reinigingsmiddel
10 Typeplaatje
11 Bedieningsveld
12 Reservoir voor regenereerzout
13 Zeefcombinatie
14 Vier stelvoeten
Bedieningsveld (11)
Algemeen
15 Aan - toets /
Controlelampje van de Aan - toets
16 Uit - toets
17 Voorkeuze - aanduiding
18 Voorkeuze - toets
19 Top Solo - toets /
Controlelampje van de
Top Solo - toets
20 Controlelampjes
voor watertoevoer en waterafvoer,
voor zout
en voor naspoelmiddel
21 Programmatoetsen /
Controlelampjes van de
programmatoetsen
Kort overzicht van de symbolen
gAan
oUit
dVoorkeuze
2Top Solo
Controlelampjes
pqWatertoevoer / Waterafvoer
kZout
HNaspoelmiddel
Toetsen voor de volgende programma’s:
GUniverseel
nUniverseel extra
uSpaar
oSpeciaal
IKoud voorspoelen
Wat de symbolen betekenen wordt in
de desbetreffende hoofdstukken uitvoerig beschreven.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze afwasautomaat voldoet aan
de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Door ondeskundig gebruik kunnen
personen echter letsel oplopen en
kan er materiële schade ontstaan.
Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u
dit apparaat in gebruik neemt. Dat
is veiliger voor uzelf en u voorkomt
daarmee schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig.
Efficiënt gebruik
Deze afwasautomaat is uitsluitend
bestemd voor
bruik.
Gebruik deze afwasautomaat uit-
sluitend voor het afwassen van
huishoudservies.
Gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar en kan gevaarlijk zijn.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door
een foutieve bediening.
huishoudelijk ge-
Bij de levering
Een afwasautomaat die bescha-
digd is kan uw veiligheid in gevaar
brengen. Controleer verpakking en afwasautomaat daarom direct op transportschade. Neem uw afwasautomaat
in geen geval in gebruik als deze beschadigd is.
Zorg ervoor dat de verpakking kan
worden hergebruikt.
Bij plaatsing en installatie
Neem bij plaatsing en aansluiting
van de afwasautomaat de montage-
instructies in acht.
Voor de stabiliteit van de afwasau-
tomaat is het noodzakelijk dat onder of in te bouwen afwasautomaten uitsluitend worden geplaatst onder een
doorlopend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kasten die ernaast
staan.
De afwasautomaat mag niet onder
een kookplaat worden geïnstalleerd. Een kookplaat straalt voor een
deel hoge temperaturen af waardoor
de afwasautomaat beschadigd zou
kunnen raken.
Wanneer de afwasautomaat wordt
geïnstalleerd mag deze niet op het
elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Controleer of de elektrische waar-
den van uw huisinstallatie (spanning, frequentie en zekering) overeenkomen met de gegevens op het
typeplaatje.
De elektrische veiligheid van deze
afwasautomaat is alleen dan gewaarborgd als hij wordt aangesloten
op een aardingssysteem dat volgens
de geldende veiligheidsvoorschriften is
geïnstalleerd.
Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet zijn voldaan. Laat de
huisinstallatie bij twijfel door een vakman/vakvrouw controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is
ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Een afwasautomaat die bescha-
digd is kan uw veiligheid in gevaar
brengen. Stel het apparaat meteen buiten werking als het beschadigd is en
neem contact op met uw leverancier of
met de Technische Dienst van imperial.
De kunststof behuizing van de Wa-
terproofventielen bevat een elektrisch onderdeel. Dompel de behuizing
niet in vloeistof!
In de watertoevoerslang bevinden
zich spanningsvoerende delen.
Knip de slang daarom niet door, ook al
is hij te lang!
Gebruik geen verlengsnoer. Dit in
verband met gevaar voor bijvoorbeeld oververhitting.
In het dagelijks gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de
spoelruimte.
Dit in verband met explosiegevaar.
Drink geen water uit de spoelruim-
te, want dit water is geen drinkwater!
Adem geen poedervormige reini-
gingsmiddelen in! Slik geen reinigingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen
kunnen brandwonden in neus, mond
en keel veroorzaken. Ga direct naar de
dokter wanneer u reinigingsmiddelen
hebt ingeademd of ingeslikt.
Heeft u een afwasautomaat met
een bestekkorf, kunt u het bestek
het beste in de bestekkorf plaatsen met
de grepen beneden en met de scherpe
kant boven. Dan wordt het bestek makkelijker schoon en droog.
Wanneer u daardoor echter kans loopt
om zich aan de scherpe kant van de
messen en de punten van de vorken te
verwonden, dan kunt u het bestek het
beste met de grepen boven en met de
scherpe kant beneden plaatsen.
Gebruik uitsluitend reinigingsmid-
delen voor huishoudafwasautomaten.
Gebruik geen reinigingsmiddelen voor
de handafwas!
Gebruik uitsluitend naspoelmidde-
len voor huishoudafwasautomaten!
Gebruik uitsluitend het speciale
grofkorrelige regenereerzout.
Gebruik in geen geval andere soorten
zout, bijv. keukenzout of strooizout.
Deze soorten zout bevatten soms niet
in water op te lossen deeltjes die een
nadelig effect kunnen hebben op de
werking van de ontharder.
Reinig geen kunststof vaatwerk in
de afwasautomaat dat niet hittebestendig is zoals wegwerpbakjes of wegwerpbestek.
Dit soort vaatwerk kan door de hoge
temperaturen vervormen.
Ga niet op de geopende deur van
de afwasautomaat zitten of staan,
want als u dat doet kan het apparaat
kantelen. Daarbij kunt u letsel oplopen
of kan het apparaat beschadigd raken.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wees extra voorzichtig met apparaten met vrijliggend verwarmingselement
Zorg ervoor dat u een vrijliggend ver-
warmingselement tijdens een programma-onderbreking of direct na afloop
van een afwasprogramma niet aanraakt.
U kunt zich daaraan verbranden.
Kunststof servies kan smelten of
vlam vatten wanneer het met het
verwarmingselement in aanraking komt.
Plaats kunststof servies daarom altijd in
het bovenrek wanneer u niet zeker
weet of het hittebestendig is.
Zorg ervoor dat kleine stukken serviesgoed niet op het het verwarmingselement kunnen vallen door ze zwaarder
te maken of vast te zetten.
Als er kinderen in huis zijn
Zorg ervoor dat kleine kinderen
niet met de afwasautomaat spelen
of de automaat bedienen. Wanneer zij
dit doen bestaat het gevaar dat ze zich
in het apparaat opsluiten.
Zorg ervoor dat kinderen niet met
reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen. Reinigingsmiddelen
kunnen brandwonden in mond en keel
veroorzaken of tot verstikking leiden.
Ga direct naar de dokter, als uw kind
reinigingsmiddel binnengekregen heeft.
Om te voorkomen dat kinderen
met het reinigingsmiddel in aanraking kunnen komen, kunt u het middel
beter pas dán toevoegen
u het programma start.
Sluit de deur bovendien met de vergrendeling (afhankelijk van het model).
vlak voordat
Laat kinderen niet bij de afwasautomaat komen als deze geopend is.
Er kunnen nog resten reinigingsmiddelen in de afwasautomaat aanwezig zijn.
Om te voorkomen dat kinderen
met het reinigingsmiddel in aanraking kunnen komen, moet u het volgende in de gaten houden.
Wanneer u de extra functie "Voorkeuze"
gebruikt (afhankelijk van het model),
moet u ervoor zorgen dat het doseerbakje voor het reinigingsmiddel droog
is. Reinigingsmiddel gaat in een vochtig doseerbakje klonteren en wordt misschien niet volledig weggespoeld.
Na afloop van het afwasprogramma
zouden kinderen met deze resten reinigingsmiddel in aanraking kunnen komen wanneer de deur van de afwasautomaat geopend is.
Ter voorkoming van materiële
schade
Doseer geen poedervormig of
vloeibaar reinigingsmiddel in het
reservoir voor naspoelmiddel, want dan
gaat het reservoir kapot.
Doseer geen poedervormig of
vloeibaar reinigingsmiddel in het
reservoir voor het regenereerzout, want
dan gaat de ontharder kapot.
Gebruik geen reinigingsmiddelen
die voor bedrijfsafwasautomaten of
industriereinigers bestemd zijn.
Doet u dat wel kan er materiële schade
ontstaan en kunnen er hevige chemische reacties optreden (bijv. een knalgasreactie).
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het imperial-Waterproofsysteem
biedt een betrouwbare bescherming tegen waterschade, maar wel op
de volgende voorwaarden:
– Het apparaat moet volgens de voor-
schriften geïnstalleerd zijn.
– Als er duidelijk sprake is van schade
moet het apparaat worden gerepareerd, resp. moeten onderdelen worden vervangen.
– De kraan moet bij langere afwezig-
heid (bijv. vakantie) worden dichtgedraaid.
Bij reparaties en onderhoud
Reparaties mogen uitsluitend door
vakmensen worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kan de
gebruiker grote risico’s lopen.
Bij onderhoudswerkzaamheden
dient u altijd de spanning van het
apparaat te halen.
Schakel daartoe de automaat uit en
trek daarna de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar van
de elektrische huisinstallatie uit.
Bij het afdanken van de afwasautomaat
Maak afgedankte apparaten on-
bruikbaar. Trek de stekker uit het
stopcontact en knip de aansluitkabel
door.
Om te voorkomen dat kinderen zich in
het apparaat opsluiten moet u de sluithaak van het deurslot verwijderen door
de 2 kruiskopschroeven los te draaien.
Zorg ervoor dat de afwasautomaat op
milieuvriendelijke wijze kan worden afgedankt.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
9
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Gekozen is voor verpakkingsmateriaal
dat niet schadelijk is voor het milieu, op
verantwoorde wijze kan worden afgedankt en dus voor hergebruik geschikt
is.
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal vermindert de afvalproductie en het
gebruik van grondstoffen.
De vakhandelaar neemt de verpakking
terug.
Het afdanken van het apparaat
Apparaten die u afdankt, bevatten nog
waardevolle stoffen/materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar
bij het grofvuil, maar informeer ook hiervoor bij de gemeente naar mogelijkheden voor hergebruik van het materiaal
(bijv. schrootverwerking).
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het afgedankte apparaat kunnen komen. Zie
hiervoor hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen", paragraaf:
"Bij het afdanken van de afwasautomaat".
Sluit de afwasautomaat aan op warm
water, als u een moderne warmwaterinstallatie heeft.
Hoewel er bij alle spoelgangen warm
water wordt gebruikt,
- wordt er minder primaire energie
verbruikt,
- is de CO
opwekking minder,
- bespaart u nog meer kosten
- en duurt het spoelen minder lang.
Bij elektrisch verwarmde installaties
is het echter aan te bevelen om de
afwasautomaat op koud water aan
te sluiten.
Benut de volledige beladingscapaciteit van de rekken zonder de afwasautomaat te overladen.
Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van
vervuiling.
Als er maar weinig vuil vaatwerk is,
kies dan de extra functie "Top Solo"
(2). Zie paragraaf: "Extra functies".
Gebruik voor energiezuinig afwassen het
Houdt u aan de doseeradviezen op
de verpakking van het afwasmiddel.
-uitstoot bij de stroom-
2
u- programma!
Economisch afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst water- en energiebesparend.
U kunt nog spaarzamer te werk gaan,
indien u de volgende adviezen opvolgt:
10
Gebruik 2/3 van de aangegeven hoeveelheid reinigingsmiddel, wanneer
de rekken maar half beladen zijn.
Schakel de extra functie: "Zonder
drogen" in.
Het vaatwerk droogt dan door zijn eigen warmte. Zie hoofdstuk: "Extra
functies".
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Wat u voor het eerste gebruik
nodig heeft:
– ca. 2 l water;
– ca. 2 kg regenereerzout;
– reinigingsmiddel voor huishoud-
afwasautomaten;
– naspoelmiddel voor huishoudafwas-
automaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de
fabriek op zijn werking getest.
Als gevolg van deze tests blijft er
water in het apparaat achter. Dit water betekent niet dat het apparaat
eerder door een andere consument
is gebruikt.
11
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Deur openen en sluiten
Het openen van de deur
Trek aan de deurgreep.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl de automaat in gebruik is, worden
alle functies automatisch onderbroken.
Tip:
Hoe u de deur van de afwasautomaat
zonder frontpaneel kunt openen, kunt u
lezen in de plaatsings- en installatie-instructies en wel in paragraaf 3: "Het
monteren van het frontpaneel".
Het sluiten van de deur
Schuif de rekken naar binnen.
Klap de deur omhoog en druk hem
dicht totdat hij vastklikt.
12
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Waterontharder
Om goede reinigingsresultaten te bereiken heeft de afwasautomaat zacht
(kalkarm) water nodig.
Bij hard water ontstaat er witte kalkaanslag op het vaatwerk en op de wanden
van de spoelruimte.
Leidingwater met een waterhardheid
van 4° dH (0,7 mmol/l) en hoger moet
daarom worden onthard. Daar wordt in
de ingebouwde waterontharder automatisch voor gezorgd.
Bedenk dat
– de waterontharder regenereerzout
nodig heeft
– en dat de afwasautomaat precies
moet worden geprogrammeerd naar
de hardheid van uw leidingwater.
Informeer bij het plaatselijke waterleidingbedrijf wat voor hardheidsgraad uw leidingwater precies heeft.
Wanneer de hardheid van uw leidingwater steeds
mmol/l) ligt, hoeft u geen zout te doseren. U moet dan echter wel de afwasautomaat programmeren naar de hardheid van uw leidingwater.
Programmeer bij een variërende leidingwaterhardheid (bijv. 8 - 17 °dH) altijd de hoogste waarde (in dit voorbeeld 17°dH).
onder de 4 °dH (= 0,7
Het controleren en wijzigen
van de instelling van de waterontharder
U moet met het bedieningsveld de
hardheid van uw leidingwater programmeren.
De waterhardheidsschakelaar in de
spoelruimte moet u daarna ook nog
eens instellen conform de hardheid van
uw leidingwater.
Het programmeren van de hardheid
van uw leidingwater
U kunt de geprogrammeerde hardheid
van uw leidingwater via de toetsen van
het bedieningsveld tegelijk controleren
en wijzigen.
Daarbij knipperen en branden iedere
keer nadat u op een toets hebt gedrukt
andere controlelampjes (
dieningsveld.
U kunt het programmeren te allen tijde
zonder problemen afbreken en van voren af aan beginnen, wanneer u de afwasautomaat met de Uit - toets uitschakelt.
Vanuit de fabriek is een leidingwaterhardheid van 22 - 35 °dH (4,0 - 6,3
mmol/l) geprogrammeerd.
n) op het be-
Bij een eventuele reparatie is het voor
de monteur makkelijk om de hardheid
van uw leidingwater te weten.
Noteer daarom de hardheid van uw
leidingwater:
Leidingwaterhardheid:
°dH
13
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Wat u moet doen ...n brandt n knippert
Open de deur.
Schakel de afwasautomaat met de Uit - toets (o) uit.
Druk op de toetsen G 55° en G 65°, blijf erop druk-
ken en schakel
hulp van de Aan - toets (g) in.
Laat de toetsen G 55° en G 65° weer los.
Attentie: Wanneer er een ander controlelampje begint
te knipperen, begin dan nog eens van voren af aan.
Tegelijk met "Aan" kunnen de volgende controlelampjes
gaan branden en wel in de volgende gevallen:
– Er is nog geen naspoelmiddel gedoseerd of er moet
naspoelmiddel worden bijgevuld.
– De functie "Zonder drogen" is ingeschakeld.
Zie paragraaf: "Extra functies".
– De waterstand is verhoogd.
Zie paragraaf: "Het verhogen van de waterstand".
– De functie "Zonder zoemer" is ingeschakeld.
Zie paragraaf: "Extra functies".
tegelijk de afwasautomaat met be-
Aank
Aank + n
H
G 55°
G 65°
u
14
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Wat u moet doen ...n brandt n knippert
... wanneer u wilt controleren welke waterhardheid is
geprogrammeerd.
Druk op toets n.
Wanneer er een waterhardheid
12 °dH is geprogrammeerd, brandt er nog een controlelampje:
Brandt er
dingwaterhardheid geprogrammeerd
en de 70 °dH (2,3 -12,6 mmol/l).
In dit geval
Druk op toets l.
Wanneer er een leidingwaterhardheid
°dH en de 70 °dH is geprogrammeerd, brandt er nog
een controlelampje.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Bij een waterhardheid van 1 - 12 °dH
Wat u moet doen ...
... wanneer de
grammeerd.
Schakel de afwasautomaat met de Uit - toets (o) uit.
... wanneer u een
programmeren:
Zoek dan in de tabel de toets waar u voor deze leidingwaterhardheid op moet drukken.
Zolang u op deze toets blijft drukken, brandt het controlelampje van de gekozen toets.
1 - 4 °dH (0,2 - 0,7 mmol/l): toets G 55°
5 - 6 °dH (0,9 - 1,1 mmol/l): toets n
7 °dH ( 1,3 mmol/l): toets G 65°
8 - 10 °dH (1,4 - 1,8 mmol/l): toets u
11 - 12 °dH (2,0 - 2,2 mmol/l): toets o
13 - 70 °dH (2,3 -12,6 mmol/l):
en ga door op de volgende bladzijde.
Laat de toets weer los.
Afhankelijk van de programmering branden daarbij
weer de volgende controlelampjes:
Druk op toets l.
juiste leidingwaterhardheid al is gepro-
andere leidingwaterhardheid moet
Druk op toets l
n brandt n knippert
Aan+ G 55°
Aan + n
Aan+ G 65°
Aan + u
Aan + o
Aank + n
G 55°,
G 65°, u
Aan + lk
k
k
k
k
k
Druk nog een keer op toets l.
Schakel de afwasautomaat met de Uit - toets (o) uit.
De geprogrammeerde waterhardheid van uw leidingwater is nu opgeslagen.
Controleer de stand van de waterhardheidsschakelaar in de spoelruimte en verander de instelling indien nodig. Zie paragraaf: "Het instellen van de waterhardheidsschakelaar".
16
Aank + l
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Bij een waterhardheid van 13 - 70 °dH
Wat moet u doen ...
... als de
Schakel de afwasautomaat met de Uit - toets (o) uit.
juiste waterhardheid al is geprogrammeerd.
n brandtn knippert
... als u een
ren:
Zoek dan in de tabel de toets waar u voor deze leidingswaterhardheid op moet drukken. Zolang u op
deze toets blijft drukken, brandt het controlelampje
van de gekozen toets.
13 - 14 °dH (2,3 - 2,5 mmol/l): toets G 55°
22 - 35 °dH (4,0 - 6,3 mmol/l): toets u
36 - 70 °dH (6,5 -12,6 mmol/l): toets o
Laat de toets weer los.
Afhankelijk van de programmering branden daarbij de
volgende controlelampjes:
Druk op toets l.
Druk nog een keer op toets l.
Schakel de afwasautomaat met de Uit - toets (o) uit.
De geprogrammeerde waterhardheid van uw leidingwater is nu opgeslagen.
Controleer de stand van de waterhardheidsschakelaar in de spoelruimte en verander de instelling indien nodig. Zie paragraaf: "Het instellen van de waterhardheidsschakelaar".
andere waterhardheid moet programme-
Aan+l+
G 55°
Aan+l+n
Aan+l +
G 65°
Aan+l + u
Aan+l + o
Aan k + n
G 55°,
G 65°, u
Aan + lk
Aank + l
k
k
k
k
k
17
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het instellen van de waterhardheidsschakelaar
Stel de waterhardheidsschakelaar in
de spoelruimte precies volgens de volgende tabel in.
U minimaliseert de negatieve uitwerking die een afwasautomaat bij het reinigen op glazen oppervlakten heeft
door de hardheid van het afwaswater
precies af te stemmen op de hardheid
van het leidingwater.
Vooral wanneer de waterhardheidsschakelaar op een te hoge stand is gezet kan de reinigingswerking enigszins
afnemen en kunnen er vlekken op serviesgoed en bestek ontstaan.
Haal de dop van de waterhardheidsschakelaar er met een schroevendraaier af.
Zet de waterhardheidsschakelaar in
de spoelruimte met een schroevendraaier of met een munt op de stand
die hoort bij de hardheid van uw leidingwater. U moet daarbij duidelijk
een klik horen.
Vanuit de fabriek staat de waterhardheidsschakelaar op stand 1.
18
Voorbeeld:
De hardheid van uw leidingwater bedraagt 6 °dH.
De waterhardheidsschakelaar moet
dan op stand 3 staan (1 - 7 °dH).
Zet de dop van de waterhardheidsschakelaar er weer op.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het doseren van regenereerzout
Als u het zoutreservoir voor de eerste keer met regenereerzout wilt vullen, vul het dan eerst met ca. 2 l water. Zo kan het zout oplossen.
Nadat u de afwasautomaat in gebruik hebt genomen zit er altijd genoeg water in het reservoir.
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het reservoir voor het regenereerzout, want
dan gaat de ontharder kapot.
Gebruik uitsluitend het speciale
grofkorrelige regenereerzout.
Gebruik in geen geval andere soorten zout, bijv. keukenzout of strooizout. Deze soorten zout bevatten
soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen
hebben op de werking van de ontharder.
Haal het onderrek uit de spoelruimte
en draai de dop van het zoutreservoir open.
Vul het zoutreservoir voordat u het
apparaat voor de eerste keer gebruikt met ca. 2 l water.
Plaats een trechter in de opening
van het zoutreservoir en doseer dan
zoveel zout in het zoutreservoir totdat het vol is.
In het zoutreservoir kan afhankelijk
van het soort zout max. 2 kg.
Terwijl u zout in het reservoir doseert
loopt er water over de rand van het reservoir.
Verwijder de zoutresten die zich
rond het zoutreservoir bevinden en
schroef de dop weer op het zoutreservoir.
Start direct daarna het programma
Izodat eventueel gemorste zou-
tresten kunnen worden verdund en
daarna weggepompt.
19
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Controlelampje voor zout (k)
Zolang het controlelampjekop het
bedieningsveld niet brandt, zit er nog
genoeg zout in het reservoir.
Vul zout bij zodra het controlelampje
kgaat branden.
Zie hoofdstuk: "Het doseren van regenereerzout".
Het is mogelijk dat het controlelampje
nog korte tijd blijft branden, nadat u
zout hebt bijgevuld.
Het lampje gaat uit, zodra zich een
zoutconcentratie heeft gevormd die
hoog genoeg is.
Attentie
Het controlelampje
den wanneer er geen regenereerzout
in het reservoir zit daar de hardheid
van uw leidingwater
Dat het lampje brandt heeft in dit geval
niets te betekenen!
Het controlelampje
komst door de Technische Dienst worden gebruikt om de afwasprogramma’s
te updaten en in het geheugen van uw
afwasautomaat op te slaan.
Vandaar dat achter dit controlelampje
"PC" staat ("Programm Correction").
Zie hoofdstuk: "Technische Dienst".
kgaat ook bran-
onder de 4 °dH ligt.
kzal in de toe-
20
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te
zorgen dat het water tijdens het drogen
als een film van het vaatwerk afloopt en
het vaatwerk na het spoelen droogt
zonder dat het vlekken gaat vertonen.
Het naspoelmiddel wordt in het reservoir voor naspoelmiddel gedoseerd en
bij het naspoelen in de ingestelde hoeveelheid automatisch toegevoegd.
Doseer alleen naspoelmiddel voor
huishoudafwasautomaten in het naspoelmiddelreservoir.
Doseer
delen voor afwasautomaten of
reinigingsmiddelen voor de handafwas in het naspoelmiddelreservoir,
want dan gaat het reservoir kapot.
in geen geval reinigingsmid-
Het doseren van naspoelmiddel
Open het klepje van het naspoelmiddelreservoir door het gele palletje in
de richting van de pijl te drukken.
21
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Controlelampje voor naspoelmiddel (H)
Zolang het controlelampjeHop het
bedieningsveld niet brandt, zit er nog
genoeg naspoelmiddel in het reservoir.
Doseer zoveel naspoelmiddel totdat
het in het zeefje in de vulopening
zichtbaar is.
In het naspoelmiddelreservoir kan
ca. 130 ml.
Sluit het klepje en wel zo dat het duidelijk vastklikt.
Is het klepje niet goed gesloten dan
kan er tijdens het spoelen water in het
naspoelmiddelreservoir lopen.
Veeg eventueel gemorst naspoelmiddel goed weg om bij de volgende afwasbeurt sterke schuimvorming te
voorkomen.
22
Wanneer het controlelampje
bedieningsveld gaat branden zit er nog
een reserve in voor 2 - 3 afwasbeurten.
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
Hop het
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het instellen van de hoeveelheid te doseren naspoelmiddel
De te doseren hoeveelheid naspoelmiddel is met behulp van de keuzeknop instelbaar. Men kan kiezen tussen 6 standen.
Vanuit de fabriek is de keuzeknop (zie
pijl) op stand 3 ingesteld. Er wordt dan
per programma ca. 3 ml naspoelmiddel
verbruikt. Deze stand wordt geadviseerd.
Vertoont het vaatwerk vlekken:
zet de keuzeknop dan op een hogere stand.
Vertoont het vaatwerk strepen of sluiers:
zet de keuzeknop dan op een lagere
stand.
23
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Waar u bij het inruimen van
serviesgoed en bestek op
moet letten
Verwijder de ergste etensresten van
het vaatwerk.
Het is niet nodig om het vaatwerk van
te voren onder stromend water af te
spoelen!
Was vaatwerk met as, zand, was,
smeervet of verf niet in de afwasautomaat. As wordt niet opgelost,
maar in de spoelruimte verdeeld.
Door was, smeervet en verf raakt
de afwasautomaat beschadigd.
U kunt ieder stuk servies in principe
overal in de rekken inruimen.
Neem daar echter de volgende tips bij
in acht.
Plaats serviesgoed en bestek zo dat
het niet tegen of op elkaar ligt.
Plaats het serviesgoed om het goed
schoon te krijgen zo in de rekken,
dat het water er aan alle kanten bij
kan.
Plaats al het serviesgoed zo, dat het
stevig staat.
Plaats hol serviesgoed zoals kopjes,
glazen en kommen met de openingen naar beneden in de rekken.
Plaats hoog, smal, hol serviesgoed
niet in de hoeken van de rekken,
maar zoveel mogelijk in het midden
ervan. Het water kan er dan beter bij.
Let erop dat de sproeiarmen niet
door te hoog of door de rekken heenstekend vaatwerk worden geblokkeerd. U kunt dit controleren door de
sproeiarmen een keer met de hand
rond te draaien.
Let erop dat kleine stukken serviesgoed niet door de spijlen van de rekken vallen.
Leg dit soort servies zoals dekseltjes daarom in de besteklade of de
bestekkorf.
Levensmiddelen zoals wortels, tomaten of ketchup kunnen natuurlijke
kleurstoffen bevatten.
Door deze stoffen kunnen kunststof
vaatwerk en kunststof onderdelen
ervan verkleuren, wanneer zij in ruime mate met het vaatwerk in de automaat terechtkomen.
Deze verkleuring heeft echter geen
invloed op de stabiliteit van kunststof vaatwerk.
Wanneer u het vaatwerk inruimt dan
kunnen er etens- en drankresten op
de binnenkant van de deur van de
afwasautomaat terechtkomen. Dit
gedeelte hoort niet tot de spoelruimte en wordt dus niet afgespoeld.
Verwijder dus gemorste etensresten
voordat u de deur sluit.
Plaats servies met een diepe bodem
zoveel mogelijk schuin in het rek, zodat het water eraf kan lopen.
24
Loading...
+ 56 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.