Deze dampkap voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor‐
riften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter let‐
sch
sel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
doo
r, voordat u de dampkap in gebruik neemt. Daarin vindt u be‐
langrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veilig‐
heid en voorkomt schade aan de dampkap. Wanneer deze niet
worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
De
ze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
ze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.
De
Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van ge‐
rechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
W
anneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt, kan ze
boven een gaskookplaat niet voor de ontluchting van de opstelruim‐
te worden gebruikt. Vraag om informatie bij uw gasspecialist.
3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
ersonen die op grond van hun fysieke of psychische gesteld‐
P
heid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het apparaat niet
in staat zijn de dampkap veilig te bedienen, mogen ze alleen onder
toezicht bedienen of wanneer ze worden geïnstrueerd door iemand
die het apparaat kent.
Ze moeten het mogelijke gevaar van een verkeerde bediening kun‐
nen herkennen en begrijpen.
Kinderen in het huishouden
Kinder
worden gehouden - tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinder
bruiken wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze de
dampkap veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele ri‐
sico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinder
derhouden.
L
voor dat ze nooit met het apparaat spelen.
V
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten
het bereik van kinderen.
en jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
en vanaf acht jaar mogen de dampkap alleen maar ge‐
en mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on‐
et op kinderen die in de buurt van de dampkap komen. Zorg er‐
erstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
4
Technische veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Door on
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor
de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen
alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend
zijn.
Contr
beschadigd is. Een beschadigd apparaat mag niet worden geplaatst
en niet in gebruik worden genomen.
De elektrisc
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol‐
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat de elektrische
installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De dampkap
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
deskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
oleer voordat de dampkap wordt geplaatst, of ze zichtbaar
he veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran‐
kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als zij
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten absoluut overeenstemmen met deze van
het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan de dampkap.
Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elek‐
tricien.
ze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo‐
De
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor
niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Bij dampkapp
beide elementen via de verbindingsleiding op elkaar aan.
Deze toestellen mag u enkel verbinden met een externe ventilator
van Miele.
en met een externe ventilator (type ...EXT) sluit u
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik uw d
is een veilige werking gewaarborgd.
De
ze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
ampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek‐
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar
opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de dampkap
leiden.
Open de behuizing alleen voor zover de montage- en reinigingsaan‐
wijzingen dit voorschrijven. Maak andere onderdelen van de om‐
manteling in geen geval open.
Het r
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enk
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo‐
gen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.
W
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
echt op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech‐
el met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
anneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er‐
Bij instal
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval
als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel
tgedraaid of
ui
– de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek
daarbij aan
6
latie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De dampkap gelijktijdig gebruiken met verwarmingstoestellen die lucht uit
het ver
trek nodig hebben
isico op vergiftiging door uitlaatgassen
R
Wees voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met verwar‐
mingstoestellen die lucht uit hetzelfde vertrek nodig hebben.
Voorbeelden zijn verwarmingstoestellen op gas, stookolie, hout of
steenkool, doorstroomverwarmers, boilers, gaskookvlakken en ovens. Zo ontstaat er een gevaarlijke situatie.
De dampkap onttrekt namelijk zuurstof aan deze ruimte en aan de
kamers ernaast. Dat geldt voor dampkappen
- met luchtafvoer
- met een externe ventilator
- met een buiten het vertrek geplaatste luchtcirculatiebox.
Zonder voldoende luchttoevoer ontstaat er onderdruk. Het vuur
jgt daardoor te weinig verbrandingslucht. En de verbranding zal
kri
daar nadeel van ondervinden.
Door de zuigkracht van de dampkap kunnen er giftige uitlaatgas‐
sen van het verwarmingstoestel uit de schouw terugstromen in de
woning.
Dit is levensgevaarlijk!
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
U vermijdt risico's als er bij gelijktijdig gebruik van de dampkap en
een verwarmingstoestel waarvoor lucht uit hetzelfde vertrek is
van
vereist een onderdruk wordt bereikt van maximaal 4 Pa (0,04
mbar). Hierdoor verhindert u namelijk dat er uitlaatgassen uit het
verwarmingstoestel worden teruggezogen.
U kunt daarvoor zorgen door lucht voor de verbranding aan te
voeren via niet afsluitbare openingen, bijv. in deuren en vensters.
Let erop dat de diameter van de luchttoevoeropening voldoende
groot is. Luchttoevoer- en afvoerkastjes alleen waarborgen ge‐
woonlijk nog geen afdoende luchttoevoer.
Bij de beoordeling moet u steeds rekening houden met de globale
ventilatietoestand van de woning. In geval van twijfel neemt u het
best contact op met een erkende schoorsteenveger.
Gebruikt u de dampkap met luchtcirculatie, dan kunt u de damp‐
kap gerust tegelijk met verwarmingstoestellen gebruiken die lucht
uit hetzelfde vertrek nodig hebben.
8
Efficiënt gebruik
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Door open
Werk met het oog op het risico op brand nooit met open vuur onder
de dampkap: zo is flamberen en grilleren met open vuur verboden.
Een dampkap die in gebruik is trekt de vlammen in het vetfilter/de
vetfilters aan, waardoor het daarin verzamelde vet vlam kan vatten.
S
terke hitteontwikkeling op een gaskookvlak kan de dampkap be‐
schadigen.
– Bij gebruik van de dampkap boven een gaskookvlak moet u erop
lett
en dat er altijd kookgerei staat op branders die in gebruik zijn.
Schakel het gasfornuis uit telkens als u kookgerei voor korte tijd
van het gaskookvlak wegneemt.
– Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan het kookvlak.
– Regel de vlam zodanig dat deze in geen geval boven het kookge‐
ei uitsteekt.
r
– Zorg ervoor dat u het kookgerei niet overmatig verhit (bijv. bij het
k
oken met een wok).
Dit om een opho
paraat te voorkomen.
Schakel de dampkap altijd in zodra u één van de kookvlaken in ge‐
bruik neemt.
vuur bestaat brandgevaar!
ping van condenswater en corrosie aan het ap‐
Door ove
dampkap vlam doen vatten.
Als u met olie of vet kookt, dient u uw kookpan of friteuse voortdu‐
rend in het oog te houden. Dat geldt ook voor elektrische grillappa‐
raten.
rverhitting kunnen olie en vet in brand geraken en de
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik de
zich vuil en vet in de dampkap afzetten,
waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Door er
De filters dient u geregeld schoon te maken of te vervangen.
Hou ermee
gende hitte erg warm kan worden.
Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap
is afgekoeld.
dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
g vette filters bestaat er brandgevaar!
rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij‐
Deskundige montage
Contr
volgens de fabrikant van deze apparatuur toegestaan is.
Boven ove
warmd, mag u geen dampkap monteren.
T
den, gegrilleerd of gefrituurd wordt moet een minimumafstand wor‐
den aangehouden.
Houd die afstanden aan die in het hoofdstuk "Montage" worden ge‐
noemd, tenzij de fabrikant van het kooktoestel een grotere afstand
aangeeft.
Worden er onder de dampkap verschillende soorten kookapparatuur
gebruikt waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de
grootste afstand worden aangehouden.
oleer of het gebruik van een dampkap boven uw kooktoestel
ns of fornuizen die met vaste brandstof worden ver‐
ussen de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebra‐
Neem voo
hoofdstuk "Montage" in acht.
Gebruik voor de luchtafvoe
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de
Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
10
r het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
rleiding enkel buizen of slangen van
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De lucht mag
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een
schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin
wordt gestookt.
Als de luchtafvoer naa
steen moet worden geleid, hou dan rekening met de plaatselijk gel‐
dige voorschriften.
niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
r een niet meer gebruikte afvoerschoor‐
Reiniging en onderhoud
De st
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.
oom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
Toebehoren
Gebruik uitsluit
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon‐
teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro‐
ductaansprakelijkheid.
end Miele-accessoires om te voorkomen dat ga‐
11
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
ansportschade. Er werd milieuvriende‐
tr
lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri‐
aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmate‐
riaal
wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische ap‐
aten bevatten vaak nog waardevolle
par
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio‐
neren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be‐
handeling kunnen deze stoffen schade‐
lijk zijn voor de gezondheid en het mili‐
eu. Verwijder het afgedankte apparaat
dan ook nooit met het gewone afval.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdr
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
age betaald. Die wordt
12
Zorg er ook voor dat het toestel intus‐
sen kinder
het laat wegbrengen.
veilig wordt bewaard voor u
Hoe werkt uw toestel?
De dampkap kan op de volgende ma‐
nier
en worden gebruikt:
Werking met luchtafvoer
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilt
ers gereinigd en naar buiten afge‐
voerd.
Terugslagklep
Er kan dan geen buitenlucht naar bin‐
nen no
men als de dampkap uitgeschakeld is.
Als u het toestel uitschakelt, is de klep
dicht.
Zodra u het toestel inschakelt, gaat de
klep open. Zo kan de keukendamp on‐
gehinderd naar buiten.
Als uw afvoersysteem geen terugslag‐
klep heeft, moet er een stuk geplaatst
wor
blok, dit stuk wordt meegeleverd met
uw dampkap. Deze klep wordt in de uit‐
blaastuit van de motoreenheid ge‐
plaatst.
ch binnenlucht naar buiten stro‐
den in de uitblaastuit van uw motor‐
Werking met luchtcirculatie
(enkel met ombouwset en reukfilter als
oeslag verkrijgbaar toebehoren;
mits t
zie "Technische gegevens")
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilt
ers en bovendien door een reukfil‐
ter gereinigd en wordt daarna weer in
de keuken geleid.
Werking met een externe venti‐
or
lat
(Dampkappen uit de reeks ...EXT)
Bij dampkappen die geschikt zijn om te
en met een externe ventilator,
werk
wordt de Miele afzuigventilator in een
vertrek naar uw keuze gemonteerd. De
externe ventilator wordt door een be‐
sturingsleiding met de dampkap ver‐
bonden en via het bedieningspaneeltje
van de dampkap bedienen.
13
De dampkap in één oogopslag
14
De dampkap in één oogopslag
a
Telescopisch deel
b
Schouw
c
Luifel
d
Bedieningselementen
e
Vetfilters
f
Uitlaatrooster
(enkel bij werking met luchtcirculatie)
g
Kookvlakverlichting
h
Actievekoolstoffilter
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren bij werking met luchtcirculatie
i
Aan/uitknop voor de ventilator
j
Toetsen voor het instellen van het ventilatievermogen
k
Knop Aan/Uit voor de kookvlakverlichting
15
Bediening
De ventilator inschakelen
Druk op de aan/ui
De ventilator wordt ingeschakeld op
stand 2. Het symbool en de 2
ventilatiestandindicator branden.
ttoets .
op de
Een vermogensstand kiezen
Voor normaal gebruik kunt u kiezen tus‐
sen de vermogensstanden 1 t
3.
Schakel bij het begin van een braadpro‐
ces of bij een k
sterke geurontwikkeling even de inten‐
sieve stand IS in.
tel met de toets een lagere en
S
met de toets een hogere vermo‐
gensstand in.
ookproces met zeer
ot en met
Automatische uitschakeling
van de in
U kunt de intensieve stand zo instellen
dat d
automatisch terugkeert naar stand 3.
De venti
kookvlak moeten daartoe uitgescha‐
keld zijn.
Druk ca.10
toetsen "" en "", totdat 1 van de
ventilatiestandindicator aangaat.
Druk vervolgens na elkaar op
– de verlichtingstoets ,
– de toets "" en opnieuw op
– de verlichtingstoets .
Als de automatische uitschakeling niet
is geactiveerd, knipperen de controle‐
lampjes 1 en IS.
Om de
activeren, drukt u op de toets "".
tensieve stand
e ventilator na 10 minuten altijd
lator en de verlichting van het
seconden tegelijk op de
automatische uitschakeling te
16
Als de automatische uitschakeling ge‐
activee
lampjes 1 en IS continu.
Om t
Bevesti
rd is, knipperen de controle‐
e deactiveren op de toets ""
drukken.
g uw keuze met de aan-uit‐
toets .
Als u niet binnen de 4 minuten beves‐
tigt, blijft de oude instelling behou‐
den.
De ventilator uitschakelen
Schak
Het symbool gaat uit.
el de ventilator uit met de toets
aan/uit .
Kookvlakverlichting in-/
uitschak
De ventilator hoeft niet aan te zijn om
de k
kelen.
elen
ookvlakverlichting in of uit te scha‐
Bediening
Druk op de verlich
Wanneer de verlichting ingeschakeld is,
br
andt het symbool .
tingstoets .
Automatisch uitschakelen voor
de veiligheid
Bedient u de ingeschakelde dampkap
10 u
ur lang niet, dan wordt de ventilator
automatisch uitgeschakeld. De verlich‐
ting blijft ingeschakeld.
Om de ven
drukt u op de aan-uittoets .
tilator weer aan te zetten
17
Tips om energie te besparen
Deze dampkap werkt zeer efficiënt en
ener
giebesparend. Volgende maatre‐
gelen ondersteunen u bij het spaarza‐
me gebruik:
– Zorg bij het koken voor een goede
latie van de keuken. Stroomt bij
venti
luchtafvoer niet voldoende lucht, dan
werkt de dampkap niet efficiënt en
zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
– Kook op een zo laag mogelijke kook‐
stand. W
nen een lage vermogensstand aan de
dampkap en hierdoor ook minder
stroomverbruik.
– Controleer op de dampkap de geko‐
z
en vermogensstand. Meestal is een
lage vermogensstand voldoende.
Gebruik de intensiefstand alleen als
het noodzakelijk is.
einig kookdampen beteke‐
– Schakel bij sterke kookdampen al
vroeg op een hoge stand. Dat is effi‐
ciënter dan de kookdampen nadien
proberen op te vangen.
– Let erop om de dampkap na het ko‐
k
en weer uit te schakelen.
– Maak de filters geregeld schoon of
ver
vang ze. Door erg vette filters
wordt het vermogen verlaagd en de
bestaat er brandgevaar. Voorts be‐
staat dan een risico voor het hygiëne.
18
Reiniging en onderhoud
Behuizing
Algemeen
Het oppervlak en de bedieningsele‐
ment
en zijn gevoelig voor krassen en
kerven.
Neem dus de volgende tips in acht.
Maak al
ningselementen enkel schoon met
een vaatdoekje, afwasmiddel en
warm water.
Let erop dat er geen water in de
dampkap k
Reinig vooral het gedeelte met de
bedienin
iets vochtige doek.
W
een zachte doek droog.
Niet te gebruiken zijn:
– reinigingsmiddel dat soda, zuur,
chloor of oplosmiddelen bevat,
– schurend reinigingsmiddel zoals
schu
sponsjes of gebruikte sponsen waar‐
in restjes schuurmiddel zitten.
le oppervlakken en bedie‐
omt.
gselementen alleen met een
rijf het oppervlak vervolgens met
urpoeder of -crème, schuur‐
Tips voor het reinigen van roestvrij‐
stalen opper
(deze tips gelden niet voor de bedie‐
selementen)
ning
Om de
te reinigen is niet-schurend reini‐
gingsmiddel voor roestvrij staal ge‐
schikt.
Gebruik ook een middel voor het on‐
derhou
dit middel met een zachte doek ge‐
lijkmatig en in kleine dosering aan.
Dit middel is verkrijgbaar bij de afde‐
ling Onderdelen van Miele België.
Opmerkingen omtrent toestellen met
een gekleur
(speciale uitvoering)
Neem bij de schoonmaak ook de al‐
geme
in acht.
Bij het schoonmaken is het onvermij‐
delijk dat er z
oppervlak ontstaan. Naargelang de
verlichting in de keuken kunnen deze
het uitzicht beïnvloeden.
vlakken
roestvrijstalen oppervlakken
d van roestvrij staal en breng
de/gelakte behuizing
ne opmerkingen in deze rubriek
eer kleine krassen op het
19
Reiniging en onderhoud
Bedieningselementen
De bedieningselementen kunnen
euren
verkl
wanneer er vuil op blijft zitten.
Verwijder vuil daarom direct.
Neem de algemene regels in acht.
Gebruik geen reinigingsmiddel voor
r
oestvrij staal.
Vetfilters
De vetfilters in het toestel nemen de
e bestanddelen van de kook‐
vast
dampen op (vet, stof e.d.). Ze verhin‐
deren daardoor dat het toestel vuil
wordt. Er zijn opnieuw te gebruiken me‐
talen vetfilters ingebouwd.
Oververzadigde vetfilters leveren
gevaar op voor brand.
Reinigingsinterval
Het is aan te raden om de vetfilters om
de 3-4 wek
melde vet wordt na langere tijd hard. De
vetfilters kunnen dan minder vlot wor‐
den schoongemaakt.
De vetfilter uitnemen
Een vetfilter kan makkelijk uit uw
handen glippen.
Daarbij kan het vetfilter en het kook‐
vlak
Houd vetfilters bij het verwijderen,
r
einigen en terugplaatsen daarom
goed vast.
en te reinigen. Het verza‐
beschadigd raken.
20
Reiniging en onderhoud
Open de
ter, zwenk de vetfilter ca.45° omlaag,
haak hem achteraan los en neem
hem uit.
De vetfilters met de hand reinigen
Rein
een afwasborstel en een zacht hand‐
afwasmiddel. Gebruik het handaf‐
wasmiddel niet geconcentreerd.
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Vetfilters kunnen beschadigd raken
door r
niet geschikt zijn.
De volgende reinigingsmiddelen mogen
niet worden gebruikt:
– kalkoplossende reinigingsmiddelen
– schuurpoeder of schuurcrème
– agressieve allesreinigers en veto‐
plosspr
– ovenspray
Vetfilters reinigen in de afwasmachi‐
ne
Plaats de vetfilt
onderrek of horizontaal met de vette
kant naar beneden. Let er daarbij op
dat de sproeiarm vrij kan bewegen.
vergrendeling van de vetfil‐
ig de vetfilters in warm water met
einigingsmiddelen die daarvoor
ays
ers loodrecht in het
Na het reinigen
L
eg de vetfilters na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voor‐
werp te drogen.
W
anneer de vetfilters uitgenomen
zijn, kan u de bereikbare onderdelen
van de behuizing van vet ontdoen.
Op die manier voorkomt u brandge‐
vaar.
L
et er bij het monteren van de vetfil‐
ters op dat de vergrendeling naar het
kookvlak toe wijst.
Als er eens een vetfilter verkeerd zit,
ontgrendel die dan langs de uitspa‐
ringen met behulp van een kleine
schroevendraaier.
Gebruik een huishoudelijk reinigings‐
middel voor de afwasmachine.
Kies een
ratuur tussen 50 °C en 65 °C.
Reinigt u de vetfilters in de afwasauto‐
maat, dan kan het inwendige
pervlak naar gelang van het gebruikte
afwasmiddel op de duur verkleuren.
Dit schaadt de werking van de vetfil‐
ters echter niet.
programma met een tempe‐
filterop‐
21
Reiniging en onderhoud
Actievekoolstoffilter
Bij werking met luchtcirculatie dient u
niet enk
tievekoolstoffilter te monteren. Deze
houdt de reukstoffen die tijdens het ko‐
ken opduiken, tegen.
Ze worden in de luifel boven de vetfilter
geplaatst.
Deze actievekoolstoffilter is bij uw Mie‐
le-h
van Miele verkrijgbaar. Het type en de
aanduiding vindt u in het hoofdstuk
"Technische gegevens".
Actievekoolstoffilter monteren/
ver
Om de
Nee
el de vetfilter maar ook een ac‐
andelaar of bij de Technische Dienst
vangen
Actievekoolstoffilter te monte‐
ren of te vervangen, moet u eerst de
vetfilters uitnemen zoals tevoren be‐
schreven.
m de reukfilter uit de verpakking.
Vervangingsfrequentie
V
ervang de actievekoolstoffilter altijd
zodra de kookgeurtjes niet meer vol‐
doende worden opgenomen.
Vervang het filter in ieder geval 2 x
per jaar.
Actievekoolstoffilter weggooien
De gebrui
u met het huisvuil meegeven.
kte actievekoolstoffilter mag
Schui
Z
22
f de actievekoolstoffilter achter‐
aan in de lijst, zwenk hem vooraan
naar boven toe en druk hem in de
lijst.
et de vetfilters weer op hun plaats.
Montage
Voor de montage
Neem voor
begint de informatie in dit hoofdstuk
en in het hoofdstuk "Opmerkingen
omtrent uw veiligheid" in acht.
dat u met monteren
Beschermfolie verwijderen
Ter bescherming tegen transportschade
zijn bepaalde onder
zing voorzien van een beschermfolie.
erwijder de beschermfolie van de
V
behuizing voor u het toestel mon‐
teert. U kan de folie er gewoon zon‐
der hulpmiddel aftrekken.
delen van de behui‐
Montageschema
De montage vindt u op de bijgeleverde
ntageschema beschreven.
mo
De dampkap demonteren
Als u het toestel dient te demonteren,
a dan in omgekeerde volgorde te werk
g
van de beschrijving in de montage‐
schets. Om het opzetstuk van de
schouw vlotter weg te nemen kan u het
bijgeleverde hefboompje gebruiken.
Draai de beide bevestigingsschroe‐
ven van de schouw los.
Schui
Druk de opz
f de spatel tussen de opzetstuk
van de schouw en het telescoop.
etstuk van de schouw uit
de vergrendeling.
23
Montage
Montagemateriaal
24
a
Montage
Installation
Montaje
Montaggio
Montering
Montagem
Asennus
3 stuks montagebescherming
voor het opvulstuk bij de montage
va
n de bevestigingskolom
b
1 luchtafvoertuit
voor een luchtafvoerleiding 150
mm.
c
1 reduceerstuk
voor een luchtafvoerleiding 125
mm.
d
1 terugslagklep
te plaatsen in de uitblaastuit van de
motoreenheid (niet bij luchtcircula‐
tie). Afhankelijk van de uitvoering is
de terugslagklep reeds gemonteerd.
e
Montageplaten
voor het bevestigen van de damp‐
kap aan de muur.
f
Ombouwset voor luchtcirculatie
met luchtombuiger, aluminium slang
en slangklemmen (niet bijgevoegd,
maar na t
"Technische gegevens").
e bestellen; zie hoofdstuk:
Montage
8 schroeven 5 x 60 mm en
8 pluggen 8 x 50 mm
voor het bevestigen van de montage‐
pla
ten aan de muur.
De schroeven en pluggen zijn ge‐
kt voor een massieve muurcon‐
schi
structie.
Gebruik voor andere muurconstruc‐
ties bevestigingsmateriaal dat daarbij
past.
Let er op dat de muur stevig genoeg
is voor de dampkap.
2 borgmoeren M 6
voor het bevestigen van het wasem‐
scherm.
2 schroeven 3,9 x 7,5 mm
voor het bevestigen van de kolom.
1 spatel
voor het demonteren van de kolom.
Montageschema
25
Montage
Afmetingen van het toestel
De schets is niet op schaal.
26
Montage
a
Bij luchtafvoer
b
Luchtcirculatie
c
Luchtuitlaat bij circulatie naar boven gemonteerd
de
Plaats van montage (bij luchtcirculatie alleen d). Gedeelt
het plafond voor het luchtafvoergat, voor de montage van het stopcontact
en - alleen bij apparaten van het type ...EXT - voor het gat van de verbin‐
dingskabel naar de externe ventilator. Bij werking met luchtcirculatie hoeft u
enkel een stopcontact te monteren.
De diameter van de luchtafvoeraansluiting bedraagt 150 mm, met verloopmof
125 mm.
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S)
Tussen de onderkant van de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, ge‐
aden, gegrilleerd of gefrituurd wordt, moet een minimumafstand worden aan‐
br
gehouden. Deze kunt u hieronder vinden.
Geeft de fabrikant echter een grotere afstand aan, houd dan deze aan.
Neem ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige
hoofdstuk in acht.
e van de muur of
27
Montage
KooktoestelMini‐
afstand S
mum
Elektrische kookplaat450 mm
Grill en friteuse (elektrisch)650 mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een totale ca‐
paciteit van
≤ 12,6 kW, waarbij geen brander een capaciteit van > 4,5 kW
heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een totale ca‐
pacit
eit van
>12,6 kW en > 21,6 kW, waarbij geen brander een capaciteit
van ≤ 4,8 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een totale ca‐
pacit
eit van
>21,6 kW, of met bij één brander een capaciteit van > 4,8 kW.
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van ≤
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van >
kW
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 8,1 kWniet mogelijk
6 kW
6 kW en ≤ 8,1
650 mm
760 mm
niet mogelijk
650 mm
760 mm
28
Montage
Montagetips
– Het is aan te raden onder de damp‐
elfs boven elektrische kook‐
kap, z
vlakken, een afstand van minimum
650 mm in acht te nemen. Zo werkt u
vlotter onder de dampkap.
– Hou bij de keuze van de montage‐
ogte rekening met uw lichaams‐
ho
lengte. U moet vlot aan het kookvlak
kunnen werken en de dampkap per‐
fect kunnen bedienen.
– Houd er rekening mee dat hoe groter
afstand tussen de dampkap en het
k
ookvlak is, hoe minder gemakkelijk
de kookdampen opgenomen worden.
– Om ervoor te zorgen dat de kook‐
dampen optimaal wor
men, moet u erop letten dat de
dampkap het kookvlak overdekt.
Centreer de dampkap daarom boven
het kookvlak en niet zijdelings ver‐
schoven.
– Zorg ervoor dat het kookvlak niet
gr
oter is dan de dampkap, liefst klei‐
ner.
den opgeno‐
Afbeelding voor montage aan
de muur
adpleeg voor het aanbrengen van
Ra
boorgaten onderstaande montage‐
schema.
– De plaats waar de dampkap komt te
gen moet makkelijk toegankelijk
han
zijn. In geval van een storing moet
een technicus makkelijk bij de damp‐
kap kunnen komen en deze ongehin‐
derd kunnen demonteren. Let bij het
monteren van de dampkap dus ook
op de plaatsing van kasten, planken,
plafond- of decorelementen in de
omgeving van de dampkap.
V
oor het geval eerst een achterwand
wordt aangebracht die al over boor‐
gaten beschikt, zijn hier de afstanden
tussen de boorgaten aangegeven
(schroeven 5 mm).
*De maat voor de middelste wand‐
st
eunplaat is variabel. Die is afhankelijk
van de opening van de luchtafvoer en
de positie van het stopcontact. Ze moet
zo diep mogelijk worden gemonteerd.
29
Luchtafvoerleiding
Gelijktijdig gebruik van de damp‐
ka
p en een toestel dat lucht in die‐
zelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk
zijn! Er kunnen giftige gassen vrijko‐
men.
Neem beslist de veiligheidsinstruc‐
ties en waarschuwingen in het gelijk‐
namige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatse‐
li
jke schoorsteenveger controleren of
een veilig gebruik van de luchtafvoer
gewaarborgd is.
Gebruik voor de aansluiting van de
luc
htafvoerleiding enkel gladde bui‐
zen of soepele slangen van onbrand‐
baar materiaal.
werking met een externe ventilator
Bij
moet u ervoor zorgen dat de luchtaf‐
voerleiding voldoende stijf is. Door de
externe ventilator kan namelijk een
onderdruk ontstaan, waardoor de
luchtafvoerleidingen vervormd kun‐
nen raken.
Om er
– De diameter van de luchtafvoerlei‐
– Als platte luchtafvoertuiten worden
– De luchtafvoerleiding dient zo kort en
voor te zorgen dat uw damp‐
kap optimaal werkt en zo weinig mo‐
gelijk geluid maakt wanneer deze
aanstaat, dient u de volgende punten
in acht te nemen:
ding mag niet kleiner zijn dan 150
mm.
gebrui
kt, mag de diameter niet klei‐
ner zijn dan de diameter van de
luchtafvoertuit.
echt mogelijk te zijn.
r
– De luchtafvoerleiding mag niet wor‐
den geknikt of samengedrukt.
– Zorg ervoor dat alle verbindingen
vast en dicht zijn.
Iedere barrière in de luchtstroming
ndert de afzuigcapaciteit en
vermi
verhoogt het geluidsniveau.
ordt de lucht naar buiten afge‐
W
voerd, dan kunt u het best een tele‐
scopisch muurkastje of een dakdoor‐
voer (mits toeslag verkrijgbaar toebe‐
horen) installeren.
Moet de lucht door een schouw wor‐
den afgevo
buis verticaal worden gebogen.
Als u de luchtafvoerleiding horizon‐
taal mo
verval van 1 cm per meter te voor‐
zien. Daarmee wordt voorkomen dat
er condenswater in de dampkap
loopt.
Als de luchtafvo
vertrekken, zolders e.d. wordt aange‐
legd, kan er tussen de afzonderlijke
vertrekken een groot temperatuurver‐
schil ontstaan. Hierdoor kan er con‐
denswater ontstaan. In zo'n geval
dient u de luchtafvoerleiding voldoen‐
de te isoleren.
erd, dan moet de invoer‐
nteert, dient u een minimum‐
erleiding door koele
– Pas enkel wijde bochten toe.
30
Luchtafvoerleiding
Anti-condensvoorziening
Daarnaast is het aan te bevelen om een
ti-condensvoorziening te installeren
an
die het condenswater, dat ondanks de
isolatie van de luchtafvoer vrijkomt, op‐
neemt en verdampt.
Dit accessoire is verkrijgbaar voor
luchtafvoerbuizen met een doorsnede
van 125 mm of 150 mm.
Geluidsdemper
In de luchtafvoerleiding kan een ge‐
luidsdemper wor
toeslag verkrijgbaar). Deze zorgt voor
bijkomende geluidsdemping.
Werking met luchtafvoer
den gemonteerd (mits
Plaats de anti-condensvoorziening
lo
odrecht en zo dicht mogelijk boven
de luchtafvoertuit van de dampkap.
De pijl op de ommanteling geeft de
blaasrichting aan.
Bij afzuigkappen die bestemd zijn om
op een e
EXT) aangesloten te worden, is de con‐
denswaterstop in het toestel inge‐
bouwd.
xterne ventilator (typereeks …
De geluidsdemper dempt zowel de ven‐
tilat
orgeluiden naar buiten toe als de
buitengeluiden die via de luchtafvoerlei‐
ding in de keuken komen (bijv. straatla‐
waai). Hiertoe wordt de geluidsdemper
zo dicht mogelijk bij de luchtafvoertuit
gemonteerd.
31
Luchtafvoerleiding
Werking met luchtcirculatie
De geluidsdemper wordt gemonteerd
tussen de uitblaastuit en het bochtstuk
. De inbouwruimt
geval worden gecontroleerd.
Luchtafvoer met een externe ventila‐
t
or
e moet van geval tot
Om ventilatorgeluiden in de keuken te
mini
maliseren, moet de geluidsdemper
indien mogelijk voor de externe ventila‐
tor worden gemonteerd , bij een lan‐
ge luchtafvoerleiding bij de luchtafvoer‐
tuit van de dampkap . Als een ex‐
terne ventilator in het huis is geïnstal‐
leerd, kunt u de ventilatorgeluiden naar
buiten toe verminderen door een ge‐
luidsdemper na de externe ventilator
te monteren.
32
De dampkap mag alleen aangesloten
wor
den op een AC 230 V ~ 50 Hz stop‐
contact dat volgens de voorschriften
geaard en geïnstalleerd is.
De elektrische installatie moet volgens
VDE 0100 uitgevoerd zijn!
Om de veiligheid te verhogen, is het
r
aadzaam een verliesstroomschakelaar
met een uitschakelstroom van 30 mA
(DIN VDE 0664) voor het toestel te
schakelen (VDE in de richtlijn DIN VDE
0100 deel 739).
Voer de aansluiting bij voorkeur via een
st
opcontact uit. Dit vergemakkelijkt im‐
mers eventuele tussenkomsten van de
Technische Dienst. Het stopcontact
moet nog toegankelijk zijn als het toe‐
stel ingebouwd is.
Als het stopcontact na de inbouw niet
oegankelijk is, moet in de instal‐
meer t
latie een scheidingsinrichting voor elke
pool voorhanden zijn. Als stroomonder‐
brekers kunnen er schakelaars worden
gebruikt met een contactopening van
meer dan 3 mm.
Bijvoorbeeld automatische schakelaars,
smeltstoppen en contactsluiters (EN
60335).
Elektrische aansluiting
De vereiste aansluitgegevens vindt u op
het typeplaatje (zie hoo
nische Dienst van Miele en garantie").
Ga na of deze gegevens overeenstem‐
men met de spanning en de frequentie
van het net.
fdstuk "Tech‐
33
Technische Dienst van Miele en garantie
Neem bij storingen die u niet zelf kan
oplossen, contact op met uw Mielehandela
Miele.
Het telefoonnummer van de Technische
Dienst van Miele vindt u aan het einde
van de
Zorg dat u het toesteltype en het serie‐
nummer van uw dampkap bij de hand
hebt, w
Miele heeft deze gegevens nodig.
Beide gegevens vindt u op het typepla‐
tje.
Positie van het typeplaatje
Het typeplaatje is zichtbaar nadat u (af‐
hank
de vetfilters heeft verwijderd.
ar of de Technische Dienst van
ze gebruiksaanwijzing.
ant de Technische Dienst van
elijk van het model) het vetfilter of
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt 2
jaar
.
Meer informatie vindt u in de meegele‐
ver
de garantievoorwaarden.
34
Technische gegevens
Motor van de afzuiging*200 W
Kookplaatverlichting2 x 4,5 W
Totale aansluitwaarde*209 W
NetspanningAC 230 V
Zekering10 A
Lengte van de aansluitkabel1,5 m
Gewicht
DA 6197 W26 kg
DA 6197 W EXT23 kg
*Toestellen van het type ...EXT: aansluitwaarde en luchtafvoervermogen zijn afhankelijk van
de aangesl
Lengte van de verbindingskabel naar de externe ventilator: 1,9 m
Na te bestellen accessoires voor luchtcirculatie: ombouwset DUW 20 en actievekoolstoffil‐
er DKF 12-1 van Miele
t
oten externe afzuiginstallatie.
35
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelDA 6197 W
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse
A+ (meest efficiënt) tot F (minst efficiënt)B
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)B
Verlichtingsefficiëntie (LE
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Vetfilteringsefficiëntie95,1 %
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt317 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)41 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)55 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus67 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 151,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)0,85 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem9,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper‐
vlak
Tijdstoenamefactor1,1
max
afzuigkap
)
)69,9 kWh/jaar
afzuigkap
)67,7
afzuigkap
)23,6
afzuigkap
)51,1 lx/W
405,3 m3/h
200 m3/h
400 m3/h
640 m3/h
640 m3/h
460 Ix
36
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelDA 6197 W EXT
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse
A+ (meest efficiënt) tot F (minst efficiënt)A+
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)Verlichtingsefficiëntie (LE
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Vetfilteringsefficiëntie%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepuntPa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)0 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodusdB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)0,85 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem9,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper‐