Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw
toestel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BEM.-Nr. 11 742 650
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.....................................................4
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ........................................... 13
Na te bestellen accessoires voor luchtcirculatie................................................. 50
Verklaring van overeenstemming ........................................................................ 51
3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze dampkap voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade
tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voordat u de dampkap in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik
en het onderhoud. Daardoor beschermt u zichzelf en vermijdt u
beschadigingen aan de dampkap.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van het toestel en
de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te volgen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van gerechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
De dampkap mag in de recirculatiemodus boven een gaskookstel
niet gebruikt worden voor het ventileren van de plaats van opstelling.
Raadpleeg een gasprofessional.
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in
staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen onder toezicht gebruiken.
Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken
als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten
de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en
begrijpen.
Kinderen in het gezin
Houd kinderen onder 8jaar bij de dampkap vandaan, tenzij u
voortdurend toezicht houdt.
Kinderen vanaf 8jaar mogen de dampkap alleen zonder toezicht
gebruiken als ze weten hoe ze de dampkap veilig moeten bedienen.
Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening
kunnen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.
De kookplaatverlichting is heel sterk.
Zorg dat vooral baby's niet direct in de lampen kijken.
Verstikkingsgevaar. Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen weg
van kinderen.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een door Miele geautoriseerde deskundige worden uitgevoerd.
Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een beschadigde dampkap.
De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De dampkap kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als zij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen om beschadiging van de dampkap te voorkomen.
Vergelijk deze aansluitgegevens voordat u het toestel aansluit. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor
niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Bij dampkappen van het type...EXT/EXTA dient u de bijbeho-
rende verbindingskabel en stekkers te gebruiken om verbinding te
maken met de externe afzuiginstallatie.
Deze toestellen mogen enkel met een externe dampkamp van Miele
gecombineerd worden.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel.
Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het kader van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen geval overige delen van de ommanteling.
Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een
elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer
goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel bij gebruik van originele Miele-onderdelen garandeert Miele
dat aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als
aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
- de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
- de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel
uitgedraaid of
- de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek
daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gelijktijdig gebruik van het toestel met een verbrandingssysteem dat lucht uit
dezelfde ruimte gebruikt
Gevaar voor vergiftiging door verbrandingsgassen.
Wees heel voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met verbrandingssystemen die lucht uit dezelfde ruimte gebruiken of gebruikmaken van dezelfde afvoerinstallatie.
Dergelijke verbrandingssystemen halen de lucht die nodig is voor
de verbranding uit de ruimte waar de systemen zich bevinden en
voeren de rookgassen af via een afvoerkanaal (bijvoorbeeld via
een schouw). Dit kunnen bijvoorbeeld gas-, olie-, hout- of kolenkachels zijn, maar ook gasboilers, warmwaterketels op gas, gaskookplaten en gasovens.
De dampkap zuigt lucht uit de keuken en de aangrenzende ruimten. Dit geldt bij:
– luchtafvoer,
– luchtafvoer met externe ventilator en bij
– luchtcirculatie met een buiten de ruimte geplaatste luchtcirculatiebox.
Als de luchtaanvoer niet voldoende is, ontstaat er onderdruk. Het
verbrandingssysteem krijgt te weinig lucht. De verbranding wordt
negatief beïnvloed.
Giftige verbrandingsgassen kunnen uit de schouw of een ander
luchtafvoerkanaal naar de woonvertrekken geleid worden.
Er bestaat levensgevaar.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het gelijktijdige gebruik van een dampkap en verbrandingssysteem in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk niet groter
is dan 4Pa (0,04mbar). In dat geval is er geen gevaar dat verbrandingsgassen worden teruggezogen.
Er zullen geen onderdrukproblemen ontstaan als door niet-afsluitbare openingen bijvoorbeeld in deuren of ramen voldoende lucht in
de ruimte kan komen. De diameter van de opening waardoor de
lucht naar binnen stroomt, moet dan wel groot genoeg zijn. Alleen
een muurkast voor luchttoevoer/luchtafvoer is meestal niet toereikend.
Bij de beoordeling van een en ander dient men altijd rekening te
houden met de totale ventilatie van de woning. Raadpleeg in ieder
geval een vakman.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt en de
lucht wordt teruggevoerd in de ruimte waar het toestel is geplaatst,
is gelijktijdig gebruik van een dampkap en een verbrandingstoestel
in dezelfde ruimte niet gevaarlijk.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
Bij open vuur bestaat brandgevaar.
Werk nooit met open vuur onder de dampkap. Bijvoorbeeld het flamberen en grillen met open vlam is niet toegestaan. Als de dampkap
ingeschakeld is, worden de vlammen in de filter gezogen. Vetresten
kunnen vuur vatten.
Sterke hitte-ontwikkeling op een gaskookplaat kan de dampkap
beschadigen.
- Let er bij gebruik van de dampkap boven een gaskookplaat of
gasfornuis op, dat er altijd een pan staat op de gaspit die in gebruik is. Draai de gaspit ook uit, wanneer u de pan even van het
gas neemt.
- Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan de kookzone.
- Regel de stand van het gas zo dat er geen gas langs de pan omhoog komt.
- Zorg ervoor dat u een pan nooit overmatig verhit, zoals dit bij het
wokken snel gebeurt.
Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap.
Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om ophoging van condenswater te voorkomen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vanzelf ontbranden en daarbij
de dampkap in brand zetten.
Let op potten, pannen en friteuses wanneer u met olie en vet werkt.
Ook het grillen op elektrische griltoestellen moet daarom onder continu toezicht plaatsvinden.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten,
waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden.
Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap
is afgekoeld.
Installatie volgens de voorschriften
Controleer of het gebruik van een dampkap boven uw kooktoestel
volgens de fabrikant van deze apparatuur toegestaan is.
Het is niet toegestaan de dampkap boven stookplaatsen voor
vaste brandstoffen te monteren.
Als de afstand tussen kookplaat en dampkap te klein is, kan dit
schade aan de dampkap veroorzaken.
Tussen de kookplaat en de onderkant van de dampkap moeten de
afstanden worden aangehouden die staan vermeld in het hoofdstuk:
“Montage”, tenzij de fabrikant van de kookplaat een grotere afstand
aangeeft.
Worden er onder de dampkap verschillende kooktoestellen gebruikt
waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de grootste afstand worden aangehouden.
Volg voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
hoofdstuk “Installatie” op.
Onderdelen kunnen scherpe randen hebben en tot verwondingen
leiden.
Draag bij het monteren handschoenen die bescherming bieden tegen snijwonden.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de
Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een
schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin
wordt gestookt.
Wanneer de lucht moet worden afgevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is, dient u eerst de officiële voorschriften te
raadplegen.
Reiniging en onderhoud
Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.
Accessoires
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
12
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
stoffen, mengsels en onderdelen die
nodig zijn geweest om de toestellen
goed en veilig te laten functioneren.
Wanneer u uw oude toestel bij het gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude
toestel daarom nooit bij het gewone
huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar
of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te
danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
- de handelaar bij wie u het kocht
of
- de firma Recupel,
telefoon 0800/15 880,
website: www.recupel.be
of
- uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
13
Overzicht dampkap
14
Overzicht dampkap
a
Luchtafvoertuit
De lucht kan eventueel naar boven of naar achteren afgevoerd worden.
b
Kookplaatverlichting
c
Anti-geurfilter
Accessoires die voor luchtcirculatie achteraf nog besteld kunnen worden
Alleen DA2668, DA2698
Paneel voor de randafzuiging
DA2668, DA2698: 1stuk,
DA2628: 2stuks
f
Bedieningselementen
g
Toets voor het in- en uitschakelen en dimmen van de kookplaatverlichting
h
Toets voor het in- en uitschakelen van de afzuiging
i
Toetsen voor het instellen van het afzuigvermogen
j
Toets voor de uitloopfunctie
k
Toets voor de bedrijfsurenteller
15
Hoe werkt uw toestel?
De dampkap kan op de volgende manieren worden gebruikt:
Luchtafvoer
De kookdampen worden door de
dampkap aangezogen. De lucht wordt
daarbij via het paneel van de randafzuiging door de vetfilters geleid, gereinigd
en vervolgens naar buiten afgevoerd.
Luchtcirculatie
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilter en bovendien door een actievekoolstoffilter gereinigd en wordt daarna
weer in de keuken geleid.
Werking met externe afzuiginstallatie
(Dampkappen van het type...EXT/EXTA)
Bij dampkappen met een externe afzuiging, wordt een Miele afzuiginstallatie
buiten het vertrek gemonteerd op de
plaats waar u deze wilt hebben. De externe afzuiginstallatie wordt door een
aansluitkabel met de dampkap verbonden en via Con@ctivity of de bedieningselementen van de dampkap aangestuurd.
De DA 2628 is niet geschikt voor luchtcirculatie.
16
Eerste ingebruikneming
Luchtafvoer of luchtcirculatie
selecteren
De dampkap is geschikt voor luchtafvoer en luchtcirculatie. Het vermogen
van de afzuiging wordt aangepast op
de gekozen werkingswijze. Standaard
is luchtcirculatie ingesteld. Voor luchtafvoer moet de dampkap opnieuw ingesteld worden.
Er wordt overgeschakeld op luchtafvoer
door de bedrijfsurenteller voor de antigeurfilter(s) te deactiveren.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk tegelijk op toets “” en op toets
urenteller .
Het symbool anti-geurfilter en één
van de vermogensstanden gaan knipperen.
Druk op toets “” tot de stand B
brandt.
Bevestig de procedure met de toets
urenteller .
Alle controlelampjes gaan uit.
Miele@home instellen
Voorwaarde:
- Een WiFi-netwerk
- De Miele-app
- Een gebruikersaccount bij Miele.
Het gebruikersaccount kunt u aanmaken via de Miele-app.
Uw dampkap heeft een geïntegreerde
WiFi-module. Verbind de dampkap met
uw wifi-netwerk. Daarna kunt u de
dampkap met de Miele-app bedienen.
Als uw Miele-kookplaat ook in het eigen
WiFi-netwerk is opgenomen, kunt u de
automatische besturing van de dampkap met de Con@ctivity-functie gebruiken.Als uw Miele-kookplaat ook in
het eigen WiFi-netwerk is opgenomen,
kunt u de automatische besturing van
de dampkap met de Con@ctivity-functie gebruiken.
Het signaal van uw WiFi-netwerk
moet voldoende sterk zijn op de locatie waar uw damkap geïnstalleerd
wordt.
Luchtafvoer is ingesteld.
Bevestigt u de procedure niet binnen
4minuten na het instellen, dan neemt
het toestel automatisch de oude instelling weer over.
U kunt verbinding maken met uw eigen
WiFi-netwerk met de Miele-app of via
WPS.
17
Eerste ingebruikneming
Beschikbaarheid van Miele@home
Het gebruik van de Miele-app is afhankelijk van de beschikbaarheid van de
Miele@home-services in uw land.
De service Miele@home is niet in elk
land beschikbaar.
Informatie over de beschikbaarheid
vindt u op de website www.miele.com.
Miele-app
De Miele-app kunt u gratis downloaden
uit de Apple App Store® of de Google
Play Store™.
Met de app verbinden
U kunt de netwerkverbinding met de
Miele-app tot stand brengen.
Installeer de Miele app op uw mobie-
le toestel.
Om via de app te kunnen aanmelden,
dient u te beschikken over:
1. Het wachtwoord van uw WiFi-netwerk
2. Het wachtwoord van uw dampkap
Het wachtwoord van de dampkap bestaat uit de laatste 9cijfers van het productienummer op het typeplaatje.
Het typeplaatje is zichtbaar nadat u de
vetfilter hebt verwijderd.
Start de toestelaanmelding in de app.
Volg de aanmeldingsstappen.
Als u gevraagd wordt om de wifi van de
dampkap te activeren, gaat u als volgt
te werk:
18
Eerste ingebruikneming
Schakel de dampkap uit.
Houd de toets “” ingedrukt.
Druk tegelijkertijd op de toets verlich-
ting .
2 licht continu op, 3 knippert.
De dampkap is tijdens de volgende
2minuten klaar voor de verbinding.
Volg de overige aanwijzingen in de
app op.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.
Met WPS verbinden
Uw WiFi-router moet geschikt zijn
voor WPS (WiFi Protected Setup).
Schakel de dampkap uit.
Houd de toets '' ingedrukt.
Druk tegelijkertijd op de toets verlich-
ting .
2 licht continu op, 3 knippert.
De WiFi-verbinding moet gelijktijdig op
de dampkap en op uw WPS-router gestart worden.
Druk na enkele seconden op de toets
B op de dampkap.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets 'naloop'
te drukken.
De dampkap kan nu met de app bediend worden.
Na korte tijd licht 2 continu op, 3 en B
knipperen.
De dampkap is tijdens de volgende
twee minuten klaar voor de verbinding.
19
Eerste ingebruikneming
Start de WiFi-verbinding op uw WiFi-
router.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.
WiFi afmelden (terugzetten naar de
fabrieksinstellingen)
Om een nieuwe WiFi-verbinding te maken moet eerst de bestaande WiFi-verbinding verbroken worden.
Schakel de dampkap uit.
Houd de toets “” ingedrukt.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets uitloop
te drukken.
De dampkap kan nu met de app bediend worden.
Als er geen verbinding kon worden gemaakt, kan het zijn dat u de WPS op uw
router niet snel genoeg hebt ingeschakeld. Herhaal in dat geval de vorige
stappen.
Tip: Als uw WiFi-router niet over WPS
beschikt, gebruikt u de Miele-app.
Druk tegelijkertijd op de toets verlich-
ting .
Bij een bestaande wifi-verbinding branden 2 en 3 continu.
De dampkap is tijdens de volgende
2minuten klaar voor het verbreken van
de verbinding.
20
Druk dan op de toets “”.
2 licht continu op en 3 knippert.
Na enkele seconden knipperen 2 en 3.
De verbinding is verbroken.
Verlaat de afmeldmodus van de
dampkap door op de toets uitloop
te drukken.
De WiFi-verbinding is verbroken. Er kan
een nieuwe verbinding worden gemaakt.
Eerste ingebruikneming
Con@ctivity instellen
Con@ctivity beschrijft de directe communicatie tussen een elektrische kookplaat van Miele en een Miele-dampkap.
Hiermee kan de dampkap automatisch
bestuurd worden, afhankelijk van de
status van een daaronder liggende losse elektrische Miele-kookplaat.
- Nadat de kookplaat is ingeschakeld,
gaan de kookplaatverlichting en na
korte tijd de afzuiging van de dampkap automatisch aan.
- Tijdens het kookproces kiest de
dampkap automatisch het juiste afzuigvermogen. De vermogensstand
van de afzuiging hangt af van het
aantal ingeschakelde kookplaten en
van de gekozen kookstanden.
- Nadat de kookplaat is uitgeschakeld,
gaan na een uitlooptijd ook de afzuiging en de kookplaatverlichting van
de dampkap automatisch uit.
Gedetailleerde informatie over deze
functie vindt u in het hoofdstuk: 'Bediening'.
21
Eerste ingebruikneming
Con@ctivity via het eigen WiFi-netwerk (Con@ctivity 3.0)
Voorwaarde:
- Eigen WiFi-netwerk
- Kookplaat die geschikt is voor wifi
Neem de dampkap en uw kookplaat
in het eigen WiFi-netwerk op (zie paragraaf “Miele@home installeren”).
Con@ctivity wordt automatisch geactiveerd.
Con@ctivity via een directe WiFi-verbinding (Con@ctivity 3.0)
Voorwaarde(n):
- Kookplaat die geschikt is voor
WiFi
Als u geen eigen netwerk heeft, kunt u
een directe verbinding tussen kookplaat
en dampkap tot stand brengen.
Deze verbinding is in de gebruiksaanwijzing van uw kookplaat beschreven.
Hierna zijn de stappen op de dampkap
nog een keer in detail beschreven.
Schakel de dampkap uit.
Houd de toets “” ingedrukt.
Druk tegelijkertijd op de toets “”.
22
2 licht continu op, 3 knippert.
De dampkap is tijdens de volgende
2minuten klaar voor de verbinding.
Start de wifi-verbinding op de kook-
plaat. Zie daarvoor de gebruiksaanwijzing van de kookplaat.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets 'naloop'
te drukken.
Con@ctivity is nu geactiveerd.
Als de directe WiFi-verbinding tot
stand is gebracht, kunnen kookplaat
en dampkap niet in een eigen netwerk
worden opgenomen. Mocht u dit later
toch wensen, dan dient u eerst de directe WiFi-verbinding tussen kookplaat en dampkap uit te schakelen (zie
paragraaf “WiFi afmelden”).
Eerste ingebruikneming
23
Bediening (automatische werking)
Wanneer Con@ctivity is geactiveerd,
werkt de dampkap altijd in de automatische functie (zie hoofdstuk: “Eerste
ingebruikname”, paragraaf “Con@ctivity instellen”).
Zie hoofdstuk “Bediening (Handmatige
bediening)”, paragraaf “Koken zonder
Con@ctivity-functie” als u de dampkap handmatig wenst te bedienen.
Voorbeelden voor de vermogensstanden 1
tot en met B
Koken met de Con@ctivityfunctie (Automatische bediening)
Schakel een kookplaat in op een wil-
lekeurige stand.
De kookplaatverlichting wordt ingeschakeld.
Na een paar seconden gaat de afzuiging aan: eerst kort op stand 2, daarna
direct op stand 1.
Tijdens het kookproces kiest de dampkap automatisch het juiste afzuigvermogen.
Dit is gebaseerd op het totale vermogen
dat op dat moment voor de kookplaat is
ingeschakeld, namelijk het aantal ingeschakelde kookzones en de ingeschakelde kookstanden.
Wanneer u bij de kookplaat een hogere
kookstand inschakelt of wanneer u verschillende kookzones inschakelt, kiest
de dampkap een hogere vermogensstand.
Reactietijd
De dampkap reageert met vertraging.
Een wijziging in de vermogensstand van
de kookplaat hoeft namelijk niet meteen
tot meer of minder dampontwikkeling te
leiden.
De vertraging is ook toe te schrijven aan
het feit dat de kookplaat de informatie
met tussenpozen naar de dampkap verzendt.
De reactie van de dampkap volgt na enkele seconden of enkele minuten.
Wanneer u bij de kookplaat een lagere
kookstand inschakelt of wanneer u één
of meer kookzones uitschakelt, kiest de
dampkap een lagere vermogensstand.
24
Bediening (automatische werking)
Bij het braden
U schakelt bijvoorbeeld voor het ver-
hitten van een pan, een kookplaat op
de hoogste stand in. Circa 10seconden tot 4minuten daarna zet u deze
op een lagere stand (60seconden tot
5minuten bij een Highlight-kookplaat).
De dampkap herkent dat u aan het braden bent.
De dampkap gaat aan. Nadat de kookplaat op een lagere stand is gezet,
wordt de dampkap naar stand3 teruggeschakeld en blijft deze circa 5minuten op deze stand staan.
Daarna wordt het afzuigvermogen van
de dampkap weer door de Con@ctivityfunctie gestuurd.
U kunt het afzuigvermogen ook voortijdig handmatig wijzigen.
Uitschakelen
Schakel alle kookzones uit.
De afzuiging van de dampkap wordt in
de minuten daarna stap voor stap op
een lagere stand gezet en tenslotte helemaal uitgeschakeld.
Dan wordt de keukenlucht gezuiverd
van eventueel nog aanwezige dampen
en geurtjes.
- Van de intensiefstand wordt de afzuiging direct teruggeschakeld naar
stand 3.
- Van stand 3 wordt de afzuiging na ca.
1minuut teruggeschakeld naar stand
2.
- Van stand 2 wordt de afzuiging na
2minuten teruggeschakeld naar
stand 1.
- Van stand 1 wordt de afzuiging na
2minuten uitgeschakeld.
- 30 seconden daarna wordt de kookplaatverlichting uitgeschakeld.
We zijn klaar met koken.
25
Bediening (automatische werking)
De automatische functie tijdelijk uitschakelen
U kunt de automatische functie tijdens
het koken tijdelijk uitschakelen, en wel
als volgt:
kies handmatig een andere vermo-
gensstand of
schakel de dampkap handmatig uit of
u activeert de functie uitloop van
de dampkap. De afzuiging gaat na de
gekozen uitlooptijd uit, de verlichting
blijft ingeschakeld.
De functies van de dampkap kunnen nu
met de hand worden bediend (zie
hoofdstuk “Bediening (Handmatige bediening)”).
Terug naar de automatische functie
U kunt terug naar de automatische
functie en wel als volgt:
- kies handmatig een vermogensstand
en wacht circa 5minuten voordat u
de dampkap weer gaat bedienen, of
U hebt de mogelijkheid om de dampkap tijdens een volledige kookbeurt
handmatig te bedienen.
Schakel daarvoor de afzuiging van de
dampkap voor de kookplaat in.
Als na het koken de dampkap en de
kookplaat minstens 30seconden uitgeschakeld waren, start de kookplaat de
volgende keer opnieuw in de automatische functie.
- kies handmatig een vermogensstand
die overeenkomt met de automatische vermogensstand, of
- zorg ervoor dat de afzuiging van de
dampkap en de kookplaat minstens
30seconden uitgeschakeld zijn geweest.
De eerstvolgende keer dat u de kookplaat weer inschakelt, start deze weer
in de automatische functie.
26
Bediening (handmatige werking)
Koken zonder Con@ctivityfunctie (Handmatige bediening)
Onder de volgende voorwaarden kunt u
de dampkap met de hand bedienen:
- De Con@ctivity-functie is niet geactiveerd.
- U heeft de Con@ctivity-functie tijdelijk gedeactiveerd (Zie hoofdstuk “Bediening (Automatische bediening)”,
paragraaf “De automatische functie
tijdelijk uitschakelen”).
Afzuiging inschakelen
Schakel de afzuiging in, zodra u begint
met het koken. Hierdoor worden kookdampen vanaf het eerste moment afgezogen.
Druk op de Aan/Uit-toets .
De afzuiging start op stand 2. Het symbool en de 2 van het afzuigvermogen
gaan branden.
Afzuigvermogen kiezen
Voor lichte tot zware kookdampen en
geuren kunt u kiezen tussen de vermogensstanden 1 tot en met 3.
Nalooptijd inschakelen
Laat de afzuiging na het koken nog enkele minuten werken. De keukenlucht
wordt gezuiverd van eventueel nog aanwezige dampen en geurtjes.
Resten in de dampkap en en de geurtjes die hierdoor ontstaan worden voorkomen.
De naloopfunctie biedt de mogelijkheid,
dat de afzuiging na een gekozen tijd automatisch uitschakelt.
Druk na het koken op de toets naloop
terwijl de afzuiging draait
- 1xvoor 5minuten uitlooptijd, waarbij
5 gaat branden.
- 2xvoor 15minuten uitlooptijd, waarbij 15 gaat branden.
- Als u opnieuw op de toets naloop
drukt, blijft de afzuiging ingeschakeld. ( dooft).
Afzuiging uitschakelen
Schakel de afzuiging uit met de toets
aan/uit .
Symbool gaat uit.
Bij kortstondige sterke wasem- en geurvorming, bijv. bij het aanbraden, kunt u
de intensiefstand B gebruiken.
Kies door indrukken van de toets “”
of “” het gewenste afzuigvermogen.
De boosterstand terugschakelen
Is het Power Management System
(voordien) geactiveerd, dan wordt het
afzuigvermogen na 5minuten automatisch teruggeschakeld naar stand 3.
27
Bediening (handmatige werking)
Kookplaatverlichting in- en uitschakelen/dimmen
De kookplaatverlichting kunt u onafhankelijk van de afzuiging in- en uitschakelen en de lichtsterkte verminderen.
Druk voor het in- en uitschakelen kort
op de toets verlichting .
Wanneer u de verlichting inschakelt,
brandt de verlichting op maximale
sterkte.
Wilt u de verlichting zwakker hebben,
blijf dan op toets van de verlichting drukken. De verlichting wordt
zwakker totdat u de toets loslaat.
Wilt u de verlichting weer sterker heb-
ben, druk dan opnieuw op toets verlichting en blijf erop drukken. De
verlichting wordt sterker totdat u de
toets loslaat.
Powermanagement
De dampkap beschikt over een powermanagement. Het powermanagement
zorgt voor de energiebesparing. Het
zorgt ervoor dat de afzuiging automatisch terugschakelt en de verlichting
wordt uitgeschakeld.
- Als de boosterstand ingesteld is,
wordt de afzuiging na 5minuten automatisch naar stand3 teruggeschakeld,
- Als stand3,2of1 ingesteld is, wordt
het afzuigvermogen na 2uur automatisch éénstand lager gezet en daarna
in stappen van 30minuten uitgeschakeld.
- Als de kookvlakverlichting ingeschakeld is, wordt deze na 12uur automatisch uitgeschakeld.
U kunt het powermanagement deactiveren.
Onthoud dat deactiveren kan leiden tot
een verhoogd energieverbruik.
28
Powermanagement deactiveren/activeren
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk circa 10seconden op de toets
uitloop, totdat stand1 van de
vermogensweergave gaat branden.
Druk vervolgens na elkaar op
- de toetsverlichting ,
- de “” toets en opnieuw
- de toetsverlichting.
Bediening (handmatige werking)
Als het Powermanagement ingeschakeld is, branden de standen1enB continu.
Als dit is uitgeschakeld, knipperen de
standen1enB.
Druk op de toets “” om het power-
management te deactiveren.
De standen 1 en B knipperen.
Druk op de toets “” om te activeren.
De standen 1 en B branden continu.
Druk op toets uitloop om de pro-
cedure te bevestigen.
Alle controlelampjes gaan uit.
Als u de procedure niet binnen 4minuten bevestigt, neemt het toestel automatisch de oude instelling over.
Veiligheidsuitschakeling
Als het Powermanagement uitgeschakeld is, wordt de ingeschakelde dampkap na 12 uur automatisch uitgeschakeld (afzuiging en kookplaatverlichting).
Als u de dampkap weer wilt inscha-
kelen, druk dan op de Aan/Uit-toets
of op de verlichtingstoets .
29
Bediening (automatische en handmatige werking)
Bedrijfsurenteller
De dampkap registreert de uren dat ze
in werking is.
De bedrijfsurentellers geven door het
oplichten van het vetfiltersymbool of
het anti-geurfiltersymbool aan wanneer de filters moeten worden vervangen. Zie voor reinigen en vervangen van
de filters en voor het terugzetten van de
tellers het hoofdstuk 'Reiniging en onderhoud'.
Bedrijfsurenteller voor de vetfilters
wijzigen
U kunt de bedrijfsurenteller aan uw
kookgewoonten aanpassen.
Vanuit de fabriek is een reinigingsinterval van 30uur ingesteld.
- Kies 20uur wanneer u veel braadt en
frituurt.
- Als u slechts af en toe kookt, kunt u
ook een korter reinigingsinterval kiezen. Daardoor voorkomt u dat aangekoekt vet verhardt en het reinigen
daardoor moeilijker wordt.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk tegelijk op toets uitloop en
op toets bedrijfsurenteller .
Het symbool vetfilter en één van de
vermogensstanden gaan knipperen.
De standen 1 tot en met B geven aan
hoeveel uren zijn ingesteld:
Stand 1 ........................................ 20 uur
Stand 2 ........................................ 30 uur
Stand 3 ........................................ 40 uur
Stand B ....................................... 50 uur
Kies met de toets «» een lager en
met de toets «» een hoger aantal
uren.
Bevestig de procedure met de toets
urenteller .
Alle lampjes gaan uit.
Bevestigt u de procedure niet binnen
4minuten na het instellen, dan neemt
het toestel automatisch de oude instelling over.
- Kies een langere reinigingsinterval
van 40of50uur wanneer u regelmatig zeer vetarm kookt.
30
Bediening (automatische en handmatige werking)
Bedrijfsurenteller anti-geurfilter wijzigen of deactiveren
De anti-geurfilters zijn nodig voor luchtcirculatie.
U kunt de bedrijfsurenteller aan uw
kookgewoonten aanpassen.
Voor luchtafvoer moet deze uitgeschakeld worden.
Standaard is een wisselinterval van
180uur ingesteld.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk tegelijk op toets '' en op toets
urenteller .
Het symbool anti-geurfilter en één
van de vermogensstanden gaan knipperen.
De standen 1 tot en met B geven aan
hoeveel uren zijn ingesteld:
Stand 1 ...................................... 120 uur
Stand 2 ...................................... 180 uur
Stand 3 ...................................... 240 uur
Stand B ....................... niet geactiveerd
Kies met de toets '' of '' de ge-
wenste tijd.
Bevestig de procedure met de toets
urenteller .
Bedrijfsurenteller controleren
Vóór afloop van de ingestelde tijd kunt
u controleren hoeveel procent al is verstreken.
Schakel de afzuiging in met de toets
aan/uit .
Druk op de toets bedrijfsuren
van de urenteller en houd de toets
even vast.
- Eenmaal voor de bedrijfsuren van de
vetfilter. Het symbool vetfilter gaat
branden.
- Tweemaal voor de bedrijfsuren van
de anti-geurfilter. Het symbool antigeurfilter brandt.
Gelijktijdig knipperen één of meer vermogensstanden.
Het aantal knipperende standen geeft
aan hoeveel procent van de ingestelde
tijd is verstreken.
Stand 1 ......................................... 25%
Standen 1 en 2 ............................. 50%
Standen 1 tot en met 3 ................. 75%
Standen 1 tot en met B .............. 100%
Wanneer de dampkap wordt uitgeschakeld of de stroom uitvalt blijven
de geregistreerde uren opgeslagen.
Alle controlelampjes gaan uit.
Bevestigt u de procedure niet binnen
4minuten na het instellen, dan neemt
het toestel automatisch de oude instelling over.
31
Tips om energie te besparen
Deze dampkap werkt zeer efficiënt en
energiebesparend. Volgende maatregelen ondersteunen u bij het spaarzame
gebruik:
- Zorg bij het koken voor een goede
ventilatie van de keuken. Stroomt bij
luchtafvoer niet voldoende lucht, dan
werkt de dampkap niet efficiënt en
zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
- Kook op een zo laag mogelijke kookstand. Weinig kookdampen betekenen een lage vermogensstand aan de
dampkap en hierdoor ook minder
stroomverbruik.
- Maak de filters geregeld schoon of
vervang ze. Door erg vette filters
wordt het vermogen verlaagd en bestaat er brandgevaar. Voorts bestaat
dan een risico voor de hygiëne.
- Gebruik de Con@ctivity-functie. De
dampkap wordt automatisch in- en
uitgeschakeld. De dampkap kiest de
optimale vermogensstand voor desbetreffende situatie en zorgt zo voor
een laag energieverbruik.
- Als u de dampkap handmatig bedient, let dan op het volgende:
– Controleer het ingestelde vermo-
gen op de dampkap. Meestal is
een lage vermogensstand voldoende. Gebruik de boosterstand
alleen als dat nodig is.
– Schakel als er veel damp vrijkomt
tijdig naar een hogere vermogensstand. Dat is efficiënter dan door
langdurig afzuigen te proberen
dampen terug te zuigen die zich al
in de keuken hebben verspreid.
– Let erop om de dampkap na het
koken weer uit te schakelen.
Als na het koken de lucht in de
keuken nog gezuiverd moet worden van aanwezige damp en geuren, gebruikt u de uitloopfunctie.
De afzuiging wordt na de gekozen
uitlooptijd automatisch uitgeschakeld.
32
Reiniging en onderhoud
Koppel de dampkap bij elk on-
derhoud en reiniging los van de voeding (zie hoofdstuk: “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”).
Behuizing
Algemeen
De oppervlakken en bedieningselementen kunnen door ongeschikte
reinigingsmiddelen aangetast worden.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die
soda, zuur, chloor of oplosmiddelen
bevatten.
Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen zoals schuurpoeder en
vloeibaar schuurmiddel en ook geen
schuursponsjes of sponsjes waar
nog resten van schuurmiddelen in
zitten.
Vocht in de dampkap kan leiden
tot schade.
Let erop dat er geen water in de
dampkap komt.
Roestvrijstalen oppervlakken
De aanwijzingen gelden niet voor de
bedieningstoetsen.
Neem de algemene regels in acht en
gebruik daarnaast een niet-schurend
reinigingsmiddel dat speciaal geschikt
is voor roestvrij staal.
Gebruik, om te voorkomen dat de oppervlakken snel weer vuil worden, ook
een onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal (verkrijgbaar bij Miele).
Bedieningselementen
Wanneer verontreinigingen langer
blijven zitten, kunnen de bedieningselementen verkleuren of veranderen.
Verwijder vuil daarom direct.
Bij reiniging met reinigingsmiddel
voor roestvrij staal kan het oppervlak
van de bedieningselementen beschadigd worden.
Gebruik voor het reinigen van de bedieningselementen geen reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een licht vochtige
doek, wat reinigingsmiddel en wat
warm water.
Wrijf de oppervlakken daarna met
een zachte doek droog.
33
Reiniging en onderhoud
Vetfilter en paneel voor randafzuiging
Brandgevaar
Verzadigde vetfilters zijn brandbaar.
Reinig de vetfilters regelmatig.
Het paneel voor randafzuiging en de
voor hergebruik geschikte metalen vetfilters in het toestel nemen de vaste
deeltjes uit de keukendampen op (vet,
stof etc.) en zorgt er zo voor dat de
dampkap niet vuil wordt.
De vetfilters en het paneel moeten regelmatig gereinigd worden.
Sterk vervuilde vetfilters verminderen
het afzuigvermogen en zorgen voor
meer vervuiling van de dampkap en
de keuken.
Reinigingsinterval
Het is aan te raden om het paneel voor
randafzuiging en de vetfilters om de 3-4
weken te reinigen. Het verzamelde vet
wordt na langere tijd hard. De vetfilters
en het paneel voor randafzuiging kunnen dan minder vlot worden schoongemaakt.
Paneel en vetfilters uitnemen
Paneel en vetfilters kunnen mak-
kelijk uit uw handen glippen.
Dit kan schade veroorzaken.
Houd paneel en vetfilters bij het ver-
wijderen reinigen en terugplaatsen
daarom goed vast.
De bedrijfsurenteller herinnert u eraan
dat u de randafzuiging en de vetfilters
regelmatig moet reinigen. Het vetfiltersymbool gaat dan branden.
U kunt het interval van de bedrijfsurenteller aan uw kookgewoonten aanpassen (zie hoofdstuk: “Bediening (Automatisch en handmatig bedrijf)”).
34
Houd met een hand het paneel vast
en maak met de andere hand de vergrendeling los. Klap het paneel naar
beneden.
Til het paneel een stukje op en trek
het naar voren uit het toestel.
Ontgrendel de vetfilter en neem de
vetfilter uit het toestel.
Paneel met de hand reinigen
Neem voor het reinigen van het pa-
neel de instructies in de paragraaf
“Ommanteling” in acht.
De vetfilters met de hand reinigen
Reinig de vetfilters in warm water met
een afwasborstel en een zacht handafwasmiddel. Gebruik het handafwasmiddel niet geconcentreerd.
Reiniging en onderhoud
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Vetfilters kunnen beschadigd raken
door reinigingsmiddelen die daarvoor
niet geschikt zijn.
De volgende reinigingsmiddelen mogen
niet worden gebruikt:
- kalkoplossende reinigingsmiddelen
- schuurpoeder of schuurcrème
- agressieve allesreinigers en vetoplossprays
- ovenspray
Paneel en vetfilters reinigen in de
vaatwasser
Plaats het paneel en de vetfilters ver-
ticaal of schuin in het onderrek. Let
erop dat de sproeiarm vrij kan bewegen.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen de 50°C en 65°C.
Bij reiniging van de vetfilters in de
vaatwasser kunnen sommige reinigingsmiddelen blijvende verkleuringen
veroorzaken op de filteroppervlakken.
Deze verkleuringen hebben geen nadelig effect op de werking van de vetfilters.
35
Reiniging en onderhoud
Na het reinigen
Leg de vetfilters na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voorwerp te drogen.
Wanneer het paneel en de vetfilters
uitgenomen zijn, kan u de bereikbare
onderdelen van de behuizing van vet
ontdoen. Op die manier voorkomt u
brandgevaar.
Let er bij het monteren van de vetfil-
ters op dat de vergrendeling naar de
kookplaat toe wijst.
Als er eens een vetfilter verkeerd zit,
ontgrendel die dan langs de uitsparingen met behulp van een kleine
schroevendraaier.
36
Plaats het paneel weer in het wasem-
scherm en haak het achteraan vast.
Klap het aan de voorkant omhoog en
druk het in de vergrendeling.
Het paneel kan ook 180° gedraaid geplaatst worden. Afhankelijk van de inbouwpositie van de dampkap kan dit
het verwijderen en plaatsen van het
paneel gemakkelijker maken.
Reiniging en onderhoud
De bedrijfsurenteller voor de vetfilter
resetten
Na de reiniging moet de bedrijfsurenteller worden gereset.
Controleer of de afzuiging aan is en
druk dan circa 3seconden op toets
bedrijfsuren , totdat alleen
stand1 knippert.
Het symbool vetfilter gaat uit.
Vetfilters reinigen vóórdat het ingestelde
aantal uren is verstreken:
Druk circa 6seconden op toets be-
drijfsuren , totdat alleen stand1
knippert.
Actieve koolstoffilter
Bij luchtcirculatie dient u naast de vetfilters ook nog twee anti-geurfilters te gebruiken. De anti-geurfilters binden de
kookgeurtjes.
De anti-geurfilters worden in het wasemscherm boven de vetfilters geplaatst.
U kunt de anti-geurfilters in de webshop
van Miele, bij Miele zelf (zie achter in
deze gebruiksaanwijzing) of bij de
Miele-vakhandelaar verkrijgen. De typeaanduiding vindt u in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.
Actievekoolstoffilter plaatsen / vervangen
Verwijder het paneel en de vetfilters
alvorens de actievekoolstoffilters te
plaatsen of te vervangen, zoals hierboven beschreven.
Haal de actievekoolstoffilters uit de
verpakking.
Plaats de actievekoolstoffilters in het
frame.
Plaats de vetfilters weer terug.
37
Reiniging en onderhoud
Vervangingsfrequentie
Vervang de anti-geurfilters altijd zodra
de kookluchtjes niet meer voldoende
opgenomen worden, maar uiterlijk elke
zes maanden.
De werkingsurenteller geeft aan wanneer de anti-geurfilters moet worden
vervangen. Het symbool van het antigeurfilter gaat dan branden.
Werkingsurenteller voor de anti-geurfilter terugzetten naar fabrieksinstellingen
Na de vervanging moet de werkingsurenteller worden gereset.
Controleer of de afzuiging aan is en
druk dan tweemaal circa 3 seconden
op toets werkingsuren en houdt
deze ingedrukt, totdat alleen stand 1
knippert.
Het symbool anti-geurfilter gaat uit.
Wanneer u het anti-geurfilter vervangt
voordat het ingestelde aantal uren is
verstreken:
Druk tweemaal circa 6 seconden lang
op de toets bedrijfsuren , totdat
alleen stand 1 knippert.
Anti-geurfilters weggooien
Gooi de gebruikte anti-geurfilters bij
het huisvuil.
38
*INSTALLATION*
Voor de installatie
Neem voordat u met de installa-
tie begint de informatie in dit hoofdstuk en in het hoofdstuk: “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”
in acht.
Deze dampkap kan in bovenkasten, afvoerkanalen, schouwen of kookeilanden
ingebouwd worden.
Controleer voor de montage of de
bovenkant van het toestel na de inbouw bereikbaar is.
Zo niet, monteer de luchtafvoer dan
voordat u het toestel inbouwt en bereid
de elektrische aansluiting voor.
Installatie
39
*INSTALLATION*
Installatie
Afmetingen van het toestel
De tekening is geen maatstaf
40
*INSTALLATION*
Installatie
De tekening is geen maatstaf
41
*INSTALLATION*
Installatie
a
De luchtafvoer kan ook aan de achterkant worden aangesloten.
b
De luchtafvoer kan ook met een platte buis van 222x89mm aan de achter- of
zijkant worden aangesloten.
c
De dampkap wordt met klemmen in de uitsparing bevestigd. Hiervoor is een
massieve uitvoering van het inbouwoppervlak, bijv. hout, noodzakelijk. Let erop
dat de constructie stevig genoeg is. In het gebied van de klemmen moeten onderdelen, zoals steunen of kabels een afstand van minimaal 25mm van de uitsparing hebben.
d
De dampkap kan ook op vier punten aan een tussenplafond worden bevestigd.
e
Extra mogelijkheid voor bevestiging aan het inbouwoppervlak.
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S)
Tussen de onderkant van de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebraden, gegrilleerd of gefrituurd wordt, moet een minimumafstand worden aangehouden. Deze kunt u hieronder vinden.
Geeft de fabrikant echter een grotere afstand aan, houd dan deze aan.
Neem ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige
hoofdstuk in acht.
KooktoestelMinimumafstand S
Elektrische kookplaat450mm
Grill en friteuse (elektrisch)650mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
650mm
totale capaciteit van ≤ 12,6 kW,
waarbij geen brander een capaciteit van > 4,5 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
760mm
totale capaciteit van >12,6 kW en > 21,6 kW,
waarbij geen brander een capaciteit van ≤ 4,8 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
niet mogelijk
totale capaciteit van >21,6 kW,
of met bij één brander een capaciteit van > 4,8 kW.
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van ≤ 6 kW650mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 6 kW en
760mm
≤ 8,1 kW
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 8,1 kWniet mogelijk
42
*INSTALLATION*
Installatie
Montagetips
- Het is aan te raden onder de dampkap, zelfs boven elektrische kookplaten, een afstand van minimum
650mm in acht te nemen. Zo werkt u
vlotter onder de dampkap.
- Hou bij de keuze van de montagehoogte rekening met uw lichaamslengte. U moet vlot aan het kookplaat kunnen werken en de dampkap
perfect kunnen bedienen.
- Houd er rekening mee dat hoe groter
afstand tussen de dampkap en de
kookplaat is, hoe minder gemakkelijk
de kookdampen opgenomen worden.
- Om alle kookdampen op te kunnen
vangen moet de dampkap precies in
het midden boven de kookplaat gemonteerd zijn.
- Zorg ervoor dat de kookplaat niet
groter is dan de dampkap, liefst kleiner.
Installatiemateriaal
1luchtafvoertuit
voor een luchtafvoerleiding 150mm
1 verbindingsstuk voor de aansluiting
van een platte buis voor de luchtafvoer
naar de achter- of de zijkant (alleen bij
de types…EXTA)
- De plaats waar de dampkap komt te
hangen moet makkelijk toegankelijk
zijn. In geval van een storing moet
een technicus makkelijk bij de dampkap kunnen komen en deze ongehinderd kunnen demonteren. Let bij het
monteren van de dampkap dus ook
op de plaatsing van kasten, planken,
plafond- of decorelementen in de
omgeving van de dampkap.
4schroeven M5x40mm, 4ringen,
4moeren M5 om de dampkap aan
een tussenplafond te bevestigen
10schroeven M4x8mm voor het bevestigen van de dampkap
4schroeven M4x12mm als extra
steun bij het bevestigen van de dampkap op een niet-egaal oppervlak
43
*INSTALLATION*
Montage
Installation
Montaje
Montaggio
Montering
Montagem
Asennus
Installatie
Niet-egaal oppervlak
Ombouwset voor luchtcirculatie
met luchtombuiger, slang en slangklemmen (niet bijgevoegd, maar na te
bestellen. Zie hoofdstuk: “Technische
gegevens”).
Bewaar de volgende onderdelen:
Montageschema
De montagestappen zijn in het montageschema afzonderlijk beschreven.
Mocht het oppervlak waaraan de
dampkap bevestigd wordt niet egaal
zijn, waardoor de dampkap moeilijk
goed aansluitend te monteren is, dan
kan het frame bijgesteld worden.
Monteer de dampkap volgens het
montageschema.
Haal de elektrische spanning van de
dampkap (ie hoofdstuk: “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”).
Trek met de meegeleverde zuignap
de lamp uit de behuizing.
Verwijder alle andere lampen even-
eens.
44
*INSTALLATION*
Plaats in elke opening een van de bij-
geleverde schroeven.
Draai de schroeven met een schroe-
vendraaier in de fitting totdat het
frame van de dampkap goed op het
inbouwoppervlak aansluit.
Draai de schroeven niet te stevig
aan.
Installatie
Luchtafvoerleiding
Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in diezelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk
zijn! Er kunnen giftige gassen vrijkomen.
Neem beslist de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatselijke schoorsteenveger controleren of
een veilig gebruik van de luchtafvoer
gewaarborgd is.
Voor de luchtafvoer mogen alleen
gladde buizen of flexibele luchtafvoerleidingen van niet-brandbaar
materiaal gebruikt worden.
Plaats de lampen weer terug.
Gebruik bij dampkappen van het type…EXT/EXTA een vormstabiele
luchtafvoerleiding. De externe afzuiginstallatie kan namelijk een onderdruk creëren, die leidt tot vervorming
van de luchtafvoerbuizen.
Voor een zo groot mogelijk afzuigvermogen en een zo laag mogelijk geluidsniveau moeten de volgende punten in
acht worden genomen:
- De diameter van de luchtafvoerleiding mag niet kleiner zijn dan die van
de luchtafvoertuit (zie het hoofdstuk
“Afmetingen”). Dit geldt vooral bij het
gebruik van platte afvoerkanalen.
- De luchtafvoerleiding moet zo kort en
recht mogelijk zijn.
- Gebruik alleen bochten met een grote
doorsnede.
45
*INSTALLATION*
Installatie
- Er mogen geen knikken in de luchtafvoerleiding komen en de luchtafvoerleiding mag niet in elkaar gedrukt
worden.
- Alle verbindingspunten moeten stevig
zijn en mogen niet lekken.
- Als de luchtafvoerleiding kleppen
heeft, moeten deze bij het inschakelen van de dampkap worden geopend.
Iedere beperking in de luchtstroming
vermindert de afzuigcapaciteit en
verhoogt het geluidsniveau.
Schoorsteen
Als de verbruikte lucht door een
schoorsteen afgevoerd moet worden,
moet de invoerbuis in stromingsrichting
geplaatst worden.
Als de schoorsteen door meerdere ventilatietoestellen gebruikt wordt, moet de
doorsnede ervan groot genoeg zijn.
Terugslagklep
Gebruik een terugslagklep in het
luchtafvoersysteem.
Een terugslagklep zorgt ervoor dat er
geen ongewenste luchtuitwisseling tussen kamer en buitenlucht plaatsvindt
als de dampkap uitgeschakeld is.
Als de verbruikte lucht naar buiten afgevoerd wordt, kan het beste een Miele
muurkast of een Miele dakdoorvoer geinstalleerd worden (na te bestellen accessoire). Deze beschikken over een
geïntegreerde terugslagklep.
Als uw afzuiginstallatie geen terugslagklep heeft, kan een terugslagklep achteraf besteld worden.
Condenswater
Als de luchtafvoerleiding bijvoorbeeld
door koele ruimtes of over zolders
wordt gelegd, kan door temperatuurverschillen condenswater in de luchtafvoerleiding ontstaan. Isoleer de luchtafvoerleiding om temperatuurverschillen
te verkleinen.
Als de luchtafvoerleiding horizontaal gelegd wordt, dient u voor een verval van
minstens 1cm per meter te zorgen. Het
verval voorkomt dat er condenswater in
de dampkap kan lopen.
46
*INSTALLATION*
Naast de isolatie van de luchtafvoerleiding raden wij aan een anti-condensvoorziening te installeren die het condenswater opneemt en verdampt.
Installatie
Geluiddemper
Voor extra geluiddemping kan in de
luchtafvoerleiding een geluiddemper
worden geplaatst (na te bestellen accessoire).
Anti-condensvoorzieningen zijn verkrijgbaar als bij te bestellen accessoire voor
luchtafvoerleidingen met een diameter
van 125mm of 150mm.
Plaats de anti-condensvoorziening
loodrecht en zo dicht mogelijk boven de
uitblaastuit van de dampkap. De pijl op
de ommanteling geeft de uitblaasrichting aan.
In dampkappen die geschikt zijn voor
de aansluiting van een externe afzuigeenheid (type...EXT/EXTA) is een anticondensvoorziening standaard ingebouwd.
Miele is niet aansprakelijk voor functionele gebreken of schade die veroorzaakt wordt door een ontoereikende
luchtafvoerleiding.
Bij de luchtafvoer dempt de geluiddemper zowel afzuiggeluiden die naar buiten dringen als geluiden die van buiten
via de luchtafvoerleiding de keuken binnendringen (zoals straatlawaai). Daarom
wordt de geluiddemper zo dicht mogelijk voor de opening geplaatst waarlangs de lucht afgevoerd wordt .
47
*INSTALLATION*
Installatie
Bij luchtcirculatie wordt de geluiddemper tussen de uitblaastuit en de uitblaasrooster geplaatst . Controleer de
inbouwruimte.
Bij gebruik met een externe ventilator
kunnen de geluiden van de ventilator
naar buiten toe en in de keuken gereduceerd worden.
Als de geluiddemper vóór de externe
ventilator wordt geplaatst, worden de
geluiden in de keuken gereduceerd. Bij
een lange luchtafvoerleiding moet de
geluiddemper op de luchtafvoertuit van
de dampkap geplaatst worden.
Bij een externe ventilator die in de behuizing is gemonteerd, worden de geluiden naar buiten toe gereduceerd door
de geluiddemper na de externe ventilator te plaatsen.
Elektrische aansluiting
Lees voor de aansluiting op elektriciteit het hoofdstuk “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”.
De aansluitgegevens (frequentie, spanning) op het typeplaatje moeten overeenkomen met de waarden van het
elektriciteitsnet. Aanwijzingen voor de
positie van het typeplaatje vindt u in het
hoofdstuk “Klantendienst”.
De dampkap is voorzien van een
stroomkabel en een geaarde stekker.
Voor de aansluiting moet een stopcontact gebruikt worden die toegankelijk is
na de installatie. Als dit niet mogelijk is
of als er een vaste aansluiting is, moet
in de huisinstallatie een werkschakelaar
voor alle polen aanwezig zijn waarmee
het toestel van de netspanning kan
worden losgekoppeld. Deze schakelaar
moet voldoen aan de vereisten in OverspanningscategorieIII.
De veiligheid wordt verbeterd als het
toestel via een verliesstroomschakelaar
wordt bediend.
Alleen een elektricien mag werkzaamheden aan de huisinstallatie uitvoeren.
48
Dit toestel moet geaard zijn.
Contact bij storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele vakhandelaar of de klantendienst van Miele.
De klantendienst van Miele kunt u online boeken op www.miele.com/service.
De contactgegevens van de klantendienst van Miele vindt u achteraan in
dit document.
De klantendienst van Miele heeft de typeaanduiding en het fabricagenummer
nodig (Fabr./SN/nr.). Beide gegevens
vindt u op het typeplaatje.
Positie van het typeplaatje
Het typeplaatje is zichtbaar nadat u (afhankelijk van het model) het vetfilter of
de vetfilters heeft verwijderd.
Klantendienst
Garantie
De garantietermijn voor dit toestel bedraagt 2 jaar.
Voor meer informatie, zie de bijgevoegde garantievoorwaarden.
49
Technische gegevens
Ventilatormotor*80W
Kookplaatverlichting
DA26682x4,5W
DA26984x3W
DA26283x4,5W
Totale aansluitwaarde*
DA266889W
DA269892W
DA262893,5W
Netspanning, frequentieAC 230V, 50Hz
Zekering10A
Lengte van de aansluitkabel1,5m
Gewicht
DA266812kg
DA269814kg
DA262815kg
DA2698EXTA11kg
*Toestellen van het type...EXTA: de aansluitwaarde en het luchtafvoervermogen zijn afhankelijk van de aangesloten externe afzuiginstallatie.
Lengte van de elektrische verbindingskabel naar de externe ventilator: 1,9m
WiFi-module
Frequentieband2,400–2,4835GHz
Maximaal zendvermogen<100mW
Na te bestellen accessoires voor luchtcirculatie
Ombouwset DUU150 of DUU151 en set anti-geurfilters DKF19-P. De set bevat
twee anti-geurfilters.
50
Technische gegevens
Verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaart Miele dat deze dampkap voldoet aan de Richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op een
van de volgende internetadressen:
- Producten, download, op www.miele.be/nl
- Service, informatie aanvragen, gebruiksaanwijzingen, op www.miele.be/nl/c/informatie-aanvragen-385.htm door de productnaam of het fabricagenummer in te
geven
Instructie voor vergelijkende onderzoeken
De bepaling van de energie-efficiëntie moet in bij luchtafvoer uitgevoerd worden.
Standaard is luchtcirculatie ingesteld. Er wordt overgeschakeld op luchtafvoer
door de bedrijfsurenteller voor de geurfilter(s) te deactiveren (zie 'Eerste ingebruikname').
51
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelDA 2668
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasseA+
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Vetfilteringsefficiëntie95,8%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt355 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)35 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)51 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus64 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 85,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)0,35 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem9,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak
Tijdstoenamefactor0,7
)28,4 kWh/jaar
dampkap
)42,3
dampkap
)36,0
dampkap
)77,8 lx/W
310,9 m3/h
175 m3/h
365 m3/h
585 m3/h
585 m3/h
700 Ix
52
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelDA 2698
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasseA+
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Vetfilteringsefficiëntie95,3%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt367 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)36 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)51 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus62 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 98,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)0,35 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem12,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak
Tijdstoenamefactor0,6
)28,6 kWh/jaar
dampkap
)37,7
dampkap
)40,1
dampkap
)54,2 lx/W
386,2 m3/h
200 m3/h
400 m3/h
640 m3/h
640 m3/h
650 Ix
53
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelDA 2628
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasseA+
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Vetfilteringsefficiëntie95,2%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt380 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)36 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)51 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus62 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 88,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)0,35 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem13,5 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak
Tijdstoenamefactor0,5
)26,8 kWh/jaar
dampkap
)37,7
dampkap
)40,9
dampkap
)51,9 lx/W
340,4 m3/h
200 m3/h
400 m3/h
640 m3/h
640 m3/h
700 Ix
54
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelDA 2698 EXTA
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasseC
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)C
Verlichtingsefficiëntie (LE
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Vetfilteringsefficiëntie95,3%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt376 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)47 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)61 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus67 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 222,6 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)0,35 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem12,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak
Tijdstoenamefactor1,3
max
dampkap
)
)112,6 kWh/jaar
dampkap
)78,0
dampkap
)20,1
dampkap
)54,2 lx/W
431,8 m3/h
325 m3/h
590 m3/h
735 m3/h
735 m3/h
650 Ix
De waarden worden in combinatie met de externe afzuiginstallatie Miele ABLG202
bepaald.
55
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
E-mail: info@miele.be
Internet: www.miele.be
Duitsland
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29
33332 Gütersloh
DA2668, DA2698, DA2628, DA2698EXTA
M.-Nr. 11 742 650 / 00nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.