voor de vrijstaande diepvriezers
met no-frost-systeem
F 7263 SN-1
F 7563 SN-1
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat.
a Controlelampje voor vergrendeling
b Temperatuuraanduiding
c Toetsen om temperatuur in te stellen
(boven: warmer; onder: kouder)
d Toets Aan/Uit
e Toets Superfrost met controlelampje
f Toets waarschuwingssignaal
g Binnenverlichting
h No-frost-inrichting
i Vriestablet
4
j Vriesladen met invrieskalender
k Markeersysteem diepvrieswaar
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdan
ken van uw oud toestel, neem dan con
tact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard voor u
het laat wegbrengen. Hou dus rekening
met de gelijknamige rubriek in de "Op
merkingen omtrent uw veiligheid".
-
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Door dit milieuvriendelijk koelmiddel toe
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en het toestel
beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij
zing voor u het toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmer
kingen omtrent het inbouwen, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het toestel. Zo beschermt
u zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel achteraf gebruikt.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
huishouden. Het dient enkel om
diepvriesproducten te bewaren, verse
levensmiddelen in te vriezen en consumptie-ijs te bereiden. Alle andere toe
passingen zijn ongeoorloofd en mis
schien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend werd.
Technische veiligheid
Dit toestel bevat het koelmiddel isobu
taan R600a. Dat is een natuurlijk gas
dat heel weinig milieubelastend is. Het
is evenwel brandbaar. Het brengt ech
ter geen schade toe aan de ozonlaag.
Het vergroot evenmin het broeikasef
fect.
-
-
te passen maakt het toestel wel iets
meer lawaai. Naast het geluid dat de
-
compressor maakt, kan er in heel het
koelcircuit lawaai optreden. Deze ge
volgen zijn jammer genoeg niet te ver
mijden. Ze beïnvloeden echter niet het
vermogen van het toestel.
Bij het transport en opstellen van het
toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcir
cuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken!
Is er toch schade opgetreden,
– vermijd dan open vuur of vonken,
– trek de stekker uit het stopcontact,
– laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten
– en verwittig de Technische Dienst.
Hoe meer koelmiddel het toestel
bevat, hoe groter het vertrek moet
zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt
er eventueel een lek op, dan kan er in
te kleine vertrekken een brandbaar
gas-luchtmengsel worden gevormd.
Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
minstens 1 m
koelmiddel het toestel bevat, vindt u op
het typeplaatje aan de binnenzijde.
-
-
-
-
Vergelijk voor het aansluiten van
het toestel beslist de aansluitgege
vens op het typeplaatje met de gege
vens van uw huisinstallatie. Het gaat
hier over de spanning en de frequentie.
Deze gegevens moeten absoluut over
eenstemmen om schade aan uw toestel
te vermijden. Vraag bij twijfel inlich
tingen aan uw installateur.
3
ruim te zijn. Hoeveel
-
-
-
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardsysteem is aan
gesloten, dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belang
rijk dat deze fundamentele veiligheids
voorziening voorhanden is. Laat uw in
stallatie bij twijfel door een vakman
nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elek
trische schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
indien u het volgens de gebruiksaanwijzing monteert en aansluit.
Indien u dit toestel niet op een vas-
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
Installatiewerk en herstellingen
mag u enkel door erkende vak
mensen laten uitvoeren. Door ondes
kundige installaties of reparaties kun
nen er niet te onderschatten risico’s op
duiken voor wie het toestel gebruikt.
Daarvoor is de fabrikant niet aanspra
kelijk.
Het toestel is pas stroomloos in
dien aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
–
u hebt de stekker van het toestel uit
het stopcontact getrokken.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker om het toestel stroomloos te
maken.
-
-
-
-
-
-
u hebt de smeltveiligheden van de
–
huisinstallatie uitgeschakeld.
-
-
-
-
Gebruik om het toestel op het
stroomnet aan te sluiten, geen ver
lengsnoeren. Die waarborgen niet de
nodige veiligheid. Er is risico op over
verhitting.
Gebruik
-
-
Raak de diepvrieswaar niet met
natte handen aan. Uw handen kun
nen eraan vastvriezen. U kan kwetsuren
oplopen!
Steek ijsblokjes en frisco’s, vooral
ijslolly’s, nooit meteen in de mond
nadat u die uit de diepvriezer hebt genomen. Door de zeer lage temperatuur
kunnen uw lippen of uw tong vastvriezen. U kan letsels oplopen!
Vries gedeeltelijk of volledig ont-
dooide levensmiddelen niet terug
in. Verbruik die zo vlug mogelijk.
De levensmiddelen boeten immers aan
voedingswaarde in en bederven. Zo u
ze kookt of braadt, kan u die levens
middelen opnieuw invriezen.
Bewaar in uw toestel geen explo
sieve stoffen. Zodra de thermostaat
inschakelt, kunnen er dan vonken ont
staan. Die kunnen bepaalde vonkge
voelige mengelingen doen ontploffen.
Bewaar in uw diepvriezer geen
blikjes of flessen met koolzuurhou
dende drank of met vloeistof die kan
bevriezen. De blikjes of flessen kunnen
stukspringen. U kan letsels oplopen en
er is risico op schade!
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Neem flessen die u in de
diepvriezer legt om snel te koelen,
uiterlijk na een uur weer uit. De flessen
kunnen stukspringen. Er is risico’s op li
chamelijk letsel en op schade!
Zo u te lang bewaarde levensmid
delen eet, loopt u het risico van
voedselvergiftiging.
De bewaarduur hangt van heel wat fac
toren af. Onder meer van de mate
waarin de levensmiddelen vers en de
gelijk zijn, maar ook van de bewaartem
peratuur. Hou de bewaartips en de op
gegeven bewaarduur van de voedsel
fabrikanten in acht!
Gebruik geen spitse noch scherpe
voorwerpen om
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– aangevroren ijsblokjesschalen en
diepvrieswaar los te maken.
Zo beschadigt u de vriesplaten en raakt
het toestel volledig defect.
-
-
-
Dek de ventilatieroosters van het
toestel niet af. Anders is er geen
onberispelijke luchttoevoer meer ge
waarborgd. Het stroomverbruik stijgt en
er kan schade optreden aan bepaalde
onderdelen.
Dit toestel is geschikt voor een be
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tempe
ratuur dient binnen zekere grenzen te
blijven. De klimaatklasse vindt u terug
op het typeplaatje binnen in het toestel.
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daar
door kan het toestel de noodzakelijke
temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooien
en schoon te maken in geen geval
een toestel met stoom onder druk.
De stoom kan onderdelen aanraken,
die onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden.
-
-
-
-
Zet nooit elektrische verwarmings
apparaten en kaarsen in het toe
stel. Anders loopt de kunststof schade
op.
Gebruik nooit ontdooisprays of
ijsverwijderende middelen. Die
kunnen explosieve gassen vormen, die
oplosmiddel of drijfgas bevatten of uw
gezondheid kunnen schaden.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt die op de
duur poreus.
8
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Uw oud toestel afdanken
Verniel het slot van uw oude koel
kast of diepvriezer wanneer u die
buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat
spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten en in levensgevaar komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van
het koelcircuit beschadigt, b.v.
door:
de koelmiddelkanaaltjes van de ver
–
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan
oogletsels tot gevolg hebben.
-
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen niet in acht werden
genomen.
-
9
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa
ter voor en wrijf daarna alles met een
doek droog.
Het toestel inschakelen
^ Druk op de toets Aan/Uit.
In de temperatuuraanduiding worden
streepjes verlicht en er weerklinkt een
waarschuwingssignaal. Het toestel begint te koelen en het licht in de binnenruimte gaat aan zodra u de deur opent.
Opdat de temperatuur laag genoeg
daalt, laat u het toestel bij voorkeur enkele uren ingeschakeld voordat u er
voor het eerst eetwaar in plaatst.
Het waarschuwingssignaal uit
schakelen
Koude-accu
Leg de koude-accu in de bovenste
lade of op het vriestablet. Daar neemt
hij niet veel plaats in beslag. Na ca. 24
uur heeft de accu zijn volle koelvermo
gen bereikt.
Het toestel uitschakelen
Druk op de toets Aan/Uit.
^
De temperatuuraanduiding wordt ge
doofd en de koeling is uitgeschakeld. Is
dat niet het geval, dan was de vergren
deling ingeschakeld!
Vergrendeling
Met de vergrendeling kan u het toestel
tegen ongewenst uitschakelen beveiligen.
De vergrendeling inschakelen
^ Druk op de toets voor het waarschu-
wingssignaal en hou die ingedrukt.
^
Druk ook op de toets Superfrost. Hou
beide toetsen ca. 3 sec. lang tegelijk
-
ingedrukt. Wacht tot het controle
lampje voor de vergrendeling d in
de temperatuuraanduiding aangaat
en er een pieptoon weerklinkt.
-
-
-
-
^
Druk op de toets voor het waarschu
wingssignaal.
Het signaal wordt gedoofd. In de tem
peratuuraanduiding knipperen de
streepjes tot de ingestelde temperatuur
echt bereikt is.
10
-
U kan het toestel pas uitschakelen na
dat u de vergrendeling weer ongedaan
hebt gemaakt!
-
-
Het toestel in- en uitschakelen
De vergrendeling uitschakelen
Voer dezelfde bedieningsstappen uit
^
als bij het inschakelen van de ver
grendeling.
Het controlelampje voor de vergrende
ling in de temperatuuraanduiding dient
uit te gaan. Nu kan u het toestel weer
om het even wanneer uitschakelen.
-
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
laat de toesteldeur op een kier om
^
reukhinder tegen te gaan.
11
De juiste temperatuur
Voor het bewaren van levensmiddelen
is het van groot belang de juiste tempe
ratuur in te stellen. Door micro-organis
men bederft eetwaar namelijk gauw.
Door een juiste bewaartemperatuur kan
dat proces evenwel worden vermeden
of vertraagd. De temperatuur heeft een
invloed op de snelheid waarmee de mi
cro-organismen aangroeien. Hoe lager
de temperatuur, hoe trager dat proces.
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en eetwaar lange tijd te bewaren, is er
een temperatuur van -18 °C nodig. Bij
deze temperatuur wordt de aangroei
van micro-organismen verregaand
stopgezet. Zodra de temperatuur boven de -10 °C stijgt, wordt de diepvrieswaar door de micro-organismen aangetast en kan die niet meer zo lang worden bewaard. Daarom mag u gedeeltelijk of volledig ontdooide spijzen pas
weer invriezen nadat u ze gekookt of
gebraden hebt. Door de hoge temperatuur worden de meeste micro-organismen immers vernietigd.
De temperatur in het toestel loopt op
naarmate
–
u de toesteldeur vaker opent en
langer laat openstaan,
–
u meer eetwaar in het toestel be
waart,
–
de vers geplaatste eetwaar warm is.
-
de omgevingstemperatuur hoger ligt.
–
Dit toestel is geschikt voor een be
-
-
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tem
peratuur dient binnen zekere gren
zen te blijven.
-
De temperatuur instellen
De temperatuur kan u instellen met de
twee toetsen naast de temperatuuraan
duiding. Drukt u op de
– bovenste toets: de temperatuur stijgt,
– onderste toets: de temperatuur daalt.
Terwijl u de temperatuur instelt, knippert
de aanduiding.
In de temperatuuraanduiding kan u de
volgende veranderingen merken terwijl
u op de toetsen drukt:
–
Als u de eerste keer drukt, knippert
de temperatuur die u het laatst hebt
ingesteld.
–
Elke keer dat u daarna drukt, veran
dert de temperatuur in 1 °C-stappen.
–
Houdt u de toets ingedrukt, dan ver
andert de temperatuur doorlopend.
Zowat 5 seconden na de laatste druk
op de toets wordt vanzelf overgescha
keld op de echte temperatuur die op
dat ogenblik in de diepvriezer heerst.
-
-
-
-
-
-
-
12
De juiste temperatuur
Hebt u de temperatuur anders inge
steld, let dan op de temperatuuraandui
ding:
bij een bijna leeg toestel na ca. 6 uur,
–
bij een vol toestel na ca. 24 uur.
–
Pas dan is de gewenste temperatuur
echt bereikt. Is de temperatuur na deze
tijd nog te hoog of te laag, stel hem dan
opnieuw in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur is van -14 °C tot -28 °C
regelbaar.
Dat de laagste temperatuur wordt bereikt, hangt af van de plaats van opstelling en van de omgevingstemperatuur.
Bij hoge kamertemperatuur is de
laagste temperatuur niet in ieder geval
bereikbaar.
-
Temperatuuraanduiding
Op het bedieningspaneel wordt bij normale werking de temperatuur van de
warmste plek in het toestel aangeduid.
Ligt die temperatuur niet onder 0 °C,
dan wordt in de temperatuuraanduiding
enkel een streepje verlicht.
De temperatuuraanduiding knippert
indien
–
u een andere temperatuur heeft inge
steld,
–
de temperatuur in het toestel ver
schillende graden gestegen is; dit
wijst dus op een koudeverlies.
-
Over dit kortstondig koudeverlies hoeft
u zich geen zorgen te maken indien het
ontstaat doordat
de toesteldeur eens wat langer open
–
blijft, bv. bij het uitnemen of plaatsen
van heel wat levensmiddelen,
er verse eetwaar wordt ingevroren.
–
Ligt de temperatuur langere tijd boven
de -18 °C, kijk dan eens na of de diep
vrieswaar niet gedeeltelijk of volledig
ontdooid is. In zo’n geval dient u deze
spijzen zo gauw mogelijk te verbruiken!
De helderheid van de
temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding is bij de levering van het toestel op weinig helder
ingesteld.
Zodra u de toesteldeur opent, een instelling wijzigt of indien er een
alarmsituatie optreedt, wordt de aanduiding ca. 1 minuut heel helder verlicht.
U kan die helderheid anders regelen:
–
Helderder: druk op de toets voor
het waarschuwingssignaal, hou die
ingedrukt en druk tegelijkertijd op de
bovenste toets naast de tempera
tuuraanduiding.
–
Donkerder: druk op de toets voor
-
het waarschuwingssignaal, hou die
ingedrukt en druk tegelijkertijd op de
onderste toets naast de temperatuur
aanduiding.
-
-
-
13
Waarschuwingssignaal
Dit toestel is uitgerust met een waar
schuwingssysteem. Daarmee kan de
temperatuur in de diepvriezer niet on
gemerkt stijgen. Zo vermijdt u boven
dien stroomverspilling indien de toestel
deur bleef openstaan.
-
-
-
Temperatuuralarm
Wordt het te warm, dan weerklinkt er
een waarschuwingssignaal. Meteen
gaat ook de temperatuuraanduiding
knipperen. Wanneer het toestel een
temperatuur als te warm ‘aanvoelt’,
hangt af van de ingestelde tempera
tuur.
Deze signalen zijn telkens zichtbaar en
hoorbaar wanneer
– u de diepvriezer inschakelt.
– u de toesteldeur langere tijd opent,
bv. om er diepvrieswaar in te leggen,
te verplaatsen of uit te nemen.
– u een grote hoeveelheid levensmid-
delen invriest.
–
de stroom langere tijd onderbroken
was.
-
Deuralarm
Het waarschuwingssysteem
inschakelen
Het waarschuwingssysteem is automa
tisch altijd klaar om te functioneren. U
hoeft het niet extra in te schakelen.
Het waarschuwingssignaal
voortijdig uitschakelen
Zodra de ingestelde temperatuur in de
diepvriezer is bereikt, wordt het signaal
gedoofd. De temperatuuraanduiding
knippert dan niet meer. Die wordt dan
gewoon verlicht. Stoort het signaal u,
dan kan u dat voortijdig uitzetten.
^ Druk op de toets voor het waarschu-
wingssignaal.
Het signaal verstomt. De temperatuuraanduiding knippert verder tot de
alarmtoestand afgelopen is. Daarna
blijft die voortdurend verlicht. Zo is
het waarschuwingssysteem weer
klaar om te werken.
-
Zodra u de toesteldeur langer dan 60
seconden laat openstaan, weerklinkt
het waarschuwingssignaal.
14
Superfrost
Verse eetwaar invriezen
Verse eetwaar dient u zo snel mogelijk
tot in de kern te laten invriezen. Zo blij
ven de voedingswaarde, de vitaminen,
het uitzicht en de smaak bewaard.
Hoe trager de levensmiddelen ingevro
ren worden, hoe meer vloeistof er uit
elke cel in de tussenruimte terechtkomt.
De cellen krimpen.
Bij het ontdooien kan er maar een deel
van die vloeistof naar de cellen terug.
In de praktijk betekent dit dat er in de
levensmiddelen veel sap verlorengaat.
Bij het ontdooien valt dat te merken aan
de grote plas rond de eetwaar.
Werd de eetwaar snel ingevroren, dan
krijgt de celvloeistof minder tijd om in
de tussenruimte weg te vloeien. De cellen krimpen heel wat minder.
Bij het ontdooien kan die eerder geringe hoeveelheid vloeistof die in de
tussenruimte terecht is gekomen, naar
de cellen terug. Er ging dus heel weinig
sap verloren. Er wordt maar een kleine
plas gevormd!
-
Superfrost-functie
Om verse eetwaar heel efficiënt in te
vriezen dient u van tevoren de functie
Superfrost in te schakelen.
Uitzonderingen:
Indien u reeds ingevoren levensmid
–
delen in de diepvriezer legt.
Indien u elke dag maar hoogstens 2
–
kg invriest.
-
Superfrost inschakelen
Schakel de functie Superfrost in
^
4 à 6 uur voor u levensmiddelen
plaatst.
Wenst u het hoogste invriesvermo
^
gen te benutten, schakel dan de Su
perfrost 24 uur van tevoren in!
^ Druk op de toets Superfrost.
Het controlelampje Superfrost gaat aan.
De temperatuur in het toestel daalt daar
het met het hoogste invriesvermogen
werkt.
Superfrost uitschakelen
Nadat u eetwaar in het toestel hebt ge
plaatst, wordt Superfrost automatisch
uitgeschakeld na ca. 30 à 60 uur. Het
controlelampje gaat uit en het toestel
werkt weer met zijn normale, stroombe
sparende koelcapaciteit.
-
-
-
-
-
15
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Maximum-invriesvermogen
Om levensmiddelen zo gauw mogelijk
tot in de kern te laten invriezen, mag
het maximum-invriesvermogen niet
overschreden worden. Hoeveel dat be
draagt, vindt u op het typeplaatje:
‘invriesvermogen ... kg / 24 uur’.
De isoleerplaat gebruiken
(naar gelang van het model)
Met de isoleerplaat kan u de niet ge
bruikte vriesladen ‘uitschakelen’, d.w.z.
isoleren. Daarmee spaart u stroom.
U kan de plaat gebruiken als u maar
weinig eetwaar in het toestel bewaart.
De isolatieplaat uitnemen
-
Hou hiermee rekening!
Er zijn minstens 2 vriesladen vereist
–
om in te vriezen. De overige kan u
desnoods ‘uitschakelen’ (isoleren).
De laden die u wel gebruikt om in te
–
vriezen, moeten de bovenste zijn.
Schuif de isoleerplaat onder de
–
laatste lade waarin u nog wat in
vriest.
Hoe minder laden er worden ge
–
koeld, hoe minder stroom u verbruikt.
Door de isoleerplaat te gebruiken,
spaart u merkelijk stroom!
Leg in de ‘uitgeschakelde’ laden
geen levensmiddelen. Er kunnen immers grote en onverhoedse temperatuurschommelingen opduiken.
Daardoor kan de eetwaar bederven.
Voorbeeld
U gebruikt enkel 2 vriesladen.
-
-
^
Druk op de blokkeerstrook in het mid
den van de isoleerplaat. Trek de plaat
naar voren uit.
16
^
Leg de eetwaar in de bovenste 2 la
den. De andere laden blijven leeg.
^
Neem de derde lade uit en schuif de
isoleerplaat onder de tweede lade.
De overige laden onderaan worden
nu ‘uitgeschakeld’ (geïsoleerd).
-
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Diepvrieswaar bewaren
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het
toestel legt, controleer dan reeds bij de
aanschaf
of de verpakking niet beschadigd is,
–
tot wanneer het product houdbaar is
–
en hoe laag de koeltemperatuur in
–
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan
-18 °C, dan is de diepvrieswaar niet
zo lang houdbaar.
Koop uw diepvrieswaar op het einde
^
van uw boodschappen. Bewaar hem
in krantenpapier of een koeltas.
^ Leg de gekochte diepvrieswaar met-
een in uw toestel.
Vries gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan u die
opnieuw invriezen.
Zelf levensmiddelen invriezen
Om kleur, smaak, aroma en vitami
–
nen C te bewaren, dient u fruit en
groente voor het invriezen te blan
cheren. Doe de groente per portie 2
à 3 minuten in kokend water. Daarna
uitnemen en vlug in koud water af
koelen. Laat de groente uitdruppen.
Mager vlees is beter geschikt om in
–
te vriezen dan vet. Het kan trouwens
veel langer worden bewaard.
Leg tussen koteletten, biefstuk,
–
vleeslapjes e.d. telkens plastic folie.
Zo vermijdt u dat porties aaneenvrie
zen.
– Rauwe levensmiddelen en geblan-
cheerde groente mag u voor het invriezen niet kruiden of zouten. Sommige kruiden veranderen immers van
smaakintensiteit bij het invriezen.
– Laat warme spijs en drank eerst bui-
ten het toestel afkoelen. Anders
wordt reeds ingevroren eetwaar even
ontdooid. Dit leidt bovendien tot een
hoger stroomverbruik.
-
-
-
-
Gebruik enkel verse en onberispelijke
levensmiddelen om in te vriezen!
Hou hiermee rekening bij het
invriezen:
–
Zijn geschikt om in te vriezen:
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groente, kruiden, rauw fruit, zuivel,
gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en
heel wat kant- en klaargerechten.
–
Niet geschikt om in te vriezen:
druiven, kropsla, radijsjes, ramme
nas, zure room, mayonaise, eieren in
hun schaal, uien, ongeschilde rauwe
appelen en peren.
-
17
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Verpakken
Vries de eetwaar per portie in.
^
Geschikte verpakking
– kunststoffolie
– zakjes van polyethyleen
– aluminiumfolie
– diepvriesdozen
^ Druk de lucht uit de verpakking.
^ Sluit de verpakking af met
– elastiekjes,
– kunststofklemmen,
– touwtjes of
– koudebestendige plakband.
Polyethyleen zakjes kan u ook met
een lastoestel dichtmaken.
^
Plak op de verpakking een etiket met
inhoud en invriesdatum erop.
Voor u de diepvrieswaar schikt
Zo u meer dan 2 kg verse levensmid
^
delen gaat invriezen, dient u op voor
hand de functie Superfrost in te scha
kelen. Zie rubriek "Superfrost-functie".
Diepvrieswaar schikken
U kan overal in de vrieszone levensmid
delen laten invriezen, maar niet in de
onderste lade. Grotere pakjes legt u
rechtstreeks op de vriesplaten tussen
de tweede en de derde lade. Daar wor
den ze heel gauw en behoedzaam in
gevroren. Neem daartoe een of ver
schillende vriesladen uit.
Elke vrieslade en de vriesplaat tussen de 2de en 3de lade kunnen
hoogstens 25 kg dragen!
^ Leg de levensmiddelen op hun brede
zijde op de bodem van de vrieslade
of op de vriesplaat, opdat ze zo vlug
mogelijk tot in de kern bevroren geraken.
^
Leg de pakjes er droog in. Anders
vriezen ze aan elkaar.
-
-
-
-
-
-
-
18
Levensmiddelen die u er pas inlegt,
mogen niet in aanraking komen met
reeds ingevroren eetwaar. Anders
gaat die lichtjes ontdooien.
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Om omvangrijke diepvrieswaar in te
vriezen als bv. kalkoen of wild, kan u de
plaat tussen de 2de en 3de lade uitne
men:
Neem de tweede bovenste lade uit.
^
^ Druk het haakje achteraan onder de
vriesplaat omlaag a en trek de plaat
naar voren uit b.
Om de plaat terug te zetten, duwt u ze
naar achteren tot u een klik hoort.
Invrieskalender
Bij elke vrieslade horen twee ruitertjes
met een wieltje. Op dat wieltje zijn de
maanden aangegeven van 1 tot 12.
-
^ Schuif het ruitertje van aan de rand
van de lade over de rail.
Met het ruitertje duidt u de soort eetwaar aan. Met het wieltje de maand
waarin u de eetwaar invroor.
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
Op de invrieskalender op de vrieslade
ziet u hoe lang u verschillende soorten
vers ingevroren eetwaar kan bewaren.
Bij gekochte diepvrieswaar vindt u de
bewaarduur op de verpakking terug.
Markering diepvrieswaar
Om u eraan te herinneren hoelang u de
diepvrieswaar mag bewaren, is het toe
stel van een markeersysteem voorzien.
–
in uw microgolfoven,
–
in uw oven met de verwarmingssoort
‘Hete lucht’ of ‘Ontdooien’,
–
op kamertemperatuur,
–
in uw koelkast.
Doe platte stukken vlees en vis in een
hete pan zodra ze licht ontdooid zijn.
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel
in de verpakking als in een schotel met
deksel ontdooien.
Ingevroren groente in kokend water
doen of in heet vet stoven. De kooktijd
is dan korter dan bij verse groente.
19
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Het vriestablet gebruiken
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan dat wel.
IJsblokjes maken
Druk de sluitbout naar onder en vul
^
de ijsblokjesschaal met water. Het
overtollige water loopt via de afvoeropening over.
^ Druk de sluitbout nu naar boven om
het schaaltje af te sluiten. Zet het
schaaltje op de bodem van de vrieszone.
^ Gebruik om de vastgevroren ijs-
schaal los te maken een stomp voorwerp, b.v. een lepelsteel.
^
De ijsblokjes komen vlotter los uit de
schaal als u die even onder stromend
water houdt.
Op het vriestablet kan u bessen,
kruiden, groente en andere kleine le
vensmiddelen behoedzaam invriezen.
De diepvrieswaar behoudt grotendeels
zijn vorm. De afzonderlijke stukken vrie
zen ook niet aaneen.
^ Leg de in te vriezen levensmiddelen
losjes op het vriestablet.
Laat de diepvrieswaar 10 à 12 uur
doorvriezen. Doe hem dan in een
diepvrieszakje of -recipiënt en leg die
daarna in een van de vriesladen.
Drank snel koelen
Wenst u flessen in uw diepvriezer te
leggen om ze snel te laten koelen, haal
die dan uiterlijk na 1 uur weer uit. An
ders springen de flessen stuk!
-
-
-
20
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Koude-accu
Hiermee vermijdt u dat de temperatuur
in de diepvriezer bij een stroomonder
breking te snel stijgt.
Leg de koude-accu in de bovenste
lade direct op de diepvrieswaar. Ofwel
op het vriestablet. Na ca. 24 uur levert
de accu zijn maximumkoelvermogen.
Bij een stroomonderbreking legt u de
koude-accu direct op de diepvrieswaar
in de bovenste vrieslade. Zo duurt de
bewaartijd het langst.
-
Als u verse levensmiddelen plaatst, be
nut dan de koude-accu als scheiding
tussen reeds ingevroren en verse levensmiddelen. Zo gaat de diepvrieswaar niet lichtjes ontdooien.
In een koelbox houdt de koude-accu
spijs en drank voor korte tijd koel.
-
21
Ontdooien
Uw diepvriezer is uitgerust met een
‘no-frost-systeem’. Daardoor verloopt
het ontdooien automatisch.
Het vocht slaat op de verdamper neer,
wordt automatisch af en toe ontdooid
en verdampt.
Door het automatische ontdooiproces
blijft de vrieszone steeds vrij van ijs. De
levensmiddelen gaan door dit speciaal
systeem nooit - zelfs niet eventjes - ont
dooien.
-
22
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
‘schuurmiddelvrije’ schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht
komt in de elektronische bediening
noch in de ventilatieroosters.
Gebruik nooit stoomreinigers. De
stoom kan toestelonderdelen aanra
ken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
-
Ventilatieroosters
Maak de ventilatieroosters geregeld
^
met een kwast of stofzuiger schoon.
Hoe meer stof erop ligt, hoe meer
stroom het toestel verbruikt.
Deurdichting
Behandel de deurdichting nooit met
olie of vet. Die wordt anders na ver
loop van tijd poreus.
Maak de deurdichting geregeld met
^
helder water schoon. Wrijf ze nadien
met een doek goed droog.
Schoonmaken
-
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig.!
^ Schakel het toestel uit, trek de stek-
ker uit het stopcontact, leg de diepvrieswaar op een koele plaats en
neem de vriesladen uit.
^
Laat de toesteldeur open tot de tem
peratuur in de binnenruimte tot de
omgevingstemperatuur is gestegen.
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het
best lauw water met wat afwasmiddel.
Zet geen onderdelen of toebehoren in
de vaatwasser.
^
Spoel ze daarna met helder water af.
Wrijf alles met een doek droog. Laat
de toesteldeur even openstaan.
Achterzijde - metalen rooster
^ Stof het metalen rooster op de rugzij-
de van het toestel (warmtewisselaar)
minstens eens per jaar af. Hoe meer
stof, hoe hoger het stroomverbruik!
Zorg er bij het schoonmaken van het
metalen rooster voor dat u geen
snoeren of andere onderdelen af
trekt, knikt of beschadigt.
-
Na het schoonmaken
^
Sluit de toesteldeur, zet het toestel
aan.
^
Schakel Superfrost in. Zo wordt het
toestel gauw koud. Het controlelamp
je gaat aan.
^
Schuif de laden met de vrieswaar
weer in het toestel zodra de tempera
tuur laag genoeg gezakt is.
^
Schakel Superfrost uit door op de
toets Superfrost te drukken. Het con
trolelampje gaat uit.
-
-
-
-
23
Wat gedaan als ...?
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mogen enkel en alleen door
een vakman worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kun
nen er ernstige risico’s opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als . . .
-
. . . het toestel niet koelt?
Zie na of het wel ingeschakeld is. De
^
temperatuuraanduiding moet verlicht
-
zijn.
Zit de stekker van het toestel wel ste
^
vig in het stopcontact?
Zijn de smeltstoppen van uw huisin
^
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het
geval is, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
-
-
. . . er na het inschakelen van het toe
stel, vooral na het eerste gebruik, on
gewone geluiden waar te nemen
zijn?
Schakel het toestel eerst uit om na te
gaan wat volgt:
^ Staat het toestel stevig en waterpas ?
^ Gaan de meubels naast het toestel
niet trillen als de compressor draait?
^ Kunnen alle onderdelen aan de ach-
terzijde van het toestel vrij bewegen?
^
Hebt u de snoerhouder van de rugzij
de verwijderd? Die kan trilgeluid ver
oorzaken.
^
Zitten de uitneembare onderdelen
juist in het toestel?
Bedenk wel dat motor- en stromingsla
waai in het koudecircuit niet te ver
mijden valt.
-
. . . u de toesteldeur niet vaker na
mekaar kan openen?
-
Dit is geen storing. Door het zuigeffect
kan u de deur pas na enige tijd zonder
moeite openmaken.
. . . de temperatuur in het toestel te
laag is?
^ Stel een warmere temperatuur in.
^ U vergat Superfrost uit te schakelen.
Het controlelampje is aan.
. . . de compressor vaker en langer in
-
geschakeld wordt?
-
^
Zijn de ventilatieroosters niet geblok
keerd of zitten ze niet onder het stof?
^
Zit het metalen rooster (warmtewisse
-
laar) op de rugzijde van het toestel
niet onder het stof?
^
De toesteldeur werd vaak geopend.
Ofwel werd heel wat verse eetwaar
ingevroren.
-
-
-
24
^
Kan de toesteldeur goed dicht?
Wat gedaan als ...?
. . . de diepvrieswaar vastgevroren
is?
Maak de diepvrieswaar los met een
stomp voorwerp, bv. een lepelsteel.
. . . het waarschuwingssignaal weer
klinkt en de temperatuuraanduiding
knippert?
Stond de toesteldeur reeds langer
^
dan ca. 60 seconden open?
Is dat niet het geval, dan is het in de
diepvriezer, in vergelijking met de inge
stelde temperatuur, te warm omdat
^ de toesteldeur vaak geopend of heel
wat verse eetwaar ingevroren werd.
^ de ventilatieroosters afgedekt zijn.
^ de stroom lange tijd onderbroken
was.
Zodra aan deze storingen een einde is
gesteld, blijft de temperatuuraanduiding constant verlicht. Het waarschuwingssignaal blijft dan ook achterwege.
. . . in de temperatuuraanduiding een
streep wordt verlicht of knippert?
Kijk zowat 6 uur na het inschakelen de
temperatuuraanduiding na. Er volgt pas
een aanduiding zo de temperatuur in
het toestel laag genoeg is gezakt.
. . . in de temperatuuraanduiding ‘F0’
tot ‘F5’ verschijnen?
-
. . . er in de temperatuuraanduiding
een ‘nA’ verschijnt?
De temperatuur was intussen door een
stroomonderbreking de laatste dagen
of uren te hoog opgelopen.
Druk op de toets voor het waarschu
^
wingssignaal zolang ‘
licht.
In de temperatuuraanduiding ziet u
de warmste temperatuur die tijdens
de stroomonderbreking in het toestel
-
is opgetreden.
Naar gelang van de temperatuur gaat u
na of de eetwaar gedeeltelijk of volledig
ontdooid is. Zo dat het geval is, kook of
braad dan deze spijzen voor u ze weer
invriest.
De warmste temperatuur wordt ca. 1
minuut aangeduid. Daarna verschijnt
weer de echte temperatuur die op dat
ogenblik in het toestel heerst.
. . . het controlelampje Superfrost niet
aangaat, maar de compressor wel
draait?
Het controlelampje is defect. Doe een
beroep op de Technische Dienst.
. . . u het toestel niet kan uitzetten?
De vergrendeling is ingeschakeld.
nA
’ wordt ver
-
-
Dit zijn storingen. Doe een beroep op
de Technische Dienst.
25
Wat gedaan als ...?
. . . de binnenverlichting niet meer
werkt?
Is de toesteldeur langer blijven open
^
staan? De verlichting wordt automa
tisch uitgeschakeld na ca. 15 minu
ten zo de deur bleef openstaan.
Is dat niet zo, dan is het lampje defect:
Trek de stekker uit het stopcontact of
^
schakel de overeenkomstige smelt
stoppen uit.
^ Draai het lampje uit en vervang het.
-
-
-
-
Gegevens van het lampje:
220 – 240 V, max. 15 W, fitting E 14.
Kan u de storing aan de hand van
deze aanwijzingen niet ongedaan
maken, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
Maak de toesteldeur bij voorkeur
niet open tot de storing werd verhol
pen. Zo beperkt u koudeverlies.
26
-
Technische dienst
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
27
Elektrische aansluiting
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 – 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico op oververhitting.
-
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers. Daar
door wordt de stroomtoevoer naar het
toestel immers beperkt zodat het toe
stel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden ver
vangen, dan mag dat enkel worden uit
gevoerd door een erkend elektricien.
28
-
-
-
-
-
-
-
Zet boven op het toestel geen appa
raten die warmte afgeven, bv.
broodroosters of microgolfovens. Er
wordt dan meer stroom verbruikt!
-
Plaats van opstelling
Kies geen plaats vlak naast een fornuis,
een radiator of bij een venster vlak in
de zon. Hoe hoger de kamertempera
tuur oploopt, hoe langer de compressor
draait en hoe meer stroom er wordt ver
bruikt. Geschikt is een droog, degelijk
geventileerd vertrek.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van
omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te blijven. De klimaatklasse vindt u terug op
het typeplaatje binnen in het toestel.
-
Opstellen
Transportbeveiliging van het
deurhandvat
Als u de toesteldeur voor het eerst
opent, hoort u een knak. Dat betekent
dat de handgreep van de transport- in
de gebruiksstand valt. Nu staat het
handvat wat verder van het toestel weg
als tevoren.
Het toestel opstellen
Verwijder eerst de snoerhouders van
^
de achterzijde van het toestel.
Zie na of alle onderdelen aan de ach
^
terzijde van het toestel vrij kunnen
bewegen. Buig ze eventueel voorzichtig van mekaar weg.
^ Schuif het toestel voorzichtig op de
daartoe voorziene plaats.
Het toestel waterpas zetten
-
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN, N
ST
T
Tot een minimum kamertemperatuur
van +5 °C werkt uw toestel beslist pro
bleemloos.
tot +32 °C
tot +38 °C
tot +43 °C
Ventilatie
Tegen de rugzijde van het toestel wordt
de lucht verwarmd. Daarom mag u de
ventilatieroosters niet afdekken. Dan
blijft een onberispelijke ventilatie ge
waarborgd.
Stof de ventilatieroosters ook geregeld
af.
-
-
^
Zet het toestel aan de verstelbare
voetjes stevig waterpas. Gebruik
daartoe de bijgeleverde dopsleutel.
29
De deurscharnieren verwisselen
Uw toestel wordt geleverd met schar
nieren aan de rechterkant. Moet de
deur naar links opengaan, dan kan u
de scharnieren van kant verwisselen.
Maak de toesteldeur open.
^
^ Druk de sokkelplint a er met een
schroevendraaier uit en zwenk die
langs voren weg.
^
Druk het afdekplaatje b er met de
schroevendraaier uit. Doe de toestel
deur nu dicht.
^
Draai de schroef c uit.
-
^ Draai de bovenste scharniertap a
met de inbussleutel (deel van de bijgeleverde dopsleutel) uit. Draai de
tap aan de andere zijde van het toestel weer in.
^ Hef het afstandsstuk b met behulp
van een schroevendraaier uit. Zet alles terug aan de overkant.
-
^
Hef de dop c uit het gaatje voor de
scharniertap in de toesteldeur. Zet er
de dop aan de andere kant in.
^
Trek het scharnier d er met de
scharnierbout e langs onder uit,
zwenk het naar voren en neem het af.
^
Zet de toesteldeur open, kantel ze er
langs onderen uit en neem ze af.
30
^
Hang de toesteldeur in de scharnier
tap a, let intussen op het
afstandsringetje d en sluit de toe
steldeur.
-
-
De deurscharnieren verwisselen
^ Draai het scharnier b 180°, trek de
scharniertap a eruit en zet de tap er
omgekeerd weer in.
Doe de toesteldeur open.
^
Laat de afdekplaatjes i vooraan
^
uitspringen en schuif ze opzij weg.
Schroef de handgreep van de deur
^
g af. Verwissel handgreep en dopjes
h van kant.
Schuif de afdekplaatjes i op. Druk
^
ze goed in hun uitsparing!
^ Monteer beide delen in de scharnier-
steun f. Daartoe schuift u de tap a
door de steun f in het scharnier b.
Zwenk het scharnier naar binnen toe,
schuif het omhoog en monteer het
voorlopig met schroef c.
^
Hang de deur nu keurig op één lijn
met de ommanteling van het toestel.
Gebruik daartoe het langwerpige
gaatje in de scharniersteun f. Draai
daarna schroef c aan.
^
Schuif de sokkelplint d op zijn plaats
en druk erop tot die vastzit.
^
Steek het afdekplaatje e bij open
deur vooraan in de sokkelplint en
druk het achteraan op zijn plaats.
31
Wijzigingen voorbehouden / 2902
F 7263 SN-1, F 7563 SN-1
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
M.-Nr. 05 619 440 / V
02
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.