Miele GT 303 ES, GT 373 ES, GT 413 ES, GT 483 ES User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Diepvrieskist met FreeFrost-systeem GT 303 ES GT 373 ES GT 413 ES GT 483 ES
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid en vermijdt u schade aan het apparaat.
nl-BE
Page 2
Inhoud
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Hoe kunt u energie besparen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Het toestel in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Voor het eerste gebruik .............................................11
Bij langdurige afwezigheid ..........................................11
De juiste temperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
De temperatuur instellen ............................................12
Thermometer .....................................................13
Waarschuwingslampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Superfrost. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Superfrost-functie .................................................15
De binnenruimte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Korven ..........................................................16
Invriesvak........................................................16
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Maximum-invriesvermogen ..........................................17
Verse eetwaar invriezen.............................................17
Diepvrieswaar bewaren .............................................17
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................18
Hou hiermee rekening bij het invriezen: ..............................18
Verpakken.....................................................18
Diepvrieswaar schikken ..........................................19
Invriesplan .......................................................19
Diepvries ontdooien................................................19
Drank snel koelen .................................................19
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Het systeem FreeFrost..............................................20
Schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Buitenwanden, binnenruimte, toebehoren...............................22
Ventilatierooster ...................................................22
Dichting van het deksel .............................................22
Wat gedaan als ...?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Waar bepaalde geluiden vandaan komen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Technische dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Page 3
Inhoud
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Opstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Plaats van opstelling ...............................................28
Klimaatklasse ..................................................28
Ventilatie ........................................................28
Page 4
Beschrijving van het toestel
a Superfrost-schakelaar met
controlelampje
b Waarschuwingslampje
e Binnenverlichting
f Voorziening voor slot
(kan door de naverkoopdienst ach teraf worden geplaats)
c Lampje ‘in werking’
d Temperatuurregelknop
g Ventilatierooster
h Bedieningspaneel
-
i Afvoeropening voor het dooiwater
4
Page 5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
­volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van de compressor geen schade oplopen voordat het toestel terdege wordt geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid del uit het koelcircuit of olie uit de com pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder veilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Door dit milieuvriendelijk koelmiddel toe
Dit toestel voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Bij ondeskundig gebruik kan de ge bruiker gevaar lopen en het toestel beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij zing voor u het toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmer kingen omtrent het inbouwen, de veiligheid, het gebruik en het onder houd van het toestel. Zo beschermt u zichzelf en vermijdt u schade aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Geef ze door aan wie het toestel achteraf gebruikt.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
~
huishouden. Het dient enkel om diep­vriesproducten te bewaren, verse le­vensmiddelen in te vriezen en con­sumptie-ijs te bereiden. Alle andere toepassingen zijn ongeoorloofd en mis schien ook wel gevaarlijk. De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel niet correct gebruikt of verkeerd bediend werd.
Technisch veilig
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan R600a. Dat is een natuurlijk gas dat heel weinig milieubelastend is. Het is evenwel brandbaar. Het brengt ech ter geen schade toe aan de ozonlaag. Het vergroot evenmin het broeikasef fect.
-
te passen maakt het toestel wel iets meer lawaai. Naast het geluid dat de
-
compressor maakt, kan er in heel het koelcircuit lawaai optreden. Deze ge volgen zijn jamm er genoeg niet te ver mijden. Ze beïnvloeden echter niet het vermogen van het toestel.
-
Bij het transport en opstellen van het
­toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcir
­cuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken! Is er toch schade opgetreden, – vermijd dan open vuur of vonken, – trek de stekker uit het stopcontact, – laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten
– en verwittig de Technische Dienst.
Hoe meer koelmiddel het toestel be-
~
vat, hoe groter het vertrek moet zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt er eventueel een lek op, dan kan er in te kleine vertrekken een brandbaar gas­luchtmengsel worden gevormd. Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
-
minstens 1 m koelmiddel het toestel bevat, vindt u op het typeplaatje aan de binnenzijde.
Vergelijk voor het aansluiten van het
~
toestel beslist de aansluitgegevens op het typeplaatje met de gegevens van uw huisinstallatie. Het gaat hier over de spanning en de frequentie. Deze gege vens moeten absoluut overeenstemmen
­om schade aan uw toestel te vermijden. Vraag bij twijfel inlichtingen aan uw in stallateur.
-
-
3
ruim te zijn. Hoeveel
-
-
-
-
-
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
De elektrische veiligheid van dit toe
~
stel wordt enkel gewaarborgd indien het op een aardsysteem is aangeslo ten, dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorzie ning voorhanden is. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman nakijken. De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elektrische schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
~
indien u het volgens de gebruiksaanwij­zing monteert en aansluit.
Installatiewerk en herstellingen mag
~
u enkel door erkende vakmensen laten uitvoeren. Door ondeskundige installa­ties of reparaties kunnen er niet te on­derschatten risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt. Daarvoor is de fa­brikant niet aansprakelijk.
Het toestel is pas stroomloos indien
~
aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
u hebt de stekker van het toestel uit het stopcontact getrokken. Trek niet aan het snoer, wel aan de stekker om het toestel stroomloos te maken.
u hebt de smeltveiligheden van de huisinstallatie uitgeschakeld.
-
-
-
Gebruik om het toestel op het
~
stroomnet aan te sluiten, geen verleng snoeren. Die waarborgen niet de no dige veiligheid. Er is risico op overver hitting.
Gebruik
Raak de diepvrieswaar niet met nat
~
te handen aan. Uw handen kunnen er aan vastvriezen. U kan kwetsuren oplo pen!
Gebruik geen elektrische apparaten
~
in het toestel (bijvoorbeeld een ijsmachine). Er kunnen vonken optreden. Explosiegevaar !
Steek ijsblokjes en frisco’s, vooral
~
ijslolly’s, nooit meteen in de mond na­dat u die uit de diepvriezer hebt geno­men. Door de zeer lage temperatuur kunnen uw lippen of uw tong vastvrie­zen. U kan letsels oplopen!
Vries gedeeltelijk of volledig ont-
~
dooide levensmiddelen niet terug in. Verbruik die zo vlug mogelijk. De levensmiddelen boeten immers aan voedingswaarde in en bederven. Zo u ze kookt of braadt, kan u die levens middelen opnieuw invriezen.
Bewaar in uw toestel geen explosie
~
ve stoffen. Zodra de thermostaat in schakelt, kunnen er dan vonken ont staan. Die kunnen bepaalde vonkge voelige mengelingen doen ontploffen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Bewaar in uw diepvriezer geen blik
~
jes of flessen met koolzuurhoudende drank of met vloeistof die kan bevrie zen. De blikjes of flessen kunnen stukspringen. U kan letsels oplopen en er is risico op schade!
-
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Neem flessen die u in de diepvriezer
~
legt om snel te koelen, uiterlijk na een uur weer uit. De flessen kunnen stukspringen. Er is risico’s op lichame lijk letsel en op schade!
Zo u te lang bewaarde levensmid
~
delen eet, loopt u het risico van voed selvergiftiging. De bewaarduur hangt van heel wat fac toren af. Onder meer van de mate waarin de levensmiddelen vers en de gelijk zijn, maar ook van de bewaartem peratuur. Hou de bewaartips en de op gegeven bewaarduur van de voedsel fabrikanten in acht!
Gebruik geen spitse noch scherpe
~
voorwerpen om
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– aangevroren ijsblokjesschalen en
diepvrieswaar los te maken.
Zo beschadigt u de vriesplaten en raakt het toestel volledig defect.
-
-
-
-
-
Dek het ventilatierooster van het toe
~
stel niet af. Anders is er geen onberis pelijke luchttoevoer meer gewaarborgd. Het stroomverbruik stijgt en er kan schade optreden aan bepaalde onder delen.
Dit toestel is geschikt voor een be
~
paalde klimaatklasse of categorie van omgevingstemperatuur. Die tempera
­tuur dient binnen zekere grenzen te blij ven. De klimaatklasse vindt u terug op het typeplaatje binnen in het toestel.
­Door te lage kamertemperaturen blijft
­de compressor te lang stilstaan. Daar door kan het toestel de noodzakelijke temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooien
~
en schoon te maken in geen geval een toestel met stoom onder druk. De stoom kan onderdelen aanraken, die onder spanning staan. Zo kan er kortsluiting optreden.
-
-
-
-
-
-
-
Zet nooit elektrische verwarmings
~
apparaten en kaarsen in het toestel. Anders loopt de kunststof schade op.
Gebruik nooit ontdooisprays of
~
ijsverwijderende middelen. Die kunnen explosieve gassen vormen, die oplos middel of drijfgas bevatten of uw ge zondheid kunnen schaden.
Behandel de dekseldichting niet met
~
olie of vet. Anders wordt die op de duur poreus.
8
-
-
-
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Uw oud toestel afdanken
Verniel het slot of de vergrendeling
~
van uw oude diepvriezer wanneer u die buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat spelende kinderen zich in het toestel opsluiten en in levensgevaar komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
~
Trek de stekker uit het stopcontact en knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van het
~
koelcircuit beschadigt, b.v. door:
de koelmiddelkanaaltjes van de ver
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan oogletsels tot gevolg hebben.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat de veiligheidsbepalingen en waarschuwingen niet in acht werden genomen.
-
9
Page 10
Hoe kunt u energie besparen?
normaal energieverbruik verhoogd energieverbruik
Opstellen In een verluchtbare ruimte. In een gesloten, niet te verluchten
Beschermd tegen directe zonnestraling.
Niet naast een warmtebron (verwar mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van 20 °C.
Temperatuurinstelling Thermostaat "niveaugetallen" (regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling Thermostaat "graadaanduidingen" (digitaal scherm)
Gebruik De deur alleen maar zo kort mogelijk
Ontdooien Ontdooi het vriesvak bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling van 2 tot 3.
Keldervak van 8 tot 12 °C
Koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone bijna 0 °C
Vriesvak -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
openen.
Levensmiddelen goed gesorteerd inladen.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt inladen.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
ruimte
Bij directe zonnestraling.
Naast een warmtebron (verwar
­mingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera tuur.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de temperatuur in het vriesvak, hoe ho ger het energieverbruik!
Bij toestellen met een winterschake ling moet u erop letten dat die scha kelaar bij temperaturen boven 16 resp. 18 °C uitgeschakeld is.
De deur vaak en langdurig openen = koudeverlies
Wanneer alles door elkaar ligt, moet u lang zoeken en blijft de deur lang openstaan.
Warme gerechten in het toestel doen de compressor langdurig werken (het toestel probeert harder te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot verlies van het koelvermogen.
Een ijslaag vermindert de overdracht van de koude aan de in te vriezen le vensmiddelen en doet het stroom verbruik stijgen.
-
-
-
-
-
-
-
10
Page 11
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa ter voor en wrijf daarna alles met een doek droog.
^ Sluit de afvoeropening voor het dooi-
water op de bodem van het toestel langs binnen af met de bijgeleverde dop!
Laat het toestel na het transport ca. 1/2 à 1 uur staan voor u het aansluit. Dat is belangrijk voor een degelijke werking achteraf!
Het toestel inschakelen
Het toestel uitschakelen
-
Trek de stekker uit het stopcontact.
^
­Alle controlelampjes gaan uit. De
koeling is uitgeschakeld.
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
trek de stekker uit het stopcontact,
^
laat het toestel ontdooien en maak
^
het schoon,
laat het deksel ietwat openstaan om
^
reukhinder tegen te gaan.
Zodra u het toestel aansluit op een naar behoren geïnstalleerd stopcontact, wordt het ingeschakeld.
Het lampje ‘in werking’ en het waarschuwingslichtje gaan aan.Het toestel begint te koelen.
Opdat de temperatuur laag genoeg daalt, laat u het toestel bij voorkeur en kele uren ingeschakeld voor u er voor het eerst eetwaar in plaatst.
Het waarschuwingslichtje blijft aan tot de ingestelde temperatuur is bereikt.
-
11
Page 12
De juiste temperatuur
Voor het bewaren van levensmiddelen is het van groot belang de juiste tempe ratuur in te stellen. Door micro-organis men bederft eetwaar namelijk gauw. Door een juiste bewaartemperatuur kan dat proces evenwel worden vermeden of vertraagd. De temperatuur heeft een invloed op de snelheid waarmee de mi cro-organismen aangroeien. Hoe lager de temperatuur, hoe trager dat proces.
Om verse levensmiddelen in te vriezen en eetwaar lange tijd te bewaren, is er een temperatuur van -18 °C nodig. Bij deze temperatuur wordt de aangroei van micro-organismen verregaand stopgezet. Zodra de temperatuur bo­ven de -10 °C stijgt, wordt de diepvries­waar door de micro-organismen aange­tast en kan die niet meer zo lang wor­den bewaard. Daarom mag u gedeelte­lijk of volledig ontdooide spijzen pas weer invriezen nadat u ze gekookt of gebraden hebt. Door de hoge tempera­tuur worden de meeste micro-organis­men immers vernietigd.
De temperatuur in het toestel loopt op naarmate
u de toesteldeur vaker opent en langer laat openstaan,
u meer eetwaar in het toestel be waart,
u meer verse levensmiddelen in vriest,
de omgevingstemperatuur hoger ligt. Dit toestel is geschikt voor een be paalde klimaatklasse of categorie van omgevingstemperatuur. Die tem peratuur dient binnen zekere gren zen te blijven.
-
-
-
-
De temperatuur instellen
­De temperatuur stelt u in met de tempe
­ratuurregelknop.
-
Draai de temperatuurregelknop met
^
een geldstuk naar rechts in een stan d tussen 2 en 7.
Draai deze knop enkel tot aan de aanslag. Draai vandaar weer terug. Anders maakt u de knop stuk.
Hoe hoger de stand van de knop, hoe lager de temperatuur in het toestel.
Het verdient aanbeveling een stand tussen 2 en 3 te kiezen.
^ Draai de temperatuurregelknop op
de stand ‘Spar’ (spaar) zo u de kist maar tot hoogstens 30 cm onder de korfrand vult.
Dan verbruikt het toestel nog minder stroom!
Is het toestel maar weinig geladen en staat de temperatuurregelknop op de stand ‘Spar’ (spaar), leg dan in elk geval een thermometer op de bovenste laag diepvrieswaar. Zo controleert u of er wel een tempera tuur van -18 °C gehandhaafd blijft.
-
-
-
-
12
Page 13
Thermometer
De thermometer binnen in het toestel duidt bij normale werking de tempera tuur van de warmste plek in de diep vriezer aan. Deze thermometer duidt enkel bij waarden onder 0 °C juist aan.
Indien u de temperatuur anders instelt, controleer de temperatuuraanduiding dan na ca. 6 uur bij een weinig ge vuld, na ca. 24 uur bij een vol toestel. Pas dan is de echte vriestemperatuur bereikt. Ligt de temperatuur na deze tijd nog te laag of te hoog, stel hem dan opnieuw in met de temperatuurregel knop.
Dat de temperatuur hoger ligt dan
-18 °C , is niet zo erg wanneer
– u het toestel in gebruik neemt,
– de toesteldeur eens wat langer open
blijft, bv. bij het uitnemen of plaatsen van heel wat levensmiddelen,
-
-
-
-
De juiste temperatuur
– er verse eetwaar wordt ingevroren.
Ligt de temperatuur langere tijd boven de -18 °C, kijk dan eens na of de diep vrieswaar niet gedeeltelijk of volledig ontdooid is. In zo’n geval dient u deze spijzen zo gauw mogelijk te verbruiken!
-
13
Page 14
Waarschuwingslampje
Dit toestel is uitgerust met een waar schuwingssysteem. Daarmee kan de temperatuur in het toestel niet onge merkt stijgen. Wordt het te warm, dan gaat het waarschuwingslichtje aan. Wanneer het toestel een temperatuur als te warm ‘aanvoelt’, hangt af van de temperatuur die u aan de knop instel de.
U ziet dit signaal telkens als
u het toestel inschakelt.
u het deksel lange tijd opent, bv. om
er diepvrieswaar in te leggen, te ver plaatsen of uit te nemen.
– u veel levensmiddelen invriest.
– de stroom lang onderbroken was.
Het lampje gaat uit zodra de ingestelde temperatuur in het toestel weer is be­reikt.
-
-
-
-
14
Page 15
Superfrost
Superfrost-functie
Om verse eetwaar heel efficiënt in te vriezen dient u van tevoren de functie Superfrost in te schakelen.
Uitzonderingen:
Indien u reeds ingevroren levensmid
delen in de diepvriezer legt.
Indien u elke dag maar hoogstens
2 kg invriest.
Superfrost inschakelen
Schakel de functie Superfrost in
^
4 à 6 uur voor u levensmiddelen plaatst.
^ Wenst u het hoogste invriesvermo-
gen te benutten, schakel dan de Su- perfrost 24 uur van tevoren in!
Superfrost uitschakelen
Om stroom te besparen, schakelt u de functie Superfrost uit zodra er een con stante vriestemperatuur van minstens
-18 °C is bereikt.
Druk op de toets Superfrost zodat het
^
controlelampje Superfrost uitgaat.
-
Het toestel koelt nu weer met zijn nor male koelcapaciteit.
-
-
^
Druk op de toets Superfrost zodat het controlelampje Superfrost aangaat.
De temperatuur in het toestel daalt daar het met het hoogste invriesver mogen werkt.
-
15
Page 16
De binnenruimte
Korven
Met behulp van de korven kan u de eet waar in de kuip vlotter sorteren.
Haak de korven met het handvat over
^
de kuiprand of
stapel de korven in de kuip:
^
– zet een van de korven op de kuipbodem,
– duw de handvatten bij deze korf omlaag, til ze op en zwenk ze dan naar binnen toe, – zet daar nu een andere korf boven­op.
Invriesvak
U kan in de kuip een vak afbakenen.
­Dat dient dan als invriesvak.
Zo’n vak heeft het voordeel dat u verse eetwaar kan scheiden van reeds inge vroren diepvrieswaar. Daarmee ver mijdt u dat de reeds ingevroren levens middelen lichtjes gaan ontdooien.
-
-
-
16
Page 17
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Maximum-invriesvermogen
Om levensmiddelen zo gauw mogelijk tot in de kern te laten invriezen, mag het maximum-invriesvermogen niet overschreden worden. Hoeveel dat be draagt, vindt u op het typeplaatje: ‘invriesvermogen ... kg / 24 uur’.
Verse eetwaar invriezen
Verse eetwaar dient u zo snel mogelijk tot in de kern te laten invriezen. Zo blij ven de voedingswaarde, de vitaminen, het uitzicht en de smaak bewaard.
Hoe trager de levensmiddelen ingevro­ren worden, hoe meer vloeistof er uit elke cel in de tussenruimte terechtkomt. De cellen krimpen. Bij het ontdooien kan er maar een deel van die vloeistof naar de cellen terug. In de praktijk betekent dit dat er in de levensmiddelen veel sap verlorengaat. Bij het ontdooien valt dat te merken aan de grote plas rond de eetwaar.
-
Diepvrieswaar bewaren
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het toestel legt, controleer dan reeds bij de aanschaf
­of de verpakking niet beschadigd is,
tot wanneer het product houdbaar is
en hoe laag de koeltemperatuur in
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan
-18 °C, dan is de diepvrieswaar niet zo lang houdbaar.
Koop uw diepvrieswaar op het einde
^
van uw boodschappen. Bewaar hem in krantenpapier of een koeltas.
^ Leg de gekochte diepvrieswaar met-
een in uw toestel.
Vries gedeeltelijk of volledig ont­dooide levensmiddelen niet terug in. Zo u ze kookt of braadt, kan u die le­vensmiddelen opnieuw invriezen.
Werd de eetwaar snel ingevroren, dan krijgt de celvloeistof minder tijd om in de tussenruimte weg te vloeien. De cel len krimpen heel wat minder. Bij het ontdooien kan die eerder ge ringe hoeveelheid vloeistof die in de tussenruimte terecht is gekomen, naar de cellen terug. Er ging dus heel weinig sap verloren. Er wordt maar een kleine plas gevormd!
-
-
17
Page 18
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik enkel verse en onberispelijke levensmiddelen om in te vriezen!
Hou hiermee rekening bij het invriezen:
Zijn geschikt om in te vriezen:
vers vlees, gevogelte, wild, vis, groente, kruiden, rauw fruit, zuivel, gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en heel wat kant- en klaargerechten.
Niet geschikt om in te vriezen:
druiven, kropsla, radijsjes, ramme nas, zure room, mayonaise, eieren in hun schaal, uien, ongeschilde rauwe appelen en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitami-
nen C te bewaren, dient u fruit en groente voor het invriezen te blan­cheren. Doe de groente per portie 2 à 3 minuten in kokend water. Daarna uitnemen en vlug in koud water af­koelen. Laat de groente uitdruppen.
Mager vlees is beter geschikt om in te vriezen dan vet. Het kan trouwens veel langer worden bewaard.
Leg tussen koteletten, biefstuk, vleeslapjes e.d. telkens plastic folie. Zo vermijdt u dat porties aaneenvrie zen.
Rauwe levensmiddelen en geblan cheerde groente mag u voor het in vriezen niet kruiden of zouten. Klaar gemaakte spijzen kruidt of zout u maar lichtjes. Sommige kruiden ver anderen immers van smaakintensiteit bij het invriezen.
Laat warme spijs en drank eerst bui
ten het toestel afkoelen. Anders wordt reeds ingevroren eetwaar even ontdooid. Dit leidt bovendien tot een hoger stroomverbruik.
Verpakken
Vries de levensmiddelen per portie
^
in.
Geschikte verpakking
– kunststoffolie – zakjes van polyethyleen
-
-
-
-
– aluminiumfolie – diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
– inpakpapier – perkamentpapier – cellofaan – vuilniszakken – gebruikte boodschapzakjes
^ Druk de lucht uit de verpakking. ^ Sluit de verpakking af met
– elastiekjes, – kunststofklemmen, – touwtjes of – koudebestendige plakband.
Polyethyleen zakjes kan u ook met
­een lastoestel dichtmaken.
^
Plak op de verpakking een etiket met inhoud en invriesdatum erop.
-
-
18
Page 19
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Diepvrieswaar schikken
Leg verse eetwaar in het invriesvak
^
dat u tevoren met beide vriestablet ten hebt afgebakend. Zo vermijdt u contact tussen reeds ingevroren diepvrieswaar en verse eetwaar.
Levensmiddelen die u er pas inlegt, mogen niet in aanraking komen met reeds ingevroren eetwaar. Anders gaat die lichtjes ontdooien.
Leg de levensmiddelen keurig gesor
^
teerd in de kuip.
^ Leg de pakjes er droog in. Zo ver-
mijdt u dat ze aan elkaar vriezen.
-
Invriesplan
Het invriesplan op de binnenzijde van het deksel duidt aan hoeveel maand u bepaalde levensmiddelen kan bewa­ren. Bij de aanbevolen bewaarduur gaat het om een richtwaarde. Er spelen immers heel wat factoren een rol: bv. de kwaliteit van de levensmiddelen, de behandeling die het invriezen van de eetwaar voorafging e.d.
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
in uw microgolfoven,
in uw oven met de verwarmingssoort
‘Hete lucht’ of ‘Ontdooien’,
op kamertemperatuur,
in uw koelkast.
Platte stukken vlees en vis kanuin een hete pan doen zodra ze lichtjes ontdooid zijn.
-
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel in de verpakking als in een schotel met deksel ontdooien.
Ingevroren groente kan u in kokend water doen of in heet vet stoven. De kooktijd valt dan wat korter uit dan bij verse groente.
Vries gedeeltelijk of volledig ont­dooide levensmiddelen niet terug in. Zo u ze kookt of braadt, kan dat wel.
Drank snel koelen
Als u flessen met drank snel koelt, haal die dan uiterlijk na 1 uur weer uit de diepvriezer. Anders springen ze stuk!
19
Page 20
Ontdooien
Het systeem FreeFrost
Door de normale werking zet er na zich verloop van tijd rijp en ijs op de koelelementen af. Daardoor vermindert de koudeafgifte en stijgt het stroomver bruik.
Het systeem FreeFrost zorgt ervoor dat er ongeveer 70 % minder ijs en rijp ge vormd wordt dan in andere toestellen. De verklaring daarvoor is dat de binnenkomende luchtvochtigheid snel gebonden en weer naar buiten afge voerd wordt. Het toestel moet aanzien lijk minder vaak ontdooid worden.
Schraap de rijp- of ijslagen alleen met de bijgeleverde schraper weg omdat de koelelementen anders be­schadigd kunnen worden. Het toestel functioneert dan niet meer.
Ontdooi het toestel regelmatig, maar ui­terlijk als er zich een ijslaag van ca. 1 cm dik heeft gevormd. Doe dat bij voorkeur als het toestel weinig of geen bevroren goederen bevat.
Voor het ontdooien
^
Schakel ca. 4 uur voor het ontdooien de functie Superfrost in. Daardoor krijgen de reeds ingevroren levens middelen een extra koudereserve en kunnen ze dus iets langer bij kamer temperatuur worden bewaard.
-
-
-
Ontdooien
Ontdooien moet snel gebeuren. Hoe langer u de ingevroren levensmid delen bij kamertemperatuur be
­waart, des te korter wordt de houd
baarheid van de ingevroren levens middelen.
­Trek de stekker uit het stopcontact.
^
Neem de scheidingswand uit het toe
^
stel en plaats die onder de afvoero
-
pening voor het dooiwater om dat op te vangen.
^ Wacht tot de stop ontdooid is en trek
hem dan uit de bodem van het toe­stel.
^
Laat het deksel open.
U kunt het ontdooien versnellen door twee potten met heet (niet kokend) wa ter op onderleggers in het toestel te plaatsen.
-
-
-
-
-
-
-
^
Neem de bevroren goederen uit het toestel en wikkel ze in meerdere la gen krantenpapier of in een deken. Bewaar ze op een koele plek tot het toestel opnieuw bedrijfsklaar is.
20
-
Page 21
Plaats nooit elektrische verwar mingstoestellen of kaarsen in het toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen. Die kunnen immers explosieve gassen vormen, oplos- of drijfmiddelen be vatten, of de gezondheid schaden.
-
-
Na het ontdooien
Neem het resterende dooiwater in de
^
vrieskast met een spons of een doek op.
Reinig de vrieskast en droog ze.
^
Sluit de afvoeropening voor het dooi
^
water weer met de stop af.
Sluit het deksel van de vrieskast en
^
­steek de stekker in het stopcontact.
Schakel de functie Superfrost in, zo
^
dat het toestel snel koud wordt. Het controlelampje gaat aan.
^ Leg de bevroren goederen weer in
de vrieszone zodra de temperatuur in het toestel laag genoeg is.
^ Schakel de functie Superfrost weer
uit zodra -18 °C bereikt is. Het controlelampje gaat uit.
Ontdooien
-
-
21
Page 22
Schoonmaken
Gebruik nooit reinigingsmiddel met zand, schurend middel, soda of zuur, noch chemisch oplosmiddel. Ongeschikt zijn ook zogenaamde ‘schuurmiddelvrije’ schuurmiddelen. Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht komt in de elektronische bediening noch in het ventilatierooster.
Gebruik nooit stoomreinigers. De stoom kan toestelonderdelen aanra ken, die onder spanning staan. Er kan dan kortsluiting optreden.
Ventilatierooster
Maak het ventilatierooster geregeld
^
met een kwast of stofzuiger schoon. Hoe meer stof erop ligt, hoe meer stroom het toestel verbruikt.
Dichting van het deksel
-
-
Behandel de dichting nooit met olie of vet. Die wordt anders na verloop van tijd poreus.
Maak de dichting geregeld met hel
^
der water schoon. Wrijf ze nadien met een doek goed droog.
-
Het typeplaatje binnen in het toestel mag u niet verwijderen. Bij een eventuele storing heeft de Tech­nische Dienst dat nodig!
^ Maak het toestel meteen na het ont-
dooien schoon.
^ De stekker is uit het stopcontact ge-
haald. De diepvrieswaar ligt op een koele plaats en het toebehoren be vindt zich buiten het toestel.
-
Buitenwanden, binnenruimte, toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het best lauw water met wat afwasmiddel. Was alle delen met de hand af, niet in de vaatwasser.
^
Spoel de buitenwanden, de binnen ruimte en het toebehoren na het reini gen met helder water af. Wrijf alles met een doek droog. Laat het deksel even openstaan.
-
Na het schoonmaken
^ Sluit het deksel en steek de stekker in
het stopcontact.
^ Schakel Superfrost in. Zo wordt het
toestel gauw koud. Het controlelamp­je gaat aan.
^ Leg de diepvrieswaar in het toestel.
Wacht tot de temperatuur in het toe stel laag genoeg gezakt is.
^
Schakel Superfrost uit zodra de
-18 °C is bereikt. Het controlelampje gaat uit.
-
-
22
Page 23
Wat gedaan als ...?
Herstellingen aan elektrische toe stellen mogen enkel en alleen door een vakman worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kun nen er ernstige risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Wat gedaan als...
. . . het toestel niet koelt?
Zit de stekker van het toestel wel ste
^
vig in het stopcontact?
Zijn de smeltstoppen van uw huisin
^
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het geval is, doe dan een beroep op de Technische Dienst van Miele.
...detemperatuur in het toestel te laag is?
^ Stel de temperatuurregelknop op een
kleinere stand in.
^ U vergat Superfrost uit te schakelen.
Het controlelampje is aan.
...decompressor vaker en langer ingeschakeld wordt?
^
Is het ventilatierooster niet geblok keerd of zit het niet onder het stof?
-
-
-
-
. . . het waarschuwingslampje aan gaat?
Het is in de diepvriezer naar gelang van de ingestelde temperatuur, te warm omdat
het deksel vaak geopend of heel wat
^
verse eetwaar ingevroren werd.
de ventilatie-opening werd afgedekt.
^
de stroom lange tijd onderbroken
^
was.
­Zodra aan deze storingen een einde is gesteld, gaat het waarschuwingslichtje uit.
...dediepvrieswaar vastgevroren is?
Maak de diepvrieswaar los met een stomp voorwerp, bv. een lepelsteel.
...erzich op de vriesplaten een dik­ke ijslaag gevormd heeft?
^ Kan het deksel wel goed dicht? ^
Ontdooi het toestel en maak het schoon.
Dikke lagen ijs beperken het koelver mogen. Dan stijgt ook het stroomver bruik.
-
-
-
^
Het deksel werd vaak geopend. Ofwel werd heel wat verse eetwaar ingevroren.
^
Kan het deksel wel goed dicht?
^
Kijk eens na of er op de vriesplaten geen dikke laag rijm zit. Is dat zo, laat het toestel dan ontdooien.
23
Page 24
Wat gedaan als ...?
...debinnenverlichting niet werkt?
Het lampje is defect:
Trek de stekker uit het stopcontact.
^
Neem het dekseltje van de lamp in
^
de richting van de pijl af.
^ Draai de defecte lamp eruit en ver-
vang ze. Gegevens: 220 – 240 V, max. 15 W, fitting E 14
^ Zet het lampdekseltje er terug op.
Kan u de storing aan de hand van deze aanwijzingen niet ongedaan maken, doe dan een beroep op de Technische Dienst van Miele.
Maak het deksel bij voorkeur niet open tot de storing werd verholpen. Zo beperkt u koudeverlies.
24
Page 25
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluiden Waar komen ze vandaan?
Brrrrr... Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb.... Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik.... U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr.... Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen ruimte van het toestel.
-
-
Geluid waaraan u vlot kan verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkel Het toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toe­stel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
25
Page 26
Technische dienst
Neem in geval van storingen die u zelf niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van onze Technische Dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het type- en het machinenummer van uw toestel op. Deze gegevens vindt u op het type plaatje op de buitenzijde van het toe­stel.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar.
-
Meer informatie over de garantievoor­waarden kan uw bekomen op onze site of per telefoon bij Miele. Zie keerzijde van deze gebruiksaanwijzing.
26
Page 27
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd, is dus voorzien van snoer en stekker. Het apparaat is geschikt om te worden aangesloten op eenfasige stroom 220 ­240 V, 50 Hz. Dit toestel mag enkel op een degelijk geaard stopcontact wor den aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het toestel op het stroomnet aan te sluiten. Die waarborgen niet de nodige veilig­heid. Er is risico van oververhitting.
-
Elektrische aansluiting
-
Dient het aansluitsnoer te worden vervangen, dan mag dat enkel worden uitgevoerd door een erkend elektricien.
27
Page 28
Opstellen
Plaats van opstelling
De vloer waarop het toestel staat, dient waterpas en vlak te zijn.
Stel het toestel zo ver van de wand op dat het deksel ongehinderd open en dicht kan.
Kies geen plaats vlak naast een fornuis, een radiator of bij een venster vlak in de zon. Hoe hoger de omgevingstem peratuur oploopt, hoe langer de com pressor draait en hoe meer stroom er wordt verbruikt. Geschikt is een droog, goed geventileerd vertrek.
Laat rond het toestel minstens 2 cm tussenruimte tot andere toestellen of voorwerpen. Zo wordt er voldoende warmte afgevoerd.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een be­paalde klimaatklasse of categorie van omgevingstemperatuur. Die tempera­tuur dient binnen zekere grenzen te blij­ven. De klimaatklasse vindt u terug op het typeplaatje op de buitenkant van het toestel.
-
-
Ventilatie
Om de compressor voldoende van koele lucht te voorzien,
mag u de spleet tussen de onderzij
de van het toestel en de vloer niet dichtstoppen.
laat u tussen het ventilatierooster in
het toestel en de wand een mini mumafstand van 20 cm. Zo blijft een onberispelijke ventilatie gewaar borgd.
dient u het ventilatierooster ook gere
geld af te stoffen.
-
-
-
-
Klimaatklasse Kamertemperatuur
SN, N
ST
T
tot +32 °C tot +38 °C tot +43 °C
Tot een minimumkamertemperatuur van +5 °C werkt uw toestel beslist pro
-
bleemloos.
282930
Page 29
Page 30
Page 31
31
Page 32
Wijzigingen voorbehouden / 4908
GT 303 ES, GT 373 ES, GT 413 ES, GT 483 ES
M.-Nr. 07 525 960 / 00
Loading...