Miele E 705/2 User manual

Injectorwagen E 705/2 voor MIC-instrumentarium
Houdt u zich aan de veiligheidsinstructies en waarschuwingen uit de gebruiksaanwijzing van de reinigings- en desinfectieautomaat. Behandel alleen
,
instrumenten/medische producten die volgens de fabrikant van die producten geschikt zijn voor machinale behandeling. Houdt u zich aan de specifieke behandelingsvoorschriften van de fabrikant. Het te gebruiken programma, met bij voorkeur thermische desinfectie, moet indien nodig op het materiaal van de medische producten worden afgestemd. Gebruik voor het laatste spoelen bij voorkeur gedemineraliseerd water. Bij gebruik van de automatische wagenherkenning moet de codering worden aangepast!
Geleverd:
Basiswagen E 705/2, H 670, B 530, D 600 mm, bijgeleverd worden:
3 E 336, spoelhulzen MIBO, Ø 11 mm, lengte 121 mm
2 E 362, blindschroeven
15 E 442, schroefbare spoelhulzen voor instrumenten metØ4-8mm,
Ø 11 mm, lengte 121 mm, kapje met openingØ6mm 5 E 443, spoelhulzen voor instrumenten metØ8-8,5mm,Ø11mm,
lengte 121 mm, kapje met opening Ø 10 mm 1 E 444, trommel voor lichtkabels of zuigslangen
12 E 445, kapje met openingØ6mm
12 E 446, kapje met opening Ø 10 mm
3 E 447, Luer-Lock-adapters ] voor Luer-Lock \
6 E 448, siliconen slang 300 mm met Luer-Lock-adapter \ voor Luer-Lock ]
5 E 449, Luer-Lock-adapters \ voor Luer-Lock ]
1 E 451, DIN-zeefschaal
3 E 452, inspuiter Ø 2,5 mm, lengte 60 mm
8 E 453, inspuiters met klemveer Ø 4 mm, lengte 100 mm
6 E 454, inspuiters voor trocarthulzen met Ø 10 - 15 mm, met veer voor
de hoogte-instelling, Ø 8 mm, lengte 150 mm 4 E 456, veer voor MIC-instrumenten
3 E 464, houders voor inspuiters E 454 voor trocarthulzen met Ø 20 mm, met
veer voor de hoogte-instelling, Ø 13 mm, lengte 65 mm 2 E 472, klemveer voor inspuiterØ4mm
– – 2 m siliconen slang,Ø5mm
Toepassing:
Een correcte reiniging en desinfectie van de binnenkant is alleen mogelijk als de instrumenten voldoende demonteerbaar zijn en als correct gebruik wordt gemaakt van geschikte inspuiters, hulzen en adapters. Het resultaat van de behandeling van de binnenkant moet zo nodig extra worden gecontroleerd, niet alleen visueel.
In de injectorwagen E 705/2 kunt u MIC-instrumenten met een lengte tot 600 mm machinaal behandelen. De wagen is geschikt voor de reinigings- en desinfectieautomaten G 7825 en G 7826.
Het bovenste niveau van de wagen is voorzien van diverse aansluitingen voor holle instrumenten, zoals trocarts, canules en schachten.
De onderste niveaus van de injectorwagen zijn voor inzetten en zeefschalen voor de behandeling van instrumenten zonder lumina, beladingsafmetingen in mm (niveau-nummering vanaf onderen):
Niveau 1: H 100, B 480, D 545
Niveau 2: H 75, B 485, D 545
Controleer bij het beladen/voor elke programmastart:
of de siliconen houders in de inspuitbuizen onbeschadigd en aanwezig zijn.
of de sproeiarm vrij kan draaien.
of de openingen van de inspuiters van de sproeiarm schoon/niet verstopt zijn.
of de ingeschoven wagen goed op de watertoevoer van de reinigings-/ desinfectieautomaat is aangesloten.
,
Om voldoende spoeldruk te kunnen opbouwen, moeten op alle
schroefaansluitingen inspuiters of blindschroeven worden geplaatst.
Houdt u zich aan de beladingsvoorschriften die in het kader van de validatie zijn vastgelegd.
Alle MIC-instrumenten moeten voorafgaand aan de behandeling volgens de
,
aanwijzingen van de fabrikant worden gedemonteerd.
,
Nauwe, niet-demonteerbare schachtinstrumenten moeten volgens de
aanwijzingen van de fabrikant worden voorgereinigd.
,
Vóór het aansluiten van de holle instrumenten moet zijn gewaarborgd dat de lumina/de kanalen goed doorgespoeld kunnen worden. De afzonderlijke instrumenten mogen tijdens de reiniging en desinfectie niet met elkaar in aanraking komen.
,
Ruim op de onderste niveaus van de wagen geen spoelgoed in dat ander spoelgoed afdekt en plaats ook geen overvolle zeefschalen. De instrumenten worden anders niet goed door het water bereikt.
Spoelhulzen
De spoelhulzen E 336, E 442 en E 443 zijn geschikt voor de behandeling van instrumenten met lumina en met een buitendiameter kleiner dan 10 mm.
De diameters van de instrumenten en van de openingen in de spoelhulzen c.q. kapjes moeten bij elkaar passen.
^
Plaats schachten van MIC-instrumenten in spoelhulzen met een kapje.
^
Plaats HF-tangen en elektrodes met het functionele uiteinde naar beneden in spoelhulzen met een kapje.
^
Steek niet-demonteerbare schachtinstrumenten in een spoelhuls. De functionele uiteinden moeten geopend zijn. Houd zo nodig de handgreep met een klemveer E 472 open. Verbind de zijdelingse aansluiting van het instrument met een slangadapter E 448. Verbind de slangadapter met een siliconen houder in de inspuitbuis.
^
Steek trocarthulzen met een Ø kleiner dan 10 mm in spoelhulzen. Verbind de zijdelingse aansluiting met een slangadapter E 448. Verbind de slangadapter met een siliconen houder in de inspuitbuis.
M.-Nr. 07 034 710 / 00 nl
Injectorwagen E 705/2 voor MIC-instrumentarium
Handgrepen
Steek gecontamineerde handgrepen
^
op een inspuiter, bijvoorbeeld E 452.
Werkeinden
Werkeinden, HF-kabels en licht verontreinigde handgrepen kunnen in de inzet E 457 worden behandeld (niet bijgeleverd). Bij de inzet hoort een aparte gebruiks aanwijzing.
Trocarthulzen Ø 10 - 20 mm
Demonteer de trocarthulzen.
^
Behandel de kleine onderdelen in een afsluitbare zeefschaal.
­Steek trocarthulzen met een Ø 10 -
^
15 mm op een inspuiter E 454.
Gebruik voor trocarthulzen met een Ø 15 - 20 mm de inspuitercombinatie E 464 en E 454.
Verbind de zijdelingse aansluiting van
^
de trocarthuls met een slangadapter E 448.
Schroef de slangadapter in de
^
inspuitbuis.
^ Steek het klepventiel op een inspuiter
E 454 voor trocarthulzen of een E 453 met klem.
^
Positioneer het klepventiel met de klemveer of de klem zo dat het water de kritische delen via de zijdelingse openingen van de inspuiter bereikt.
Optieken
,
Om mechanische bescha digingen te voorkomen, mogen optieken alleen worden behandeld in inzetten van de fabrikant van de optieken of in de speciale inzet E 460.
^
Plaats de inzet met de optieken op het onderste niveau van de wagen.
-
Positioneer de trocarthuls met de
^
klemveer zo dat het water de kritische delen via de zijdelingse openingen van de inspuiter bereikt.
Veres-canules
^
Demonteer de veres-canules.
^
Plaats het buitenste gedeelte van de veres-canule op een inspuiter E 453 met klemveer E 472.
Het bovenste gedeelte van de veres­canule rust op een spijl.
De inspuiter kunt u ook voor de rechte inspuitbuis gebruiken.
^ Schroef het binnenste gedeelte van
de veres-canule in een Luer-Lock-adapter \. Het kraantje moet open zijn.
Het bovenste gedeelte van de veres­canule rust op een spijl.
De Luer-Lock-adapter kan in de rechte inspuitbuis worden geplaatst.
Kleine onderdelen
^
Leg kleine onderdelen, zoals dichtingen en kraantjes, in de afsluitbare zeefschaal E 451.
^
Plaats de afgesloten zeefschaal op het onderste niveau in de wagen.
Voorkom dat zeer kleine onderdeeltjes worden weggespoeld die door de mazen van de zeefschaal of door de spleet tussen de zeefschaal en het deksel passen. Gebruik bijvoorbeeld inzet E 473/1 (niet bijgeleverd).
^
Bevestig de inzet E 473/1 aan een spijl van de wagen.
Lichtkabels en zuigslangen
Lichtkabels en zuigslangen kunt u in de inzet E 444 behandelen. Bij de inzet hoort een aparte gebruiks aanwijzing.
-
^
Hang de inzet E 444 met de beugel aan een haakje van de wagen.
^
Sluit het uiteinde van de slang aan op een geschikte adapter. De slang wordt zo van beneden naar boven doorgespoeld.
Een uitstekend gedeelte van een lichtkabel of slang mag niet in de wagen of tussen de deur van de reinigings- en desinfectieautomaat ingeklemd raken.
Loading...