Medisana CardioCompact User guide [ml]

CardioCompact Bloeddrukmeter
NL
CardioCompact Verenpainemittarin
FI
GARANTIE
JAHRE
CERTIFIED
QUALITY
3
YEARS
WARRANTY
Art. 51098
0297
Gebrauchsanweisung Instruction Manual Mode d’emploi Istruzioni per l´uso Instrucciones de manejo
entspricht
den Anforderungen
acc. to the requirements
MDD 93/42
MEDICAL DEVICE
DIRECTIVE
Bitte sorgfältig lesen! Please read carefully! A lire attentivement s.v.p.! Da leggere con attenzione! ¡Por favor lea con cuidado!
g
h
e
c
s
i
n
i
l
K
c
l
i
n
i
c
a
t
l
l
y
p
r
ü
f
t
d
e
t
s
e
Manual de instruções Gebruiksaanwijzing Käyttöohje Bruksanvisning
Οδηγίες χρήσης
Por favor, ler cuidadosamente! A.u.b. zorgvuldig lezen! Lue huolellisesti läpi! Läses noga!
Παρακαλούμε διαβάσετε με προσοχή!
NL Gebruiksaanwijzing
1 Veiligheidsmaatregelen...............
2 Wetenswaardigheden.................
3 Voor het Gebruik.........................
4 Het Gebruik.................................
5 Geheugen...................................
6 Diversen......................................
7 Garantie......................................
FI Käyttöohje
1 Turvallisuusohjeita.......................
2 Tietämisen arvoista.....................
3 Käyttöönotto................................
4 Käyttö..........................................
5 Muisti...........................................
6 Sekalaista....................................
7 T akuu...........................................
121 124 127 132 135 136 140
141 144 147 152 155 156 160
Klappen Sie bitte diese Seite auf und lassen Sie sie zur schnellen Orientierung aufgeklappt.
Veuillez déplier cette page et la laisser dépliée an de vous orienter plus rapidement.
Sla deze bladzijde om en laat deze opengeslagen, terwijl u de gebruiksaanwijzing leest.
Kääntäkää tämä sivu auki ja pitäkää se aukikäännettynä nopeaa orientaatiota varten.
Παρακαλούμε ανοίξτε τη σελίδα αυτή και αφήστε την ανοιχτή για γρήγορο προσανατολισμό.
Please fold out this page and leave it folded out for quick reference.
Aprire questa pagina e lasciarla aperta ai ni di un rapido orientamento.
Por favor, despliegue esta hoja y déjela desplegada para orientarse rápidamente.
Por favor, abra esta página e deixe-a aberta para uma orientação rápida.
Vik upp denna sida och låt den vara uppslagen som hjälp till snabb orientering.
0 q
Gerät und Bedienelemente
Device and controls
Appareil et éléments de commande
Apparecchio ed elementi per la regolazione
Dispositivo y elementos de control Aparelho e elementos de comando
Toestel en bedieningselementen
Laite ja käyttölaitteet
Apparaten och komponenter
Συσκευή και στοιχεία χειρισμού
1
X
9 8 7 6
w e r t z
2
3 4
5
f d
s
u
i
o p a
NL Toestel en bedieningselementen
SNOOZE - knop
1
LCD-aanduiding (display)
2
Functioneel inklapmecha-
3
nisme: OFF = Uit = Bloeddrukmetermodus = Reiswekkermodus Aansluiting voor adapter
4
(aan de zijkant, onderaan) Aansluiting voor mini-USB-ka-
5
bel (aan de zijkant, onderaan) START - knop
6
MEM - knop
7
Bloeddrukindicator
8
(groen-geel-oranje-rood) Aansluiting voor luchtslang
9
Bovenarmmanchet
0
Batterijvakje
q
(aan de onderkant) Wekkersymbool 1 en 2
w
FI Laite ja käyttölaitteet
Torkkupainike
1
Nestekidenäyttö
2
Toiminnallinen taittomekanismi:
3
OFF = POIS PÄÄLTÄ
= VERENPAINEEN MITTAUS = MATKAHERÄTYSKELLO Sähköjohdon pistoke (sivulla)
4
Mini-USB-johdon pistoke
5
(sivulla) Käynnistyspainike
6
Muistipainike
7
Verenpaineen osoitin (vihreä-
8
keltainen-oranssi-punainen) Ilmaletkun pistoke
9
Käsivarsimansetti
0
Paristokotelo (Alapuolella)
q
: Tijdaanduiding
e
: Wekkeraanduiding Symbool voor vervangen
r
van batterijen Datum (dag “D”/maand “M”)
t
Symbool voor opslag door
z
gebruiker : Diastole
u
: Minuten Polsaanduiding
i
Aritmiesymbool
o
Uur / Datum voor de 2de
p
tijdzone Bloeddrukindicatoraanduiding
a
: Aanduiding opslagplaats
s
: Aanduiding uurverschil Geheugensymbool (“M”)
d
: Systole
f
: Uren
Hälytyssymbolit 1 ja 2
w
: Kellonaika
e
: Hälytysaika Pariston vaihtotarpeensymboli
r
Päiväys (Päivä “D” ja kuukausi “M”)
t
Käyttäjän tallennussymboli
z
: Diastolinen paine
u
: Minuutit Pulssi
i
Rytmihäiriön symboli
o
Kellonaika / Päiväys
p
2. aikavyöhykkeelle Verenpaineen näyttö
a
: Muistipaikan näyttö
s
: Aikaeron näyttö Tallennussymboli (“M”)
d
: Systolinen paine
f
: Tunnit
1 Veiligheidsmaatregelen
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN!
ABSOLUUT BEWAREN!
Lees de gebruiksaanwijzing, in het bijzonder de vei­ligheidsinstructies, zorvuldig door vooraleer u het ap­paraat gebruikt en bewaar de gebruiksaanwijzing voor verder gebruik. Als u het toestel aan derden doorgeeft, geef dan deze gebruiksaanwijzing absoluut mee.
Verklaring van de symbolen Deze gebruiksaanwijzing behoort bij dit toestel. Ze bevat
belangrijke informatie over de ingebruikneming en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing helemaal. Het niet naleven van deze instructie kan zware verwondingen of schade aan het toestel veroorzaken.
WAARSCHUWING Deze waarschuwingen moeten in acht genomen worden om mogelijk letsel van de gebruiker te verhinderen.
OPGELET Deze aanwijzingen moeten in acht genomen worden om mogelijke schade aan het toestel te verhinderen.
AANWIJZING Deze aanwijzingen geven u nuttige bijkomende informatie bij de installatie of het gebruik.
Gecerticeerd krachtens de richtlijnen voor medische
0297
producten
NL
BF-veiligheidsklasse
LOT-nummer
Producent
Productiedatum
121
1 Veiligheidsmaatregelen
NL
Veiligheidsmaatregelen
Doel:
Deze volautomatische elektronische bloeddrukmeter is bestemd voor het thuis meten van de bloeddruk. Dit is een niet-invasief systeem voor het meten van de diastolische en systolische bloeddruk en de pols van volwassenen, door gebruik te maken van de oscillometrische techniek door het aanleggen van een manchet om de bovenarm. De voor dit toestel bruikbare manchetomvang is beperkt tot 22 - 42 cm.
Contra-indicaties:
Deze bloeddrukmeter is niet geschikt voor mensen met een sterke aritmie.
WAARSCHUWING Neem op grond van een zelfmeting geen
therapeutische maatregelen. Verander nooit de dosering van een door de dokter voorgeschreven geneesmiddel.
• Het instrument is enkel bedoeld voor particulier gebruik.
• Mocht u bedenkingen voor de gezondheid hebben, consulteer
uw dokter alvorens de bloeddrukmeter te gebruiken.
• Hartritmestoringen resp. arritmieën veroorzaken een onregel-
matige pols. Normaal brengt dit moeilijkheden met zich mee bij het vaststellen van de correcte meetwaarde met behulp van oscillometrische bloeddruk-computers. Het onderhavige toestel is elektronisch zo uit gerust dat het meer dan 20 van de meest
optredende arrhythmieën en zogenaamde bewegingsartefacten
herkent en dit door een symbool op het display weergeeft.
• Gebruik het instrument alleen als bedoeld in deze handleiding.
Als u het instrument aan zijn eigenlijke bedoeling onttrekt vervalt uw recht op garantie.
• Indien u aan een ziekte lijdt zoals b.v. obliteratieve arteriële
ziekte, raadpleegt u best uw arts voordat u het instrument toe­ past.
• Het instrument mag niet worden gebruikt om de har frequentie
van een pacemaker te controleren.
122
1 Veiligheidsmaatregelen
• Gebruik het toestel (de manchet) niet op open wonden of brand-
wonden of op lichaamsdelen die met intravasculaire thera­ peutische maatregelen worden behandeld.
• Zwangeren moeten de nodige voorzorgs maatregelen en hun
individuele belastbaarheid in acht nemen, raadpleeg, indien nodig, uw dokter.
• Mocht u tijdens een meting last zoals b.v. pijn in de bovenarm of
andere ongemakken ondervinden, druk dan op de START-toets 6 om de manchet meteen te ontluchten. Maak de manchet los en neem hem af van de bovenarm.
• Dit toestel is niet bestemd om door personen (inclusief kinderen)
met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan ervaring en/of kennis gebruikt te worden, tenzij ze door een voor hun veiligheid bevoegde persoon gecontroleerd worden of tenzij ze van deze persoon instructies kregen hoe het toestel gebruikt moet worden.
• Kinderen moeten in het oog gehouden worden om er zeker van te
zijn dat ze niet met het toestel spelen.
• Het instrument mag niet in de buurt van toestellen worden gebruikt die een inke elektrische straling uitzenden, zoals b.v. radiozender,
mobiele telefoon of magnetron.
• Gebruik het instrument niet in rijdende voertuigen, omdat hierdoor
de meetresultaten worden beïnvloed.
• In geval van storingen mag u het instrument niet zelf herstellen.
Laat herstellingen enkel door geautoriseerde serviceplaatsen uitvoeren.
• Gebruik uitsluitend accessoires die voor dit toestel werden voor-
zien en die door de fabrikant mee werden geleverd.
• Bescherm het instrument tegen vocht. Mocht ooit vocht het
instrument binnendringen, dient u de batterijen onmiddellijk te verwijderen en verdere toepassingen te vermijden. Stelt u zich in dit geval met uw gespecialiseerde handelaar in verbinding of infor­ meer ons rechtstreeks.
• Verwijder de batterijen, als u het apparaat langere tijd niet gebruikt.
• Mensen met een vlakke polsfrequentie moeten de arm optillen en
de hand ongeveer tien keer openen en weer sluiten en dan pas meten. Hierdoor worden de frequentiegolf van de pols en de meet­ procedure geoptimaliseerd.
• Wanneer het toestel door meerdere personen wordt gebruikt, moeten, om hygiënische redenen alle personen hun eigen
manchet hebben. Deze manchetten zijn apart in de handel verkrijgbaar.
NL
123
1 Veiligheidsmaatregelen / 2 Wetenswaardigheden
NL
• Alvorens u het apparaat aansluit op uw stroomtoevoer, dient u
erop te letten dat de netspanning, die op het typeaanduidings-
plaatje staat aangegeven overeenkomt met die van uw stroomnet.
• Raak nooit een voedingsapparaat aan dat in water is gevallen.
Haal onmiddelijk de stekker resp. de voedingsapparaat uit de wandcontactdoos.
• Wanneer het snoer of het voedingsapparaat beschadigd is, mag
het instrument niet verder gebruikt worden.
• Dit instrument, het snoer en het voedingsapparaat mogen nooit
in water ondergedompeld worden of onder stromend water worden gehouden.
• Raak het voedingsapparaat uitsluitend met droge handen aan.
• De kabel mag niet in de buurt van warmtebronnen gebracht
worden of over scherpe randen heen getrokken worden.
• Transporteer, trek of draai het voedingsapparaat nooit met behulp
van het netsnoer en zorg ervoor dat het netsnoer niet ingeklemd wordt.
2 Wetenswaardigheden
Hartelijk dank
Hartelijk dank voor uw vertrouwen en van harte gelukgewenst! Met de bloeddrukmeter CardioCompact heeft u een kwaliteits­product van MEDISANA aangeschaft. Voor een succesvol ge­bruik en een lange gebruiksduur van uw MEDISANA bloeddruk- meter CardioCompact bevelen wij aan de hieronder beschreven aanwijzingen voor het gebruik en voor het onderhoud zorgvuldig door te lezen.
2.1 Levering en verpakking
Gelieve eerst te controleren of het instrument volledig is en volledig vrij van beschadigingen is. In geval van twijfel neemt u het toestel niet in bedrijf en neemt u contact op met uw handelaar of uw servicepunt. Bij de levering horen:
1 Bloeddrukmeter MEDISANA CardioCompact
1 Manchet met luchtslang
4 Batterijen (Type AAA) 1,5V
1 Transporttasje
1 Mini-USB-kabel
1 Gebruiksaanwijzing en EMV-bijlage
1 Korte handleiding
Het verpakkingsmateriaal kan opnieuw worden gebruikt of ge­recycled. Zorg ervoor dat het gebruikte verpakkingsmateriaal bij de daarvoor bestemde afvalverwerking terechtkomt. Indien u tijdens het uitpakken transportschade constateert, neem dan direct contact op met uw leverancier.
124
2 Wetenswaardigheden
WAARSCHUWING Let er op dat het verpakkingsmateriaal niet in
handen komt van kinderen! Zij kunnen er in stikken!
2.2 Wat betekent bloeddruk?
Bloeddruk is de druk die door elke hartslag in de vaten ontstaat.
Wanneer het hart samentrekt (= systole) en bloed naar de arteriën
pompt, leidt dit tot het stijgen van de druk. De hoogste waarde van deze druk wordt systolische druk genoemd en gedurende een bloeddrukmeting als eerste waarde gemeten. Wanneer de hartspier verslapt om nieuw bloed op te nemen, neemt ook de druk af in
de arteriën. Wanneer de vaten ontspannen zijn, wordt de tweede
waarde - de diastolische druk gemeten.
2.3 Hoe werkt de meting?
De MEDISANA CardioCompact is een bloeddrukmeter, die de bloeddruk van de bovenarm meet. De meting wordt door een micro­processor bestuurt die met behulp van een druksensor de schom­melingen analyseert die via de arterie ontstaan door het opblazen
en aaten van de bloeddrukmanchet.
2.4 Waarom is het zinvol om de bloeddruk thuis te meten?
MEDISANA beschikt over meerjarige ervaringen op het gebied
van de bloeddrukmeting. De hoge nauwkeurigheid van het meet­principe van het MEDISANA instrument blijkt uit omvangrijke klinis­che onderzoeken die volgens strikte internationale standaards zijn doorgevoerd. Een belangrijk argument voor de bloeddrukmeting thuis is het feit dat de meting in de bekende omgeving en onder ont­spannen omstandigheden wordt verricht. Bijzonder veelzeggend is
de zogenoemde ‘basiswaarde’ die ‘s morgens direct na het opstaan
en vóór het ontbijt wordt gemeten. De bloeddruk kan het beste al­tijd op dezelfde tijdstip en onder dezelfde omstandigheden worden gemeten. Hierdoor wordt de vergelijkbaarheid van de resultaten ge­waarborgd en een aanvankelijke bloeddrukziekte kan tijdig worden vastgesteld. Indien een verhoogde bloeddruk over een langere periode niet wordt ontdekt, stijgt de kans op een aantal hart-circu­latieziektes.
NL
125
2 Wetenswaardigheden
NL
VANDAAR ONZE TIP: Meet uw bloeddruk dagelijks en regelmatig, zelfs
als uw geen ongemakken heeft.
2.5 Bloeddrukclassicatie
In de tabel hieronder zijn de richtwaarden aangegeven voor hoge en lage bloeddruk zonder inachtneming van de leeftijd. Deze beoordelingsschaal voor de bloeddruk voldoet aan de richtlijnen
van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Lage bloeddruk:
systolisch <100 ; diastolisch <60
Normale bloeddruk (groene gebied van het display
systolisch 100 - 139 ; diastolisch 60 - 89
Vormen van verhoogde bloeddruk: Licht verhoogde bloeddruk (gele gebied van het display
systolisch 140 – 159 ; diastolisch 90 – 99
Middelmatig verhoogde bloeddruk
(oranje gebied van het display
systolisch 160 – 179 ; diastolisch 100 – 109
Sterk verhoogde bloeddruk (rode gebied van het display systolisch ≥ 180 ; diastolisch ≥ 110
WAARSCHUWING Te lage bloeddruk betekent net zo’n gezond­heidsrisico als hoge bloeddruk! Aanvallen van duizeligheid kunnen leiden tot gevaarlijke situa­ties (b.v. op trappen of in het verkeer)!
8
):
8
):
):
8
):
8
2.6 Bloeddrukschommelingen
Er zijn vele factoren die de bloeddruk kunnen beïnvloeden. De waarden worden met nadruk beïnvloedt door zwaar lichamelijk werk, angst, stress of de tijdstip van de meting. De persoonlijke bloeddrukwaarden zijn over een dag en over een jaar gerekend aan
sterke schommelingen onderhevig. Bij patiënten met verhoogde
bloeddruk zijn deze schommelingen bijzonder ontwikkeld. Normaal wordt de bloeddruk tijdens lichamelijke inspanningen het meest
verhoogd en ‘s nachts tijdens het slapen het meest verlaagd.
126
2 Wetenswaardigheden / 3 Voor het Gebruik
2.7 Beïnvloeding en analyse van de metingen
Meet meermalen uw bloeddruk, sla de resultaten op en vergelijk
de deze vervolgens onder elkaar. Trek geen conclusie opgrond van een enkel resultaat. Uw bloeddrukwaarden dienen altijd door een arts te worden
beoordeeld die vertrouwd is met uw medische voorgeschiedenis. Als u het instrument regelmatig gebruikt en de waarden registreert voor uw arts, informeer dan uw arts regelmatig over het verloop. Houd tijdens bloeddrukmetingen rekening ermee dat de dageli-
jkse waarden van vele factoren afhankelijk zijn. Factoren zoals roken, alcohol, medicijnen en lichamelijk werk beïnvloeden de meetwaarden op verschillende manier. Meet uw bloeddruk voor de maaltijden.
Rust minstens 5 minuten voordat u uw bloeddruk meet.
Te vaak meten kan leiden tot storingen in de bloeddoorstroming.
Las dus een pauze van minstens 2 min in tussen de metingen, opdat de bloeddoorstroming zich zou kunnen herstellen. De toepassing van het manchet met een druk van meer dan 300
mmHg of met een constante druk van meer dan 15 mmHg ge-
durende meer dan 3 min, kan tot verwondingen leiden (bijvoor­beeld blauwe plekken). Neem, als u een buitengewone (te hoge of te lage) systolische of
diastolische waarde van de meting constateert, hoewel het instru­ment op de juiste manier is gebruikt, contact op met uw arts, indi­en deze waarde ook na een aantal metingen blijft verschijnen. Dit geldt ook voor de zeldzame gevallen dat door een onregelmatige of zeer zwakke pols de meting wordt verhinderd.
3 Voor het Gebruik
3.1 Batterijen inleggen/vervangen
Inleggen: Voordat u het instrument kunt gebruiken dient u de bij-
gaande batterijen in te zetten. Aan de onderkant van het instrument bevindt zich het deksel van het batterijvak q. Maak het deksel open, verwijder het en leg er de 4 bijgeleverde 1,5 V batterijen type
AAA in. Neem daarbij de polariteit in acht (zoals in het batterijvak gemerkt). Sluit het batterijvak opnieuw.
Verwijderen: Vervang de batterijen wanneer het batterijsymbool “ “ op het display verschijnt. Wanneer er niets wordt aange­duid op het display, zijn de batterijen helemaal leeg en moeten ze dus onmiddellijk vervangen worden. Stel nu datum en uur in zoals beschreven onder 3.4 Datum en uur instellen. Denk erom dat u tel­kens nadat u batterijen in het batterijvakje heeft gestoken, de datum en het uur opnieuw moet instellen.
127
NL
3 Voor het Gebruik
NL
WAARSCHUWING
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN T.A.V. DE BATTERIJ
• Batterien niet uit elkaar halen!
• Lege batterijen onmiddellijk uit het toestel
verwijderen!
• Verhoogd uitloopgevaar, contact met huid, ogen
en slijmhuid vermijden! Bij contact met accuzuur de betreffende plaatsen onmiddellijk met over­ vloedig helder water spoelen en onmiddellijk een arts opzoeken!
• Mocht er een batterij ingeslikt zijn, dan moet
onmiddellijk een arts opgezocht worden!
• Altijd alle batterijen tegelijk vervangen!
• Alleen batterijen van hetzelfde type gebruiken,
geen verschillende types of gebruikte en nieuwe batterijen door elkaar gebruiken!
• Plaats de batterijen correct, neem de polariteit in
acht!
• Batterijen bij langer niet-gebruik uit het toestel
verwijderen!
• Batterijen uit de buurt van kinderen houden!
• Batterijen niet heropladen! Er bestaat
explosiegevaar!
• Niet kortsluiten! Er bestaat explosiegevaar!
Niet in het vuur werpen! Er bestaat explosiegevaar!
• Geef verbruikte batterijen en accu’s niet met het
gewone huisvuil mee, maar met het speciale afval of in een batterijverzamelstation in de vakhandel!
3.2 Gebruik van een adapter
Alternatief kunt u het instrument ook met een speciaal voeding-
sapparaat gebruiken (6V/600mA, MEDISANA art.–nr. 51095) dat
aan de hiervoor bestemde aansluiting het instrument wordt aangesloten. Kantel, voordat u de adapter in­steekt, het bovenste deel met het display zodanig, dat de marker­ing van het inklapmechanisme blijven in het toestel zitten. Doordat u de stekker aan de zijkant van de bloeddrukmeter insteekt, worden de batterijen mechanisch uitgeschakeld. Het is dus nodig, eerst de adapter in de contact­doos te steken en dan met de bloeddrukmeter te verbinden. Als de bloeddrukmeter niet meer wordt gebruikt, moet eerst de stekker uit de bloeddrukmeter en dan de adapter uit de contactdoos worden getrokken. Daardoor voorkomt u dat u datum en tijd iedere keer opnieuw moet invoeren.
128
3
aan de achterzijde van
4
naar “OFF” wijst. De batterijen
3 Voor het Gebruik
3.3 Het functioneel inklapmechanisme
Het functioneel inklapmechanisme 3 maakt van het toestel, af­hankelijk van de kantelhoek van het display, naar keuze een bloed­drukmeter of een praktische reiswekker. Samengeklapt staat het toestel in reismodus en verhindert zo een onbedoeld inschakelen tijdens de reis. De markering aan de rechterkant van het toestel toont daarbij de functiemodus aan:
NL
“OFF” / Uit metermodus modus
Bloeddruk- Reiswekker-
3.4 Afstellen van datum en tijd
Kantel het bovenste gedeelte met het display zodanig, dat de
markering van het klapmechanisme 3 naar “reiswekkermodus” wijst. Druk tegelijkertijd op de START-knop 6 en de MEM-knop 7 en
hou de knoppen ca. min. 1 seconde ingedrukt. Vervolgens worden
alle aanduidingselementen aangeduid (autotest) en vervolgens kunt u het formaat van uuraanduiding (aanduiding met verdeling in 12- of 24-uur) instellen met behulp van de MEM-knop 7.
Druk nu op de SNOOZE-knop 1, om verder te gaan met het
jaartal.
Ga te werk volgens hetzelfde schema (MEM-knop 7 Voor ve-
randeringen, SNOOZE-knop 1 om naar de eerste invoering te
gaan) om de correcte waarden voor het jaartal e, de dag “D” en
de maand “M” t, het uur f, de minuten u en de tijdverschuiv­ing s van een tweede tijdzone p in te voeren. Datum en uur worden nu permanent aangeduid. Het uur van een
2de tijdzone p wordt eveneens in kleine cijfertjes aangeduid, als u bij de instellingen een tijdverschil <> 0 heeft ingesteld. U kunt de instellingsmodus altijd verlaten door op de STAR T-knop
te drukken. Nadat een knop ongeveer 1 minuut lang niet werd
6
ingedrukt, verlaat het toestel automatisch de instellingsmodus. Bij het vervangen van batterijen gaan de ingevoerde gegevens
verloren en moeten zij opnieuw worden ingevoerd.
129
3 Voor het Gebruik
NL
3.5 Wekkerinstelling
Kantel het bovendeel met hat display zo, dat de markering van het
klapmechanisme 3 naar “reiswekkermodus” wijst. Druk op de SNOOZE-knop 1 en hou hem minstens ca. 2 sec-
onden ingedrukt, totdat de wekkeraanduiding van het eerste 1. wekuur
7
Druk nu op de SNOOZE-knop 1, om door te gaan met de in-
stelling van het wekuur (in zoverre de wekkerfunctie geactiveerd werd). Ga op dezelfde manier te werk (MEM-knop
gen, SNOOZE-knop 1 om naar de volgende invoering te gaan ) om de correcte waarden voor het uur en de minuten in te voeren. Vervolgens kunt u een 2de wektijd w instellen volgens hetzelfde
schema. U kunt de instellingsmodus voor de wekker op elk ogenblik ver-
laten door op de START-knop 6 te drukken. Nadat een knop ongeveer een minuut lang niet werd ingedrukt, verlaat het toestel automatisch de instellingsmodus. Bij het vervangen van batterijen gaan de ingevoerde gegevens
verloren en moeten zij opnieuw worden ingevoerd.
130
knippert (ON of OFF). Met behulp van de MEM-knop
w
kunt u de wekkerfunctie activeren (ON) of uitschakelen (OFF).
voor veranderin-
7
TIPS:
- Opdat de wekker zou afgaan op het ingestelde uur, moet hetzij de reiswekkermodus, hetzij de bloeddrukmeetmodus ingesteld zijn.
- De wektijden gelden alleen voor de reguliere tijd, niet voor de 2. tijdzone onder 3.4 Datum en uur instellen werd in­ gesteld.
- U kunt de wekker afzetten door te drukken op “MEM” 7 of op “START” 6 . Een druk op de “SNOOZE”-knop 1 zorgt ervoor dat de wekker
10 min later opnieuw aoopt .
- Wanneer bij het aopen van de wekker er niet
binnen de 50 seconden op een knop wordt gedrukt, wordt de wekprocedure onderbroken en loopt de wekker na 10 min opnieuw af. Wanneer na 5 dergelijke procedures er nog steeds geen knop wordt ingedrukt, wordt de wekker uitgeschakeld.
, die eventueel
p
3 Voor het Gebruik
3.6 Voorstelling van uur en datum
De voorstelling van het uur en de datum verschillen een beetje,
naargelang de modus (reiswekker- of bloeddrukmeetmodus):
NL
Voorbeeld aanduiding in
de reiswekkermodus
Wanneer de wekkerfunctie geactiveerd is, verschijnt (alleen in de reiswekkermodus) links bovenaan op het display het dien- overeen-
komstig symbool waarop de wekker de volgende keer aoopt. De blauwe achter­grondbelichting wordt na instelling van de modus of nadat er op een knop werd gedrukt, gedurende enkele seconden geactiveerd, maar wordt daarna uitgeschakeld om energie te besparen.
en rechts daarnaast het ingestelde wekuur
w
Voorbeeld aanduiding in
de bloedddrukmeetmodus
e
3.7 Het instellen van de gebruikergeheugen
De bloeddrukmeter MEDISANA CardioCompact biedt de mo- gelijkheid om de gemeten waarden op twee verschillende plaatsen op te slaan zonder de meetwaarden op te slaan. Elke opslagplaats biedt ruimte om 500 metingen op te slaan. Kantel het bovendeel met het display zo, dat de markering van het klapmechanisme Druk op de SNOOZE-knop
(een opslagsymbool rechts bovenaan in het display begint te knip­peren). Druk nu op de SNOOZE-knop 1 om de gewenste opslag-
plaats te selecteren: Opslagplaats 1: Opslagplaats 2: Gastmodus:
Druk op de START-knop 6 of gebruik gedurende minstens 5 sec­onden geen enkele knop, om de keuze te bevestigen.
of om de meting in de “Gastmodus” af te ronden,
z
naar “bloeddrukmeetmodus” wijst .
3
, om de opslagkeuze op te starten
1
131
4 Het Gebruik
NL
4.1 Verbinden van de luchtslang met het toestel
Steekt het uiteinde van de luchtslang van de manchet 0 in de aansluiting voor de luchtslang 9 op het toestel. Let erop dat de slang niet beschadigd is en goed vast zit.
WAARSCHUWING Vermijd om tijdens de meting de luchtslang
samen te drukken of te knikken, omdat dit tot foutieve metingen of zelfs tot verwondingen om­wille van de te hoge druk zou kunnen leiden!
4.2 Het bevestigen van de drukmanchet
1. Schuif de open kant van de manchet zo door de metalen beugel,
dat de klittenbandsluiting zich aan de buitenkant bevindt.
2. Open de manchet zo, dat er een cilindrische vorm ontstaat.
3. Schuif de manchet over uw linker bovenarm. Plaats de luchtslang
op het midden van de arm in het verlengde van de middelvinger
(a).
4. Leg uw arm met de handpalm naar boven op tafel. De onderkant van de manchet dient daarbij 2 - 3 cm boven de binnenkant van
de elleboog te liggen (b). Trek de manchet strak (c) en sluit de
klittenbandverbinding.
5. Vermijd een holle ruimte tussen arm en manchet. Hij kan het meetresultaat vervalsen.
6. Meet op de ontblote bovenarm. Let erop dat uw arm bij nauw aansluitende bovenarmkleding door het oprollen van uw mouw niet wordt afgebonden.
7. Alleen als de manchet niet op de linker arm kan werden aan­ gelegd, legt u die op de rechter arm aan. Metingen dienen altijd verricht te worden aan de zelfde arm.
132
4 Het Gebruik
TIPS: Wanneer de manchet vuil is, verwijdert u ze van
het toestel en maakte ze schoon met de hand, in een mild sopje. De manchet na het schoonmaken met koud, helder water afspoelen. De manchet mag niet gestreken worden en mag niet in de droogautomaat worden gedroogd. Het verdient in principe aanbeveling om de manchet te reinigen nadat ze zo’n 200 keer werd gebruikt.
4.3 De correcte meetpositie
De juiste houding bij zittend meten
• Neemt u tijdens de meting ergens plaats.
• Ontspan uw arm en steun deze losjes bijv. op
een tafel.
• Let erop dat de manchet zich ter hoogte van
het hart bevindt.
• Blijf rustig tijdens de meting: beweeg en spreek
niet, omdat hierdoor de meetresultaten worden beïnvloed.
De juiste houding bij liggend meten
• In speciale gevallen kan de meting ook worden
verricht terwijl u ligt.
• Ontspant u zich op uw rug liggend minstens 5
minuten en leg uw arm losjes neer.
• Let erop, dat de manchet zich ter hoogte van het hart bevindt. Van
elkaar afwijkende hoogten hebben invloed op de nauwkeurigheid van de meting.
• Blijf rustig tijdens de meting: Beweeg niet en spreek niet, omdat
anders de meetresultaten kunnen veranderen.
NL
133
4 Het Gebruik
Het is mogelijk dat het toestel bij onvoldoende druk in de manchet
NL
4.4 De bloeddruk meten
1. Kantel het bovendeel met het display zo, dat de markering van
het klapmechanisme Druk, wanneer deze positie reeds ingesteld is, op gelijk welke
knop, om de blauwe achtergrondbelichting te activeren (pas dan kan de bloeddrukmeting van start gaan).
2. Wanneer de achtergrondbelichting ingeschakeld is, drukt u op de START-Knop
3. Het toestel is klaar om te meten, het resultaat van de laatste meting door de ingestelde gebruikersopslag verschijnt en er klinkt een akoestisch signaal. Daarna pompt het toestel automatisch de manchet langzaam op, tot er voldoende druk bereikt werd om een meting uit te voeren.
4. Tijdens het oppompen verandert de drukaanduiding voortdurend. Vervolgens wordt de lucht langzaam uit de manchet afgelaten en wordt de meting uitgevoerd.
nog een keer lucht napompt. Tijdens de meetprocedure wordt ook de polsfrequentie gemeten. U kunt de meetprocedure manueel onderbreken door op de START-knop
5. Wanneer de meting afgelopen is, wordt de lucht uit het manchet gelaten en verschijnen zowel de systolische en de diastolische bloeddruk evenals de polsslag op het display. Conform de bloed-
drukclassicatie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
verschijnt de bloeddrukindicator balkje van dezelfde kleur. Wanneer bij de meting door het toestel een aritmie die wordt vastgesteld, verschijnt bij het aangeven van de gemeten waarden hat aritmiesymbool
6. De gemeten waarden worden automatisch opgeslagen. De opslagplaats biedt ruimte voor 500 meetwaarden per gebruiker, met vermelding van uur en datum. Wanneer u de gemeten waarde nogmaals wil zien, drukt u op de MEM-knop
6
naar de “bloeddrukmeetmodus” wijst.
3
.
( ) boven een bijbehorend
8
te drukken.
6
.
o
7
.
4.5 Het uitschakelen van het instrument
Het toestel beschikt over een automatische uitschakelingsfunctie. Als geen toets meer ingedrukt wordt, schakelt het toestel na ca. een minuut automatisch naar de tijd-displaymodus.U kunt het tonen van de gemeten bloeddrukwaarden ook uitschakelen door op de START-knop broken op het display getoond, zolang de stroom niet onderbroken
wordt (batterij en/of adapter).
134
te drukken. Het uur en de datum worden ononder-
6
5 Geheugen
NL
5.1 Tonen van de opgeslagen waarden
Dit toestel heeft twee aparte opslagplaatsen voor gebruikers z (1
en 2) met een capaciteit van telkens 500 waarden. De meetwaarden (bloeddruk en polsslag met uur en datum evenals de bloeddrukin­dicator) worden automatisch opgeslagen. Om de opgeslagen meet-
waarden op te roepen gaat u als volgt te werk:
1. Kantel het bovendeel met het display zo dat de markering van het klapmechanisme wanneer deze positie al ingesteld is, op gelijk welke knop, om
de blauwe achtergrondbelichting te activeren (alleen dan kan het geheugen worden opgeroepen).
2. Wanneer de achtergrondbelichting ingeschakeld is, kiest u eerst de gewenste gebruikers- opslagplaats, hetzij 1 of 2 onder 3.7 Het instellen van de gebruikergeheugen beschreven
wordt), daarna drukt u op de MEM-knop
3. Dan verschijnt kort het aantal meetwaarden dat in deze ge­ bruikers opslagplaats display onder het symbool “M”). Vervolgens verschijnt er een knipperende “A” en dan het gemiddelde van de waarden voor systole, diastole en polsfrequentie die de afgelopen zeven dagen voor de gebruiker in kwestie werden gemeten.
4. Nadat u nog een keer op de MEM-knop
de afzonderlijke opgeslagen meetwaarden (systole, diastole, pols en datum/uur afwisselend ) met inbegrip van de bloeddrukindi-
cator en eventueel het symbool voor aritmie van de laatst uit­ gevoerde meting getoond. Druk nog een keer op de MEM-knop
Om door de rij meetwaarden te bladeren. Met het aanduiden
7
van de opgeslagen meetwaarden verschijnt onderaan links op het display het opslagnummer dat aan die waarde werd toegewezen.
Aanduiding gebeurt altijd aopend. Wanneer er bv. 7 resultaten opgeslagen werden, verschijnt eerst resultaat nr. 7 (de laatste, meest actuele meting), dan resultaat nr.6 (de voorlaatste meting)
enz..
5. Door het drukken op de START toets modus steeds verlaten en het toestel weer in de tijd-display­ modus schakelen. Als gedurende ca. 60 seconden geen toets wordt ingedrukt, keert het toestel automatisch in de tijd-display­ modus terug.
6. Als alle 500 opslagplaatsen vol zijn, wordt een nieuwe gemeten waarde opgeslagen, doordat de oudste waarde verwijderd wordt.
naar “bloeddrukmeetmodus” wijst. Druk,
3
z
.
7
is opgeslagen, (links onderaan op het
s
heeft gedrukt, worden
7
kunt u de geheugen-
6
(Zoals
135
5 Geheugen / 6 Diversen
NL
5.2 Wissen van het geheugen
U kunt afzonderlijke waarden van een opslagplaats in een gebruik-
ersopslagplaats wissen, door wanneer de waarden in kwestie (zie
5.1 T onen van de opgeslagen waarden) getoond worden, de MEM-
knop 7 gedurende minstens 3 seconden ingedrukt te houden. De melding “dEL” verschijnt en er weerklinkt een akoestisch signaal voor de bevestiging van de wisprocedure. Wanneer u tegelijkertijd, gedurende minstens 3 seconden op de MEM-knop 7 en de SNOOZE-knop 1 drukt, worden ALLE waarden van deze gebruikersopslagplaats gewist. Ter bevestiging verschijnt er dan “CLr” en weerklinken er drie pieptonen. Druk op Start 6 of MEM 7, om weer naar de beschikbaarheidsmodus terug te gaan.
6 Diversen
6.1 Verbonden met VitaDock® online
De bloeddrukmeter MEDISANA CardioCompact biedt de mo- gelijkheid, om uw gegevens met behulp van een mini-USB-kabel online, te zetten respectievelijk naar de VitaDock App over te zetten. Hiervoor hebt u de VitaDock software nodig op uw com­puter. U kunt die software eenvoudig downloaden van de website www.medisana.nl/software:
1. Ga naar de website www.medisana.nl/software
2. Kies “CardioCompact” als toestel uit
3. Download de VitaDock Software op uw computer en installeer ze
4. Op de website vindt u een handleiding, hoe u de software kunt
installeren en gebruiken
6.2 Problemen en oplossingen
In het display verschijnt het symbool voor batterijen vervangen “ “:
r
De batterijen zijn te zwak of leeg. Vervangt u alle vier de batterijen door nieuwe 1,5 V batterijen van type AAA.
Abnormale meetwaarden of “SYS HI”, “SYS LO”, “dlA Hi”
of “dIA Lo” worden getoond: Leg de manchet goed aan. Neemt u de juiste positie in.
Blijf rustig tijdens de meting. Voor patiënten met een sterk onregel-
matige pols is het apparaat niet geschikt.
136
6 Diversen
Dit toestel herkent verschillende storingen en geeft, afhankelijk van de reden van deze storing een overeenkomstige foutmelding naast ook herhaalde pieptonen. Wanneer er op dat ogenblik een meting plaatsvindt, wordt die afgebroken.
Er 0” tot “Er 4”: Fouten in het druksysteem of wanneer systolische, respectievelijk diastolische druk niet herkend worden. De verbinding met de lucht­slang is mogelijk onderbroken. Controleer de aansluiting van de manchet op het toestel, leg de manchet correct om de arm en her­haal de meting. Beweeg niet tijdens het meten.
Er 5”:
De manchetdruk (meer dan 300 mmHg) of de pols (meer dan 200 slagen per minuut ) is te hoog. Neem 5 minuten rust en herhaal de
meting. “Er 6”:
De manchetdruk is al meer dan 160 seconden hoger dan 15 mmHg. Neem 5 minuten rust en herhaal de meting.
Er 7”, “Er 8”, “Er A”: Elektronica-, parameter- of sensorfout. Neem 5 minuten rust en her­haal de meting.
Belangrijk: Neem contact op met uw arts, wanneer de hiervoor vermel­de fouten herhaaldelijk optreden. Blijf rustig tijdens de meting. Het toe-
stel is niet geschikt voor patiënten met een erg onregelmatige polsslag.
NL
6.3 Reiniging en onderhoud
Verwijderen de batterijen voordat u het toestel schoonmaakt.
Maak het materiaal met een zachte doek schoon, die u met een
milde zeepoplossing bevochtigt.
Gebruik nooit sterk reinigingsmiddel of alcohol.
Het toestel nooit direct blootstellen aan zon, bescherm het tegen
vuil en vochtigheid.
Wanneer het toestel op een koele plaats bewaard werd, moet het zich, alvorens te worden gebruikt aan de kamertemperatuur hebben aangepast.
Wij bevelen aan om het toestel om de twee jaar of na een her- stelling, te laten controleren om te kijken of het foutenvrij werkt. Wend u daarvoor tot de klantendienst.
137
NL
6 Diversen
6.4 Afvalbeheer
Dit apparaat mag niet samen met het huishoudelijk afval worden aangeboden. Iedere consument is verplicht, alle elektrische of elektronische apparaten, ongeacht of die schadelijke stoffen bevatten of niet, bij een milieudepot in
milieuvriendelijke manier kunnen worden verwijderd. Haal de batterijen uit het apparaat voordat u het apparaat verwijdert. Gooi gebruikte batterijen niet bij het huisvuil, maar breng deze naar de daarvoor bestemde afvalverwerking of lever deze in bij een speciaal daarvoor bestemd inzamelstation bij de supermarkt of elektrawinkelier. Wendt u zich betreffende het afvalbeheer tot uw gemeente of handelaar.
zijn stad of bij de handelaar af te geven, zodat ze op een
6.5 Richtlijnen / Normen
Deze bloeddrukmeter beantwoordt aan de eisen van de EU-norm
voor nietinvasieve bloeddrukmeetinstrumenten. Het is gecerti­ceerd volgens de EGrichtlijnen en voorzien van het CE-merk (con­formiteitsmerk) ”CE 0297”. De bloeddrukmeter beantwoordt aan de
Europese voorschriften EN 60601-1, EN 60601-1-2, EN 1060 en EN 80601-2. Aan de eisen van de EU-richtlijn “93/42/EWG van de raad van 14 juni 1993 betreffende medische producten“ is voldaan.
Elektromagnetische verdraagbaarheid:
het apparaat voldoet aan de eisen van norm EN 60601-1-2 voor de elektromagnetische verdraagbaarheid. Bijzonderheden over deze meetgegevens kunt u vinden in de afzonderlijke bijlage.
138
6.5 Technische gegevens
6 Diversen
NL
Benaming en model: Weergavesysteem:
Geheugenplaatsen: Meetmethode: Voeding: Meetbereik bloeddruk: Meetbereik pols: Maximale meetafwijking van de statische druk: Maximale meetafwijking van de polswaarden: Drukopwekking:
Lucht aaten:
Autom. uitschakeling: Operationele voorwaarden:
Opslagvoorwaarden: Afmetingen:
Manchet: Gewicht ca.:
Artikel-nummer: EAN-nummer:
Speciaal onderdeel:
0297
In het kader van onze voortdurende inspanningen naar verbeteringen, behouden wij ons het recht voor om qua vormgeving en op technisch gebied veranderingen aan ons product door te voeren.
MEDISANA CardioCompact bloeddrukmeter
digitale weergave 2 x 500 incl. tijd en datum oscillometrisch 6V , 4 x 1,5V batterijen AAA 40 - 260 mmHg 40 - 180 polsslagen/min.
+/- 3 mmHg +/- 5% van de waarde
automatisch door pomp automatisch na ca. 1 min. +10°C tot +40°C; < 85% luchtvochtigheid
-20°C tot +50°C; < 85% luchtvochtigheid ca.10,5 x 8,8 x 3,2 cm ø 22 – 30 cm manchet voor volwassenen
196 g (zonder batterijen)
51098 40 15588 51098 4
• Netadapter, Art.-Nr . 51095
Manchet groot 30 - 42 cm voor vol-
wassenen met een groete boven­ armomvang, Art.-Nr. 51126
• Manchet normaal 22 - 30 cm voor
volwassenen met normale omvang van de bovenarm, Art.-Nr. 51135
139
7 Garantie
NL
Garantie en reparatievoorwaarden
Wendt u zich voor garantiegevallen altijd tot uw leverancier of tot onze klantendienst. Moet u het apparaat opsturen, stuur het dan samen met de klacht en een kopie van de aankoopbon naar onze klantendienst. Voor garantie gelden de volgende voorwaarden:
1. V oor de producten van MEDISANA geldt een garantietermijn van
drie jaar vanaf de datum van aankoop. Deze kan door middel van de verkoopbon of factuur worden aangetoond.
2. Alle klachten, die het gevolg zijn van materiaal- en/of fabricage-
fouten worden binnen de garantietermijn kosteloos verholpen.
3. Een geval van garantie leidt niet tot automatische verlenging van
de garantietermijn, noch voor het apparaat zelf noch voor de vervangbare onderdelen.
4. Uitgesloten van garantie zijn:
a. Alle schaden die ontstaan zijn door ondeskundige be-
handeling, b.v. het niet op de juiste wijze volgen van de gebruiksaanwijzing. b. Beschadigingen, die zijn ontstaan door reparaties door de koper of een ander onbevoegd persoon. c. Transportschade, die is ontstaan op weg van de verkoper naar de verbruiker of tijdens het opsturen naar de klanten­ dienst.
d. Toebehoren, die onderhevig zijn aan slijtage (manchet, batterijen enz.).
5. De fabrikant neemt geen verantwoording voor directe of indirecte
vervolgschade die door het apparaat veroorzaakt wordt. Ook niet als de schade aan het apparaat als garantiegeval erkend is.
MEDISANA AG
Jagenbergstraße 19 41468 NEUSS DUITSLAND E-Mail: info@medisana.de Internet: www.medisana.de
140
Het serviceadres vindt u op het afzonderlijk bijgevoegde blad.
1 Turvallisuusohjeita
TÄRKEITÄ TIETOJA!
SÄILYTÄ NÄMÄ OHJEET!
Lue seuraavat käyttöohjeet huolellisesti kokonaan, eri­tyisesti turvallisuusohjeet, ennen kuin käytät laitetta ja säilytä ohjeet mahdollista myöhempää käyttöä varten. Jos annat laitteen eteenpäin, anna myös aina tämä käyttäohje mukana.
Kuvan selitys Tämä käyttöohje kuuluu tähän laitteeseen.
Siinä on tärkeitä tietoja käyttöönottoa ja käsittelyä koskien. Lue tämä käyttöohje kokonaan. Näiden ohjeiden noudattamatta jättäminen voi aiheuttaa loukkaantumisen tai laitteen vaurioitumisen.
VAROITUS Noudata näitä varoitusohjeita niin voit estää käyttäjän mahdollisen loukkaantumisen.
HUOMIO Noudata näitä ohjeita niin voit estää laitteen mahdollisen vaurioitumisen.
OHJE Näistä ohjeista saat hyödyllistä tietoa asennusta ja käyttöä koskien.
Sertioitu lääketieteellisistä laitteista annettujen
0297
asetusten mukaan
FI
Laiteluokitus: Tyyppi BF
LOT-numero
Laatija
Valmistuspäivämäärä
141
1 Turvallisuusohjeita
FI
Turvallisuusohjeita
Tarkoituksenmukainen käyttö:
Tämä täysin automaattinen sähkötoiminen verenpainemit­tari on tarkoitettu verenpaineen mittaukseen kotioloissa. Kyseessä on ei-invasiivinen mittajärjestelmä, joka mittaa aikuisen verenpaineen systolista ja diastolista painetta ja pulssia käyttämällä oskillometristä tekniikkaa olkavarteen asetettavan mansetin avulla. Tässä laitteessa käytettävän mansetin ympärysmitta on 22 - 42 cm.
Varoitukset:
Tämä verenpainemittari ei sovi henkilöille, joilla on voimak­kaita rytmihäiriöitä.
VAROITUS Älä tee itsenäisen mittauksen vuoksi mitään
terapeuttisia toimenpiteitä. Määrättyjen lääkkeiden annostelua ei saa koskaa muuttaa.
• Laite on tarkoitettu ainoastaan yksityiseen käyttöön.
• Jos sinulla on terveyteen liittyviä kysymyksiä, keskustele lääkärisi
kanssa ennen laitteen käyttöä.
• Sydämen rytmihäiriöt eli arytmiat aiheuttavat epäsäännöllisen
pulssin. Tämä saattaa aiheuttaa sen, että oskillometrisillä mittareilla on vaikeaa saada oikeaa mittausarvoa. Tämä mittari on varustettu sellaisella elektroniikalla, että se kykenee tunnis­ tamaan 20 yleisintä arytmiaa sekä niin kutsutut liikeartefaktata ja ilmaisemaan tämän symbolilla näytöllä.
• Käytä laitetta ainoastaan sen tarkoituksen mukaan käyttöohjetta
noudattaen. Väärinkäyttö johtaa takuun raukeamiseen.
• Keskustele lääkärisi kanssa ennen laitteen käyttöä, jos sinulla on
sairauksia, esim. perifeerinen ahtauttava valtimosairaus.
• Laitetta ei saa käyttää tahdistimen sykkeen tarkkailuun.
• Älä käytä laitetta (mansettia) avohaavoihin tai vartalon osiin, joita
hoidetaan suonensisäisillä menetelmillä.
142
1 Turvallisuusohjeita
• Jos olet raskaana, ota huomioon tarvittavat varotoimenpiteet ja
yksilöllinen rasitus, kysy tarvittaessa neuvoa lääkäriltäsi.
• Jos mittauksen aikana esiintyy epämiellyttäviä oireita, esim. kipua
olkavarressa tai muita oireita, toimi seuraavasti: Tyhjennä mansetti välittömästi painamalla START painiketta 6 . Avaa mansetti ja ota se pois olkavarresta.
• Tätä laitetta ei ole tarkoitus antaa sellaisten henkilöiden käyttöön (mukaan lukien lapset), joilla on fyysisiä, hermollisia tai psyykkisiä
ongelmia tai joiden kokemus ja/tai tieto ei riitä laitteen käyttöön, ellei heitä valvo heidän turvallisuudestaan vastaava henkilö tai tämä henkilö kertoo heille laitteen käytöstä.
• Lapsia tulisi pitää silmällä sen varmistamiseksi, että nämä eivät
leiki laitteella.
• Laitetta ei saa käyttää lähellä laitteita, joilla on voimakas sähkö
kenttä, esim. radiolähettimet, matkapuhelimet tai mikroaaltouuni.
• Jos laitteeseen tulee häiriöitä, älä korjaa sitä itse, vaan anna
korjaukset valtuutetulle huoltoliikkeelle.
• Käytä laitteessa vain laitteen mukana tulevia tai valmistajalta
saatavia lisävarusteita.
• Suojaa laite kosteudelta. Jos laitteeseen kuitenkin pääsee
kosteutta, tulee paristot poistaa välittömästi ja välttää muuta käyttöä. Ota tässä tapauksessa yhteyttä kauppiaaseen tai suoraan valmistajaan.
• Poista paristot, jos et käytä laitetta pidempääin aikaan.
• Ihmisten, joilla on heikko pulssi, tulee nostaa käsi ylös ja puristaa
kättä nyrkkiin n. 10 kertaa ennen mittaamista, jotta pulssi ja mittaustulot olisivat optimaaliset.
• Jos useampi henkilö käyttää laitetta, jokaisen käyttäjän pitäisi
käyttää omaa mansettia hygieniasyistä. Mansetteja saa tilata jälkitoimituksena.
FI
143
1 Turvallisuusohjeita / 2 Tietämisen arvoista
FI
• Ennen kuin liität laitteen sähköverkkoon, varmista, että laitteen
tyyppikilvessä annettu verkkojännite vastaa sähköverkkosi jännitettä.
• Älä koskaan tartu verkkolaitteeseen, joka on pudonnut veteen.
Vedä heti virtapistoke tai verkkolaite irti seinäpistorasiasta.
• Jos johto tai verkkolaite on vaurioitunut, laitetta ei saa enää
käyttää.
• Laitetta, johtoa ja verkkolaite ei saa milloinkaan kastaa veteen
tai pitää juoksevan veden alla.
• Tartu verkkolaitteeseen aina vain kuivin käsin.
• Johtoa ei saa ohjata lämpölähteiden lähellä eikä vetää terävien
reunojen yli.
• Verkkolaitetta ei saa koskaan kantaa, vetää tai kiertää johdosta
ja johtoa ei saa koskaan puristaa tai kiristää.
2 Tietämisen arvoista
Sydämellinen kiitos
Kiitoksia luottamuksesta ja sydämelliset onnentoivotukset! Ostaessasi CardioCompact-verenpainemittarin olet hankkinut MEDISANA-laatutuotteen. Jotta saavuttaisit halutun tuloksen ja si­nulla olisi pitkään iloa MEDISANA CardioCompact verenpainemit- taristasi, suosittelemme, että luet seuraavat käyttö- ja huolto-ohjeet huolellisesti läpi.
2.1 Pakkauksen sisältö ja pakkaus
Tarkasta ensin, että laite on täydellinen eikä siinä ole mitään vaurioita. Jos sinulla on kysymyksiä, älä ota laitetta käyttöön, vaan käänny kauppiaasi tai huoltoliikkeen puoleen. Pakkauksesta pitää löytyä:
• 1 MEDISANA CardioCompact verenpainemittarin
1 mansetin, jossa on ilmaletku
4 paristoa (AAA) 1,5V
1 Kuljetuslaukku
1 Mini-USB-johdon
1 Käyttöohje ja liite sähkömagneettisesta säteilystä
1 Pikaohje
Pakkauksia voidaan käyttää uudelleen tai ne voidaan kierrättää takaisin raakaainekiertoon. Hävitä tarpeeton pakkausmateriaali asianmukaisella tavalla. Mikäli pakkausta avatessasi havaitset kuljetusvaurion, ota heti yhteyttä tuotteen myyneeseen liikkeeseen.
144
2 Tietämisen arvoista
VAROITUS Huolehdi siitä, etteivät pakkausmuovit joudu
lasten käsiin! On olemassa tukehtumisvaara!
FI
2.2 Mikä verenpaine on?
Verenpaine on paine, joka muodostuu jokaisen sydämenlyönnin ai­kana verisuonissa. Kun sydän supistuu (= Systole) ja pumppaa ver­ta valtimoihin, ja paine nousee. Paineen korkeinta arvoa kutsutaan systoliseksi paineeksi ja se on verenpaineen mittauksessa ensim­mäinen arvo. Kun sydänlihas lepää ottaakseen lisää verta, paine valtimoissa laskee. Kun verisuonet ovat lepotilassa, mitataan toinen arvo - diastolinen paine.
2.3 Kuinka mittaus tapahtuu?
MEDISANA CardioCompact on verenpainemittari, joka on
tarkoitettu verenpaineen mittaukseen olkavarresta. Mittauk­sen suorittaa mikroprosessori, joka arvioi painesensorin avulla valtimon yläpuolelle muodostuvaa värähtelyä, kun verenpaineman­settiin pumpataan ilmaa tai lasketaan ilmaa ulos.
2.4 Miksi on järkevää mitata verenpainetta kotona?
MEDISANAlla on useiden vuosien kokemus verenpaineen mittauk-
sesta. MEDISANA–laitteiden mittausperiaatteen suuri tarkkuus vahvistetaan laajoissa vaativien kansainvälisten standardien mu­kaan tehdyissä kliinisissä tutkimuksissa. Tärkeä peruste kotona ta­pahtuville verenpaineen mittauksille on se tosiasia, että mittaukset tehdään tutussa ympäristössä ja levollisissa olosuhteissa. Erityisen
merkittävä on niin sanottu „perusarvo“, joka mitataan aamuisin heti
heräämisen jälkeen ennen aamiaista. Periaatteessa verenpaine tu­lisi mitata aina samaan aikaan ja samoissa olosuhteissa. Silloin tulokset ovat keskenään vertailukelpoisia ja alkava veren­painetauti voidaan havaita ajoissa. Jos verenpainetauti on kauan havaitsematta, muiden sydänverisuonitautien riski kasvaa.
145
2 Tietämisen arvoista
FI
TÄSSÄ OHJEEMME: Mittaa verenpaineesi päivittäin ja säännöllisesti
myös silloin, kun sinulla ei ole oireita.
2.5 Verenpaineluokitus
Seuraavassa taulukossa ovat ohjearvot korkeille ja matalille veren­painearvoille ilman, että ikä otetaan huomioon. Tämä verenpaine-
arvoasteikko vastaa maailman terveysjärjestön (WHO) suosituksia.
Matala verenpaine:
systolinen <100 ; diastolinen <60
Normaali verenpaine (vihreä näyttöalue 8):
systolinen 100 - 139 ; diastolinen 60 - 89
Verenpainetaudin muotoja: lievästi kohonnut verenpaine (keltainen näyttöalue 8):
systolinen 140 – 159 ; diastolinen 90 – 99
kohtalaisesti kohonnut verenpaine (oranssi näyttöalue 8):
systolinen 160 – 179 ; diastolinen 100 – 109
huomattavan kohonnut verenpaine
(punainen näyttöalue 8): systolinen ≥ 180 ; diastolinen ≥ 110
VAROITUS Liian alhainen verenpaine on yhtä lailla tervey-
sriski kuin liian korkea verenpaine! Huimauskoh­taukset saattavat aiheuttaa vaarallisia tilanteita (esim. portaissa tai liikenteessä)!
2.6 Verenpaineen vaihtelut
Verenpaineeseen saattavat vaikuttaa monet eri tekijät. Voimakas ruumiillinen rasitus, pelko, stressi tai vuorokauden aika, jolloin mit­taus suoritetaan vaikuttavat kaikki voimakkaasti mitattuihin tulok­siin. Yksilölliset verenpainearvot vaihtelevat päivän mittaan ja eri vuodenaikoina erittäin paljon. Korkeasta verenpaineesta kärsivillä nämä vaihtelut ovat erityisen suuria. Tavallisesti verenpaine on korkeimmillaan ruumiillisessa rasituksessa ja alim millaan yöllä unen aikana.
146
2 Tietämisen arvoista / 3 Käyttöönotto
2.7 Mittauksiin vaikuttaminen ja mittausten arvioiminen
Mittaa verenpaine useampaan kertaan ja tallenna tulokset ja ver-
taa tuloksia sitten keskenään. Älä tee johtopäätöksiä yksittäisen mittaustuloksen perusteella. Anna sellaisen lääkärin arvioida verenpainearvosi, joka tuntee ai-
kaisemman terveydentilasi ja sairautesi. Kun käytät laitetta sään­nöllisesti ja kirjoitat arvot muistiin lääkäriä varten, on hyvä kertoa lääkärille tuloksista silloin tällöin. Muista verenpainetta mitatessasi, että päivittäisiin arvoihin vaikut-
tavat monet eri tekijät. Tupakointi, alkoholin käyttö, lääkkeet ja ru­umiillinen työ vaikuttavat mittaustuloksiin eri tavoin. Mittaa verenpaine ennen ruokailua.
Ennen verenpainemittausta on levättävä vähintään 5 minuuttia.
Liian tiheät mittaukset voivat aiheuttaa verenkiertohäiriöitä. Pidä
siksi ainakin 2 minuutin tauko ennen seuraavaa mittausta, jotta veren virtaus tasoittuu. Jos mansetti puristaa yli 300 mmHg paineella tai yli 15 mmHg
paineella yli 3 minuutin ajan, se voi aiheuttaa loukkaantumisen
(esim. mustelmia).
Jos systolinen tai diastolinen mittausarvo vaikuttaa epätavalliselta
(liian korkealta tai liian matalalta), vaikka mittaus on suoritettu
oikein, ja tämä toistuu useammalla mittauskerralla, on syytä ottaa yhteys lääkäriin. Joskus on myös mahdollista, että mittaus ei on­nistu siksi, että pulssi on epäsäännöllinen tai heikko. Silloin on myös syytä ottaa yhteys lääkäriin.
3 Käyttöönotto
3.1 Paristojen asentaminen / vaihtaminen
Asentaminen: Avaa laitteen alapuolella sijaitseva paristokotelo
painamalla salpaa kevyesti ja aseta mukana toimitetut neljä par-
istoa (alkaliparistot, tyyppi 1,5 V, AAA) paikoilleen. Huomioi paristo­jen oikea suunta (kuva paristokotelossa). Laita paristokotelon kansi
paikalleen ja paina sitä niin, että kuulet sen naksahtavan paikalleen. Poistaminen: Vaihda paristo, kun pariston vaihtamisen symboli “ “ näkyy näytössä. Jos näyttö pysyy täysin tyhjänä, paristot ovat täysin tyhjät ja ne täytyy vaihtaa välittömästi. Aseta päiväys ja aika kohdan 3.4 Päiväyksen ja ajan asetus mukaisesti. Huomaa, että päiväys ja aika täytyy asettaa aina paristojen vaihtamisen jäl­keen.
q
FI
147
3 Käyttöönotto
FI
VAROITUS PARISTO-TURVAOHJEITA
• Akkuja ja paristoja ei saa purkaa!
• Poista tyhjät akut ja paristot välittömästi
laitteesta!
• Kohonnut vuotovaara, vältä kontaktia ihon,
silmien ja limakalvojen kanssa! Jos joudut akkuhapon kanssa kosketuksiin, huuhtele vastaavat kohdat välittömästi runsaalla vedellä ja hakeudu lääkärin hoitoon!
• Jos paristo tai akku nielaistaan, hakeudu
välittömästi lääkärin hoitoon!
• Vaihda kaikki akut ja paristot samaan aikaan!
• Käytä ainoastaan saman tyypin paristoja, eri
tyyppien paristoja tai uusia ja käytettyjä samaan aikaan ei saa käyttää samassa laitteessa!
• Aseta paristot oikein paikalleen, huomioi
napaisuus!
• Poista paristot ja akut laitteesta jos et käytä sitä
pitkään aikaan!
• Pidä paristot poissa lasten ulottuvilta!
• Akkuja ja paristoja ei saa ladata! Räjähdysvaara!
• Liitä oikein! Räjähdysvaara!
• Älä heitä tuleen! Räjähdysvaara!
• Älä heitä käytettyjä paristoja ja akkuja
talousjätteen sekaan, vaan ongelmajätteisiin tai paristojen keräyspisteisiin!
3.2 Verkkolaitteen käyttö
Vaihtoehtoisesti voit käyttää laitetta myös erityisen verkkovirtasovit­timen (6V/600mA, MEDISANA tuotenro: 51125) kanssa. Laite kiin­nitetään siihen tarkoitukseen varattuun liittimeen mittarin oikeassa sivussa taittomekanismi Paristovirta sammuu automaattisesti, kun sähköjohto liitetään lait­teeseen. Siksi verkkolaite tulee ensin liittää pistorasiaan ja vasta sitten verenpainemittariin. Jos verenpainemittaria ei enää käytetä, tulee pistoke irrottaa ensin verenpainemittarista ja sitten vasta verk­kolaite pistorasiasta. Näin estetään se, että päiväys ja kellonaika on säädettävä joka kerta uudelleen.
. Ennen johdon asentamista käännä laitetta niin, että
4
on kohdassa “OFF”. Paristot jäävät laitteeseen.
3
148
3 Käyttöönotto
3.3 Toiminnallinen taittomekanismi
Taittomekanismi 3 kääntää laitteen näytön kaltevuuden mukaan joko verenpainemittariksi tai käteväksi matkaherätyskelloksi. Kun laite on taitettu litteäksi, se on matka-asennossa, eikä kytkeydy va­hingossa päälle. Merkintä laitteen oikeassa laidassa osoittaa toimintatilan:
FI
OFF / POIS PÄÄLTÄ MITTAUS KELLO
VERENPAINEEN MATKAHERÄTYS-
3.4 Päiväyksen ja ajan asetus
Kallista näyttöä niin, että mekanismi on kohdassa 3 “matkaherä-
tyskello”. Paina käynnistyspainiketta 6 ja muistipainiketta 7 yhtäjaksois-
esti vähintään sekunnin ajan. Seuraavaksi kaikki näytön elementit
välähtävät näytössä (Testi) ja voit valita muistinäppäimen avulla, miten aika näytetään näytöllä (12 tai 24 tunnin näyttö).
Paina torkkunäppäintä 1 tallentaaksesi vuosiluvun.
Aseta samalla tavoin (Muistinäppäin 7 tekee muutokset, tork-
kunäppäin 1 vie seuraavaan muutettavan kohtaan) oikeat vu­osiluvun e, kuukauden ja päivän t, tunnin f, minuutin u ja toisen aikavyöhykkeen s aikaeron p arvot. Päiväys ja aika näkyvät nyt näytössä pysyvästi. Toisen ai-
kavyöhykkeen aika p näkyy myös pieninä numeroina, jos olet asettanut aikaeron arvon <>0:ksi Voit poistua asetustilasta painamalla käynnistyspainiketta 6.
Laite poistuu asetustilasta automaattisesti noin minuutin kuluttua, jos painikkeita ei paineta. Syötöt katoavat kun vaihdat paristot ja ne tulee asettaa uudelleen.
149
3 Käyttöönotto
FI
3.5 Hälytyksen asetus
Kallista laitteen yläosaa niin, että taittomekanismin merkintä 3 kääntyy kohtaan “matkaherätyskello”.
Paina torkkunäppäintä 1 vähintään 2 sekunnin ajan, kunnes
1. hälytyksen tilan näyttö
(OFF)). Voit kytkeä hälytyksen päälle (ON) tai pois päältä (OFF)
muistinäppäimen avulla
Paina nyt torkkunäppäintä 1 jatkaaksesi hälytyksen asettamista
(jolloin hälytys kytkeytyy päälle).
Aseta samalla tavalla (Muistinäppäin
kunäppäin tunnille ja minuutille.
Nyt voit määrittää myös toisen hälytyksen w samalla tavalla.
Voit poistua asetustilasta painamalla käynnistyspainiketta 6. Laite poistuu asetustilasta automaattisesti noin minuutin kuluttua, jos painikkeita ei paineta.
Syötöt katoavat kun vaihdat paristot ja ne tulee asettaa uudelleen.
vie seuraavaan muutettavan kohtaan) oikeat arvot
1
VINKKEJÄ:
- Jotta asetettu hälytys hälyttäisi, laitteen on oltava matkaherätyskello- tai verenpainemittari­ asennossa.
- Hälytykset koskevat vain vallitsevaa aikaa, eivät toista aikavyöhykettä
3.4 Päiväyksen ja ajan asetus mukaisesti.
- Voit lopettaa hälytyksen painamalla muisti- 7 tai käynnistyspainiketta 6. Jos painat tork­ kupainiketta 1 hälytys käynnistyy uudelleen 10 minuuttia myöhemmin.
- Jos hälytystä ei kytketä pois 50 sekunnin aikana, hälytys sammuu ja käynnistyy uudelleen 10 minuutin kuluttua. Jos painikkeita ei paineta viiden tällaisen jakson jälkeen, hälytys kytkeytyy pois päältä kokonaan.
vilkkuu (Päällä (ON) tai pois päältä
w
.
7
tekee muutokset, tork-
7
, joka on asetettu luvun
p
150
3 Käyttöönotto
3.6 Päiväyksen ja ajan näyttö
Päiväys ja aika näkyvät näytössä eri tavoin eri käyttötilojen (matka­herätyskello tai verenpainemittari) mukaan:
FI
Esimerkkinäyttö
matkaherätyskellotilasta
Jos hälytys aktivoituu, näytön vasemmassa ylälaidassa näkyy vas-
taava symboli sekä seuraavan hälytyksen aika (vain matkaheräty­skellotilassa).
Sininen taustavalo syttyy, kun käyttötila vaihtuu tai kun painikkeita painetaan. Valo sammuu sekunnin kuluttua energian säästämisek­si.
Esimerkkinäyttö
verenpainemittaritilasta
3.7 Tallennuspaikkojen määrittäminen
MEDISANA CardioCompact verenpainemittari tarjoaa mahdol-
lisuuden tallentaa mitatut arvot kahteen tallennuspaikkaan z, tai mitata verenpaineen vieraana tallentamatta, jolloin mitattu arvo poistetaan. Kummassakin tallennuspaikassa on 500 paikkaa. Kallista laitteen yläosaa niin, että taittomekanismi 3 on kohdassa “verenpainemittari”. Paina torkkupainiketta 1 avataksesi tallen-
nusvalikon (Näytön oikeassa ylälaidassa vilkkuu tallennuksen sym­boli). Valitse torkkupainikkeella 1 haluttu tallennustila:
Tallennuspaikka 1: Tallennuspaikka 2: Vieras:
Paina käynnistyspainiketta 6 tai ole painamatta mitään painiketta vähintään 5 sekuntiin, jolloin valinta vahvistuu.
151
4 Käyttö
FI
4.1 Ilmaletkun kiinnittäminen laitteeseen
Työnnä mansetin 0 ilmaletkun pää laitteen ilmaletkun pistokkee­seen 9. T arkista, ettei letkussa ole vaurioita ja että se istuu tiukasti.
VAROITUS Älä taita tai purista ilmaletkua mittauksen
aikana, sillä se voi johtaa mittavirheeseen tai loukkaantumiseen liian suuren paineen vuoksi!
4.2 Verenpainemansetin kiinnittäminen
1. Työnnä mansetin avoin puoli metallikaaren läpi niin, että
tarrakiinnitys sijaitsee ulkopuolella.
2. Avaa mansetti niin, että syntyy lieriömäinen muoto.
3. Työnnä mansetti vasempaan olkavarteesi. Aseta ilmaletku
käsivarren puoliväliin keskisormen jatkeeksi (a).
4. Aseta käsi kämmenpuoli ylöspäin pöydälle. Mansetin alareunan
tulisi tällöin sijaita 2 - 3 cm kyynerpään yläpuolella (b). Kiristä mansetti (c) ja sulje tarrakiinnitys.
5. Vältä tyhjää tilaa käsivarren ja mansetin välillä. Se saattaa väärentää mittaustulosta.
6. Suorita mittaus paljaasta olkavarresta. Varmista, ettei ihonmyötäisen vaatetuksen ylösvedetty hiha kiristä käsivartta.
7. Aseta mansetti oikeaan olkavarteen vain silloin, jos sitä ei voida asettaa vasempaan olkavarteen. Suorita mittaukset aina samasta käsivarresta.
152
4 Käyttö
OHJE: Jos mansetti likaantuu, irrota se ja puhdista
se käsin miedolla saippuavedellä. Huuhtele mansetti huolellisesti puhtaalla, kylmällä vedellä. Mansettia ei saa silittää eikä panna kuivaus­rumpuun. Mansetin puhdistusta suositellaan 200 käyttöker­ran jälkeen.
4.3 Oikea mittausasento
Oikea mittausasento istuttaessa
• Mittaa verenpaine istuen.
• Rentouta käsivarsi ja laske se kevyesti
esimerkiksi pöydälle.
• Varmista, että mansetti sijaitsee sydämen
korkeudella.
• Pysy mittauksen aikana hiljaa paikallasi:
älä liiku äläkä puhu, koska se saattaa muuttaa mittausarvoja.
Oikea mittausasento maatessa
• Erityistapauksissa voidaan mittaus suorittaa
myös maaten.
• Rentoudu selälläsi maaten vähintään 5
minuutin ajan ja aseta käsivarret rennosti sivuillesi.
• Varmista, että mansetti sijaitsee sydämen korkeudella. Toisistaan
poikkeavat korkeudet haittaavat mittauksen tarkkuutta.
• Käyttäydy mittauksen aikana rauhallisesti: Älä liiku äläkä puhu,
koska se saattaa muuttaa mittaustuloksia.
FI
153
4 Käyttö
Jos laite on valmiina sillä kohdalla, paina mitä tahansa painiketta,
Kun mittaus päättyy, mansetti tyhjenee ja systolinen ja diastolinen
FI
4.4 Verenpaineen mittaaminen
1. Kallista yläosaa niin, että taittomekanismi 3 on kohdassa
“verenpainemittari”.
jotta sininen taustavalo syttyy (verenpaineenmittaus voidaan aloittaa vasta nyt).
2. Kun taustavalo palaa, paina käynnistyspainiketta 6.
3. Laite on valmiina. Näytössä näkyy edellinen tallennettu
mittaustulos ja laite piipittää. Sen jälkeen laite pumppaa mansettiin ilmaa, kunnes mittaukseen tarvittava paine on saavutettu.
4. Näytössä näkyvä luku muuttuu pumppauksen aikana. Sitten ilmaa lasketaan hitaasti mansetista ja mittaus tapahtuu. On mahdollista, että laite pumppaa mansettiin vielä lisää ilmaa, jos paine ei riitä. Mittauksen aikana mitataan myös pulssi. Voit keskeyttää mittauksen painamalla käynnistyspainiketta
5.
verenpaine sekä pulssi näkyvät näytöllä. Verenpaineen näytön
( ) värivalot syttyvät WHO:n verenpainetaulukon mukaisesti.
8
Jos laite havaitsee rytmihäiriöitä mittauksen aikana, näyttöön ilmestyy rytmihäiriösymboli yhtä aikaa.
6. Mitatut arvot tallennetaan automaattisesti. Tallennuspaikkoihin voidaan tallentaa 500 arvoa, joissa on myös päiväys ja aika. Jos haluat tarkistaa mitatun arvon, paina muistipainiketta
o
mitattujen arvojen kanssa
4.5 Laitteen sulkeminen
Laite sammuttaa itsensä automaattisesti n. 1 minuutin päästä, jos mitään näppäintä ei ole painettu Mitattujen arvojen näyttö voidaan sammuttaa painamalla käynnistyspainiketta 6. Päiväys ja aika
näkyvät jatkuvasti näytössä niin kauan, kuin virtaa riittää (paristo ja/tai sähkövirta).
7
6
.
.
154
5 Muisti
5.1 Tallennettujen arvojen näyttäminen
Laitteessa on kaksi erillistä tallennuspaikkaa z (1 ja 2), joissa on
500 tallennuksen kapasiteetti. Mitatut arvot (Verenpaine, pulssi, päiväys ja aika, sekä verenpaineen ilmaisimen taso) tallennetaan
automaattisesti. Tallennetut arvot haetaan näyttöön seuraavasti:
1. Kallista laitteen yläosaa, kunnes taittomekanismin merkki kohdassa “verenpainemittari”. Jos laite on jo tässä asennossa, paina mitä tahansa painiketta, jolloin sininen taustavalo syttyy
(vasta nyt tallennuksia voidaan tarkastella).
2. Kun taustavalo on päällä, valitse ensin haluttu tallennuspaikka 1
3. Näyttöön ilmestyy hetkeksi tallennettujen arvojen
4. Kun painat muistipainiketta
järjestysnumero. Näyttö toimii alenevassa järjestyksessä, eli jos laitteessa on seitsemän tallennettua arvoa, näyttöön tulee ensin tallenne
numero 7 (viimeisin, ajankohtaisin arvo), sitten numero 6 (edellinen arvo) jne.
5. Kun painat Start-painiketta
kastelutilasta ja palauttaa laitteen ajannäyttötilaan. Jos mitään painiketta ei paineta n. 1 min. aikana, laite palaa automaattisesti ajannäyttötilaan.
6. Jos kaikki 500 muistipaikkaa ovat täynnä, uusin arvo tallennetaan
(luvussa 3.7 Tallennuspaikkojen määrittäminen kuvatulla
tai 2
z
tavalla) ja paina muistipainiketta (Näytön alalaidassa vasemmalla “M”-symbolin alapuolella).
Lisäksi näytössä vilkkuu “A” ja valitun käyttäjän diastolisen ja systolisen verenpaineen ja pulssin keskiarvo edellisen 7 päivän ajalta.
yksittäiset arvot (systolinen ja diastolinen verenpaine, pulssi, ja päiväys/aika vuorotellen) sekä verenpaineen värinäyttö sekä
mahdollinen rytmihäiriösymboli. Kun painat muistipainiketta uudelleen, voit selata tallennettuja mittausarvoja. Kun arvot ilmestyvät näyttöön, näytön alalaidassa näkyy tallennuksen-
ja vanhin poistetaan.
.
7
s
uudelleen, viimeisen mittauksen
7
, voit poistua tallenteiden tar-
6
on
3
lukumäärä
7
FI
155
5 Muisti / 6 Sekalaista
FI
5.2 Muistin tyhjentäminen
Voit poistaa yksittäisiä tallennettuja arvoja, kun tuot sen näyttöön (ks. 5.1 Tallennettujen arvojen näyttäminen) ja painat muistipaini- ketta 7 vähintään 3 sekunnin ajan. Näyttöön ilmestyy merkintä “dEL” ja laite vahvistaa poiston piipittämällä. Jos painat muistipainiketta 7 ja torkkupainiketta 1 yhtä aikaa vähintään 3 sekunnin ajan, KAIKKI tässä tallennuspaikassa olevat arvot poistetaan. Näyttöön ilmestyy merkintä “CLr” ja laite piipittää kolme kertaa. Paina käynnistys- 6 tai muistipainiketta 7 päästäk­sesi takaisin valmiustilaan.
6 Sekalaista
6.1 VitaDock® online-sovelluksen käyttö
MEDISANA CardioCompact verenpainemittari tarjoaa mahdol-
lisuuden siirtää mitatut arvot mini-USB-johdolla verkkopalveluun, eli VitaDock App-sovellukseen. Tarvitset sitä varten tietokoneellesi VitaDock-ohjelman. Voit ladata ohjelman helposti osoitteesta www. medisana.com/software:
1. Mene osoitteeseen www.medisana.com/software
2. Valitse laite “CardioCompact
3. Lataa VitaDock-ohjelma tietokoneelle ja asenna se
4. Löydät verkkosivulta ohjeet ohjelman asennusta ja käyttöä
varten.
6.2 Viat ja niiden korjaaminen
Näytössä näkyy paristonvaihtosymboli “ r: Paristot ovat liian heikkoja tai tyhjät. Vaihda kaikki neljä paristoa uusiin 1,5 V: n tyypin AAA alkaliparistoihin.
Näytössä näkyy epätavallisia arvoja tai “SYS HI”, “SYS LO”, “dlA Hi” tai “dIA Lo” ilmestyy näyttöön:
Aseta mansetti oikein. Ota oikea asento. Pysy rauhallisena mittauksen aikana. Laite ei sovi potilaille, joilla on usein epäsäännöllinen syke.
156
6 Sekalaista
Laite tunnistaa häiriöitä ja antaa niiden perusteella vikakoodeja ja
piipittää useita kertoja. Mahdollinen käynnissä oleva mittaus keskeytyy:
Er 0” - “Er 4”: Virhe paineistuksessa, eli systolista ja diastolista verenpainetta ei havaittu. Ilmaletkun liitos voi olla rikki. Tarkista mansetin ja laitteen välinen liitos, aseta mansetti oikein ja toista mittaus. älä liiku mit­tauksen aikana.
Er 5”:
Mansetin paine (yli 300 mmHg) tai pulssi (yli 200 lyöntiä minuutissa)
ovat liian korkeita. Rauhoitu viiden minuutin ajan ja toista mittaus. “Er 6”:
Mansetin paine on yli 15 mmHg yli 160 sekunnin ajan. Rauhoitu viiden minuutin ajan ja toista mittaus.
Er 7”, “Er 8”, “Er A”: Sähkö-, parametri- tai anturivirhe. Rauhoitu viiden minuutin ajan ja toista mittaus.
Tärkeää: ota yhteyttä lääkäriin, jos yllämainitut virhekoodit toistuvat. Pysy rauhallisena mittauksen aikana. Laite ei sovellu potilaille, joilla on hyvin epätasainen syke.
FI
6.3 Puhdistus ja hoito
Irrota paristot ennen laitteen puhdistamista.
Puhdista laite pehmeällä liinalla, joka on kostutettu kevyesti
miedossa saippualiuoksessa.
Älä koskaan käytä voimakkaita puhdistusaineita tai alkoholia.
Suojaa laite suoralta auringonpaisteelta, lialta ja kosteudelta.
Jos laitetta on säilytetty viileässä, sen pitää ensin
palautua huoneenlämpöiseksi.
Me suosittelemme, että tarkastutat laitteen joka toinen vuosi
tai korjauksen jälkeen. Käänny asiakaspalvelun puoleen.
157
FI
6 Sekalaista
6.4 Hävittämisohjeita
Tätä laitetta ei saa hävittää talousjätteiden mukana. Jokainen kuluttaja on velvoitettu luovuttamaan kaikki sähköiset tai elektroniset laitteet, sisältävätpä ne haital­lisia aineita tai eivät, kaupunkinsa tai liikkeen keräyspis-
lisesti. Poista paristot ennen laitteen hävittämistä. Älä heitä käytet­tyjä paristoja ja akkuja kotitalousjätteisiin, vaan ongelmajätteisiin tai toimita ne alan liikkeessä olevaan keräyspisteeseen. Ota yhteyttä paikalliseen viranomaiseen tai myyjäliikkeeseen hävityksen suorit­tamiseksi.
teeseen, jotta laitteet voitaisiin hävittää ympäristöystäväl-
6.5 Direktiivit ja standardit
Tämä verenpainemittari vastaa EU-standardin tavoitteita ei-invasi-
ivisille verenpainmittareille. Se on sertioitu EYdirektiivien mukaan ja siinä on CE-merkki (vaatimustenmukaisuusmerkintä) “CE 0297”.
Tämä verenpainemittari täyttää eurooppalaiset määräykset EN 60601-1, EN 60601-1-2, EN 1060 ja EN 80601-2. Se täyttää myös EU-direktiivin “Neuvoston direktiivin 93/42/ETY lääkinnällisistä laitteista” vaatimukset.
Sähkömagneettinen yhteensopivuus:
Laite vastaa sähkömagneettisen yhteensopivuuden normin EN 60601-1-2 vaatimuksia. Mittaustulokset voidaan myös merkitä muistiin erilliselle paperille.
158
6.5 Tekniset Tiedot
6 Sekalaista
FI
Nimi ja malli: Näyttöjärjestelmä:
Muistipaikat: Mittaustapa: Jännitesyöttö: Mittausalue verenpaine: Mittausalue syke: Staattisen paineen mittaustarkkuus: Sykkeen mittaustarkkuus: Painetäyttö: Tyhjennys: Autom. virrankatkaisu: Käyttöolosuhteet: Säilytysolosuhteet: Mitat: Mansetti: Paino noin: Tuotenumero: EAN-numero:
Erikoislisätarvikkeet:
0297
Jatkuvan tuotekehittelyn myötä pidätämme itsellämme oikeuden teknisiin ja muotoilullisiin muutoksiin.
MEDISANA CardioCompact verenpainemittari
digitaalinen näyttö 2 x 500 sis. kellonajan ja päivämäärän oskillometrinen 6V , 4 x 1,5V paristo AAA 40 - 260 mmHg 40 - 180 lyöntiä/min
+/- 3 mmHg +/- 5% arvosta automaattisesti pumpulla automaattisesti noin 1 min jälkeen +10°C - +40°C; ilmankosteus < 85%
-20°C - +50°C; ilmankosteus < 85% noin 10,5 x 8,8 x 3,2 cm ø 22 – 30 cm aikuisten mansetti
196 g (ilman paristot)
51098 40 15588 51098 4
• Verkkomuuntaja, T uote-nro. 51095
• Mansetti suuri 30 – 42 cm
suuremman olkavarren omaaville aikuisille, Tuote-nro. 51 126
• Normaali mansetti 22 - 30 cm
aikuisille, joiden käsivarsi on normaalin paksuinen, Tuote-nro. 51135
159
7 T akuu
FI
Takuu- ja korjausehdot
Käänny takuutapauksessa alan liikkeen tai suoraan asiakaspalve­luhuollon puoleen. Jos laite tulee lähettää huoltoon, ilmoita vika ja lähetä laitteen mukana kopio ostokuitista. Tällöin ovat voimassa seuraavat takuuehdot:
1. MEDISANA-tuotteille myönnetään kolmen vuoden takuu myyntipäiväyksestä. Myyntipäiväys tulee todistaa takuuta-
pauksessa ostokuitilla tai laskulla.
2. Materiaali- tai valmistusvioista johtuvat puutteet korjataan takuuaikana maksutta.
3. Takuukorjaus ei pidennä takuuaikaa, ei laitteelle eikä vaihdetulle rakenneosalle.
4. Takuun ulkopuolelle jäävät: a. kaikki vahingot, jotka syntyvät asiattomasta käsittelystä,
esim. käyttöohjeen noudattamatta jättämisestä.
b. Vahingot, joiden syyksi voidaan jäjittää ostajan tai asiattoman
kolmannen osapuolen suorittama kunnossapito tai toimet.
c. Kuljetusvauriot, jotka ovat syntyneet matkalla valmistajalta
kuluttajalle tai asiakaspalveluun lähetettäessä.
d. Lisäosat, jotka ovat alttiina normaalille kulutukselle (man-
setti, paristot jne.).
5. Vastuu laitteen aiheuttamista välittömistä tai välillisistä
seurausvahingoista on myös poissuljettu, jos laitteelle aiheutunut
vahinko hyväksytään takuutapaukseksi.
MEDISANA AG
Jagenbergstraße 19 41468 NEUSS SAKSA E-Mail: info@medisana.de Internet: www.medisana.de
Huolto-osoite löytyy erillisestä liitelehtisestä.
160
MEDISANA AG
Jagenbergstraße 19 41468 NEUSS DEUTSCHLAND eMail: info@medisana.de Internet: www.medisana.de
51098W Ver. 0.7 09/2012
Loading...