Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
Het veranderen van de draairichting van de deur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Algemeen
a Controlelampje van de vergrendeling
b Temperatuuraanduiding
c Toetsen voor het instellen van de
temperatuur
(Boven: warmer; beneden: kouder)
d Aan-/Uit - toets
e Superfrost - toets en controlelampje
van de superfrost
f Zoemer - toets
g Binnenverlichting
h Diepvriesladen met
diepvrieskalender
4
i Markeersysteem voor ingevroren
levensmiddelen
j Afvoergootje voor het dooiwater
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten meest
al nog waardevolle materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar
bij het grofvuil, maar informeer bij uw
handelaar of het mogelijk is het appa
raat terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhan
delaar naar mogelijkheden voor herge
bruik van het materiaal (bijv. schrootver
werking).
Let erop dat de buisleidingen van uw
apparaat niet worden beschadigd,
wanneer dit wordt weggebracht om op
vakkundige wijze en zonder het milieu
al te veel schade te berokkenen te worden verschroot. Dan kan men er zeker
van zijn dat koelmiddelen die zich in
het koelsysteem bevinden en de olie
die zich in de compressor bevindt niet
in het milieu terechtkomen.
Neem ook de aanwijzingen in het
hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen" in acht.
-
-
-
-
-
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Deze vrieskast voldoet aan de voor
geschreven veiligheidsmaatregelen.
Door ondeskundig gebruik kunnen
personen echter letsel oplopen en
kan er materiële schade ontstaan.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar
om eerst aandachtig door voordat u
dit apparaat voor het eerst gebruikt.
Hierin vindt u belangrijke instructies
met betrekking tot de inbouw, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de vrieskast.
Efficiënt gebruik
Deze vrieskast is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.
Gebruik deze vrieskast uitsluitend
voor het bewaren van diepvriesproducten, voor het invriezen en bewaren
van verse levensmiddelen en voor het
bereiden van ijs.
Gebruik voor andere doeleinden is on
toelaatbaar en kan gevaarlijk zijn.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die is ontstaan door ge
bruik voor andere doeleinden dan hier
aangegeven of door een foutieve be
diening.
-
-
-
-
-
-
Dit apparaat bevat het koelmiddel
isobutaan (R600a).
Dit is een natuurlijk gas dat het milieu
weinig belast, maar wel brandbaar is.
Het gas is niet schadelijk voor de ozon
laag en verhoogt het broeikaseffect
niet, maar het gebruik van dit koelmid
del heeft er wel toe geleid dat het ap
paraat meer lawaai maakt wanneer het
aanstaat. Behalve de geluiden van de
compressor kunnen er dan in het hele
koelsysteem stromingsgeluiden optre
den. Deze effecten zijn helaas niet te
vermijden, maar hebben geen negatieve invloed op de capaciteit van het apparaat.
Let er bij het transport en bij de plaatsing van het apparaat op dat er geen
onderdelen van het koelsysteem worden beschadigd.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel
veroorzaken.
Wordt het koelsysteem toch beschadigd:
- vermijd dan open vuur of andere
brandhaarden,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- lucht het vertrek waar het apparaat
staat enkele minuten lang door
- en neem contact op met de Techni-
sche Dienst.
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Hoe meer koelmiddel een vrieskast
bevat, des te groter moet het ver
trek zijn waarin de vrieskast wordt op
-
gesteld.
Wanneer het vertrek te klein is kan zich
bij een eventuele lek een brandbaar
mengsel van gas en lucht vormen.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m
3
groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel die de
vrieskast bevat staat op het typeplaatje
in de binnenkant van het apparaat.
Voordat u uw vrieskast aansluit
dient u altijd de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet te vergelijken.
Deze moeten beslist overeenkomen,
omdat de vrieskast anders beschadigd
raakt.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
vrieskast is uitsluitend gegarandeerd als deze wordt aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsbepalingen is ge
ïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat aan deze fun
damentele veiligheidsvoorwaarde is
voldaan. Laat de huisinstallatie bij twij
fel door een vakman/vakvrouw controle
ren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor
den gesteld voor schade die is ont
staan door een ontbrekende of bescha
digde aarddraad (bijv. een elektrische
schok).
Een veilig gebruik van de vrieskast
is alleen dan gegarandeerd, wan
-
neer het apparaat wordt gemonteerd
en aangesloten volgens de instructies
die in de gebruiksaanwijzing staan.
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman/vakvrouw op een
niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld
een boot of camper) worden inge
bouwd en aangesloten. Hierbij moet
aan alle voorwaarden voor een veilig
gebruik worden voldaan.
Installatie- en onderhoudswerk
zaamheden als ook reparaties mo
gen alleen door erkende vakmensen
worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde installatie- en
onderhoudswerkzaamheden, als ook
ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen groot gevaar opleveren voor de
gebruiker waarvoor de fabrikant niet
aansprakelijk kan worden gesteld.
Er staat alleen dan geen elek-
trische spanning op de vrieskast
als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
–
als de hoofdschakelaar van de huis
installatie is uitgeschakeld,
–
of als de stekker uit het stopcontact
is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet
aan de aansluitkabel.
De vrieskast mag niet via een ver
-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten.
Met verlengsnoeren kan een veilig ge
bruik van het apparaat niet worden ge
waarborgd in verband met het gevaar
voor oververhitting.
-
-
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik
Raak ingevroren levensmiddelen
niet met natte handen aan.
Doet u dat wel, dan zouden uw handen
vast kunnen vriezen en zou u zich kun
nen verwonden.
Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral
waterijsjes, nooit meteen nadat u
ze uit de vrieskast heeft gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van
deze producten zouden uw lippen en
tong kunnen vastvriezen en zou u zich
kunnen verwonden.
Vries geheel of gedeeltelijk ont-
dooide levensmiddelen niet opnieuw in. Bereid deze levensmiddelen
zo snel mogelijk omdat ze anders aan
voedingswaarde verliezen en bederven.
Ontdooide levensmiddelen die al gekookt en gebraden zijn kunnen wel opnieuw worden ingevroren.
Bewaar geen stoffen in de vries-
kast die drijfgassen of andere ver
stuivingsmiddelen bevatten.
Wanneer de thermostaat wordt ingeschakeld kunnen vonken ontstaan.
Deze kunnen licht ontvlambare produc
ten tot explosie brengen.
Bewaar geen blikjes en flessen in
de vrieskast met koolzuurhouden
de dranken of vloeistoffen die kunnen
bevriezen.
De blikjes en flessen kunnen in dat ge
val uit elkaar springen, u zou zich kun
nen verwonden en er zou schade kun
nen ontstaan.
-
Haal flessen die u in de vrieskast
hebt gelegd om snel te koelen er
na maximaal één uur weer uit.
Doet u dat niet, dan kunnen ze uit el
kaar springen, zou u zich kunnen ver
wonden en zou er schade kunnen ont
staan.
Wanneer u levensmiddelen eet die
te lang zijn bewaard, loopt u het ri
sico voedselvergiftiging op te doen.
De bewaartijd hangt van vele factoren
af, zoals de versheid en kwaliteit van de
levensmiddelen en de temperatuur
waarop ze worden bewaard.
Neem de bewaartips van de levensmiddelenfabrikanten in acht en houd in de
gaten tot welke datum de levensmiddelen uiterlijk houdbaar zijn.
Gebruik geen scherpe voorwerpen
om
– rijp- en ijslagen te verwijderen
– en vastgevroren ijsbakjes en/of vast-
gevroren levensmiddelen los te wrik-
-
-
-
-
ken.
Doet u dat wel, dan beschadigt u de
vriesplaten en functioneert de vrieskast
niet meer.
Plaats wanneer u wilt ontdooien
nooit elektrische verwarmingsap
paraten of kaarsen in de vrieskast.
Doet u dat wel, dan raakt het kunststof
beschadigd.
Gebruik geen ontdooisprays of an
dere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vor
men, ze kunnen oplosmiddelen of drijf
gassen bevatten die het kunststof be
schadigen of ze kunnen schadelijk zijn
voor de gezondheid.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Doet u dat wel, dan wordt de deurdich
ting in de loop van de tijd poreus.
Sluit de ventilatieroosters in het ap
paraat niet af.
Wanneer deze roosters geblokkeerd
zijn kan er geen goede luchtgeleiding
plaatsvinden, waardoor het stroomver
bruik stijgt en bepaalde onderdelen van
de vrieskast kunnen beschadigen.
De vrieskast is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een
klimaatklasse is een kamertemperatuur
bereik, waarbinnen de temperatuur zich
moet bewegen en waar deze niet boven of onder mag liggen.
De klimaatklasse van uw vrieskast staat
aangegeven op het typeplaatje aan de
binnenkant van uw apparaat.
Een te lage temperatuur heeft tot gevolg dat de vrieskast voor langere tijd
afslaat zodat het apparaat de vereiste
temperatuur niet kan aanhouden.
Gebruik voor het ontdooien en rei
nigen van de vrieskast nooit een
stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met de
len van het apparaat die onder span
ning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
-
-
-
Wat te doen wanneer u het ap
paraat afdankt
-
-
-
-
Voorkom dat kinderen zich bij het
spelen insluiten en in levensgevaar
komen.
Haal de stekker uit het stopcontact
en maak de aansluitkabel onbruik
baar.
Beschadig geen delen van het
koelsysteem, bijv. door
koelmiddelkanalen van de vriespla
–
ten open te prikken;
– buisleidingen om te buigen;
– beschermende lagen af te krabben.
Wanneer er koelmiddel uit spuit kan dat
oogletsel veroorzaken.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
-
-
-
9
Het in- en uitschakelen van de vrieskast
Voor het eerste gebruik
Reinig de binnenkant van de vries
^
kast en de toebehoren. Gebruik daar
voor lauwwarm water met een beetje
reinigingsmiddel.
Wrijf daarna alles met een doek
^
droog.
Laat het apparaat nadat u het hebt
geplaatst eerst ca. 1/2 tot 1 uur
staan voordat u het aansluit. Dat is
zeer belangrijk voor een goede wer
king van de vrieskast!
-
-
Het inschakelen van de vrieskast
^ Druk op de Aan-/Uit - toets.
In de temperatuuraanduiding beginnen
er streepjes te branden.
Er klinkt een zoemtoon.
Het apparaat begint te koelen.
Wanneer de deur wordt geopend gaat
de binnenverlichting aan.
Het uitschakelen van de zoem
toon
-
Druk op de Zoemer - toets.
^
De zoemer houdt op.
In de temperatuuraanduiding blijven de
streepjes zo lang knipperen totdat het
ingestelde temperatuurbereik is bereikt.
Koude-accu
Leg de koude-accu in de bovenste
lade of op het diepvriesplateau.
Na ca. 24 uur bereikt de koude-accu
zijn maximale koelcapaciteit.
Het uitschakelen van de vrieskast
^
Druk op de Aan-/Uit - toets.
De temperatuuraanduiding laat niets
meer zien.
De koeling is uitgeschakeld.
Is dat niet het geval, dan is de vergren
deling ingeschakeld!
-
-
Voordat u voor de eerste keer levens
middelen in de vrieskast legt kunt u het
apparaat het beste een paar uur laten
voorkoelen.
10
-
Het in- en uitschakelen van de vrieskast
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u voorkomen
dat het apparaat per ongeluk wordt uit
geschakeld.
Het inschakelen van de vergrende
ling
Druk de Zoemer - toets in en houd
^
deze ingedrukt.
Druk daarbij nog de Superfrost -
^
toets in en houd beide toetsen
tegelijk ca. 3 seconden lang inge
drukt totdat het controlelampje van
de vergrendeling d in de temperatuuraanduiding brandt en er een
pieptoon klinkt.
Het apparaat kan pas dan worden uitgeschakeld wanneer de vergrendeling
weer is opgeheven!
Het opheffen van de vergrendeling
^ Neem daarvoor dezelfde stappen als
bij het inschakelen van de vergrendeling.
-
-
Bij langere afwezigheid
Wanneer u de vrieskast vrij lange tijd
niet meer gebruikt,
schakel het apparaat dan uit;
^
trek de stekker uit het stopcontact;
^
ontdooi het apparaat;
^
reinig het
^
en
laat de deur van het apparaat iets
^
openstaan om te voorkomen dat er
luchtjes ontstaan.
–
Druk de Zoemer - toets in en houd
deze ingedrukt.
–
Druk daarbij nog de Superfrost toets in en houd beide toetsen
tegelijk ingedrukt totdat het controle
lampje van de vergrendeling d in de
temperatuuraanduiding uitgaat.
Het apparaat kan te allen tijde weer
worden uitgeschakeld.
-
11
De juiste temperatuur
. . . in de diepvriesruimte
Het is voor de houdbaarheid van de le
vensmiddelen zeer belangrijk dat de
juiste temperatuur wordt ingesteld.
Door micro-organismen bederven de
levensmiddelen erg snel. De tempera
tuur beïnvloedt de snelheid waarmee
de microorganismen groeien. Hoe lager de tem
peratuur, des te langzamer de
micro-organismen groeien en des te
langer het duurt voordat de levensmid
delen bederven.
Wanneer u voor het bewaren van le
vensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen
of vertragen.
Stel, wanneer u verse levensmiddelen
wilt invriezen en ingevroren levensmiddelen lange tijd wilt bewaren, een temperatuur in van -18 °C. Bij deze temperatuur wordt de groei van micro-organismen voor het grootste gedeelte gestopt. Zodra de temperatuur boven de
-10 °C stijgt begint het bederf door de
micro-organismen en zijn de levens
middelen minder lang houdbaar. Daar
om mogen geheel of gedeeltelijk ont
dooide levensmiddelen pas weer wor
den ingevroren wanneer ze eerst ver
werkt zijn, d.w.z. eerst gekookt of
gebraden zijn. Door de hoge tempera
turen worden de meeste micro-orga
nismen gedood.
De temperatuur in de vrieskast wordt
hoger, naarmate
-
-
-
-
-
-
-
-
er meer levensmiddelen worden op
–
-
-
geslagen;
er meer verse levensmiddelen wor
–
den ingevroren;
de omgevingstemperatuur hoger is.
–
De vrieskast is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een kli
maatklasse is een temperatuurbe
reik, waarbinnen de kamertempera
tuur zich moet bewegen en waar
deze niet boven of onder mag lig
gen.
Het instellen van de temperatuur
De temperatuur kunt u instellen met behulp van de beide toetsen naast de
temperatuuraanduiding.
–
Wanneer u op de bovenste toets
-
drukt gaat de temperatuur omhoog
en wordt het warmer.
–
Wanneer u op de onderste toets
drukt gaat de temperatuur omlaag en
wordt het kouder.
De temperatuur die u instelt knippert in
de temperatuuraanduiding.
Zodra de ingestelde temperatuur in de
diepvriesruimte is bereikt brandt de
temperatuuraanduiding constant.
-
-
-
-
-
-
–
de deur van het apparaat vaker
wordt geopend en de deur langer
geopend blijft;
12
De juiste temperatuur
Wanneer u op de temperatuurtoetsen
drukt dan ziet u in de temperatuuraan
duiding het volgende veranderen:
Wanneer u voor het eerst drukt, dan
–
verschijnt de temperatuurwaarde die
u het laatst heeft ingesteld knippe
rend in de temperatuuraanduiding.
Vanaf de tweede keer dat u drukt
–
verandert de temperatuurwaarde in
stappen van 1 °C.
Wanneer u de toets ingedrukt houdt,
–
verandert de temperatuurwaarde
continu.
Ongeveer 5 seconden nadat u voor het
laatst op een temperatuurtoets heeft
gedrukt verschijnt in de temperatuuraanduiding automatisch de temperatuurwaarde die op dat moment in de
diepvriesruimte heerst.
Wanneer u een andere temperatuur
heeft ingesteld, controleer dan de temperatuuraanduiding na ca. 6 uur wan-
neer de vrieskast lang niet vol is en
na ca. 24 uur wanneer de vrieskast
wel vol is.
Pas dan is de echte diepvriesruimte
temperatuur bereikt.
Is de temperatuur na deze tijd te hoog
of te laag, stel dan opnieuw een andere
temperatuur in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur is instelbaar van -14 °C
tot -28 °C.
Of de laagste temperatuur wordt bereikt
is afhankelijk van de plaats waar de
vrieskast is opgesteld en de omge
vingstemperatuur.
-
-
-
-
Wanneer de omgevingstemperatuur
hoog is, dan is het mogelijk dat de
laagste temperatuur niet wordt bereikt.
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het be
dieningspaneel geeft bij normaal ge
bruik de temperatuur aan van de warm
ste plek in het apparaat.
Ligt de temperatuur in het apparaat niet
in het bereik dat in de temperatuuraan
duiding mogelijk is, d.w.z. ligt de tem
peratuur niet onder de 0°C, dan brandt
er in de temperatuuraanduiding alleen
een streep.
De temperatuuraanduiding knippert,
wanneer
– er een andere temperatuur wordt in-
gesteld,
– de temperatuur in het apparaat een
paar graden is gestegen, wat wijst
op een koudeverlies.
Dit koudeverlies is geen probleem wan
neer u:
–
de deur van het apparaat een keer
vrij lang geopend houdt, bijv. om een
grote hoeveelheid producten in de
kast te leggen of er uit te halen;
–
verse levensmiddelen invriest.
Is de temperatuur vrij lange tijd hoger
dan -18 °C, controleer dan of de inge
vroren levensmiddelen geheel of ge
deeltelijk zijn ontdooid.
Is dat het geval, verbruik deze levens
middelen dan zo snel mogelijk.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
13
De juiste temperatuur
De lichtsterkte van de
temperatuuraanduiding
De lichtsterkte van de temperatuuraan
duiding is zwak wanneer het apparaat
wordt afgeleverd.
Zodra de deur wordt geopend, een in
stelling wordt veranderd of er sprake is
van een alarmtoestand, dan brandt de
temperatuuraanduiding ca. 1 minuut
met zeer grote lichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de tempera
tuuraanduiding veranderen:
Sterker: Druk op de Zoemer - toets,
–
houd deze ingedrukt en druk tegelijk
op de bovenste toets naast de temperatuuraanduiding.
– Zwakker: Druk op de Zoemer - toets,
houd deze ingedrukt en druk tegelijk
op de onderste toets naast de temperatuuraanduiding.
-
-
-
14
De zoemer
Dit apparaat is uitgerust met een waar
schuwingssysteem in de vorm van een
zoemer. Daarmee wordt voorkomen dat
de temperatuur in de diepvriesruimte
ongemerkt stijgt en dat er onnodig
energie wordt verbruikt wanneer de
deur openstaat.
Temperatuuralarm
Wanneer de temperatuur te sterk stijgt
klinkt er een zoemtoon. Tegelijk gaat de
temperatuuraanduiding knipperen.
Of het apparaat een temperatuur te
hoog vindt, is afhankelijk van de inge
stelde temperatuur.
De zoemtoon klinkt en de temperatuuraanduiding gaat knipperen wanneer:
– u de diepvriesruimte inschakelt;
– u een vrij grote hoeveelheid levens-
middelen invriest;
– u de deur van het apparaat vrij lange
tijd open hebt laten staan, bijv. om
producten in het apparaat te leggen
of te hersorteren of uit het apparaat
te halen;
-
Deuralarm
Wanneer de deur van het apparaat
langer geopend blijft dan ca. 60 secon
den, klinkt de zoemtoon.
Het inschakelen van het
waarschuwingssysteem
Het waarschuwingssysteem hoeft niet
te worden ingeschakeld, want het is al
automatisch klaar voor gebruik.
Het voortijdig uitschakelen van
de zoemer
Zodra de ingestelde temperatuur in de
diepvriesruimte is bereikt houdt de zoemer op en brandt de temperatuuraanduiding constant.
Wanneer de zoemer u hindert dan kunt
u deze voortijdig uitschakelen.
-
–
de stroom vrij lang uitgevallen is ge
weest.
-
^
Druk op de Zoemer - toets.
De zoemer houdt op.
De temperatuuraanduiding blijft zolang
knipperen totdat de alarmtoestand
voorbij is.
Daarna brandt de temperatuuraandui
ding constant.
Vanaf dat moment is het waarschu
wingssysteem weer klaar voor gebruik.
-
-
15
De functie "Superfrost"
Wat gebeurt er bij het invriezen
van verse levensmiddelen?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk tot in de kern worden ingevro
ren. Alleen zo blijven voedingswaarde,
vitaminen, vorm en smaak behouden.
Hoe langzamer de levensmiddelen in
vriezen, des meer vocht komt er uit
iedere cel vrij. Dit vocht komt in de tus
senruimten terecht.
De cellen gaan krimpen.
Wanneer de levensmiddelen ontdooien
komt slechts een deel van het vocht dat
eerder vrijkwam in de cellen terug.
Praktisch betekent dit dat de levensmiddelen veel vocht verliezen. Dat ziet
u aan de grote waterplas die zich om
de levensmiddelen vormt wanneer
deze ontdooien.
Wanneer de levensmiddelen snel helemaal invriezen, heeft het vocht minder
tijd om uit de cellen vrij te komen en in
de tussenruimten terecht te komen.
De cellen krimpen veel minder.
Wanneer de levensmiddelen ontdooien
kan de kleine hoeveelheid vocht die
vrijgekomen is naar de cellen terugke
ren. Dat betekent dat de levensmidde
len weinig vocht verliezen. Er vormt
zich slechts een kleine waterplas om de
levensmiddelen wanneer deze ontdooi
en!
-
-
-
-
-
Het gebruik van de superfrost
Met behulp van de functie "Superfrost"
kunt u verse levensmiddelen optimaal
invriezen. De superfrost moet u al vóór
het invriezen van verse levensmiddelen
inschakelen.
De superfrost schakelt u dus niet in:
wanneer u reeds ingevroren levens
–
middelen in de vrieskast legt;
wanneer u dagelijks slechts max. 2
–
kg verse levensmiddelen in de vries
kast legt.
Het inschakelen van de superfrost
De superfrost moet u inschakelen 4 – 6
uur voordat u de in te vriezen levens
middelen in de vrieskast legt.
Wilt u gebruik maken van de maximalevriescapaciteit, schakel de superfrost
dan 24 uur van te voren in.
^ Druk op de Superfrost - toets.
Daarna begint het controlelampje bo-
ven deze toets te branden.
De temperatuur in het apparaat daalt
doordat de koelcapaciteit van het ap
paraat maximaal is.
Het uitschakelen van de superfrost
De superfrost wordt automatisch na ca.
30 tot 60 uur uitgeschakeld, afhankelijk
van de hoeveelheid levensmiddelen die
in de vrieskast zijn gelegd.
Het controlelampje gaat uit en de koel
capaciteit van de vrieskast is weer nor
maal.
-
-
-
-
-
-
16
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Maximale vriescapaciteit
Levensmiddelen kunnen het best zo
snel mogelijk tot in de kern worden in
gevroren. Daarvoor is het noodzakelijk
dat de maximale vriescapaciteit niet
wordt overschreden.
De maximale vriescapaciteit binnen 24
uur vindt u op het typeplaatje "Vriesca
paciteit ..... kg/24 h".
Het bewaren van diepvries
-
-
producten
Wilt u diepvriesproducten bewaren,
^
controleer dan al vóórdat u ze koopt:
– de verpakking op eventuele bescha-
digingen;
– de uiterste houdbaarheidsdatum van
de diepvriesproducten en
– de temperatuur van de diepvrieskist
in de winkel.
Komt deze boven de -18 °C, dan zijn
de diepvriesproducten niet zo lang
houdbaar als wanneer de tempera
tuur -18 °C is.
^
Haal de diepvriesproducten uit de
diepvrieskist als u alle andere bood
schappen al in uw wagentje hebt lig
gen en vervoer ze in krantenpapier of
in een koeltas.
^
Leg de diepvriesproducten thuis di
rect in het apparaat.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
Pas nadat u deze levensmiddelen
hebt gekookt of gebraden kunt u ze
opnieuw invriezen.
-
-
Het invriezen en bewaren van
verse levensmiddelen
Gebruik voor het invriezen alleen verse
levensmiddelen waar geen rotte plek
ken in zitten!
Waar u daarbij op moet letten
-
-
-
Geschikt om in te vriezen zijn:
–
vers vlees, gevogelte, wildbraad, vis,
groenten, kruiden, vers fruit, zuivel
producten, brood en banket, kliekjes,
eigeel, eiwit en vele kant-en-klaarproducten.
– Niet geschikt om in te vriezen zijn:
druiven, kropsla, radijs, rammenas,
zure room, mayonaise, hele eieren in
de schaal, uien, hele appels en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitamine
C te behouden kunt u groenten en
fruit het beste voor het invriezen
blancheren.
Breng daartoe een pan water aan de
kook, voeg het voedsel daar portie
gewijs aan toe, laat het daar 2-3 mi
nuten in liggen, haal het eruit, laat
het snel in koud water afkoelen en
laat het uitlekken.
–
Mager vlees is beter geschikt om te
worden ingevroren dan vet vlees en
kan aanmerkelijk langer worden be
waard.
–
Leg tussen koteletten, biefstukjes,
schnitzels enz. telkens een stukje
huishoudfolie. Zo voorkomt u dat
stukken vlees aan elkaar vastvriezen.
-
-
-
-
-
17
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Kruid en zout verse levensmiddelen
–
en geblancheerde groente vóór het
invriezen niet.
Kruid en zout reeds bereide ge
rechten voor het invriezen slechts
licht. Sommige kruiden veranderen
de smaakintensiteit van de ge
rechten.
Laat warme gerechten en dranken
–
eerst buiten het apparaat afkoelen.
Doet u dat niet dan beginnen reeds
ingevroren levensmiddelen te ont
dooien en wordt er meer stroom ver
bruikt dan nodig is.
Het verpakken
^ Vries de levensmiddelen per portie
in.
Geschikte verpakking
- kunststof folie
- diepvrieszakken van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesbakje
Ongeschikte verpakking
- pakpapier
- braadpapier
- cellofaan
- afvalzakken
- gebruikte plastic zakken
^
Druk de lucht uit de verpakking.
^
Sluit de verpakking goed af met:
- elastiekjes
- kunststof klipjes
- touwtjes of
- koudebestendig plakband.
Zakken en diepvrieszakken van poly
ethyleen kunt u ook met een sealapparaat afsluiten.
-
-
Vóórdat u de verse levensmiddelen
in de diepvriesruimte legt
Wanneer u meer dan 2 kg verse le
^
vensmiddelen heeft, schakel dan een
tijdje vóórdat u deze in de diepvries
ruimte legt de functie "Superfrost" in.
Zie hoofdstuk: "De functie "Super
frost"".
Het wegleggen
De levenmiddelen kunnen overal in de
diepvriesruimte worden ingevroren, bij
voorkeur in de bovenste diepvriesla
den.
Vrij grote hoeveelheden kunnen het
beste direct op de vriesplaten worden
gelegd, daar de levensmiddelen daar
bijzonder snel worden ingevroren zonder dat dat ten koste gaat van de kwaliteit. In dit geval moeten één of meer
diepvriesladen uit het apparaat worden
gehaald.
In iedere diepvrieslade en op iedere
vriesplaat kan maximaal 25 kg wor
den gelegd.
^
Leg de in te vriezen producten over
de hele breedte op de bodem van de
diepvriesladen of op de vriesplaten
van het apparaat, zodat ze zo snel
mogelijk tot in de kern worden inge
vroren.
^
Zorg ervoor dat het materiaal waarin
de in te vriezen producten zijn ver
pakt droog is, zodat de producten
niet aan elkaar of aan de bodem van
de diepvriesladen vastvriezen.
-
-
-
-
-
-
-
^
Doe een sticker op de verpakking
met inhoud en invriesdatum.
18
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Zorg ervoor dat in te vriezen levens
middelen niet tegen reeds ingevro
ren levensmiddelen aan komen te
liggen.
Gebeurt dat wel dan kunnen reeds
ingevroren levensmiddelen gaan
ontdooien.
Wanneer u een groot stuk vlees wilt in
vriezen, bijv. kalkoen of wildbraad, kunt
u het beste de vriesplaat tussen de 3e
en 4e diepvrieslade verwijderen.
Haal (van boven gezien) de 3e diep
^
vrieslade uit het apparaat.
-
-
Bij de in de handel verkrijgbare diep
vriesproducten is de op de verpakking
aangegeven uiterste houdbaarheidsda
tum beslissend.
Markeersysteem voor inge
vroren levensmiddelen
Een manier om de bewaartijd van de le
vensmiddelen in de gaten te houden is
-
het markeersysteem voor ingevroren
levenmiddelen.
Op iedere diepvrieslade zitten 2 plaket
ten met een wieltje. Op dit wieltje zijn
de maanden weergegeven met 1 - 12.
-
-
-
-
-
^
Druk het haakje dat aan de achter
kant onder de vriesplaat zit naar be
neden a, trek de plaat naar voren en
haal hem er uit b.
Wilt u de vriesplaat terugzetten, schuif
de plaat dan naar achteren totdat hij
hoorbaar vastklikt.
-
-
Diepvrieskalender
De diepvrieskalender die zich op de
diepvriesladen bevindt geeft de ge
bruikelijke bewaartijd aan van verschil
lende soorten levensmiddelen, wanneer
ze vers worden opgeslagen.
-
-
^
Schuif de plaketten vanaf de rand
van de diepvrieslade op de geleide
rail.
Met de plaketten geeft u aan om wat
voor soort product het gaat en met de
wieltjes het tijdstip waarop u het pro
duct hebt opgeslagen.
-
-
19
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Het ontdooien van ingevroren
producten
Dat kunt u doen
in de magnetron;
–
in de oven bij het verwarmingssys
–
teem "Hetelucht" of "Ontdooien";
bij kamertemperatuur;
–
in de koelkast of in de koelzone.
–
Platte stukken vlees en vis kunnen
gedeeltelijk ontdooid in een hete braad
pan worden gelegd.
Fruit kan bij kamertemperatuur zowel in
de verpakking als ook in een afgedekte
schaal ontdooien.
Groente kan in het algemeen in bevroren toestand aan kokend water worden
toegevoegd of in heet vet worden gestoofd. De kooktijd is iets korter dan bij
verse groente.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
Pas nadat u deze levensmiddelen
hebt gekookt of gebraden kunt u ze
opnieuw invriezen.
-
Het bereiden van ijsblokjes
Druk het boutje naar beneden en vul
^
het bakje voor ijsblokjes met water.
Overtollig water stroomt door een
opening weg.
Druk het boutje naar boven om het
^
bakje te sluiten en zet het op de bodem van een diepvrieslade.
^ Wanneer het bakje is vastgevroren,
gebruik dan een stomp voorwerp,
bijv. een lepelsteel om het los te maken.
^ Wanneer het bakje even onder stro-
mend water wordt gehouden laten de
ijsblokjes gemakkelijk los.
Het snelkoelen van dranken
Wanneer u flessen drank in het appa
raat hebt gelegd om snel te koelen,
haal ze er dan na maximaal één uur
weer uit.
Doet u dat niet dan springen ze uit el
kaar.
-
-
20
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Diepvriesplateau
Op het diepvriesplateau kunt u kleinere
producten invriezen, niet alleen fruit en
groenten maar ook kruiden, zonder dat
dat ten koste gaat van de kwaliteit.
De producten blijven in vorm en de
kans dat ze aan elkaar vastvriezen is
klein.
^ Leg de in te vriezen producten op het
diepvriesplateau.
^ Hang het diepvriesplateau in één van
de bovenste diepvriesladen.
Laat de producten 10 tot 12 uur stevig
invriezen. Hevel ze dan over in een
diepvrieszak of diepvriesbakje en leg
ze dan in de diepvriesladen.
Het gebruik van de koude-accu
(afhankelijk van het model)
De koude-accu voorkomt dat de tem
peratuur in de diepvriesruimte snel
stijgt wanneer de stroom is uitgevallen.
Leg de koude-accu in de bovenste
diepvrieslade direct op de levensmid
delen of op het diepvriesplateau.
Na ca. 24 uur bereikt de koude-accu
zijn maximale koelcapaciteit.
Leg de koude-accu wanneer de stroom
uitvalt direct op de levensmiddelen in
de bovenste lade om de levensmidde
len in ieder geval nog zo lang mogelijk
te kunnen bewaren.
Wanneer u verse levensmiddelen in het
apparaat wilt leggen, gebruik de
koude-accu dan om een scheiding aan
te brengen tussen reeds ingevroren en
verse levensmiddelen, zodat de eerste
groep niet gaat ontdooien.
De koude-accu kan ook korte tijd worden gebruikt voor het koelen van le
vensmiddelen en dranken in een
koeltas.
-
-
-
-
21
Het ontdooien van de vrieskast
Wanneer de vrieskast normaal in ge
bruik is, ontstaan er na verloop van tijd
rijp en ijs op de vriesplaten. Daardoor
wordt er minder kou afgegeven en
meer stroom verbruikt.
Krab de rijp- en ijslagen er niet af,
want dan beschadigt u de vriespla
ten en functioneert de vrieskast niet
meer.
Ontdooi de vrieskast van tijd tot tijd,
echter in ieder geval zodra zich een ca.
5 mm dikke ijslaag heeft gevormd.
Gebruik de gelegenheid wanneer er
weinig of geen producten in de vrieskast liggen.
^ Schakel ca. 4 uur voordat u de vries-
kast gaat ontdooien de superfrost in.
Daardoor krijgen de reeds opgeslagen ingevroren levensmiddelen een
koudereserve en kunnen dus iets
langer bij kamertemperatuur worden
bewaard.
-
-
Schakel de vrieskast met de Aan-/
^
Uit - toets uit.
De temperatuuraanduiding gaat uit.
Wanneer dat niet het geval is dan is de
vergrendeling ingeschakeld!
Laat de deur van de vrieskast open.
^
^ Klap het dooiwaterafvoergootje uit.
^
Haal de ingevroren producten uit de
vrieskast en leg de koude-accu erop.
Wikkel de producten in verschillende
lagen krantenpapier of dekens. Be
waar de ingevroren producten op
een koele plaats, totdat de vrieskast
weer klaar is voor gebruik.
^
Haal alle diepvriesladen uit het appa
raat.
Handel het ontdooien zo snel moge
lijk af.
Hoe langer de ingevroren producten
bij kamertemperatuur worden be
waard, des te korter ze houdbaar
zijn.
22
-
^
Zet een schaal of bak voor het appa
raat, waar het dooiwater in kan wor
den opgevangen. Let erop dat het
water niet kan overlopen.
-
-
-
-
Het ontdooien van de vrieskast
U kunt het ontdooien versnellen door
twee pannetjes op een onderzetter met
heet (niet kokend) water in de vrieskast
te zetten.
Plaats wanneer u wilt ontdooien
nooit elektrische verwarmingsappa
raten of kaarsen in de vrieskast.
Doet u dat wel, dan raakt het kunst
stof beschadigd.
Gebruik geen ontdooisprays of an
dere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen
vormen, ze kunnen oplosmiddelen
of drijfgassen bevatten die het
kunststof beschadigen of ze kunnen
schadelijk zijn voor de gezondheid.
-
-
-
Giet de onderste diepvrieslade leeg.
^
Neem het dooiwater dat zich verder
^
nog in de vrieskast bevindt met een
spons of doek op.
Reinig het apparaat en maak het
^
droog.
Klap het dooiwaterafvoergootje weer
^
in.
Sluit de deur van de vrieskast en
^
schakel het apparaat in.
De temperatuuraanduiding gaat
branden.
^ Schakel de superfrost in zodat de
vrieskast snel koud wordt.
Het controlelampje gaat branden.
^ Schuif de diepvriesladen met de in-
gevroren producten in de vrieskast
zodra de temperatuur in het apparaat
laag genoeg is.
^ Schakel de superfrost weer uit door
op de Superfrost - toets te drukken.
Het controlelampje gaat uit.
23
Het reinigen van de vrieskast
Gebruik nooit zand-, soda-, zuur- of
schuurmiddelhoudende reinigings
middelen of chemische oplosmid
delen.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen,
daar deze doffe plekken veroorza
ken.
Let erop dat er geen water in de
elektronica en in de ventilatieroos
ters terechtkomt.
Gebruik geen stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met
delen van het apparaat die onder
spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken.
Het typeplaatje in de binnenruimte
van het apparaat mag niet worden
verwijderd. De gegevens zijn nodig
in het geval er een storing optreedt.
-
-
-
-
Het reinigen van de buitenkant,
de binnenruimte en de toebe
-
horen
Deze kunt u het beste reinigen met
lauwwarm water met reinigingsmiddel.
Reinig de toebehoren met de hand, niet
in de afwasautomaat.
Neem de buitenkant, de binnenruim
^
te en de toebehoren daarna met hel
der water af.
Wrijf alles met een doek droog.
^
Laat de deur van de vrieskast korte
^
tijd openstaan.
Het reinigen van de ventilatieroosters
^ Reinig de ventilatieroosters regelma-
tig met een kwast of een stofzuiger.
Wanneer er zich stof ophoopt wordt er
onnodig veel energie verbruikt.
-
-
^
Reinig de vrieskast direct nadat u
hem hebt ontdooid.
De vrieskast moet dan uitgeschakeld
zijn.
De ingevroren producten moeten op
een koele plaats worden bewaard.
Ook de onderste diepvrieslade moet nu
uit de vrieskast worden gehaald.
24
Het reinigen van de deurdichting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Doet u dat wel, dan wordt
de deurdichting in de loop van de
tijd poreus.
Reinig de deurdichting regelmatig al
leen met helder water en wrijf deze
daarna met een doek grondig droog.
-
Het reinigen van het metalen
rooster aan de achterkant
Het metalen rooster aan de achterkant
van het apparaat (warmtewisselaar)
moet minstens eenmaal in het jaar van
stof worden ontdaan.
Wanneer er zich stof ophoopt wordt er
onnodig veel energie verbruikt.
Het reinigen van de vrieskast
Let er bij het reinigen van het meta
len rooster op dat er geen kabels of
andere onderdelen worden afge
scheurd, geknikt of beschadigd.
-
Na het reinigen
^ Sluit de deur van de vrieskast en
schakel het apparaat in.
^ Schakel de superfrost in zodat de
vrieskast snel koud wordt.
Het controlelampje gaat branden.
^ Schuif de diepvriesladen met de in-
gevroren producten in de vrieskast
zodra de temperatuur in het apparaat
laag genoeg is.
^
Schakel de superfrost weer uit door
op de Superfrost - toets te drukken.
Het controlelampje gaat uit.
-
25
Nuttige tips
Reparaties aan elektrische appara
ten mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Wanneer dit niet
gebeurt dan kan de gebruiker grote
risico's lopen.
Een aantal storingen kunt u echter zelf
verhelpen.
Wat moet u doen, wanneer . . .
. . . u ongewone geluiden hoort nadat
u de vrieskast hebt ingeschakeld en
vooral nadat u het apparaat voor het
eerst in gebruik hebt genomen?
^ Schakel de vrieskast uit en controleer
of:
– de vrieskast stabiel en waterpas
staat;
– de meubels die naast de vrieskast
staan gaan trillen als deze aanstaat;
– alle delen aan de achterwand van
het apparaat nergens tegenaan kun
nen komen;
-
. . . de vrieskast niet koelt?
Controleer of:
^
het apparaat is ingeschakeld.
–
De temperatuuraanduiding moet
branden.
de stekker stevig in het stopcontact
–
zit;
de hoofdschakelaar van de elek
–
trische huisinstallatie is ingescha
keld.
Is dit wel het geval, neem dan con
tact op met de Technische Dienst
van Miele Nederland B.V.
. . . de deur van de vrieskast niet verschillende keren achter elkaar kan
worden geopend?
Dat is geen storing. Door de zuigende
werking kunt u de deur pas na enige
tijd zonder moeite openen.
. . . de temperatuur in de vrieskast te
laag is?
-
^
Stel een hogere temperatuur in.
-
-
-
–
u de kabelhouder van de achter
wand van het apparaat hebt verwij
derd;
–
de uitneembare onderdelen van de
vrieskast stevig in het apparaat zit
ten.
Bedenk wel dat motor- en stromingsge
luiden in het koelsysteem niet te ver
mijden zijn.
26
-
-
-
^
Controleer of u vergeten hebt om de
-
superfrost uit te schakelen. In dat ge
val brandt het controlelampje.
. . . de vrieskast vaker en voor
langere tijd aanslaat?
^
Controleer of:
–
de ventilatieroosters zijn geblokkeerd
en of er veel stof inzit;
–
het metalen rooster (warmtewisse
laar) aan de achterwand stoffig is;
–
u de deur van de vrieskast vaak
open en dicht heeft gedaan;
-
-
Nuttige tips
er ineens grote hoeveelheden verse
–
levensmiddelen zijn ingevroren;
de deur van de vrieskast goed sluit;
–
er zich op de vriesplaten een vrij dik
–
ke ijslaag bevindt.
Klopt dat, ontdooi dan de vrieskast.
. . . de ingevroren producten vastge
vroren zijn?
Maak de ingevroren producten met
^
een stomp voorwerp, bijv. met een le
pelsteel los.
. . . zich op de vriesplaten een vrij dikke ijslaag bevindt?
^ Controleer of de deur van de vries-
kast goed sluit.
^ Ontdooi het apparaat en reinig het.
Door een dikke ijslaag vermindert de
koelcapaciteit waardoor het stroomverbruik stijgt.
-
de ventilatieroosters zijn geblok
–
keerd.
Wanneer het euvel verholpen is dan
brandt de temperatuuraanduiding con
stant en houdt de zoemer op.
. . . er in de temperatuuraanduiding
een streep brandt of knippert?
Controleer de temperatuuraanduiding
ca. 6 uur nadat u het apparaat hebt in
geschakeld.
De temperatuuraanduiding kan door
gaans alleen temperaturen onder de
0 °C aangeven. Ligt de temperatuur
daarboven dan brandt er in de temperatuuraanduiding alleen een streep.
. . . in de temperatuuraanduiding "F0"
tot "F5" verschijnt?
Er is sprake van een storing.
^ Neem contact op met de Technische
Dienst.
-
-
-
-
. . . de zoemtoon klinkt en de tempe
ratuuraanduiding knippert?
^
Controleer of de deur van het appa
raat al langer dan ca. 60 seconden
openstaat.
Is dat niet het geval, dan is de diep
vriesruimte gezien de ingestelde tem
peratuur te warm en wel doordat:
–
de deur van de vrieskast vaak open
en dicht is gedaan;
–
er ineens grote hoeveelheden verse
levensmiddelen zijn ingevroren;
-
-
. . . in de temperatuuraanduiding een
"nA" verschijnt?
-
De stroom is de afgelopen dagen of
uren uitgevallen geweest, waardoor de
temperatuur in de vrieskast te sterk is
gestegen.
-
^
Druk op de Zoemer - toets, zolang
"
nA
" brandt.
In de temperatuuraanduiding verschijnt
de hoogste temperatuur die tijdens de
stroomuitval in het apparaat is geme
ten.
-
27
Nuttige tips
Controleer of de levensmiddelen ge
^
heel of gedeeltelijk zijn ontdooid.
Is dat het geval, verwerk de levens
middelen dan door ze te koken of te
braden, voordat u ze weer invriest.
-
-
De hoogste temperatuur wordt ca. 1 mi
nuut aangegeven. Daarna verschijnt in
de temperatuuraanduiding weer de
temperatuur die op dat moment in de
diepvriesruimte heerst.
. . . het controlelampje van de super
frost niet brandt, terwijl het apparaat
wel werkt?
Het controlelampje is defect.
^ Naam contact op met de Technische
Dienst.
. . . het apparaat niet kan worden uitgeschakeld?
De vergrendeling is ingeschakeld.
. . . de binnenverlichting het niet meer
doet?
^
Controleer of de deur van het appa
raat vrij lang open heeft gestaan.
Wanneer de deur open staat wordt de
verlichting na ca. 15 minuten automa
tisch uitgeschakeld.
Is dat niet het geval, dan is het gloei
lampje defect.
-
-
-
-
-
Trek de stekker uit het stopcontact of
^
schakel de hoofdschakelaar van de
elektrische huisinstallatie uit.
Draai het gloeilampje eruit en ver-
^
vang het.
Aansluitgegevens van het gloeilampje:
220 - 240 V, max. 15 W, fitting E 14
^ Draai het nieuwe gloeilampje in de fit-
ting.
Kunt u een storing ook met bovengenoemde tips niet verhelpen, roep
dan de hulp in van de Technische
Dienst.
Open als het mogelijk is de vries
kastdeur niet vóórdat de storing is
verholpen. Op deze manier houdt u
het koudeverlies zo gering mogelijk.
-
28
Neem bij storingen die u niet zelf kunt
verhelpen contact op met
uw Miele-handelaar
–
of
met de Technische Dienst van Miele
–
Nederland B.V.
Technische Dienst
De telefoonnummers van diverse afde
lingen en het adres van Miele Neder
land B.V. vindt u op de achterzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
Geef bij het inschakelen van de Techni
sche Dienst altijd het type en het num
mer van het apparaat door.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Voor informatie over het Miele ServiceVerzekering Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of
de bijgevoegde folder raadplegen.
-
-
-
-
29
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag alleen door een er
kend elektricien op het elektriciteitsnet
worden aangesloten.
Dit apparaat is voorzien van een aan
sluitkabel en een stekker met randaar
de, geschikt voor aansluiting op 50 Hz
220 - 240 V.
Dit apparaat mag uitsluitend worden
aangesloten op een contactdoos met
randaarde.
Het is het beste wanneer de contact
doos zich naast het apparaat bevindt
en u er gemakkelijk bij kunt.
Dit apparaat mag uitsluitend op een
huisinstallatie worden aangesloten die
volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
De installatiegroep dient met een
10 A-zekering te worden gezekerd.
In de EU-richtlijnen geeft men ter verhoging van de veiligheid het advies om
de huisinstallatie van een aardlekschakelaar te voorzien.
-
-
-
-
Het is niet toegestaan het apparaat met
een verlengsnoer op het elektriciteitsnet
aan te sluiten.
Met verlengsnoeren kan een veilig ge
bruik van het apparaat namelijk niet
worden gewaarborgd in verband met
het gevaar voor oververhitting.
Moet er aan de aansluiting op het elek
triciteitsnet of aan de aansluitkabel iets
worden veranderd dan mag dat uitslui
tend door een erkend bedrijf gebeuren.
30
-
-
-
Tips voor het plaatsen van het apparaat
Zet geen apparaten op uw kast die
warmte afgeven, zoals broodroos
ters of magnetrons.
Doet u dat wel dan wordt er onnodig
veel energie verbruikt.
Plaats van opstelling
Kies geen plaats direct naast een for
nuis, een verwarming of in de buurt van
een raam waar de zon direct door heen
kan schijnen.
Hoe hoger de omgevingstemperatuur
is, des te langer het apparaat staat te
ronken en des te hoger het stroomverbruik is.
Geschikt is een droge ruimte waar kan
worden geventileerd.
-
-
Luchttoevoer en luchtafvoer
De lucht aan de achterwand van het
apparaat wordt warm.
Daarom zijn een goede luchttoevoer en
luchtafvoer noodzakelijk. Om die reden
mogen de ventilatieroosters niet ge
blokkeerd zijn en moeten zij regelmatig
stofvrij worden gemaakt.
Transportbeveiliging van het
handvat
Wanneer u de deur voor het eerst
opendoet, gaat het handvat van de
transportstand over in de gebruiksstand. Dit is door een klik te horen. Het
handvat staat daarna iets meer van het
apparaat af dan daarvoor.
Klimaatklasse
Het apparaat is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik waarbinnen de temperatuur zich
moet bewegen en waar deze niet bo
ven of onder mag liggen.
De klimaatklasse van het apparaat
staat aangegeven op het typeplaatje
aan de binnenkant van uw apparaat.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN, N
ST
T
tot +32 °C
tot +38 °C
tot +43 °C
Met een minimum kamertemperatuur
van +5 °C werken de apparaten gega
randeerd zonder problemen.
Het plaatsen van het apparaat
^ Haal eerst de kabelhouder van de
achterkant van het apparaat af.
^ Controleer of alle delen aan de ach-
terwand van het apparaat nergens
tegenaan kunnen komen.
Buig eventueel in de weg zittende
delen voorzichtig weg.
^
Schuif het apparaat voorzichtig op de
daarvoor bestemde plaats.
-
31
Tips voor het plaatsen van het apparaat
Het stellen van het apparaat
Stel het apparaat stevig en waterpas
^
via de stelvoeten met de bijgevoegde
steeksleutel.
32
Het veranderen van de draairichting van de deur
Het apparaat wordt geleverd met een
rechtsscharnierende deur. Moet de
deur linksscharnierend zijn, verander
dan de draairichting van de deur.
Open de deur van het apparaat.
^
^ Draai de bovenste lagerbout a er
met de inbus van de bijgevoegde
steeksleutel uit en draai hem er aan
de andere kant weer in.
^ Maak het sokkelpaneel a met een
schroevendraaier los, haal het naar
voren en verwijder het.
^
Maak de afdekking b met de schroe
vendraaier los en sluit de deur van
het apparaat.
^
Draai schroef c eruit.
^
Trek de deurscharnier d met de la
gerbout e naar beneden, naar voren
en eraf.
^
Open de deur van het apparaat, laat
hem iets zakken en licht hem eruit.
^ Haal het afstandsstuk b er met een
schroevendraaier af en zet het aan
de andere kant weer vast.
^
Licht de stop c uit het deurschar
nierblok in de deur van het apparaat
en stop hem er aan de andere kant
weer in.
^
Hang de deur van het apparaat in de
-
lagerbout a (let daarbij op de af
standsschijf d) en sluit de deur van
het apparaat.
-
-
33
Het veranderen van de draairichting van de deur
Plaats de afdekking e aan de voor
^
kant in het sokkelpaneel terwijl de
deur nog open is en klik de afdekking
aan de achterkant vast.
Klik de afdekkingen i er aan de
^
voorkant af en haal ze weg.
Schroef het handvat g er af.
^
Plaats het handvat g en de stoppen
^
h aan de andere kant.
Schuif de afdekkingen i op het ap
^
paraat en let er op dat ze goed vast
klikken.
^ Draai het deurscharnier b 180°, trek
de lagerbout a eruit en zet deze er
omgekeerd weer in.
-
-
-
^ Monteer beide onderdelen in de la-
gersteun f. Schuif daartoe de lager
bout a door de lagersteun f in het
deurscharnier b, draai het deur
scharnier naar binnen, schuif het om
hoog en monteer het met schroef c
voor.
^
Stel de deur van het apparaat via het
sleufgat in de lagersteun f ten op
zichte van de ommanteling van het
apparaat. Draai schroef c daarna
stevig aan.
^
Schuif het sokkelpaneel d erop en
druk het aan totdat het vastklikt.
34
-
-
-
-
35
Wijzigingen voorbehouden / 0703
F 7561 S-1, F 7565 S
Dit papier bestaat uit 100 % chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
M.-Nr. 05 590 651 / V00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.