Lees de gebruiksaanwijzing, in het bijzonder de veiligheidsinstructies, zorvuldig door vooraleer u het apparaat gebruikt en bewaar de gebruiksaanwijzing voor
verder gebruik. Als u het toestel aan derden doorgeeft,
geef dan deze gebruiksaanwijzing absoluut mee.
Verklaring van de symbolen
Deze gebruiksaanwijzing behoort bij dit toestel. Ze bevat
belangrijke informatie over de ingebruikneming en het
gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing helemaal. Het niet
naleven van deze instructie kan zware verwondingen of
schade aan het toestel veroorzaken.
WAARSCHUWING
Deze waarschuwingen moeten in acht genomen worden
om mogelijk letsel van de gebruiker te verhinderen.
OPGELET
Deze aanwijzingen moeten in acht genomen worden om
mogelijke schade aan het toestel te verhinderen.
AANWIJZING
Deze aanwijzingen geven u nuttige bijkomende
informatie bij de installatie of het gebruik.
Gecerticeerd krachtens de richtlijnen voor medische
0297
producten
NL
BF-veiligheidsklasse
LOT-nummer
Producent
Productiedatum
121
1 Veiligheidsmaatregelen
NL
Veiligheidsmaatregelen
Doel:
Deze volautomatische elektronische bloeddrukmeter is
bestemd voor het thuis meten van de bloeddruk. Dit is een
niet-invasief systeem voor het meten van de diastolische
en systolische bloeddruk en de pols van volwassenen, door
gebruik te maken van de oscillometrische techniek door het
aanleggen van een manchet om de bovenarm. De voor dit
toestel bruikbare manchetomvang is beperkt tot 22 - 42 cm.
Contra-indicaties:
Deze bloeddrukmeter is niet geschikt voor mensen met een
sterke aritmie.
WAARSCHUWING
Neem op grond van een zelfmeting geen
therapeutische maatregelen. Verander nooit de
dosering van een door de dokter voorgeschreven
geneesmiddel.
• Het instrument is enkel bedoeld voor particulier gebruik.
• Mocht u bedenkingen voor de gezondheid hebben, consulteer
uw dokter alvorens de bloeddrukmeter te gebruiken.
• Hartritmestoringen resp. arritmieën veroorzaken een onregel-
matige pols. Normaal brengt dit moeilijkheden met zich mee bij
het vaststellen van de correcte meetwaarde met behulp van
oscillometrische bloeddruk-computers. Het onderhavige toestel is
elektronisch zo uit gerust dat het meer dan 20 van de meest
optredende arrhythmieën en zogenaamde bewegingsartefacten
herkent en dit door een symbool op het display weergeeft.
• Gebruik het instrument alleen als bedoeld in deze handleiding.
Als u het instrument aan zijn eigenlijke bedoeling onttrekt vervalt
uw recht op garantie.
• Indien u aan een ziekte lijdt zoals b.v. obliteratieve arteriële
ziekte, raadpleegt u best uw arts voordat u het instrument toe past.
• Het instrument mag niet worden gebruikt om de har frequentie
van een pacemaker te controleren.
122
1 Veiligheidsmaatregelen
• Gebruik het toestel (de manchet) niet op open wonden of brand-
wonden of op lichaamsdelen die met intravasculaire thera peutische maatregelen worden behandeld.
• Zwangeren moeten de nodige voorzorgs maatregelen en hun
individuele belastbaarheid in acht nemen, raadpleeg, indien nodig,
uw dokter.
• Mocht u tijdens een meting last zoals b.v. pijn in de bovenarm of
andere ongemakken ondervinden, druk dan op de START-toets 6
om de manchet meteen te ontluchten. Maak de manchet los en
neem hem af van de bovenarm.
• Dit toestel is niet bestemd om door personen (inclusief kinderen)
met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke capaciteiten of
een gebrek aan ervaring en/of kennis gebruikt te worden, tenzij ze
door een voor hun veiligheid bevoegde persoon gecontroleerd
worden of tenzij ze van deze persoon instructies kregen hoe het
toestel gebruikt moet worden.
• Kinderen moeten in het oog gehouden worden om er zeker van te
zijn dat ze niet met het toestel spelen.
• Het instrument mag niet in de buurt van toestellen worden gebruikt
die een inke elektrische straling uitzenden, zoals b.v. radiozender,
mobiele telefoon of magnetron.
• Gebruik het instrument niet in rijdende voertuigen, omdat hierdoor
de meetresultaten worden beïnvloed.
• In geval van storingen mag u het instrument niet zelf herstellen.
Laat herstellingen enkel door geautoriseerde serviceplaatsen
uitvoeren.
• Gebruik uitsluitend accessoires die voor dit toestel werden voor-
zien en die door de fabrikant mee werden geleverd.
• Bescherm het instrument tegen vocht. Mocht ooit vocht het
instrument binnendringen, dient u de batterijen onmiddellijk te
verwijderen en verdere toepassingen te vermijden. Stelt u zich in
dit geval met uw gespecialiseerde handelaar in verbinding of infor meer ons rechtstreeks.
• Verwijder de batterijen, als u het apparaat langere tijd niet gebruikt.
• Mensen met een vlakke polsfrequentie moeten de arm optillen en
de hand ongeveer tien keer openen en weer sluiten en dan pas
meten. Hierdoor worden de frequentiegolf van de pols en de meet procedure geoptimaliseerd.
• Wanneer het toestel door meerdere personen wordt gebruikt,
moeten, om hygiënische redenen alle personen hun eigen
manchet hebben. Deze manchetten zijn apart in de handel
verkrijgbaar.
NL
123
1 Veiligheidsmaatregelen / 2 Wetenswaardigheden
NL
• Alvorens u het apparaat aansluit op uw stroomtoevoer, dient u
erop te letten dat de netspanning, die op het typeaanduidings-
plaatje staat aangegeven overeenkomt met die van uw stroomnet.
• Raak nooit een voedingsapparaat aan dat in water is gevallen.
Haal onmiddelijk de stekker resp. de voedingsapparaat uit de
wandcontactdoos.
• Wanneer het snoer of het voedingsapparaat beschadigd is, mag
het instrument niet verder gebruikt worden.
• Dit instrument, het snoer en het voedingsapparaat mogen nooit
in water ondergedompeld worden of onder stromend water
worden gehouden.
• Raak het voedingsapparaat uitsluitend met droge handen aan.
• De kabel mag niet in de buurt van warmtebronnen gebracht
worden of over scherpe randen heen getrokken worden.
• Transporteer, trek of draai het voedingsapparaat nooit met behulp
van het netsnoer en zorg ervoor dat het netsnoer niet ingeklemd
wordt.
2 Wetenswaardigheden
Hartelijk dank
Hartelijk dank voor uw vertrouwen en van harte gelukgewenst!
Met de bloeddrukmeter CardioCompact heeft u een kwaliteitsproduct van MEDISANA aangeschaft. Voor een succesvol gebruik en een lange gebruiksduur van uw MEDISANA bloeddruk-
meter CardioCompact bevelen wij aan de hieronder beschreven
aanwijzingen voor het gebruik en voor het onderhoud zorgvuldig
door te lezen.
2.1 Levering en verpakking
Gelieve eerst te controleren of het instrument volledig is en
volledig vrij van beschadigingen is. In geval van twijfel neemt u het
toestel niet in bedrijf en neemt u contact op met uw handelaar of
uw servicepunt. Bij de levering horen:
• 1 Bloeddrukmeter MEDISANA CardioCompact
• 1 Manchet met luchtslang
• 4 Batterijen (Type AAA) 1,5V
• 1 Transporttasje
• 1 Mini-USB-kabel
• 1 Gebruiksaanwijzing en EMV-bijlage
• 1 Korte handleiding
Het verpakkingsmateriaal kan opnieuw worden gebruikt of gerecycled. Zorg ervoor dat het gebruikte verpakkingsmateriaal bij de
daarvoor bestemde afvalverwerking terechtkomt. Indien u tijdens
het uitpakken transportschade constateert, neem dan direct contact
op met uw leverancier.
124
2 Wetenswaardigheden
WAARSCHUWING
Let er op dat het verpakkingsmateriaal niet in
handen komt van kinderen! Zij kunnen er in
stikken!
2.2 Wat betekent bloeddruk?
Bloeddruk is de druk die door elke hartslag in de vaten ontstaat.
Wanneer het hart samentrekt (= systole) en bloed naar de arteriën
pompt, leidt dit tot het stijgen van de druk. De hoogste waarde
van deze druk wordt systolische druk genoemd en gedurende een
bloeddrukmeting als eerste waarde gemeten. Wanneer de hartspier
verslapt om nieuw bloed op te nemen, neemt ook de druk af in
de arteriën. Wanneer de vaten ontspannen zijn, wordt de tweede
waarde - de diastolische druk gemeten.
2.3 Hoe werkt de meting?
De MEDISANA CardioCompact is een bloeddrukmeter, die de
bloeddruk van de bovenarm meet. De meting wordt door een microprocessor bestuurt die met behulp van een druksensor de schommelingen analyseert die via de arterie ontstaan door het opblazen
en aaten van de bloeddrukmanchet.
2.4 Waarom is het zinvol om de bloeddruk thuis te
meten?
MEDISANA beschikt over meerjarige ervaringen op het gebied
van de bloeddrukmeting. De hoge nauwkeurigheid van het meetprincipe van het MEDISANA instrument blijkt uit omvangrijke klinische onderzoeken die volgens strikte internationale standaards zijn
doorgevoerd. Een belangrijk argument voor de bloeddrukmeting
thuis is het feit dat de meting in de bekende omgeving en onder ontspannen omstandigheden wordt verricht. Bijzonder veelzeggend is
de zogenoemde ‘basiswaarde’ die ‘s morgens direct na het opstaan
en vóór het ontbijt wordt gemeten. De bloeddruk kan het beste altijd op dezelfde tijdstip en onder dezelfde omstandigheden worden
gemeten. Hierdoor wordt de vergelijkbaarheid van de resultaten gewaarborgd en een aanvankelijke bloeddrukziekte kan tijdig worden
vastgesteld. Indien een verhoogde bloeddruk over een langere
periode niet wordt ontdekt, stijgt de kans op een aantal hart-circulatieziektes.
NL
125
2 Wetenswaardigheden
NL
VANDAAR ONZE TIP:
Meet uw bloeddruk dagelijks en regelmatig, zelfs
als uw geen ongemakken heeft.
2.5 Bloeddrukclassicatie
In de tabel hieronder zijn de richtwaarden aangegeven voor hoge
en lage bloeddruk zonder inachtneming van de leeftijd. Deze
beoordelingsschaal voor de bloeddruk voldoet aan de richtlijnen
van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Lage bloeddruk:
systolisch <100 ; diastolisch <60
Normale bloeddruk (groene gebied van het display
systolisch 100 - 139 ; diastolisch 60 - 89
Vormen van verhoogde bloeddruk:
Licht verhoogde bloeddruk (gele gebied van het display
systolisch 140 – 159 ; diastolisch 90 – 99
Middelmatig verhoogde bloeddruk
(oranje gebied van het display
systolisch 160 – 179 ; diastolisch 100 – 109
Sterk verhoogde bloeddruk (rode gebied van het display
systolisch ≥ 180 ; diastolisch ≥ 110
WAARSCHUWING
Te lage bloeddruk betekent net zo’n gezondheidsrisico als hoge bloeddruk! Aanvallen van
duizeligheid kunnen leiden tot gevaarlijke situaties (b.v. op trappen of in het verkeer)!
8
):
8
):
):
8
):
8
2.6 Bloeddrukschommelingen
Er zijn vele factoren die de bloeddruk kunnen beïnvloeden. De
waarden worden met nadruk beïnvloedt door zwaar lichamelijk
werk, angst, stress of de tijdstip van de meting. De persoonlijke
bloeddrukwaarden zijn over een dag en over een jaar gerekend aan
sterke schommelingen onderhevig. Bij patiënten met verhoogde
bloeddruk zijn deze schommelingen bijzonder ontwikkeld. Normaal
wordt de bloeddruk tijdens lichamelijke inspanningen het meest
verhoogd en ‘s nachts tijdens het slapen het meest verlaagd.
126
2 Wetenswaardigheden / 3 Voor het Gebruik
2.7 Beïnvloeding en analyse van de metingen
Meet meermalen uw bloeddruk, sla de resultaten op en vergelijk
•
de deze vervolgens onder elkaar. Trek geen conclusie opgrond
van een enkel resultaat.
Uw bloeddrukwaarden dienen altijd door een arts te worden
•
beoordeeld die vertrouwd is met uw medische voorgeschiedenis.
Als u het instrument regelmatig gebruikt en de waarden registreert
voor uw arts, informeer dan uw arts regelmatig over het verloop.
Houd tijdens bloeddrukmetingen rekening ermee dat de dageli-
•
jkse waarden van vele factoren afhankelijk zijn. Factoren zoals
roken, alcohol, medicijnen en lichamelijk werk beïnvloeden de
meetwaarden op verschillende manier.
Meet uw bloeddruk voor de maaltijden.
•
Rust minstens 5 minuten voordat u uw bloeddruk meet.
•
Te vaak meten kan leiden tot storingen in de bloeddoorstroming.
•
Las dus een pauze van minstens 2 min in tussen de metingen,
opdat de bloeddoorstroming zich zou kunnen herstellen.
De toepassing van het manchet met een druk van meer dan 300
•
mmHg of met een constante druk van meer dan 15 mmHg ge-
durende meer dan 3 min, kan tot verwondingen leiden (bijvoorbeeld blauwe plekken).
Neem, als u een buitengewone (te hoge of te lage) systolische of
•
diastolische waarde van de meting constateert, hoewel het instrument op de juiste manier is gebruikt, contact op met uw arts, indien deze waarde ook na een aantal metingen blijft verschijnen. Dit
geldt ook voor de zeldzame gevallen dat door een onregelmatige
of zeer zwakke pols de meting wordt verhinderd.
3 Voor het Gebruik
3.1 Batterijen inleggen/vervangen
Inleggen: Voordat u het instrument kunt gebruiken dient u de bij-
gaande batterijen in te zetten. Aan de onderkant van het instrument
bevindt zich het deksel van het batterijvak q. Maak het deksel
open, verwijder het en leg er de 4 bijgeleverde 1,5 V batterijen type
AAA in. Neem daarbij de polariteit in acht (zoals in het batterijvak
gemerkt). Sluit het batterijvak opnieuw.
Verwijderen: Vervang de batterijen wanneer het batterijsymbool
“ “ op het display verschijnt. Wanneer er niets wordt aangeduid op het display, zijn de batterijen helemaal leeg en moeten ze
dus onmiddellijk vervangen worden. Stel nu datum en uur in zoals
beschreven onder 3.4 Datum en uur instellen. Denk erom dat u telkens nadat u batterijen in het batterijvakje heeft gestoken, de datum
en het uur opnieuw moet instellen.
127
NL
3 Voor het Gebruik
NL
WAARSCHUWING
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN T.A.V. DE BATTERIJ
• Batterien niet uit elkaar halen!
• Lege batterijen onmiddellijk uit het toestel
verwijderen!
• Verhoogd uitloopgevaar, contact met huid, ogen
en slijmhuid vermijden! Bij contact met accuzuur
de betreffende plaatsen onmiddellijk met over vloedig helder water spoelen en onmiddellijk een
arts opzoeken!
• Mocht er een batterij ingeslikt zijn, dan moet
onmiddellijk een arts opgezocht worden!
• Altijd alle batterijen tegelijk vervangen!
• Alleen batterijen van hetzelfde type gebruiken,
geen verschillende types of gebruikte en nieuwe
batterijen door elkaar gebruiken!
• Plaats de batterijen correct, neem de polariteit in
acht!
• Batterijen bij langer niet-gebruik uit het toestel
verwijderen!
• Batterijen uit de buurt van kinderen houden!
• Batterijen niet heropladen! Er bestaat
explosiegevaar!
• Niet kortsluiten! Er bestaat explosiegevaar!
•
Niet in het vuur werpen! Er bestaat explosiegevaar!
• Geef verbruikte batterijen en accu’s niet met het
gewone huisvuil mee, maar met het speciale afval
of in een batterijverzamelstation in de vakhandel!
3.2 Gebruik van een adapter
Alternatief kunt u het instrument ook met een speciaal voeding-
sapparaat gebruiken (6V/600mA, MEDISANA art.–nr. 51095) dat
aan de hiervoor bestemde aansluiting
het instrument wordt aangesloten. Kantel, voordat u de adapter insteekt, het bovenste deel met het display zodanig, dat de markering van het inklapmechanisme
blijven in het toestel zitten. Doordat u de stekker aan de zijkant
van de bloeddrukmeter insteekt, worden de batterijen mechanisch
uitgeschakeld. Het is dus nodig, eerst de adapter in de contactdoos te steken en dan met de bloeddrukmeter te verbinden. Als de
bloeddrukmeter niet meer wordt gebruikt, moet eerst de stekker uit
de bloeddrukmeter en dan de adapter uit de contactdoos worden
getrokken. Daardoor voorkomt u dat u datum en tijd iedere keer
opnieuw moet invoeren.
128
3
aan de achterzijde van
4
naar “OFF” wijst. De batterijen
3 Voor het Gebruik
3.3 Het functioneel inklapmechanisme
Het functioneel inklapmechanisme 3 maakt van het toestel, afhankelijk van de kantelhoek van het display, naar keuze een bloeddrukmeter of een praktische reiswekker. Samengeklapt staat het
toestel in reismodus en verhindert zo een onbedoeld inschakelen
tijdens de reis. De markering aan de rechterkant van het toestel
toont daarbij de functiemodus aan:
NL
“OFF” / Uitmetermodusmodus
Bloeddruk-Reiswekker-
3.4 Afstellen van datum en tijd
Kantel het bovenste gedeelte met het display zodanig, dat de
•
markering van het klapmechanisme 3 naar “reiswekkermodus”
wijst.
Druk tegelijkertijd op de START-knop 6 en de MEM-knop 7 en
•
hou de knoppen ca. min. 1 seconde ingedrukt. Vervolgens worden
alle aanduidingselementen aangeduid (autotest) en vervolgens
kunt u het formaat van uuraanduiding (aanduiding met verdeling
in 12- of 24-uur) instellen met behulp van de MEM-knop 7.
Druk nu op de SNOOZE-knop 1, om verder te gaan met het
•
jaartal.
Ga te werk volgens hetzelfde schema (MEM-knop 7 Voor ve-
•
randeringen, SNOOZE-knop 1 om naar de eerste invoering te
gaan) om de correcte waarden voor het jaartal e, de dag “D” en
de maand “M” t, het uur f, de minuten u en de tijdverschuiving s van een tweede tijdzone p in te voeren.
Datum en uur worden nu permanent aangeduid. Het uur van een
•
2de tijdzone p wordt eveneens in kleine cijfertjes aangeduid, als
u bij de instellingen een tijdverschil <> 0 heeft ingesteld.
U kunt de instellingsmodus altijd verlaten door op de STAR T-knop
•
te drukken. Nadat een knop ongeveer 1 minuut lang niet werd
6
ingedrukt, verlaat het toestel automatisch de instellingsmodus.
Bij het vervangen van batterijen gaan de ingevoerde gegevens
•
verloren en moeten zij opnieuw worden ingevoerd.
129
3 Voor het Gebruik
NL
3.5 Wekkerinstelling
Kantel het bovendeel met hat display zo, dat de markering van het
•
klapmechanisme 3 naar “reiswekkermodus” wijst.
Druk op de SNOOZE-knop 1 en hou hem minstens ca. 2 sec-
•
onden ingedrukt, totdat de wekkeraanduiding van het eerste 1.
wekuur
7
Druk nu op de SNOOZE-knop 1, om door te gaan met de in-
•
stelling van het wekuur (in zoverre de wekkerfunctie geactiveerd
werd).
Ga op dezelfde manier te werk (MEM-knop
•
gen, SNOOZE-knop 1 om naar de volgende invoering te gaan )
om de correcte waarden voor het uur en de minuten in te voeren.
Vervolgens kunt u een 2de wektijd w instellen volgens hetzelfde
•
schema.
U kunt de instellingsmodus voor de wekker op elk ogenblik ver-
•
laten door op de START-knop 6 te drukken. Nadat een knop
ongeveer een minuut lang niet werd ingedrukt, verlaat het toestel
automatisch de instellingsmodus.
Bij het vervangen van batterijen gaan de ingevoerde gegevens
•
verloren en moeten zij opnieuw worden ingevoerd.
130
knippert (ON of OFF). Met behulp van de MEM-knop
w
kunt u de wekkerfunctie activeren (ON) of uitschakelen (OFF).
voor veranderin-
7
TIPS:
- Opdat de wekker zou afgaan op het ingestelde
uur, moet hetzij de reiswekkermodus, hetzij de
bloeddrukmeetmodus ingesteld zijn.
- De wektijden gelden alleen voor de reguliere
tijd, niet voor de 2. tijdzone
onder 3.4 Datum en uur instellen werd in gesteld.
- U kunt de wekker afzetten door te drukken op
“MEM” 7 of op “START” 6 . Een druk op de
“SNOOZE”-knop 1 zorgt ervoor dat de wekker
10 min later opnieuw aoopt .
- Wanneer bij het aopen van de wekker er niet
binnen de 50 seconden op een knop wordt
gedrukt, wordt de wekprocedure onderbroken
en loopt de wekker na 10 min opnieuw af.
Wanneer na 5 dergelijke procedures er nog
steeds geen knop wordt ingedrukt, wordt de
wekker uitgeschakeld.
, die eventueel
p
3 Voor het Gebruik
3.6 Voorstelling van uur en datum
De voorstelling van het uur en de datum verschillen een beetje,
naargelang de modus (reiswekker- of bloeddrukmeetmodus):
NL
Voorbeeld aanduiding in
de reiswekkermodus
Wanneer de wekkerfunctie geactiveerd is, verschijnt (alleen in de
reiswekkermodus) links bovenaan op het display het dien- overeen-
komstig symbool
waarop de wekker de volgende keer aoopt. De blauwe achtergrondbelichting wordt na instelling van de modus of nadat er op een
knop werd gedrukt, gedurende enkele seconden geactiveerd, maar
wordt daarna uitgeschakeld om energie te besparen.
en rechts daarnaast het ingestelde wekuur
w
Voorbeeld aanduiding in
de bloedddrukmeetmodus
e
3.7 Het instellen van de gebruikergeheugen
De bloeddrukmeter MEDISANA CardioCompact biedt de mo-
gelijkheid om de gemeten waarden op twee verschillende plaatsen
op te slaan
zonder de meetwaarden op te slaan. Elke opslagplaats biedt ruimte
om 500 metingen op te slaan.
Kantel het bovendeel met het display zo, dat de markering van het
klapmechanisme
Druk op de SNOOZE-knop
(een opslagsymbool rechts bovenaan in het display begint te knipperen). Druk nu op de SNOOZE-knop 1 om de gewenste opslag-
plaats te selecteren:
Opslagplaats 1: Opslagplaats 2: Gastmodus:
Druk op de START-knop 6 of gebruik gedurende minstens 5 seconden geen enkele knop, om de keuze te bevestigen.
of om de meting in de “Gastmodus” af te ronden,
z
naar “bloeddrukmeetmodus” wijst .
3
, om de opslagkeuze op te starten
1
131
4 Het Gebruik
NL
4.1 Verbinden van de luchtslang met het toestel
Steekt het uiteinde van de luchtslang van de manchet 0 in de
aansluiting voor de luchtslang 9 op het toestel. Let erop dat de
slang niet beschadigd is en goed vast zit.
WAARSCHUWING
Vermijd om tijdens de meting de luchtslang
samen te drukken of te knikken, omdat dit tot
foutieve metingen of zelfs tot verwondingen omwille van de te hoge druk zou kunnen leiden!
4.2 Het bevestigen van de drukmanchet
1. Schuif de open kant van de manchet zo door de metalen beugel,
dat de klittenbandsluiting zich aan de buitenkant bevindt.
2. Open de manchet zo, dat er een cilindrische vorm ontstaat.
3. Schuif de manchet over uw linker bovenarm. Plaats de luchtslang
op het midden van de arm in het verlengde van de middelvinger
(a).
4. Leg uw arm met de handpalm naar boven op tafel. De onderkant
van de manchet dient daarbij 2 - 3 cm boven de binnenkant van
de elleboog te liggen (b). Trek de manchet strak (c) en sluit de
klittenbandverbinding.
5. Vermijd een holle ruimte tussen arm en manchet. Hij kan het
meetresultaat vervalsen.
6. Meet op de ontblote bovenarm. Let erop dat uw arm bij nauw
aansluitende bovenarmkleding door het oprollen van uw mouw
niet wordt afgebonden.
7. Alleen als de manchet niet op de linker arm kan werden aan gelegd, legt u die op de rechter arm aan. Metingen dienen altijd
verricht te worden aan de zelfde arm.
132
4 Het Gebruik
TIPS:
Wanneer de manchet vuil is, verwijdert u ze van
het toestel en maakte ze schoon met de hand, in
een mild sopje. De manchet na het schoonmaken
met koud, helder water afspoelen. De manchet
mag niet gestreken worden en mag niet in de
droogautomaat worden gedroogd.
Het verdient in principe aanbeveling om de
manchet te reinigen nadat ze zo’n 200 keer werd
gebruikt.
4.3 De correcte meetpositie
De juiste houding bij zittend meten
• Neemt u tijdens de meting ergens plaats.
• Ontspan uw arm en steun deze losjes bijv. op
een tafel.
• Let erop dat de manchet zich ter hoogte van
het hart bevindt.
• Blijf rustig tijdens de meting: beweeg en spreek
niet, omdat hierdoor de meetresultaten worden
beïnvloed.
De juiste houding bij liggend meten
• In speciale gevallen kan de meting ook worden
verricht terwijl u ligt.
• Ontspant u zich op uw rug liggend minstens 5
minuten en leg uw arm losjes neer.
• Let erop, dat de manchet zich ter hoogte van het hart bevindt. Van
elkaar afwijkende hoogten hebben invloed op de nauwkeurigheid
van de meting.
• Blijf rustig tijdens de meting: Beweeg niet en spreek niet, omdat
anders de meetresultaten kunnen veranderen.
NL
133
4 Het Gebruik
Het is mogelijk dat het toestel bij onvoldoende druk in de manchet
NL
4.4 De bloeddruk meten
1. Kantel het bovendeel met het display zo, dat de markering van
het klapmechanisme
Druk, wanneer deze positie reeds ingesteld is, op gelijk welke
knop, om de blauwe achtergrondbelichting te activeren (pas dan
kan de bloeddrukmeting van start gaan).
2. Wanneer de achtergrondbelichting ingeschakeld is, drukt u op de
START-Knop
3. Het toestel is klaar om te meten, het resultaat van de laatste
meting door de ingestelde gebruikersopslag verschijnt en er klinkt
een akoestisch signaal. Daarna pompt het toestel automatisch de
manchet langzaam op, tot er voldoende druk bereikt werd om een
meting uit te voeren.
4. Tijdens het oppompen verandert de drukaanduiding voortdurend.
Vervolgens wordt de lucht langzaam uit de manchet afgelaten
en wordt de meting uitgevoerd.
nog een keer lucht napompt. Tijdens de meetprocedure wordt
ook de polsfrequentie gemeten. U kunt de meetprocedure
manueel onderbreken door op de START-knop
5. Wanneer de meting afgelopen is, wordt de lucht uit het manchet
gelaten en verschijnen zowel de systolische en de diastolische
bloeddruk evenals de polsslag op het display. Conform de bloed-
drukclassicatie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
verschijnt de bloeddrukindicator
balkje van dezelfde kleur. Wanneer bij de meting door het toestel
een aritmie die wordt vastgesteld, verschijnt bij het aangeven van
de gemeten waarden hat aritmiesymbool
6. De gemeten waarden worden automatisch opgeslagen. De
opslagplaats biedt ruimte voor 500 meetwaarden per gebruiker,
met vermelding van uur en datum. Wanneer u de gemeten
waarde nogmaals wil zien, drukt u op de MEM-knop
6
naar de “bloeddrukmeetmodus” wijst.
3
.
( ) boven een bijbehorend
8
te drukken.
6
.
o
7
.
4.5 Het uitschakelen van het instrument
Het toestel beschikt over een automatische uitschakelingsfunctie.
Als geen toets meer ingedrukt wordt, schakelt het toestel na ca. een
minuut automatisch naar de tijd-displaymodus.U kunt het tonen
van de gemeten bloeddrukwaarden ook uitschakelen door op de
START-knop
broken op het display getoond, zolang de stroom niet onderbroken
wordt (batterij en/of adapter).
134
te drukken. Het uur en de datum worden ononder-
6
5 Geheugen
NL
5.1 Tonen van de opgeslagen waarden
Dit toestel heeft twee aparte opslagplaatsen voor gebruikers z (1
en 2) met een capaciteit van telkens 500 waarden. De meetwaarden
(bloeddruk en polsslag met uur en datum evenals de bloeddrukindicator) worden automatisch opgeslagen. Om de opgeslagen meet-
waarden op te roepen gaat u als volgt te werk:
1. Kantel het bovendeel met het display zo dat de markering van het
klapmechanisme
wanneer deze positie al ingesteld is, op gelijk welke knop, om
de blauwe achtergrondbelichting te activeren (alleen dan kan het
geheugen worden opgeroepen).
2. Wanneer de achtergrondbelichting ingeschakeld is, kiest u eerst
de gewenste gebruikers- opslagplaats, hetzij 1 of 2
onder 3.7 Het instellen van de gebruikergeheugen beschreven
wordt), daarna drukt u op de MEM-knop
3. Dan verschijnt kort het aantal meetwaarden dat in deze ge bruikers opslagplaats
display onder het symbool “M”). Vervolgens verschijnt er een
knipperende “A” en dan het gemiddelde van de waarden voor
systole, diastole en polsfrequentie die de afgelopen zeven dagen
voor de gebruiker in kwestie werden gemeten.
4. Nadat u nog een keer op de MEM-knop
de afzonderlijke opgeslagen meetwaarden (systole, diastole, pols
en datum/uur afwisselend ) met inbegrip van de bloeddrukindi-
cator en eventueel het symbool voor aritmie van de laatst uit gevoerde meting getoond. Druk nog een keer op de MEM-knop
Om door de rij meetwaarden te bladeren. Met het aanduiden
7
van de opgeslagen meetwaarden verschijnt onderaan links op het
display het opslagnummer dat aan die waarde werd toegewezen.
Aanduiding gebeurt altijd aopend. Wanneer er bv. 7 resultaten
opgeslagen werden, verschijnt eerst resultaat nr. 7 (de laatste,
meest actuele meting), dan resultaat nr.6 (de voorlaatste meting)
enz..
5. Door het drukken op de START toets
modus steeds verlaten en het toestel weer in de tijd-display modus schakelen. Als gedurende ca. 60 seconden geen toets
wordt ingedrukt, keert het toestel automatisch in de tijd-display modus terug.
6. Als alle 500 opslagplaatsen vol zijn, wordt een nieuwe gemeten
waarde opgeslagen, doordat de oudste waarde verwijderd wordt.
naar “bloeddrukmeetmodus” wijst. Druk,
3
z
.
7
is opgeslagen, (links onderaan op het
s
heeft gedrukt, worden
7
kunt u de geheugen-
6
(Zoals
135
5 Geheugen / 6 Diversen
NL
5.2 Wissen van het geheugen
U kunt afzonderlijke waarden van een opslagplaats in een gebruik-
ersopslagplaats wissen, door wanneer de waarden in kwestie (zie
5.1 T onen van de opgeslagen waarden) getoond worden, de MEM-
knop 7 gedurende minstens 3 seconden ingedrukt te houden. De
melding “dEL” verschijnt en er weerklinkt een akoestisch signaal
voor de bevestiging van de wisprocedure.
Wanneer u tegelijkertijd, gedurende minstens 3 seconden op
de MEM-knop 7 en de SNOOZE-knop 1 drukt, worden ALLE
waarden van deze gebruikersopslagplaats gewist. Ter bevestiging
verschijnt er dan “CLr” en weerklinken er drie pieptonen. Druk op
Start 6 of MEM 7, om weer naar de beschikbaarheidsmodus
terug te gaan.
6 Diversen
6.1 Verbonden met VitaDock® online
De bloeddrukmeter MEDISANA CardioCompact biedt de mo-
gelijkheid, om uw gegevens met behulp van een mini-USB-kabel
online, te zetten respectievelijk naar de VitaDock App over te
zetten. Hiervoor hebt u de VitaDock software nodig op uw computer. U kunt die software eenvoudig downloaden van de website
www.medisana.nl/software:
1. Ga naar de website www.medisana.nl/software
2. Kies “CardioCompact” als toestel uit
3. Download de VitaDock Software op uw computer en installeer ze
4. Op de website vindt u een handleiding, hoe u de software kunt
installeren en gebruiken
6.2 Problemen en oplossingen
• In het display verschijnt het symbool voor batterijen vervangen
“ “:
r
De batterijen zijn te zwak of leeg. Vervangt u alle vier de batterijen
door nieuwe 1,5 V batterijen van type AAA.
• Abnormale meetwaarden of “SYS HI”, “SYS LO”, “dlA Hi”
of “dIA Lo” worden getoond:
Leg de manchet goed aan. Neemt u de juiste positie in.
Blijf rustig tijdens de meting. Voor patiënten met een sterk onregel-
matige pols is het apparaat niet geschikt.
136
6 Diversen
• Dit toestel herkent verschillende storingen en geeft, afhankelijk van
de reden van deze storing een overeenkomstige foutmelding naast
ook herhaalde pieptonen. Wanneer er op dat ogenblik een meting
plaatsvindt, wordt die afgebroken.
“Er 0” tot “Er 4”:
Fouten in het druksysteem of wanneer systolische, respectievelijk
diastolische druk niet herkend worden. De verbinding met de luchtslang is mogelijk onderbroken. Controleer de aansluiting van de
manchet op het toestel, leg de manchet correct om de arm en herhaal de meting. Beweeg niet tijdens het meten.
“Er 5”:
De manchetdruk (meer dan 300 mmHg) of de pols (meer dan 200
slagen per minuut ) is te hoog. Neem 5 minuten rust en herhaal de
meting.
“Er 6”:
De manchetdruk is al meer dan 160 seconden hoger dan 15 mmHg.
Neem 5 minuten rust en herhaal de meting.
“Er 7”, “Er 8”, “Er A”:
Elektronica-, parameter- of sensorfout. Neem 5 minuten rust en herhaal de meting.
Belangrijk: Neem contact op met uw arts, wanneer de hiervoor vermelde fouten herhaaldelijk optreden. Blijf rustig tijdens de meting. Het toe-
stel is niet geschikt voor patiënten met een erg onregelmatige polsslag.
NL
6.3 Reiniging en onderhoud
• Verwijderen de batterijen voordat u het toestel schoonmaakt.
• Maak het materiaal met een zachte doek schoon, die u met een
milde zeepoplossing bevochtigt.
• Gebruik nooit sterk reinigingsmiddel of alcohol.
• Het toestel nooit direct blootstellen aan zon, bescherm het tegen
vuil en vochtigheid.
• Wanneer het toestel op een koele plaats bewaard werd, moet het
zich, alvorens te worden gebruikt aan de kamertemperatuur
hebben aangepast.
• Wij bevelen aan om het toestel om de twee jaar of na een her-
stelling, te laten controleren om te kijken of het foutenvrij werkt.
Wend u daarvoor tot de klantendienst.
137
NL
6 Diversen
6.4 Afvalbeheer
Dit apparaat mag niet samen met het huishoudelijk afval
worden aangeboden. Iedere consument is verplicht, alle
elektrische of elektronische apparaten, ongeacht of die
schadelijke stoffen bevatten of niet, bij een milieudepot in
milieuvriendelijke manier kunnen worden verwijderd. Haal de
batterijen uit het apparaat voordat u het apparaat verwijdert.
Gooi gebruikte batterijen niet bij het huisvuil, maar breng
deze naar de daarvoor bestemde afvalverwerking of lever
deze in bij een speciaal daarvoor bestemd inzamelstation bij
de supermarkt of elektrawinkelier. Wendt u zich betreffende
het afvalbeheer tot uw gemeente of handelaar.
zijn stad of bij de handelaar af te geven, zodat ze op een
6.5 Richtlijnen / Normen
Deze bloeddrukmeter beantwoordt aan de eisen van de EU-norm
voor nietinvasieve bloeddrukmeetinstrumenten. Het is gecerticeerd volgens de EGrichtlijnen en voorzien van het CE-merk (conformiteitsmerk) ”CE 0297”. De bloeddrukmeter beantwoordt aan de
Europese voorschriften EN 60601-1, EN 60601-1-2, EN 1060 en
EN 80601-2.
Aan de eisen van de EU-richtlijn “93/42/EWG van de raad van 14
juni 1993 betreffende medische producten“ is voldaan.
Elektromagnetische verdraagbaarheid:
het apparaat voldoet aan de eisen van norm EN 60601-1-2 voor de
elektromagnetische verdraagbaarheid. Bijzonderheden over deze
meetgegevens kunt u vinden in de afzonderlijke bijlage.
138
6.5 Technische gegevens
6 Diversen
NL
Benaming en model:
Weergavesysteem:
Geheugenplaatsen:
Meetmethode:
Voeding:
Meetbereik bloeddruk:
Meetbereik pols:
Maximale meetafwijking van
de statische druk:
Maximale meetafwijking van
de polswaarden:
Drukopwekking:
Lucht aaten:
Autom. uitschakeling:
Operationele voorwaarden:
Opslagvoorwaarden:
Afmetingen:
Manchet:
Gewicht ca.:
Artikel-nummer:
EAN-nummer:
Speciaal onderdeel:
0297
In het kader van onze voortdurende inspanningen naar
verbeteringen, behouden wij ons het recht voor om qua
vormgeving en op technisch gebied veranderingen aan ons
product door te voeren.
MEDISANA CardioCompact
bloeddrukmeter
digitale weergave
2 x 500 incl. tijd en datum
oscillometrisch
6V, 4 x 1,5V batterijen AAA
40 - 260 mmHg
40 - 180 polsslagen/min.
+/- 3 mmHg
+/- 5% van de waarde
automatisch door pomp
automatisch
na ca. 1 min.
+10°C tot +40°C;
< 85% luchtvochtigheid
-20°C tot +50°C;
< 85% luchtvochtigheid
ca.10,5 x 8,8 x 3,2 cm
ø 22 – 30 cm manchet voor
volwassenen
196 g (zonder batterijen)
51098
40 15588 51098 4
• Netadapter, Art.-Nr . 51095
• Manchet groot 30 - 42 cm voor vol-
wassenen met een groete boven armomvang, Art.-Nr. 51126
• Manchet normaal 22 - 30 cm voor
volwassenen met normale omvang
van de bovenarm, Art.-Nr. 51135
139
7 Garantie
NL
Garantie en reparatievoorwaarden
Wendt u zich voor garantiegevallen altijd tot uw leverancier of tot
onze klantendienst. Moet u het apparaat opsturen, stuur het dan
samen met de klacht en een kopie van de aankoopbon naar onze
klantendienst. Voor garantie gelden de volgende voorwaarden:
1. V oor de producten van MEDISANA geldt een garantietermijn van
drie jaar vanaf de datum van aankoop. Deze kan door middel van
de verkoopbon of factuur worden aangetoond.
2. Alle klachten, die het gevolg zijn van materiaal- en/of fabricage-
fouten worden binnen de garantietermijn kosteloos verholpen.
3. Een geval van garantie leidt niet tot automatische verlenging van
de garantietermijn, noch voor het apparaat zelf noch voor de
vervangbare onderdelen.
4. Uitgesloten van garantie zijn:
a. Alle schaden die ontstaan zijn door ondeskundige be-
handeling, b.v. het niet op de juiste wijze volgen van de
gebruiksaanwijzing.
b. Beschadigingen, die zijn ontstaan door reparaties door
de koper of een ander onbevoegd persoon.
c. Transportschade, die is ontstaan op weg van de verkoper
naar de verbruiker of tijdens het opsturen naar de klanten dienst.
d. Toebehoren, die onderhevig zijn aan slijtage (manchet,
batterijen enz.).
5. De fabrikant neemt geen verantwoording voor directe of indirecte
vervolgschade die door het apparaat veroorzaakt wordt. Ook niet
als de schade aan het apparaat als garantiegeval erkend is.
Het serviceadres vindt u op het
afzonderlijk bijgevoegde blad.
1 Turvallisuusohjeita
TÄRKEITÄ TIETOJA!
SÄILYTÄ NÄMÄ OHJEET!
Lue seuraavat käyttöohjeet huolellisesti kokonaan, erityisesti turvallisuusohjeet, ennen kuin käytät laitetta ja
säilytä ohjeet mahdollista myöhempää käyttöä varten.
Jos annat laitteen eteenpäin, anna myös aina tämä
käyttäohje mukana.
Kuvan selitys
Tämä käyttöohje kuuluu tähän laitteeseen.
Siinä on tärkeitä tietoja käyttöönottoa ja käsittelyä
koskien. Lue tämä käyttöohje kokonaan.
Näiden ohjeiden noudattamatta jättäminen voi aiheuttaa
loukkaantumisen tai laitteen vaurioitumisen.
VAROITUS
Noudata näitä varoitusohjeita niin voit estää
käyttäjän mahdollisen loukkaantumisen.
HUOMIO
Noudata näitä ohjeita niin voit estää laitteen
mahdollisen vaurioitumisen.
OHJE
Näistä ohjeista saat hyödyllistä tietoa asennusta
ja käyttöä koskien.
Tämä täysin automaattinen sähkötoiminen verenpainemittari on tarkoitettu verenpaineen mittaukseen kotioloissa.
Kyseessä on ei-invasiivinen mittajärjestelmä, joka mittaa
aikuisen verenpaineen systolista ja diastolista painetta ja
pulssia käyttämällä oskillometristä tekniikkaa olkavarteen
asetettavan mansetin avulla. Tässä laitteessa käytettävän
mansetin ympärysmitta on 22 - 42 cm.
Varoitukset:
Tämä verenpainemittari ei sovi henkilöille, joilla on voimakkaita rytmihäiriöitä.
VAROITUS
Älä tee itsenäisen mittauksen vuoksi mitään
terapeuttisia toimenpiteitä. Määrättyjen lääkkeiden
annostelua ei saa koskaa muuttaa.
• Laite on tarkoitettu ainoastaan yksityiseen käyttöön.
• Jos sinulla on terveyteen liittyviä kysymyksiä, keskustele lääkärisi
kanssa ennen laitteen käyttöä.
• Sydämen rytmihäiriöt eli arytmiat aiheuttavat epäsäännöllisen
pulssin. Tämä saattaa aiheuttaa sen, että oskillometrisillä
mittareilla on vaikeaa saada oikeaa mittausarvoa. Tämä mittari
on varustettu sellaisella elektroniikalla, että se kykenee tunnis tamaan 20 yleisintä arytmiaa sekä niin kutsutut liikeartefaktata ja
ilmaisemaan tämän symbolilla näytöllä.
• Käytä laitetta ainoastaan sen tarkoituksen mukaan käyttöohjetta
noudattaen. Väärinkäyttö johtaa takuun raukeamiseen.
• Keskustele lääkärisi kanssa ennen laitteen käyttöä, jos sinulla on
sairauksia, esim. perifeerinen ahtauttava valtimosairaus.
• Laitetta ei saa käyttää tahdistimen sykkeen tarkkailuun.
• Älä käytä laitetta (mansettia) avohaavoihin tai vartalon osiin, joita
hoidetaan suonensisäisillä menetelmillä.
142
1 Turvallisuusohjeita
• Jos olet raskaana, ota huomioon tarvittavat varotoimenpiteet ja
yksilöllinen rasitus, kysy tarvittaessa neuvoa lääkäriltäsi.
• Jos mittauksen aikana esiintyy epämiellyttäviä oireita, esim. kipua
olkavarressa tai muita oireita, toimi seuraavasti: Tyhjennä mansetti
välittömästi painamalla START painiketta 6 . Avaa mansetti ja ota
se pois olkavarresta.
• Tätä laitetta ei ole tarkoitus antaa sellaisten henkilöiden käyttöön
(mukaan lukien lapset), joilla on fyysisiä, hermollisia tai psyykkisiä
ongelmia tai joiden kokemus ja/tai tieto ei riitä laitteen käyttöön,
ellei heitä valvo heidän turvallisuudestaan vastaava henkilö tai
tämä henkilö kertoo heille laitteen käytöstä.
• Lapsia tulisi pitää silmällä sen varmistamiseksi, että nämä eivät
leiki laitteella.
• Laitetta ei saa käyttää lähellä laitteita, joilla on voimakas sähkö
kenttä, esim. radiolähettimet, matkapuhelimet tai mikroaaltouuni.
• Jos laitteeseen tulee häiriöitä, älä korjaa sitä itse, vaan anna
korjaukset valtuutetulle huoltoliikkeelle.
• Käytä laitteessa vain laitteen mukana tulevia tai valmistajalta
saatavia lisävarusteita.
• Suojaa laite kosteudelta. Jos laitteeseen kuitenkin pääsee
kosteutta, tulee paristot poistaa välittömästi ja välttää muuta
käyttöä. Ota tässä tapauksessa yhteyttä kauppiaaseen tai suoraan
valmistajaan.
• Poista paristot, jos et käytä laitetta pidempääin aikaan.
• Ihmisten, joilla on heikko pulssi, tulee nostaa käsi ylös ja puristaa
kättä nyrkkiin n. 10 kertaa ennen mittaamista, jotta pulssi ja
mittaustulot olisivat optimaaliset.
• Jos useampi henkilö käyttää laitetta, jokaisen käyttäjän pitäisi
käyttää omaa mansettia hygieniasyistä. Mansetteja saa tilata
jälkitoimituksena.
FI
143
1 Turvallisuusohjeita / 2 Tietämisen arvoista
FI
• Ennen kuin liität laitteen sähköverkkoon, varmista, että laitteen
tyyppikilvessä annettu verkkojännite vastaa sähköverkkosi
jännitettä.
• Älä koskaan tartu verkkolaitteeseen, joka on pudonnut veteen.
Vedä heti virtapistoke tai verkkolaite irti seinäpistorasiasta.
• Jos johto tai verkkolaite on vaurioitunut, laitetta ei saa enää
käyttää.
• Laitetta, johtoa ja verkkolaite ei saa milloinkaan kastaa veteen
tai pitää juoksevan veden alla.
• Tartu verkkolaitteeseen aina vain kuivin käsin.
• Johtoa ei saa ohjata lämpölähteiden lähellä eikä vetää terävien
reunojen yli.
• Verkkolaitetta ei saa koskaan kantaa, vetää tai kiertää johdosta
ja johtoa ei saa koskaan puristaa tai kiristää.
2 Tietämisen arvoista
Sydämellinen kiitos
Kiitoksia luottamuksesta ja sydämelliset onnentoivotukset!
Ostaessasi CardioCompact-verenpainemittarin olet hankkinut
MEDISANA-laatutuotteen. Jotta saavuttaisit halutun tuloksen ja sinulla olisi pitkään iloa MEDISANA CardioCompact verenpainemit-
taristasi, suosittelemme, että luet seuraavat käyttö- ja huolto-ohjeet
huolellisesti läpi.
2.1 Pakkauksen sisältö ja pakkaus
Tarkasta ensin, että laite on täydellinen eikä siinä ole mitään
vaurioita. Jos sinulla on kysymyksiä, älä ota laitetta käyttöön, vaan
käänny kauppiaasi tai huoltoliikkeen puoleen.
Pakkauksesta pitää löytyä:
• 1 MEDISANA CardioCompact verenpainemittarin
• 1 mansetin, jossa on ilmaletku
• 4 paristoa (AAA) 1,5V
• 1 Kuljetuslaukku
• 1 Mini-USB-johdon
• 1 Käyttöohje ja liite sähkömagneettisesta säteilystä
• 1 Pikaohje
Pakkauksia voidaan käyttää uudelleen tai ne voidaan kierrättää
takaisin raakaainekiertoon. Hävitä tarpeeton pakkausmateriaali
asianmukaisella tavalla. Mikäli pakkausta avatessasi havaitset
kuljetusvaurion, ota heti yhteyttä tuotteen myyneeseen
liikkeeseen.
144
2 Tietämisen arvoista
VAROITUS
Huolehdi siitä, etteivät pakkausmuovit joudu
lasten käsiin!
On olemassa tukehtumisvaara!
FI
2.2 Mikä verenpaine on?
Verenpaine on paine, joka muodostuu jokaisen sydämenlyönnin aikana verisuonissa. Kun sydän supistuu (= Systole) ja pumppaa verta valtimoihin, ja paine nousee. Paineen korkeinta arvoa kutsutaan
systoliseksi paineeksi ja se on verenpaineen mittauksessa ensimmäinen arvo. Kun sydänlihas lepää ottaakseen lisää verta, paine
valtimoissa laskee. Kun verisuonet ovat lepotilassa, mitataan toinen
arvo - diastolinen paine.
2.3 Kuinka mittaus tapahtuu?
MEDISANA CardioCompact on verenpainemittari, joka on
tarkoitettu verenpaineen mittaukseen olkavarresta. Mittauksen suorittaa mikroprosessori, joka arvioi painesensorin avulla
valtimon yläpuolelle muodostuvaa värähtelyä, kun verenpainemansettiin pumpataan ilmaa tai lasketaan ilmaa ulos.
2.4 Miksi on järkevää mitata verenpainetta kotona?
MEDISANAlla on useiden vuosien kokemus verenpaineen mittauk-
sesta. MEDISANA–laitteiden mittausperiaatteen suuri tarkkuus
vahvistetaan laajoissa vaativien kansainvälisten standardien mukaan tehdyissä kliinisissä tutkimuksissa. Tärkeä peruste kotona tapahtuville verenpaineen mittauksille on se tosiasia, että mittaukset
tehdään tutussa ympäristössä ja levollisissa olosuhteissa. Erityisen
merkittävä on niin sanottu „perusarvo“, joka mitataan aamuisin heti
heräämisen jälkeen ennen aamiaista. Periaatteessa verenpaine tulisi mitata aina samaan aikaan ja samoissa olosuhteissa.
Silloin tulokset ovat keskenään vertailukelpoisia ja alkava verenpainetauti voidaan havaita ajoissa. Jos verenpainetauti on kauan
havaitsematta, muiden sydänverisuonitautien riski kasvaa.
145
2 Tietämisen arvoista
FI
TÄSSÄ OHJEEMME:
Mittaa verenpaineesi päivittäin ja säännöllisesti
myös silloin, kun sinulla ei ole oireita.
2.5 Verenpaineluokitus
Seuraavassa taulukossa ovat ohjearvot korkeille ja matalille verenpainearvoille ilman, että ikä otetaan huomioon. Tämä verenpaine-
arvoasteikko vastaa maailman terveysjärjestön (WHO) suosituksia.
VAROITUS
Liian alhainen verenpaine on yhtä lailla tervey-
sriski kuin liian korkea verenpaine! Huimauskohtaukset saattavat aiheuttaa vaarallisia tilanteita
(esim. portaissa tai liikenteessä)!
2.6 Verenpaineen vaihtelut
Verenpaineeseen saattavat vaikuttaa monet eri tekijät. Voimakas
ruumiillinen rasitus, pelko, stressi tai vuorokauden aika, jolloin mittaus suoritetaan vaikuttavat kaikki voimakkaasti mitattuihin tuloksiin. Yksilölliset verenpainearvot vaihtelevat päivän mittaan ja eri
vuodenaikoina erittäin paljon. Korkeasta verenpaineesta kärsivillä
nämä vaihtelut ovat erityisen suuria. Tavallisesti verenpaine on
korkeimmillaan ruumiillisessa rasituksessa ja alim millaan yöllä
unen aikana.
146
2 Tietämisen arvoista / 3 Käyttöönotto
2.7 Mittauksiin vaikuttaminen ja mittausten arvioiminen
Mittaa verenpaine useampaan kertaan ja tallenna tulokset ja ver-
•
taa tuloksia sitten keskenään. Älä tee johtopäätöksiä yksittäisen
mittaustuloksen perusteella.
Anna sellaisen lääkärin arvioida verenpainearvosi, joka tuntee ai-
•
kaisemman terveydentilasi ja sairautesi. Kun käytät laitetta säännöllisesti ja kirjoitat arvot muistiin lääkäriä varten, on hyvä kertoa
lääkärille tuloksista silloin tällöin.
Muista verenpainetta mitatessasi, että päivittäisiin arvoihin vaikut-
•
tavat monet eri tekijät. Tupakointi, alkoholin käyttö, lääkkeet ja ruumiillinen työ vaikuttavat mittaustuloksiin eri tavoin.
Mittaa verenpaine ennen ruokailua.
•
Ennen verenpainemittausta on levättävä vähintään 5 minuuttia.
•
Liian tiheät mittaukset voivat aiheuttaa verenkiertohäiriöitä. Pidä
•
siksi ainakin 2 minuutin tauko ennen seuraavaa mittausta, jotta
veren virtaus tasoittuu.
Jos mansetti puristaa yli 300 mmHg paineella tai yli 15 mmHg
•
paineella yli 3 minuutin ajan, se voi aiheuttaa loukkaantumisen
(esim. mustelmia).
Jos systolinen tai diastolinen mittausarvo vaikuttaa epätavalliselta
•
(liian korkealta tai liian matalalta), vaikka mittaus on suoritettu
oikein, ja tämä toistuu useammalla mittauskerralla, on syytä ottaa
yhteys lääkäriin. Joskus on myös mahdollista, että mittaus ei onnistu siksi, että pulssi on epäsäännöllinen tai heikko.
Silloin on myös syytä ottaa yhteys lääkäriin.
3 Käyttöönotto
3.1 Paristojen asentaminen / vaihtaminen
Asentaminen: Avaa laitteen alapuolella sijaitseva paristokotelo
painamalla salpaa kevyesti ja aseta mukana toimitetut neljä par-
paikalleen ja paina sitä niin, että kuulet sen naksahtavan paikalleen.
Poistaminen: Vaihda paristo, kun pariston vaihtamisen symboli
“ “ näkyy näytössä. Jos näyttö pysyy täysin tyhjänä, paristot
ovat täysin tyhjät ja ne täytyy vaihtaa välittömästi. Aseta päiväys ja
aika kohdan 3.4 Päiväyksen ja ajan asetus mukaisesti. Huomaa,
että päiväys ja aika täytyy asettaa aina paristojen vaihtamisen jälkeen.
q
FI
147
3 Käyttöönotto
FI
VAROITUS PARISTO-TURVAOHJEITA
• Akkuja ja paristoja ei saa purkaa!
• Poista tyhjät akut ja paristot välittömästi
laitteesta!
• Kohonnut vuotovaara, vältä kontaktia ihon,
silmien ja limakalvojen kanssa! Jos joudut
akkuhapon kanssa kosketuksiin, huuhtele
vastaavat kohdat välittömästi runsaalla vedellä ja
hakeudu lääkärin hoitoon!
• Jos paristo tai akku nielaistaan, hakeudu
välittömästi lääkärin hoitoon!
• Vaihda kaikki akut ja paristot samaan aikaan!
• Käytä ainoastaan saman tyypin paristoja, eri
tyyppien paristoja tai uusia ja käytettyjä samaan
aikaan ei saa käyttää samassa laitteessa!
• Aseta paristot oikein paikalleen, huomioi
napaisuus!
• Poista paristot ja akut laitteesta jos et käytä sitä
pitkään aikaan!
• Pidä paristot poissa lasten ulottuvilta!
• Akkuja ja paristoja ei saa ladata! Räjähdysvaara!
• Liitä oikein! Räjähdysvaara!
• Älä heitä tuleen! Räjähdysvaara!
• Älä heitä käytettyjä paristoja ja akkuja
talousjätteen sekaan, vaan ongelmajätteisiin tai
paristojen keräyspisteisiin!
3.2 Verkkolaitteen käyttö
Vaihtoehtoisesti voit käyttää laitetta myös erityisen verkkovirtasovittimen (6V/600mA, MEDISANA tuotenro: 51125) kanssa. Laite kiinnitetään siihen tarkoitukseen varattuun liittimeen mittarin oikeassa
sivussa
taittomekanismi
Paristovirta sammuu automaattisesti, kun sähköjohto liitetään laitteeseen. Siksi verkkolaite tulee ensin liittää pistorasiaan ja vasta
sitten verenpainemittariin. Jos verenpainemittaria ei enää käytetä,
tulee pistoke irrottaa ensin verenpainemittarista ja sitten vasta verkkolaite pistorasiasta. Näin estetään se, että päiväys ja kellonaika on
säädettävä joka kerta uudelleen.
. Ennen johdon asentamista käännä laitetta niin, että
4
on kohdassa “OFF”. Paristot jäävät laitteeseen.
3
148
3 Käyttöönotto
3.3 Toiminnallinen taittomekanismi
Taittomekanismi 3 kääntää laitteen näytön kaltevuuden mukaan
joko verenpainemittariksi tai käteväksi matkaherätyskelloksi. Kun
laite on taitettu litteäksi, se on matka-asennossa, eikä kytkeydy vahingossa päälle.
Merkintä laitteen oikeassa laidassa osoittaa toimintatilan:
FI
OFF / POIS PÄÄLTÄ MITTAUS KELLO
VERENPAINEEN MATKAHERÄTYS-
3.4 Päiväyksen ja ajan asetus
Kallista näyttöä niin, että mekanismi on kohdassa 3 “matkaherä-
•
tyskello”.
Paina käynnistyspainiketta 6 ja muistipainiketta 7 yhtäjaksois-
•
esti vähintään sekunnin ajan. Seuraavaksi kaikki näytön elementit
välähtävät näytössä (Testi) ja voit valita muistinäppäimen avulla,
miten aika näytetään näytöllä (12 tai 24 tunnin näyttö).
Aseta samalla tavoin (Muistinäppäin 7 tekee muutokset, tork-
•
kunäppäin 1 vie seuraavaan muutettavan kohtaan) oikeat vuosiluvun e, kuukauden ja päivän t, tunnin f, minuutin u ja
toisen aikavyöhykkeen s aikaeron p arvot.
Päiväys ja aika näkyvät nyt näytössä pysyvästi. Toisen ai-
•
kavyöhykkeen aika p näkyy myös pieninä numeroina, jos olet
asettanut aikaeron arvon <>0:ksi
Voit poistua asetustilasta painamalla käynnistyspainiketta 6.
•
Laite poistuu asetustilasta automaattisesti noin minuutin kuluttua,
jos painikkeita ei paineta.
Syötöt katoavat kun vaihdat paristot ja ne tulee asettaa uudelleen.
•
149
3 Käyttöönotto
FI
3.5 Hälytyksen asetus
•
Kallista laitteen yläosaa niin, että taittomekanismin merkintä 3
kääntyy kohtaan “matkaherätyskello”.
•
Paina torkkunäppäintä 1 vähintään 2 sekunnin ajan, kunnes
1. hälytyksen tilan näyttö
(OFF)). Voit kytkeä hälytyksen päälle (ON) tai pois päältä (OFF)
muistinäppäimen avulla
•
Paina nyt torkkunäppäintä 1 jatkaaksesi hälytyksen asettamista
(jolloin hälytys kytkeytyy päälle).
•
Aseta samalla tavalla (Muistinäppäin
kunäppäin
tunnille ja minuutille.
•
Nyt voit määrittää myös toisen hälytyksen w samalla tavalla.
•
Voit poistua asetustilasta painamalla käynnistyspainiketta 6.
Laite poistuu asetustilasta automaattisesti noin minuutin kuluttua,
jos painikkeita ei paineta.
•
Syötöt katoavat kun vaihdat paristot ja ne tulee asettaa uudelleen.
vie seuraavaan muutettavan kohtaan) oikeat arvot
1
VINKKEJÄ:
- Jotta asetettu hälytys hälyttäisi, laitteen on
oltava matkaherätyskello- tai verenpainemittari asennossa.
- Hälytykset koskevat vain vallitsevaa aikaa, eivät
toista aikavyöhykettä
3.4 Päiväyksen ja ajan asetus mukaisesti.
- Voit lopettaa hälytyksen painamalla muisti- 7
tai käynnistyspainiketta 6. Jos painat tork kupainiketta 1 hälytys käynnistyy uudelleen 10
minuuttia myöhemmin.
- Jos hälytystä ei kytketä pois 50 sekunnin
aikana, hälytys sammuu ja käynnistyy
uudelleen 10 minuutin kuluttua.
Jos painikkeita ei paineta viiden tällaisen jakson
jälkeen, hälytys kytkeytyy pois päältä kokonaan.
vilkkuu (Päällä (ON) tai pois päältä
w
.
7
tekee muutokset, tork-
7
, joka on asetettu luvun
p
150
3 Käyttöönotto
3.6 Päiväyksen ja ajan näyttö
Päiväys ja aika näkyvät näytössä eri tavoin eri käyttötilojen (matkaherätyskello tai verenpainemittari) mukaan:
FI
Esimerkkinäyttö
matkaherätyskellotilasta
Jos hälytys aktivoituu, näytön vasemmassa ylälaidassa näkyy vas-
taava symboli sekä seuraavan hälytyksen aika (vain matkaherätyskellotilassa).
Sininen taustavalo syttyy, kun käyttötila vaihtuu tai kun painikkeita
painetaan. Valo sammuu sekunnin kuluttua energian säästämiseksi.
Esimerkkinäyttö
verenpainemittaritilasta
3.7 Tallennuspaikkojen määrittäminen
MEDISANA CardioCompact verenpainemittari tarjoaa mahdol-
lisuuden tallentaa mitatut arvot kahteen tallennuspaikkaan z,
tai mitata verenpaineen vieraana tallentamatta, jolloin mitattu arvo
poistetaan. Kummassakin tallennuspaikassa on 500 paikkaa.
Kallista laitteen yläosaa niin, että taittomekanismi 3 on kohdassa
“verenpainemittari”. Paina torkkupainiketta 1 avataksesi tallen-
nusvalikon (Näytön oikeassa ylälaidassa vilkkuu tallennuksen symboli). Valitse torkkupainikkeella 1 haluttu tallennustila:
Tallennuspaikka 1: Tallennuspaikka 2: Vieras:
Paina käynnistyspainiketta 6 tai ole painamatta mitään painiketta
vähintään 5 sekuntiin, jolloin valinta vahvistuu.
151
4 Käyttö
FI
4.1 Ilmaletkun kiinnittäminen laitteeseen
Työnnä mansetin 0 ilmaletkun pää laitteen ilmaletkun pistokkeeseen 9. T arkista, ettei letkussa ole vaurioita ja että se istuu tiukasti.
VAROITUS
Älä taita tai purista ilmaletkua mittauksen
aikana, sillä se voi johtaa mittavirheeseen tai
loukkaantumiseen liian suuren paineen vuoksi!
4.2 Verenpainemansetin kiinnittäminen
1. Työnnä mansetin avoin puoli metallikaaren läpi niin, että
tarrakiinnitys sijaitsee ulkopuolella.
2. Avaa mansetti niin, että syntyy lieriömäinen muoto.
7. Aseta mansetti oikeaan olkavarteen vain silloin, jos sitä ei voida
asettaa vasempaan olkavarteen. Suorita mittaukset aina samasta
käsivarresta.
152
4 Käyttö
OHJE:
Jos mansetti likaantuu, irrota se ja puhdista
se käsin miedolla saippuavedellä. Huuhtele
mansetti huolellisesti puhtaalla, kylmällä vedellä.
Mansettia ei saa silittää eikä panna kuivausrumpuun.
Mansetin puhdistusta suositellaan 200 käyttökerran jälkeen.
4.3 Oikea mittausasento
Oikea mittausasento istuttaessa
• Mittaa verenpaine istuen.
• Rentouta käsivarsi ja laske se kevyesti
esimerkiksi pöydälle.
• Varmista, että mansetti sijaitsee sydämen
korkeudella.
• Pysy mittauksen aikana hiljaa paikallasi:
älä liiku äläkä puhu, koska se saattaa
muuttaa mittausarvoja.
Oikea mittausasento maatessa
• Erityistapauksissa voidaan mittaus suorittaa
myös maaten.
• Rentoudu selälläsi maaten vähintään 5
minuutin ajan ja aseta käsivarret rennosti
sivuillesi.
• Varmista, että mansetti sijaitsee sydämen korkeudella. Toisistaan
poikkeavat korkeudet haittaavat mittauksen tarkkuutta.
• Käyttäydy mittauksen aikana rauhallisesti: Älä liiku äläkä puhu,
koska se saattaa muuttaa mittaustuloksia.
FI
153
4 Käyttö
Jos laite on valmiina sillä kohdalla, paina mitä tahansa painiketta,
Kun mittaus päättyy, mansetti tyhjenee ja systolinen ja diastolinen
FI
4.4 Verenpaineen mittaaminen
1. Kallista yläosaa niin, että taittomekanismi 3 on kohdassa
“verenpainemittari”.
jotta sininen taustavalo syttyy (verenpaineenmittaus voidaan
aloittaa vasta nyt).
2. Kun taustavalo palaa, paina käynnistyspainiketta 6.
3. Laite on valmiina. Näytössä näkyy edellinen tallennettu
mittaustulos ja laite piipittää.
Sen jälkeen laite pumppaa mansettiin ilmaa, kunnes mittaukseen
tarvittava paine on saavutettu.
4. Näytössä näkyvä luku muuttuu pumppauksen aikana.
Sitten ilmaa lasketaan hitaasti mansetista ja mittaus tapahtuu.
On mahdollista, että laite pumppaa mansettiin vielä lisää ilmaa,
jos paine ei riitä. Mittauksen aikana mitataan myös pulssi.
Voit keskeyttää mittauksen painamalla käynnistyspainiketta
5.
verenpaine sekä pulssi näkyvät näytöllä. Verenpaineen näytön
( ) värivalot syttyvät WHO:n verenpainetaulukon mukaisesti.
8
Jos laite havaitsee rytmihäiriöitä mittauksen aikana, näyttöön
ilmestyy rytmihäiriösymboli
yhtä aikaa.
6. Mitatut arvot tallennetaan automaattisesti. Tallennuspaikkoihin
voidaan tallentaa 500 arvoa, joissa on myös päiväys ja aika.
Jos haluat tarkistaa mitatun arvon, paina muistipainiketta
o
mitattujen arvojen kanssa
4.5 Laitteen sulkeminen
Laite sammuttaa itsensä automaattisesti n. 1 minuutin päästä, jos
mitään näppäintä ei ole painettu Mitattujen arvojen näyttö voidaan
sammuttaa painamalla käynnistyspainiketta 6. Päiväys ja aika
näkyvät jatkuvasti näytössä niin kauan, kuin virtaa riittää (paristo
ja/tai sähkövirta).
7
6
.
.
154
5 Muisti
5.1 Tallennettujen arvojen näyttäminen
Laitteessa on kaksi erillistä tallennuspaikkaa z (1 ja 2), joissa on
500 tallennuksen kapasiteetti. Mitatut arvot (Verenpaine, pulssi,
päiväys ja aika, sekä verenpaineen ilmaisimen taso) tallennetaan
1. Kallista laitteen yläosaa, kunnes taittomekanismin merkki
kohdassa “verenpainemittari”. Jos laite on jo tässä asennossa,
paina mitä tahansa painiketta, jolloin sininen taustavalo syttyy
(vasta nyt tallennuksia voidaan tarkastella).
2. Kun taustavalo on päällä, valitse ensin haluttu tallennuspaikka 1
3. Näyttöön ilmestyy hetkeksi tallennettujen arvojen
4. Kun painat muistipainiketta
järjestysnumero.
Näyttö toimii alenevassa järjestyksessä, eli jos laitteessa on
seitsemän tallennettua arvoa, näyttöön tulee ensin tallenne
numero 7 (viimeisin, ajankohtaisin arvo), sitten numero 6
(edellinen arvo) jne.
5. Kun painat Start-painiketta
kastelutilasta ja palauttaa laitteen ajannäyttötilaan. Jos mitään
painiketta ei paineta n. 1 min. aikana, laite palaa automaattisesti
ajannäyttötilaan.
6. Jos kaikki 500 muistipaikkaa ovat täynnä, uusin arvo tallennetaan
tavalla) ja paina muistipainiketta
(Näytön alalaidassa vasemmalla “M”-symbolin alapuolella).
Lisäksi näytössä vilkkuu “A” ja valitun käyttäjän diastolisen ja
systolisen verenpaineen ja pulssin keskiarvo edellisen 7 päivän
ajalta.
yksittäiset arvot (systolinen ja diastolinen verenpaine, pulssi, ja
päiväys/aika vuorotellen) sekä verenpaineen värinäyttö sekä
mahdollinen rytmihäiriösymboli. Kun painat muistipainiketta
uudelleen, voit selata tallennettuja mittausarvoja. Kun arvot
ilmestyvät näyttöön, näytön alalaidassa näkyy tallennuksen-
ja vanhin poistetaan.
.
7
s
uudelleen, viimeisen mittauksen
7
, voit poistua tallenteiden tar-
6
on
3
lukumäärä
7
FI
155
5 Muisti / 6 Sekalaista
FI
5.2 Muistin tyhjentäminen
Voit poistaa yksittäisiä tallennettuja arvoja, kun tuot sen näyttöön
(ks. 5.1 Tallennettujen arvojen näyttäminen) ja painat muistipaini-
ketta 7 vähintään 3 sekunnin ajan. Näyttöön ilmestyy merkintä
“dEL” ja laite vahvistaa poiston piipittämällä.
Jos painat muistipainiketta 7 ja torkkupainiketta 1 yhtä aikaa
vähintään 3 sekunnin ajan, KAIKKI tässä tallennuspaikassa olevat
arvot poistetaan. Näyttöön ilmestyy merkintä “CLr” ja laite piipittää
kolme kertaa. Paina käynnistys- 6 tai muistipainiketta 7 päästäksesi takaisin valmiustilaan.
6 Sekalaista
6.1 VitaDock® online-sovelluksen käyttö
MEDISANA CardioCompact verenpainemittari tarjoaa mahdol-
lisuuden siirtää mitatut arvot mini-USB-johdolla verkkopalveluun,
eli VitaDock App-sovellukseen. Tarvitset sitä varten tietokoneellesi
VitaDock-ohjelman. Voit ladata ohjelman helposti osoitteesta www.
medisana.com/software:
1. Mene osoitteeseen www.medisana.com/software
2. Valitse laite “CardioCompact”
3. Lataa VitaDock-ohjelma tietokoneelle ja asenna se
4. Löydät verkkosivulta ohjeet ohjelman asennusta ja käyttöä
varten.
6.2 Viat ja niiden korjaaminen
• Näytössä näkyy paristonvaihtosymboli “ “ r:
Paristot ovat liian heikkoja tai tyhjät. Vaihda kaikki neljä paristoa
uusiin 1,5 V: n tyypin AAA alkaliparistoihin.
• Näytössä näkyy epätavallisia arvoja tai “SYS HI”, “SYS LO”, “dlA
Hi” tai “dIA Lo” ilmestyy näyttöön:
Aseta mansetti oikein. Ota oikea asento. Pysy rauhallisena
mittauksen aikana. Laite ei sovi potilaille, joilla on usein
epäsäännöllinen syke.
156
6 Sekalaista
• Laite tunnistaa häiriöitä ja antaa niiden perusteella vikakoodeja ja
piipittää useita kertoja. Mahdollinen käynnissä oleva mittaus
keskeytyy:
“Er 0” - “Er 4”:
Virhe paineistuksessa, eli systolista ja diastolista verenpainetta ei
havaittu. Ilmaletkun liitos voi olla rikki. Tarkista mansetin ja laitteen
välinen liitos, aseta mansetti oikein ja toista mittaus. älä liiku mittauksen aikana.
“Er 5”:
Mansetin paine (yli 300 mmHg) tai pulssi (yli 200 lyöntiä minuutissa)
ovat liian korkeita. Rauhoitu viiden minuutin ajan ja toista mittaus.
“Er 6”:
Mansetin paine on yli 15 mmHg yli 160 sekunnin ajan. Rauhoitu
viiden minuutin ajan ja toista mittaus.
“Er 7”, “Er 8”, “Er A”:
Sähkö-, parametri- tai anturivirhe. Rauhoitu viiden minuutin ajan ja
toista mittaus.
Tärkeää: ota yhteyttä lääkäriin, jos yllämainitut virhekoodit toistuvat.
Pysy rauhallisena mittauksen aikana. Laite ei sovellu potilaille, joilla
on hyvin epätasainen syke.
FI
6.3 Puhdistus ja hoito
• Irrota paristot ennen laitteen puhdistamista.
• Puhdista laite pehmeällä liinalla, joka on kostutettu kevyesti
miedossa saippualiuoksessa.
• Älä koskaan käytä voimakkaita puhdistusaineita tai alkoholia.
• Suojaa laite suoralta auringonpaisteelta, lialta ja kosteudelta.
• Jos laitetta on säilytetty viileässä, sen pitää ensin
palautua huoneenlämpöiseksi.
• Me suosittelemme, että tarkastutat laitteen joka toinen vuosi
tai korjauksen jälkeen. Käänny asiakaspalvelun puoleen.
157
FI
6 Sekalaista
6.4 Hävittämisohjeita
Tätä laitetta ei saa hävittää talousjätteiden mukana.
Jokainen kuluttaja on velvoitettu luovuttamaan kaikki
sähköiset tai elektroniset laitteet, sisältävätpä ne haitallisia aineita tai eivät, kaupunkinsa tai liikkeen keräyspis-
lisesti. Poista paristot ennen laitteen hävittämistä. Älä heitä käytettyjä paristoja ja akkuja kotitalousjätteisiin, vaan ongelmajätteisiin tai
toimita ne alan liikkeessä olevaan keräyspisteeseen. Ota yhteyttä
paikalliseen viranomaiseen tai myyjäliikkeeseen hävityksen suorittamiseksi.
teeseen, jotta laitteet voitaisiin hävittää ympäristöystäväl-
6.5 Direktiivit ja standardit
Tämä verenpainemittari vastaa EU-standardin tavoitteita ei-invasi-
ivisille verenpainmittareille. Se on sertioitu EYdirektiivien mukaan
ja siinä on CE-merkki (vaatimustenmukaisuusmerkintä) “CE 0297”.
Tämä verenpainemittari täyttää eurooppalaiset määräykset EN
60601-1, EN 60601-1-2, EN 1060 ja EN 80601-2.
Se täyttää myös EU-direktiivin “Neuvoston direktiivin 93/42/ETY
lääkinnällisistä laitteista” vaatimukset.
Sähkömagneettinen yhteensopivuus:
Laite vastaa sähkömagneettisen yhteensopivuuden normin EN
60601-1-2 vaatimuksia. Mittaustulokset voidaan myös merkitä
muistiin erilliselle paperille.
Jatkuvan tuotekehittelyn myötä pidätämme itsellämme
oikeuden teknisiin ja muotoilullisiin muutoksiin.
MEDISANA CardioCompact
verenpainemittari
digitaalinen näyttö
2 x 500 sis. kellonajan ja päivämäärän
oskillometrinen
6V, 4 x 1,5V paristo AAA
40 - 260 mmHg
40 - 180 lyöntiä/min
+/- 3 mmHg
+/- 5% arvosta
automaattisesti pumpulla
automaattisesti
noin 1 min jälkeen
+10°C - +40°C; ilmankosteus < 85%
-20°C - +50°C; ilmankosteus < 85%
noin 10,5 x 8,8 x 3,2 cm
ø 22 – 30 cm aikuisten mansetti
196 g (ilman paristot)
51098
40 15588 51098 4
• Verkkomuuntaja, T uote-nro. 51095
• Mansetti suuri 30 – 42 cm
suuremman olkavarren omaaville
aikuisille, Tuote-nro. 51 126
• Normaali mansetti 22 - 30 cm
aikuisille, joiden käsivarsi on
normaalin paksuinen,
Tuote-nro. 51135
159
7 T akuu
FI
Takuu- ja korjausehdot
Käänny takuutapauksessa alan liikkeen tai suoraan asiakaspalveluhuollon puoleen. Jos laite tulee lähettää huoltoon, ilmoita vika ja
lähetä laitteen mukana kopio ostokuitista.
Tällöin ovat voimassa seuraavat takuuehdot:
1. MEDISANA-tuotteille myönnetään kolmen vuoden takuu
myyntipäiväyksestä. Myyntipäiväys tulee todistaa takuuta-
pauksessa ostokuitilla tai laskulla.
2. Materiaali- tai valmistusvioista johtuvat puutteet korjataan
takuuaikana maksutta.
3. Takuukorjaus ei pidennä takuuaikaa, ei laitteelle eikä vaihdetulle
rakenneosalle.
4. Takuun ulkopuolelle jäävät:
a. kaikki vahingot, jotka syntyvät asiattomasta käsittelystä,
esim. käyttöohjeen noudattamatta jättämisestä.
b. Vahingot, joiden syyksi voidaan jäjittää ostajan tai asiattoman
kolmannen osapuolen suorittama kunnossapito tai toimet.
c. Kuljetusvauriot, jotka ovat syntyneet matkalla valmistajalta
kuluttajalle tai asiakaspalveluun lähetettäessä.
d. Lisäosat, jotka ovat alttiina normaalille kulutukselle (man-
setti, paristot jne.).
5. Vastuu laitteen aiheuttamista välittömistä tai välillisistä
seurausvahingoista on myös poissuljettu, jos laitteelle aiheutunut
vahinko hyväksytään takuutapaukseksi.
MEDISANA AG
Jagenbergstraße 19
41468 NEUSS
SAKSA
E-Mail: info@medisana.de
Internet: www.medisana.de
Huolto-osoite löytyy erillisestä liitelehtisestä.
160
MEDISANA AG
Jagenbergstraße 19
41468 NEUSS
DEUTSCHLAND
eMail: info@medisana.de
Internet: www.medisana.de
51098W Ver. 0.7 09/2012
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.