Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de
montage-instructies voordat u uw afwasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
nl - NL
M.-Nr. 09 415 720
Inhoud
Beschrijving van het apparaat .......................................5
Het apparaat in één oogopslag........................................5
In deze gebruiksaanwijzing worden verschillende modellen afwasautomaat be
schreven.
Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid:
Normaal= Afwasautomaten met een hoogte van 80,5cm (inbouwapparaat)
resp. een hoogte van 84,5 cm (vrijstaand apparaat)
XXL= Afwasautomaat met een hoogte van 84,5 cm
6
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids
bepalingen.
Ondeskundig gebruik kan echter persoonlijk letsel en schade aan
het apparaat veroorzaken.
Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door
voordat u dit apparaat in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf
en u voorkomt daarmee schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een
eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of
!
daarmee vergelijkbaar gebruik.
Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik bin-
!
nenshuis.
Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor het afwassen
!
van huishoudservies.
Het gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar en kan gevaar
lijk zijn.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die
is ontstaan door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangege
ven of door een foutieve bediening.
-
-
-
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteld
!
heid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit apparaat niet
in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken
als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een
verantwoordelijk persoon.
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de af
!
wasautomaat komen als ze constant onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de afwasautomaat alleen dan
!
zonder toezicht gebruiken, als ze daar uitleg over hebben gehad.
Ze moeten inzien wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het apparaat
niet goed bedienen.
Kinderen mogen de afwasautomaat niet zonder toezicht reinigen
!
of onderhouden.
Wanneer er kinderen in de buurt van de afwasautomaat zijn,
!
houd ze dan goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze niet met het apparaat gaan spelen.
Doen zij dat wel, bestaat het gevaar dat ze zich in de automaat opsluiten.
Zorg ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanra-
!
king kunnen komen.
Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in mond en keel veroorzaken of tot verstikking leiden.
Laat kinderen niet bij de afwasautomaat komen als deze geopend
is. Er zouden nog resten reinigingsmiddelen in de automaat aanwe
zig kunnen zijn.
Ga direct naar de dokter wanneer uw kind reinigingsmiddel binnen
gekregen heeft.
-
-
-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar
!
beschadigd is.
Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een be
schadigde afwasautomaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
-
De afwasautomaat mag alleen via een 3-polige stekker met rand
!
aarde op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
De stekker mag niet worden afgeknipt en niet vast aangesloten.
U moet na plaatsing van het apparaat zonder problemen bij het
stopcontact kunnen komen, zodat u ieder moment de stekker uit de
automaat kunt trekken.
Wanneer zich in de buurt van de afwasautomaat een elektrisch
!
apparaat bevindt, let er dan op dat de stekker van dit apparaat niet
schuilgaat achter de afwasautomaat.
Daar de inbouwkast niet altijd diep genoeg is kan er druk op de
stekker ontstaan, wat het risico op oververhitting en daarmee op
brand verhoogt.
De afwasautomaat mag niet onder een kookplaat worden geïn-
!
stalleerd.
Een kookplaat straalt voor een deel hoge temperaturen af waardoor
de automaat beschadigd zou kunnen raken.
Om dezelfde reden mag de afwasautomaat niet direct naast warm
teproducerende apparaten worden geplaatst die niet standaard tot
de keukenuitrusting behoren.
-
-
Dit apparaat mag pas dan op het elektriciteitsnet worden aange
!
sloten, nadat het is geplaatst en gemonteerd (inclusief deurveerin
stelling).
-
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Controleer of de elektrische waarden van uw huisinstallatie (span
!
ning, frequentie en zekering) overeenkomen met de gegevens op
het typeplaatje.
De elektrische veiligheid van dit apparaat is alleen dan gewaar
!
borgd als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol
gens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw contro
leren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die
is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv.
een elektrische schok).
Deze afwasautomaat mag niet op het elektriciteitsnet worden
!
aangesloten via meervoudige stopcontacten of via verlengsnoeren
die daarvoor niet geschikt zijn.
Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Deze afwasautomaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv.
!
op een schip) worden gebruikt.
Plaats uw afwasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten.
!
Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder
het vriespunt afnemen.
-
-
-
-
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De kunststof behuizing van de Waterproofventielen bevat een
!
elektrisch onderdeel.
Dompel dit niet in vloeistof.
In de watertoevoerslang bevinden zich spanningsvoerende de
!
len.
De slang mag daarom niet worden doorgeknipt.
Het ingebouwde Waterproof-systeem biedt optimale bescher
!
ming tegen waterschade als aan de volgende voorwaarden is vol
daan:
De afwasautomaat moet volgens de voorschriften geïnstalleerd
–
zijn.
– Wanneer er duidelijk sprake is van schade moet het apparaat
worden gerepareerd, resp. moeten onderdelen worden vervangen.
– De kraan moet bij langere afwezigheid (bijv. vakantie) worden
dichtgedraaid.
Het Waterproofsysteem functioneert ook wanneer de afwasautomaat
is uitgeschakeld. Het apparaat moet dan wel op het elektriciteitsnet
zijn aangesloten.
Een beschadigde afwasautomaat kan uw veiligheid in gevaar
!
brengen.
Stel het apparaat meteen buiten werking wanneer het beschadigd is
en neem contact op met uw leverancier of met de afdeling Klantcon
tacten van Miele Nederland.
-
-
-
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Reparaties aan de afwasautomaat mogen uitsluitend door vak
!
mensen worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's
voor de gebruiker opleveren, waarvoor de fabrikant niet aansprake
lijk kan worden gesteld.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderde
!
len worden vervangen.
Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij
volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze ap
paraten en onderdelen daarvan.
Bij onderhoudswerkzaamheden dient u altijd de spanning van de
!
afwasautomaat te halen.
Schakel daartoe het apparaat uit en trek daarna de stekker uit het
stopcontact of schakel de hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie uit.
Een beschadigde aansluitkabel mag alleen door een aansluitka-
!
bel van hetzelfde type worden vervangen. Deze is verkrijgbaar bij
de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Om veiligheidsredenen mag de kabel alleen door een erkend vakman / vakvrouw of door de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. worden vervangen.
-
-
-
-
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Correcte plaatsing
Neem bij plaatsing en aansluiting van de afwasautomaat de in
!
structies in het montageschema in acht.
De afwasautomaat heeft een aantal metalen onderdelen
!
waaraan u zich kunt snijden of anderszins verwonden.
Wees daarom vòòr en tijdens het monteren van het appa
raat heel voorzichtig. Draag handschoenen ter bescher
ming.
De afwasautomaat moet waterpas worden geplaatst.
!
Onder of in te bouwen afwasautomaten mogen omwille van de
!
stabiliteit uitsluitend worden geplaatst onder een doorlopend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kasten die ernaast staan.
Wanneer u een vrijstaande afwasautomaat wilt onderbouwen,
!
moet u daartoe de vrijstaande sokkel verwijderen en deze vervangen door een sokkelpaneel voor een onderbouwafwasautomaat.
Dit paneel zit in de daarvoor bestemde onderbouwset.
Doet u dat niet, dan loopt u het gevaar zich aan uitstekende metalen
delen te bezeren.
De deurveren moeten aan beide kanten gelijkmatig worden inge
!
steld.
Wanneer u de deur half, d.w.z. in een hoek van 45°, opendoet en
daarna loslaat moet de deur in die positie blijven staan en niet zo
maar naar beneden klappen.
-
-
-
-
-
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verdere tips voor het gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de spoelruimte in verband met
!
explosiegevaar.
Adem geen poedervormige reinigingsmiddelen in! Slik geen reini
!
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in
neus, mond en keel veroorzaken.
Ga direct naar de dokter wanneer u reinigingsmiddelen hebt ingea
demd of ingeslikt.
Laat de deur van de afwasautomaat niet onnodig openstaan.
!
U zou zich daaraan kunnen stoten.
Het serviesgoed kan na afloop van een programma zeer heet
!
zijn!
Laat het serviesgoed daarom na het uitschakelen van de automaat
zo lang in de afwasautomaat afkoelen, totdat u het goed kunt vastpakken.
Wanneer de deur van de afwasautomaat open staat, ga daar dan
!
niet op zitten of staan.
Doet u dat wel, dan kan het apparaat kantelen. Daarbij kunt u letsel
oplopen of kan het apparaat beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen en naspoelmiddelen voor
!
huishoudafwasautomaten.
Gebruik geen reinigingsmiddelen voor de handafwas!
-
-
Gebruik geen reinigingsmiddelen die voor bedrijfsafwasautoma
!
ten of industriereinigers bestemd zijn om te voorkomen dat er mate
riële schade ontstaat en er hevige chemische reacties optreden
(bijv. een knalgasreactie).
14
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het
!
reservoir voor naspoelmiddel om te voorkomen dat het reservoir ka
pot gaat.
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het
!
reservoir voor het regenereerzout om te voorkomen dat de ontharder
kapot gaat.
Gebruik uitsluitend het speciale grofkorrelige regenereerzout of
!
andere zuivere ingedampte zouten.
Gebruik in geen geval andere soorten zout, bijv. keukenzout of
strooizout.
Deze soorten zout bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes
die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder.
Heeft u een afwasautomaat met een bestekkorf, kunt u het bestek
!
het beste in de bestekkorf plaatsen met de grepen beneden en met
de scherpe kant boven. Dan wordt het bestek makkelijker schoon en
droog.
Loopt u daardoor echter kans om zich aan de scherpe kant van de
messen en de punten van de vorken te verwonden, dan kunt u het
bestek het beste met de grepen boven en met de scherpe kant beneden plaatsen.
-
Reinig geen kunststof vaatwerk in de afwasautomaat dat niet hit
!
tebestendig is zoals wegwerpbakjes of wegwerpbestek.
Dit soort vaatwerk kan door de hoge temperaturen vervormen.
Wanneer u de extra functie "Voorprogrammering" gebruikt (afhan
!
kelijk van het model), moet u ervoor zorgen dat het doseerbakje
voor het reinigingsmiddel droog is.
Reinigingsmiddel gaat in een vochtig doseerbakje klonteren en
wordt misschien niet volledig weggespoeld.
-
-
15
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren mogen worden aan- of inge
!
bouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden aan- of ingebouwd, kan
Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer
worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en pro
ductaansprakelijkheid.
-
-
Bij het afdanken van de afwasautomaat
Voorkom dat kinderen zich in het apparaat opsluiten door de
!
sluithaak van het deurslot te verwijderen en zo het deurslot onbruikbaar te maken.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de
fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die
daar eventueel het gevolg van is.
16
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het wegdoen van het verpak
-
kingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Het gaat om het volgende materiaal:
Buitenverpakking:
Golfkarton van 100 % recyclingmate
–
riaal,
alternatief: wikkelstretchfolie van po
lyethyleen (PE)
– Kunststof transportriemen van poly-
propyleen (PP)
Binnenverpakking:
– Expandeerbaar polystyrol (EPS) zon-
der chloor- of fluortoevoegingen
– Bodem, dekselframe en steunlijsten
van onbehandeld natuurhout afkomstig uit beschermde bossen
–
Beschermfolie van polyethyleen (PE)
Hergebruik van het verpakkingsmateri
aal vermindert de afvalproductie en het
gebruik van grondstoffen. De vakhan
delaar neemt de verpakking terug of
wijst u de dichtst bijgelegen plaats
waar u de verpakking kwijt kunt.
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten meestal nog waarde
volle materialen.
Ze bevatten echter ook schadelijke
stoffen die nodig zijn geweest om de
apparaten goed en veilig te laten functi
oneren.
Wanneer u uw oude apparaat bij het
gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de ge
zondheid en het milieu.
-
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij het gemeentelijke
inzameldepot voor elektrische en elek
tronische apparatuur.
Vraag uw handelaar indien nodig om
inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
den opgeslagen.
Alle kunststof onderdelen van het appa
raat zijn met internationale tekens ge
markeerd.
Daardoor is het bij het afdanken van
het apparaat mogelijk om de verschil
lende soorten kunststof gescheiden te
verwerken en te recyclen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
17
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Economisch afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst
water- en energiebesparend.
U kunt nog spaarzamer te werk gaan,
indien u de volgende adviezen opvolgt:
Het is mogelijk om de afwasautomaat
"
op warm water aan te sluiten.
Bijzonder geschikt is een warmwater
aansluiting bij een energetisch
gunstige warmwaterbereiding, bijv.
zonne-energie met circulatieleiding.
Bij elektrisch verwarmde installaties
is het echter aan te bevelen om uw
apparaat op koud water aan te
sluiten.
" Benut de volledige beladingscapaci-
teit van de rekken zonder de afwasautomaat te overladen.
" Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van
vervuiling.
-
" Kies het programma "ECO".
De water- en energiebesparing is
voor normaal vervuild vaatwerk bij dit
programma het grootst.
"
Houdt u aan de doseeradviezen op
de verpakking van het afwasmiddel.
"
Wanneer u poedervormig of vloei
baar reinigingsmiddel gebruikt en de
rekken maar half beladen zijn, kunt u
de hoeveelheid reinigingsmiddel met
1/3 reduceren.
18
-
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het openen van de deur
" Trek aan de deurgreep.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl
de afwasautomaat in gebruik is, worden
alle functies automatisch onderbroken.
Het sluiten van de deur
Schuif de rekken naar binnen.
"
Sluit de deur totdat deze vastklikt.
"
19
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Waterontharder
Om goede reinigingsresultaten te berei
ken heeft de afwasautomaat zacht
(kalkarm) water nodig.
Bij hard water ontstaat er witte kalkaan
slag op het vaatwerk en op de wanden
van de spoelruimte.
Water met een waterhardheid van
4 °dH (0,7 mmol/l) moet daarom wor
den onthard. Daar wordt in de inge
bouwde waterontharder automatisch
voor gezorgd.
De waterontharder is geschikt voor een
waterhardheid tot 70 °dH (12,6 mmol/l).
Bedenk:
– De waterontharder heeft daarvoor
wel regenereerzout nodig.
Echter: bij gebruik van combi-tabs
hoeft u al naar gelang de waterhardheid (# 21 °dH) geen regenereerzout
te doseren.
Zie hoofdstuk: "Reinigingsmiddelen".
– De afwasautomaat moet precies wor-
den geprogrammeerd naar de hard
heid van uw water.
-
-
Bij een eventuele reparatie is het voor
de monteur makkelijk om de hardheid
van uw water te weten.
Noteer daarom de hardheid van uw
"
water:
-
°dH
Vanuit de fabriek is een waterhard
heid van 15 °dH (2,7 mmol/l) gepro
grammeerd.
Als deze waterhardheid overeenkomt
met de hardheid van uw eigen water,
kunt u de rest van dit hoofdstuk overslaan.
Wanneer uw water echter een andere
hardheid heeft, moet u deze via de
toetsen van uw paneel programmeren.
-
-
-
–
Het plaatselijke waterleidingbedrijf
kan u vertellen wat voor hardheids
graad uw water precies heeft.
Programmeer bij een variërende water
hardheid (bijv. 37 - 50 °dH) altijd de
hoogste waarde (in dit voorbeeld
50 °dH).
20
-
-
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het controleren en programmeren
van de waterhardheid
Is de afwasautomaat nog ingeschakeld,
schakel deze dan met de " - toets
"
uit.
Druk op de ! - toets.
"
Schakel de afwasautomaat met de
"
" - toets in.
Blijf minstens 4 seconden op de
! - toets drukken, totdat het controle
lampje van het programma rechts on
der gaat branden.
Is dat niet het geval, begin dan nog
eens van voren af aan.
" Druk 2x op de Turbo - toets.
Het controlelampje van deze toets knippert 2x kort achter elkaar.
In de tijdsaanduiding knipperen "p" en
"15" afwisselend.
Dat betekent dat er vanuit de fabriek
een waterhardheid van 15 °dH is ingesteld.
"
Kies met de ! - toets de waarde die
hoort bij de hardheid van uw water.
Bij iedere druk op de toets krijgt men
een hogere waterhardheid.
Na de hoogste waterhardheid begint
het tellen weer van voren af aan.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Voor het eerste gebruik hebt u
nodig:
ca. 2 l water,
–
ca. 2 kg regenereerzout,
–
reinigingsmiddel voor huishoudaf
–
wasautomaten;
naspoelmiddel voor huishoudafwas
–
automaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de fa
briek op zijn werking getest.
Als gevolg van deze tests blijft er wa
ter in het apparaat achter. Dit betekent niet dat het apparaat eerder
door een andere consument is gebruikt.
-
Het doseren van regenereer
zout
Als de hardheid van uw water
steeds onder de 4 °d (= 0,7 mmol/l)
ligt, hoeft u geen zout te doseren.
U moet dan echter wel de afwas
automaat programmeren naar de
-
hardheid van uw water.
-
Belangrijk! Wanneer u het zoutreser
voir voor de eerste keer met regene
-
reerzout wilt vullen, vul het dan eerst
met ca. 2 l water. Zo kan het zout
oplossen.
Nadat u de afwasautomaat in gebruik hebt genomen zit er altijd genoeg water in het reservoir.
$
Doseer geen poedervormig of
vloeibaar reinigingsmiddel in het reservoir voor het regenereerzout om
te voorkomen dat de ontharder kapot gaat.
-
-
-
-
22
$
Gebruik uitsluitend het speciale
grofkorrelige regenereerzout of an
dere zuivere ingedampte zouten.
Gebruik in geen geval andere soor
ten zout, bijv. keukenzout of strooi
zout.
Deze soorten zout bevatten soms
niet in water op te lossen deeltjes
die een nadelig effect kunnen heb
ben op de werking van de ont
harder.
-
-
-
-
-
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Haal het onderrek uit de spoelruimte
"
en draai de dop van het zoutreservoir
open.
Iedere keer wanneer u de dop van
het zoutreservoir opendraait loopt er
water of zout over de rand van het
reservoir.
Draai de dop er daarom alleen maar
af om zout bij te vullen.
Vul het reservoir eerst met ca. 2 l wa
"
ter.
Start direct daarna het programma
"
"Speciaal "" met de Turbo – functie
en zonder vaatwerk.
Met dit programma kunnen eventueel
gemorste zoutresten worden verdund
en daarna weggepompt.
Controlelampje voor het
zout !
Vul na afloop van een programma
"
zout bij wanneer het controlelampje
! brandt.
Het is mogelijk dat het controlelampje
nog korte tijd blijft branden, nadat u
zout hebt bijgevuld.
Het lampje gaat uit, zodra zich een
zoutconcentratie heeft gevormd die
hoog genoeg is.
Bovengenoemd controlelampje gaat
niet branden, als er een waterhardheid
onder de 4 °d (= 0,7 mmol/l) is geprogrammeerd.
"
Plaats een trechter in de opening van
het zoutreservoir en doseer dan zo
veel zout in het zoutreservoir totdat
het vol is.
In het zoutreservoir kan afhankelijk
van het soort zout max. 2 kg.
"
Verwijder de zoutresten die zich rond
het zoutreservoir bevinden en
schroef de dop weer stevig op het
zoutreservoir.
$
Start direct daarna het program
ma "Speciaal "" met de Turbo –
functie en zonder vaatwerk.
-
Met dit programma kunnen eventu
eel gemorste zoutresten worden ver
dund en daarna weggepompt.
-
-
-
23
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het uitschakelen van de controle
lampjes voor het bijvullen van zout
en naspoelmiddel
Wanneer u alleen maar combi-tabs ge
bruikt kunt u de controlelampjes voor
het bijvullen van zout en naspoelmiddel
tegelijk uitschakelen.
Schakel de afwasautomaat met de
"
" - toets uit.
Druk op de ! - toets en schakel te
"
gelijk de afwasautomaat met de
" - toets in.
Blijf minstens 4 seconden op de
! - toets drukken totdat het controlelampje van het programma rechts onder gaat branden.
Is dat niet het geval, begin dan nog
eens van voren af aan.
" Druk 9x op de Turbo - toets.
Het controlelampje van deze toets knippert 9x kort achter elkaar.
-
-
In de tijdsaanduiding knippert "p1" of
"p0".
Daarmee wordt aangegeven of de con
trolelampjes voor het bijvullen van zout
en naspoelmiddel zijn in- of uitgescha
keld.
Wanneer "p1" knippert,
–
dan zijn de controlelampjes voor het
bijvullen ingeschakeld.
Wanneer "p0" knippert,
–
dan zijn de controlelampjes voor het
bijvullen uitgeschakeld.
Wilt u deze instelling wijzigen,
" druk dan op de ! - toets.
De instelling wordt direct opgeslagen.
" Schakel de afwasautomaat met de
" - toets uit.
Wanneer u geen combi-tabs meer
gebruikt, denk er dan aan om zout
en naspoelmiddel te doseren en de
bijvulcontrole weer in te schakelen.
-
-
24
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te
zorgen dat het water tijdens het drogen
als een film van het vaatwerk afloopt en
het vaatwerk na het spoelen droogt
zonder dat het vlekken gaat vertonen.
Het naspoelmiddel wordt in het reser
voir voor naspoelmiddel gedoseerd en
bij het naspoelen in de ingestelde hoe
veelheid automatisch toegevoegd.
Doseer alleen naspoelmiddel
$
voor huishoudafwasautomaten in het
naspoelmiddelreservoir.
Doseer in geen geval reinigingsmiddelen voor afwasautomaten of reinigingsmiddelen voor de handafwas
in het naspoelmiddelreservoir, want
dan gaat het reservoir kapot.
Gebruikt u uitsluitend combi-tabs,
dan hoeft u geen naspoelmiddel te
doseren.
-
Het doseren van naspoelmid
del
-
" Open het klepje van het naspoelmid-
delreservoir door op het knopje te
drukken in de richting van de pijl.
-
25
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Doseer zoveel naspoelmiddel totdat
"
het in het zeefje in de vulopening
zichtbaar is.
In het naspoelmiddelreservoir kan ca.
110 ml.
" Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt.
Is het klepje niet goed gesloten dan
kan er tijdens het spoelen water in het
naspoelmiddelreservoir lopen.
Controlelampje voor het na
-
spoelmiddel !
Wanneer het controlelampje ! in het
bedieningspaneel gaat branden zit er
nog een reserve in voor2-3afwas
beurten.
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
"
Gebruikt u alleen maar combi-tabs,
dan kunt u de controlelampjes voor
het bijvullen van zout en naspoelmid
del tegelijk uitschakelen.
Zie paragraaf: "Het uitschakelen van
de controlelampjes voor het bijvullen
van zout en naspoelmiddel".
Wanneer u geen combi-tabs meer
gebruikt, denk er dan aan om zout
en naspoelmiddel te doseren en de
bijvulcontrole weer in te schakelen.
-
-
"
Veeg eventueel gemorst naspoelmid
del goed weg om bij de volgende af
wasbeurt sterke schuimvorming te
voorkomen.
26
-
-
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Schakel de afwasautomaat met de
Het instellen van de dosering
van het naspoelmiddel
Voor een optimaal reinigingsresultaat
kunt u de dosering aanpassen.
De dosering van het naspoelmiddel is
instelbaar in hoeveelheden van ca.
0-6 ml.
Vanuit de fabriek is een hoeveelheid
van ca. 3 ml naspoelmiddel ingesteld.
Deze hoeveelheid wordt geadviseerd.
De gedoseerde hoeveelheid naspoel
middel kan door de automatische aan
passing in het programma "Automatic"
groter uitvallen dan de ingestelde dosering.
Vertoont het vaatwerk vlekken:
" Stel een grotere hoeveelheid in.
Vertoont het vaatwerk strepen of sluiers:
" Stel een kleinere hoeveelheid in.
"
" - toets uit.
Druk op de ! - toets en schakel te
"
gelijk de afwasautomaat met de
" - toets in.
Blijf minstens 4 seconden op de
! - toets drukken totdat het controle
lampje van het programma rechts on
der gaat branden.
Is dat niet het geval, begin dan nog
eens van voren af aan.
-
-
Druk 3x op de Turbo - toets.
"
Het controlelampje van deze toets
knippert 3x kort achter elkaar.
In de tijdsaanduiding knipperen "p" en
"3" afwisselend.
Dat betekent dat er vanuit de fabriek
een hoeveelheid naspoelmiddel van
3 ml is ingesteld.
De ingestelde hoeveelheid is te zien
aan het cijfer dat achter de "p" in de
tijdsaanduiding aan het knipperen is.
-
-
-
"
Kies met de ! - toets de waarde die
hoort bij de hoeveelheid te doseren
naspoelmiddel.
Bij iedere druk op de toets krijgt men
een grotere hoeveelheid.
De geprogrammeerde hoeveelheid te
doseren naspoelmiddel is direct opge
slagen.
"
Schakel de afwasautomaat met de
" - toets uit.
-
27
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Let erop dat de sproeiarmen niet
Waar u bij het inruimen van
serviesgoed en bestek op
moet letten
Verwijder de ergste etensresten van
"
het vaatwerk.
Het is niet nodig om het vaatwerk van
te voren onder stromend water af te
spoelen!
Was vaatwerk met as, zand,
$
was, smeervet of verf niet in de af
wasautomaat.
Deze stoffen beschadigen de afwas
automaat.
U kunt ieder stuk servies in principe
overal in de rekken inruimen.
Neem daar echter de volgende tips bij
in acht.
" Plaats serviesgoed en bestek zo dat
het niet tegen of op elkaar ligt.
" Plaats het serviesgoed om het goed
schoon te krijgen zo in de rekken, dat
het water er aan alle kanten bij kan.
-
"
door te hoog of door de rekken
heenstekend vaatwerk worden ge
blokkeerd. U kunt dit controleren
door de sproeiarmen een keer met
de hand rond te draaien.
Let erop dat kleine stukken servies
"
goed niet door de spijlen van de rek
ken vallen.
Leg dit soort servies zoals dekseltjes daarom in de besteklade of de
bestekkorf.
-
Levensmiddelen zoals wortels, to
maten of ketchup kunnen natuurlijke
kleurstoffen bevatten.
Door deze stoffen kunnen kunststof
vaatwerk en kunststof onderdelen
ervan verkleuren, wanneer zij in ruime mate met het vaatwerk in de automaat terechtkomen.
Deze verkleuring heeft echter geen
invloed op de stabiliteit van kunststof vaatwerk.
-
-
-
-
"
Plaats al het serviesgoed zo, dat het
stevig staat.
"
Plaats hol serviesgoed zoals kopjes,
glazen en kommen met de openin
gen naar beneden in de rekken.
"
Plaats hoog, smal, hol serviesgoed
niet in de hoeken van de rekken,
maar zoveel mogelijk in het midden
ervan. Het water kan er dan beter bij.
"
Plaats servies met een diepe bodem
zoveel mogelijk schuin in het rek, zo
dat het water eraf kan lopen.
28
-
-
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Serviesgoed en bestek die niet
geschikt zijn voor de afwas
-
automaat
Serviesgoed en bestek die óf hele
–
maal óf voor een deel uit hout be
staan drogen uit en worden lelijk.
Bovendien houdt de lijm niet in de af
wasautomaat. Het gevolg daarvan is
dat houten grepen los kunnen raken.
Kunstvoorwerpen, antieke vazen of
–
glazen met decoraties zijn niet be
stand tegen de afwasautomaat.
Voorwerpen van niet hittebestendig
–
kunststof kunnen vervormen.
– Voorwerpen van koper, messing, tin
en aluminium kunnen verkleuren of
dof worden.
– Kleurdecoraties op het glazuur kun-
nen na vele afwasbeurten verbleken.
– Teer glaswerk en kristallen voor-
werpen kunnen na een tijd dof worden.
Wij raden u aan:
–
Koop serviesgoed van materiaal dat
geschikt is om in een afwasautomaat
te worden afgewassen en bestek met
de aanduiding: "Geschikt voor de
afwasmachine".
-
-
-
Let verder op het volgende:
Zilver dat met zilverpoets is behandeld
kan na afloop van het afwasprogramma
nog vochtig zijn doordat het water er
niet als een film afloopt. Het zilver moet
dan met een doek worden afgedroogd.
Daarentegen is zilver dat in zilverpoets
is ondergedompeld in de regel wel
droog. Het zilver kan echter beslaan.
Zilver kan verkleuren wanneer het in
aanraking komt met levensmiddelen die
zwavel bevatten, bijv. eigeel, uien,
mayonaise, mosterd, peulvruchten, vis,
pekelsaus van vis en marinades.
Aluminium serviesgoed zoals
$
vetfilters mag niet worden afgewassen met bijtende alkalische reinigingsmiddelen die in bedrijfsafwasautomaten of industriereinigers worden gebruikt.
Gebeurt dat wel dan kan er materiële schade ontstaan. In het ergste geval bestaat het gevaar dat er hevige
chemische reacties optreden die tot
een explosie kunnen leiden (bijv.
een knalgasreactie).
–
Gebruik voor teer glaswerk program
ma's met lage temperaturen of, af
hankelijk van het model, program
ma's met % Care.
Zie hoofdstuk: "Programma-over
zicht".
De kans dat het glaswerk dof wordt
is dan kleiner.
-
-
-
-
29
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Bovenrek
Gebruik de afwasautomaat om
$
veiligheidsredenen niet zonder
boven- en onderrek.
" Plaats in het bovenrek klein, licht en
teer serviesgoed zoals glazen, kopjes, schoteltjes en dessertschaaltjes.
U kunt er ook een plat pannetje in
plaatsen.
Kopjesrek (afhankelijk van het model)
Wilt u hoog serviesgoed inruimen,
klap het kopjesrek dan omhoog.
"
U kunt glazen tegen het kopjesrek aan
zetten. Dan staan ze steviger.
Klap het kopjesrek omlaag en zet de
"
glazen ertegenaan.
-
"
Leg erg lang bestek zoals soeple
pels, pollepels en lange messen
dwars aan de voorkant van het bo
venrek.
30
-
-
Loading...
+ 122 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.