Lees beslist de gebruiks- en montage-handleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw apparaat.
Productkaart voor huishoudelijke afwasmachines................................................ 82
4
Model
Algemeen
a
Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar)
b
Besteklade (afhankelijk van het mo-
del)
c
Bovenrek
d
Middelste sproeiarm
e
Luchttoevoer voor het drogen (afhan-
kelijk van het model)
f
Onderste sproeiarm
g
Zeefcombinatie
h
Typeplaatje
i
Reservoir voor naspoelmiddel
j
Tweevaksdoseerbakje voor reinigingsmiddel
k
Reservoir voor regenereerzout
5
Algemeen
Bedieningspaneel
a
Programmakeuze
ECO = ECO
Auto = Automatic
55°C = Normaal 55°C
75°C = Intensief 75°C
45°C = Speciaal 45°C
b
Tijdweergave
c
Controlelampjes storingen en bijvul-
len
/ = Toevoer/Afvoer
= Naspoelmiddel
= Zout
In deze gebruiksaanwijzing worden afwasautomaten beschreven die in hoogte
kunnen verschillen.
Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid:
Normaal = Afwasautomaten met een hoogte van 80,5 cm (inbouwapparaat)
resp. een hoogte van 84,5 cm (vrijstaand apparaat)
XXL = Afwasautomaten met een hoogte van 84,5 cm (inbouwapparaat)
d
Start – toets met controlelampje
e
– toets (Kort) met controlelampje
f
- toets (Voorprogrammering) met
controlelampje
g
Programmakeuzetoets
h
- toets (Aan/Uit)
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Efficiënt gebruik
Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of
daarmee vergelijkbaar gebruik.
Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnens-
huis.
Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor het afwassen
van huishoudservies. Het gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar en kan gevaarlijk zijn.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het apparaat niet in
staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als
ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen
Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de af-
wasautomaat komen als ze constant onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de afwasautomaat alleen dan
zonder toezicht gebruiken, als ze daar uitleg over hebben gehad. Ze
moeten inzien wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het apparaat
niet goed bedienen.
Kinderen mogen de afwasautomaat niet zonder toezicht reinigen
of onderhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de
afwasautomaat bevinden. Laat ze nooit met het apparaat spelen om
te voorkomen dat ze zich daarin opsluiten.
Als de automatische deuropening (afhankelijk van het model) ge-
activeerd is, mogen kleine kinderen zich niet bij de deur van de afwasautomaat bevinden. In het onwaarschijnlijke geval van een storing, bestaat kans op letsel.
Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kin-
deren in verband met verstikkingsgevaar.
Zorg ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen. Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in mond
en keel veroorzaken of tot verstikking leiden. Laat kinderen niet bij de
afwasautomaat komen als deze geopend is. Er zouden nog resten
reinigingsmiddelen in de automaat aanwezig kunnen zijn. Ga direct
naar de dokter wanneer uw kind reinigingsmiddel binnengekregen
heeft.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen al-
leen door een door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden
uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden kan de
gebruiker risico's lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde
werkzaamheden kan de gebruiker risico's lopen.
Controleer vóórdat de afwasautomaat wordt geplaatst, of hij zicht-
baar beschadigd is. Is dat het geval, neem hem dan in geen geval in
gebruik. Een beschadigde afwasautomaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
De elektrische veiligheid van dit apparaat is alleen dan gewaar-
borgd als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd. Laat de
huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die
is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv.
een elektrische schok).
De betrouwbare en veilige werking van de afwasautomaat is uit-
sluitend gegarandeerd, wanneer de afwasautomaat op het openbare
elektriciteitsnet is aangesloten.
De afwasautomaat mag alleen via een 3-polige stekker met rand-
aarde op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De stekker mag
niet worden afgeknipt en niet vast aangesloten. U moet na plaatsing
van het apparaat zonder problemen bij het stopcontact kunnen komen, zodat u er ieder moment de stekker uit kunt trekken.
Wanneer zich in de buurt van de afwasautomaat een elektrisch
apparaat bevindt, let er dan op dat de stekker van dit apparaat niet
schuilgaat achter de afwasautomaat. Daar de inbouwkast niet altijd
diep genoeg is kan er druk op de stekker ontstaan, wat het risico op
oververhitting en daarmee op brand verhoogt.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De afwasautomaat mag niet onder een kookplaat worden geïn-
stalleerd. Een kookplaat straalt voor een deel hoge temperaturen af
die de automaat kunnen beschadigen. Om dezelfde reden mag de
afwasautomaat niet direct naast hitteproducerende apparaten worden geplaatst die niet standaard tot de keukenuitrusting behoren,
zoals kachels.
Vergelijk vóórdat u het apparaat aansluit de aansluitgegevens (ze-
kering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij
twijfel een elektricien.
Dit apparaat mag pas dan op het elektriciteitsnet worden aange-
sloten, nadat het is geplaatst en gemonteerd (inclusief deurveerinstelling).
De afwasautomaat mag uitsluitend worden gebruikt, als het deur-
mechanisme goed functioneert, omdat anders als de automatische
deuropening (afhankelijk van het model) geactiveerd is een gevaar
kan ontstaan.
Een goed functionerend deurmechanisme voldoet aan de volgende
voorwaarden:
– De deurveren moeten aan beide kanten gelijkmatig worden inge-
steld. Wanneer u de deur half, d.w.z. in een hoek van 45°, opendoet en daarna loslaat moet de deur in die positie blijven staan en
niet zomaar naar beneden klappen.
– De deurvergrendelingsrail schuift na de droogfase bij het openen
van de deur weer automatisch in.
Deze afwasautomaat mag niet op het elektriciteitsnet worden aan-
gesloten via meervoudige stopcontacten of via verlengsnoeren die
daarvoor niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Deze afwasautomaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zo-
als een boot) worden gebruikt.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Plaats uw afwasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren
slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt
afnemen.
Sluit om schade aan het apparaat te voorkomen de afwasauto-
maat alleen op een volledig ontlucht leidingnet aan.
Dompel de kunststof ommanteling van de wateraansluiting niet in
vloeistof, want deze bevat een elektrisch ventiel.
In de watertoevoerslang bevinden zich spanningvoerende delen.
De slang mag daarom niet worden ingekort.
Het ingebouwde Waterproof-systeem biedt optimale bescherming
tegen waterschade als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– De automaat moet volgens de voorschriften zijn geïnstalleerd.
– Wanneer er duidelijk sprake is van schade moet het apparaat
worden gerepareerd, resp. moeten onderdelen worden vervangen.
– De kraan moet bij langdurige afwezigheid (bijvoorbeeld tijdens va-
kanties) worden dichtgedraaid.
Het Waterproof-systeem functioneert ook wanneer de afwasautomaat is uitgeschakeld. Het apparaat moet dan wel op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
De waterdruk (druk op de wateraansluiting) moet tussen 50 en
1000 kPa (0,5 en 10 bar) liggen.
Een beschadigde afwasautomaat kan uw veiligheid in gevaar
brengen. Stel het apparaat meteen buiten werking wanneer het beschadigd is en neem contact op met uw leverancier of met de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland.
De garantie vervalt als de afwasautomaat niet door een door Miele
geautoriseerde vakman / vakvrouw wordt gerepareerd.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de afwasautomaat staan. Schakel
daarvoor het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Een beschadigde aansluitkabel mag alleen door een aansluitkabel
van hetzelfde type worden vervangen. Deze is verkrijgbaar bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. Om veiligheidsredenen
mag de kabel alleen door een door Miele geautoriseerde vakman /
vakvrouw of door een technicus van Miele Nederland B.V. worden
vervangen.
Deze afwasautomaat heeft vanwege speciale eisen (ten aanzien
van onder meer de temperatuur, de vochtigheid, de chemische bestendigheid, de slijtvastheid en vibraties) een speciale lamp. Deze
speciale lamp mag alleen voor deze toepassing worden gebruikt. De
lamp is niet geschikt voor normale verlichtingsdoeleinden. De lamp
mag alleen worden vervangen door een door Miele geautoriseerde
vakman of door Miele.
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Correcte plaatsing
Neem bij plaatsing en aansluiting van de afwasautomaat de in-
structies in de montagehandeiding in acht.
De afwasautomaat heeft een aantal metalen onderdelen
waaraan u zich kunt snijden of anderszins verwonden. Wees
daarom vóór en tijdens het monteren van het apparaat heel
voorzichtig. Draag handschoenen ter bescherming.
De afwasautomaat moet waterpas worden geplaatst.
Onder of in te bouwen afwasautomaten mogen omwille van de
stabiliteit uitsluitend worden geplaatst onder een doorlopend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kasten die ernaast staan.
Wanneer u een vrijstaande afwasautomaat wilt onderbouwen, ver-
wijder dan de vrijstaande sokkel en vervang deze door een sokkelpaneel voor een onderbouwafwasautomaat. Dit paneel zit in de
daarvoor bestemde onderbouwset. Zonder dit paneel loopt u de
kans om zich aan uitstekende metalen delen te bezeren.
De deurveren moeten aan beide kanten gelijkmatig worden inge-
steld. Wanneer u de deur half, d.w.z. in een hoek van 45°, opendoet
en daarna loslaat moet de deur in die positie blijven staan en niet zomaar naar beneden klappen.
De afwasautomaat mag alleen in gebruik worden genomen wanneer
de deurveren op de juiste wijze zijn ingesteld.
14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de spoelruimte in verband met ex-
plosiegevaar.
Adem geen poedervormige reinigingsmiddelen in! Slik geen reini-
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in neus,
mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u reinigingsmiddelen heeft ingeademd of ingeslikt.
Laat de deur van de afwasautomaat niet onnodig openstaan om
te voorkomen dat u zich daaraan stoot of erover struikelt.
Wanneer de deur van de afwasautomaat openstaat, ga daar dan
niet op zitten of staan om te voorkomen dat het apparaat gaat kantelen, dat u daarbij letsel oploopt en/of het apparaat beschadigd
raakt.
Het serviesgoed kan na afloop van een programma zeer heet zijn!
Laat het serviesgoed daarom na het uitschakelen van de automaat
zo lang in de afwasautomaat afkoelen, totdat u het goed kunt vastpakken.
Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen en naspoelmiddelen voor
huishoudafwasautomaten. Gebruik geen reinigingsmiddelen voor de
handafwas!
Gebruik geen reinigingsmiddelen die voor bedrijfsafwasautomaten
of industriereinigers bestemd zijn om materiële schade en hevige
chemische reacties, bijv. een knalgasreactie, te voorkomen.
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het re-
servoir voor naspoelmiddel om te voorkomen dat het reservoir kapotgaat.
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het re-
servoir voor regenereerzout om te voorkomen dat de ontharder kapotgaat.
15
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik uitsluitend het speciale grofkorrelige regenereerzout of
andere zuivere ingedampte zouten. Gebruik in geen geval andere
soorten zout, bijv. keukenzout of strooizout. Deze soorten zout bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect
kunnen hebben op de werking van de ontharder.
Heeft u een afwasautomaat met een bestekkorf, dan kunt u het
bestek het beste in de bestekkorf plaatsen met de grepen beneden
en met de scherpe kant boven. Dan wordt het bestek gemakkelijker
schoon en droog. Loopt u daardoor echter de kans om zich aan de
scherpe kant van de messen en de punten van de vorken te bezeren,
dan kunt u het bestek het beste met de grepen boven en met de
scherpe kant beneden plaatsen.
Reinig geen kunststof vaatwerk in de afwasautomaat dat niet hit-
tebestendig is zoals wegwerpbakjes of wegwerpbestek. Dit soort
vaatwerk kan door de hoge temperaturen vervormen.
Zorg er bij gebruik van de optie “FlexiTimer / Voorprogramme-
ring” (afhankelijk van het model) voor, dat het doseerbakje voor het
reinigingsmiddel droog is. Reinigingsmiddel gaat in een vochtig doseerbakje klonteren en wordt misschien niet volledig weggespoeld.
Voor informatie over de beladingscapaciteit van de afwasauto-
maat zie hoofdstuk: “Technische gegevens”.
Accessoires
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen.
Afdanken afwasautomaat
Voorkom dat kinderen zich in het apparaat opsluiten door de sluit-
haak van het deurslot te verwijderen en zo het deurslot onbruikbaar
te maken.
16
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het afdanken van een apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal waardevolle
materialen. Ze bevatten ook stoffen,
mengsels en onderdelen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone huisafval
doet of er niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. Doe uw oude
apparaat daarom nooit bij het gewone
afval.
Lever het apparaat in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en
elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk
zelf verantwoordelijk voor het wissen
van eventuele persoonlijke gegevens op
het af te danken apparaat. Bewaar het
afgedankte apparaat buiten het bereik
van kinderen.
17
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Zuinig afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst water- en energiebesparend.
U kunt nog zuiniger te werk gaan, indien u de volgende adviezen opvolgt:
– Maak gebruik van de volledige bela-
dingscapaciteit van de rekken zonder
de afwasautomaat te overladen.
– Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort serviesgoed en de mate
van verontreiniging.
– Kies het programma ECO (indien aan-
wezig) als u energiebesparend wilt
reinigen. De water- en energiebesparing is voor normaal verontreinigd
serviesgoed bij dit programma het
grootst.
– Volg de doseeradviezen op die op de
verpakking van het afwasmiddel
staan.
– Bij gebruik van poedervormige of
vloeibare reinigingsmiddelen kunt u
de dosering met 1/3 verminderen,
wanneer de rekken maar half beladen
zijn.
– Het is mogelijk om de afwasautomaat
op warm water aan te sluiten. Bijzonder geschikt is een warmwateraansluiting bij een energetisch gunstige
warmwaterbereiding, bijv. zonneenergie met circulatieleiding.
Bij elektrisch verwarmde installaties is
het echter aan te bevelen om uw apparaat op koud water aan te sluiten.
Zie voor zuinig afwassen ook
www.miele.nl.
18
Ingebruikneming van het apparaat
Deur openen
Pak de deur bij de deurgreep en trek
de deur daarmee open.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl
er een programma loopt, worden alle
reinigingsfuncties automatisch onderbroken.
Wanneer het water in de afwas-
automaat heet is, loopt u het risico
om zich te verbranden.
Moet u de deur beslist openen terwijl
er een programma loopt, doe dat
dan heel voorzichtig.
Deur sluiten
Schuif de rekken naar binnen.
Sluit de deur totdat deze vastklikt.
Pas op!
Kom niet met uw handen in het gedeelte waar de deur sluit.
Kinderbeveiliging
U kunt de deur vergrendelen om te
voorkomen dat kinderen de afwasautomaat openen. Als de deur vergrendeld
is, kan deze alleen met heel veel kracht
geopend worden.
Duw het schuifje onder de deurgreep
naar rechts om de deur te vergrendelen.
Schuif het naar links om de deur te
ontgrendelen.
19
Ingebruikneming van het apparaat
Waterontharder
Om goede reinigingsresultaten te bereiken heeft de afwasautomaat zacht (kalkarm) water nodig.
Bij hard water ontstaat er witte kalkaanslag op het serviesgoed en op de wanden van de spoelruimte. Water vanaf
een waterhardheid van 4 °dH (0,7
mmol/l) moet daarom worden onthard.
Daar wordt in de ingebouwde waterontharder automatisch voor gezorgd. De
waterontharder is geschikt voor een
waterhardheid tot 70 °dH (12,6 mmol/l).
– De waterontharder heeft daarvoor
wel regenereerzout nodig.
Echter: Bij gebruik van combi-tabs
hoeft u al naar gelang de waterhardheid (< 21 °dH) geen regenereerzout
te doseren. Zie hoofdstuk: “Bediening”, paragraaf: “Reinigingsmiddelen”.
– De afwasautomaat moet precies wor-
den geprogrammeerd voor de hardheid van het water in uw regio.
Noteer daarom de hardheid van het water in uw regio:
____________°dH
Vanuit de fabriek is een waterhardheid
van 15 °dH (2,7 mmol/l) geprogrammeerd.
Als deze waterhardheid overeenkomt
met de hardheid van het water in uw eigen regio, kunt u de rest van dit hoofdstuk overslaan.
Wanneer dit water echter een andere
hardheid heeft, moet u uw waterontharder daarop instellen.
– Het plaatselijke waterleidingbedrijf
kan u vertellen welke hardheidsgraad
het water in uw regio precies heeft.
– Programmeer bij een variërende wa-
terhardheid (bijv. 10 - 15 °dH) altijd
de hoogste waarde (in dit voorbeeld
15 °dH).
Bij werkzaamheden aan het apparaat is
het voor de monteur handig de hardheidsgraad van het water in uw regio te
kennen.
20
Ingebruikneming van het apparaat
Waterhardheid opvragen en instellen
Is de afwasautomaat nog ingescha-
keld, schakel deze dan met de toets uit.
Druk op de Start - toets, houd deze
ingedrukt en schakel tegelijk de afwasautomaat met de - toets in.
Houd de Start - toets minstens vier
seconden ingedrukt, totdat het controlelampje van de Start - toets gaat
branden.
Is dat niet het geval, begin dan nog
eens van voren af aan.
Druk twee keer op de - toets.
Het controlelampje van de - toets
knippert twee keer kort achter elkaar.
De ingestelde hoeveelheid is te zien aan
het cijfer dat achter de in het display
aan het knipperen is. Zie tabel.
In het display knippert .
Dat betekent dat er vanuit de fabriek
een waterhardheid van 15°dH is ingesteld.
Kies met de Start - toets uw water-
hardheid.
Bij iedere druk op de toets krijgt men
een hogere waterhardheid. Na de
hoogste waterhardheid begint het tellen weer van voren af aan.
De instelling wordt direct opgeslagen.
Schakel de afwasautomaat met de
-toets uit.
21
Ingebruikneming van het apparaat
°dHmmol/l°fTijdweer-
gave
10,221
20,442
30,553
40,774
50,995
61,1116
71,3137
81,4148
91,6169
101,81810
112,02011
122,22212
132,32313
142,52514
152,72715
162,92916
173,13117
183,23218
193,43419
203,63620
°dHmmol/l°fTijdweer-
gave
213,83821
224,04022
234,14123
244,34324
254,54525
264,74726
274,94927
285,05028
295,25229
305,45430
315,65631
325,85832
335,95933
346,16134
356,36335
366,56536
37-456,6-8,066-8045
46-608,2-10,782-10760
61-7010,9-12,5109-12570
22
Ingebruikneming van het apparaat
Voor het eerste gebruik heeft u
nodig:
– ca. 2 l water,
– ca. 2 kg regenereerzout,
– reinigingsmiddel voor huishoudaf-
wasautomaten,
– naspoelmiddel voor huishoudafwas-
automaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de fabriek op zijn werking getest. Als gevolg van deze tests blijft er water in
het apparaat achter. Dit betekent niet
dat het apparaat eerder door een andere consument is gebruikt.
Regenereerzout
Om goede reinigingsresultaten te bereiken heeft de afwasautomaat zacht (kalkarm) water nodig. Bij hard water ontstaat er witte kalkaanslag op het serviesgoed en op de wanden van de
spoelruimte.
Water met een waterhardheid van 4 °dH
(0,7 mmol/l) moet daarom worden onthard. Daar wordt in de ingebouwde waterontharder automatisch voor gezorgd.
De waterontharder is geschikt voor een
waterhardheid tot 70 °dH (12,6 mmol/l).
Als de hardheid van het water in uw
regio steeds onder de 5 °dH (= 0,9mmol/l) ligt, hoeft u geen zout te doseren. De bijvulcontrole wordt automatisch uitgeschakeld na de programmering van de ontharder.
Reinigingsmiddel beschadigt de
ontharder.
Doseer geen poedervormig of vloei-
baar reinigingsmiddel in het reservoir
voor regenereerzout.
Gebruik uitsluitend speciaal grof-
korrelig regenereerzout of andere
zuivere ingedampte zouten.
Gebruik in geen geval andere soorten zout, bijv. keukenzout of strooizout. Deze soorten zout bevatten
soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen
hebben op de werking van de ontharder.
De waterontharder heeft daarvoor wel
regenereerzout nodig.
Echter: Bij gebruik van combi-tabs
hoeft u al naar gelang de waterhardheid
(< 21 °dH) geen regenereerzout te doseren. Zie hoofdstuk: “Bediening”, paragraaf: “Reinigingsmiddelen”.
23
Ingebruikneming van het apparaat
Regenereerzout doseren
Belangrijk! Wanneer u het zoutreservoir voor de eerste keer wilt vullen,
vul het dan eerst met ca. 2 l water.
Zo kan het zout oplossen.
Nadat u de afwasautomaat in gebruik hebt genomen, zit er altijd genoeg water in het reservoir.
Haal het onderrek uit de spoelruimte
en draai de dop van het zoutreservoir
open.
Iedere keer wanneer u de dop van
het zoutreservoir opendraait, loopt er
water of zout over de rand van het
reservoir.
Draai de dop er daarom alleen maar
af om zout bij te vullen.
Vul het zoutreservoir voordat u het
apparaat voor de eerste keer gebruikt
met ca. 2 l water.
Plaats een trechter in de opening van
het zoutreservoir en doseer dan zoveel zout in het zoutreservoir totdat
het vol is. In het zoutreservoir kan afhankelijk van het soort zout max. 2
kg.
Verwijder de zoutresten die zich rond
het zoutreservoir bevinden en schroef
de dop weer stevig op het reservoir.
Start direct na het doseren van rege-
nereerzout het programma Speciaal
met de optie Kort zonder serviesgoed, zodat eventueel gemorste
zoutresten kunnen worden verdund
en daarna weggepompt.
24
Ingebruikneming van het apparaat
Regenereerzout bijvullen
Vul na afloop van een programma
zout bij, wanneer het controlelampje
Zout brandt.
Voorkom corrosie!
Start direct na het doseren van regenereerzout het programma Speci-aal met de optie Kort zonder
serviesgoed, zodat eventueel gemorste zoutresten kunnen worden
verdund en daarna weggepompt.
Wanneer er zich nog geen zoutconcentratie heeft gevormd die hoog genoeg
is, kan bovenstaand controlelampje nog
korte tijd blijven branden. Het lampje
gaat uit, zodra de zoutconcentratie
hoog genoeg is.
De bijvulcontrole wordt automatisch uitgeschakeld, als er een waterhardheid
onder de 5°dH (= 0,9 mmol/l) is geprogrammeerd.
Wanneer u alleen maar combi-tabs
gebruikt, kunt u de bijvulcontrole voor
naspoelmiddel en zout tegelijk uitschakelen. Zie hoofdstuk: “Menu ”Programma-opties“”, paragraaf: “Bijvulcontrole”.
Wanneer u geen combi-tabs meer
gebruikt, denk er dan aan om zout
en naspoelmiddel te doseren en de
bijvulcontrole weer in te schakelen.
25
Ingebruikneming van het apparaat
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel zorgt ervoor dat het water tijdens het drogen als een film van
het serviesgoed afloopt waardoor het
sneller droogt.
Het naspoelmiddel wordt in het reservoir voor naspoelmiddel gedoseerd en
bij het naspoelen in de ingestelde hoeveelheid automatisch toegevoegd.
Doseer alleen naspoelmiddel
voor huishoudafwasautomaten in het
naspoelmiddelreservoir; in geen geval reinigingsmiddelen voor afwasautomaten of voor de handafwas. Dit
om te voorkomen dat het reservoir
kapotgaat.
Als alternatief kunt u ook
– huishoudazijn met een zuurgehalte
van 5%
of
– vloeibaar citroenzuur (10%-oplos-
sing)
Gebruikt u uitsluitend combi-tabs,
dan hoeft u geen naspoelmiddel te
doseren.
Naspoelmiddel doseren
Open het klepje van het naspoelmid-
delreservoir door op het knopje te
drukken in de richting van de pijl.
gebruiken. Het serviesgoed zal echter
minder goed drogen en eerder vlekken
vertonen, dan wanneer u naspoelmiddel
gebruikt.
Gebruik nooit azijn met een ho-
ger zuurgehalte (bijv. azijnessence
met een gehalte van 25%).
Dat zou schade aan de afwasautomaat kunnen veroorzaken.
26
Ingebruikneming van het apparaat
Controlelampje voor het naspoelmiddel
Wanneer het controlelampje Naspoelmiddel gaat branden zit er nog een
reserve in voor 2 - 3 afwasbeurten.
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
Wanneer u alleen maar combi-tabs
gebruikt, kunt u de bijvulcontrole voor
naspoelmiddel en zout tegelijk uitschakelen. Zie hoofdstuk: “Programma-opties”, paragraaf: “Bijvulcontrole”.
Doseer zoveel naspoelmiddel totdat
het in de vulopening zichtbaar is.
Het naspoelmiddelreservoir kan ca.
110 ml bevatten.
Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt. Dit om te voorkomen
dat er tijdens het spoelproces water
in het naspoelmiddelreservoir loopt.
Veeg eventueel gemorst naspoelmid-
del goed weg om bij de volgende afwasbeurt sterke schuimvorming te
voorkomen.
Wanneer u geen combi-tabs meer
gebruikt, denk er dan aan om zout
en naspoelmiddel te doseren en de
bijvulcontrole weer in te schakelen.
27
Loading...
+ 61 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.