Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
Het veranderen van de draairichting van de deur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
3
Algemeen
a Controlelampje van de vergrendeling
b Aan/Uit - toets
c Temperatuuraanduiding
d Toetsen voor het instellen
van de temperatuur
(Links: warmer; rechts: kouder)
e Superfrost - toets met controlelampje
f Toets voor het uitschakelen
van de zoemer
g Verlichting
h Diepvriesladen met
diepvrieskalender
4
i Markeerstysteem voor
ingevroren levensmiddelen
j Afvoer voor het dooiwater
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten
meestal nog waardevolle materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar
bij het grofvuil, maar informeer bij uw
handelaar of het mogelijk is het appa
raat terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhan
delaar naar mogelijkheden voor herge
bruik van het materiaal (bijv. schrootver
werking).
Let erop dat de buisleidingen van uw
apparaat niet worden beschadigd,
wanneer dit wordt weggebracht om op
vakkundige wijze en zonder het milieu
al te veel schade te berokkenen te worden verschroot. Dan kan men er zeker
van zijn dat koelmiddelen die zich in
het koelsysteem bevinden en de olie
die zich in de compressor bevindt niet
in het milieu terechtkomen.
Neem ook de aanwijzingen in het
hoofdstuk: „Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen“ in acht.
-
-
-
-
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Deze vrieskast voldoet aan de voor
geschreven veiligheidsmaatregelen.
Door ondeskundig gebruik kunnen
personen echter letsel oplopen en
kan er materiële schade ontstaan.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar
om eerst aandachtig door voordat u
dit apparaat voor het eerst gebruikt.
Hierin vindt u belangrijke instructies
met betrekking tot de inbouw, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de vrieskast.
Efficiënt gebruik
Deze vrieskast is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.
Gebruik deze vrieskast uitsluitend
voor het bewaren van diepvriesproducten, voor het invriezen en bewaren
van verse levensmiddelen en voor het
bereiden van ijs.
Gebruik voor andere doeleinden is on
toelaatbaar en kan gevaarlijk zijn.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die is ontstaan door ge
bruik voor andere doeleinden dan hier
aangegeven of door een foutieve be
diening.
-
-
-
-
-
-
Dit apparaat bevat het koelmiddel
isobutaan (R600a).
Dit is een natuurlijk gas dat het milieu
weinig belast, maar wel brandbaar is.
Het gas is niet schadelijk voor de ozon
laag en verhoogt het broeikaseffect
niet, maar het gebruik van dit koelmid
del heeft er wel toe geleid dat het ap
paraat meer lawaai maakt wanneer het
aanstaat.
Behalve de geluiden van de compres
sor kunnen er dan in het hele koelsys
teem stromingsgeluiden optreden.
Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar hebben geen negatieve
invloed op de capaciteit van het apparaat.
Let er bij het transport en bij de plaatsing van het apparaat op dat er geen
onderdelen van het koelsysteem worden beschadigd.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel
veroorzaken.
Wordt het koelsysteem toch beschadigd:
- vermijd dan open vuur of andere
brandhaarden,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- lucht het vertrek waar het apparaat
staat enkele minuten lang door
- en neem contact op met de Techni-
sche Dienst.
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Hoe meer koelmiddel een vrieskast
bevat, des te groter moet het ver
trek zijn waarin de vrieskast wordt op
-
gesteld.
Wanneer het vertrek te klein is kan zich
bij een eventuele lek een brandbaar
mengsel van gas en lucht vormen.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m
3
groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel die de
vrieskast bevat staat op het typeplaatje
in de binnenkant van het apparaat.
Voordat u uw vrieskast aansluit
dient u altijd de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet te vergelijken.
Deze moeten beslist overeenkomen,
omdat de vrieskast anders beschadigd
raakt.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
vrieskast is uitsluitend gegarandeerd als deze wordt aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsbepalingen is ge
ïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat aan deze fun
damentele veiligheidsvoorwaarde is
voldaan. Laat de huisinstallatie bij twij
fel door een vakman/vakvrouw controle
ren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor
den gesteld voor schade die is ont
staan door een ontbrekende of bescha
digde aarddraad (bijv. een elektrische
schok).
Een veilig gebruik van de vrieskast
is alleen dan gegarandeerd, wan
-
neer het apparaat wordt gemonteerd
en aangesloten volgens de instructies
die in de gebruiksaanwijzing staan.
Wanneer dit apparaat op een
niet-stationaire locatie (bijv. op een
boot of in een camper) moet worden
geplaatst, mag het uitsluitend door een
vakman/vakvrouw worden ingebouwd
en aangesloten. Hierbij moet aan alle
voorwaarden voor een veilig gebruik
worden voldaan.
Installatie- en onderhoudswerk
zaamheden als ook reparaties mo
gen alleen door erkende vakmensen
worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde installatie- en
onderhoudswerkzaamheden, als ook
ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen groot gevaar opleveren voor de
gebruiker waarvoor de fabrikant niet
aansprakelijk kan worden gesteld.
Er staat alleen dan geen elek-
trische spanning op de vrieskast
als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
–
als de hoofdschakelaar van de huis
installatie is uitgeschakeld,
–
of als de stekker uit het stopcontact
is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet
aan de aansluitkabel.
-
De vrieskast mag niet via een ver
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten.
Met verlengsnoeren kan een veilig ge
bruik van het apparaat niet worden ge
waarborgd in verband met het gevaar
voor oververhitting.
-
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik
Raak ingevroren levensmiddelen
niet met natte handen aan.
Doet u dat wel, dan zouden uw handen
vast kunnen vriezen en zou u zich kun
nen verwonden.
Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral
waterijsjes, nooit meteen nadat u
ze uit de vrieskast heeft gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van
deze producten zouden uw lippen en
tong kunnen vastvriezen en zou u zich
kunnen verwonden.
Vries geheel of gedeeltelijk ont-
dooide levensmiddelen niet opnieuw in. Bereid deze levensmiddelen
zo snel mogelijk omdat ze anders aan
voedingswaarde verliezen en bederven.
Ontdooide levensmiddelen die al gekookt en gebraden zijn kunnen wel opnieuw worden ingevroren.
Bewaar geen stoffen in de vries-
kast die drijfgassen of andere ver
stuivingsmiddelen bevatten.
Wanneer de thermostaat wordt ingeschakeld kunnen vonken ontstaan.
Deze kunnen licht ontvlambare produc
ten tot explosie brengen.
Bewaar geen blikjes en flessen in
de vrieskast met koolzuurhouden
de dranken of vloeistoffen die kunnen
bevriezen.
De blikjes en flessen kunnen in dat ge
val uit elkaar springen, u zou zich kun
nen verwonden en er zou schade kun
nen ontstaan.
-
Haal flessen die u in de vrieskast
hebt gelegd om snel te koelen er
na maximaal één uur weer uit.
Doet u dat niet, dan kunnen ze uit el
kaar springen, zou u zich kunnen ver
wonden en zou er schade kunnen ont
staan.
Wanneer u levensmiddelen eet die
te lang zijn bewaard, loopt u het ri
sico voedselvergiftiging op te doen.
De bewaartijd hangt van vele factoren
af, zoals de versheid en kwaliteit van de
levensmiddelen en de temperatuur
waarop ze worden bewaard.
Neem de bewaartips van de levensmiddelenfabrikanten in acht en houd in de
gaten tot welke datum de levensmiddelen uiterlijk houdbaar zijn.
Gebruik geen scherpe voorwerpen
om
– rijp- en ijslagen te verwijderen
– en vastgevroren ijsbakjes en/of vast-
gevroren levensmiddelen los te wrik-
-
-
-
-
ken.
Doet u dat wel, dan beschadigt u de
vriesplaten en functioneert de vrieskast
niet meer.
Plaats wanneer u wilt ontdooien
nooit elektrische verwarmingsap
paraten of kaarsen in de vrieskast.
Doet u dat wel, dan raakt het kunststof
beschadigd.
Gebruik geen ontdooisprays of an
dere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vor
men, ze kunnen oplosmiddelen of drijf
gassen bevatten die het kunststof be
schadigen of ze kunnen schadelijk zijn
voor de gezondheid.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Doet u dat wel, dan wordt de deurdich
ting in de loop van de tijd poreus.
Sluit de ventilatieroosters in het ap
paraat niet af.
Wanneer deze roosters geblokkeerd
zijn kan er geen goede luchtgeleiding
plaatsvinden, waardoor het stroomver
bruik stijgt en bepaalde onderdelen van
de vrieskast kunnen beschadigen.
De vrieskast is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een
klimaatklasse is een kamertemperatuur
bereik, waarbinnen de temperatuur zich
moet bewegen en waar deze niet boven of onder mag liggen.
De klimaatklasse van uw vrieskast staat
aangegeven op het typeplaatje aan de
binnenkant van uw apparaat.
Een te lage temperatuur heeft tot gevolg dat de vrieskast voor langere tijd
afslaat zodat het apparaat de vereiste
temperatuur niet kan aanhouden.
Gebruik voor het ontdooien en rei
nigen van de vrieskast nooit een
stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met de
len van het apparaat die onder span
ning staan en zo kortsluiting veroorza
ken.
-
-
-
-
Wat te doen wanneer u het ap
paraat afdankt
-
-
-
-
Voorkom dat kinderen zich bij het
spelen insluiten en in levensgevaar
komen.
Haal de stekker uit het stopcontact
en maak de aansluitkabel onbruik
baar.
Beschadig geen delen van het
koelsysteem, bijv. door
koelmiddelkanalen van de vriespla
–
ten open te prikken;
– buisleidingen om te buigen;
– beschermende lagen af te krabben.
Wanneer er koelmiddel uit spuit kan dat
oogletsel veroorzaken.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
-
-
-
Let erop dat kinderen niet met het
apparaat spelen, niet in één van de
diepvriesladen gaan zitten en niet aan
de deur gaan hangen.
9
Het besparen van energie
Normaal energieverbruikTe hoog energieverbruik
Plaatsing van het apparaat In ruimten waar kan worden ge
Temperatuurinstelling
in standen
Temperatuurinstelling
in graden
(Digitale weergave)
Dagelijks gebruikOpen de deur alleen wanneer dat
ventileerd
Op een plaats waar de zon niet di
rect op kan schijnen
Niet naast een warmtebron (ver
warming, fornuis)
Bij een kamertemperatuur van ca.
20 °C
Instelling van één van de middel
ste standen: 2 of 3.
Vak voor wijnflessen: 8 tot 12 °CBij apparaten met winterschake
Koelzone: 4 tot 5 °C
0° zone: ca. 0 °C
Diepvrieszone: - 18 °C
nodig is en dan nog zo kort mogelijk.
Leg de levensmiddelen bij het inruimen meteen op de goede plek.
Laat warme levensmiddelen en
dranken eerst afkoelen.
Leg de levensmiddelen alleen af
gedekt of verpakt in het apparaat.
Leg ingevroren producten in de
koelzone wanneer ze moeten ont
dooien.
Plaats de levensmiddelen niet te
dicht op elkaar zodat de lucht tus
sen de levensmiddelen kan circu
leren.
In gesloten ruimten waar niet kan
worden geventileerd
Op een plaats waar de zon direct
op kan schijnen
Naast een warmtebron (verwar
ming, fornuis)
Bij een hogere omgevingstempe
ratuur
Hoe hoger de stand, hoe lager de
temperatuur, des te hoger het
energieverbruik
ling: schakel bij omgevingstempe
raturen lager dan 16 °C de winter
schakeling uit.
De temperatuur in het apparaat
wordt hoger naarmate de deur vaker wordt geopend en de deur
langer geopend blijft.
Moet u lang zoeken, dan stijgt de
temperatuur.
Zijn de levensmiddelen nog warm,
moet de motor langer werken om
de vereiste temperatuur te berei
ken.
-
Wanneer vloeibare stoffen in de
koelzone condenseren neemt de
koelcapaciteit af.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
10
Het besparen van energie
Normaal energieverbruikTe hoog energieverbruik
OntdooienOntdooi het diepvriesgedeelte
wanneer er een ijslaag van 1 cm
in zit.
Een ijslaag in het diepvries
gedeelte bemoeilijkt het invriezen
en bewaren van producten in dit
gedeelte. Daardoor stijgt het
stroomverbruik.
-
11
Het in- en uitschakelen van de vrieskast
Voor het eerste gebruik
Reinig de binnenkant van de vries
^
kast en de toebehoren.
Gebruik daarvoor lauwwarm water
met een beetje reinigingsmiddel.
Wrijf daarna alles met een doek
^
droog.
Laat het apparaat nadat u het hebt
geplaatst eerst ca. 1/2 tot 1 uur
staan voordat u het aansluit. Dat is
zeer belangrijk voor een goede wer
king van de vrieskast!
-
-
Het inschakelen van de vrieskast
^ Druk op de Aan/Uit - toets.
De temperatuuraanduiding gaat
branden.
Het apparaat begint te koelen.
Voordat u voor de eerste keer levens
middelen in de vrieskast legt kunt u het
apparaat het beste een paar uur laten
voorkoelen.
-
Koude-accu
Leg de koude-accu in de bovenste
lade of op het diepvriesplateau.
Na ca. 24 uur bereikt de koude-accu
zijn maximale koelcapaciteit.
Het uitschakelen van de vries
-
kast
Druk op de Aan/Uit - toets.
^
De temperatuuraanduiding laat niets
meer zien.
De koeling is uitgeschakeld.
Is dat niet het geval, dan is de vergren
deling ingeschakeld.
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u voorkomen
dat het apparaat per ongeluk wordt uit
geschakeld.
Het inschakelen van de vergrendeling
^ Druk op de Superfrost - toets en blijf
daar ca. 5 seconden op drukken.
Het controlelampje van de Superfrost toets knippert en in de temperatuuraan
duiding knippert
^
Druk opnieuw op de Superfrost toets.
In de temperatuuraanduiding brandt
^
Door op de temperatuurtoetsen te
drukken kunt u nu tussen
kiezen.
0 betekent: De vergrendeling is uitge
schakeld.
;.
;.
; 0 en ; 1
-
-
-
-
12
1 betekent: De vergrendeling is inge
schakeld.
-
Het in- en uitschakelen van de vrieskast
Druk op de Superfrost - toets om de
^
instelling op te slaan.
Wanneer de vergrendeling is ingescha
keld brandt het controlelampje van de
vergrendeling
Wanneer u klaar bent met het in- of
^
uitschakelen van de vergrendeling,
druk dan op de Aan/Uit - toets.
Na ca. 2 minuten functioneert het appa
raat weer normaal.
X.
Bij langere afwezigheid
Wanneer u de vrieskast langere tijd niet
meer gebruikt,
^ schakel het apparaat dan uit,
^ trek de stekker uit het stopcontact,
^ ontdooi het apparaat,
^ reinig het
en
^ laat de deur van het apparaat iets
openstaan om te voorkomen dat er
luchtjes ontstaan.
-
-
Wanneer het apparaat in zulke ge
vallen wel wordt uitgeschakeld,
maar niet wordt gereinigd en niet
wordt opengezet, bestaat er gevaar
dat zich schimmel vormt.
-
13
De juiste temperatuur
. . . in de diepvriesruimte
Het is voor de houdbaarheid van de le
vensmiddelen zeer belangrijk dat de
juiste temperatuur wordt ingesteld.
Door micro-organismen bederven de
levensmiddelen erg snel. De tempera
tuur beïnvloedt de snelheid waarmee
de micro-organismen groeien. Hoe la
ger de temperatuur, des te langzamer
de micro-organismen groeien en des te
langer het duurt voordat de levensmid
delen bederven.
Wanneer u voor het bewaren van le
vensmiddelen de juiste temperatuur in
stelt kunt u daarmee bederf voorkomen
of vertragen.
Stel, wanneer u verse levensmiddelen
wilt invriezen en ingevroren levensmiddelen lange tijd wilt bewaren, een temperatuur in van -18 °C. Bij deze temperatuur wordt de groei van micro-organismen voor het grootste gedeelte gestopt. Zodra de temperatuur boven de
-10 °C stijgt begint het bederf door de
micro-organismen en zijn de levens
middelen minder lang houdbaar. Daar
om mogen geheel of gedeeltelijk ont
dooide levensmiddelen pas weer wor
den ingevroren wanneer ze eerst ver
werkt zijn, d.w.z. eerst gekookt of
gebraden zijn. Door de hoge tempera
turen worden de meeste micro-organis
men gedood.
-
-
-
-
-
-
-
-
De temperatuur in de vrieskast wordt
hoger, naarmate
de deur van het apparaat vaker
–
wordt geopend en de deur langer
geopend blijft;
er meer levensmiddelen worden op
–
geslagen;
er meer verse levensmiddelen wor
–
den ingevroren;
-
-
de omgevingstemperatuur hoger is.
–
De vrieskast is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een kli
maatklasse is een temperatuurbe
reik, waarbinnen de kamertemperatuur zich moet bewegen en waar
deze niet boven of onder mag liggen.
Het instellen van de temperatuur
De temperatuur kunt u instellen met behulp van de beide toetsen naast de
temperatuuraanduiding.
-
–
Wanneer u op de linker toets drukt
gaat de temperatuur omhoog en
wordt het warmer.
–
Wanneer u op de rechter toets drukt
gaat de temperatuur omlaag en
wordt het kouder.
-
-
-
-
14
De temperatuur die u instelt knippert in
de temperatuuraanduiding.
De juiste temperatuur
Wanneer u op de temperatuurtoetsen
drukt dan ziet u in de temperatuuraan
duiding het volgende veranderen:
Wanneer u voor het eerst drukt, dan
–
verschijnt de temperatuurwaarde die
u het laatst heeft ingesteld knippe
rend in de temperatuuraanduiding.
Vanaf de tweede keer dat u drukt
–
verandert de temperatuurwaarde in
stappen van 1 °C.
Wanneer u de toets ingedrukt houdt,
–
verandert de temperatuurwaarde
continu.
Ongeveer 5 seconden nadat u voor het
laatst op een temperatuurtoets heeft
gedrukt verschijnt in de temperatuuraanduiding automatisch de temperatuurwaarde die op dat moment in de
diepvriesruimte heerst.
Wanneer u een andere temperatuur
heeft ingesteld, controleer dan de temperatuuraanduiding na ca. 6 uur wan-
neer de vrieskast lang niet vol is en
na ca. 24 uur wanneer de vrieskast
wel vol is.
Pas dan is de echte diepvriesruimte
temperatuur bereikt.
Is de temperatuur na deze tijd te hoog
of te laag, stel dan opnieuw een andere
temperatuur in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur is instelbaar van -14 °C
tot -28 °C.
Of de laagste temperatuur wordt bereikt
is afhankelijk van de plaats waar de
vrieskast is opgesteld en de omge
vingstemperatuur.
-
-
-
-
Wanneer de omgevingstemperatuur
hoog is, dan is het mogelijk dat de
laagste temperatuur niet wordt bereikt.
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het be
dieningspaneel geeft bij normaal ge
bruik de temperatuur aan van de warm
ste plek in het apparaat.
Ligt de temperatuur in het apparaat niet
in het bereik dat in de temperatuuraan
duiding mogelijk is, d.w.z. ligt de tem
peratuur niet onder de 0°C, dan brandt
er in de temperatuuraanduiding alleen
een streep.
De temperatuuraanduiding knippert,
wanneer
– er een andere temperatuur wordt in-
gesteld,
–
de temperatuur in het apparaat een
paar graden is gestegen, wat wijst
op een koudeverlies.
Dit koudeverlies is geen probleem wan
neer u:
–
de deur van het apparaat een keer
vrij lang geopend houdt, bijv. om een
grote hoeveelheid producten in de
kast te leggen of er uit te halen;
–
verse levensmiddelen invriest.
-
-
-
-
-
-
15
De juiste temperatuur
Is de temperatuur vrij lange tijd hoger
dan -18 °C, controleer dan of de inge
vroren levensmiddelen geheel of ge
deeltelijk zijn ontdooid.
Is dat het geval, verbruik deze levens
middelen dan zo snel mogelijk.
De lichtsterkte van de temperatuur
aanduiding
De lichtsterkte van de temperatuuraan
duiding is zwak wanneer het apparaat
wordt afgeleverd.
Zodra er een deur wordt geopend, een
instelling wordt veranderd of er sprake
is van een alarmtoestand, dan brandt
de temperatuuraanduiding ca. 1 minuut
met zeer grote lichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de temperatuuraanduiding veranderen:
^ Druk op de Superfrost - toets en blijf
daar ca. 5 seconden op drukken.
Het controlelampje van de Superfrost toets knippert en in de temperatuuraanduiding knippert
;.
-
-
-
-
U kunt kiezen tussen de standen 1 tot
en met 5.
Bij 1 is de lichtsterkte minimaal.
Bij 5 is de lichtsterkte maximaal.
Druk op de Superfrost - toets om de
^
instelling op te slaan.
Wanneer u klaar bent met het instel
^
len van de lichtsterkte, druk dan op
de Aan/Uit - toets.
Na ca. 2 minuten functioneert het appa
raat weer normaal.
-
-
^
Druk zo vaak op één van de toetsen
voor het instellen van de temperatuur
totdat in de temperatuuraanduiding
brandt.
^
Druk opnieuw op de Superfrost toets.
In de temperatuuraanduiding brandt
^
Door op de toetsen voor het instellen
van de temperatuur te drukken kunt u
nu de lichtsterkte van de tempera
tuuraanduiding veranderen.
16
^
^.
-
Zoemer
Dit apparaat is uitgerust met een waar
schuwingssysteem in de vorm van een
akoestisch en optisch signaal. Daar
mee wordt voorkomen dat de tempera
tuur in de vrieskast ongemerkt stijgt en
er teveel energie wordt gebruikt.
-
-
Temperatuuralarm
Wanneer de temperatuur in de vrieskast
te veel stijgt, gaat er een zoemtoon.
Gelijktijdig gaat de temperatuuraandui
ding knipperen.
Of het apparaat een temperatuur te
hoog vindt is afhankelijk van de inge
stelde temperatuur.
De zoemtoon gaat en de temperatuuraanduiding gaat knipperen wanneer:
– u producten in de vrieskast hersor-
teert of eruit haalt en er daarbij te
veel warme lucht in de ruimte
stroomt;
– u een vrij grote hoeveelheid levens-
middelen invriest;
–
de stroom een vrij lange tijd uitge
schakeld is geweest.
-
-
Deuralarm
Ook wanneer de deur van het apparaat
langer dan ca. 60 seconden openstaat,
gaat de zoemtoon.
Hoe kunnen wij het waarschu
wingssysteem inschakelen?
Het systeem is automatisch klaar voor
-
gebruik en hoeft niet te worden inge
schakeld.
Het voortijdig uitschakelen van
de zoemer
Zodra de ingestelde temperatuur in de
vrieskast is bereikt, houdt de zoemer
-
op en brandt de temperatuuraandui
ding constant.
Wanneer de zoemtoon u hindert dan
kunt u deze voortijdig uitschakelen.
^ Druk op de toets voor het uitschake-
len van de zoemer.
De zoemer houdt op.
De temperatuuraanduiding blijft zolang
knipperen totdat de alarmtoestand
voorbij is.
Daarna brandt de temperatuuraandui
ding constant.
Vanaf dat moment is het waarschu
wingssysteem weer klaar voor gebruik.
-
-
-
-
-
17
De functie "Superfrost"
Wat gebeurt er bij het invriezen
van verse levensmiddelen?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk tot in de kern worden ingevro
ren. Alleen zo blijven voedingswaarde,
vitaminen, vorm en smaak behouden.
Hoe langzamer de levensmiddelen in
vriezen, des meer vocht komt er uit
iedere cel vrij. Dit vocht komt in de tus
senruimten terecht.
De cellen gaan krimpen.
Wanneer de levensmiddelen ontdooien
komt slechts een deel van het vocht dat
eerder vrijkwam in de cellen terug.
Praktisch betekent dit dat de levensmiddelen veel vocht verliezen. Dat ziet
u aan de grote waterplas die zich om
de levensmiddelen vormt wanneer
deze ontdooien.
Wanneer de levensmiddelen snel helemaal invriezen, heeft het vocht minder
tijd om uit de cellen vrij te komen en in
de tussenruimten terecht te komen.
De cellen krimpen veel minder.
Wanneer de levensmiddelen ontdooien
kan de kleine hoeveelheid vocht die
vrijgekomen is naar de cellen terugke
ren. Dat betekent dat de levensmid
delen weinig vocht verliezen. Er vormt
zich slechts een kleine waterplas om de
levensmiddelen wanneer deze ontdooi
en!
-
-
-
-
-
Het gebruik van de superfrost
Met behulp van de functie "Superfrost"
kunt u verse levensmiddelen optimaal
invriezen. De superfrost moet u al vóór
het invriezen van verse levensmiddelen
inschakelen.
De superfrost schakelt u dus niet in:
wanneer u reeds ingevroren levens
–
middelen in de vrieskast legt;
wanneer u dagelijks slechts max. 2
–
kg verse levensmiddelen in de vries
kast legt.
Het inschakelen van de superfrost
De superfrost moet u inschakelen 4 – 6
uur voordat u de in te vriezen levens
middelen in de vrieskast legt.
Wilt u gebruik maken van de maximalevriescapaciteit, schakel de superfrost
dan 24 uur van te voren in.
^ Druk op de Superfrost - toets.
Daarna begint het controlelampje bo-
ven deze toets te branden.
De temperatuur in het apparaat daalt
doordat de koelcapaciteit van het ap
paraat maximaal is.
Het uitschakelen van de superfrost
De superfrost wordt automatisch na ca.
30 tot 60 uur uitgeschakeld, afhankelijk
-
van de hoeveelheid levensmiddelen die
in de vrieskast zijn gelegd.
Het controlelampje gaat uit en de koel
capaciteit van de vrieskast is weer nor
maal.
-
-
-
-
-
-
18
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Maximale vriescapaciteit
Levensmiddelen kunnen het best zo
snel mogelijk tot in de kern worden in
gevroren. Daarvoor is het noodzakelijk
dat de maximale vriescapaciteit niet
wordt overschreden.
De maximale vriescapaciteit binnen 24
uur vindt u op het typeplaatje "Vriesca
paciteit ..... kg/24 h".
-
Het bewaren van diepvriespro
ducten
Wilt u diepvriesproducten bewaren,
^
controleer dan al vóórdat u ze koopt:
– de verpakking op eventuele bescha-
digingen;
– de uiterste houdbaarheidsdatum van
de diepvriesproducten en
– de temperatuur van de diepvrieskist
in de winkel.
Is deze hoger dan -18 °C, dan zijn
de diepvriesproducten niet zo lang
houdbaar als wanneer de tempera
tuur lager is dan - 18 °C.
^
Haal de diepvriesproducten uit de
diepvrieskist wanneer u alle andere
boodschappen al in uw wagentje
hebt liggen en vervoer ze in kranten
papier of in een koeltas.
^
Leg de diepvriesproducten thuis di
rect in de vrieskast.
Vries geheel of gedeeltelijk ont
dooide levensmiddelen niet opnieuw
in. Pas nadat u deze levensmidde
len hebt gekookt of gebraden kunt u
ze opnieuw invriezen.
-
-
-
-
Het invriezen en bewaren van
verse levensmiddelen
Gebruik voor het invriezen alleen verse
levensmiddelen waar geen rotte plek
ken in zitten!
Waar u daarbij op moet letten
-
-
-
Geschikt om in te vriezen zijn:
–
vers vlees, gevogelte, wildbraad, vis,
groenten, kruiden, vers fruit, zuivel
producten, brood en banket, kliekjes,
eigeel, eiwit en vele kant-en-klaar
producten.
– Niet geschikt om in te vriezen zijn:
druiven, kropsla, radijs, rammenas,
zure room, mayonaise, hele eieren in
de schaal, uien, hele appels en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitamine
C te behouden kunt u groenten en
fruit het beste voor het invriezen
blancheren.
Breng daartoe een pan water aan de
kook, voeg het voedsel daar portie
gewijs aan toe, laat het daar 2-3 mi
nuten in liggen, haal het eruit, laat
het snel in koud water afkoelen en
laat het uitlekken.
–
Mager vlees is beter geschikt om te
worden ingevroren dan vet vlees en
kan aanmerkelijk langer worden be
waard.
–
Leg tussen koteletten, biefstukjes,
schnitzels enz. telkens een stukje
huishoudfolie. Zo voorkomt u dat
stukken vlees aan elkaar vastvriezen.
-
-
-
-
-
-
19
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Doe een sticker op de verpakking
Kruid en zout verse levensmiddelen
–
en geblancheerde groente vóór het
invriezen niet.
Kruid en zout reeds bereide ge
rechten voor het invriezen slechts
licht. Sommige kruiden veranderen
de smaakintensiteit van de ge
rechten.
Laat warme gerechten en dranken
–
eerst buiten het apparaat afkoelen.
Doet u dat niet dan beginnen reeds
ingevroren levensmiddelen te ont
dooien en wordt er meer stroom ver
bruikt dan nodig is.
-
-
^
met inhoud en invriesdatum.
Vóórdat u de verse levensmiddelen
in de vrieskast legt
Wanneer u meer dan 2 kg verse le
^
vensmiddelen wilt invriezen, schakel
dan een tijdje vóórdat u deze in de
vrieskast legt de superfrost in.
Zie hoofdstuk: "De functie "Super
frost"".
-
-
Het inruimen van de verse levens
middelen
-
-
-
Het verpakken van verse levensmiddelen
^ Vries de levensmiddelen per portie
in.
Geschikte verpakking
- kunststof folie
- diepvrieszakken van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesbakje
Ongeschikte verpakking
- pakpapier
- braadpapier
- cellofaan
- afvalzakken
- gebruikte plastic zakken
^
Druk de lucht uit de verpakking.
^
Sluit de verpakking goed af met:
- elastiekjes
- kunststof klipjes
- touwtjes of
- koudebestendig plakband.
Zakken en diepvrieszakken van poly
ethyleen kunt u ook met een sealapparaat afsluiten.
De levensmiddelen kunnen overal in de
vrieskast worden ingevroren.
Het is ook mogelijk om de diepvriesladen uit het apparaat te halen en de levensmiddelen direct op de tussenplaten te leggen.
In iedere diepvrieslade en op iedere
tussenplaat kan maximaal 25 kg
worden gelegd.
Wanneer u de diepvriesladen uit het
apparaat haalt, let er dan op dat u
de ventilatorgleuven aan de achter
wand van het apparaat niet afdekt.
Deze zijn erg belangrijk voor een
goede werking van het apparaat.
^
Leg de in te vriezen producten over
de hele breedte op de bodem van de
diepvriesladen of op de vriesplaten
van het apparaat, zodat ze zo snel
mogelijk tot in de kern worden inge
-
vroren.
-
-
20
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Zorg ervoor dat het materiaal waarin
^
de in te vriezen producten zijn ver
pakt droog is, zodat de producten
niet aan elkaar of aan de bodem van
de diepvrieslade vastvriezen.
Zorg ervoor dat in te vriezen levens
middelen niet tegen reeds ingevro
ren levensmiddelen aan komen te
liggen.
Gebeurt dat wel dan kunnen reeds
ingevroren levensmiddelen gaan
ontdooien.
Wanneer u een groot stuk vlees wilt in
vriezen, bijv. kalkoen of wildbraad kunt
u het beste de plaat tussen de 3e en 4e
diepvrieslade uit het apparaat halen.
^ Haal de derde diepvrieslade van bo-
ven uit het apparaat.
-
-
-
-
Diepvrieskalender
De diepvrieskalender die zich op de
diepvriesladen bevindt geeft de ge
bruikelijke bewaartijd aan van verschil
lende soorten levensmiddelen, wanneer
ze vers worden opgeslagen.
Bij de in de handel verkrijgbare diep
vriesproducten is de op de verpakking
aangegeven uiterste houdbaarheidsda
tum beslissend.
Markeersysteem voor ingevro
-
-
-
ren levensmiddelen
Een manier om de bewaartijd van de levensmiddelen in de gaten te houden is
het markeersysteem voor ingevroren
levenmiddelen.
Op iedere diepvrieslade zitten 2 plaketten met een wieltje. Op dit wieltje zijn
de maanden weergegeven met 1 - 12.
-
-
^
Druk de haak die aan de achterkant
aan de tussenplaat zit naar beneden
a, trek de plaat naar voren en haal
hem uit het apparaat b.
^
Wilt u de tussenplaat later terugzet
ten, schuif hem dan naar achteren
totdat hij hoorbaar vastklikt.
^
Schuif de plaketten vanaf de rand
-
van de diepvrieslade op de geleide
rail.
Met de plaketten geeft u aan om wat
voor soort product het gaat en met de
wieltjes het tijdstip waarop u het pro
duct hebt opgeslagen.
-
-
21
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Het ontdooien van ingevroren
producten
Dat kunt u doen
in de magnetron;
–
in de oven bij het verwarmingssys
–
teem "Hetelucht" of "Ontdooien";
bij kamertemperatuur;
–
in de koelruimte van de koelkast;
–
in de stoomoven.
–
Platte stukken vlees en vis kunnen
gedeeltelijk ontdooid in een hete braad
pan worden gelegd.
Fruit kan bij kamertemperatuur zowel in
de verpakking als ook in een afgedekte
schaal ontdooien.
Groente kan in het algemeen in bevroren toestand aan kokend water worden
toegevoegd of in heet vet worden gestoofd. De kooktijd is iets korter dan bij
verse groente.
Vries geheel of gedeeltelijk ont
dooide levensmiddelen niet opnieuw
in. Pas nadat u deze levensmidde
len hebt gekookt of gebraden kunt u
ze opnieuw invriezen.
-
-
-
Het bereiden van ijsblokjes
Druk het boutje naar beneden en vul
^
het bakje voor ijsblokjes met water.
Overtollig water stroomt door een
opening weg.
Druk het boutje naar boven om het
^
-
bakje te sluiten.
^ Zet het bakje op de bodem van één
van de diepvriesladen.
^ Wanneer het bakje is vastgevroren,
gebruik dan een stomp voorwerp,
bijv. een lepelsteel om het los te maken.
^ Wanneer het bakje even onder stro-
mend water wordt gehouden laten de
ijsblokjes gemakkelijk los.
Het snelkoelen van dranken
Wanneer u flessen drank in de vrieskast
hebt gelegd om snel te koelen, haal ze
er dan na maximaal één uur weer uit.
Doet u dat niet dan springen ze uit el
kaar.
-
22
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Diepvriesplateau
Op het diepvriesplateau kunt u kleinere
producten invriezen, niet alleen fruit en
groenten maar ook kruiden, zonder dat
dat ten koste gaat van de kwaliteit.
De producten blijven in vorm en de
kans dat ze aan elkaar vastvriezen is
klein.
^ Leg de in te vriezen producten op het
diepvriesplateau.
^ Hang het plateau in één van de bo-
venste diepvriesladen.
^ Laat de producten 10 tot 12 uur ste-
vig invriezen.
^ Hevel ze over in een diepvrieszak of
diepvriesbakje en leg ze in de diep
vriesladen.
-
Het gebruik van de koude-accu
Door van de koude-accu gebruik te
maken kunt u voorkomen dat de tempe
ratuur in de vrieskast snel stijgt wan
neer de stroom is uitgevallen.
Leg de koude-accu direct op de le
vensmiddelen in de bovenste diep
vrieslade of op het diepvriesplateau.
Na ca. 24 uur bereikt de koude-accu
zijn maximale koelcapaciteit.
Leg de koude-accu wanneer de stroom
uitvalt direct op de levensmiddelen in
de bovenste lade om ze in ieder geval
nog zo lang mogelijk te kunnen bewaren.
Wanneer u verse levensmiddelen in de
vrieskast wilt leggen, gebruik de
koude-accu dan om een scheiding aan
te brengen tussen reeds ingevroren en
verse levensmiddelen, zodat de eerste
groep niet gaat ontdooien.
De koude-accu kan ook korte tijd worden gebruikt voor het koelen van levensmiddelen en dranken in een
koeltas.
-
-
-
-
23
Het ontdooien van de vrieskast
Wanneer de vrieskast normaal in ge
bruik is, ontstaan er na verloop van tijd
rijp en ijs op de vriesplaten. Daardoor
wordt er minder kou afgegeven en
meer stroom verbruikt.
Krab de rijp- en ijslagen er niet af,
want dan beschadigt u de vriespla
ten en functioneert de vrieskast niet
meer.
Ontdooi de vrieskast van tijd tot tijd,
echter in ieder geval zodra zich een ca.
5 mm dikke ijslaag heeft gevormd.
Gebruik de gelegenheid wanneer er
weinig of geen producten in de vrieskast liggen.
Voor het ontdooien
^ Schakel ca. 24 uur voordat u de
vrieskast gaat ontdooien de superfrost in. Daardoor krijgen de reeds
opgeslagen ingevroren levensmiddelen een koudereserve en kunnen
dus iets langer bij kamertemperatuur
worden bewaard.
-
-
Het ontdooien
Handel het ontdooien zo snel moge
lijk af.
Hoe langer de ingevroren producten
bij kamertemperatuur worden be
waard, des te korter ze houdbaar
zijn.
Schakel de vrieskast uit.
^
Trek de stekker uit het apparaat.
^
Laat de deur van de vrieskast open.
^
^ Klap de afvoer voor het dooiwater uit.
-
-
^
Haal de ingevroren producten uit het
apparaat en leg de koude-accu erop.
Wikkel de producten in verschillende
lagen krantenpapier of dekens en be
waar ze op een koele plaats, totdat
de vrieskast weer klaar is voor ge
bruik.
^
Haal alle diepvriesladen uit het appa
raat.
24
-
-
-
^
Vang het dooiwater op in een bak of
schaal.
Het ontdooien van de vrieskast
U kunt het ontdooien versnellen door
twee pannetjes op een onderzetter met
heet (niet kokend) water in het apparaat
te zetten. In dat geval kan de deur bij
het ontdooien gesloten blijven, zodat
de warmte niet vrij kan komen.
Plaats wanneer u wilt ontdooien
nooit elektrische verwarmingsappa
raten of kaarsen in de vrieskast.
Doet u dat wel, dan raakt het kunst
stof beschadigd.
Gebruik geen ontdooisprays of an
dere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen
vormen, ze kunnen oplosmiddelen
of drijfgassen bevatten die het
kunststof beschadigen of ze kunnen
schadelijk zijn voor de gezondheid.
-
-
-
Na het ontdooien
Giet de bak of schaal leeg.
^
Neem het overige dooiwater in de
^
vrieskast met een spons of doek op.
Reinig het apparaat en maak het
^
droog.
Klap de afvoer voor het dooiwater
^
weer in.
Sluit de deur van de vrieskast.
^
Steek de stekker weer in het stopcon
^
tact.
^ Schakel het apparaat weer in.
^ Schakel de superfrost in, zodat het in
de vrieskast weer snel koud wordt.
Het controlelampje gaat aan.
^ Leg de ingevroren producten weer
terug in de diepvriesladen en schuif
de diepvriesladen weer in het apparaat, zodra de temperatuur in het apparaat laag genoeg is.
-
^
Schakel de superfrost weer uit, zodra
er een constante temperatuur in de
vrieskast van minstens -18°C is be
reikt.
Het controlelampje gaat uit.
-
25
Het reinigen van de vrieskast
Gebruik nooit zand-, soda-, zuur- of
schuurmiddelhoudende reinigings
middelen of chemische oplosmid
delen.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen,
daar deze doffe plekken veroorza
ken.
-
-
-
Het reinigen van de deurgreep
Aluminium is levend materiaal dat sterk
reflecteert. De reflectie en de aanblik
van het materiaal hangen sterk af van
de gezichtshoek van waaruit men naar
het materiaal kijkt, van de lichtinval en
van wat zich verder in de nabijheid van
het materaal bevindt.
Let erop dat er geen water in de
elektronica en in de ventilatieroos
ters terechtkomt.
Gebruik geen stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met
delen van het apparaat die onder
spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken.
Het typeplaatje in de binnenruimte
van het apparaat mag niet worden
verwijderd. De gegevens zijn nodig
in het geval er een storing optreedt.
^
Reinig de vrieskast direct nadat u
hem hebt ontdooid.
De vrieskast moet dan uitgeschakeld
zijn.
De stekker moet uit het stopcontact zijn
gehaald.
De ingevroren producten moeten op
een koele plaats zijn opgeslagen.
Alle diepvriesladen moeten uit het ap
paraat zijn gehaald.
-
-
Verwijder vuil op de aluminium deur
greep direct. Doet u dit niet, dan kan
het materiaal verkleuren.
De deurgreep is gevoelig voor krassen
en sneetjes.
De volgende reinigingsmiddelen mogen voor de deurgreep niet worden gebruikt.
– De reinigingsmiddelen die in het be-
gin van dit hoofdstuk zijn genoemd.
– Reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal.
– Kalkoplossende reinigingsmiddelen.
–
Chloridehoudende reinigingsmidde
len.
–
Schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder.
–
Schuursponsjes of sponsjes waar
nog resten van schuurmiddelen in
zitten.
–
Reinigingsmiddelen voor afwasauto
maten.
-
-
-
26
Het reinigen van de vrieskast
Het reinigen van de buitenkant,
de binnenruimte en de toebe
-
horen
Reinig de buitenkant, de binnenruim
^
te en de toebehoren met lauwwarm
water met reinigingsmiddel.
Reinig de toebehoren met de hand,
niet in de afwasautomaat.
Neem buitenkant, binnenruimte en
^
toebehoren daarna met helder water
af en wrijf alles met een doek droog.
Laat de deur van de vrieskast korte
^
tijd openstaan.
Het reinigen van de ventilatieroosters
^ Reinig de ventilatieroosters regelma-
tig met een kwast of een stofzuiger.
Wanneer er zich stof ophoopt wordt er
onnodig veel energie verbruikt.
Het reinigen van de deurdichting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Doet u dat wel, dan wordt
de deurdichting in de loop van de
tijd poreus.
Reinig de deurdichting regelmatig al
leen met helder water en wrijf deze
daarna met een doek grondig droog.
-
Het reinigen van het metalen
rooster aan de achterkant
Het metalen rooster aan de achterkant
van het apparaat (warmtewisselaar)
moet minstens eenmaal in het jaar van
stof worden ontdaan.
Wanneer er zich stof ophoopt wordt er
onnodig veel energie verbruikt.
Let er bij het reinigen van het meta
len rooster op dat er geen kabels of
andere onderdelen worden afge
scheurd, geknikt of beschadigd.
Na het reinigen
^ Sluit de deur van de vrieskast.
^ Steek de stekker weer in het stopcon-
tact.
^ Schakel het apparaat weer in.
^ Schakel de superfrost in, zodat het in
de vrieskast weer snel koud wordt.
Het controlelampje gaat aan.
^
Leg de ingevroren producten weer
terug in de diepvriesladen en schuif
de diepvriesladen weer in het appa
raat, zodra de temperatuur in het ap
paraat laag genoeg is.
^
Schakel de superfrost weer uit, zodra
er een constante temperatuur in de
vrieskast van minstens -18°C is be
reikt.
-
-
-
-
-
Het controlelampje gaat uit.
27
Nuttige tips
Reparaties aan elektrische appara
ten mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Wanneer dit niet
gebeurt dan kan de gebruiker grote
risico's lopen.
Een aantal storingen kunt u echter zelf
verhelpen.
Wat moet u doen, wanneer . . .
-
In dat geval brandt het controlelampje
van de superfrost.
Tussen minimaal 30 en maximaal 60
uur gaat de superfrost automatisch uit.
. . . de vrieskast vaker en voor
langere tijd aanslaat?
Controleer of:
^
de ventilatieroosters zijn geblokkeerd
–
en of er veel stof inzit;
. . . de vrieskast het niet doet?
Controleer of:
^
– de vrieskast is ingeschakeld
- de temperatuuraanduiding moet
dan branden -;
– de stekker stevig in het stopcontact
zit;
– de hoofdschakelaar van de elek-
trische huisinstallatie is ingeschakeld.
Is dit wel het geval, neem dan contact op met de Technische Dienst
van Miele Nederland B.V.
. . . de deur van de vrieskast niet ver
schillende keren achter elkaar kan
worden geopend?
Dat is geen storing. Door de zuigende
werking kunt u de deur pas na enige
tijd zonder moeite openen.
. . . de temperatuur in de vrieskast te
laag is?
^
Stel met de linker temperatuurtoets
een hogere temperatuur in.
^
Controleer of u vergeten hebt om de
superfrost uit te schakelen.
er veel stof in het metalen rooster
–
aan de achterkant zit;
– u de deur van de vrieskast vaak
open en dicht heeft gedaan;
– er ineens grote hoeveelheden verse
levensmiddelen zijn ingevroren;
– de deur van de vrieskast goed sluit;
– er zich op de vriesplaten een vrij dik-
ke ijslaag bevindt.
Is dat het geval, ontdooi dan de
vrieskast.
. . . de ingevroren producten vastge
vroren zijn?
-
^
Maak de ingevroren producten met
een stomp voorwerp, bijv. met een le
pelsteel los.
. . . zich op de vriesplaten een vrij dik
ke ijslaag bevindt?
^
Controleer of de deur van de vries
kast goed sluit.
^
Ontdooi het apparaat en reinig het.
Door een dikke ijslaag vermindert de
koelcapaciteit waardoor het stroomver
bruik stijgt.
-
-
-
-
-
28
Nuttige tips
. . . de zoemtoon gaat en de tempera
tuuraanduiding gaat knipperen?
Controleer of de deur van het appa
^
raat al langer dan ca. 60 seconden
openstaat.
Is dat niet het geval, dan is het in de
vrieskast gezien de ingestelde tempe
ratuur te warm en wel doordat:
de deur van de vrieskast vaak open
–
en dicht is gedaan;
er ineens grote hoeveelheden verse
–
levensmiddelen zijn ingevroren;
de ventilatieroosters zijn geblok
–
keerd;
– de stroom langere tijd uitgevallen is
geweest.
Wanneer het euvel verholpen is brandt
de temperatuuraanduiding constant en
houdt de zoemer op.
. . . er in de temperatuuraanduiding
een streepje brandt of knippert?
^
Controleer de temperatuuraandui
ding ca. 6 uur na het inschakelen van
het apparaat.
De temperatuuraanduiding geeft de
temperatuur alleen dan aan wanneer
deze onder de 0°C ligt.
-
-
. . . in de temperatuuraanduiding
"nA" verschijnt?
Er heeft zich in de afgelopen dagen of
uren een stroomstoring voorgedaan
waardoor de temperatuur in het appa
raat te sterk is gestegen.
Druk op de toets voor het uitschake
^
len van de zoemer totdat "nA" ver
dwijnt.
In de temperatuuraanduiding verschijnt
de hoogste temperatuur die tijdens de
stroomstoring in de vrieskast heeft
geheerst.
Deze wordt ca. 1 minuut aangegeven.
Daarna verschijnt in de temperatuuraanduiding weer de temperatuur die op
dat moment in de vrieskast heerst.
^ Controleer of de levensmiddelen
door de hoge temperatuur gedeeltelijk of zelfs geheel zijn ontdooid.
Is dat het geval, kook of bak ze dan
eerst voordat u ze weer invriest.
. . . het controlelampje van de super
frost niet brandt, terwijl het apparaat
wel werkt?
Het controlelampje is defect.
^
Neem contact op met de Technische
Dienst.
-
-
-
-
. . . in de temperatuuraanduiding "F1"
tot en met "F5" verschijnt?
Er is sprake van een technische sto
ring.
^
Neem contact op met de Technische
Dienst.
-
. . . het apparaat niet kan worden uit
geschakeld?
De vergrendeling is ingeschakeld.
-
29
Nuttige tips
. . . de binnenverlichting niet meer
functioneert?
Controleer of de deur van het appa
^
raat vrij lange tijd geopend is ge
weest.
De verlichting wordt na ca. 15 minuten
automatisch uitgeschakeld.
-
-
Is dat niet het geval, dan is het gloei
lampje kapot.
Trek de stekker uit het stopcontact of
^
schakel de hoofdschakelaar van de
elektrische huisinstallatie uit.
^ Draai het gloeilampje uit de fitting en
vervang het.
Aansluitgegevens van het lampje:
220 - 240 V, max. 25 W, fitting E 14
^
Draai het nieuwe gloeilampje in de fit
ting.
Kunt u een storing ook met boven
genoemde tips niet verhelpen, roep
dan de hulp in van de Technische
Dienst.
-
-
-
Open als het mogelijk is de deur van
het apparaat niet vóórdat de storing
is verholpen. Zo houdt u het koude
verlies zo gering mogelijk.
30
-
Geluiden en de oorzaken ervan
Heel normale geluidenWaar komen deze geluiden vandaan?
Brrrrr...Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wan
neer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker.
Blubb, blubb....Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van
de koelvloeistof die door de leidingen stroomt.
Klik....Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de
motor in- of uitschakelt.
Sssrrrrr....Dit ruisende geluid is te horen bij apparaten die over verschil
lende zones of over een no-frost-systeem beschikken en wordt
veroorzaakt door de luchtstroming in de binnenruimte van het
apparaat.
Bedenk dat dit soort geluiden niet te vermijden zijn.
-
-
Geluiden die makkelijk te
verhelpen zijn
Klapperende en rammelende geluiden
Wat is de oorzaak van deze geluiden en wat kunt
u daartegen doen?
Het apparaat staat niet waterpas: Stel het apparaat met behulp
van een waterpas. Gebruik de stelvoeten onder het apparaat of
leg er iets onder.
Het apparaat komt tegen andere meubels of apparaten aan:
Schuif het apparaat een eindje weg.
Diepvriesvakken, plateaus of andere uitneembare onderde
len van het apparaat zitten niet goed op hun plaats: Zet ze
weer goed.
In het apparaat staan flessen of andere gebruiksvoorwerpen
tegen elkaar aan: Zorg ervoor dat ze niet meer tegen elkaar
aankomen.
De transportkabelhouder hangt nog aan de achterkant van
het apparaat: Verwijder de kabelhouder.
-
31
Technische Dienst
Neem bij storingen die u niet zelf kunt
verhelpen contact op met
uw Miele-handelaar
–
of
met de Technische Dienst van Miele
–
Nederland B.V.
De telefoonnummers van diverse afde
lingen en het adres van Miele Neder
land B.V. vindt u op de achterzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
Geef bij het inschakelen van de Techni
sche Dienst altijd het type en het num
mer van het apparaat door.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Voor informatie over het Miele ServiceVerzekering Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of
de bijgevoegde folder raadplegen.
-
-
-
-
32
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag alleen door een er
kend elektricien op het elektriciteitsnet
worden aangesloten.
Dit apparaat is voorzien van een aan
sluitkabel en een stekker met randaar
de, geschikt voor aansluiting op 50 Hz
220 - 240 V.
Dit apparaat mag uitsluitend worden
aangesloten op een contactdoos met
randaarde.
Het is het beste wanneer de contact
doos zich naast het apparaat bevindt
en u er gemakkelijk bij kunt.
Dit apparaat mag uitsluitend op een
huisinstallatie worden aangesloten die
volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
De installatiegroep dient met een
10 A-zekering te worden gezekerd.
In de EU-voorschriften geeft men ter
verhoging van de veiligheid het advies
om de huisinstallatie van een aardlekschakelaar te voorzien.
-
-
-
Met verlengsnoeren kan een veilig ge
bruik van het apparaat namelijk niet
worden gewaarborgd in verband met
het gevaar voor oververhitting.
Moet er aan de aansluiting op het elek
-
triciteitsnet of aan de aansluitkabel iets
worden veranderd dan mag dat uitslui
tend door een erkend bedrijf gebeuren.
-
-
-
Het apparaat mag niet op omvormers
worden aangesloten die bij autonome
stroomvoorzieningen zoals zonneenergie worden gebruikt. Het is moge
lijk dat wanneer het apparaat in dat ge
val wordt ingeschakeld, het door span
ningspieken om veiligheidsredenen
weer wordt uitgeschakeld. De elektroni
ca kan beschadigd raken.
Het apparaat mag ook niet met een
energievoorkeurstekker worden ge
bruikt. Het is mogelijk dat er in dat ge
val te weinig energie naar het apparaat
wordt toegevoerd en dat componenten
in het apparaat te warm worden.
-
-
-
-
-
-
33
Tips voor het plaatsen van het apparaat
Met een minimum kamertemperatuur
Plaats het apparaat niet direct naast
een ander koel- of vriesapparaat.
Doet u dat wel, kan er condenswater
ontstaan met alle schadelijke ge
-
volgen van dien.
Zet geen apparaten op uw kast die
warmte afgeven, zoals broodroos
ters of magnetrons.
Doet u dat wel dan wordt er onnodig
veel energie verbruikt.
van +5°C werken de apparaten gega
randeerd zonder problemen.
Luchttoevoer en luchtafvoer
De lucht aan de achterwand van het
apparaat wordt warm.
Daarom moet lucht probleemloos wor
den toe- en afgevoerd en mogen de
ventilatieroosters niet geblokkeerd zijn.
De ventilatieroosters moeten bovendien
regelmatig stofvrij worden gemaakt.
-
-
Plaats van opstelling
Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de buurt van
een raam waar de zon direct doorheen
kan schijnen.
Hoe hoger de omgevingstemperatuur
is, des te langer het apparaat staat te
ronken en des te hoger het stroomverbruik is.
Geschikt is een droge ruimte waar kan
worden geventileerd.
Klimaatklasse
Het apparaat is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een kli
maatklasse is een kamertemperatuur
bereik waarbinnen de temperatuur zich
moet bewegen en waar deze niet bo
ven of onder mag liggen.
De klimaatklasse van het apparaat
staat aangegeven op het typeplaatje
aan de binnenkant van uw apparaat.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
-
-
-
Het plaatsen van het apparaat
^ Haal eerst de kabelhouder van de
achterkant van het apparaat af.
^ Controleer of alle delen aan de ach-
terwand van het apparaat nergens
tegenaan kunnen komen.
Buig eventueel in de weg zittende
delen voorzichtig weg.
^ Schuif het apparaat voorzichtig op de
daarvoor bestemde plaats.
Het kan met de achterkant direct te
-
gen de muur worden geplaatst.
Het stellen van het apparaat
^
Stel het apparaat stevig en waterpas
via de stelvoeten met de bijgevoegde
steeksleutel.
34
Het veranderen van de draairichting van de deur
Het apparaat wordt geleverd met een
rechtsscharnierende deur. Moet de
deur linksscharnierend zijn, verander
dan de draairichting.
Het verwijderen van de deurgreep
Allereerst moet u het gedeelte
losmaken dat aan de zijkant van de
deurgreep zit.
^ Wanneer u aan de deurgreep a
trekt, schuift het gedeelte b dat aan
de zijkant zit naar achteren en ontstaat er een spleet d tussen dit ge
deelte b en de bevestigingsplaat c
van de deurgreep.
^
Klem een stomp voorwerp (bijv. de
steel van een pollepel) in de spleet
d en druk de deurgreep langzaam
weer in de richting van de deur.
Let erop dat het stompe voorwerp
niet van zijn plaats glijdt en het ap
paraat daarbij beschadigt.
Het te verwijderen gedeelte van de
deurgreep b zit nu los.
Trek dit gedeelte b uit de geleiding.
^
Draai nu de vier schroeven (Torx 15)
^
in de bevestigingsplaat los en en
haal de deurgreep eraf.
Maak de afdekplaatjes aan de tegen
^
overgestelde kant los en plaats ze op
de vrijgekomen gaatjes.
Het verplaatsen van de deur
Open de deur.
^
-
^
Maak het sokkelpaneel a met een
schroevendraaier los, klap het naar
voren en haal het weg.
^
Maak de afdekking b met de schroe
vendraaier los en sluit de deur van
het apparaat.
^
-
Draai schroef c uit het deurschar
nier.
^
Trek het deurscharnier d met de la
gerbout e naar beneden en haal het
weg.
-
-
-
-
35
Het veranderen van de draairichting van de deur
standsschijf a) en sluit de deur van
het apparaat.
In de volgende afbeelding is de
deur niet gesloten. Zo kunnen wij
beter laten zien hoe u te werk moet
gaan.
^ Open de deur, laat hem iets zakken
en licht hem eruit.
Let daarbij op de afstandsschijf a.
^ Klik de afdekkingen b er met een
schroevendraaier aan de voorkant
uit.
^ Draai de bovenste lagerbout c er
met de inbus van de bijgevoegde
steeksleutel uit en draai hem er aan
de andere kant weer in.
^
Zet de afdekkingen b er aan de ach
terkant weer in en laat ze aan de
voorkant vastklikken.
^
Haal het afstandsstuk d er met een
schroevendraaier af en zet het aan
de andere kant weer vast.
^
Licht de stop e uit het lagerbusje in
de deur van het apparaat en stop
hem er aan de andere kant weer in.
^
Hang de deur van het apparaat in de
lagerbout c (let daarbij op de af
-
^ Draai het deurscharnier b 180°, trek
de lagerbout a eruit en zet deze er
omgekeerd weer in.
^
Monteer beide onderdelen in de la
gersteun f. Schuif daartoe de lager
-
bout a door de lagersteun f in het
deurscharnier b, draai het deur
scharnier naar binnen, schuif het om
hoog en monteer het met schroef c
voor.
^
Stel de deur van het apparaat via het
sleufgat in de lagersteun f ten op
zichte van de ommanteling van het
apparaat. Draai schroef c daarna
stevig aan.
-
-
-
-
-
36
Het veranderen van de draairichting van de deur
Schuif het sokkelpaneel d erop en
^
druk het aan totdat het vastklikt.
Open de deur en plaats de afdekking
^
e aan de voorkant in het sokkelpa
neel en klik haar aan de achterkant
vast.
Het terugplaatsen van de deurgreep
Schroef de deurgreep er aan de an
^
dere kant eerst losjes aan.
De bevestigingsplaat moet strak tegen
de deurplaat aanzitten. Is dat niet het
geval,
-
-
^
draai de beide voorgemonteerde
hefstangetjes a er dan met de bijge
voegde inbussleutel in totdat u weer
stand voelt.
^
Draai de schroeven b stevig aan.
^
Schuif het gedeelte dat aan de zij
kant van de deurgreep zit vanaf de
kant van het apparaat in de geleiding
van de bevestigingsplaat totdat het
hoorbaar vastklikt.
-
-
-
373839
Wijzigingen voorbehouden / 0904
F 4493 S, F 4693 S
Dit papier bestaat uit 100 % chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
M.-Nr. 06 201 470 / 00
nl/NL
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.