Micro Motion Manuals & Guides: Transmitters uit de 1000- en 2000-serie-CE Document Dutch|Micro Motion Manuals & Guides

CE-vereisten
MMI-20021529, Rev AA
April 2012
Micro Motion®-transmitters uit de 1000- en 2000-serie
Inhoud
Inhoud
1.1 Over dit document .....................................................................................................................1
1.2 Informatie over veiligheid en goedkeuringen .............................................................................1
1.3 Overige informatie .....................................................................................................................1
1.4 Checklist voor installatie .............................................................................................................2
1.5 De bedrading tussen de transmitter en de sensor aanleggen ......................................................2
1.6 Voeding en aarding voor transmitters van model 1700 en model 2700 ....................................17
1.7 Voeding en aarding voor transmitters van model 1500 en model 2500 ....................................19
Index .................................................................................................................................................21
CE-vereisten i
Inhoud
ii Micro Motion®-transmitters uit de 1000- en 2000-serie

Micro Motion-transmitters installeren

1 Micro Motion-transmitters installeren
In dit hoofdstuk behandelde onderwerpen:

Over dit document

Informatie over veiligheid en goedkeuringen

Overige informatie

Checklist voor installatie
De bedrading tussen de transmitter en de sensor aanleggen
Voeding en aarding voor transmitters van model 1700 en model 2700
Voeding en aarding voor transmitters van model 1500 en model 2500
1.1 Over dit document
Dit document bevat geen volledige installatie-instructies. Raadpleeg voor de volledige installatie-instructies de bij het product geleverde installatiehandleiding.
1.2 Informatie over veiligheid en goedkeuringen
Dit Micro Motion-product voldoet aan alle van toepassing zijnde Europese richtlijnen indien het op de juiste wijze, volgens de instructies in deze handleiding, wordt geïnstalleerd. In de EG-verklaring van overeenstemming staat vermeld welke richtlijnen van toepassing zijn op dit product. De EG-verklaring van overeenstemming, met alle van toepassing zijnde Europese richtlijnen, alsmede de volledige tekeningen en instructies voor installatie volgens ATEX zijn verkrijgbaar via internet op www.micromotion.com/atex of via de klantenservice van uw plaatselijke Micro Motion-vestiging.
Informatie bevestigd aan apparatuur die voldoet aan de Pressure Equipment Directive (Richtlijn voor drukapparatuur) is te vinden op het internet op www.micromotion.com/
documentation.
Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in Europa dient u, als er geen landelijke normen van toepassing zijn, norm EN 60079-14 te raadplegen.
1.3
Overige informatie
De volledige productspecificaties vindt u op het productgegevensblad. Probleemoplossingsinformatie vindt u in de configuratiehandleiding van de transmitter. Productgegevensbladen en handleidingen zijn beschikbaar op de website van Micro Motion, op www.micromotion.com/documentation.
CE-vereisten 1
Micro Motion-transmitters installeren

1.4 Checklist voor installatie

Controleer of de transmitter geschikt is voor de omgeving waarin hij zal worden geïnstalleerd. Zie de explosiegevaarlijke omgeving die vermeld staat op het goedkeuringsplaatje van de transmitter.
Positioneer en monteer de transmitter aan de hand van de volgende vereisten:
- De transmitter hoort toegankelijk te zijn voor onderhoud en reparaties.
- De grenzen voor de omgevingstemperatuur voor de transmitters van model
1700 en model 2700 zijn –40 tot +60 °C (–40 tot +140 °F)
- De grenzen voor de omgevingstemperatuur bij bedrijf voor de transmitters van
model 1500 en model 2500 zijn –40 tot +55 °C (–40 tot +131 °F)
Om te voorkomen dat condensatie- en ander vocht de behuizing binnendringt, moet de transmitter zo worden geplaatst dat de doorvoeropeningen niet omhoog wijzen.
Controleer bij 4-aderige installaties op afstand of u beschikt over de juiste 4-aderige kabel en de voor uw installatie benodigde onderdelen voor het aanbrengen van de kabel.
Controleer bij 9-aderige installaties op afstand of u beschikt over de juiste 9-aderige kabel en de voor uw installatie benodigde onderdelen voor het aanbrengen van de kabel.
Volg bij ATEX-installaties de veiligheidsinstructies in deze handleiding en de documentatie met betrekking tot ATEX-goedkeuringen, beschikbaar via internet op
www.micromotion.com.
1.5

De bedrading tussen de transmitter en de sensor aanleggen

Bedradingsprocedures per installatieoptieTabel 1-1:
Installatieoptie Bedradingsprocedure
Alle opties Voedings- en signaalkabels moeten worden aangesloten. Raadpleeg hiervoor
de installatiehandleiding van de transmitter.
Integrale transmitter Geen bedrading vereist tussen sensor en transmitter.
4-aderig op afstand Sluit een 4-aderige kabel aan tussen de sensor en de transmitter. Raadpleeg de
instructies in deze handleiding voor aansluiting van een 4-aderige kabel.
9-aderig op afstand Sluit een 9-aderige kabel aan tussen de sensor en de transmitter. Raadpleeg de
instructies in deze handleiding voor aansluiting van een 9-aderige kabel.
Kernprocessor op afstand met sensor op afstand
Volg de instructies voor 4-aderige kabel bij het aansluiten van de transmitter en de kernprocessor op afstand. Volg de instructies voor 9-aderige kabel bij het aansluiten van de kernprocessor op afstand en de sensor.
2 Micro Motion®-transmitters uit de 1000- en 2000-serie

1.5.1 4-aderige kabel aansluiten

Typen en toepassing 4-aderige kabels
Micro Motion levert twee typen 4-aderige kabel: afgeschermd en gepantserd. Beide types bevatten verstevigingsdraden.
De 4-aderige kabel die wordt geleverd door Micro Motion bestaat uit een stel zwarte en rode aders van 18 AWG (0,75 mm2) voor de gelijkspanningsverbinding en een stel witte en groene aders van 22 AWG (0,35 mm2) voor de RS-485-verbinding.
Door de gebruiker te verstrekken 4-aderige kabel moet aan de volgende eisen voldoen:
Constructie met gedraaide aderparen
Toepasselijke classificatie voor explosiegevaarlijke omgeving als de kernprocessor in
een explosiegevaarlijke omgeving wordt geïnstalleerd.
Koperdoorsnede die gepast is voor de kabellengte tussen de kernprocessor en de
transmitter.
KoperdoorsnedeTabel 1-2:
Micro Motion-transmitters installeren
Koperdoorsnede Maximale kabellengte
V d.c. 22 AWG (0,35 mm2) 300 ft (90 m)
V d.c. 20 AWG (0,5 mm2) 500 ft (150 m)
V d.c. 18 AWG (0,8 mm2) 1000 ft (300 m)
RS-485 ten minste 22 AWG (0,35 mm2) 1000 ft (300 m)
Gereedmaken van de 4-aderige kabel
Belangrijk
Op door de gebruiker verstrekte kabelwartels moet de aarddraad aangesloten kunnen worden.
N.B.
Als u onafgeschermde kabel installeert in een ononderbroken metalen kabelbuis die de bedrading over 360° afschermt, hoeft u alleen de kabel gereed te maken en kunt u de afschermingsprocedure overslaan.
CE-vereisten 3
Micro Motion-transmitters installeren
4-aderige kabel gereedmakenAfb. 1-1:
Verwijder het deksel van de
kernprocessor.
Micro Motion
kabelwartel
Trek de draden door de wartelmoer en klemstuk.
wartelmoer
1. Strip 115 mm van de buitenkabel af.
2. Verwijder het doorzichtige wikkel- en vulmateriaal.
3. Strip alles weg tot op 19 mm van de afdekking.
Klem stuk
NPT
Wikkel de verstevigingsdraden tweemaal om de
afdekking en snijd de overtollige verstevigingsdraden
kabelwartels
Wartelleveranci
er
Type wartel
1. Strip 108 mm van de buitenkabel af.
2. Verwijder het doorzichtige wikkel- en vulmateriaal.
3. Strip alles weg tot op 12 mm van de afdekking.
af.
Kabelaanleg
M20
Geleverd
door
gebruiker
kabelwartel
Trek de draden door
de gehele wartel.
Zet de afdekking en
de
verstevigingsdraden
in de wartel.
Metalen
doorvoer
Trek doorvoer naar
sensor
Leg de kabel in de
doorvoer
Gereed
(ga niet naar de
afschermingsprocedur
e)
Verstevigingsdrad en om de afdekking heen
Ga naar de
afschermingsproce
dure
4 Micro Motion®-transmitters uit de 1000- en 2000-serie
Loading...
+ 18 hidden pages