- 2 -
Inhoudsopgave
1 Ingebruikname ........................................................................................................................ 4
1.1 Belangrijke informatie ..................................................................................................... 5
1.2 Alternatieve installatie van de navigatiesoftware vanaf een geheugenkaart ........................ 5
1.3 Overig kaartmateriaal ..................................................................................................... 5
1.4 Installatie van het kaartmateriaal op een geheugenkaart .................................................. 6
1.5 Overdracht van installatiebestanden en kaartmateriaal naar het interne geheugen ............. 6
1.6 Gegevensinstallatie (GoPal Assistant) ............................................................................. 7
2 Bediening van de navigatiesoftware ....................................................................................... 8
2.1 Symbolen ...................................................................................................................... 9
2.2 Kaart ........................................................................................................................... 10
2.3 Bestemming ................................................................................................................ 12
2.3.1 Nieuwe bestemming invoeren ............................................................................ 12
2.3.2 Bijzondere bestemmingen .................................................................................. 14
2.3.3 Laatste plaatsen ................................................................................................ 14
2.3.4 Favorieten ........................................................................................................ 14
2.3.5 Route-opties ..................................................................................................... 15
2.3.6 Favorieten toevoegen ........................................................................................ 15
2.3.7 Op kaart aangeven ............................................................................................ 16
2.3.8 Route berekenen .............................................................................................. 16
2.3.9 Snelzoeken ....................................................................................................... 16
2.3.10 Zoek omgeving ............................................................................................... 16
2.3.11 Routeplanning ................................................................................................. 17
2.3.12 Positie opslaan ................................................................................................ 17
2.3.13 Voorkeursplaatsen ........................................................................................... 17
2.4 Route .......................................................................................................................... 17
2.4.1 Ga naar ... ........................................................................................................ 18
2.4.2 Route wijzigen .................................................................................................. 18
2.4.3 Routesimulatie .................................................................................................. 18
2.4.4 Wegbeschrijving ................................................................................................ 18
2.4.5 Route-opties ..................................................................................................... 18
2.4.6 Navigatie stoppen ............................................................................................. 18
2.5 Scherm ....................................................................................................................... 19
2.5.1 2D-kaart resp. 3D-kaart ..................................................................................... 19
2.5.2 Pijlafbeelding .................................................................................................... 19
2.5.3 Verkeerssituatie ................................................................................................ 20
2.5.4 Kompas ............................................................................................................ 21
2.5.5 Tripinfo ............................................................................................................. 21
2.5.6 Weitere Anwendungen ...................................................................................... 21
2.6 Instellingen .................................................................................................................. 22
2.6.1 Toestelinstellingen ............................................................................................. 22
2.6.2 Weergave ......................................................................................................... 23
- 3 -
2.6.3 Volume ............................................................................................................. 23
2.6.4 Taal .................................................................................................................. 23
2.6.5 Navigatiegebied kiezen ...................................................................................... 23
2.6.6 Zoeken naar TMC-zenders ................................................................................ 24
2.6.7 Filevermijding ................................................................................................... 24
2.6.8 Voorkeur-tankstations ........................................................................................ 24
2.6.9 Categorie voor snelzoeken ................................................................................ 24
2.6.10 Info ................................................................................................................. 24
3 Overige aanwijzingen ............................................................................................................ 25
3.1 Vrijwaring .................................................................................................................... 26
3.2 Handelsmerk ............................................................................................................... 26
- 4 -
1. Ingebruikname
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
1.1 Belangrijke informatie
1.2 Alternatieve installatie van de navigatiesoftware vanaf een geheugenkaart
1.3 Overig kaartmateriaal
1.4 Installatie van het kaartmateriaal op een geheugenkaart
1.5 Overdracht van installatiebestanden en kaartmateriaal naar het interne geheugen
1.6 Gegevensinstallatie (GoPal Assistant)
- 5 -
1.1 Belangrijke informatie
Uit veiligheidsoverwegingen mogen er tijdens het rijden geen gegevens door de bestuurder
worden ingevoerd. De aanwijzingen van het navigatiesysteem zijn aanbevelingen. In ieder
geval dient het verkeersreglement in acht genomen te worden.
Autoruiten van thermoglas of met metaal bewerkte ruiten beperken de GPS-ontvangst in
aanzienlijke mate. Meestal is er een speciale uitsparing in deze metallisering waarachter het
navigatietoestel kan worden geplaatst. Als dat niet het geval is moet aan de buitenkant een
GPS-antenne, zoals die in de handel verkrijgbaar is, gemonteerd worden, bijv. Op het dak
van de auto.
1.2 Alternatieve installatie van de navigatiesoftware vanaf een
geheugenkaart
De software voor uw navigatiesysteem kan ook direct vanaf een daartoe speciaal geschikte geheugenkaart
worden geïnstalleerd. Eventueel dient de voorgeïnstalleerde software van tevoren te worden
gedeïnstalleerd (zie handboek van het toestel).
De eerste keer dat u het toestel in gebruik neemt, wordt u gevraagd om de navigatiesoftware te installeren.
Ga daarbij als volgt te werk:
a. Haal de geheugenkaart voorzichtig uit de verpakking. Let er daarbij op dat u de contactpunten niet
aanraakt of vuilmaakt.
b. Schuif de geheugenkaart in de SD-/MMC-kaartlezer tot deze vastzit.
c.
Klik op OK om de toepassing te installeren.
Nadat alle gegevens naar uw navigatiesysteem zijn gekopieerd, verschijnt het hoofdscherm waarin u
aansluitend de navigatie-instellingen kunt vastleggen.
Opmerking
Let er aub op dat na de installatie van de software een geldig GPS-signaal moet worden
ontvangen en dat de tijdzone moet worden ingesteld zodat bij toekomstige routeberekeningen
de juiste aankomsttijd kan worden berekend.
1.3 Overig kaartmateriaal
Uw navigatiesysteem is standaard uitgerust met een gedigitaliseerde kaart van uw land in het interne
geheugen. Via een geheugenkaart kunnen ook andere gedigitaliseerde kaarten worden geladen.
Afhankelijk van de uitvoering zijn er op uw cd/dvd andere gedigitaliseerde kaarten beschikbaar. Deze
- 6 -
kaarten kunt u direct overzetten op een geheugenkaart. Daarbij wordt het gebruik van een externe
kaartlezer aanbevolen (zie handboek van het toestel).
Afhankelijk van de omvang van het kaartmateriaal heeft u geheugenkaarten van 256 MB,512 MB,1.024
MB of groter nodig.
Opmerking
Let er aub op dat bij bepaalde toestellen standaard geen geheugenkaarten worden
meegeleverd. In deze toestellen zijn de installatie- en kaartbestanden al geïntegreerd. De
installatie geschiedt dan automatisch.
Extra geheugenkaarten (MMC-of SD-Karten) zijn verkrijgbaar in de vakhandel.
1.4 Installatie van het kaartmateriaal op een geheugenkaart
De installatie van ander kaartmateriaal op een geheugenkaart geschiedt bij voorkeur via de verkenner
op uw computer. Ga daarbij als volgt te werk:
a. Plaats de cd/dvd met het gewenste kaartmateriaal.
b. Open 'Mijn computer’ en kies de cd/dvd-drive.
c. Zoek op de cd/dvd in de map van de regio die u wenst, het bestand dat eindigt op .psf Kopieer dat
bestand naar uw geheugenkaart in de map MapRegions.
U kunt meerdere bestanden met kaartmateriaal kopiëren naar uw geheugenkaart, afhankelijk van de
grootte van de geheugenkaart. Let hierbij op voldoende geheugenruimte op uw geheugenkaart.
1.5 Overdracht van installatiebestanden en kaartmateriaal naar het
interne geheugen
Uw apparaat beschikt over een intern, non-volatile geheugen dat zich in de map \My Flash Disk
bevindt. Met ActiveSync®kunt u via de optie Zoeken deze en andere mappen zichtbaar maken.
Wijzigingen van mappen en bestanden kunnen net als in verkenner worden doorgevoerd.
Om de installatiebestanden en het kaartmateriaal beschikbaar te maken voor het apparaat dienen
daarvoor de benodigde mappen te worden aangemaakt. Maak voor de installatiebestanden de map
INSTALL aan (\My Flash Disk\INSTALL). Het kaartmateriaal plaatst u in de map MapRegions
(\My Flash Disk\MapRegions). Let bij de naamgeving van de mappen op de hiervoor vermelde
schrijfwijzen.
Mocht u extra gegevens op uw navigatietoestel hebben opgeslagen, let u er dan op, dat er voor de
overdracht van de gegevens voldoende capaciteit beschikbaar dient te zijn. Als dat niet het geval mocht
zijn, verwijder dan bestanden die u niet nodig heeft.
- 7 -
Opmerking
Voor de overdracht van gegevens dient het navigatiesysteem via ActiveSync®met de computer
verbonden te zijn (zie handboek van het toestel).
1.6 Gegevensinstallatie (GoPal Assistant)
Voor de overdracht van de installatiebestanden en de kaartgegevens van de navigatiesoftware kunt u
ook de GoPal Assistant gebruiken. Installeer daarvoor de GoPal Assistant van de cd/dvd op uw pc.
- 8 -
2. Bediening van de navigatiesoftware
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
2.1 Symbolen
2.2 Kaart
2.3 Bestemming
2.4 Route
2.5 Scherm
2.6 Instellingen