Miele G 5196 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
voor afwasautomaten
Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de montage-instructies voordat u uw afwas­automaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 09 260 380
Inhoud
Beschrijving van het apparaat .......................................5
Het apparaat in één oogopslag........................................5
Bedieningsveld ....................................................6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................7
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ......................12
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal .............................12
Het afdanken van het apparaat .......................................12
Economisch afwassen ..............................................13
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt .................14
Het openen van de deur ............................................14
Het sluiten van de deur .............................................14
Waterontharder ...................................................15
Het controleren en programmeren van de waterhardheid ................16
Voor het eerste gebruik hebt u nodig ..................................17
Het doseren van regenereerzout......................................17
Controlelampje voor het zout.........................................18
Het uitschakelen van de controlelampjes voor het bijvullen van zout en
naspoelmiddel .................................................19
Naspoelmiddel....................................................20
Het doseren van naspoelmiddel ......................................20
Controlelampje voor het naspoelmiddel ................................21
Het instellen van de dosering van het naspoelmiddel .....................22
Het inruimen van serviesgoed en bestek .............................23
Serviesgoed en bestek die niet geschikt zijn voor de afwasautomaat .........24
Bovenrek ........................................................25
Kopjesrek (afhankelijk van het model) ...............................25
Het verstellen van het bovenrek ....................................26
Onderrek ........................................................27
MultiComfort-gedeelte ...........................................28
Omklapbare spijlen (afhankelijk van het model) .......................28
Bestek ..........................................................29
Besteklade (afhankelijk van het model) ..............................29
Bestekkorf (afhankelijk van het model)...............................30
Bediening .......................................................31
Reinigingsmiddelen ................................................31
Het doseren van reinigingsmiddel.....................................32
Het inschakelen van de afwasautomaat ................................34
2
Inhoud
Het kiezen van een programma ......................................34
Het starten van het programma.......................................34
Standby .........................................................34
Einde van het programma ...........................................35
Het uitschakelen van de afwasautomaat................................35
Het uitruimen van de afwasautomaat ..................................35
Het onderbreken van het programma ..................................36
Wisseling van programma ...........................................36
Extra functies ....................................................37
Turbo ...........................................................37
DosControl .......................................................37
Voorprogrammering................................................38
Zoemer..........................................................40
Aanpassing Automatic - programma...................................41
Memory .........................................................42
Optimalisering standby .............................................43
Fabrieksinstellingen ................................................44
Reiniging en onderhoud ...........................................45
Het reinigen van de spoelruimte ......................................45
Het reinigen van de deurdichting en de deur ............................45
Het reinigen van het bedieningsveld en het front .........................46
Het reinigen van de zeefcombinatie in de spoelruimte .....................47
Het reinigen van de sproeiarmen .....................................49
Nuttige tips ......................................................50
Technische storingen ..............................................50
Storingen in de watertoevoer / waterafvoer ..............................52
Algemene problemen met de afwasautomaat............................53
Vreemde geluiden .................................................54
Een tegenvallend afwasresultaat......................................55
Het verhelpen van storingen........................................58
Het reinigen van het zeefje in de schroefkoppeling van de watertoevoer ......58
Het reinigen van de afvoerpomp en de terugslagklep .....................59
Afdeling Klantcontacten ...........................................61
Voor testinstituten .................................................61
Programma-overzicht .............................................62
Na te bestellen accessoires ........................................66
Elektrische aansluiting ............................................67
3
Inhoud
Wateraansluiting .................................................68
Het waterbeveiligingssysteem van Miele ...............................68
Watertoevoer .....................................................68
Waterafvoer ......................................................69
Beluchting van de waterafvoer .....................................69
Technische gegevens .............................................70
4
Het apparaat in één oogopslag
Beschrijving van het apparaat
a Bovenste sproeiarm
(niet zichtbaar)
b Besteklade
(afhankelijk van het model)
c Bovenrek
d Middelste sproeiarm
e Luchttoevoer voor het drogen
(afhankelijk van het model)
f Onderste sproeiarm
g Zeefcombinatie
h Typeplaatje
i Reservoir voor naspoelmiddel
j Tweevaksdoseerbakje voor reini
gingsmiddel
k Reservoir voor regenereerzout
-
5
Beschrijving van het apparaat
Bedieningsveld
a Controlelampjes voor
watertoevoer en waterafvoer, naspoelmiddel en zout
b Tijdsaanduiding voorprogrammering
c , - toets met controlelampje
(Voorprogrammeringstoets)
d Turbo – toets met controlelampje
e Programma’s met controlelampjes
f Programmatoets
g K - toets (Aan/Uit - toets)
met controlelampje
In deze gebruiksaanwijzing worden verschillende modellen afwasautomaat be schreven. Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid: Normaal = Afwasautomaten met een hoogte van 80,5 cm (inbouwapparaat)
resp. een hoogte van 84,5 cm (vrijstaand apparaat)
XXL = Afwasautomaat met een hoogte van 84,5 cm
6
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalin gen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daar om eerst aandachtig door voordat u dit apparaat in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt daarmee schade aan uw automaat.
Personen die op grond van hun
~
fysieke of psychische gesteldheid, hun
-
onervarenheid of gebrek aan kennis van de afwasautomaat niet in staat zijn om het apparaat veilig te bedienen, mogen deze automaat alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of wor den geïnstrueerd door een verant
­woordelijk persoon.
Wanneer er kinderen in huis zijn
-
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar van het appa­raat.
Efficiënt gebruik
Deze afwasautomaat is uitsluitend
~
bestemd voor huishoudelijk of daarmee vergelijkbaar gebruik.
Deze afwasautomaat is uitsluitend
~
bestemd voor gebruik binnenshuis.
Deze afwasautomaat is uitsluitend
~
bestemd voor het afwassen van huis houdservies. Het gebruik voor andere doeleinden en het aanbrengen van veranderingen aan het apparaat is ontoelaatbaar en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor den gesteld voor schade die is ont staan door gebruik voor andere doel einden dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
-
-
-
Wanneer er kinderen in de buurt van
~
de afwasautomaat zijn, houd ze dan goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze niet met het apparaat gaan spelen. Wanneer zij dit doen bestaat het gevaar dat ze zich in de automaat opsluiten.
Kinderen mogen de afwasautomaat
~
alleen dan zonder toezicht gebruiken, wanneer ze weten hoe het apparaat werkt en wat voor gevaar zij lopen wan­neer ze de automaat fout bedienen.
Zorg ervoor dat kinderen niet met
~
reinigingsmiddelen in aanraking kun nen komen. Reinigingsmiddelen kunnen brandwon den in mond en keel veroorzaken of tot verstikking leiden. Laat kinderen niet bij de afwasautomaat komen als deze ge opend is. Er zouden nog resten reini
-
gingsmiddelen in de automaat aanwe zig kunnen zijn. Ga direct naar de dokter wanneer uw kind reinigingsmiddel binnengekregen heeft.
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
~
wordt geplaatst, of het zichtbaar be schadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een afwasautomaat die beschadigd is kan uw veiligheid in gevaar brengen.
De afwasautomaat mag alleen via
~
een 3-polige stekker met randaarde op het elektriciteitsnet worden aangeslo ten. De stekker mag niet worden afgeknipt en niet vast aangesloten. U moet na plaatsing van het apparaat zonder problemen bij het stopcontact kunnen komen, zodat u ieder moment de stekker uit de automaat kunt trek­ken.
Wanneer zich in de buurt van de af-
~
wasautomaat een elektrisch apparaat bevindt, let er dan op dat de stekker van dit apparaat niet schuilgaat achter de afwasautomaat. Daar de inbouwkast niet altijd diep ge noeg is kan er druk op de stekker ont staan, wat het risico op oververhitting en daarmee op brand verhoogt.
-
-
Dit apparaat mag pas dan op het
~
elektriciteitsnet worden aangesloten, nadat het is geplaatst en gemonteerd (inclusief deurveerinstelling).
Controleer of de elektrische waar
~
den van uw huisinstallatie (spanning, frequentie en zekering) overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje.
De elektrische veiligheid van dit ap
~
paraat is alleen dan gewaarborgd als het wordt aangesloten op een aar dingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstal leerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die is ont­staan door een ontbrekende of bescha­digde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Deze afwasautomaat mag niet op
~
het elektriciteitsnet worden aangesloten via meervoudige stopcontacten of via
-
verlengsnoeren die daarvoor niet ge
-
schikt zijn. Gebeurt dat wel, dan bestaat er gevaar voor oververhitting.
-
-
-
-
-
De afwasautomaat mag niet onder
~
een kookplaat worden geïnstalleerd. Een kookplaat straalt voor een deel hoge temperaturen af waardoor de au tomaat beschadigd zou kunnen raken. Om dezelfde reden mag de afwasauto maat niet direct naast warmteproduce rende apparaten worden geplaatst die niet standaard tot de keukenuitrusting behoren.
8
Dit apparaat mag niet op een niet-
~
stationaire locatie (bijv. op een schip) worden gebruikt.
-
-
-
Plaats uw afwasautomaat niet in
~
vorstgevoelige ruimten. Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tem peraturen onder het vriespunt afnemen.
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De kunststof behuizing van de wa
~
teraansluiting bevat een elektrisch on derdeel. Zorg ervoor dat de behuizing niet nat wordt!
In de watertoevoerslang bevinden
~
zich spanningsvoerende delen. De slang mag daarom niet worden doorgeknipt.
Het Miele-Waterproofsysteem biedt
~
een betrouwbare bescherming tegen waterschade, maar wel op de volgende voorwaarden:
De afwasautomaat moet volgens de
voorschriften geïnstalleerd zijn.
– Wanneer er duidelijk sprake is van
schade moet het apparaat worden gerepareerd, resp. moeten onderde­len worden vervangen.
– De kraan moet bij langere afwezig-
heid (bijv. vakantie) worden dichtge­draaid.
Het Waterproofsysteem functioneert ook wanneer de afwasautomaat is uit geschakeld. Het apparaat moet dan wel op het elektriciteitsnet zijn aange sloten.
Een afwasautomaat die beschadigd
~
is kan uw veiligheid in gevaar brengen. Stel het apparaat meteen buiten wer king wanneer het beschadigd is en neem contact op met uw leverancier of met de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V.
-
-
-
-
-
Reparaties aan de afwasautomaat
~
mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor de ge bruiker opleveren, waarvoor de fabri kant niet aansprakelijk kan worden ge steld.
Defecte onderdelen mogen alleen
~
door originele Miele-onderdelen wor den vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kun nen wij garanderen, dat zij volledig vol doen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze apparaten en onder­delen daarvan.
Bij onderhoudswerkzaamheden
~
dient u altijd de spanning van de af­wasautomaat te halen. Schakel daartoe het apparaat uit en trek daarna de stekker uit het stopcon­tact of schakel de hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie uit.
Een beschadigde aansluitkabel mag
~
alleen door een aansluitkabel van het zelfde type worden vervangen. Deze is verkrijgbaar bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. Om veiligheidsredenen mag de kabel alleen door een erkend vakman / vak vrouw of door de afdeling Klantcontac ten van Miele Nederland B.V. worden vervangen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Plaatsing
Neem bij plaatsing en aansluiting
~
van de afwasautomaat de instructies in het montageschema in acht.
De afwasautomaat moet waterpas
~
worden geplaatst.
Onder of in te bouwen afwasauto
~
maten mogen omwille van de stabiliteit uitsluitend worden geplaatst onder een doorlopend werkblad dat is vastge schroefd aan de kasten die ernaast staan.
Wanneer u een vrijstaande afwas
~
automaat wilt onderbouwen, moet u daartoe de vrijstaande sokkel verwijde­ren en deze vervangen door een sok­kelpaneel voor een onderbouwafwas­automaat. Dit paneel zit in de daarvoor bestemde onderbouwset. Doet u dat niet, dan loopt u het gevaar zich aan uitstekende metalen delen te bezeren.
De deurveren moeten aan beide
~
kanten gelijkmatig worden ingesteld. Wanneer u de deur half, d.w.z. in een hoek van 45°, opendoet en daarna los laat moet de deur in die positie blijven staan en niet zomaar naar beneden klappen.
-
-
-
Juist gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de
~
spoelruimte. Dit in verband met explosiegevaar.
Adem geen poedervormige reini
~
gingsmiddelen in! Slik geen reinigings middelen in! Reinigingsmiddelen kun nen brandwonden in neus, mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u rei nigingsmiddelen hebt ingeademd of in geslikt.
Laat de deur van de afwasautomaat
~
niet onnodig openstaan. U zou zich daaraan kunnen stoten.
Het vaatwerk kan na afloop van een
~
programma zeer heet zijn. Laat het daarom eerst zolang afkoelen, totdat u het aan kunt raken.
Wanneer de deur van de afwasauto-
~
maat open staat, ga daar dan niet op zitten of staan. Doet u dat wel, dan kan het apparaat kantelen. Daarbij kunt u letsel oplopen of kan het apparaat beschadigd raken.
­Gebruik uitsluitend reinigingsmidde
~
len en naspoelmiddelen voor huishoud afwasautomaten. Gebruik geen reinigingsmiddelen voor de handafwas!
-
-
-
-
-
-
-
10
Gebruik geen reinigingsmiddelen
~
die voor bedrijfsafwasautomaten of in dustriereinigers bestemd zijn. Doet u dat wel kan er materiële schade ontstaan en kunnen er hevige chemi sche reacties optreden (bijv. een knal gasreactie).
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Doseer geen poedervormig of vloei
~
baar reinigingsmiddel in het reservoir voor naspoelmiddel, want dan gaat het reservoir kapot.
Doseer geen poedervormig of vloei
~
baar reinigingsmiddel in het reservoir voor het regenereerzout, want dan gaat de ontharder kapot.
Gebruik uitsluitend het speciale
~
grofkorrelige regenereerzout of andere zuivere ingedampte zouten. Gebruik in geen geval andere soorten zout, bijv. keukenzout of strooizout. Deze soorten zout bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder.
Heeft u een afwasautomaat met een
~
bestekkorf, kunt u het bestek het beste in de bestekkorf plaatsen met de gre­pen beneden en met de scherpe kant boven. Dan wordt het bestek makke­lijker schoon en droog. Wanneer u daardoor echter kans loopt om zich aan de scherpe kant van de messen en de punten van de vorken te verwonden, dan kunt u het bestek het beste met de grepen boven en met de scherpe kant beneden plaatsen.
Reinig geen kunststof vaatwerk in
~
de afwasautomaat dat niet hittebesten dig is zoals wegwerpbakjes of weg werpbestek. Dit soort vaatwerk kan door de hoge temperaturen vervormen.
-
-
-
Wanneer u de extra functie "Voor
~
programmering" gebruikt (afhankelijk van het model), moet u ervoor zorgen dat het doseerbakje voor het reinigings middel droog is. Reinigingsmiddel gaat in een vochtig doseerbakje klonteren en wordt mis schien niet volledig weggespoeld.
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
~
mogen worden aan- of ingebouwd. Wanneer er andere toebehoren worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepa­lingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Bij het afdanken van de afwas­automaat
Voorkom dat kinderen zich in het
~
apparaat opsluiten door de sluithaak van het deurslot te verwijderen en zo het deurslot onbruikbaar te maken.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd kan de fabri kant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even tueel het gevolg van is.
-
-
-
-
-
-
11
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het wegdoen van het verpak
-
kingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig be last en kan worden hergebruikt.
Het gaat om het volgende materiaal:
Buitenverpakking:
Golfkarton van 100 % recyclingmate
riaal, alternatief: wikkelstretchfolie van po lyethyleen (PE)
– Kunststof transportriemen van poly-
propyleen (PP)
Binnenverpakking:
– Expandeerbaar polystyrol (EPS) zon-
der chloor- of fluortoevoegingen
– Bodem, dekselframe en steunlijsten
van onbehandeld natuurhout afkom­stig uit beschermde bossen
Beschermfolie van polyethyleen (PE)
Hergebruik van het verpakkingsmateri aal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. De vakhan delaar neemt de verpakking terug of wijst u de dichtst bijgelegen plaats waar u de verpakking kwijt kunt.
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functi oneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen
­deze stoffen schadelijk zijn voor de ge
zondheid en het milieu.
-
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij het gemeentelijke inzameldepot voor elektrische en elek tronische apparatuur. Vraag uw handelaar indien nodig om
­inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
Alle kunststof onderdelen van het appa raat zijn met internationale tekens ge markeerd. Daardoor is het bij het afdanken van het apparaat mogelijk om de verschil lende soorten kunststof gescheiden te verwerken en te recyclen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
12
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Economisch afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst water- en energiebesparend.
U kunt nog spaarzamer te werk gaan, indien u de volgende adviezen opvolgt:
Het is mogelijk om de afwasautomaat
^
op warm water aan te sluiten. Bijzonder geschikt is een warmwater aansluiting bij een energetisch gunstige warmwaterbereiding, bijv. zonne-energie met circulatieleiding. Bij elektrisch verwarmde installaties is het echter aan te bevelen om uw apparaat op koud water aan te sluiten.
^ Benut de volledige beladingscapaci-
teit van de rekken zonder de afwas­automaat te overladen.
^ Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van vervuiling.
-
^ Kies het programma "ECO".
De water- en energiebesparing is voor normaal vervuild vaatwerk bij dit programma het grootst.
^
Houdt u aan de doseeradviezen op de verpakking van het afwasmiddel.
^
Wanneer u poedervormig of vloei baar reinigingsmiddel gebruikt en de rekken maar half beladen zijn, kunt u de hoeveelheid reinigingsmiddel met 1/3 reduceren.
-
13
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het openen van de deur
^ Trek aan de deurgreep.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl de afwasautomaat in gebruik is, worden alle functies automatisch onderbroken.
Het sluiten van de deur
Schuif de rekken naar binnen.
^
Sluit de deur totdat deze vastklikt.
^
14
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Waterontharder
Om goede reinigingsresultaten te berei ken heeft de afwasautomaat zacht (kalkarm) water nodig. Bij hard water ontstaat er witte kalkaan slag op het vaatwerk en op de wanden van de spoelruimte. Water met een waterhardheid van 4 °dH (0,7 mmol/l) moet daarom wor den onthard. Daar wordt in de inge bouwde waterontharder automatisch voor gezorgd. De waterontharder is geschikt voor een waterhardheid tot 70 °dH (12,6 mmol/l).
Neem de volgende aanwijzingen in acht.
– De waterontharder heeft daarvoor
wel regenereerzout nodig. Echter: bij gebruik van combi-tabs hoeft u al naar gelang de waterhard­heid (ß 21 °dH) geen regenereerzout te doseren. Zie hoofdstuk: "Reinigingsmiddelen".
-
-
Bij een eventuele reparatie is het voor de monteur makkelijk om de hardheid
­van uw water te weten.
Noteer daarom de hardheid van uw
^
water:
-
°dH
Vanuit de fabriek is een waterhard heid van 15 °dH (2,7 mmol/l) gepro grammeerd.
Wanneer deze waterhardheid overeen komt met de hardheid van uw eigen water, hoeft u dit hoofdstuk niet verder te lezen.
Wanneer uw water echter een andere hardheid heeft, moet u deze via de toetsen van uw bedieningsveld pro­grammeren.
-
-
-
De afwasautomaat moet precies wor den geprogrammeerd naar de hard heid van uw water.
^
Informeer bij het plaatselijke waterlei dingbedrijf wat voor hardheidsgraad uw water precies heeft.
Programmeer bij een variërende water hardheid (bijv. 37 - 50 °dH) altijd de hoogste waarde (in dit voorbeeld 50 °dH).
-
-
-
-
15
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het controleren en programmeren van de waterhardheid
Is de afwasautomaat nog aan,
schakel deze dan met de K - toets
^
uit.
Druk op de programmatoets en blijf
^
erop drukken.
Schakel tegelijk de afwasautomaat
^
met de K - toets in. Blijf daarbij minstens 4 seconden op de programmatoets drukken, totdat het controlelampje van het program ma rechts onder gaat branden.
Is dat niet het geval, begin dan nog eens van voren af aan.
^ Druk 2x op de Turbo - toets.
Het controlelampje "Turbo" knippert 2x kort achter elkaar.
In de tijdsaanduiding knipperen "p"en "15" afwisselend. Dat betekent dat er vanuit de fabriek een waterhardheid van 15 °dH is inge steld.
De ingestelde waterhardheid is te zien aan de cijfers die achter de "p" aan het knipperen zijn.
^
Kies met de programmatoets de waarde die hoort bij de hardheid van uw water.
Bij iedere druk op de toets krijgt men een hogere waterhardheid. Na de hoogste waterhardheid begint het tellen weer van voren af aan.
°dH mmol/l °f
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11
-
-
12 13 14
15
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
37-50 51-60 61-70
0,2 0,4 0,5 0,7 0,9 1,1 1,3 1,4 1,6 1,8 2,0 2,2 2,3 2,5
2,7
2,9 3,1 3,2 3,4 3,6 3,8 4,0 4,1 4,3 4,5 4,7 4,9 5,0 5,2 5,4 5,6 5,8 5,9 6,1 6,3 6,5
6,7-9,0
9,2-10,8
11,0-12,6
2 4 5 7
9 11 13 14 16 18 20 22 23 25
27
29 31 32 34 36 38 40 41 43 45 47 49 50 52 54 56 58 59 61 63 65
67-89
91-108
110-126
in te stellen
waarde in de
tijdsaanduiding
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14
15
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 50 60 70
^
Schakel de afwasautomaat met de K - toets uit.
16
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Voor het eerste gebruik hebt u nodig
ca. 2 l water;
ca. 2 kg regenereerzout;
reinigingsmiddel voor huishoudaf
wasautomaten;
naspoelmiddel voor huishoudafwas
automaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de fa briek op zijn werking getest. Als gevolg van deze tests blijft er wa­ter in het apparaat achter. Dit bete­kent niet dat het apparaat eerder door een andere consument is ge­bruikt.
-
Het doseren van regenereer zout
Als de hardheid van uw water steeds onder de 4 °dH (= 0,7 mmol/l) ligt, hoeft u geen zout te doseren. U moet dan echter wel de afwas automaat programmeren naar de
-
hardheid van uw water.
Wanneer u het zoutreservoir voor de eerste keer met regenereerzout wilt
­vullen, vul het dan eerst met ca. 2 l
water. Zo kan het zout oplossen. Nadat u de afwasautomaat in ge­bruik hebt genomen zit er altijd ge­noeg water in het reservoir.
,
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het re­servoir voor het regenereerzout, want dan gaat de ontharder kapot.
-
-
,
Gebruik uitsluitend het speciale grofkorrelige regenereerzout of an dere zuivere ingedampte zouten. Gebruik in geen geval andere soor ten zout, bijv. keukenzout of strooi zout. Deze soorten zout bevatten soms niet in water op te lossen deel tjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ont harder.
-
-
-
-
-
17
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Haal het onderrek uit de spoelruimte
^
en draai de dop van het zoutreservoir open.
Iedere keer wanneer u de dop van het zoutreservoir opendraait loopt er water of zout over de rand van het reservoir. Draai de dop er daarom alleen maar af om zout bij te vullen.
Vul het zoutreservoir voordat u het
^
apparaat voor de eerste keer ge bruikt met ca. 2 l water.
^
Plaats een trechter in de opening van het zoutreservoir en doseer dan zo veel zout in het zoutreservoir totdat het vol is. In het zoutreservoir kan afhankelijk van het soort zout max. 2 kg.
Start direct daarna het programma
^
"Snel" zonder vaatwerk en zonder Turbo – functie, zodat eventueel ge morste zoutresten kunnen worden verdund en daarna weggepompt.
-
Controlelampje voor het zout
Vul na afloop van een programma
^
zout bij wanneer het controlelampje "Zout" brandt.
-
Het is mogelijk dat het controlelampje nog korte tijd blijft branden, nadat u zout hebt bijgevuld. Het lampje gaat uit, zodra zich een zoutconcentratie heeft gevormd die hoog genoeg is.
Bovengenoemd controlelampje gaat niet branden, wanneer er een water­hardheid onder de 4 °dH (= 0,7 mmol/l) is geprogrammeerd.
,
Start direct na het doseren van regenereerzout het programma "Snel" zonder vaatwerk en zonder Turbo - functie, zodat eventueel ge morste zoutresten kunnen worden verdund en daarna weggepompt.
-
-
^
Verwijder de zoutresten die zich rond het zoutreservoir bevinden en schroef de dop weer stevig op het zoutreservoir.
18
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het uitschakelen van de controle lampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel
Wanneer u alleen maar combi-tabs ge bruikt kunt u de controlelampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel tegelijk uitschakelen.
Schakel de afwasautomaat met de
^
K - toets uit.
Druk op de programmatoets, blijf
^
erop drukken en schakel tegelijk de afwasautomaat met de K - toets in. Blijf daarbij minstens 4 seconden op de programmatoets drukken, totdat het controlelampje van het program­ma rechts onder gaat branden.
Is dat niet het geval, begin dan nog eens van voren af aan.
^ Druk 9x op de Turbo - toets.
Het controlelampje van de Turbo - toets knippert 9x kort achter elkaar.
-
In de tijdsaanduiding knippert "p1"of "p0". Daarmee wordt aangegeven of de con trolelampjes voor het bijvullen van zout
­en naspoelmiddel zijn in- of uitgescha
keld.
Wanneer "p1" knippert,
dan zijn de controlelampjes voor het bijvullen ingeschakeld.
Wanneer "p0" knippert,
dan zijn de controlelampjes voor het bijvullen uitgeschakeld.
Wanneer u deze instelling weer wilt ver anderen,
^ druk dan op de programmatoets.
De instelling wordt direct opgeslagen.
^ Schakel de afwasautomaat met de
K - toets uit.
Wanneer u geen combi-tabs meer gebruikt, denk er dan aan om zout en naspoelmiddel te doseren en de controlelampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel weer in te schakelen.
-
-
-
19
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te zorgen dat het water tijdens het drogen als een film van het vaatwerk afloopt en het vaatwerk na het spoelen droogt zonder dat het vlekken gaat vertonen.
Het naspoelmiddel wordt in het reser voir voor naspoelmiddel gedoseerd en bij het naspoelen in de ingestelde hoe veelheid automatisch toegevoegd.
Doseer alleen naspoelmiddel
,
voor huishoudafwasautomaten in het naspoelmiddelreservoir. Doseer in geen geval reinigingsmid­delen voor afwasautomaten of reini­gingsmiddelen voor de handafwas in het naspoelmiddelreservoir, want dan gaat het reservoir kapot.
Gebruikt u uitsluitend combi-tabs, dan hoeft u geen naspoelmiddel te doseren.
-
Het doseren van naspoelmid del
-
^ Open het klepje van het naspoelmid-
delreservoir door op het knopje te drukken in de richting van de pijl.
-
20
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Doseer zoveel naspoelmiddel totdat
^
het in het zeefje in de vulopening zichtbaar is.
In het naspoelmiddelreservoir kan ca. 110 ml.
^ Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt.
Is het klepje niet goed gesloten dan kan er tijdens het spoelen water in het naspoelmiddelreservoir lopen.
Controlelampje voor het na
-
spoelmiddel
Wanneer het controlelampje "Naspoel middel" in het bedieningspaneel gaat branden zit er nog een reserve in voor 2 - 3 afwasbeurten.
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
^
Wanneer u alleen maar combi-tabs gebruikt kunt u de controlelampjes voor het bijvullen van zout en na spoelmiddel tegelijk uitschakelen. Zie paragraaf: "Het uitschakelen van de controlelampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel".
Wanneer u geen combi-tabs meer gebruikt, denk er dan aan om zout en naspoelmiddel te doseren en de controlelampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel weer in te schakelen.
-
-
^
Veeg eventueel gemorst naspoelmid del goed weg om bij de volgende af wasbeurt sterke schuimvorming te voorkomen.
-
-
21
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het instellen van de dosering van het naspoelmiddel
Voor een optimaal reinigingsresultaat kunt u de dosering aanpassen.
De dosering van het naspoelmiddel is instelbaar in hoeveelheden van ca. 0-6 ml. Vanuit de fabriek is een hoeveelheid van ca. 3 ml naspoelmiddel ingesteld. Deze hoeveelheid wordt geadviseerd.
De gedoseerde hoeveelheid naspoel middel kan door de automatische aan passing in het programma "Automatic" groter uitvallen dan de ingestelde dose­ring.
Vertoont het vaatwerk vlekken:
^ Stel een grotere hoeveelheid in.
Vertoont het vaatwerk strepen of slui­ers:
^ Stel een kleinere hoeveelheid in.
-
-
In de tijdsaanduiding knipperen "p"en "3" afwisselend. Dat betekent dat er vanuit de fabriek een hoeveelheid naspoelmiddel van 3 ml is ingesteld.
De ingestelde hoeveelheid is te zien aan het cijfer dat achter de "p"inde tijdsaanduiding aan het knipperen is.
Kies met de programmatoets de
^
waarde die hoort bij de hoeveelheid te doseren naspoelmiddel.
Bij iedere druk op de toets krijgt men een grotere hoeveelheid.
De geprogrammeerde hoeveelheid te doseren naspoelmiddel is direct opge­slagen.
^ Schakel de afwasautomaat met de
K - toets uit.
^
Schakel de afwasautomaat met de K - toets uit.
^
Druk op de programmatoets, blijf erop drukken en schakel tegelijk de afwasautomaat met de K - toets in. Blijf daarbij minstens 4 seconden op de programmatoets drukken, totdat het controlelampje van het program ma rechts onder gaat branden.
Is dat niet het geval, begin dan nog eens van voren af aan.
^
Druk 3x op de Turbo - toets.
Het controlelampje van de Turbo - toets knippert 3x kort achter elkaar.
22
-
Loading...
+ 50 hidden pages