Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in
gebruik neemt. Zo zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan
uw toestel.
M.-Nr. 09 846 580nl-BE
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................4
Beschrijving van het toestel .........................................8
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Delen van de verpakking als bv. folie of
piepschuim kunnen voor kinderen gevaren inhouden. Er bestaat risico van
verstikking! Bewaar deze delen buiten
hun bereik en ruim de verpakking zo
vlug mogelijk op.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio
neren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be
handeling kunnen deze stoffen schade
lijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
-
-
-
-
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
-
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
–
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
-
3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze dampkap voldoet aan de voor
geschreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
stel.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar
om eerst door voordat u deze
dampkap in gebruik neemt. U vindt
er belangrijke opmerkingen omtrent
uw veiligheid, de montage, het ge
bruik en het onderhoud van de
dampkap. Dat is veiliger voor uzelf
en u voorkomt schade aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
-
Juist gebruik
Deze dampkap is bedoeld voor ge-
~
bruik in het huishouden en gelijkaardige
omgevingen zoals
–
in winkels, kantoren en gelijkaardige
werkomgevingen
–
op boerderijen
–
door klanten in hotels, motels,
bed-and-breakfasts en andere
typische woonomgevingen.
Gebruik de dampkap uitsluitend in
~
huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ont
staan bij de bereiding van gerechten.
-
Dit toestel in niet geschikt voor ge
~
-
bruik in open lucht.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegelaten. Miele is niet verantwoorde
lijk voor schade die wordt veroorzaakt
door een ander gebruik dan wat hier
wordt vermeld of door foutieve bedie
ning.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om deze
dampkap veilig te bedienen, mogen
deze dampkap alleen onder het toe
zicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Let op kinderen die in de buurt van
~
de dampkap komen. Laat kinderen
nooit met het toestel spelen.
Kinderen jonger dan acht jaar moe-
~
ten uit de buurt van het toestel worden
gehouden, tenzij ze constant in het oog
worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de
~
dampkap alleen maar gebruiken wan
neer hun de bediening ervan zo uitge
legd is dat ze de dampkap veilig kun
nen bedienen. Kinderen moeten de
eventuele risico's van een foutieve be
diening kunnen beseffen.
-
-
-
-
-
-
-
-
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij dampkappen die uitgerust zijn
~
met halogeenlampen, kunnen de
lampen tijdens de werking zeer heet
worden; ook na het uitschakelen blijven
ze nog enige tijd heet. Hou kinderen op
een veilige afstand van de lampen, tot
de lampen voldoende afgekoeld zijn en
er geen enkel verbrandingsgevaar
meer bestaat.
Technische veiligheid
Controleer vóórdat de dampkap
~
wordt gemonteerd of het toestel zicht
baar beschadigd is. Is dat het geval,
neem het dan in geen geval in gebruik.
Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen!
Vergelijk zeker eerst de aansluitge-
~
gevens (spanning en frequentie) op het
typeplaatje met die van uw elektrische
installatie. Sluit daarna pas uw toestel
aan.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan uw elektricien.
De elektrische veiligheid van dit toe
~
stel wordt enkel gegarandeerd als u het
op een aardsysteem aansluit dat vol
gens de voorschriften geïnstalleerd is.
Het is heel belangrijk dat aan deze fun
damentele veiligheidsvoorwaarde is
voldaan. Laat de elektrische installatie
in uw woning bij twijfel door een elektri
cien controleren. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor
schade die werd veroorzaakt doordat
de aardleiding onderbroken was of ge
woon ontbrak. Er bestaat in dat geval
onder andere gevaar voor elektrische
schokken.
-
-
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen stopcontactenblokken of
verlengkabels om de dampkap aan te
sluiten. Die bieden niet voldoende vei
ligheidsgaranties. Er bestaat onder an
dere gevaar voor oververhitting.
Gebruik uw dampkap enkel in ge
~
monteerde toestand. Enkel dan is een
veilige werking gewaarborgd.
Open de ommanteling alleen voor
~
zover de montage- en
reinigingsaanwijzingen dit
voorschrijven. Maak andere onderdelen
van de ommanteling in geen geval
open.
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elektrische en mechanische constructie wijzigt, kan dat
voor u gevaar opleveren. Het kan ook
tot storingen in de werking van de
dampkap leiden.
Installatiewerken, onderhouds-
~
werken en herstellingen mogen alleen
worden uitgevoerd door vakmensen die
door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
herstellingswerken kunnen er voor de
gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
-
Defecte onderdelen mogen enkel
~
worden vervangen door originele
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u
zeker dat ze ten volle voldoen aan de
eisen die Miele qua veiligheid stelt.
-
-
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken moet de dampkap
van het elektriciteitsnet losgekoppeld
zijn. Het toestel is pas stroomloos als
aan een van deze voorwaarden is vol
daan:
De zekeringen in uw zekeringenkast
–
zijn uitgeschakeld.
De schroefzekeringen in uw
–
zekeringenkast zijn helemaal uitge
draaid.
Deze dampkap mag niet gebruikt
~
worden op een beweegbare plaats
(bv.schip).
Efficiënt gebruik
Maak onder de dampkap nooit iets
~
klaar met open vlam: grillen met open
vlam alsook flamberen is verboden.
Een ingeschakelde dampkap zuigt de
vlammen in de filter. Door het opgezo
gen kookvet bestaat er brandgevaar!
Bij gebruik van de dampkap boven
~
een gaskookvlak moet u erop letten dat
er altijd kookgerei staat op branders die
in gebruik zijn. Schakel het gaskookvlak
uit telkens als u kookgerei voor korte
tijd van het gaskookvlak wegneemt.
Regel de vlam zodanig dat deze in
geen geval boven het kookgerei uitsteekt.
Zorg ervoor dat u het kookgerei niet
overmatig verhit (bijv. bij het koken met
een wok).
Door de te sterke hitte kan de dampkap
schade oplopen.
Schakel uw dampkap in telkens als
~
een kookzone in gebruik is.
Als de dampkap niet ingeschakeld is,
kan er zich condenswater vormen. Hier
door kan het toestel corrosieschade op
lopen.
-
-
-
Als u met olie of vet kookt, dient u
~
uw kookpan of friteuse voortdurend in
het oog te houden. Dat geldt ook voor
elektrische grilltoestellen.
Door oververhitting kunnen olie en vet
ontvlammen en de dampkap in brand
zetten.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik de dampkap nooit zonder
~
vetfilters.
Zo vermijdt u dat er zich vet en vuil af
zet in het toestel. Als u dit niet doet, zou
het toestel na verloop van tijd niet meer
goed functioneren.
De filters dient u geregeld te reini
~
gen of te vervangen.
Een verzadigde filter vergroot het
brandrisico! Zie "Reiniging en onder
houd".
Hou ermee rekening dat de
~
dampkap bij het koken door de
opstijgende hitte erg warm kan worden.
Raak de ommanteling en de vetfilters
pas aan wanneer de dampkap is afgekoeld.
Gebruik in geen geval een stoomrei-
~
niger om de dampkap te reinigen.
De stoom kan op onderdelen van de
dampkap terechtkomen die onder
spanning staan en zo een kortsluiting
veroorzaken.
-
-
-
Veilige montage
Controleer in de gegevens van de
~
fabrikant van het gebruikte kooktoestel
of het gebruik van een dampkap boven
het kooktoestel mogelijk is.
Tenzij de fabrikant van het kooktoe
~
stel grotere veiligheidsafstanden heeft
voorgeschreven, moeten tussen het
kooktoestel en de onderkant van de
dampkap de afstanden in acht worden
genomen die in de rubriek "Afmetingen
van het toestel" worden vermeld.
Gebruikt u verschillende kooktoestellen
onder de dampkap en is de veiligheidsafstand telkens anders, kies dan de
grootste opgegeven afstand.
Boven ovens of fornuizen die met
~
vaste brandstof worden verwarmd, mag
u geen dampkap monteren.
-
Hulpstukken en toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdruk-
~
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden
gemonteerd of ingebouwd. Worden er
andere onderdelen gemonteerd of in
gebouwd, dan vervalt het recht op ga
rantie en/of productaansprakelijkheid.
-
-
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
7
Beschrijving van het toestel
8
Beschrijving van het toestel
a Luifel
b Houders voor de reukfilters
c Vetfilters
d Bedieningselementen
De symbolen dienen als sensortoetsen.
Raak de sensortoetsen aan om de
functies te gebruiken.
Ter bevestiging weerklinkt een kort
geluidssignaal.
e Kookvlakverlichting
f Reukfilters (2 stuks)
g Uitblaasrooster
h Sensortoets voor de kookvlakver-
lichting
Hiermee kunt u de kookvlakverlichting
in- en uitschakelen en dimmen.
i Sensortoets voor het in- en uit-
schakelen van de ventilator
j Sensortoets voor het instellen van
het ventilatorvermogen
k Sensortoets voor de
nawerkfunctie
Hiermee blijft de dampkap na het kook
proces nog even werken. De ventilator
wordt na 5 of 15 minuten automatisch
uitgeschakeld.
l Vetfiltertoets
Deze sensortoets gaat aan wanneer de
vetfilters gereinigd moeten worden.
Met deze sensortoets kunt u de be
drijfsurenteller na het reinigen van de
vetfilters steeds weer op zijn begin
stand terugzetten; zie "Reiniging en on
derhoud".
Bovendien kunnen de bedrijfsuren wor
den opgevraagd en kan de bedrijfs
duur worden gewijzigd.
m Reukfiltertoets
Deze sensortoets gaat aan wanneer de
reukfilters gereinigd moeten worden.
Daartoe moet de bedrijfsurenteller worden geactiveerd wanneer u het toestel
voor de eerste keer gebruikt.
Met deze toets kunt u de bedrijfsurenteller na de vervanging van de reukfilters steeds weer op zijn beginstand terugzetten; zie "Reiniging en onderhoud".
Bovendien kunnen de bedrijfsuren wor
den opgevraagd en kan de bedrijfs
duur worden gewijzigd.
-
-
-
-
-
-
-
-
Hoe u de functies bedient, vindt u in
de rubriek "Bediening".
9
Hoe werkt uw toestel?
De dampkap werkt met luchtcirculatie:
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters en daarnaast nog door
2 reukfilters gezuiverd. Via het uit
blaasrooster in de bovenzijde van het
toestel komt de lucht weer in de keuken
terecht.
-
Zorg ervoor dat de reukfilters gemon
teerd zijn voordat u de dampkap
voor het eerst gebruikt. Zie rubriek
"Reiniging en onderhoud".
-
10
Miele|home
Con|ctivity
Deze dampkap kan communiceren met
een ander toestel.
Met de communicatiemodule
XKM 2000 DA a, die mits toeslag verkrijgbaar is, kan de dampkap automatisch worden bestuurd en wordt de ventilator afhankelijk van de ingestelde vermogensstanden voor de kookzones van
een niet-gecombineerd elektrisch kookvlak van Miele automatisch op een bepaalde stand gezet.
Om beide toestellen met elkaar te kun
nen laten communiceren, moet ook het
kookvlak met de bijhorende communi
catiemodule b zijn uitgerust.
Het kookvlak brengt de informatie over
de ingeschakelde kookzones en de in
gestelde vermogensstanden via het
elektriciteitsnet (Powerline) c over naar
de dampkap.
-
-
-
Wanneer u het kookvlak inschakelt,
–
worden de kookvlakverlichting en, na
korte tijd, de ventilator van de
dampkap automatisch ingeschakeld.
Terwijl u kookt, kiest de dampkap af
–
hankelijk van het aantal ingescha
kelde kookzones en de ingestelde
vermogensstanden de geschikte
ventilatiestand.
Wanneer u klaar bent met koken,
–
worden de ventilator en de kookvlak
verlichting automatisch uitgescha
keld na de luchtafzuiging achteraf.
De communicatiemodule wordt in de
dampkap vlak bij de ventilator gemonteerd en aangesloten op de besturing
van de dampkap.
Hiervoor moet de mits toeslag verkrijgbare set van kabels worden gebruikt
die geschikt is voor de dampkap.
Voor meer informatie over de werking
en montage raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de XKM 2000 DA en de
montagehandleiding van de set van ka
bels.
De montage moet worden uitge
voerd door een technicus van de
Service After Sales van Miele of
door een elektricien.
Communicatiemodule
XKM 2000 DA .......Art.nr. 7 209 000
-
-
-
-
-
-
Set van kabels
DA 7090 W, 7000 D . . Art.nr. 7 944 580
11
Bediening
Ventilator inschakelen s
Raak de aan-uittoets s aan.
^
De ventilator wordt ingeschakeld op
stand 2.
De aan-uittoets s en de toets 2 bran
den.
-
Ventilatievermogen kiezen
Voor een normaal kookproces gebruikt
u, naargelang de intensiteit van de
kookdamp, de ventilatiestanden 1 tot 3.
Kies de gewenste stand door een
^
van de sensortoetsen 1 tot 3 aan te
raken.
Intensieve stand
^ Schakel bij het begin van een braad-
proces of bij een kookproces met
sterke geurontwikkeling even de intensieve stand 4 in.
Automatische uitschakeling van de
intensieve stand
U kunt de intensieve stand zo instellen
dat de ventilator na 10 minuten altijd
automatisch terugkeert naar stand 3.
Hoe gaat u hiervoor te werk? Zorg er
^
voor dat de ventilator en de kookvlak
verlichting uitgeschakeld zijn.
Raak de nawerktoets m ca. 10 se
^
conden aan, totdat de sensortoets 1
aangaat.
Raak vervolgens achtereenvolgens
^
de volgende toetsen aan:
– de verlichtingstoets n,
– de toets 1 en opnieuw
– de verlichtingstoets n.
Als de automatische uitschakeling niet
is geactiveerd, knipperen de toetsen
1 en 4.
^ Om de automatische uitschakeling te
activeren, raakt u de toets 4 aan.
De toetsen 1 en 4 branden continu.
Raak de sensortoets 1 aan om de au
tomatische uitschakeling te deactive
ren.
-
-
-
-
-
12
^
Bevestig uw keuze door de
nawerktoets m aan te raken.
Als u niet binnen de 4 minuten beves
tigt, blijft de oude instelling behouden.
-
Bediening
Nawerkfunctie "5m15"
Het is raadzaam om de ventilator na het
koken nog enkele minuten te laten wer
ken.
Op die manier wordt de lucht in de keu
ken van overgebleven dampen en
geurtjes gezuiverd.
Met de nawerkfunctie kan de ventilator
na een bepaalde tijd automatisch wor
den uitgeschakeld.
Raak na het koken, terwijl de ventila
^
tor ingeschakeld is, de nawerktoets
m aan -
– 1 keer drukken: de ventilator wordt
na 5 minuten uitgeschakeld
(5m brandt)
– 2 keer drukken: de ventilator wordt
na 15 minuten uitgeschakeld
(m15 brandt)
^ Wanneer u de nawerktoets m op-
nieuw aanraakt, blijft de ventilator ingeschakeld (5m15 gaat uit).
-
-
Kookvlakverlichting n
De ventilator hoeft niet aan te zijn om
de kookvlakverlichting in of uit te scha
kelen.
-
Kookvlakverlichting inschakelen
Om de verlichting in te schakelen,
^
raakt u de verlichtingstoets n aan.
De verlichting wordt in de helderste
stand ingeschakeld.
Kookvlakverlichting dimmen
U kunt de lichtsterkte naar wens instel
len.
^ Druk hiertoe, terwijl de verlichting in-
geschakeld is, op de verlichtingstoets n en hou de toets ingedrukt.
De lichtsterkte neemt af, totdat u de
toets loslaat.
^ Als u opnieuw op de verlichtingstoets
n drukt en deze ingedrukt houdt,
neemt de lichtsterkte weer toe, totdat
u de toets loslaat.
-
-
Ventilator uitschakelen s
^
Schakel de ventilator uit door de aan
-uittoets s aan te raken.
Als u uw vinger op de verlichtingstoets
n houdt, neemt de lichtsterkte afwisse
lend af en toe.
Kookvlakverlichting uitschakelen
^
Raak de verlichtingstoets n kort aan
om de verlichting uit te schakelen.
-
13
Bediening
Bedrijfsurentellers l|
De tijd dat de dampkap in werking is
wordt in het geheugen van het toestel
opgeslagen.
De bedrijfsurentellers geven aan wan
neer de vetfilters of de reukfilters moe
ten worden gereinigd of vervangen.
Bedrijfsurenteller voor de vetfilters
Na het verstrijken van een bedrijfsduur
van 30 uur of een zelf instelde bedrijfs
duur gaat de vetfiltertoets l aan.
Dit betekent dat de vetfilters moeten
worden gereinigd en dat de bedrijfsurenteller op zijn beginstand moet worden teruggezet (zie "Reiniging en onderhoud").
Bedrijfsurenteller voor de vetfilters
wijzigen
De bedrijfsurenteller is af te stemmen
op uw kookgewoontes.
In de fabriek is een reinigingsinterval
van 30 uur ingesteld.
Stel een korter reinigingsinterval van
20 uur in als u dikwijls braadt of vaak
de friteuse gebruikt.
Als u slechts af en toe kookt, kiest u het
best een kort reinigingsinterval.
Zo voorkomt u dat het verzamelde vet
hard wordt. Ook zorgt dit ervoor dat de
vetfilters gemakkelijk te reinigen zijn.
Als u vaak erg vetarm kookt, kunt u een
langer reinigingsinterval van 40 of
50 uur instellen.
-
Bedrijfsduur (reinigingsinterval) wijzi
gen:
Schakel de ventilator uit met de aan
^
-uittoets s.
Raak tegelijkertijd de nawerktoets
^
-
m en de vetfiltertoets l aan.
De vetfiltertoets l en een van de sen
sortoetsen 1 tot 4 knipperen.
De sensortoetsen 1 tot 4 geven de in
gestelde bedrijfsduur aan:
tere bedrijfsduur in te stellen en sensortoets 4 om een langere bedrijfsduur in te stellen, totdat de gewenste
bedrijfsduur is ingesteld.
^ Bevestig uw keuze door de vetfilter-
toets l aan te raken.
Alle controlelampjes gaan uit.
Als u niet binnen de 4 minuten beves
tigt, blijft de oude instelling behouden.
Bedrijfsuren van de vetfilters opvra
gen
Voor de ingestelde tijd verstreken is,
kunt u aflezen hoeveel procent van de
bedrijfsduur reeds verlopen is.
^
Schakel de ventilator in met de aan
-uittoets s.
^
Raak de vetfiltertoets l
uw vinger op de toets.
aan en hou
-
-
-
-
-
-
-
14
Bediening
Een of meerdere van de sensortoetsen
1 tot 4 knipperen.
Het aantal knipperende sensortoetsen
stemt overeen met het percentage ver
streken bedrijfsuren:
Sensortoets 1=25%
Sensortoetsen 1 en 2 =50%
Sensortoetsen 1 tot 3 =75%
Sensortoetsen 1 tot 4 = 100 %
Wanneer u de vetfiltertoets l loslaat,
^
wordt weer de ingestelde vermo
gensstand weergegeven.
Bij het uitschakelen van de dampkap of
na een stroomonderbreking blijven de
verstreken bedrijfsuren in het geheugen
van het toestel opgeslagen.
-
-
Bedrijfsurenteller voor de reukfilters
De bedrijfsurenteller voor de reukfilters
werd in de fabriek niet geactiveerd.
Stel de bedrijfsduur voor de werking
met luchtcirculatie volgens uw kookge
woontes in.
Na afloop van de ingestelde bedrijfs
duur gaat het controlelampje bij de
reukfiltertoets | aan.
Dan dient u de reukfilters te
^
vervangen.
De bedrijfsurenteller moet daarna weer
in zijn beginstand worden gezet (zie
"Reiniging en onderhoud").
Bedrijfsurenteller voor de reukfilters
activeren/wijzigen
^ Schakel de ventilator uit met de aan-
-uittoets s.
^ Raak tegelijkertijd de nawerktoets m
en de reukfiltertoets | aan.
-
-
De reukfiltertoets | en een van de sen
sortoetsen 1 tot 4 knipperen.
De sensortoetsen 1 tot 4 geven de in
gestelde bedrijfsduur aan:
Sensortoets 1 = 120 uur
Sensortoets 2 = 180 uur
Sensortoets 3 = 240 uur
Sensortoets 4 = gedeactiveerd
^
Raak sensortoets 1 aan om een kor
tere bedrijfsduur in te stellen en sen
sortoets 4 om een langere bedrijfs
duur in te stellen, totdat de gewenste
bedrijfsduur is ingesteld.
-
-
-
-
-
15
Bediening
Bevestig uw keuze met de reukfilter
^
toets |.
Alle controlelampjes gaan uit.
Als u niet binnen de 4 minuten beves
tigt, blijft de oude instelling behouden.
Bedrijfsuren voor de reukfilters op
vragen
Voor de ingestelde tijd verstreken is,
kunt u aflezen hoeveel procent van de
bedrijfsduur reeds verlopen is.
Schakel de ventilator in met de aan
^
-uittoets s.
^ Hou de reukfiltertoets | ingedrukt.
Een of meerdere van de sensortoetsen
1 tot 4 knipperen.
Het aantal knipperende sensortoetsen
stemt overeen met het percentage verstreken bedrijfsuren:
Sensortoets 1=25%
Sensortoetsen 1 en 2 =50%
Sensortoetsen 1 tot 3 =75%
Sensortoetsen 1 tot 4 = 100 %
Bij het uitschakelen van de dampkap of
na een stroomonderbreking blijven de
verstreken bedrijfsuren in het geheugen
van het toestel opgeslagen.
-
-
-
-
Geluidssignaal van de
sensortoetsen
Bij het kiezen van een functie met de
sensortoetsen weerklinkt ter bevesti
ging een kort geluidssignaal.
Dit geluidssignaal kan worden gedeac
tiveerd.
Schakel de ventilator uit met de aan
^
-uittoets s.
Raak gedurende ca. 5 seconden te
^
gelijkertijd de sensortoets 4 en de
vetfiltertoets l aan, totdat een kort
geluidssignaal weerklinkt. Het
geluidssignaal is voortaan voor alle
functies uitgeschakeld.
^ Om het geluidssignaal weer te acti-
veren, gaat u op dezelfde manier te
werk.
Wanneer de dampkap van het elektriciteitsnet is losgekoppeld of na een
stroomonderbreking is het
geluidssignaal weer geactiveerd (onafhankelijk van de laatste instelling).
Veiligheidsuitschakeling na 10 uur
Bedient u de ingeschakelde dampkap
10 uur lang niet, dan wordt de ventilator
automatisch uitgeschakeld.
De verlichting blijft wel aan.
-
-
-
-
16
^
De ventilator kan weer worden inge
schakeld door de aan-uittoets s aan
te raken.
-
Maak de dampkap voor elke on
,
derhoudsbeurt stroomloos! Daartoe
-de desbetreffende zekering in
de zekeringen kast
uitschakelen, of
-de desbetreffende
schroefzekering in uw
zekeringenkast volledig uitschroeven.
De halogeenlampjes worden
,
tijdens de werking erg heet. Ook na
dat de verlichting uitgeschakeld is
bestaat er nog enige tijd gevaar dat
u zich verbrandt als u ze aanraakt!
U mag de lampjes niet met water
reinigen wanneer ze heet zijn. Hierdoor zouden ze beschadigd raken.
Nadat u ze hebt uitgeschakeld,
wacht u enkele minuten voordat u
ze reinigt.
Ommanteling
Reiniging en onderhoud
Gebruik geen
-
-
reinigingsmiddelen die soda, zuur,
–
chloor of oplosmiddelen bevatten,
schurend reinigingsmiddel zoals
–
schuurpoeder of -crème, schuur
sponsjes of gebruikte sponsen waar
in restjes schuurmiddel zitten.
scherpe metaalschrapers,
–
ovenspray.
–
Vetfilters
Reinig de vetfilters uiterlijk wanneer de
vetfiltertoets l aangaat.
Het is aan te raden om de vetfilters om
de 3-4 weken te reinigen. Het verzamelde vet wordt na langere tijd hard.
De vetfilters kunnen dan minder vlot
worden schoongemaakt.
,
Een verzadigde filter vergroot
het brandrisico!
-
-
De oppervlakken en de bedienings
elementen zijn gevoelig voor kras
sen en inkervingen. Neem dus de
volgende opmerkingen in acht om
trent het reinigen van uw toestel.
^
Reinig alle oppervlakken en de be
dieningselementen enkel met een
sponsdoek, afwasmiddel en warm
water.
^
Wrijf de oppervlakken vervolgens met
een zachte doek droog.
^
De glazen oppervlakken kunnen ex
tra worden gereinigd met een glasrei
niger die in de handel verkrijgbaar is.
-
-
-
-
^
Open de vergrendeling van de vetfil
-
ter, zwenk de vetfilter ca.45° omlaag,
haak hem achteraan los en neem
-
hem uit.
-
17
Reiniging en onderhoud
Om beschadiging aan de filters en
het kookvlak te vermijden, dient u de
vetfilters stevig vast te houden.
Vetfilters met de hand reinigen
Reinig de vetfilters in warm water met
^
een afwasborstel en een zacht hand
afwasmiddel.
Gebruik het handafwasmiddel niet
geconcentreerd.
Gebruik geen
kalkoplossende reinigingsmiddelen.
–
Leg de vetfilters na het reinigen nog
^
op een vochtopnemend voorwerp te
drogen.
Reinig de bereikbare onderdelen van
^
de ommanteling wanneer de vetfilters
uitgenomen zijn. Op die manier voor
komt u brandgevaar.
Plaats de vetfilters terug.
^
Bedrijfsurenteller voor de vetfilters
terug in zijn beginstand zetten
Zet de bedrijfsurenteller na de reiniging
weer in zijn beginstand.
-
– schuurpoeder, schuurcrème of
agressieve allesreinigers.
– ovenspray.
Vetfilters in de afwasautomaat reinigen
^ Plaats de vetfilters in de onderste
korf. Let erop dat de sproeiarm nog
vrij kan ronddraaien.
^
Reinig de vetfilters in een programma
van maximaal 65 °C. Als u een
Miele-afwasautomaat hebt, kiest u
het Automatic-programma.
^
Gebruik een zacht afwasmiddel voor
afwasautomaten.
Reinigt u de vetfilters in de afwasau
tomaat, dan kan het inwendige filter
oppervlak naargelang het gebruikte
afwasmiddel verkleuren.
Dit schaadt de werking van de vetfil
ters echter niet.
^ Raak, terwijl de ventilator is inge-
schakeld, de vetfiltertoets l
ca. 3 seconden aan. Hou uw vinger
op de toets totdat alleen nog de sensortoets 1 knippert.
Het lampje van de vetfiltertoets l
gaat uit.
Als u de vetfilters reinigt voordat de
bedrijfsuren verstreken zijn, gaat u als
volgt te werk:
^
Raak de vetfiltertoets l ca. 6 secon
den aan. Hou uw vinger op de toets
totdat alleen nog de sensortoets 1
knippert.
-
-
-
-
18
Reukfilter monteren/vervangen
Voor de vetfilters worden twee reukfilters
gemonteerd. Deze filters houden de
geuren tegen die tijdens het koken ont
staan.
De filters wordt in de luifel onder het uit
blaasrooster gemonteerd.
-
Reiniging en onderhoud
-
Deze reukfilters zijn bij uw Miele-han
delaar of bij de Service After Sales
van Miele verkrijgbaar.
Het type en de aanduiding vindt u in
de rubriek "Technische gegevens".
^ Om de reukfilters te monteren of te
vervangen, moet u eerst de vetfilters
uitnemen zoals hierboven beschreven.
Op de rechter- en linkerkant in de ommanteling vindt u de houders voor de
reukfilters.
Ga als volgt te werk voor beide kanten:
-
^ Open de vergrendeling en klap de
houder omlaag.
^ Neem de reukfilter uit de verpakking.
^
Plaats de reukfilter in de lijst van de
houder.
^
Sluit de houder.
Als u de reukfilter voor het eerst mon
teert:
^
Activeer de bedrijfsurenteller (zie ru
briek "Bediening").
-
-
19
Reiniging en onderhoud
Vervang de reukfilters telkens als
de reukfiltertoets | brandt
–
of
de geuren niet meer voldoende wor
–
den tegengehouden.
-
U doet er goed aan de reukfilters uiter
lijk om de 12 maanden te vervangen.
De gebruikte reukfilters mag u met het
huisvuil meegeven.
De bedrijfsurenteller voor de
reukfilter terug in zijn beginstand
zetten
Zet de bedrijfsurenteller na het
vervangen terug in zijn beginstand.
^ Raak, terwijl de ventilator is inge-
schakeld, de reukfiltertoets |
ca. 3 seconden aan. Hou uw vinger
op de toets totdat alleen nog de sensortoets 1 knippert.
Het lampje van de reukfiltertoets |
gaat uit.
Als u de reukfilters vervangt voordat de
bedrijfsuren verstreken zijn, gaat u als
volgt te werk:
^
Raak de reukfiltertoets | ca.6se
conden aan. Hou uw vinger op de
toets totdat alleen nog de sensortoets
1 knippert.
-
-
20
Halogeenlampjes vervangen
Reiniging en onderhoud
Koppel de wasemkap los van het elek
triciteitsnet. Daartoe
de zekering van de elektrische
–
installatie uitschakelen, of
de schroefzekering van de
–
elektrische installatie volledig uitschroeven.
De halogeenlampjes worden
,
tijdens de werking erg heet. Ook na
dat de verlichting uitgeschakeld is
bestaat er nog enige tijd gevaar dat
u zich verbrandt als u ze aanraakt.
Wacht daarom enkele minuten voordat u de halogeenlampjes verwijdert.
-
-
^ Bij het vervangen van een halogeen-
lampje drukt u de lampafdekking
lichtjes naar boven. De lampafdekking gaat open en kan naar onderen
toe worden neergeklapt.
^
Trek het halogeenlampje uit de fitting.
^
Neem het nieuwe halogeenlampje
(12 V, 20 W, fitting G4) met een doek
vast en plaats het in de fitting. Druk
het lampje er voorzichtig in. Hou re
kening met de opmerkingen van de
fabrikant.
^
Klap de lampafdekking weer dicht en
duw ze vast.
-
21
Technische dienst
Neem bij storingen die u niet zelf kan
oplossen, contact op
met uw Miele-handelaar
–
of
met de Technische Dienst van Miele.
–
Het adres en telefoonnummer van onze
technische dienst vindt u op de rugzij
de van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het machinetype
en -nummer op.
-
Beide gegevens vindt u op het type
plaatje. Dat wordt zichtbaar nadat u de
vetfilters hebt weggenomen.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt
2 jaar.
Meer informatie over de garantievoorwaarden vindt u op de garantie kaart.
-
22
Afmetingen van het toestel
Afstand tussen kookvlak en
dampkap (S)
1) Doorvoeropening voor de aansluitkabel
Tenzij de fabrikant van het kooktoe
stel grotere veiligheidsafstanden
heeft voorgeschreven, moet tussen
het kooktoestel en de onderkant van
de dampkap de volgende minimale
veiligheidsafstand in acht worden
genomen:
KooktoestelAfstand
Elektrisch kookvlak450 mm
Elektrische grill650 mm
Friteuse (elektrisch)650 mm
Gaskookvlak met meerdere
kookzones en een totaal vermogen van maximaal
12,6 kW waarbij geen van de
branders een vermogen van
meer dan 4,5 kW heeft.
Gaskookvlak met meerdere
kookzones en een totaal ver
mogen van meer dan
12,6 kW, of gaskookvlak met
meerdere kookzones waarbij
een brander een vermogen
van meer dan 4,5 kW heeft.
-
-
S
650 mm
760 mm
Gaskookvlak met één kook
zone en een maximaal ver
mogen van 6 kW
Gaskookvlak met één kook
zone en een vermogen van
meer dan 6 kW
Neem hierbij ook de rubriek "Opmer
kingen omtrent uw veiligheid" in acht.
-
-
-
650 mm
760 mm
-
23
Afmetingen van het toestel
Het is aan te raden onder de
–
dampkap, zelfs boven elektrische
kookvlakken, een afstand van mini
mum 650 mm in acht te nemen. Zo
werkt u vlotter onder de dampkap.
Hou bij de keuze van de
–
montagehoogte rekening met uw
lichaamslengte. U moet vlot aan het
kookvlak kunnen werken en de
dampkap perfect kunnen bedienen.
Hou er rekening mee dat hoe groter
–
de afstand tussen de dampkap en
het kookvlak is, hoe minder gemak
kelijk de kookdampen worden opge
nomen.
-
-
-
–
Zorg voor voldoende ruimte boven
het uitblaasrooster, zodat de lucht
ongehinderd kan wegstromen.
De afstand tot het plafond of tot het
meubel dat zich boven het toestel
bevindt, moet minstens 300 mm be
dragen.
24
-
Montage
Lees eerst de informatie op de vol
gende pagina's en de rubrieken "Af
metingen van het toestel" en "Op
merkingen omtrent uw veiligheid"
voor u de dampkap monteert.
-
-
Montagemateriaal
4 schroeven 7 x 110 mm en
4 pluggen 10 x 80 mm om de
dampkap aan de muur te bevestigen.
De schroeven en de pluggen zijn
geschikt voor beton, poreus beton,
massieve kalkzandsteen, holle
baksteen en holle bouwsteen.
-
2 kartelmoeren M 6
om het toestel te bevestigen.
2 afdekkingen
2 afdekkingen
Montagehandleiding
De montage is in de bijgeleverde montageschets beschreven.
Gebruik voor andere muurconstruc
ties de gepaste bevestigingsmidde
len.
Zorg ervoor dat de muur een vol
doende hoge draagkracht heeft.
-
-
-
25
Elektrische aansluiting
Vaste aansluiting
De aansluiting van uw toestel op
,
het stroomnet kunt u het best aan
een gekwalificeerd elektricien toe
vertrouwen. Die dient de plaatselijke
reglementering te kennen en nauw
gezet te volgen.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
reparatiewerken kunnen er voor de
gebruiker aanzienlijke risico's ont
staan waarvoor de fabrikant niet
aansprakelijk kan worden gesteld.
De wasemkap mag alleen op een volgens de geldende voorschriften geïnstalleerd elektriciteitsnet aangesloten
worden.
Het toestel mag uitsluitend worden aangesloten op een huisinstallatie die volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd.
-
-
-
In EU-richtlijnen geeft men ter verhoging
van de veiligheid het advies om de huis
installatie van een aardlekschakelaar te
voorzien.
In de installatie moet voor elke pool een
stroomonderbreker voorhanden zijn.
Als stroomonderbrekers kunnen scha
kelaars worden gebruikt met een con
tactopening van minstens 3 mm.
Daartoe behoren LS-schakelaars, zeke
ringen en contactsluiters (EN 60335).
De vereiste gegevens over de aan
sluiting staan op het typeplaatje (zie ru
briek "Technische dienst").
Ga na of deze gegevens overeenstem
men met de spanning en de frequentie
van het net.
26
-
-
-
-
-
-
-
Totale aansluitwaarde .........200W
- Ventilatormotor .............160W
- Kookvlakverlichting ........2x20W
Netspanning ..............AC230V
Frequentie ..................50Hz
Zekering .....................10A
Gewicht.....................20kg
Ventilatievermogen volgens
EN 61591
Technische gegevens
Werking met luchtcirculatie en reukfil
-
ters:
Stand 1.................180m
Stand 2.................250m
Stand 3.................360m
Stand 4 (intensieve stand): . 550 m
3
/uur
3
/uur
3
/uur
3
/uur
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
voor werking met luchtcirculatie:
Reukfilterset Miele actieve koolfilter
DKF 16-1.
De set bevat twee reukfilters.
2728293031
DA 7090 W
M.-Nr. 09 846 580 / 01nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.