Miele G5270, G5275 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
Afwasautomaat
Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de montage-instructies voordat u uw afwas­automaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 344 570
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Het toestel in één oogopslag..........................................5
Bedieningspaneel ..................................................6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................7
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu .......................12
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal .............................12
Uw toestel afdanken ...............................................12
Spaarzaam afwassen ..............................................13
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt ..................14
Het openen van de deur ............................................14
Het sluiten van de deur .............................................14
Waterontharder ...................................................15
Waterharheid weergeven en instellen ...............................16
Wat u nodig hebt om het toestel voor het eerst in gebruik te nemen:..........17
Zoutreservoir vullen met regenereerzout................................17
Controlelampje voor het bijvullen van zout ..............................18
Controlelampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel uitschakelen . 19
Naspoelmiddel....................................................20
Naspoelmiddelreservoir vullen met naspoelmiddel........................20
Controlelampje voor het bijvullen van naspoelmiddel......................21
Naspoelmiddeldosering instellen .....................................22
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen .....................23
Vaatwerk en bestek die niet geschikt zijn voor de afwasautomaat ............24
Bovenste korf .....................................................25
Kopjesrooster (afhankelijk van het model) ............................25
Bovenste korf in de hoogte verstellen ...............................26
Onderste korf .....................................................27
MultiComfort-gedeelte ...........................................28
Neerklapbare spikes (afhankelijk van het model) ......................28
Bestek ..........................................................29
Besteklade (afhankelijk van het model) ..............................29
Bestekkorf (afhankelijk van het model)...............................30
Bediening .......................................................31
Reinigingsmiddel ..................................................31
Reinigingsmiddel doseren...........................................32
Afwasautomaat inschakelen .........................................33
Programma kiezen.................................................33
2
Inhoud
Programma starten ................................................33
Display ..........................................................34
Stand-bymodus ...................................................34
Einde van het programma ...........................................35
Afwasautomaat uitschakelen .........................................35
Vaatwerk uit de afwasautomaat halen ..................................35
Programma onderbreken............................................36
Van programma wisselen ...........................................36
Extra functies ....................................................37
Turbo ...........................................................37
Combinatiereinigingsmiddel .........................................37
Startuitstel .......................................................38
Zoemer..........................................................40
Automatic aanpassen ..............................................41
Memory .........................................................42
Stand-byoptimalisering .............................................43
Fabrieksinstellingen ................................................44
Reiniging en onderhoud ...........................................45
Spoelruimte reinigen ...............................................45
Deurdichting en deur reinigen........................................45
Bedieningspaneel en voorzijde van het toestel reinigen....................46
Zeefcombinatie in de spoelruimte reinigen ..............................47
Sproeiarmen reinigen ..............................................49
Storingen verhelpen ..............................................50
Technische storingen ..............................................50
Storingen in de watertoevoer/waterafvoer ...............................52
Algemene problemen met de afwasautomaat............................53
Geluiden ........................................................54
Onbevredigend resultaat............................................55
Storingen verhelpen ..............................................58
De filter in de watertoevoer reinigen ...................................58
Afvoerpomp en terugslagklep reinigen .................................59
Programmaoverzicht ..............................................60
Service-afdeling ..................................................64
Reparaties.....................................................64
Programma-actualisering (Update) .................................64
Voor testinstituten .................................................64
3
Inhoud
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................65
Elektrische aansluiting ............................................66
Wateraansluiting .................................................67
Het Waterproof System van Miele .....................................67
Watertoevoer .....................................................67
Waterafvoer ......................................................69
Technische gegevens .............................................70
4
Het toestel in één oogopslag
Beschrijving van het toestel
a Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar)
b Besteklade (afhankelijk van het mo
del)
c Bovenste korf
d Middelste sproeiarm
e Luchttoevoer voor het drogen
(afhankelijk van het model)
f Onderste sproeiarm
g Filter
-
h Typeplaatje
i Reservoir voor naspoelmiddel
j Tweevaksdoseerbakje voor reini
gingsmiddel
k Reservoir voor regenereerzout
-
5
Beschrijving van het toestel
Bedieningspaneel
a Controlelampjes "Toevoer/Afvoer",
"Naspoelmiddel" en "Zout"
b Display
c Toets , en controlelampje ,
(startuitsteltoets)
d Toets "Turbo" en controlelampje "Tur
bo"
e Programmakeuze
f Toets "Programma"
g Toets K (aan-uit toets) en controle
lampje K
-
-
In deze gebruiksaanwijzing worden meerdere afwasautomaatmodellen be schreven. Deze hebben verschillende hoogten. Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid: Normaal = Afwasautomaat met een hoogte van 80,5 cm (inbouwtoestel)
of 84,5 cm (vrijstaand toestel)
XXL = Afwasautomaat met een hoogte van 84,5 cm.
6
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel op lopen en kan er schade optreden aan het toestel. Lees deze gebruiksaanwijzing daar om aandachtig door voordat u dit toestel in gebruik neemt. Dat is vei liger voor uzelf en u vermijdt schade aan de afwasautomaat. Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
-
Juist gebruik
Deze afwasautomaat is bedoeld
~
voor gebruik in het huishouden en gelijkaardige omgevingen zoals:
– in winkels, kantoren en gelijkaardige
werkomgevingen
– op boerderijen
door klanten in hotels, motels, bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen.
Deze afwasautomaat is niet be
~
stemd voor gebruik buiten.
-
Gebruik de afwasautomaat uitslui
~
tend in huishoudelijke context voor het afwassen van huishoudelijk vaatwerk. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet verantwoorde lijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bedie
­ning.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om het toestel veilig te bedienen, mogen dit toestel al leen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Laat kinderen nooit met het toestel spelen. Wanneer zij dit doen, bestaat het gevaar dat ze zich in het toestel opsluiten.
Kinderen mogen de afwasautomaat
~
alleen maar gebruiken wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het toestel veilig kunnen bedienen. Kin deren moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen besef fen.
-
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Zorg ervoor dat kinderen niet met
~
reinigingsmiddelen in aanraking kun nen komen. Reinigingsmiddelen kun nen brandwonden in mond en keel ver oorzaken of tot verstikking leiden. Laat kinderen niet bij de afwasautomaat komen als deze geopend is. Er zouden nog resten reinigingsmiddel in de af wasautomaat aanwezig kunnen zijn. Ga direct naar de dokter wanneer uw kind reinigingsmiddel binnengekregen heeft.
-
-
-
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst of het zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een afwasauto­maat die beschadigd is, kan uw veilig­heid in gevaar brengen.
De afwasautomaat mag alleen via
~
een 3-polige stekker met aarding op het elektriciteitsnet worden aangeslo­ten. De stekker mag niet worden afgeknipt om het toestel vast aan te sluiten. U moet na plaatsing van de af wasautomaat zonder problemen bij het stopcontact kunnen komen.
Wanneer zich in de buurt van de af
~
wasautomaat een elektrisch toestel be vindt, let er dan op dat de stekker van dit toestel niet schuilgaat achter de af wasautomaat. Aangezien de inbouwnis niet altijd diep genoeg is, kan er druk op de stekker ontstaan, wat het risico op oververhitting en daarmee op brand verhoogt.
De afwasautomaat mag niet onder
~
een kookvlak worden geïnstalleerd. Een kookvlak straalt voor een deel hoge temperaturen af waardoor de afwasau
­tomaat beschadigd zou kunnen raken. Om dezelfde reden mag de afwasauto maat niet direct naast warmteproduce rende toestellen worden geplaatst die niet standaard tot de keukenapparatuur behoren.
De afwasautomaat mag pas op het
~
elektriciteitsnet worden aangesloten, nadat deze is geplaatst en geïnstal leerd en nadat de deurveren zijn inge steld.
Controleer of de elektrische waar-
~
den van uw elektrische installatie (spanning, frequentie en zekering) overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje.
De elektrische veiligheid van deze
~
afwasautomaat wordt enkel gewaar­borgd als het toestel op een aardsys­teem aangesloten is dat volgens de voorschriften geïnstalleerd is. Het is
­heel belangrijk dat aan deze fundamen
tele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat uw elektrische installatie bij twijfel door een vakman of vakvrouw controle
­ren.
­De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die werd veroorzaakt doordat
­de aardleiding onderbroken was of ge
woon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen ongeschikte stopcontactenblokken of ongeschikte verlengkabels om de afwasautomaat aan te sluiten. Die bieden niet voldoen de veiligheidsgaranties. Er bestaat on der andere gevaar voor oververhitting.
Dit toestel mag niet op niet-vaste
~
plaatsen (bijv. op een schip) worden gebruikt.
Stel de afwasautomaat niet op in
~
een vertrek waar het kan vriezen. Be vroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De betrouwbaar heid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder het vries­punt in het gedrang komen.
Het kunststof omhulsel van de wa-
~
teraansluiting bevat een elektrisch on­derdeel. Dompel het omhulsel niet in vloeistof.
In de watertoevoerslang bevinden
~
zich delen die onder spanning staan wanneer het toestel op het elektriciteits net is aangesloten. De slang mag daar om niet worden ingekort.
Het Waterproof System van Miele
~
biedt een betrouwbare bescherming te gen waterschade, maar alleen als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het toestel moet volgens de voor schriften geïnstalleerd zijn.
Wanneer er duidelijk sprake is van schade, moet het toestel worden hersteld of moeten de desbetreffen de onderdelen worden vervangen.
Draai de waterkraan dicht bij lange afwezigheid (bijv. vakantie).
-
-
-
-
Het Waterproof System werkt ook wan neer de afwasautomaat is uitgescha keld. De afwasautomaat moet dan wel op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
-
-
-
-
-
Een afwasautomaat die beschadigd
~
is, kan uw veiligheid in gevaar brengen. Schakel het toestel meteen uit wanneer het beschadigd is en neem contact op met uw Miele-handelaar of met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Door ondeskundig uitgevoerde her
~
stellingen kunnen er niet te onderschat ten risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld. Herstellingen mag u uitsluitend laten uitvoeren door vakmen­sen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij schade achteraf geen aan­spraak meer op garantie.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Bij onderhoudswerken dient u altijd
~
het toestel los te koppelen van het elek triciteitsnet. Schakel daartoe de afwas automaat uit en trek daarna de stekker uit het stopcontact, of schakel de hoofd schakelaar in uw zekeringenkast uit.
Wanneer de aansluitkabel is be
~
schadigd, moet deze door een speciale aansluitkabel worden vervangen. Neem contact op met uw Miele-handelaar of met de dienst Herstellingen aan huis van Miele. Om veiligheidsredenen mag de aansluitkabel alleen door een door Miele erkende vakman of vakvrouw of door de dienst Herstellingen aan huis van Miele worden vervangen.
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deskundige plaatsing
Neem bij plaatsing en aansluiting
~
van de afwasautomaat de montage-in structies in de montageschets in acht.
Om een perfecte werking te waar
~
borgen, dient u het toestel waterpas op te stellen.
Voor de stabiliteit van de afwasauto
~
maat is het noodzakelijk dat onder of in te bouwen afwasautomaten uitsluitend worden geplaatst onder een doorlo pend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kasten die ernaast staan.
Wilt u van een vrijstaande afwasau-
~
tomaat een onderbouwafwasautomaat maken, vervang het sokkelpaneel dan door een sokkelpaneel dat hoort bij onderbouwafwasautomaten. Gebruik daarvoor de daarbij horende ombouw­set. Doet u dat niet, dan loopt u het risico zich aan uitstekende metalen onderde­len te verwonden.
De deurveren moet aan beide kant
~
en gelijk worden ingesteld. Om te con troleren of ze juist zijn ingesteld, opent u de deur gedeeltelijk (openingshoek van ca. 45°). Laat de deur vervolgens los. Als de deur in de geopende stand blijft staan, zijn de deurveren juist inge steld. De deur mag niet ongeremd naar beneden vallen.
-
-
Veilig gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de
~
spoelruimte. Dit in verband met explo
­siegevaar.
Adem geen poedervormige reini
~
gingsmiddelen in! Slik geen reinigings middelen in! Reinigingsmiddelen kun nen brandwonden in neus, mond en
­keel veroorzaken. Ga direct naar de
dokter wanneer u een reinigingsmiddel hebt ingeademd of ingeslikt.
Laat de deur van de afwasautomaat
~
niet onnodig openstaan. U zou zich daaraan kunnen stoten.
Het vaatwerk kan na afloop van het
~
programma zeer heet zijn! Laat het vaatwerk daarom na het uit­schakelen van de automaat in de af­wasautomaat afkoelen, totdat u het goed kunt vastpakken.
Wanneer de deur openstaat, ga
~
daar dan niet op zitten of staan. Doet u dat wel, dan kan het toestel kantelen.
-
Daarbij kunt u letsel oplopen of kan het
-
toestel beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend reinigingsmidde
~
len voor huishoudafwasautomaten. Ge bruik geen handafwasmiddelen! Ge bruik uitsluitend naspoelmiddelen voor
­huishoudafwasautomaten!
Gebruik geen reinigingsmiddelen
~
die voor bedrijfs- of industriële afwas automaten zijn ontwikkeld. Doet u dat wel, dan kan er materiële schade ont staan en kunnen er hevige chemische reacties optreden (bijv. een knalgasre actie).
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vul het naspoelmiddelreservoir niet
~
met poedervormig of vloeibaar reini gingsmiddel. Dit zou het naspoelmid delreservoir beschadigen!
Vul het zoutreservoir niet met poe
~
dervormig of vloeibaar reinigingsmid del. Het reinigingsmiddel zou de water ontharder beschadigen.
Gebruik uitsluitend speciaal grofkor
~
relig regenereerzout of ander zout dat speciaal is ontwikkeld voor afwasauto maten. Gebruik in geen geval andere soorten zout. Die bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de waterontharder.
Hebt u een afwasautomaat met een
~
bestekkorf (afhankelijk van het model), dan plaatst u bestek zo in de vakken van de bestekkorf dat de snijkanten van de messen en de punten van vorken beneden zitten. Dit is veiliger. Hou er­mee rekening dat u zich kunt verwon­den aan snijkanten en punten van vor ken die naar boven gericht zijn. Wel is het zo dat bestek gemakkelijker wordt gereinigd en gedroogd wanneer u het zo plaatst dat de scherpe kanten boven en de grepen beneden zitten.
-
-
-
-
-
-
Wanneer u de extra functie "Startuit
~
stel" gebruikt (afhankelijk van het mo del), moet u ervoor zorgen dat het do seerbakje voor het reinigingsmiddel droog is. Reinigingsmiddel gaat in een vochtig doseerbakje klonteren en wordt misschien niet volledig weggespoeld.
-
Toebehoren
­Alleen toebehoren dat Miele uitdruk
~
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen gemonteerd of in gebouwd, dan vervalt het recht op ga rantie en/of de productaansprakelijk­heid.
Wat met een afgedankte afwas­automaat?
Maak het deurslot onbruikbaar zo-
~
dat kinderen zich niet in het toestel kun­nen opsluiten. Verwijder hiertoe de sluithaak van het deurslot.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden gevolgd, kan de fabri kant niet aansprakelijk worden ge steld voor schade die daar eventu eel het gevolg van is.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Reinig geen kunststof vaatwerk in
~
de afwasautomaat dat niet hittebesten dig is, zoals wegwerpbakjes of wegwerpbestek. Dit soort vaatwerk kan door de hoge temperaturen vervormen.
-
11
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het wegdoen van het verpak
-
kingsmateriaal
De verpakking beschermt het toestel tegen transportschade. Er werd voor milieuvriendelijk en recycleerbaar ver pakkingsmateriaal gekozen.
Het gaat om de volgende soorten mate riaal:
Buitenverpakking:
Golfkarton van 100 %
kringloopmateriaal, andere mogelijkheid: stretchfolie/wikkelfolie van polyethy­leen (PE)
– Kunststofomsnoeringsbanden van
polypropyleen (PP)
Binnenverpakking:
– Expansieve polystyreen (EPS) zon-
der toevoeging van chloor of fluor
– Bodem, deksellijst en steunlijsten van
onbehandeld hout van bosteeltkundig beheerde bossen
Beschermingsfolie van polyethyleen (PE)
Het recycleren van het verpakkingsma teriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw Miele-handelaar neemt de verpakking terug of geeft u informatie over de dichtstbijzijnde mogelijkheid voor teruggave.
-
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe stellen bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het toestel nodig waren. Als deze stoffen bij het
­restafval terechtkomen of verkeerd wor
den behandeld, kunnen ze schade be rokkenen aan de gezondheid van men sen en het milieu. Geef uw oud toestel dus niet mee met het gewone huisvuil.
Breng het toestel liever naar het dichtst­bijzijnde gemeentelijk containerpark. Vraag meer informatie aan uw Miele­handelaar.
Zorg er ook voor dat het toestel kindveilig wordt bewaard voor u het wegbrengt.
Alle kunststofonderdelen van het toestel
­zijn gemarkeerd met een internationaal
erkend symbool. Daardoor kan bij het afdanken van het toestel het kunststofafval correct worden geschei den voor milieuvriendelijke recyclage.
-
-
-
-
-
-
12
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Spaarzaam afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst water- en energiebesparend. U kunt nog spaarzamer te werk gaan als u de volgende adviezen volgt:
Het is mogelijk om de afwasautomaat
^
op warm water aan te sluiten. Bijzon der geschikt is een warmwateraan sluiting bij een energetisch gunstige warmwaterbereiding, bijv. zonne-energie met circulatieleiding. Bij elektrisch verwarmde installaties is het echter aan te bevelen om uw toestel op koud water aan te sluiten.
^ Benut de volledige beladingscapaci-
teit van de rekken zonder de afwas­automaat te overladen. Zo wast u het efficiëntst af.
^ Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van vervuiling.
-
-
^ Gebruik het programma "ECO" om
energie te besparen. Dit programma is voor de reiniging van normaal vervuild vaatwerk het efficiëntst qua energie- en waterver bruik.
^
Neem de doseeraanwijzingen van de reinigingsmiddelfabrikant in acht.
^
Wanneer u poedervormig of vloei baar reinigingsmiddel gebruikt en de rekken maar half beladen zijn, kunt u de hoeveelheid reinigingsmiddel met
1
/3reduceren.
-
-
13
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Het openen van de deur
^ Trek aan de deurgreep.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl de afwasautomaat in gebruik is, worden alle functies automatisch onderbroken.
Het sluiten van de deur
Schuif de korven naar binnen.
^
Sluit de deur totdat deze vastklikt.
^
14
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Waterontharder
Om goede reinigingsresultaten te be reiken, heeft de afwasautomaat zacht (kalkarm) water nodig. Bij hard water ontstaat er witte kalkaanslag op het vaatwerk en op de wanden van de spoelruimte. Water met een waterhardheid van 4 °d (0,7 mmol/l) en hoger moet daarom worden onthard. Daar wordt in de inge bouwde waterontharder automatisch voor gezorgd. De waterontharder is ge schikt voor een waterhardheid tot 70 °d (12,6 mmol/l).
– De waterontharder heeft daarvoor
wel regenereerzout nodig. Als u combinatiereinigingsmiddelen gebruikt, kunt u afhankelijk van de waterhardheid (ß21 °d) ervoor kiezen geen zout te doseren (zie rubriek "Reinigingsmiddel").
– De afwasautomaat moet precies wor-
den geprogrammeerd naar de hard­heid van uw water.
-
In de fabriek is een waterhardheid van 15 °d (2,7 mmol/l) geprogram meerd.
Wanneer deze waterhardheid overeen komt met de hardheid van uw water, hoeft u deze rubriek niet verder te le zen.
Wanneer uw water echter een andere hardheid heeft, moet u deze met de
­toetsen op uw bedieningspaneel pro
grammeren.
-
-
-
-
-
Informeer bij uw maatschappij voor watervoorziening welke hardheids graad uw water precies heeft.
Programmeer bij een variërende water hardheid (bijv. 37-50 °d) altijd de hoog ste waarde (in dit voorbeeld 50 °dH).
Bij een eventuele herstelling is het voor de monteur handig om de hardheid van uw water te weten.
^
Noteer daarom de hardheid van uw water:
°d
-
-
-
15
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Waterharheid weergeven en instellen
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K als het toestel nog ingescha keld is.
Hou de toets "Programma" ingedrukt.
^
Schakel de afwasautomaat in met de
^
toets K en hou de toets "Programma" nog minstens 4 seconden ingedrukt, totdat het controlelampje van het pro gramma rechtsonder aangaat.
Als dit niet het geval is, begint u op
-
nieuw.
^ Druk 2 keer op de toets "Turbo".
Het controlelampje "Toevoer/Afvoer" knippert 2 keer kort.
Op het display wordt "p15" weergege- ven. Dit betekent dat in de fabriek een wa­terhardheid van 15 °d is ingesteld.
^ Kies met de toets "Programma" de
waarde die hoort bij de hardheid van uw water.
Telkens als u op de toets drukt, ver
­groot u de waarde. Na de hoogste wa terhardheid begint het tellen weer van voren af aan.
^
Schakel de afwasautomaat uit met de toets K.
-
°d mmol/l °f
1 2 3 4 5 6
-
-
7 8
9 10 11 12 13 14
15
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
37-50 51-60 61-70
0,2 0,4 0,5 0,7 0,9 1,1 1,3 1,4 1,6 1,8 2,0 2,2 2,3 2,5
2,7
2,9 3,1 3,2 3,4 3,6 3,8 4,0 4,1 4,3 4,5 4,7 4,9 5,0 5,2 5,4 5,6 5,8 5,9 6,1 6,3 6,5
6,7-9,0
9,2-10,8
11,0-12,6
2 4 5 7
9 11 13 14 16 18 20 22 23 25
27
29 31 32 34 36 38 40 41 43 45 47 49 50 52 54 56 58 59 61 63 65
67-89
91-108
110-126
In te stellen
waarde
op het display
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14
15
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 50 60 70
16
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Wat u nodig hebt om het toestel voor het eerst in gebruik te nemen:
ca. 2 l water,
ca. 2 kg regenereerzout,
reinigingsmiddel voor huishoud
afwasautomaten,
naspoelmiddel voor huishoudafwas
automaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de fa briek op zijn werking getest. Als gevolg van deze tests blijft er wa­ter in het toestel achter. Dit betekent niet dat het toestel eerder door een andere consument is gebruikt.
-
Zoutreservoir vullen met regenereerzout
Ligt de hardheid van uw water steeds onder de 4 °d
(= 0,7 mmol/l), dan hoeft u geen zout te doen in het zoutreservoir.
U moet dan echter wel de afwasau tomaat instellen op de hardheid van uw water.
-
Belangrijk! Wanneer u het zoutreser
-
voir voor de eerste keer met regene reerzout wilt vullen, vul het dan eerst met ca. 2 l water. Zo kan het zout oplossen. Nadat u de afwasauto­maat voor het eerst in gebruik hebt genomen, zit er altijd genoeg water in het zoutreservoir.
,
Vul het zoutreservoir niet met poedervormig of vloeibaar reini­gingsmiddel. Het reinigingsmiddel zou de waterontharder bescha digen.
-
-
-
-
,
Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig regenereerzout of ander zout dat speciaal is ontwikkeld voor afwasautomaten. Gebruik in geen geval andere soorten zout. Die be vatten soms niet in water op te los sen deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de waterontharder.
-
-
17
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Haal de onderste korf uit de spoel
^
ruimte en draai de dop van het zout reservoir open.
Telkens als u de dop van het zoutre servoir opendraait, loopt er water of zout over de rand van het reservoir. Draai de dop er daarom alleen maar af om zout bij te vullen.
Vul het zoutreservoir voordat u het
^
toestel voor het eerst in gebruik neemt met ca. 2 l water.
Controlelampje voor het
-
-
bijvullen van zout
Vul na afloop van een programma
^
-
zout bij wanneer het controlelampje "Zout" brandt.
Het is mogelijk dat het controlelampje nog korte tijd blijft branden nadat u zout hebt bijgevuld. Het controlelampje gaat uit zodra zich een zoutconcentratie heeft gevormd die hoog genoeg is.
Het controlelampje voor het bijvullen van zout wordt uitgeschakeld wanneer u de afwasautomaat op een waterhard heid van minder dan 4 °d (= 0,7 mmol/l) hebt ingesteld.
Start direct daarna het program-
,
ma "Snel" zonder vaatwerk en zon­der de functie "Turbo", zodat eventu­eel gemorste zoutresten kunnen worden verdund en daarna wegge­pompt.
-
^
Plaats een trechter in de opening van het zoutreservoir en vul het zoutreser voir met zout totdat het vol is. In het zoutreservoir kan afhankelijk van het soort zout maximaal 2 kg.
^
Verwijder de zoutresten die zich rond het zoutreservoir bevinden en schroef de dop weer stevig op het zoutreservoir.
^
Start direct daarna het programma "Snel" zonder vaatwerk en zonder de functie "Turbo", zodat eventueel ge morste zoutresten kunnen worden verdund en daarna weggepompt.
18
-
-
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Controlelampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel uitschakelen
Als u steeds combinatiereinigings middelen gebruikt en de controlelamp jes voor het bijvullen van zout en na spoelmiddel u storen, kunt u deze con trolelampjes uitschakelen.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
Hou de toets "Programma" ingedrukt
^
en schakel tegelijkertijd de afwasau tomaat in met de toets K. Hou de toets "Programma" minstens 4 seconden ingedrukt, totdat het con­trolelampje van het programma rechtsonder aangaat.
Als dit niet het geval is, begint u op­nieuw.
^ Druk 9 keer op de toets "Turbo".
Het controlelampje "Turbo" knippert 9 keer kort.
-
-
Een melding op het display geeft aan of de controlelampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel zijn inge schakeld of uitgeschakeld:
"p1": Controlelampjes voor het bijvul
­len van zout en naspoelmiddel zijn
-
ingeschakeld
"p0": Controlelampjes voor het bij
vullen van zout en naspoelmiddel zijn uitgeschakeld
Druk op de toets "Programma" als u
^
de instelling wilt wijzigen.
-
De instelling wordt direct opgeslagen.
^ Schakel de afwasautomaat uit met de
toets K.
Wanneer u geen combinatie­reinigingsmiddelen meer gebruikt, moet u het zoutreservoir en naspoel­middelreservoir weer vullen en de controlelampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel weer in­schakelen.
-
-
-
19
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te zorgen dat het water tijdens het drogen als een film van het vaatwerk afloopt en het vaatwerk na het reinigen droogt zonder dat het vlekken vertoont. Het naspoelmiddel wordt in het na spoelmiddelreservoir gegoten en bij het naspoelen in de ingestelde dosering automatisch toegevoegd.
Vul het naspoelmiddelreservoir
,
alleen met naspoelmiddel voor huis houdelijke afwasautomaten. Vul het in geen geval met reinigingsmid­delen voor afwasautomaten of handafwasmiddelen. Dit zou het na­spoelmiddelreservoir beschadigen.
Een andere mogelijkheid is dat u
– azijn voor huishoudelijk gebruik
(maximaal 5 % zuur)
of
-
-
Naspoelmiddelreservoir vullen met naspoelmiddel
^ Open het klepje van het naspoelmid-
delreservoir door op het knopje te drukken in de richting van de pijl. Het klepje springt open.
vloeibaar citroenzuur (10 %)
gebruikt. Het vaatwerk zal echter voch tiger zijn en meer vlekken vertonen dan wanneer u naspoelmiddel gebruikt.
,
U mag in geen geval azijn met een hoger zuurpercentage (bijv. azijnessence van 25 %) gebruiken. Daarbij kan de afwasautomaat be schadigd raken.
Gebruikt u uitsluitend combinatie reinigingsmiddelen, dan hoeft u het naspoelmiddelreservoir niet met na spoelmiddel te vullen.
20
-
-
-
-
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Controlelampje voor het bijvullen van naspoelmiddel
Vul het naspoelmiddelreservoir totdat
^
het naspoelmiddel in de vulopening zichtbaar is.
In het naspoelmiddelreservoir kan ca. 110 ml.
^ Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt. Is het klepje niet goed gesloten, dan kan er tijdens het af­wassen water in het naspoelmiddel­reservoir lopen.
^
Veeg eventueel gemorst naspoelmid del goed weg om bij de volgende af wasbeurt sterke schuimvorming te voorkomen.
Wanneer het controlelampje "Naspoel middel" op het bedieningspaneel aan gaat, is er nog genoeg naspoelmiddel voor 2 tot 3 afwasbeurten.
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
^
Als u steeds combinatiereinigings middelen gebruikt en de controle lampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel u storen, kunt u deze controlelampjes uitschakelen (zie ru briek "Toestel voor het eerst in ge bruik nemen", "Controlelampje voor het bijvullen van zout").
Wanneer u geen combinatiereini­gingsmiddelen meer gebruikt, moet u het zoutreservoir en naspoelmid­delreservoir weer vullen en de con­trolelampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel weer inscha­kelen.
-
-
-
-
-
-
-
-
21
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Naspoelmiddeldosering instellen
De dosering is instelbaar in hoeveelhe den van ca. 0-6 ml. In de fabriek is een naspoelmiddeldosering van ca. 3 ml in gesteld. Deze naspoelmiddeldosering is aan te raden.
De daadwerkelijke naspoelmiddeldose ring kan door de automatische aanpas sing van het programma "Automatic" hoger zijn dan de ingestelde waarde.
Vertoont het vaatwerk vlekken:
^ stel dan een hogere naspoelmiddel-
dosering in.
Vertoont het vaatwerk strepen of slui­ers:
^ stel dan een lagere naspoelmiddel-
dosering in.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
Hou de toets "Programma" ingedrukt
^
-
en schakel tegelijkertijd de afwasau tomaat in met de toets K.
­Hou de toets "Programma" minstens
4 seconden ingedrukt, totdat het con trolelampje van het programma
­rechtsonder aangaat.
­Als dit niet het geval is, begint u op
nieuw.
Druk 3 keer op de toets "Turbo/Com
^
bi"-tabletten.
Het controlelampje "Combi"-tabletten knippert 3 keer kort.
Op het display wordt "p3" weergege- ven. Dit betekent dat in de fabriek een na­spoelmiddeldosering van 3 ml is inge­steld.
De ingestelde waarde voor de naspoel­middeldosering wordt weergegeven in de cijfers achter de "p" op het display.
-
-
-
-
22
^
Kies met de toets "Programma" de waarde die hoort bij de gewenste na spoelmiddeldosering. Telkens als u op de toets drukt, ver groot u de waarde.
De geprogrammeerde naspoelmiddel dosering wordt direct opgeslagen.
^
Schakel de afwasautomaat uit met de toets K.
-
-
-
Loading...
+ 50 hidden pages