.
^
de stroom lange tijd onderbroken
^
was.
Zodra aan deze storingen een einde is
gesteld, gaat het waarschuwingslichtje
uit.
...dediepvrieswaar vastgevroren
is?
Maak de diepvrieswaar los met een
stomp voorwerp, bv. een lepelsteel.
...erzich op de vriesplaten een dikke ijslaag gevormd heeft?
^ Kan het deksel wel goed dicht?
^
Ontdooi het toestel en maak het
schoon.
Dikke lagen ijs beperken het koelver
mogen. Dan stijgt ook het stroomver
bruik.
-
-
-
^
Het deksel werd vaak geopend.
Ofwel werd heel wat verse eetwaar
ingevroren.
^
Kan het deksel wel goed dicht?
^
Kijk eens na of er op de vriesplaten
geen dikke laag rijm zit. Is dat zo,
laat het toestel dan ontdooien.
Kan u de storing aan de hand van
deze aanwijzingen niet ongedaan
maken, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
Maak het deksel bij voorkeur niet
open tot de storing werd verholpen.
Zo beperkt u koudeverlies.
24
Page 25
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
25
Page 26
Technische dienst
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje op de buitenzijde van het toestel.
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt
2 jaar.
-
Meer informatie over de garantievoorwaarden kan uw bekomen op onze site
of per telefoon bij Miele. Zie keerzijde
van deze gebruiksaanwijzing.
26
Page 27
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom 220 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag enkel op
een degelijk geaard stopcontact wor
den aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
Elektrische aansluiting
-
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
27
Page 28
Opstellen
Plaats van opstelling
De vloer waarop het toestel staat, dient
waterpas en vlak te zijn.
Stel het toestel zo ver van de wand op
dat het deksel ongehinderd open en
dicht kan.
Kies geen plaats vlak naast een fornuis,
een radiator of bij een venster vlak in
de zon. Hoe hoger de omgevingstem
peratuur oploopt, hoe langer de com
pressor draait en hoe meer stroom er
wordt verbruikt. Geschikt is een droog,
goed geventileerd vertrek.
Laat rond het toestel minstens 2 cm
tussenruimte tot andere toestellen of
voorwerpen. Zo wordt er voldoende
warmte afgevoerd.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van
omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te blijven. De klimaatklasse vindt u terug op
het typeplaatje op de buitenkant van
het toestel.
-
-
Ventilatie
Om de compressor voldoende van
koele lucht te voorzien,
mag u de spleet tussen de onderzij
–
de van het toestel en de vloer niet
dichtstoppen.
laat u tussen het ventilatierooster in
–
het toestel en de wand een mini
mumafstand van 20 cm. Zo blijft een
onberispelijke ventilatie gewaar
borgd.
dient u het ventilatierooster ook gere
–
geld af te stoffen.
-
-
-
-
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN, N
ST
T
tot +32 °C
tot +38 °C
tot +43 °C
Tot een minimumkamertemperatuur van
+5 °C werkt uw toestel beslist pro
-
bleemloos.
282930
Page 29
Page 30
Page 31
31
Page 32
Wijzigingen voorbehouden / 4908
GT 303 ES, GT 373 ES, GT 413 ES, GT 483 ES
M.-Nr. 07 525 960 / 00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.