montagehandleiding voordat u het toestel
installeert en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat.M.-Nr. 05 429 940
Bij uw vaatwasser is een zelfklever gevoegd. U kan hem in de uitsparing
naast de programmatoetsen aanbrengen.
Beschrijving van het toestel
Maak die uitsparing eerst schoon.
Die dient stof- en vetvrij alsook
droog te zijn.
Trek de zelfklever van zijn folie en
kleef hem in de uitsparing.
Trek de beschermfolie van de zelfklever.
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de
gebruiker gevaar lopen en het toestel beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwijzing voordat u dit toestel in gebruik
neemt. Zo beschermt u zichzelf en
vermijdt u schade aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik deze afwasautomaat uit-
sluitend in het huishouden. Was er
enkel huishoudelijk vaatwerk mee af.
Alle andere toepassingen zijn ongeoorloofd en misschien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend.
Bij de levering
Door schade aan uw toestel kun-
nen er risico’s voor uw veiligheid
opduiken. Ga dus na of de verpakking
en het toestel geen transportschade
vertonen. Neem in geen enkel geval
een beschadigd toestel in gebruik.
Laat de verpakking terdege recy-
cleren.
Bij de installatie
Raadpleeg bij het opstellen en aansluiten van uw afwasautomaat de
montagehandleiding.
Ter wille van de stabiliteit mag u
bekleedbare of geïntegreerde
inbouwmodellen enkel onder een doorlopend werkblad inbouwen. Dit werkblad dient u met schroeven aan de
kasten naast het toestel te bevestigen.
Bouw deze afwasautomaat niet in
onder een kookvlak. De vaak wel
hoge stralingstemperatuur kan de
afwasautomaat schade toebrengen.
Tijdens het installeren mag de vaat-
wasser niet op het stroomnet aangesloten zijn.
Verzeker er u van dat de elektri-
sche installatie bij u ter plaatse
overeenstemt met wat op het typeplaatje van het toestel staat aangegeven.
Het gaat hier over de netspanning, de
frequentie en de smeltveiligheden.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardingssysteem is
aangesloten, dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. In
geval van twijfel dient u uw installatie
door een vakman te laten nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardingsleiding onderbroken
was of gewoon ontbrak. Er zijn dan ook
elektrische schokken mogelijk.
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen geen verlengsnoeren. Er bestaat risico opoververhitting.Reparaties mag u enkel door een vakman laten uitvoeren.Door ondeskundige herstellingen kunnen er aanzienlijke risico’s opduiken voorwie het toestel gebruikt.
Een beschadigd toestel kan uw ge-
zondheid in gevaar brengen! Stel
zo’n toestel meteen buiten werking en
vraag advies aan uw leverancier of aan
de naverkoopdienst.
De kunststof behuizing van de
wateraansluiting bevat een elektrisch werkend ventiel. Dat mag u niet
in vloeistof onderdompelen!
In de watertoevoerslang zitten lei-
dingen die onder stroom staan.
Knip de slang dus nooit door, zelfs als
hij te lang is!
Gebruik uit veiligheidsoverwegin-
gen geen verlengsnoeren. Er bestaat risico op oververhitting.
Bij het dagelijks gebruik
Giet geen oplosmiddel in de kuip.
Er is namelijk ontploffingsgevaar!
Het water in de kuip is niet drink-
baar!
Vermijd bij afwaspoeder het stof in
te ademen! Slik nooit afwasmiddel
in! Dat kan door de inbijtende werking
neus-, mond- en keelholte beschadigen. Roep meteen een dokter indien u
afwasmiddel hebt ingeademd of ingeslikt.
Ga niet op de open toesteldeur
staan of zitten. Het toestel kan immers kantelen. U kan zich daarbij kwetsen en het toestel kan schade oplopen.
Bij toestellen met bestekkorf (vol-
gens het model) wordt bestek vlotter schoon en droog als u dat met het
hecht naar onderen in het korfje steekt.
Bestaat echter het risico dat u zich
aan mes- of vorkpunten kwetst, steek
het dan liever met het hecht naar boven.
Gebruik enkel afwasmiddel voor
huishoudelijke afwasautomaten,
geen middel voor afwas met de hand.
Maak enkel gebruik van naspoelmiddel voor huishoudelijke vaat-
wassers!
Gebruik enkel speciaal regenereer-
zout, bij voorkeur met grove korrel.
U kan ook zuiver, door indamping gewonnen zout gebruiken. Gebruik in
geen geval ander zout, bv. tafel- of
strooizout. Zo’n zout kan namelijk bestanddelen bevatten, die niet in water
oplosbaar zijn. Dat kan de werking van
de ontharder in het gedrang brengen.
Laat geen kunststof vaatwerk, bv.
wegwerprecipiënten of bestek,
afwassen, dat niet tegen heet water
bestand is. Deze voorwerpen kunnen
door de hitte vervormen.
Wees voorzichtig bij vaatwassers
met zichtbare weerstanden
Raak tijdens of na een afwaspro-
gramma deze verwarmingsweerstand niet aan. U kan zich daaraan verbranden.
Kunststof voorwerpen kunnen ver-
kolen of ontvlammen na aanraking
met de verwarmingsweerstand. Schik
dit vaatwerk dus in de bovenste korf zo
u niet zeker bent dat het tegen hitte bestand is. Blokkeer dit vaatwerk om te
vermijden dat het op de verwarmingsweerstand valt.
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Met kleine kinderen in het
huishouden
Laat kleine kinderen niet aan de
afwasautomaat prutsen. Laat hen
het toestel evenmin bedienen. Er bestaat onder meer het risico dat ze zich
in de afwasautomaat opsluiten!
Laat kinderen niet in aanraking
komen met afwasmiddel! Afwasmiddel kan door de inbijtende werking
mond- en keelholte beschadigen of
iemand doen stikken. Raadpleeg meteen een dokter indien uw kind afwasmiddel in de mond heeft genomen.
Om te vermijden dat kinderen in
contact komen met afwasmiddel:
voeg het afwasmiddel pas toe
voor u een programma start. Vergrendel ook de toesteldeur met de kinderbeveiliging (naar gelang van het model).
Hou kinderen dus ook weg van een
openstaande afwasautomaat. Er kunnen immers nog afwasmiddelresten in
het toestel zijn achtergebleven.
Om te vermijden dat kinderen in
contact komen met afwasmiddel:
indien u van het startuitstel gebruik
maakt (bij sommige modellen), dan
moet het reservoir voor afwasmiddel
droog zijn. Wis die eventueel van te voren droog af. In een vochtig afwasmiddelreservoir gaat het afwasmiddel klonteren en spoelt het niet volledig weg.
Na afloop van een programma kunnen
kinderen met deze afwasmiddelresten
in aanraking komen als de toesteldeur
openstaat.
juist
Om stoffelijke schade te
vermijden
Giet in het reservoir voor naspoel-
middel geen afwasmiddel (ook
geen vloeibaar). Daardoor gaat het
reservoir zeker stuk!
Giet geen afwasmiddel (ook geen
vloeibaar) in het reservoir voor
regenereerzout. Daardoor gaat de ontharder onherroepelijk stuk!
Gebruik geen industriële reinigings-
middelen. Er kan namelijk schade
optreden en er bestaat risico op hevige
chemische reacties (bv. van knalgas).
Het ingebouwde Miele-waterproof-
systeem biedt een betrouwbare
bescherming tegen waterschade. De
volgende voorwaarden dienen wel vervuld te zijn:
– het toestel werd geïnstalleerd zoals
het hoort,
– u laat het repareren en / of onderde-
len vervangen indien er schade
opduikt,
– u draait de watertoevoerkraan dicht
bij langere afwezigheid (vakantie).
Herstelling en onderhoud
Laat reparaties enkel door vakmen-
sen uitvoeren. Door onvakkundige
herstellingen duiken er aanzienlijke risico’s op voor wie het toestel gebruikt.
Maak het toestel stroomloos voor-
dat het wordt onderhouden. Schakel het toestel uit, trek de stekker uit het
stopcontact of schakel de smeltstoppen uit.
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Uw oud toestel afdanken
Maak dit toestel onbruikbaar wan-
neer u het afdankt. Trek de stekker
uit het stopcontact en knip het aansluitsnoer door.
Verwijder het deurslot door twee kruiskopschroeven uit te draaien. Zo kunnen kinderen zich niet in het toestel opsluiten. Laat het toestel daarna terdege
recycleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
zijn voor schade die werd veroorzaakt doordat de waarschuwingen
en veiligheidsbepalingen niet in
acht werden genomen.
9
Page 10
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus
opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Laat
de verpakking dus terdege recycleren.
Uw oud toestel afdanken
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Laat het oude toestel terdege recycleren.
Spaarzaam afwassen
Uw afwasautomaat verbruikt bijzonder
weinig water en stroom. Hou daartoe
echter rekening met volgende tips:
Beschikt u over een moderne warmwaterinstallatie? Sluit uw afwasautomaat dan aan op warm water.
Hoewel alle afwasbeurten met warm
water verlopen, vermindert u zo:
– het verbruik van primaire energie,
– de uitstoot van CO
maken van energie,
–uw kosten en
– de duur van het afwasprogramma.
Zo uw leidingwater elektrisch wordt
verwarmd, verdient koudwateraansluiting de voorkeur.
Benut de capaciteit van de korven
ten volle, zonder ze te overladen. Zo
wast u het spaarzaamst af.
voor het aan-
2
10
Kies een afwasprogramma dat overeenstemt met de vaatsoort en de
mate waarin het vaatwerk vuil is.
Kies het programma Spaar voor
stroombesparend afwassen.
Hou rekening met de doseertips op
de afwasmiddelverpakking.
Giet enkel 2/3 van de opgegeven
hoeveelheid afwasmiddel in het reservoir zo de korven maar halfvol zijn.
U kan de verwarming om de vaat te
drogen uitschakelen. Dan droogt de
vaat door zijn eigen warmte. Zie rubriek ‘Gebruik’, alinea ‘Verwarmen
om de vaat te drogen’.
Page 11
Het toestel in gebruik nemen
Voor het eerste gebruik heeft
u nodig:
– zowat 2 liter water,
– ongeveer 2 kg regenereerzout,
– afwasmiddel voor huishoudelijke
vaatwassers,
– naspoelmiddel voor huishoudelijke
vaatwassers.
Elke afwasautomaat wordt in de
fabriek getest. Daarom staat er ook
nog wat water in het toestel.
Het toestel in gebruik nemen
11
Page 12
Het toestel in gebruik nemen
De deur openen en sluiten
De deur openen
Trek aan de handgreep.
Indien u de deur tijdens het afwassen
openmaakt, worden alle functies automatisch onderbroken.
Let op:
Om het toestel zonder voorzijpaneel
open te maken: zie rubriek ‘Opstellen
en aansluiten’, hoofdstuk 3. De voorzijplaat aanbrengen’ in de montagehandleiding.
De deur sluiten
Schuif de korven in het toestel.
Klap de deur omhoog en duw ze
dicht totdat u een klik hoort.
12
Page 13
Het toestel in gebruik nemen
De ontharder
Om degelijk af te wassen heeft uw vaatwasser zacht (kalkarm) water nodig. Bij
hard water zet zich een witte aanslag
op de vaat en op de kuipwanden af.
Leidingwater met een waterhardheid
vanaf 4° Duitse of 7° Franse hardheid
(0,7 mmol per liter), dient u te laten ontharden. Dat gebeurt automatisch in de
ingebouwde ontharder.
– Voor die ontharder is er regenereer-
zout vereist.
– Uw afwasautomaat moet u precies
op de hardheid van uw leidingwater
instellen.
– Vraag aan uw watermaatschappij
naar de hardheid van het u geleverde leidingwater.
Blijft de hardheid van uw leidingwater
voortdurend
7° Franse hardheid (0,7 mmol / liter)?
Dan hoeft u
U dient uw afwasautomaat in dat geval
toch op de hardheid van uw leidingwater in te stellen.
lager dan 4° Duitse of
geen zout toe te voegen.
De instelling van de ontharder
controleren en wijzigen
De hardheid van uw leidingwater stelt u
in met het bedieingspaneel. Daarna
plaatst u de keuzeknop op de rechter
wand van de kuip op
heidswaarde.
De hardheid van het leidingwater
instellen
U kan de geprogrammeerde hardheid
via de toetsen op het bedieningspaneeltje tegelijk controleren en wijzigen.
Intussen ziet u na elke druk op een
toets andere controlelampjes (n) op
het paneel knipperen of aangaan.
U kan het programmeren om het even
wanneer onderbreken en van voren af
aan herbeginnen. Daartoe schakelt u
het toestel met de 0-(uit)-toets uit.
In de fabriek werd de waterhardheid
op 22 - 35 °d ofwel 40 - 63 °f
(4 - 6,3 mmol / liter) geprogrammeerd.
dezelfde hard-
Schommelt de hardheid van uw leidingwater? Bv. van 8 naar 17° Duitse ofwel
van 14 naar 31° Franse hardheid (1,4 à
3,1 mmol per liter). Kies dan het hoogste getal. In dit geval dus 17° Duitse of
31° Franse hardheid (3,1 mmol / liter).
Bij een eventuele tussenkomst van de
Technische Dienst maakt u het de technicus wat makkelijker indien u de hardheid van uw leidingwater kent.
Vul hier de waterhardheid in:
°d ofwel°f
13
Page 14
Het toestel in gebruik nemen
Te verrichtenn brandtn knippert
Doe de toesteldeur open.
Zet de afwasautomaat met de uit-toets (o) uit.
Hou de toetsen b en d ingedrukt en zet het
toestel
Laat de toetsen b en d weer los.
Let op:knippert er een ander controlelampje,
begin dan van voren af aan.
De volgende controlelampjes kunnen ook nog
branden indien:
– u nog geen naspoelmiddel hebt toegevoegd
of bijgevuld.
– de verwarming om de vaat te drogen uitge-
schakeld is. Zie rubriek ‘Bijkomende functies’.
– de watertoevoertijd werd verlengd. Zie rubriek
‘De watertoevoertijd verlengen’.
– De zoemer bij het einde van het programma is
uitgeschakeld. Zie ‘Bijkomende functies’.
Druk op de toets c.
Is er een waterhardheid ingesteld tussen
1° en 12° Duitse ofwel tussen 2° en 22° Franse
hardheid (0,2 tot 2,2 mmol / liter), dan brandt er
nog een controlelampje:
1 - 4° d ofwel 2 - 7° f (0,2 - 0,7 mmol / liter)
5 - 6° d ofwel 9 - 11° f (0,9 - 1,1 mmol / liter)
8 - 10° d ofwel 14 - 18° f (1,4 - 1,8 mmol / liter)
11 - 12° d ofwel 20 - 22° f ( 2 - 2,2 mmol / liter)
Brandt er geen bijkomend controlelampje, dan
is er een hardheid ingesteld tussen 13° en 70°
Duitse ofwel tussen 23° en 126° Franse
hardheid (of nog: 2,3 à 12,6 mmol per liter).
tegelijk met de aan-toets (g) aan.
7° d ofwel 13° f (1,3 mmol / liter)
aanzout
aanzout + c
naspoelmiddel
b
d
e
aanzout
b
c
d
e
f
14
Page 15
Het toestel in gebruik nemen
Te verrichtenn brandtn knippert
De juiste waterhardheid is reeds ingesteld:
Zet de afwasautomaat met de uit-toets (o) uit.
U dient een andere waterhardheid in te stellen:
Druk op de toets die met de hardheid van het
u geleverde water overeenstemt. Zolang u op
de toets drukt, wordt het daarbij horende
controlelampje verlicht.
1- 4° d of 2- 7° f (0,2-0,7 mmol / l): toets b
5- 6° d of 9-11° f (0,9-1,1 mmol / l): toets c
7° d of 13° f (1,3 mmol / l): toets d
8-10° d of 14-18° f (1,4-1,8 mmol / l): toets e
11-12° d of 20-22° f ( 2-2,2 mmol / l): toets f
13-70° d of 23-126° f (2,3-12,6 mmol / l):
zie volgende bladzijde.
Laat de toets weer los.
aan + b
aan + c
aan + d
aan + e
aan + f
aanzout + c
zout
zout
zout
zout
zout
Naar gelang van de instelling gaan bovendien
weer de volgende controlelampjes aan:
Druk op de toets g.
Druk nog eens op toets g.
Zet de afwasautomaat met de uit-toets (o) uit.
De ingestelde waterhardheid is nu opgeslagen.
Zie ook de instelling van de knop voor de
waterhardheid in de kuip na. Wijzig die
instelling zo dat nodig blijkt. Zie ‘De
keuzeknop in de kuip instellen’.
b,d,e
aan + gzout
aanzout + g
15
Page 16
Het toestel in gebruik nemen
Te verrichtenn brandtn knippert
Waterhardheid van 13° tot 70° Duitse ofwel van
23° tot 126° Franse hardheid (2,3 - 12,6 mmol/l):
Druk op toets g.
Is er een waterhardheid ingesteld tussen
13° en 70° Duitse ofwel tussen 23° en 126°
Franse hardheid (2,3 tot 12,6 mmol / liter), dan
brandt er nog een controlelampje:
13 - 14° d ofwel 23 - 25° f (2,3 - 2,5 mmol / l)
15 - 16° d ofwel 27 - 31° f (2,7 - 3,1 mmol / l)
18 - 21° d ofwel 32 - 38° f (3,2 - 3,8 mmol / l)
22 - 35° d ofwel 40 - 63° f ( 4 - 6,3 mmol / l)
36 - 70° d ofwel 65 -126° f (6,5 - 12,6 mmol / l)
De juiste waterhardheid is reeds ingesteld:
Zet de afwasautomaat met de uit-toets (o) uit.
U dient een andere waterhardheid in te stellen:
Druk op de toets die met de hardheid van het
u geleverde water overeenstemt. Zolang u op
de toets drukt, wordt het daarbij horende
controlelampje verlicht.
13-14° d of 23 - 25° f (2,3 - 2,5 mmol/l): toets b
15-16° d of 27 - 31° f (2,7 - 3,1 mmol/l): toets c
18-21° d of 32 - 38° f (3,2 - 3,8 mmol/l): toets d
22-35° d of 40 - 63° f ( 4 - 6,3 mmol/l): toets e
36-70° d of 65-126° f (6,5-12,6 mmol/l): toets f
Laat de toets weer los.
aan + gzout
b
c
d
e
f
aan + g + b
aan + g + c
aan + g + d
aan + g + e
aan + g +f
aanzout + c
zout
zout
zout
zout
zout
Naar gelang van de instelling gaan bovendien
weer de volgende controlelampjes aan:
16
b,d,e
Page 17
Het toestel in gebruik nemen
Te verrichtenn brandtn knippert
Druk op toets g.
Druk nog eens op toets g.
Zet de afwasautomaat met de uit-toets (o) uit.
De ingestelde waterhardheid is nu opgeslagen.
Zie ook de instelling van de knop voor de
waterhardheid in de kuip na. Wijzig die
instelling zo dat nodig blijkt. Zie ‘De
keuzeknop in de kuip instellen’.
aan + gzout
aanzout + g
17
Page 18
Het toestel in gebruik nemen
De keuzeknop in de kuip instellen
Stel de keuzeknop in volgens de tabel
rechts onderaan op deze bladzijde.
Daarmee vermindert u de negatieve uitwerkingen van het afwasproces op
glas.
Stelt u de knop op een te hoog getal in,
dan kan het reinigingseffect lichtjes in
het gedrang komen. Er kunnen dan
ook meer vlekken op de vaat opduiken.
Verwijder met een schroevendraaier
het dekseltje van de keuzeknop in
de kuip.
Stel de knop in op de stand die met
de hardheid van het u geleverde
water overeenkomt. Draai daartoe
met een schroevendraaier of een
geldstuk tot u duidelijk een klik hoort.
18
°d°fmmol / l Stand keuzeknop
in de kuip
1- 7 2- 13 0,2- 1,33
8-10 14- 18 1,4- 1,82
11-14 20- 25 2,0- 2,51
15-70 27-126 2,7-12,60
In de fabriek werd deze knop op 1 gezet.
Voorbeeld:
De hardheid van het u geleverde
water bedraagt 6 °d of 11 °f. Zet de
knop op 3 (1 - 7 °d ofwel 2 -13 °f).
Plaats het dekseltje weer op de knop.
Page 19
Het toestel in gebruik nemen
De waterontharder
Regenereerzout toevoegen
Belangrijk! Voor u de eerste keer
zout toevoegt, dient u het reservoir
met 2 liter water te vullen. Zo kan
het zout zich oplossen. Achteraf bevindt er zich telkens voldoende water in het reservoir.
Giet geen afwasmiddel (ook geen
vloeibaar) in het reservoir voor
regenereerzout. Daardoor gaat de
ontharder onherroepelijk stuk!
Gebruik enkel speciaal regenereerzout, bij voorkeur met grove korrel.
U kan ook zuiver, door indamping
gewonnen zout gebruiken. Gebruik
in geen geval ander zout, bv. tafelof strooizout. Zo’n zout kan namelijk
bestanddelen bevatten, die niet in
water oplosbaar zijn. Dat kan de
werking van de ontharder in het
gedrang brengen.
Neem de onderste korf uit het toestel. Schroef de schroefdop van het
zoutreservoir af.
Vul het reservoir de eerste keer met
ca. 2 liter water.
Zet de trechter erop. Voeg zout toe
in de recipiënt tot die vol is.
De recipiënt bevat, naar gelang van
de zoutsoort, tot 2 kg zout.
Bij het toevoegen van zout loopt er
water over.
Verwijder de zoutresten van de
schroefdraad van het zoutreservoir.
Draai de schroefdop goed dicht.
Laat dadelijk daarna het programma
‘Voorspoelen’ aflopen. Zo wordt de
overgelopen pekel verdund en weggepompt.
19
Page 20
Het toestel in gebruik nemen
De waterontharder
Aanduiding van het zoutpeil
Zolang het controlelampje ‘zout’ op het
bedieningspaneel niet aangaat, is er
nog genoeg zout in het reservoir.
Voeg zout toe zodra het controlelampje ‘zout’ begint te branden. Zie
rubriek ‘Regenereerzout toevoegen’.
Opmerking!
Het controlelampje ‘zout’ gaat ook aan
als het leidingwater onder de 4° Duitse
of 7° Franse hardheid (0,7 mmol/l) blijft
en u dus geen regenereerzout heeft
toegevoegd.
Dat het lampje ‘zout’ aangaat, speelt
voor u dus geen rol!
Via het controlelampje ‘zout’ kan de naverkoopdienst in de toekomst programma’s updaten (moderniseren). Zie rubriek ‘Naverkoopdienst’. Daarom vindt
u daarnaast ook de afkorting PC, wat
staat voor ‘program correction’.
Nadat u zout hebt toegevoegd, kan het
lampje nog even blijven branden. Het
gaat uit zodra de zoutconcentratie
hoog genoeg is.
20
Page 21
Naspoelmiddel toevoegen
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel dient u te doseren om
het water tijdens het drogen als een
film van de vaat te laten lopen. Daarmee droogt de vaat na het spoelen ook
makkelijker.
U giet het middel in het reservoir. Volgens de ingestelde hoeveelheid wordt
het daarna automatisch gedoseerd.
Giet in het reservoir enkel naspoelmiddel voor huishoudelijke vaatwassers. In geen geval afwasmiddel
(ook geen middel voor afwas met
de hand). Daardoor gaat het reservoir zeker stuk!
U kan eveneens gebruik maken van
– huishoudelijke azijn met een zuurge-
halte tot 5 %
alsook van
Het toestel in gebruik nemen
Naspoelmiddel toevoegen
Druk de toets op het deksel van het
naspoelmiddelreservoir in de richting van de pijl tot de klep openspringt.
– vloeibaar citroenzuur tot 50 %. De
vaat is dan wel vochtiger en vertoont
ook meer vlekken dan wanneer u naspoelmiddel gebruikt.
Azijn met hoog zuurgehalte (bv.
azijnessence van 25 %) mag u niet
gebruiken. Daardoor kan het toestel
namelijk schade oplopen.
21
Page 22
Het toestel in gebruik nemen
Stop met gieten zodra het naspoelmiddel aan het zeefoppervlak van
de vulopening zichtbaar wordt.
Het reservoir kan ca. 130 ml bevatten.
Controlelampje ‘naspoelmiddel’
Zolang het controlelampje ‘naspoelmiddel’ op het bedieningspaneel niet is
aangegaan, is er nog genoeg naspoelmiddel in het reservoir.
Doe de klep stevig dicht. U dient
een klik te horen. Anders kan er tijdens het afwasprogramma water in
het reservoir binnendringen.
Veeg gemorst middel goed weg. Zo
vermijdt u te overvloedig schuim in
de volgende afwasbeurt.
22
Als het controlelampje ‘naspoelmiddel’
op het bedieningspaneel aangaat, is er
nog reserve voor zowat 2 à 3 afwasbeurten.
Vul tijdig naspoelmiddel bij.
Page 23
De doseerhoeveelheid van het
naspoelmiddel instellen
De doseerknop (zie pijl) in de vulopening kan u instellen van 1 tot 6. In de
fabriek werd die op 3 ingesteld. Dit is
ook de aanbevolen dosering. Per afgelopen programma wordt in dit geval
ca. 3 ml naspoelmiddel verbruikt.
Het toestel in gebruik nemen
Draai de knop op een hogere stand
indien er vlekken op het vaatwerk
verschijnen.
Indien er een film of sluier te voorschijn komt, draai de doseerknop
dan op een lagere stand.
23
Page 24
Vaatwerk en bestek schikken
Vaatwerk en bestek schikken
Hou hiermee rekening:
Verwijder grove spijsresten van het
vaatwerk.
Voorspoelen onder stromend water
hoeft niet!
Laat uw afwasautomaat geen vaat
afwassen met as, was, smeervet of
verf.
As lost niet op en verdeelt zich in
de kuip. Was, smeervet en verf
brengen de machine schade toe.
U kan elk stuk vaatwerk gelijk waar in
de korven plaatsen. Gelieve toch rekening te houden met volgende tips.
Vaatwerk en bestek mogen niet in elkaar liggen en elkaar niet bedekken.
Schik het vaatwerk zo dat het water
het van alle zijden kan besproeien.
Alleen dan kan het schoon worden!
Zorg ervoor dat alle voorwerpen stevig staan.
Vaatwerk met een diepe bodem
plaatst u bij voorkeur schuin, zodat
het water eruit kan lopen.
De sproeiarmen mogen niet door te
hoge of naar onderen doorhangende
delen geblokkeerd worden. Doe de
sproeiarmen eventueel eens met de
hand draaien.
Zorg ervoor dat kleine voorwerpen
niet door de korven vallen. Leg dekseltjes bv. in de besteklade of in de
bestekkorf.
Spijzen als worteltjes, tomaten of
ketchup kunnen natuurlijke kleurstoffen bevatten. Die kunnen plastic
vaatwerk of kunststof onderdelen
van het toestel gaan verkleuren indien die in grotere hoeveelheden in
de de kuip terechtkomen.
De stevigheid van de kunststof
onderdelen komt daardoor echter
niet in het gedrang.
Holle recipiënten als kopjes, glazen,
kookpannen e.d. zet u met hun opening naar onder in de korf.
Plaats hoge, slanke recipiënten niet
in de hoeken van de korf. Zet ze liever in het midden. Daar bereiken de
sproeistralen ze beter.
24
Als u vaatwerk schikt, kunnen er
spijs- of drankresten op de zijkanten van de toesteldeur druipen.
Deze oppervlakken worden niet
door de sproeistralen bereikt.
Wis zulke spijsresten dus weg voordat u het toestel dichtdoet.
Page 25
Vaatwerk en bestek schikken
Vaatwerk en bestek schikken en bestek schikken
Voorbeelden
In de bovenste korf
Klein, licht en delicaat vaatwerk als kopjes, schoteltjes, glazen, dessertschoteltjes e.d. Eveneens kunststof vaatwerk
dat bepaalde temperaturen verdraagt.
U kan daar ook ondiepe steelpannetjes
zetten.
Opklapbaar rekje
Om hoge glazen e.d. te schikken kan u
dit rekje opklappen.
Steunstaaf (naar gelang van het model)
Lang bestek als roer-, pollepels en
lange messen legt u dwars vooraan.
Om sommige stukken vaatwerk makkelijker te schikken en uit te nemen, kan u
deze steunstaaf naar het midden toe
klappen (zie pijl).
25
Page 26
Vaatwerk en bestek schikken
De bovenste korf verstellen
(naar gelang van het model)
Om in de bovenste of onderste korf
meer plaats te krijgen voor hoger vaatwerk, kan u de bovenste korf in de
hoogte regelen. Er zijn 3 niveaus met
telkens een verschil van 2 cm.
U kan de bovenste korf ook schuin
plaatsen, aan de ene kant hoog, aan
de andere laag. Zorg er wel voor dat u
de korf zonder hapering in de spoelruimte kan schuiven.
Trek de bovenste korf naar voren.
Naar gelang van de stand van de bovenste korf kan u borden met volgende
diameter in de korven plaatsen:
Afwasautomaat met besteklade
bovenste
korf in
... stand
bovenste15 cm30 cm
middelste17 cm28 cm
onderste19 cm26 cm
Afwasautomaat met bestekkorf
Bij modellen waarvan de bovenste korf
niet verstelbaar is:
maximum-ø in bovenste korf: 23 cm,
maximum-ø in onderste korf: 28 cm.
maximum-ø borden in
bovenste
korf
onderste
korf
Trek de hefboompjes aan beide zijden van de korf naar boven.
Breng de korf in de gewenste stand.
Duw de hefboompjes terug op hun
plaats. U hoort een klik.
26
Page 27
Vaatwerk en bestek schikkenaatwerk en bestek schikkenVaatwerk en bestekschikken
In de onderste korf
Groot en zwaar vaatwerk, bv. borden,
kookpannen, schotels e.d.
U kan er ook wel dessertbordjes en
schoteltjes in plaatsen.
In geen geval lichte glazen met een
dunne wand. Daarvoor is er een speciale inzet of onderste korf vereist!
Vaatwerk en bestek schikken
Beperking in hoogte
De horizontale staaf aan de bovenste
korf dient als peil voor de hoogte of de
diameter van het vaatwerk. Vaat die
daaronder past, kan u in de onderste
korf plaatsen zonder dat de middelste
sproeiarm daartegen zal slaan.
Afwasautomaat met besteklade
Afwasautomaat met bestekkorf
27
Page 28
Vaatwerk en bestek schikken
Flessensteun
(naar gelang van het model)
De flessensteun dient als steun bij het
afwassen van hogere objecten, bv.
melk- of zuigflessen.
Zet de flessensteun enkel zoals op de
afbeelding in de onderste korf. Anders
wordt het binnenste van de fles niet besproeid. De flessen worden dan ook
niet degelijk schoon.
Bestek
Bij de afwasautomaat met bestekkorf
Steek het bestek ongesorteerd in de
vakjes. Het liefst met het hecht naar
onder. Zo wordt het degelijk besproeid.
Bestaat echter het risico dat u zich
aan mes- of vorkpunten kwetst,
steek het dan liever met het hecht
naar boven in het korfje.
28
Kleine lepeltjes steekt u in de lepelvakjes aan beide zijden van de bestekkorf.
Page 29
Vaatwerk en bestek schikken
Lepelsteuntjes voor de bestekkorf
De meegeleverde lepelsteuntjes dienen om erg vuile lepels, bv. eet- en
groentelepels, af te wassen.
Daar deze lepels apart in deze steunen
rusten, kunnen ze niet in elkaar liggen.
Ze worden dus beter van alle zijden besproeid.
Vaatwerk en bestek schikken
Steek de lepels met hun hecht naar
onder in de steunen. Laat telkens
een opening vrij.
Zo u dat wenst, kan u aan beide zijde van het handvat zo’n lepelsteun
aanbrengen.
Om de steunen weer weg te nemen:
Druk de vastgeklikte haakjes naar
binnen toe. Gebruik daar eventueel
een lepelhecht voor. Trek de lepelsteunen er dan naar boven uit.
29
Page 30
Vaatwerk en bestek schikken
Vaatwerk en bestek schikkenVaatwerk en bestek schikken
Bij de afwasautomaat met besteklade (SC):
Schik uw bestek in zones. Bv. een voor
messen, vorken, lepels, theelepeltjes.
Zo kan u het achteraf beter uitnemen.
Leg messen met hun snijkant en vorken met hun tanden tussen de opstaande steunstaafjes. Lepels legt u beter
met hun handvat tussen die steunstaafjes.
Lange voorwerpen als roer-, sauslepels, taartenscheppen en lange messen kan u in het lagere deel midden in
de besteklade leggen.
De bovenste sproeiarm mag u niet
blokkeren door te hoge voorwerpen, bv. taartenscheppen.
U kan de inzet uit de besteklade nemen.
Leg lepels op de getande steunen. Zo
druipt ook de laatste waterdruppel er
volledig af.
Zo lepels met hun handvat niet tussen
de opstaande steunstaafjes passen,
leg ze dan met hun handvat op de getande steunen.
Let erop dat de holle delen van lepels
minstens op een van de horizontale
afloopstaafjes op de bodem van de
besteklade rusten.
30
Page 31
Vaatwerk en bestek schikken
Niet geschikt voor afwas in de
afwasautomaat
– Bestek en vaatwerk van hout of met
een houten gedeelte: deze voorwerpen verbleken. Bovendien zijn de
toegepaste kleefstoffen niet voor afwasautomaten geschikt. Het gevolg:
het houten hecht komt los.
– Voorwerpen met artistieke waarde
als antieke, waardevolle vazen of
glazen met motieven zijn niet tegen
machinale afwas bestand.
– Kunststof voorwerpen die niet tegen
hitte bestand zijn: deze voorwerpen
kunnen vervormen.
– Koperen, tinnen of aluminium voor-
werpen: die kunnen verkleuren of
mat worden.
– Op het glazuur aangebrachte motie-
ven kunnen na verschillende afwasbeurten verbleken.
– Delicate glazen en kristallen voorwer-
pen kunnen na lang gebruik troebel
worden.
Hou hiermee rekening:
– Zilver dat met
lijst, kan na het afwasprogramma
nog vochtig zijn of vlekken vertonen.
Het water loopt er immers niet als
een film af. Dat zilver dient u dan
nog met een doek af te drogen.
ver dat echter in een dompelbad
werd behandeld, komt gewoonlijk
droog uit de vaatwasser. Zilver kan
evenwel verkleuren.
– Zilver kan bij contact met zwavel-
houdende eetwaar verkleuren.
Dat zijn bv. eigeel, uien, mayonaise,
mosterd, peulvruchten, vis, vispekel
en marinades.
Laat aluminium onderdelen (bv. vetfilters) niet in het toestel afwassen
met een erg bijtend alkalisch afwasmiddel voor professioneel gebruik.
Er kan namelijk schade opduiken
aan het materiaal.
In extreme omstandigheden bestaat
er ook risico op hevige chemische
reacties (bv. van knalgas).
zilverglans werd gepo-
Zil-
Aanbevelingen
– Schaf u vaatwerk en bestek aan, dat
u in de afwasautomaat kan laten afwassen.
– Laat delicaat glas enkel bij lagere
temperaturen afwassen. Er is dan
minder risico dat dit glas troebel
wordt.
– Was heel waardevolle glazen verder
met de hand af.
31
Page 32
Gebruik
Gebruik
Afwasmiddel
Gebruik enkel afwasmiddel voor
huishoudelijke afwasautomaten.
Gebruik poedervormig afwasmiddel,
tabletten of vloeibaar middel van een
gekend merk.
Giet het poeder of het vloeibaar middel in de vakjes van het reservoir
voor afwasmiddel.
Leg tabletten enkel in het reservoir
voor afwasmiddel (vakje II) indien de
fabrikant die aanbeveling geeft.
Wordt er aanbevolen de tabletten in
het bestekkorfje te leggen? Leg ze
dan liever op de binnendeur of
rechtstreeks in de kuip. Dan worden
de tabletten volledig opgelost.
Op de verpakking van het afwasmiddel
vindt u de totale hoeveelheid die u voor
een programma dient te doseren.
Gebruik voor volgende programma’s
bij volledig volle korven minstens
30 ml afwasmiddel:
– het programma ‘Normaal’,
– het programma ‘Universeel’,
– het programma ‘Universeel Plus’,
– het spaarprogramma.
Zo de fabrikant een hogere dosering
aanbeveelt, voeg dan meer afwasmiddel toe.
Let op!
Indien u minder afwasmiddel doseert
dan wat aanbevolen wordt, kan het zijn
dat de vaat niet goed schoon wordt.
Keus uit 3 types afwasmiddel
1. met fosfaten en chloor.
2. met fosfaten, zonder chloor.
3. zonder fosfaten noch chloor.
Ter bescherming van ons milieu verdient oplossing nr. 3 de voorkeur.
Fosfaatvrij afwasmiddel reageert echter
gevoeliger op de waterhardheid dan
het middel met fosfaten. Dat kan het
afwasresultaat beïnvloeden.
Na heel wat afwasbeurten kan het volgende optreden:
– glas krijgt een regenboogkleurig,
maar vooral blauw oppervlak; het kan
ook troebel worden,
– zilver verkleurt,
– op het glazuur aangebrachte motie-
ven verbleken.
Deze verschijnselen zijn vooral aan het
afwasmiddel toe te schrijven. Ze worden niet door de werking van de afwasautomaat teweeggebracht!
Mogelijke maatregelen:
– Gebruik als proef een fosfaatvrij
afwasmiddel van een ander merk.
– Schakel over op afwasmiddel met
fosfaten (type nr. 2) of met fosfaten
en chloor (type nr. 1).
– Stel de ontharder een stand hoger in
dan wat vereist is voor het u gelever-
de leidingwater. Zie tabel in de ru-
briek ‘Het toestel in gebruik nemen’.
De ontharder levert dan zachter
water.
32
Page 33
Gebruik
Chloorvrij afwasmiddel heeft een geringer bleekeffect op natuurlijke kleurstoffen dan afwasmiddel dat chloor bevat.
Daardoor kunnen er bv. meer theerestjes achterblijven of verkleuringen op
kunststof voorwerpen opduiken. Deze
verschijnselen zijn vooral aan het afwasmiddel toe te schrijven. Ze worden
niet door de werking van de afwasautomaat teweeggebracht!
Mogelijke maatregelen:
– Verhoog de dosering afwasmiddel
om het bleefeffect te verbeteren.
– Schakel over op afwasmiddel dat
chloor bevat (type nr. 1).
Vraag in geval van twijfel inlichtingen
aan de afwasmiddelfabrikant.
Afwasmiddel toevoegen
Vermijd bij afwaspoeder het stof in
te ademen! Slik nooit afwasmiddel
in! Dat kan door de inbijtende werking neus-, mond- en keelholte beschadigen. Roep meteen een dokter indien u afwasmiddel hebt
ingeademd of ingeslikt.
Laat kinderen niet in contact komen
met afwasmiddel. Hou kinderen dus
van een geopende afwasautomaat
weg. Er kunnen nog afwasmiddelresten in het toestel achterblijven.
Voeg het afwasmiddel pas toe juist
voor u een programma start. Vergrendel de deur met de kinderbeveiliging.
Verdeel het vereiste afwasmiddel naar
soort en gekozen programma percentsgewijs over vakje I en II van het afwasmiddelreservoir. Zo verkrijgt u het beste afwasresultaat.
Hou rekening met de tips in het programma-overzicht achteraan in deze
handleiding.
33
Page 34
Gebruik
Druk de toets van de klep van het reservoir in. De klep springt dan open.
Na het afwasprogramma staat deze
klep steeds open.
Vlot doseren
In vakje I passen hoogstens 20 ml, in
vakje II hoogstens 70 ml afwasmiddel.
Om vlot te doseren, zijn er in vakje II
markeringen aangebracht: 20, 25, 30.
Die duiden ongeveer de gedoseerde
hoeveelheid aan indien de toesteldeur
zich in horizontale positie bevindt.
Giet het afwasmiddel in de vakjes en
doe de klep van het reservoir dicht.
Doe ook de afwasmiddelverpakking
dicht. Anders verliest het middel aan
reinigingsvermogen!
34
Page 35
Programmakeus
Laat de keus van een programma afhangen van het soort vaatwerk en van
de mate waarin het vuil is.
Meestal kiest u een Normaal, Universeel of Universeel-Plus-programma.
Deze programma’s zijn echt geschikt
voor vaat zoals die dagelijks in het huishouden af te wassen is.
Raadpleeg het programma-overzicht
op het einde van deze handleiding.
Daar vindt u deze programma’s en de
toepassingen ervan beschreven.
Gebruik
35
Page 36
Gebruik
Het toestel in- en uitschakelen
Inschakelen
Draai de waterkraan open zo die
dicht staat.
Maak de toesteldeur open.
Ga na of de sproeiarmen vlot ronddraaien.
Druk op de toets g (aan) (15).
Het controlelampje ‘aan’ gaat aan.
Een programma starten
Hou rekening met het programmaoverzicht achteraan in dit boekje.
Druk op de programmatoets van het
programma naar uw keus.
Het controlelampje van de programmatoets waarop u hebt gedrukt, gaat aan.
Doe de toesteldeur dicht.
Het afwasprogramma begint.
Breek het programma niet voortijdig
af! Belangrijke onderdelen, als bv.
het regenereren van de ontharder,
kunnen dan wegvallen.
Einde van het programma
Zodra het programma afgelopen is,
hoort u een zoemtoon.
Deze zoemer hoort u een uur lang om
de 10 minuten.
Zodra u de toesteldeur opent, valt de
zoemer stil.
U kan de zoemer ook helemaal uitschakelen. Dan kondigt hij het einde van het
programma niet meer aan. Zie rubriek
‘Bijkomende functies’.
Uitschakelen
Na afloop van het programma:
Zet de toesteldeur op een kier.
Het controlelampje van de programmatoets is uitgegaan.
Zolang er nog een controlelampje
van een afwasprogramma brandt, is
dat programma nog niet afgelopen.
Doe de toesteldeur weer dicht. Dan
wordt het programma afgewerkt.
Druk op de toets o (uit) (16).
36
Het controlelampje ‘aan’ gaat uit.
Uw afwasautomaat verbruikt stroom
zolang u hem niet met de toets
(uit) hebt uitgeschakeld.
o
Page 37
Gebruik
U kan de vaat nu uit het toestel halen.
Zie rubriek ‘Het vaatwerk uitnemen’.
Raak meteen na afloop van het
afwasprogramma de verwarmingsweerstand niet aan.
U kan zich daaraan verbranden.
Draai voor de veiligheid de waterkraan
dicht indien u het toestel langere tijd
niet gebruikt, bv. tijdens een vakantie.
Van programma veranderen
Had u de toesteldeur na de keus van
een programma nog niet dichtgedaan?
Verander dan als volgt van programma:
Druk op de programmatoets van het
door u gewenste programma.
Doe de toesteldeur dicht.
Het programma gaat van start.
Was het afwasprogramma reeds aan
de gang? Verander dan als volgt van
programma:
Het programma onderbreken
Het afwasprogramma wordt onderbroken zodra u de deur van het toestel
opent.
Zodra u de deur weer sluit, wordt het
programma voortgezet op het punt
waar het onderbroken werd.
Voorzichtig !
Als het water in de afwasautomaat
heet is, kan u zich verbranden!
Doe de deur dus voorzichtig open
als het dan toch nodig is. Laat de
deur, voor u ze weer sluit, eerst ca.
20 seconden op een kier. Intussen
komt de temperatuur in de kuip in
evenwicht met die erbuiten. Duw ze
dan stevig dicht tot u een klik hoort.
Raak tijdens een onderbreking van
een programma de verwarmingsweerstand niet aan.
U kan zich daaraan verbranden.
Maak de toesteldeur open.
Druk op de toets o (uit) (16).
Druk op de toets g (aan) (15).
Druk op de programmatoets van het
door u gewenste programma.
Doe de toesteldeur dicht.
Het programma gaat van start.
37
Page 38
Gebruik
In- en uitschakelen
Bijkomende functies
Verwarming om de vaat te drogen
In alle programma’s kan u de vaat sneller laten drogen door de verwarmingsweerstand in te schakelen. In de fabriek werd dat zo voorzien.
Zo u de verwarming om de vaat te drogen uitschakelt, spaart u ca. 0,1 kWh
stroom. De vaat droogt dan enkel door eigen warmte. Zet na afloop van het programma de toesteldeur open. Dan droogt de vaat beter.
De verwarming om de vaat te drogen aan- en uitzetten
Te verrichtenn brandtn knippert
Doe de toesteldeur open.
Zet de afwasautomaat met de uit-toets (o) uit.
Hou de toetsen b en d ingedrukt en zet het
toestel
Laat de toetsen b en d weer los.
Let op:knippert er een ander controlelampje,
begin dan van voren af aan.
De volgende controlelampjes kunnen ook nog
branden indien:
– u nog geen naspoelmiddel hebt toegevoegd
of bijgevuld.
– de verwarming om de vaat te drogen uitge-
schakeld is.
– de watertoevoertijd werd verlengd. Zie rubriek
‘De watertoevoertijd verlengen’.
– De zoemer bij het einde van het programma is
uitgeschakeld.
38
tegelijk met de aan-toets (g) aan.
aanzout
aanzout + c
naspoelmiddel
b
d
e
Page 39
Gebruik
Te verrichtenn brandtn knippert
– De verwarming om de vaat te drogen is
ingeschakeld wanneer
– De verwarming om de vaat te drogen is
uitgeschakeld wanneer
Zo de instelling (verwarming aan of uit) voor u
de juiste is:
Zet de afwasautomaat met de uit-toets (o) uit.
Wenst u de instelling van de verwarming om de
vaat te drogen te veranderen:
Druk op toets b.
aan
(+ d, e)
aan + b
(+ d, e)
zout + c
zout + c
Druk op toets g.
Druk nog eens op toets g.
Zet de afwasautomaat met de uit-toets (o) uit.
De gewijzigde instelling voor het drogen van de
vaat door verwarming is nu opgeslagen.
aan + gzout
aanzout + g
39
Page 40
Gebruik
Zoemer bij het einde van het afwasprogramma
Het einde van een afwasprogramma kan u door een zoemer laten aankondigen.
Deze zoemer werd in de fabriek ingesteld. U kan hem ook uitschakelen.
De zoemer aan- en uitzetten
Te verrichtenn brandtn knippert
Doe de toesteldeur open.
Zet de afwasautomaat met de uit-toets (o) uit.
Hou de toetsen b en d ingedrukt en zet het
toestel
Laat de toetsen b en d weer los.
Let op:knippert er een ander controlelampje,
begin dan van voren af aan.
De volgende controlelampjes kunnen ook nog
branden indien:
– u nog geen naspoelmiddel hebt toegevoegd
of bijgevuld.
– de verwarming om de vaat te drogen uitge-
schakeld is.
– de watertoevoertijd werd verlengd. Zie rubriek
‘De watertoevoertijd verlengen’.
– De zoemer bij het einde van het programma is
uitgeschakeld.
tegelijk met de aan-toets (g) aan.
aanzout
aanzout + c
naspoelmiddel
b
d
e
40
Page 41
Gebruik
Te verrichtenn brandtn knippert
– De zoemer is ingeschakeld wanneer
– De zoemer is uitgeschakeld wanneer
Zo de instelling van de zoemer (aan of uit) voor
u de juiste is:
Zet de afwasautomaat met de uit-toets (o) uit.
Wenst u de instelling van de zoemer te
veranderen:
Druk op toets e.
aan
(+ b, d)
aan + e
(+ b, d)
zout + c
zout + c
Druk op toets g.
Druk nog eens op toets g.
Zet de afwasautomaat met de uit-toets (o) uit.
De gewijzigde instelling voor de zoemer is nu
opgeslagen.
aan + gzout
aanzout + g
41
Page 42
Gebruik
Reiniging en onderhoud van het toestel
Het vaatwerk uitnemen
Heet vaatwerk is gevoelig voor
schokken! Laat het daarom na het
uitschakelen in het toestel afkoelen
tot u het goed kan vastnemen.
Zet de deur na het uitschakelen wijd
open. Dan koelt de vaat sneller af.
Maak eerst de onderste, daarna de
bovenste korf leeg en tenslotte de
besteklade (zo er een aanwezig is).
Zo vermijdt u dat er eventueel nog
druppels van de vaat uit de bovenste korf of uit de besteklade op die in
de onderste korf vallen.
42
Page 43
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
Zie regelmatig - zowat om de 4 à 6
maand - de globale toestand van
uw toestel na. Daarmee vermijdt u
wellicht storingen.
Zonder filters mag u nooit afwassen!
Defiltersindekuipreinigen
De filterset op de bodem van de kuip
houdt het grofste vuil uit het afwaswater tegen. Zo kunnen die resten niet in
de watercirculatie terechtkomen. Ze belanden dus achteraf niet in de sproeiarmen noch in de kuip.
De filters kunnen na verloop van tijd
wel verstoppen. Kijk ze dus regelmatig
na, zowat om de 4 à 6 maand. Als het
nodig is, dient u ze ook te reinigen.
Schakel eerst de afwasautomaat uit.
Zwenk het handvat naar rechts om
de filterset te ontgrendelen.
Neem de filterset eruit en verwijder
de grove resten. Spoel ze onder stro-
mend water weg. Gebruik eventueel
een afwasborstel.
43
Page 44
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
Om het binnenste van de filter van restjes te zuiveren, doet u de sluiting open:
Trek de gele vergrendeling weg en
maak de sluiting van de filter open.
Maak alle delen onder stromend water met een vaatborstel schoon.
Duw de sluiting daarna weer dicht
tot ze wordt vergrendeld.
Plaats de filterset mooi vlak op de bo-
dem van de kuip.
Zwenk het handvat van rechts naar
links om de filterset te vergrendelen.
44
Page 45
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toesteleiniging en onderhoud van het toestel
De sproeiarmen reinigen
Spijsresten kunnen zich vastzetten in
de sproeikoppen en de aansluiting van
de sproeiarmen. Kijk de sproeiarmen
dus geregeld na, bv. om de 4 à 6
maand.
Schakel de afwasautomaat eerst uit.
Neem de sproeiarmen als volgt af:
Trek de besteklade (naar gelang van
het model) uit.
Duw de bovenste sproeiarm naar boven. Zo grijpen de binnenste tandjes
in elkaar. Schroef dan de sproeiarm
af.
Neem de onderste korf uit.
Trek de onderste sproeiarm om-
hoog. U dient stevig te trekken.
Hef de middelste sproeiarm op b,
zodat de tanden in elkaar grijpen.
Schroef hem daarna af c.
Duw de spijsresten met een spits
voorwerp door de sproeikoppen
naar binnen.
Spoel de sproeiarmen onder stro-
mend water goed uit.
Steek de sproeiarmen weer op hun
plaats. Controleer of ze vlot rond-
draaien.
45
Page 46
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toesteleiniging en onderhoud van het toestel
De kuip reinigen
De spoelruimte of kuip is in grote mate
zelfreinigend. Daartoe dient u wel
steeds de juiste hoeveelheid afwasmiddel te doseren.
Heeft er zich toch bv. vet of kalk afgezet, dan kan u dat met een speciaal
reinigingsmiddel verwijderen. Zo’n speciaal middel vindt u wel in de handel.
De deurdichting en de deur
reinigen
Wis de deurdichtingen geregeld met
een vochtig doek af. Verwijder dan
ook de spijsresten.
Wis spijs- en drankresten van de zijkanten van het toestel weg. Deze
oppervlakken worden niet door de
sproeistralen bereikt.
Het bedieningspaneel reinigen
Wis dat enkel met een vochtige doek
af.
Gebruik geen schuurmiddel. Reinigingsmiddel voor glazen oppervlakken of voor universeel gebruik is
eveneens uit den boze!
Wegens de samenstelling van dat
middel kan er aanzienlijke schade
ontstaan op kunststof oppervlakken.
De voorzijde van de afwasautomaat reinigen
De voorzijde behandelt u met een
middel dat voor het onderhoud van
keukenvoorzijden geschikt is.
Reinigingsmiddelen die ammoniak
bevatten, nitro- of kunstharsverdunningen mag u niet gebruiken!
Deze middelen kunnen het oppervlak beschadigen.
46
Page 47
Fouten opzoeken
Fouten opzoeken
De meeste storingen en fouten die bij het dagelijks gebruik kunnen optreden, kunt
u zelf oplossen. Daar u geen beroep hoeft te doen op de naverkoopdienst, bespaart u zich tijd en geld!
Het overzicht dat hier volgt, kan u van dienst zijn om de oorzaken van een storing
te vinden. Daarna kan u de storing ook ongedaan maken. Bedenk echter:
Laat reparaties enkel door vakmensen uitvoeren. Door onvakkundige herstellingen duiken er aanzienlijke risico’s op voor wie het toestel gebruikt.
StoringenMogelijke oorzakenOplossingen
De afwasautomaat start
niet.
Vlak na de start van het
afwasprogramma wordt
het programma
afgebroken.
Het afwasprogramma
wordt afgebroken.
De deur is niet goed
dicht.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De smeltveiligheden zijn
uitgesprongen.
Het toestel is niet
ingeschakeld.
Er is geen programma
gekozen.
De waterkraan staat nog
dicht.
Maakt u de toesteldeur
open, dan ziet u het
lampje
‘Watertoevoer/-afvoer’
knipperen.
De smeltveiligheden zijn
uitgesprongen.
– Duw de deur goed
dicht.
– Steek de stekker in het
stopcontact.
– De smeltveiligheden
activeren (min. 16 A).
– Druk op toets
– Druk op de toets van
het programma naar
uw keus.
– Schakel de afwas-
automaat uit, draai de
waterkraan open en
start het programma
opnieuw.
– De smeltveiligheden
activeren (min. 16 A).
g (aan).
47
Page 48
Fouten opzoeken
StoringenMogelijke oorzakenOplossingen
Het toestel wast niet
verder af.
Fout in de watertoevoer.
In de open toesteldeur
ziet u het controlelampje
‘Watertoevoer/-afvoer’
knipperen.
Fout in de waterafvoer. In
de kuip staat eventueel
nog water. In de open
toesteldeur ziet u het
controlelampje
‘Watertoevoer/-afvoer’
knipperen.
Voor u aan de volgende
storingen verhelpt, dient
u het toestel uit te
schakelen.
– Draai de waterkraan
volledig open.
– Kijk de filter in de
watertoevoer na en
maak die eventueel
schoon.
Zie rubriek ‘Storingen
verhelpen’.
– Kijk het waterniveau
na. Verleng eventueel
de toevoertijd.
Zie rubriek ‘Storingen
verhelpen’.
Voor u aan de volgende
storingen verhelpt, dient
u het toestel uit te
schakelen.
– Maak de filterset
schoon. Zie rubriek
‘Reiniging en
onderhoud’.
– Maak de afvoerpomp
schoon. Zie rubriek
‘Storingen verhelpen’.
– Maak de terugslagklep
schoon. Zie rubriek
‘Storingen verhelpen’.
– Verwijder de knik in de
afvoerslang.
48
Page 49
Fouten opzoeken
StoringenMogelijke oorzakenOplossingen
Na afloop van het
afwasprogramma
knipperen de
controlelampjes naast
de programmatoetsen
van 1 tot 5 als u de
toesteldeur opent.
U hoort geklop in de
kuip.
U hoort gerammel.
U hoort gefluit tijdens
het afwasprogramma.
U hoort geklop in de
waterleiding.
Er is eventueel een
technische storing
opgetreden.
De sproeiarm slaat tegen
een stuk vaatwerk of
bestek.
In de kuip staan sommige stukken vaatwerk niet
stabiel. Ze bewegen.
De dichtingsring van de
circulatiepomp fluit af en
toe. Dat kan door het
afwasmiddel worden
veroorzaakt.
Eventueel te wijten aan de
montage ter plaatse of aan
de diameter van de waterleiding.
– Schakel de
afwasautomaat uit.
U kan toch verder
afwassen. Knipperen de
controlelampjes na
afloop van het volgende
programma opnieuw,
dan gaat het om een
technische storing.
– Doe een beroep op de
Miele-naverkoopdienst.
Ondanks deze storing
kan u alle programma’s
verder kiezen. Het water
wordt evenwel niet verwarmd.
Onderbreek het programma. Herschik de
voorwerpen die de
sproeiarm blokkeren.
Onderbreek het programma. Schik de stukken
vaat stabieler.
Maak u geen zorgen. Probeer een ander afwasmiddel. Blijft u gefluit horen,
vraag dan advies aan de
Miele-naverkoopdienst.
Dit beïnvloedt de goede
werking van uw toestel
niet. Vraag evt. advies
aan uw installateur.
49
Page 50
Fouten opzoeken
StoringenMogelijke oorzakenOplossingen
De vaat wordt niet
droog of glazen en
bestek vertonen vlekken.
De vaat is niet proper.
Er wordt te weinig naspoelmiddel gedoseerd.
Het reservoir is leeg.
De knop voor de
waterhardheid in de kuip
staat op een te hoog
getal.
De vaat werd te vroeg uit
het toestel gehaald.
De verwarming voor het
droogproces is
uitgeschakeld.
De vaat werd niet juist geschikt. Er lagen stukken
vaatwerk in elkaar.
De waterstralen konden
niet alle zijden bereiken.
De opening van de watertoevoerbuis voor de middelste sproeiarm was bedekt. Er kwam te weinig
water uit die sproeiarm.
Het programma was te
zwak.
Er werd te weinig afwasmiddel gedoseerd.
Doseer meer naspoelmiddel of vul er bij.
Zie rubriek ‘Het toestel in
gebruik nemen’.
Zet de knop op een lager
getal. Zie ‘De keuzeknop
in de kuip instellen’.
Wacht even met uitnemen.
Zie rubriek ‘Gebruik’.
Schakel de verwarming
voor het droogproces in.
Zie rubriek ‘Gebruik’.
Hou rekening met de
opmerkingen in de
rubriek ‘Vaatwerk en
bestek schikken’.
Schik de vaat achteraan
in de bovenste korf zo
dat u die opening niet afdekt.
Kies een sterker programma. Zie ‘Programmaoverzicht’ achteraan in
deze handleiding.
Doseer meer afwasmiddel. Zie rubriek ‘Gebruik’.
50
Page 51
Fouten opzoeken
StoringenMogelijke oorzakenOplossingen
De vaat is niet proper.
Er is een witte neerslag
op vaatwerk en bestek.
Glazen krijgen een melkwit uitzicht. Deze
neerslag kan u
wegwissen.
De sproeiarmen zijn door
te hoge stukken vaatwerk
geblokkeerd.
De sproeiers van de
sproeiarm zijn verstopt.
De filterset in de kuip is
niet proper of zit verkeerd
gemonteerd. Daardoor
kunnen ook de sproeiers
van de sproeiarmen
verstopt raken.
De afvoerpomp of de
terugslagklep zijn
geblokkeerd.
Er is te weinig water in de
kuip gelopen.
Er wordt te weinig naspoelmiddel gedoseerd.
Er werd geen zout in het
zoutreservoir gedaan.
De sluitdop van het zoutreservoir is er niet goed
of schuin op gedraaid.
De ontharder werd op
een te lage stand
ingesteld.
Er werd fosfaatvrij
afwasmiddel gebruikt.
Draai eens ter controle
aan de sproeiarmen.
Herschik de vaat.
Reinig de sproeiers. Zie
rubriek ‘Reiniging en
onderhoud van het toestel’.
Maak de filterset schoon
of monteer hem juist. Reinig ook de sproeiers van
de sproeiarmen. Zie rubriek ‘Reiniging en onderhoud van het toestel’.
Maak afvoerpomp en
terugslagklep schoon.
Zie rubriek ‘Storingen
ongedaan maken’.
Kijk het waterniveau na
en verleng evt. de
toevoertijd. Zie rubriek
‘Storingen ongedaan
maken’.
Verhoog de dosering.
Zie rubriek ‘Het toestel in
gebruik nemen’.
Voeg regenereerzout toe.
Zie rubriek ‘Het toestel in
gebruik nemen’.
Draai de sluitdop er recht
op en draai hem goed
dicht.
Regel de ontharder op
een hogere stand. Zie
rubriek ‘Het toestel in
gebruik nemen’.
Probeer eens met een
middel dat fosfaten bevat.
51
Page 52
Fouten opzoeken
StoringenMogelijke oorzakenOplossingen
Thee of lippenstift zijn
niet volledig weggewist.
Op glazen en bestek
blijft een sluier achter.
Glazen krijgen een
blauwige schijn. Deze
neer-slagkanuwel
met de hand wegwissen.
Glazen worden dof en
verkleuren. De neerslag
is niet weg te wissen.
Het gekozen programma
had een te lage
reinigingstemperatuur.
Het afwasmiddel heeft te
weinig bleekeffect.
De dosering van het naspoelmiddel is te hoog
ingesteld.
De knop voor de waterhardheid in de kuip is
niet juist ingesteld.
Deze glazen zijn niet bestand tegen afwas in de
machine. Het oppervlak
wordt aangetast.
Kies een programma met
een hogere reinigingstemperatuur.
Gebruik afwasmiddel dat
chloor bevat.
Verlaag de dosering.
Zie rubriek ‘Het toestel in
gebruik nemen’.
Stel de knop voor de
waterhardheid in de kuip
juist in. Zie rubriek ‘Het
toestel in gebruik nemen’.
Deze schade is evenwel
onherstelbaar.
Er is geen oplossing!
Koop bij voorkeur glazen
die tegen machinale
afwas bestand zijn.
52
Page 53
Fouten opzoeken
StoringenMogelijke oorzakenOplossingen
Kunststof voorwerpen
zijn verkleurd.
Roestsporen op bestek
Het klepje van het
afwasmiddelreservoir
gaat niet dicht.
In het afwasmiddelreservoir kleven er na
de afwas resten afwasmiddel.
Na afloop van het programma bevindt er zich
water in de kuip.
Natuurlijke kleurstoffen,
bv. in worteltjes, tomaten
of ketchup kunnen dat
veroorzaken. De dosering of het bleekeffect
van het afwasmiddel was
te gering.
De sluitdop van het zoutreservoir is er niet goed
of schuin op gedraaid.
Het bestek is niet voldoende bestand tegen
roest.
Kleverige resten afwasmiddel blokkeren de
sluiting.
Het reservoir was tijdens
het toevoegen van afwasmiddel nog vochtig.
De filterset in de kuip is
verstopt.
De afvoerpomp of de
terugslagklep is geblokkeerd.
De afvoerslang vertoont
een knik.
Gebruik afwasmiddel dat
chloor bevat. Doseer meer
afwasmiddel. Zie rubriek
‘Gebruik’.
Reeds verkleurde objecten krijgen hun oorspronkelijke kleur niet terug.
Draai de sluitdop er recht
op en draai hem goed
dicht.
Er is geen oplossing!
Koop bij voorkeur bestek
dat tegen machinale
afwas bestand is.
Verwijder de resten
afwasmiddel.
Voeg het afwasmiddel
enkel toe als het reservoir
droog is.
Voordat u aan de storing
verhelpt, dient u het
toestel uit te schakelen.
Maak de filterset schoon.
Zie rubriek ‘Reiniging en
onderhoud.
Maak afvoerpomp en
terugslagklep schoon.
Zie rubriek ‘Storingen
verhelpen’.
Zorg ervoor dat de knik
verdwijnt.
53
Page 54
Storingen ongedaan maken
Storingen ongedaan maken
De filter in de watertoevoer
reinigen
Ter bescherming van het toevoerventiel
zit er in de schroefkoppeling een filter.
Is die vuil, dan loopt er te weinig water
in de kuip. Zie ‘Waterstand controleren’.
Het kunststof omhulsel van de
wateraansluiting bevat een elektrisch onderdeel. Dat mag u niet in
vloeistof onderdompelen!
Aanbeveling
Bevat het u geleverde leidingwater veel
bestanddelen die in het water niet worden opgelost? Plaats dan bij voorkeur
een grotere filter tussen de afsluitkraan
en de schroefkoppeling van het veiligheidsventiel. Deze filter is verkrijgbaar
onder het bestelnummer M.-nr. 75 577.
Om de filter schoon te maken:
Maak het toestel stroomloos: schakel
het toestel uit en trek de stekker uit
het stopcontact. U kan ook de smeltstoppen uitschakelen zo het stopcontact niet toegankelijk is.
Draai de waterkraan dicht en schroef
het watertoevoerventiel los.
Neem het dichtingsschijfje uit de
schroefkoppeling.
Trek het filtertje met een combinatie-
of punttang uit en maak het schoon.
Breng het filtertje met de dichting
weer aan. Zit de dichting wel juist?!
Let erop dat u de schroefkoppeling
niet schuin op de waterkraan draait.
Draai de waterkraan open.
Indien er water lekt, draai dan de
schroefkoppeling steviger aan.
Misschien zit ze schuin op de kraan.
Zet het toevoerventiel keurig recht
op de kraan. Draai het stevig aan.
54
Page 55
De waterstand controleren
De waterstand controleren
Indien de waterdruk (aan de afsluitkraan) lager ligt dan 1 bar, vloeit er te
weinig water in de kuip. De vaat wordt
dan niet proper. Controleer dus of er
genoeg water in de kuip vloeit.
Draai de waterkraan volledig open.
Laat het programma ‘Voorspoelen’
(zonder vaatwerk) een keer aflopen.
Zo wordt het watercircuit gevuld.
Start het programma ‘Voorspoelen’
opnieuw.
Na ca. 3 minuten doet u de toesteldeur open en neemt u de onderste
korf uit de kuip.
Storingen ongedaan maken
Staat het water minstens 4 mm boven
de grove filter in het midden van filter-
set (hoogte ‘X’), dan is er genoeg water
binnengelopen.
Is er minder water binnengevloeid?
Maak het zeefje in de watertoevoer
schoon (zie vorige bladzijde) of
verleng de duur van de watertoevoer
(zie volgende bladzijde).
55
Page 56
Storingen ongedaan maken
De waterstand controleren
De watertoevoertijd verlengen
In de fabriek werd de watertoevoertijd op ‘normaal’ ingesteld. Zo de waterdruk lager ligt dan 1 bar, vloeit er te weinig water in de kuip. Zie rubriek ‘De waterstand
controleren’. In dit geval moet u de watertoevoertijd verlengen.
Te verrichtenn brandtn knippert
Doe de toesteldeur open.
Zet de afwasautomaat met de uit-toets (o) uit.
Hou de toetsen b en d ingedrukt en zet het
toestel
Laat de toetsen b en d weer los.
Let op:knippert er een ander controlelampje,
begin dan van voren af aan.
De volgende controlelampjes kunnen ook nog
branden indien:
– u nog geen naspoelmiddel hebt toegevoegd
of bijgevuld.
– de verwarming om de vaat te drogen uitge-
schakeld is. Zie rubriek ‘Bijkomende functies’.
– de watertoevoertijd werd verlengd. Zie rubriek
‘De watertoevoertijd verlengen’.
– De zoemer bij het einde van het programma is
uitgeschakeld. Zie rubriek ‘Bijkomende functies’.
tegelijk met de aan-toets (g) aan.
aanzout
aanzout + c
naspoelmiddel
b
d
e
56
Page 57
Storingen ongedaan maken
Te verrichtenn brandtn knippert
Indien de watertoevoertijd reeds op ‘verlengd’
staat ingesteld:
Zet de afwasautomaat met de uit-toets (o) uit.
aan + d
(+ b, e)
zout + c
Indien de watertoevoertijd op ‘normaal’ staat:aan
(+ b, e)
Druk op toets d.
Druk op toets g.
Druk nog eens op toets g.
Zet de afwasautomaat met de uit-toets (o) uit.
De watertoevoertijd wordt nu verlengd.
aan + d
(+ b, e)
aan + gzout
aanzout + g
zout + c
zout + c
57
Page 58
Storingen ongedaan maken
Reiniging en onderhoud van het toestelReiniging en onderhoud van het toestelRei-niging en onderhoud van het toesteleiniging en onderhoud van het toestel
De afvoerpomp en de terugslagklep reinigen
Staat er nog water in de kuip na afloop
van een programma, dan werd dat niet
weggepompt. De oorzaak daarvan kan
zijn dat voorwerpen de afvoerpomp of
de terugslagklep blokkeren. Die objecten kan u makkelijk verwijderen:
Neem de filterset uit de kuip. Zie
rubriek ‘Reiniging en onderhoud van
het toestel’, alinea ‘De filters in de
kuip reinigen’.
Schep het water met een kopje of
beker uit de kuip.
Zwenk de sluitbeugel voor de terug-
slagklep weg.
58
Page 59
Storingen ongedaan maken
Haal de terugslagklep eraf; trek daarvoor naar boven toe. Spoel ze onder
stromend water goed schoon.
Verwijder de voorwerpen uit de
terugslagklep.
Onder de terugslagklep zit de afvoerpomp (zie pijl).
Verwijder de voorwerpen uit de
afvoerpomp.
Wees voorzichtig: glassplinters val-
len niet zo erg op. Draai ter controle
aan de schoep van de afvoerpomp.
Plaats de klep zorgvuldig terug. Zet
ze weer met de sluitbeugel vast.
59
Page 60
Naverkoopdienst
Naverkoopdienst
Als deze tips u niet kunnen helpen om
de storing zelf op te lossen, gelieve
dan contact op te nemen
– met uw Miele-handelaar of
– met de Miele-naverkoopdienst.
Het adres en telefoonnummer van onze
Technische Dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Geef de technicus van de Technische Dienst het model en het nummer van uw afwasautomaat op.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje opzij aan de deur.
Het programma updaten
(moderniseren)
Dank zij een programma-actualisering
(PC = program correction) kan nieuwe
kennis inzake programma’s in de toekomst in de elektronische besturing
van uw toestel worden opgeslagen.
De led met de markering ‘PC’ dient de
naverkoopdienst als contactpunt voor
de actualisering van het programma.
60
Programma’s kunnen gemoderniseerd
worden bv. indien toekomstige ontwikkelingen nieuwe afwasprogramma’s
vereisen. Miele zal de mogelijkheid om
een programma te actualiseren tijdig
bekendmaken.
Page 61
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Om uw afwasautomaat beter te benutten
U zou graag ...Daartoe heeft u nodig ...
... flessen afwassen,
bv. melk- of zuigflessen
... hoge, smalle glazen, bv. fluiten,
afwassen
... grote borden afwassen... een bordeninzet voor borden tot
... een flessensteun
... een glazeninzet voor de bovenste
korf
32 cm diameter
61
Page 62
Opmerkingen i.v.m. vergelijkende tests
Opmerkingen i.v.m. vergelijkende tests
Testnorm:EN 50242
Normprogramma voorSpaar 45 °C
vergelijkende tests
(energielabel):
Opmerking:Het programma Universeel Plus 55 °C voor normaal
vuil vaatwerk heeft een opgevoerd reinigings- en
droogvermogen; de programmaduur valt korter uit
en het stroomverbruik neemt toe.
Capaciteit:12 standaardcouverts
Hoeveelheid afwasmiddel: Bij gebruik van chloorhoudend afwasmiddel giet u
5 g in vakje I en 25 g in vakje II. Bij chloorvrij afwasmiddel 30 g
Dosering naspoelmiddel: Stand 3 (ca. 3 ml)
Instelknop waterhardheid
in de kuip: Stand 0
Afwasautomaat met bestekkorf
Lepelsteunen:Steek de twee meegeleverde steunen op de bestek-
korf. Zie rubriek ’Vaatwerk en bestek schikken’.
In elke steun passen 6 lepels.
enkel in vakje II.
bovenste korf
62
onderste korf
Page 63
Opmerkingen i.v.m. vergelijkende tests
Opmerkingen i.v.m. vergelijkende tests
Afwasautomaat met besteklade
bovenste korf
onderste korf
besteklade
63
Page 64
Transport
Transport
Dient u uw afwasautomaat te vervoeren, bv. bij een verhuizing, let dan op
het volgende:
– Maak uw toestel leeg.
– Bevestig al de losse onderdelen, bv.
slangen, kabel, bestekkorf.
– Vervoer het toestel rechtopstaand.
Enkel in uitzonderlijke gevallen mag
het toestel liggend op zijn rug worden vervoerd.
Transporteer het niet op zijn zijde of
op de deur liggend. Er kan nog resterend water uitlopen.
Die waterresten kunnen in de elektrische besturing terechtkomen.
Storingen zijn dan niet uit te sluiten.
64
Page 65
Technische gegevens
Technische gegevens
Hoogte82 cm (verstelbaar + 5 cm)
Toestelbreedte59,8 cm
Nisbreedte60 cm
Diepte57 cm
Diepte bij open deur115,5 cm
Gewicht:
te integreren inbouwmodel
te integrereninbouwmodel SC
Spanning
Aansluitwaardezie typeplaatje rechts opzij aan de deur
Smeltveiligheden
Verkregen labelsVDE, radio-ontstoring
Waterdruk1 - 10 bar
Warmwateraansluitingtot max. 60 °C
Opvoerhoogtemax. 1 m
Afvoerlengtemax. 4 m
Lengte aansluitkabelca. 1,7 m
Capaciteit12 standaardcouverts
ca.
50 kg
#
52 kg
}
# SC = afwasautomaat met besteklade
65
Page 66
Programma-overzicht
Programma-overzicht
Programma ToetsToepassingenAfwasmiddel
zonder
chloor
vakje
II
(reinigen)
1)
spoelen)
met
chloor
vakje I
(voor-
2)
vakje
II
(reinigen)
Universeel
55 °C
Universeel
Plus 55 °C
Universeel
65 °C
Normaal
55 °C
Spaar
3) 4)
45 °C
Voorspoelen
Naar gelang van de afwasmiddelsoort is de dosering verschillend.
1) Deze afwasmiddeldosering kiest u voor:
– chloor- en fosfaatvrij afwasmiddel
– chloorvrij en fosfaathoudend afwasmiddel
– vloeibaar afwasmiddel
De totale hoeveelheid dient u in dit geval volledig in vakje II te gieten.
2) Deze afwasmiddeldosering kiest u voor:
– fosfaat- en chloorhoudend afwasmiddel (geen vloeibaar middel)
De totale hoeveelheid dient u in dit geval over vakje I en II te verdelen.
Voor normaal vuil vaatwerk.100 %20 %80 %
b
Als Universeel 55 °C,
c
maar met een langere reinigingsduur
voor normaal vuil vaatwerk met
aangedroogde spijsresten,
vooral geschikt voor chloorvrij
reinigingsmiddel.
Als Universeel 55 °C, maar met een
d
hogere reinigingstemperatuur om
aangedroogde, zetmeelhoudende
spijsresten te verwijderen.
Voor normaal vuil vaatwerk. Vooral
f
geschikt voor chloorvrij afwasmiddel.
Voor normaal vuil vaatwerk. Erg
e
stroombesparend programma.
Om kwalijk riekende vaat af te spoelen
g
wanneer een compleet programma nog
niet de moeite loont.
100 %20 %80 %
100 %20 %80 %
100 %100 %
100 %100 %
Gebruik voor de programma’s Normaal, Universeel, Universeel Plus en Spaar bij volle lading minstens
30 ml afwasmiddel. Geeft de afwasmiddelfabrikant meer op, doseer dan ook meer.
3) Volgens de norm vergeleken programma. Zie rubriek ‘Opmerkingen i.v.m. vergelijkende tests’.
4) Programma met erg verlengde, geruisloze droogfase.
66
Page 67
voor-
spoelen
Programma-overzicht
ProgrammaverloopVerbruikDuur
stroom kWhwaterminuten (ca.)
reinigentussen-
spoelen
na-
spoelen
drogenkoud
water,
15 °C
warm
water,
55 °C
li terkoud
water,
15 °C
warm
water,
55 °C
XX
55 °C
XX
55 °C
XX
65 °C
X
55 °C
X
45 °C
X0,060,0651111
De genoemde waarden werden berekend volgens EN 50242.
In de praktijk kunnen er door andere omstandigheden duidelijk afwijkingen opduiken.
XX
65 °C
XX
65 °C
XX
65 °C
XX
65 °C
XX
50 °C
X1,300,7188572
X1,350,81810895
X1,400,8188874
X1,300,7148067
X1,050,614168153
67
Page 68
.Wijzigingen voorbehouden/ (G643) / 0000700
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.