Medion LIFE P89654, MD 90224 User guide [nl]

Netzwerkfestplatte/NAS mit zwei integrierten Festplatten 2 x 4 TB (2 x 4000 GB)/ Netwerkschijf/NAS met twee in­gebouwde harde schijven 2x 4 TB (2x 4000 GB)/ Disque dur réseau/ NAS avec deux disques durs intégrés 2 x 4 To (2 x 4000 Go)
MEDION® LIFE
®
P89654 (MD 90224)
Handleidung
Inhoudsopgave
1. Over deze handleiding ................................................................... 53
1.1. In deze handleiding gebruikte
waarschuwingspictogrammen en -woorden ...............................53
2. Gebruik voor het beoogde doel .................................................... 54
3. Veiligheidsinstructies ..................................................................... 55
3.1. Elektrische apparaten zijn geen speelgoed ..................................55
3.2. Algemeen ..................................................................................................55
3.3. Plaats van installatie ..............................................................................56
3.4. Nooit zelf repareren! ..............................................................................57
3.5. Reiniging en onderhoud ......................................................................57
3.6. Back-up van gegevens ..........................................................................57
3.7. Voeding ......................................................................................................57
3.8. Opmerking over elektrostatische lading ........................................58
3.9. Opmerkingen over de conformiteit .................................................59
4. Algemeen ........................................................................................ 59
4.1. Ondersteunde systemen en bestandsformaten ..........................59
4.2. Toepassingsmogelijkheden van het Lifecloud-systeem ..........60
4.3. Werking van het Lifecloud-systeem en de
meegeleverde componenten ............................................................60
4.4. Uitrusting van het Lifecloud-systeem ............................................. 61
4.5. Systeemeisen............................................................................................61
5. Inhoud van de verpakking ............................................................. 61
6. Overzicht van het apparaat ........................................................... 62
6.1. Voorzijde en achterzijde van het apparaat ....................................62
7. Over het Lifecloud-systeem .......................................................... 63
8. Ingebruikname ............................................................................... 63
8.1. Aansluiting op een netwerk ................................................................63
9. Het apparaat in- en uitschakelen .................................................. 64
10. Eerste ingebruikname .................................................................... 64
10.1. Account aanmaken voor het Lifecloud-systeem .........................64
10.2. Bij eerste ingebruikname: configuratie van harde
schijven bepalen .....................................................................................67
11. Gegevens kopiëren met de OTC-toets .......................................... 70
12. De RESET-toets ................................................................................ 70
12.1. Wachtwoord opnieuw instellen ........................................................70
12.2. Systeem resetten naar standaard instellingen .............................73
NL
51 van 160
13. LifeCloud Agent gebruiken ............................................................ 73
13.1. LifeCloud Agent installeren .................................................................73
13.2. LifeCloud Desktop gebruiken ............................................................74
14. De webinterface .............................................................................. 75
14.1. Webinterface oproepen .......................................................................76
14.2. Functies en instellingen van de webinterface .............................76
15. Media Library .................................................................................. 77
15.1. My Library/FamilyLibrary .....................................................................77
15.2. Nieuwe map maken/Map wissen......................................................78
15.3. Contextmenu voor mappen en bestanden openen .................. 78
15.4. Albums ........................................................................................................80
15.5. Bestanden uploaden naar het Lifecloud-systeem ......................81
15.6. Opties in het contextmenu bij mediabestanden ........................81
16. Albums ............................................................................................. 82
17. Preferences ...................................................................................... 82
17.1. User Preferences ...................................................................................... 83
17.2. Server Preferences ..................................................................................84
17.3. Administration .........................................................................................85
18. De LifeCloud-app gebruiken op smart-apparaten ....................... 87
18.1. Hoofdmenu ...............................................................................................87
18.2. Mediabibliotheekweergave ................................................................ 88
18.3. Albumweergave ......................................................................................89
19. Werken met Memeo Backup .......................................................... 89
20. LifecloudDetect uitvoeren ............................................................. 91
20.1. Heeft u nog verdere ondersteuning nodig? .................................91
21. Reiniging ......................................................................................... 92
22. Afvoeren .......................................................................................... 92
23. Technische specificaties ................................................................. 93
24. Woordenlijst .................................................................................... 94
25. Colofon ............................................................................................ 98
52 van 160
1. Over deze handleiding
Over deze handleiding
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt en neem vooral de veiligheidsinstructies in acht! Alle handelingen op en met dit apparaat mogen uit­sluitend worden uitgevoerd zoals in deze handleiding beschreven. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik. Overhandig deze handleiding samen met het appa­raat als u het aan anderen doorgeeft.
1.1. In deze handleiding gebruikte waarschuwingspictogrammen en -woorden
GEVAAR!
Waarschuwing voor direct levensgevaar!
WAARSCHUWING! Waarschuwing voor mogelijk levensgevaar en/of ernstig onherstelbaar letsel!
VOORZICHTIG!
Neem alle aanwijzingen in acht om letsel en materië­le schade te voorkomen!
NL
LET OP!
Neem de aanwijzingen in acht om materiële schade te voorkomen!
OPMERKING!
Neem de aanwijzingen in de handleiding in acht!
OPMERKING!
Aanvullende informatie over het gebruik van dit apparaat!
53 van 160
Gebruik voor het beoogde doel
WAARSCHUWING! Waarschuwing voor het gevaar van elektrische
schokken!
Opsomming van/informatie over voorvallen die zich tijdens de bediening kunnen voordoen
Advies over uit te voeren handelingen
2. Gebruik voor het beoogde doel
Dit apparaat dient om gegevens in een netwerk beschikbaar te stellen en om audio-, video- en fotobestanden te beheren op opslagmedia die rechtstreeks of via een netwerk met het appa­raat zijn verbonden.
Het Lifecloud-systeem is een bestandsserver. Een server is een apparaat dat dient om diverse soorten bestanden op te slaan en ter beschikking te stellen aan gebruikers in een lokaal netwerk.
De server wordt geleverd met software waarmee meerdere ge­bruikers back-ups van hun bestanden kunnen maken op de in­gebouwde harde schijf en deze daar kunnen opslaan, delen en beveiligen.
Dit apparaat is uitsluitend geschikt voor gebruik in droge omge­vingen binnenshuis.
Dit apparaat is bedoeld voor privégebruik en niet voor industri­ele of zakelijke toepassingen.
54 van 160
3. Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies
3.1. Elektrische apparaten zijn geen speelgoed
Dit apparaat kan gebruikt worden door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of met onvoldoende ervaring en/of kennis, mits deze personen onder toezicht staan of zijn ge­instrueerd in het gebruik van het apparaat zodat zij de daar­mee samenhangende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en door gebruikers uit te voeren onderhoud mogen niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij deze 8 jaar of ouder zijn en onder toe­zicht staan.
Kinderen die jonger zijn dan 8 jaar moeten uit de omgeving van het apparaat en het netsnoer worden gehouden.
Laat kinderen nooit zonder toezicht gebruik maken van elek­trische apparatuur.
GEVAAR! Houd het verpakkingsmateriaal, zoals bv. folie, uit de buurt van kinderen. Bij onjuist gebruik bestaat gevaar voor verstikking.
NL
3.2. Algemeen
De behuizing van het apparaat en/of de netadapter mag niet worden geopend (gevaar voor elektrische schokken, kortslui­ting en brand)!
Steek geen voorwerpen via de sleuven en openingen in het apparaat (gevaar voor elektrische schokken, kortsluiting en brand)!
De sleuven en openingen van het apparaat dienen voor de ventilatie. Dek deze openingen niet af (oververhitting, brand­gevaar)!
Plaats geen met vloeistof gevulde voorwerpen, zoals vazen, op het apparaat of de netadapter of in de onmiddellijke om-
55 van 160
Veiligheidsinstructies
geving hiervan en bescherm alle onderdelen tegen drup- en spatwater. Deze voorwerpen kunnen omvallen, waarbij de vloeistof de elektrische veiligheid kan aantasten.
Trek bij beschadiging van de stekker, het netsnoer of het ap­paraat meteen de stekker uit het stopcontact.
Wacht even met het aansluiten van de netadapter als het apparaat van een koude naar een warme ruimte wordt ge­bracht. Door de condensatie die daarbij kan optreden, kan het apparaat onder bepaalde omstandigheden onherstel­baar worden beschadigd. Als het apparaat op kamertempe­ratuur is, kan het zonder gevaar in gebruik worden genomen.
3.3. Plaats van installatie
Plaats en gebruik alle onderdelen op een stabiele, vlakke en trillingsvrije ondergrond zodat het apparaat niet kan vallen.
Stel het apparaat niet bloot aan schokken. Door schokken kan gevoelige elektronica worden beschadigd.
Stel het apparaat niet bloot aan directe warmtebronnen (bv. verwarmingsradiatoren).
Zet geen voorwerpen met open vuur (bv. brandende kaar­sen) op of in de buurt van het apparaat.
Dek de ventilatieopeningen niet af – het apparaat heeft vol­doende ventilatie nodig.
Plaats geen voorwerpen op de snoeren omdat deze daardoor beschadigd kunnen raken.
Laat minimaal 10 cm vrije ruimte tussen muren en het appa­raat resp. de netadapter. Zorg voor voldoende ventilatie.
Gebruik het apparaat niet in de buitenlucht. Invloeden van buitenaf, zoals regen, sneeuw etc. kunnen schade toebren­gen aan het apparaat.
Houd minstens één meter afstand aan tot hoogfrequente en magnetische storingsbronnen (televisietoestel, luidspreker­boxen, mobiele telefoon etc.) om storingen in de werking te voorkomen.
Bij grote schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid
56 van 160
Veiligheidsinstructies
kan er door condensatie vochtvorming in het apparaat ont­staan, die kor
tsluiting kan veroorzaken.
3.4. Nooit zelf repareren!
Trek bij beschadiging van de netadapter, het snoer of het appa­raat meteen de stekker uit het stopcontact. Neem het apparaat niet in gebruik, als het apparaat of het aan­sluitsnoer zichtbaar zijn beschadigd of als het apparaat is geval­len.
WAARSCHUWING! Probeer in geen geval het apparaat zelf te openen en/of te repareren. Daardoor loopt u gevaar op elek­trische schokken!
Om risico's te vermijden kunt u bij storingen contact opnemen met het Medion Service Center of een deskundig reparatiebe­drijf.
3.5. Reiniging en onderhoud
Trek altijd eerst de netadapter uit het stopcontact voordat u
het apparaat schoonmaakt.
Gebruik voor het schoonmaken een droge, zachte doek. Ge-
bruik geen chemische oplos- en schoonmaakmiddelen om­dat deze het oppervlak en/of de opschriften van het appa­raat kunnen beschadigen.
NL
3.6. Back-up van gegevens
Let op! Maak na elke update van uw gegevens een back-up op een externe opslagmedium. Er kan in geen geval aanspraak worden gemaakt op schadevergoeding wegens verlies van ge­gevens en daardoor ontstane schade!
3.7. Voeding
Let op: Ook bij een uitgeschakeld apparaat staan onderdelen van het apparaat onder spanning. Onderbreek de stroomvoor­ziening van uw apparaat of schakel alle spanning uit door de
57 van 160
Veiligheidsinstructies
stekker van het netsnoer uit het stopcontact te trekken.
Sluit de netadapter alleen aan op een geaard stopcontact 100-240 V~ / 50 Hz. Als u niet zeker bent van de netspanning op de plaats van installatie kunt u contact opnemen met uw energieleverancier.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde netadapter. (Ktec KSAP0361200300HE). Probeer de stekker van de net­adapter nooit aan te sluiten op een ander type stopcontact. Daardoor kan schade ontstaan.
Voor extra veiligheid adviseren wij u om gebruik te maken van een overspanningsbeveiliging, zodat het apparaat be­schermd is tegen beschadiging door spanningspieken of blikseminslag op het elektriciteitsnet.
Onderbreek de stroomvoorziening van uw apparaat door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen.
De netadapter moet ook na het aansluiten gemakkelijk be­reikbaar zijn zodat de stekker, indien nodig, snel uit het stop­contact kan worden getrokken.
Dek de netadapter niet af om oververhitting te voorkomen.
Wanneer u een verlengsnoer gebruikt moet dit voldoen aan de VDE-normen. Neem eventueel contact op met uw elek­tra-installateur.
Leg de kabels zo neer dat niemand erop kan trappen of er­over kan struikelen.
Plaats geen voorwerpen op de snoeren omdat deze daardoor beschadigd kunnen raken.
3.8. Opmerking over elektrostatische lading
Als het apparaat als gevolg van elektrostatische lading niet cor­rect werkt, kunt u het apparaat resetten door het tijdelijk los te koppelen van het elektriciteitsnet.
58 van 160
3.9. Opmerkingen over de conformiteit
Algemeen
Uw apparaat voldoet aan de richtlijnen voor elektromagneti­sche compatibiliteit en elektrische veiligheid. Bij deze verklaart MEDION AG dat deze apparaten voldoen aan de elementaire eisen en de andere geldende voorschriften van de richtlijnen 2006/95/EG en 2011/65/EU. Dit apparaat voldoet aan de basiseisen en relevante voor­schriften van de Ecodesign-richtlijn 2009/125/EG (Verordening 1275/2008). Dit apparaat is echter vanwege de functionaliteit (continue be­schikbaarstelling van gegevens in het netwerk) niet uitgerust met een functie voor het minimaliseren van het verbruik con­form de Ecodesign-richtlijn. U kunt het stroomverbruik tot een minimum beperken door het apparaat met de aan/uit toets uit te schakelen of de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen wanneer het ap­paraat niet wordt gebruikt. Volledige conformiteitsverklaringen zijn beschikbaar op www. medion.com/conformity.
4. Algemeen
NL
4.1. Ondersteunde systemen en
bestandsformaten
Uw Lifecloud-systeem ondersteunt de volgende bestandssystemen, proto­collen en toepassingen:
• TCP/IP-netwerkprotocol
UPNP, ingebouwde DLNA-server
• Samba-server
• FTP-server
FAT32, NTFS, XFS
Time Machine voor MAC
• iTunes Server
• Windows Backup
WOL (Wake on LAN)
59 van 160
Algemeen
4.2. Toepassingsmogelijkheden van het Lifecloud-
systeem
Het Lifecloud-systeem kan worden gebruikt voor de volgende taken op het netwerk:
Als centrale opslagplaats voor bestanden die u aan andere gebruikers be­schikbaar wilt stellen op het lokale netwerk of via internet.
Om automatisch back-ups en kopieën te maken van al uw bestanden.
Om bestanden, zoals overeenkomsten, presentaties en berichten, op het lokale netwerk of via internet beschikbaar stellen.
Bij een storing aan de computer(s) of gegevensverlies, zoals een defec­te harde schijf, diefstal etc., kunt u uw gegevens snel herstellen en verder werken. Gegevens kunnen op beide harde schijven van het Lifecloud-sys­teem gespiegeld worden opgeslagen (RAID-mirroring), zodat de gege­vens bij uitval van de eerste harde schijf, op de tweede harde schijf be­schikbaar zijn.
U kunt vanaf overal ter wereld via internet het Lifecloud-systeem openen om onderweg bestanden te downloaden of te uploaden, deze veilig op te slaan of beschikbaar te maken voor anderen.
U kunt een USB-printer aansluiten op het Lifecloud-systeem en beschik­baar maken voor andere gebruikers op het lokale netwerk.
Alle gebruikers met DLNA-compatibele apparatuur kunnen via de geïn­tegreerde mediaserver op het lokale netwerk de foto's, video's en muziek op het Lifecloud-systeem openen.
4.3. Werking van het Lifecloud-systeem en de
meegeleverde componenten
Lifecloud (apparaat): De hardware met ingebouwde harde schijf, waarop uw bestanden worden opgeslagen en beveiligd.
Lifecloud-webinterface: Een in de server geïntegreerde gebruikersinterfa­ce waarmee u het Lifecloud-systeem via een webbrowser vanaf uw com­puter (of zelfs vanaf externe apparaten) kunt instellen, wijzigen en bewa­ken.
LifeCloud Agent: Een programma voor PC of Mac waarmee u zich vanaf uw desktopcomputer in het lokale netwerk kunt aanmelden bij uw Life­cloud-systeem en zo toegang kunt krijgen tot de webinterface en de net­werkmappen van het Lifecloud-systeem.
LifeCloud-app: Een app voor mobiele iOS- of Android-apparaten, zoals ta­blet-PC's of smartphones. Via deze app kunt u met deze apparaten toe­gang krijgen tot het Lifecloud-systeem.
60 van 160
Inhoud van de verpakking
4.4. Uitrusting van het Lifecloud-systeem
Het Lifecloud-systeem is uitgerust met:
Twee SATA (Serial ATA) harde schijven
Een Ethernet- of LAN-aansluiting die via het lokale netwerk of internet
toegang geeft tot de server.
2 USB-aansluitingen aan de achterzijde (1x USB 2.0, 1x USB 3.0)
1 USB-aansluiting aan de voorzijde (1x USB 3.0)
OTC-toets (One-Touch-Copy) waarmee u bestanden kunt kopiëren tussen
USB-opslagmedia en de interne harde schijf van het Lifecloud-systeem.
4.5. Systeemeisen
Voor toegang via de browser van een desktop-PC:
Java Runtime Environment vanaf versie 7
Adobe Flash Player vanaf versie 11
Voor toegang via een mobiel iOS- of Android-apparaat:
Adobe Integrated Runtime (afgekort "Adobe AIR") app.
5. Inhoud van de verpakking
Controleer of alles in de verpakking aanwezig is en stel ons binnen 14 dagen na aanschaf op de hoogte van eventueel ontbrekende onderdelen.
De levering van het door u aangeschafte product omvat:
• Lifecloud (apparaat)
• LAN-kabel
• Netadapter
• Software-CD (optioneel)
Handleiding en garantiedocumenten
NL
OPMERKING!
Verwijder vóór gebruik de beschermende folie van het apparaat
GEVAAR! Houd het verpakkingsmateriaal, zoals bv. folie, uit de buurt van kinderen. Bij onjuist gebruik bestaat gevaar voor verstikking.
61 van 160
Overzicht van het apparaat
6. Overzicht van het apparaat
6.1. Voorzijde en achterzijde van het apparaat
8
9 10 11
12
1
2
3
4
5
6 7
13
1) LED 1 (BLAUW/ROOD): Statuslampje harde schijf 1 (brandt blauw in ingeschakelde toestand, knippert blauw tijdens gegevensoverdracht en brandt rood bij hardwarefouten)
2) LED 2 (BLAUW/ROOD): Statuslampje harde schijf 2 (brandt blauw in ingeschakelde toestand, knippert blauw tijdens gegevensoverdracht en brandt rood bij hardwarefouten)
3) LED 3 (BLAUW/ROOD): Statuslampje (brandt blauw indien ingescha­keld, knippert blauw tijdens het opstarten van het systeem, brandt rood bij hardwarefouten)
4) LED (GROEN): LAN-lampje (brandt wanneer er een netwerkverbin­ding tot stand is gebracht, knippert tijdens gegevensoverdracht)
5) LED ORANJE: OTC-lampje van de USB-aansluiting vooraan (brandt wanneer een opslagmedium op de USB-aansluiting vooraan wordt gedetecteerd, knippert tijdens het kopiëren/synchroniseren van ge­gevens tussen het Lifecloud-systeem en het USB-opslagmedium)
6) USB: USB-aansluiting (USB 3.0) voor gebruik van de One-Touch-Copy functie
OTC: One-Touch-Copy toets
7)
8)
RESET: RESET-toets
9) USB: USB-aansluiting (USB 3.0)
USB: USB-aansluiting (USB 2.0)
10)
11) Aan/uit toets
12)
RJ45: LAN-aansluiting voor netwerkkabels DC: Ingang netadapter
13)
62 van 160
Over het Lifecloud-systeem
OPMERKING!
Voordat de configuratie van de harde schijven is uitge­voerd (zie 10.2 op pagina 67) branden LED 1 en LED 2 rood.
7. Over het Lifecloud-systeem
In de basisversie kunt u op uw Lifecloud-systeem maximaal 5 gebruikersac­counts aanmaken.
Als u over een Premium-account op www.lifecloudmedion.com beschikt, kunt u een onbeperkt aantal gebruikersaccounts aanmaken en het Lifecl­oud-systeem uitbreiden met een Torrent-client en een USB-back-up oplos­sing.
8. Ingebruikname
8.1. Aansluiting op een netwerk
NL
 Verbind de RJ45-aansluiting (ethernet/LAN) van het Lifecloud-systeem
via een netwerkkabel met de bijbehorende aansluiting op een netwerkin­terface (bv. een router). Zorg dat DHCP op de router is ingeschakeld omdat het Lifecloud-systeem is ingesteld als DHCP-client.
 Steek de connector van de voedingsadapter in de DC IN-aansluiting op
het Lifecloud-systeem en steek de adapter vervolgens in een stopcontact.
63 van 160
Het apparaat in- en uitschakelen
 Zorg dat uw computer, waarmee u het Lifecloud-systeem wilt configure-
ren, binnen hetzelfde netwerk is aangemeld.
Aansluitingen voor USB-apparaten:
 Op de USB-aansluitingen kunt u externe USB-opslagmedia of USB-prin-
ters aansluiten die voor alle gebruikers op het lokale netwerk beschikbaar kunnen worden gesteld. De USB-aansluiting op de voorkant van de server is tevens bruikbaar voor de One-Touch-Copy functie.
OPMERKING!
Lees voor het gebruik van de One-Touch-Copy functie de bijbehorende opmerking onder “Gegevens kopië­ren met de OTC-toets” op pagina 70 door.
9. Het apparaat in- en uitschakelen
 U kunt het Lifecloud-systeem inschakelen door de aan/uit-schakelaar on-
geveer 3 seconden lang ingedrukt te houden totdat een waarschuwings­signaal te horen is.
 Het besturingssysteem van het Lifecloud-systeem wordt nu opgestart.
Vervolgens gaat LED 3 continu blauw branden.
10. Eerste ingebruikname
OPMERKING!
Zorg er bij de eerste ingebruikname voor dat er geen apparatuur is aangesloten op de USB-aansluitingen van het Lifecloud systeem.
Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt, moet u via uw brow­ser (op de computer of het mobiele apparaat) eerst een naam voor het Lifecl­oud-systeem en een gebruikersaccount aanmaken.
10.1. Account aanmaken voor het Lifecloud-
systeem
U kunt als volgt een account aanmaken om toegang te krijgen.
 Open in de webbrowser van uw PC de pagina
www.lifecloudmedion.com.
64 van 160
Eerste ingebruikname
 Klik op de optie Setup New Device.  In het volgende venster wordt u gevraagd om de toets aan de voorzijde
(OTC-toets) van het Lifecloud-systeem 5 seconden lang ingedrukt te hou­den.
 Hierbij moet de blauwe balk worden weergegeven.
NL
De Lifecloud-server registreert nu uw Lifecloud-systeem. De voortgang wordt via een blauwe balk weergegeven.
 Maak vervolgens een gebruikersaccount aan door een naam voor uw het
Lifecloud-systeem, een gebruikersnaam en een wachtwoord voor toe­gang tot het Lifecloud-systeem op te geven.
65 van 160
Eerste ingebruikname
 Tik op de pijl naar rechts.
OPMERKING!
U kunt na aanmelding maximaal 5 gebruikersaccounts op het Lifecloud-systeem aanmaken. Als u over een Premium-account van www.lifecloudmedion.com be­schikt, kunt u een onbeperkt aantal gebruikersaccounts op het Lifecloud-systeem aanmaken.
 Via de QR-code die eveneens in de webbrowser wordt weergegeven,
kunt u nu de app voor uw mobiele eindapparaat (tablet-PC/smartphone) aanmaken.
66 van 160
Eerste ingebruikname
 Open de koppeling van de QR-code om de app op uw tablet-PC/smart-
phone te installeren (voor gebruik van de app raadpleegt “18. De LifeCl­oud-app gebruiken op smart-apparaten” op pagina 87).
 Klik op de pijl naar rechts.
NL
 Beëindig de instelling door op de pijl naar rechts te klikken.
De webinterface van het Lifecloud-systeem wordt nu weergegeven (lees ver­der onder “14. De webinterface” op pagina 75).
10.2. Bij eerste ingebruikname: con guratie van harde schijven bepalen
Na de ingebruikname van het Lifecloud-systeem verschijnt bij de eerste aan­melding bij het Lifecloud-systeem de selectie voor de configuratie van de harde schijven voor de gegevensopslag.
67 van 160
Eerste ingebruikname
RAID I
(Engels "Redundant Array of Independent Disks“ = "Redundante reeks van onaf­hankelijke harde schijven")
In de configuratie RAID 1 worden beide harde schijven van het Lifecloud-sys­teem (elk 2 TB) in combinatie gebruikt. Op beide harde schijven worden de­zelfde gegevens opgeslagen (mirroring), zodat sprake is van volledige re­dundantie van uw gegevens. De capaciteit van RAID 1 is hierbij maximaal zo groot als de kleinste harde schijf die bij de configuratie is betrokken. In dit geval dus 2 TB.
Aangezien beide schijven identiek beschreven zijn, blijven op beide schijven alle gegevens van het systeem behouden. Dit biedt een enorm voordeel met betrekking tot de gegevensbeveiliging:
als één van de gemirrorde schijven uitvalt, kan de andere nog steeds alle ge­gevens leveren. RAID 1 biedt derhalve een hoge bescherming tegen gege­vensverlies omdat de gegevens alleen volledig verloren gaan als beide schij­ven uitvallen.
JBOD
(Engels "Just a Bunch of Disks" = "Zomaar een reeks harde schijven")
Bij JBOD ontbreekt de redundantie (mirroring) van de gegevens. Er is alleen sprake van een simpele "reeks van onafhankelijke harde schijven".
In deze configuratie worden beide harde schijven van 2 TB van het Lifecl­oud-systeem aan elkaar gekoppeld en worden als één station van 4 TB weer­gegeven.
Het voordeel van deze configuratie van harde schijven is dus de grotere op­slagcapaciteit.
68 van 160
Loading...
+ 43 hidden pages