Lees voor de eerste inbedrijfname deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem alle veiligheidsvoorschriften in acht.
Gebruiksaanwijzing zorgvuldig bewaren!
DBC251
DBC251S
DBC291
DBC291S
1
Page 2
Hartelijk dank voor uw vertrouwen!
Wij willen graag dat u een tevreden MAKITA-klant bent. U heeft
u keuze laten vallen op een der modernste MAKITA
motorzeisen.
Dank zij hun tweetaktbenzinemotor zijn de motorzeismodellen
onafhankelijk van een stroomaan-sluiting overal onmiddelijk
klaar voor gebruik. De als starthulp ingebouwde
motorbrandstofpomp (primer) maakt het starten bijzonder
gemakkelijk. Ze snijden gras, onkruid, kreupelhout en alles,
wat op de grond groeit en weg moet. Daardoor zijn ze de ideale
helpers bij het onderhoud van groenvlaktes en bijzonder
geschikt voor incidenteel gebruik. Modernste techniek,
ergonomische vormgeving en uiterst gemakkelijke bediening
gaan hier samen met een gunstige aanschaffingsprijs. De
motorzeisen zijn niet bedoeld voor beroepsmatige inzet.
De door MAKITA speciaal voor dit gereedschap ontwikkelde
motor heeft een van een nikasil-laag voorziene 4kanaalcylinder met computerberekende regeltijden en
elektronische ontsteking, die geen onderhoud nodig heeft.
Hierdoor is voor optimale uitbuiting van de motorbrandstof en
bijzonder geringe emissie van milieuverontreinigende stoffen
in het uitlaatgas gezorgd. Zelfs de toekomstige strenge
uitlaatgasvoorschriften van de USA zijn hiermede reeds
vervuld. Een nieuw uitlaatconcept en de volledige omhulling
van de motor zelf zorgen voor een optimale geluidsdemping.
In het apparaat zijn de volgende octrooirechten in de prak-tijk
gebracht: US 5, 155, 169, DE 4311257 A1.
Om uw persoonlijke veiligheid te waarborgen en optimaal
functioneren en optimale beschikbaarheid van de motorzeis te
garanderen, verzoeken wij u het volgende:
Leest u voor de eerste ingebruikname van de motorzeis
deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem alle de
veiligheidsvoorschriften in acht. Niet-inachtneming kan
levensgevaarlijke verwondingen veroorzaken!
EU-conformiteitsverklaring
De ondergetekenden Shigeharu Kominami en Rainer Bergfeld gemachtigd door DOLMAR GmbH, verklaren hiermede,
dat de apparaten van het merk MAKITA,
Type:(121) DBC250, DBC250S, DBC251, DBC251S
(129) DBC290, DBC290S, DBC291, DBC291S
vervaardigd door DOLMAR GmbH, Jenfelder Str. 38,
D-22045 Hamburg, aan de fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen van de desbetreffende, EU-richtlijnen voldoen:
EU-machinerichtlijn 98/37/ EG,
EU-EMV-richtlijn 89/336/ EEG (gewijzigd door 91/263 EWG,
92/31 EEG en 93/68 EEG),
Geluidsemissie 2000/14/EG.
Ter vakkundige realisering van de in deze EU-richtlijnen
vervatte eisen zijn doorslaggevend de volgende normen als
grondslag genomen: EN 11806, CISPR 12, EN 50082-1, DIN
VDE 0879 T1.
Het conformiteitsbeoordelingsprocédé 2000/14/EG is volgens
appendix V doorgevoerd. D e gemeten geluidsvermogenpeilschaal
(Lwa) bedraagt 105 dB(A) bij DBC250, 250S, DBC251, 251S
und 106 dB(A) bij DBC290, 290S, DBC291, 291S.
De gegarandeerde geluidsvermogenpeilschaal (Lwa) bedraagt
1 10 dB(A) bij DBC250, 250S, DBC251, 251S, DBC290, 290S,
DBC291, 291S.
Indien een van de hier afgebeelde onderdelen bij de levering
ontbreekt, wendt u zich dan tot uw leverancier!
(gereedschapsbeschermkap)
(niet afgebeeld)
1
Afb.: DBC290
2
7
3
9
8
4
5
6
Verklaring van de symbolen
Op de machine en bij het lezen van de gebruiksaanwijzing treft u de volgende symbolen aan:
Gebruiksaanwijzing lezen en de waarschuwings- en veiligheidsaanwijzingen
opvolgen!
Opgelet!
Verboden!
Beschermende handschoenen dragen!
STOP
10
Maximaal spiltoerental
Choke
Motor starten
Motor afzetten!
Veiligheidsschoenen dragen!
Ogen-, gezichts- en
gehoorbeschermers dragen!
Veiligheidsafstand van 15 meter
aanhouden!
Gevaar:
Let op wegvliegende delen!
Gebruik van zaagbladen verboden!
Let op: Kickback! (terugslag)
Roken verboden!
Geen open vuur!
Brandstofmengsel
Eerste hulp
RE Y
Recycling
CE-Norm
3
Page 4
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
4
5
6
7
1
2
3
Algemene voorschriften
Om een veilig gebruik te garanderen moet degene die het
apparaat bedient altijd deze gebruiksaanwijzing lezen, om
zich met de werking ervan vertrouwd te maken (1). Onvoldoende geïnstrueerde gebruikers kunnen zichzelf en anderen
door ondeskundig gebruik in gevaar brengen.
-De motorzeis alleen uitlenen aan personen met ervaring in het
gebruik van een motorzeis. De gebruiksaanwijzing dient daarbij overhandigd te worden.
-Voor nieuwe gebruikers is het aan te bevelen, zich door de
verkoper wegwijs te laten maken, om met de eigenschappen
van het motormaaien vertrouwd te raken.
-Kinderen en jeugdige personen van beneden de 18 jaar
mogen de motorzeis niet gebruiken. Voor jeugdigen boven 16
jaar geldt dit verbod niet als zij in het kader van hun opleiding
onder toezicht staan van een vakman.
-Het werken met de motorzeis vereist een hoge mate van
concentratie.
-Alleen in goede lichamelijke konditie werken. Alle werkzaamheden rustig en precies uitvoeren. De gebruiker is verantwoordelijk ten opzichte van derden.
-Nooit onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen werken (2).
Persoonlijke beschermingsuitrusting
-De kleding moet doelmatig zijn, d.w.z. nauw aansluitend,
maar mag niet hinderen. Geen sieraden of kleding dragen
waarmee u in struikgewas verstrikt kunt raken. Bij lang haar
een haarnet dragen.
-Om bij het maaien verwondingen aan hoofd, ogen, han-
den of voeten en schade aan het gehoor te vermijden,
moet de hierna omschreven beschermende uitrusting
gedragen worden.
-Het dragen van een veiligheidshelm wordt aangeraden; bij het
werken in bosgebieden is dit beslist noodzakelijk. De veilig-heidshelm (1) moet regelmatig op beschadigingen gecontroleerd worden en moet na maximaal 5 jaar vervangen worden.
Alleen goedgekeurde helmen gebruiken.
-De gezichtsbeschermer (2) van de helm houdt opstuivend
snijdsel of wegvliegende voorwerpen tegen. Om verwonding
van de ogen te vermijden, moet bovendien een veiligheidsbril
als gezichtsbeschermer worden gedragen.
-Om gehoorschade te voorkomen moet geschikte persoonlijke
gehoorbescherming gedragen worden (Oorbeschermers (3),
oorproppen, oorwatten etc.). Octaafbandanalyse op aanvraag.
-De bosbouw-veiligheidsjas (4) heeft signaalrode schouder-
passen. De armen en de hals te allen tijde door kleding
beschermen.
-De veiligheidsbroek (5) bestaat uit 22 lagen nylonweefsel en
beschermt tegen snijwonden. Het gebruik ervan wordt dringend aanbevolen. In ieder geval een lange broek dragen van
een stevige stof.
-Werkhandschoenen (6) van een zware kwaliteit leer beho-
ren tot de voorgeschreven uitrusting en moeten bij het werken
met de motorzeis altijd gedragen worden.
-Bij het werken met de motorzeis moeten veiligheidsschoe-nen of veiligheidslaarzen (7) met profielzool, stalen neus en
beenbeschermers gedragen worden. Veiligheidsschoeisel
met een beschermende inleg biedt bescherming tegen snijverwondingen en zorgen ervoor dat men stabiel staat.
De omgang met brandstoffen / tanken
-Bij het aftanken van de motorzeis moet de motor afgezet
worden (10).
-Roken en open vuur niet toegestaan (5).
-Laat de motor afkoelen alvorens te tanken.
-Brandstoffen kunnen oplosmiddelachtige substanties
bevatten. Huid- en oogcontact met mineraalolieprodukten
vermijden. Draag bij het aftanken handschoenen. Vervang en
reinig beschermende kleding regelmatig. Adem de
brandstofdampen niet in. Het inademen van motorbrandstofdampen kan lichamelijk letsel veroorzaken.
-Voor het bijtanken de motorzeis in een stabiele stand brengen
-Mors geen brandstof of kettingolie. Als er toch brandstof of
olie gemorst is moet de motorzeis direct schoongemaakt
worden. Zorg dat er geen brandstof op uw kleding terechtkomt.
Als dat toch gebeurt kleedt u dan direct om.
4
1
2
3
4
5
Page 5
-Let erop dat er geen brandstof of kettingolie in de grond
wegloopt (bescherming van het milieu). Leg iets op de grond
ter bescherming.
-Tank niet in afgesloten ruimten. Brandstofdampen verzamelen
zich op de bodem (explosiegevaar).
-Sluit de tankdop van brandstoftank goed en controleer
regelmatig op lekkage.
-Start de motorkettingzaag niet op dezelfde plek als waar u
getankt heeft (tenminste 3 meter verwijderd van de tankplaats) (6).
-Brandstof is niet onbeperkt houdbaar. Koop niet meer dan u
binnen een redelijke tijd zult gebruiken.
-Vervoer en bewaar brandstof alleen in goedgekeurde en
gewaarmerkte jerrycans. Sla brandstof zo op dat kinderen er
niet bij kunnen.
Inbedrijfname
-Werk niet alleen, in noodgevallen moet er iemand in de
buurt zijn. (gehoorafstand).
-Verzeker u ervan dat er zich geen kinderen of andere personen
binnen een straal van 15 meter van het apparaat bevinden.
Let hierbij ook op dieren.
-Voor aanvang van de werkzaamheden de motorzeis
controleren op de volgende punten. Controleer:
stevig zitten van het snijgereedschap, de gashendel moet bij het
loslaten vanzelf naar 0 teruggaan, functie van de
gashendelblokkering, snijgereedschap mag niet onbelast draaien,
schone en droge handvatten, functie van de start/stopschakelaar,
bescherminrichtingen niet beschadigd en op de juiste plaats vast
gemonteerd zijn. Anders bestaat er gevaar van letsel!
-Motorzeis alleen starten volgens gebruiksaanwijzing. Andere
start-technieken zijn niet toegestaan!
-De motorzeis en de snijgereedschappen mogen alleen voor
het beschreven gebruiksdoel ingezet worden.
-De motorzeis eerst na volledige montage en controle
starten. De machine mag uitsluitend geheel gemonteerd
gebruikt worden!
-Het maaigereedschap moet met de bijbehorende
bescherminrichting uitgerust zijn. Gebruik het apparaat
nooit zonder de bescherminrichting.
-Bij stationair draaien mag het snijgereedschap niet
meedraaien; zo nodig op standgas zetten.
-Vóór het starten erop letten dat het snijgereedschap niet in
contact komt met harde voorwerpen, b.v. takken, stenen etc.
-Bij merkbaar veranderd gedrag van het apparaat de motor
onmiddellijk afzetten.
-Als het snijgereedschap met stenen of andere harde
voorwerpen in aanraking gekomen is, direct de motor afzetten
en het snijgereedschap inspecteren.
-Het snijgereedschap moet regelmatig op beschadigingen
gecontroleerd worden (eventuele haarscheuren door kloppen
-klanktest- vaststellen). Na langer gebruik kunnen
haarscheurtjes in het bereik van de getande wortel
optreden. Beschadigt snijgereedschap en
snijgereedschap met haarscheurtjes mogen in
geen geval meer worden gebruikt!
-De motorzeis alleen met schouderriem gebruiken, en deze
vóór aanvang van de werkzaamheden aanbrengen. Een
goede afstelling van de schouderriem is noodzakelijk, om
onnodig vermoeid raken te voorkomen. De motorzeis nooit
met één hand bedienen.
-Bij het werken met de motorzeis deze altijd met beide handen
vasthouden (9). Let er voordurend op dat u stevig staat!
-De motorzeis moet zodanig gehanteerd worden dat er geen
uitlaatgassen ingeademd kunnen worden. Met de motorzeis
mag niet in gesloten ruimtes worden gewerkt; hij mag er ook
niet in gestart worden. (vergiftigingsgevaar). Koolmonoxidegas
is reukloos. Uitsluitend op goed geventileerde plaatsen werken.
-Gedurende pauzes tijdens het werk en vóór de motorzeis
alleen gelaten wordt, moet hij uitgeschakeld (10) en zo
neergezet worden, dat niemand gevaar kan lopen.
-De hete motorzeis niet in droog gras of bij brandbare
voorwerpen leggen.
-Bij het veranderen van werkplek tijdens het maaien moet de
motor afgezet (10).
-Machine niet gebruiken bij defecte uitlaatpot.
6
Schema
afbeelding
7
8
DBC251
DBC291
9
• Werkonderbreking
• Transport
• Tanken
• Onderhoud
• Wisselen van gereedschap
10
3 meters
360°
15 meters
DBC250
DBC290
STOP
STOP
5
Page 6
Terugslag (kickback)
Bij het werken met de motorzeis kan ongecontroleerde terugslag
voorkomen.
Dit gebeurt in het bijzonder dan, wanneer in de sector tussen 12
en 2 wordt gemaaid (11).
Bij vast materiaal, zoals onderhout, struiken enz., mag hier
nooit met maaien worden begonnen.
De motorzeis wordt daarbij ongecontroleerd met grote energie
naar de zijkant weggeslingerd respectievelijk versneld (gevaar
van letsels!).
In de sector 12-2 (Afb. 11) nooit met het maaien beginnen!
Terugslag vermijden (12):
-Om terugslag te voorkomen, moet op het volgende gelet
worden:
-Het maaien altijd observeren. Wees voorzichtig als bij reeds
begonnen sneden verder gewerkt wordt.
-Het maaigereedschap moet het volle werktoerental bereikt
hebben voordat met maaien mag worden begonnen.
-In het bereik tussen 12 en 2 bestaat verhoogd gevaar voor
terugslag, in het bijzonder bij gebruik van metalen snijwerktuigen!
-Werkzaamheden in het bereik 11-12 en 2-5 mogen alleen
door geschoolde personen op eigen risico uitgevoerd worden!
-In het bereik 8-11 kan gemakkelijk en met weinig gevaar voor
terugslag gemaaid worden.
Werkomstandigheden en -techniek
-Alleen bij goed zicht en goede verlichting werken. In de winter
bijzonder letten op gladheid, nattigheid, ijs en sneeuw (uitglijgevaar). Zorg ervoor dat u stabiel staat.
-Nooit boven schouderhoogte maaien.
-Nooit staande op een ladder werken.
-Nooit met de motorzeis in een boom klimmen en werkzaamheden uitvoeren.
-Nooit werken op een onstabiele ondergrond.
-Het maaibereik van vreemde voorwerpen, zoals b.v. stenen,
metaaldelen etc. ontdoen. Vreemde voorwerpen kunnen
terugstuiten (gevaar van verwondingen, 13), zij beschadigen
het snijgereedschap en kunnen tot gevaarlijke terugslag
(kickback) leiden.
-Het maaigereedschap moet het volle werktoerental bereikt
hebben voordat met maaien mag worden begonnen.
Gebruiksgebied van de snijgereedschappen
De maaigereedschappen (14) alleen voor het aangegeven doel
gebruiken! Andere gebruiksdoeleinden zijn niet toelaatbaar.
4-tands slagmes
Voor het snijden van stevig materiaal zoals: onkruid, hoog gras,
hakhout, struiken, wildgroei e.d. met een maximale doorsnede
van 2 cm, wordt de motorzeis van rechts naar links in een halve
cirkel heen en weer bewogen (15, zoals bij een handzeis).
Snoersnijkop met 2 snoeren (accessoires):
Uitsluitend voor het maaien van gras aan muren, heiningen,
gazonkanten, bomen, palen, enz.
Maaischijf (accessoires): uitsluitend voor het maaien van gras.
Vervoer
-Bij het vervoer en bij plaatsverandering tijdens het werk
moet de motorzeis stil worden gezet om te voorkomen,
dat het maaigereedschap ongewild begint te draaien.
-Draag of vervoer de motorzeis nooit bij lopend
maaigereedschap!
-Bij vervoer over een grotere afstand moet in ieder geval de
meegeleverde maaierbeschermkap worden aangebracht.
-Bij het transport in voertuigen op veilige ligging van de
motorzeis letten. De benzinetank vóór het transport leegmaken.
-Bij verzending van de motorzeis moet de brandstoftank geheel
leeg zijn.
ATTENTIE:
Terugslag
11
ATTENTIE:
Terugslag
12
13
14
15
Maaischijf
Snoersnijkop
met 2 snoeren
12
9
4-tands slagmes
3
6
6
Page 7
Opslag
-De motorzeis veilig in een droge ruimte opslaan en de
beschermkap voor metalen snijwerktuigen aanbrengen. Berg
de motorzeis ontoegankelijk voor kinderen op.
-Bij langere opslag de motorzeis door een MAKITA
servicewerkplaats grondig laten nakijken en een
onderhoudsbeurt laten ondergaan.
-Bij langere opslag van de motorzeis moet de brandstoftank
geheel worden leeggemaakt en de vergasser leeggedraaid.
Brandstoffen zijn slechts beperkt houdbaar en kunnen in de
tank of in de vergasser afzetting vormen.
-Brandstofresten in reservetanks voor andere motoren
gebruiken of ontzorgen.
Onderhoud
-Iedere keer vóór werkbegin moet de bedrijfszekere toestand
van het maaigereedschap, de bescherminrichting, de draagriem en de dichtheid van het brandstofsysteem worden gecontroleerd. In het bijzonder moet erop gelet worden dat het
snijgereedschap volgens voorschrift is geslepen.
ATTENTIE: Metalen maaigereedschappen mogen enkel en
alleen door een servicewerkplaats worden nageslepen!
Een niet vakkundig nageslepen snijwerktuig kan tot onbalans
leiden en wordt daardoor tot een aanzienlijk verwondingsrisico. Bovendien kunnen door vibraties schade aan het
apparaat ontstaan.
-Bij het wisselen van maaigereedschap, het schoonmaken van
het apparaat en van het maaigereedschap etc. moet de
motor worden afgezet en de bougiestekker afgenomen.
-Beschadigd maaigereedschap mag niet gericht of gelast
worden.
-De machine moet zo geluidsarm mogelijk en met zo min
mogelijk schadelijke uitlaatgassen gebruikt worden. Hierbij is
een correcte afstelling van de vergasser zeer belangrijk.
-De motorzeis regelmatig reinigen en alle schroeven en moeren controleren op loszitten.
-Onderhoud en opslag van de motorzeis moet niet in de
nabijheid van open vuur geschieden (16)!
-De motorzeis mag uitsluitend met lege tank en leeggedraaide
vergasser in gesloten vertrekken worden opgeborgen.
Veiligheidsvoorschriften van de Arbeidsinspektie en verzekeringsmaatschappijen in acht nemen.
In geen geval veranderingen in de constructie van de
motorzeis aanbrengen. Uw brengt daarmee uw veiligheid
in gevaar.
Onderhouds- en montagewerkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden voorzover deze in deze gebruiksaanwijzing beschreven zijn. Alle verdere werkzaamheden moeten door de
MAKITA service uitgevoerd worden (17).
Slechts originele MAKITA onderdelen en toebehoren gebruiken.
Bij gebruik van nietoriginele MAKITA onderdelen, toebehoren of
gereedschappen moet er met een groter gevaar van ongelukken
rekening worden gehouden. Bij ongelukken of schade als gevolg
van niet geautoriseerde maaigereedschappen, bevestigingen
van maaigereedschappen of accessoires vervalt iedere aansprakelijkheid.
Eerste Hulp (E.H.B.O.)
Voor eventuele ongevallen dient altijd een verbanddoos op de
werkplek aanwezig te zijn. Gebruikt materiaal direct weer aanvullen. Als u om hulp vraagt, geeft u dan de volgende informatie:
Waar gebeurde het, wat gebeurde er, hoeveel gewonden, aard
van de verwondingen, noem uw naam!
Aanwijzing: Bij personen met circulatiestoornissen kunnen vaak
optredende vibraties tot beschadiging van do bloedvaten of van
het zenuwstelsel leiden. Door vibraties aan vingers, handen of
polsen kunnen de volgende symptomen optreden: inslapen van
lichaamsdelen, prikkelen, pijn steken, verandering van de
huidkleur of van de huid. Bij het waarnemen van zulke
symptomen moet u een dokter opzoeken.
16
SERVICE
17
18
19
7
Page 8
Technische Daten
Cilinderinhoudcm
DBC250 DBC251 DBC290 DBC291
3
25252929
Boringmm33333535
Slagmm30303030
Nominaal vermogen vlgs. ISO 8893kW0,750,75 1,11,1
Nominaal toerental1/min7.5007.5008.0008.000
Max. motortoerental bij een ééndelig metalen snijwerktuig1/min8.5008.5009.0009.000
Max. as-toerental bij een ééndelig metalen snijwerktuig1/min6.4006.4007.2007.200
Stationair toerental1/min2.8002.8002.8002.800
Koppeltoerental1/min4.0004.0004.0004.000
Vergasser (membraanvergasser)TypeWT-602 A WT-602 AWT-602 A WT-602 A
Ontsteking (electronisch)TypePHELONPHELONPHELONPHELON
ATTENTIE: Bij alle werkzaamheden aan de motorzeis te allen tijde de motor afzetten, de bougiestekker eraf trekken en
werkhandschoenen dragen!
ATTENTIE: De motorzeis mag alleen na volledige montage en controle worden gestart!
Handvatmontage
DBC250, DBC290
Montage
6
3
4
5
A
-De beide halfschalen (A/1) met twee schroeven (B/8) in
de handgreep vooreerst maar losjes aanschroeven.
-De handgreep op de greepsteun (A/2) zetten.
-Vierkantmoer (A/3) in de greepsteun (A/2) leggen en de
middelschroef (A/4) met de sluit-ring (A/5) door de
greepsteun indraaien, maar slechts zo ver, dat de
spanknevel (A/6) nog geheel kan worden omgeklapt en
de handgreep vast zit.
1
2
Optimale instelling
8
7
B
-De rechte zijde van de handgreep (B/7) moet zo dicht
mogelijk aan de greepsteun aangebracht zijn. Voor een
algemene instelling van de handgreep de spanknevel
(A/6) naar boven klappen en zo nodig de schroeven (B/8)
losdraaien.
-De handgreep instellen en de spanknevel (A/6) weer
omklappen; dan de schroeven (B/8) weer vast draaien.
Vingerwijzing: De optimale instelling is bereikt, wanneer het
midden van het arbeidswerk-tuig met het lichaamsmidden
overeenstemt. De armbuigingen moeten in de werkpositie een
lichte hoek vormen.
Handvatmontage
DBC251, DBC291
Montage
1
2
3
25 mm
C
-De handgreep (C/1) in de aangegeven juiste positie draaien.
-De veiligheidsaanslag (C/2) in de handgreep steken en met
de afdekkram (C/3) borgen.
-De handgreep kan met zijn achterste aanslag ca. 25 mm
naar voren worden geschoven
Vingerwijzing:
Bij linkshandigen moet de veiligheidsaanslag (C/2) in de
tegenoverliggende richting worden aangebracht.
4
D
-De gekartelde moer (D/4) vingervast aandraaien en het
snelsluitstuk (D/5) door omleggen spannen.
5
9
Page 10
Montage van de beschermkap
STOP
Let op: Op grond van de bestaande veiligheidsbepalingen
uitsluitend de in de tabel staande gereedschaps/
-beschermkapcombinaties gebruiken! Bij het vervangen
van snijgereedschap moet absoluut de passende
beschermkap gemonteerd worden!
Waarschuwing: Uitsluitend de hier genoemde maaigereedschappen gebruiken! Het gebruik van andere snijgereedschappen kan tot verhoogd ongevalrisico en tot schade aan het apparaat leiden en is daarom niet toelaatbaar!
Gereedschap / beschermkap-combinaties voor DBC250, DBC251, DBC290, DBC291
MaaigereedschapBeschermkap
Slagmes met 4 tanden Onderdeel-no 372 224 140
Uitwendige diameter: 200 mm, boring 20,0 mmOnderdeel-no 306 073 618
Slagmes met 4 tanden Onderdeel-no 306 224 140
Uitwendige diameter: 230 mm, boring 20,0 mmOnderdeel-no 306 073 618
2-Snoersnijkop Onderdeel-no 957 224 030
Reservesnoeren uitsluitend met ø 2,4 mm gebruiken!Onderdeel-no 306 073 618
15 m Onderdeel-no 369 224 670Tussenstuk aanbrengen
120 m Onderdeel-no 369 224 672 Snoermes aanbrengen!
Aanbrengen van de beschermkap bij inzet van het 4-tands
2
3
*
1
4
slagmesser
-Beschermkap (A/1) met de twee schroeven (A/2) aan de
zadelklem (A/3) bevestigen.
-De schroeven (A/4) moeten in de boringen (zie *) van de
beschermkap ingrijpen, om een juiste positie van de
beschermkap te garanderen. Bovendien wordt hierdoor een
mogelijk verdraaien van de beschermkap vermeden.
-De schroeven (A/2) afwisselend en gelijkelijk vast
aandraaien.
Attentie: Andere aanbouwplaatsen van de beschermkap zijn
niet toegelaten.
A
Aanbrengen van de beschermkap bij inzet van de snoerkop
of maaischijf
-Het meegeleverde tussenstuk (B/5) onder de zadelklem
(B/3) plaatsen en de bescherm-kap (B/1) met de twee
schroeven (B/2) M5x55 aanbrengen.
-De schroeven (A/4) steken daarbij in de beschermkap en
zijn een extra beveiliging tegen een verdraaien van de
beschermkap.
-De schroeven (A/2) afwisselend en gelijkelijk vast
aandraaien.
-Het snoermes (B/6) met twee schroeven (B/7) aan de
beschermkap (B/1) bevestigen. Opgelet: Bij gebruik van
de maaischijf snoermes
Vingerwijzing: Als er een opnieuw nastellen van de snoerlengte heeft plaats gehad (zie „Nastellen van de snoer“), snijdt
het snoermes de snoereinden tijdens het werken automaties
op gelijke lengtes af.
10
B
2
3
5
7
1
4
6
niet monteren!
Page 11
Montage van het 4-tands slagmes
STOP
4
V oor het monteren van metalen gereedschappen moet de
motor uitgeschakeld, de bougiestekkers afgetrokken en
veiligheidshandschoenen worden gedragen.
Bij gebruik van metalen snijwerktuigen moet de beschermkap
overeenkomstig blz. 10, afb. A gemonteerd worden.
3
2
5
6
7
C
Montage van de snoerkop
8
1
3
4
985
D
Bijstellen van de draad
Aanbrengen en wisselen van de snijwerktuigen
-Drukring (C/2) op de transmissieas (C/1) zetten.
-Snijwerktuig op het recès van de kraagring (C/5) zetten en
op de transmissieas (C/1) steken.
-Draaischaal (C/6) aanbrengen, schaalveerring (C/7)
opsteken en de borgmoer (C/8) vast-draaien. Attentie:
1
linkse schroefdraad!
-De transmissieas blokkeren, daartoe de montagestift
(C/3) door de uitsparing van de wikkelbeschermer (C/4)
steken.
-De transmissieas iets draaien tot de montagestift (C/3) in
de uitsparing van de drukring (C/2) grijpt
-De moer (C/8) vastdraaien (25 Nm)
-De montagestift (C/3) weer verwijderen en de vrijloop van
het snijwerktuig controleren.
STOP
Bij het monteren van de snoerkop onvoorwaardelijk de
motor uitschakelen, de bougie stekker aftrekken en
5
7
6
2
beschermhandschoenen dragen!
Bij gebruik van de snoerkop de beschermkap vlgs. Blz. 10,
afb. B monteren.
Attentie: Het tussenstuk (D/5) en het snoermes (D/6) moeten
onvoorwaardelijk reeds gemonteerd zijn!
-De drukring (D/3) en de wikkelbeschermer (D/7, in de
leveringsomvang van de snoerkop) op de as zetten.
Attentie: Het in de wikkelbeschermer (D/7) ingestempeld
nummer „985“ moet in richting van de winkeltransmissie
wijzen!
-De transmissieas blokkeren, daartoe de montagestift
(D/4) door de boring van de wikkelbeschermer (D/1) steken.
-De transmissieas iets draaien tot de montagestift (D/4) in
de uitsparing van de drukring (D/3) grijpt.
-De snoerkop (D/2) met de hand vast aantrekken.
-De montagestift (D/4) weer verwijderen en de vrijloop van
het snoerkop controleren.
E
➠
-De snoerlengte kan tijdens het maaien door licht aantippen van de snoerkop op de grond te allen tijde optimaal
worden ingesteld. De snoerverlenging bedraagt ca. 30 mm
per ontgrendeling.
Het snoermes snijdt automatisch overstaande snoereinden af.
A TTENT|E: Het schoonmaken van de snoerkop en het vernieuwen van de snoer mag alleen bij uitgeschakelde motor en afgetrokken bougiestekker geschieden!
11
Page 12
Vervangen van de draadspoel
(voor snoerkop 957 224 030)
Vóór het vernieuwen van de snoer in ieder geval de motor
afzetten en de bougiestekker eraf trekken!
STOP
A
-De snoerkop openen door krachtig indrukken van de beide lippen. Zonodig een schroevendraaier als hulpmiddel
inzetten.
-De spoel uit de kast nemen en alle snoerresten verwijderen.
1
1
C
-De snoer in de richting van de pijl op de spoel wikkelen.
-Beide einden van de maaisnoer in de gleuf (C/1) van de
draadrol knellen, opdat bij het inzetten van de spoel in de
kast de snoer zich niet weer ontspant.
B
-Snoeren (ø 2,4 mm, bestelnr. 369 224 670 op 4 meter lengte
snijden.
-Maaisnoer in het midden knikken en in de spoel inrijgen.
2
2
D
-De spoel weer in de kast plaatsen en daarbij de
snoereinden door de snoergeleidingen (D/2) steken.
-De spoel en de kast vast tezamen houden en aan beide
snoereinden trekken, opdat de snoer uit de gleuven (C/1)
wordt getrokken.
-De spoel in rechte lijn naar de kastuitsparingen uitrichten
en krachtig drukken, tot een inklikken in de kast hoorbaar
is.
Vingerwijs: Ongelijke snoerlengtes worden door het
snoermes aan de beschermkap afgesneden.
Montage van de maaischijf
1
8
2
4
A
12
7
STOP
Bij de montage van de maaischijf steeds de motor
uitschakelen, bougiestekker uittrekken en
veiligheidshandschoenen dragen! Bij het gebruik van de
maaischijf de beschermkap monteren volgens pagina 10,
afbeelding B.
Opgelet: Het snoermes moet absoluut worden
-Afgebeelde wikkelbescherming (A/1) monteren.
-Drukstuk (A/2) op de tandwielas plaatsen.
-Maaischijf (A/5) op de uitsparing van het drukstuk (A/4)
5
6
plaatsen en samen op de tandwielas zetten en vasthouden.
-Schotelveer (A/6) plaatsen en borgmoer (A/7) voorlopig met
de hand vastschroeven. Opgelet: linkse schroefdraad!
-Tandwielas blokkeren, hiervoor montagepen (A/8) door de
uitsparing van de wikkelbescherming (A/1) steken.
-Tandwielas lichtjes draaien, tot de montagepen (A/8) in de
uitsparing van het drukstuk (A/2) grijpt.
-Moer (A/7) vastdraaien (25 Nm).
-Montagepen (A/8) weer verwijderen en vrije loop van het
snijgereedschap controleren.
verwijderd!
Page 13
Brandstof / olie mengsel
Kraftstoff
25:150:1
+
1000 cm3 (1 Liter)20 cm
5000 cm3 (5 Liter)100 cm
A
10000 cm
3
(10 Liter)200 cm
3
3
3
De motor van de motorzeis is een tweetaktmotor met een groot
vermogen die werkt op een mengsel van brandstof en tweetaktolie.
De motor is ontworpen voor gebruik van normale benzine met
een minimaal octaangetal van 91 ROZ. Is deze brandstof niet
beschikbaar, dan kunnen ook brandstoffen met een hoger
octaangetal gebruikt worden. Hierdoor ontstaat geen schade
aan de motor, wel moet rekening gehouden worden met een
vermindering van het vermogen.
Dit is ook het geval bij gebruik van loodhoudende benzine.
Gebruik daarom voor een optimale motorwerking en ter
bescherming van gezondheid en leefmilieu alleen loodvrije brandstof!
Voor de smering van de motor wordt tweetaktmotorolie (kwaliteitsklasse JASO FC of ISO EGD) gebruikt; deze wordt
bijgemengt bij de brandstof. De motor is ontworpen voor
MAKITA tweetaktolie met een milieuvriendelijke mengverhouding van 50:1. Daardoor wordt een lange levensduur en een
betrouwbare, rookarme werking van de motor gewaarborgd.
MAKITA kwaliteits-tweetaktolie is afhankelijke van het verbruik
leverbaar in de volgende verpakkingen:
1lBestelnummer980 008 607
100 mlBestelnummer980 008 606
40 cm
200 cm
400 cm
3
3
3
HUID- EN OOGCONTACT VERMIJDEN!
Met brandstoffen dient voorzichtig en zorgvuldig te worden
omgegaan. Brandstoffen kunnen stoffen bevatten die als
oplosmiddel werken. Alleen in goed geventileerde ruimten of in
de open lucht tanken. Brandstofdampen niet inademen,
Brandstofdampen zijn giftig en kunnen lichamelijke schades
veroorzaken. Huidcontact met brandstof en minerale oliën
vermijden. Minerale olieprodukten, ook oliën, ontvetten de huid.
Bij herhaaldelijk en langdurig contact droogt de huid uit. Diverse
huidziekten kunnen hiervan het gevolg zijn. Bovendien zijn
allergische reacties bekend. Contact van de ogen met olie
veroorzaakt irritaties. Bij oogcontact direct het betreffende oog
met schoon water uitspoelen.
Bij aanhoudende irritatie direct een arts bezoeken!
Brandstofopslag
Brandstoffen zijn slechts in beperkte mate geschikt voor
opslag. Brandstof en brandstofmengsels verouderen. Te lang
opgeslagen brandstof en brandstofmengsels kunnen daardoor
leiden tot startproblemen. Koop niet meer brandstof in dan in
enkele maanden wordt verbruikt.
Brandstof uitsluitend in toegelaten containers droog en
veilig opslaan!
Tanken
STOP
NEEM ALLE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN IN ACHT!
De omgang met brandstoffen vereist een voorzichtige en
zorgvuldige handelwijze.
Uitsluitend bij uitgeschakelde motor!
Indien er geen MAKITA tweetaktolie beschikbaar is moet een
mengverhouding van 25:1 bij gebruik van andere tweetaktoliën aangehouden worden, aar anders problemen kunnen
optreden.
Attentie: geen kant en klaar mengsel van
benzinestations gebruiken!
Het verkrijgen van de juiste mengverhouding:
50:1 Bij gebruik van MAKITA tweetaktolie, d.w.z. 50 delen
brandstof mengen met 1 deel olie.
25:1 Bij gebruik van andere tweetaktoliën, d.w.z. 25 delen
brandstof mengen met 1 deel olie.
Aanwijzing:
Voor een juist brandstof/olie mengsel de olie voormengen in
de helft van de totaal gewenste hoeveelheid brandstof, daarna
de rest van de brandstof toevoegen. Voor het vullen van de
tank van de motorzeis eerst het mengsel goed schudden.
Het is niet zinvol uit overdreven veiligheidsbewustzijn het olieaandeel in het tweetaktmengsel te vergroten ten opzichte van
de aangegeven mengverhouding. Hierdoor ontstaan meer
verbrandingsresten, deze belasten het milieu en verstoppen
het uitlaatkanaal in de cilinder evenals de geluidsdemper.
Verder stijgt het brandstofverbruik en neemt het vermogen af.
1
B
-Om de tankdop heen (B/1) goed schoonmaken, opdat geen
vuil in de brandstoftank terecht komt.
-Voor het bijtanken de motorzeis in een stabiele stand
brengen
-Tankdop (B/2) eraf schroeven en het brandstofmengsel
voorzichtig tot aan de onderkant van de vulopening invullen.
Voorzichtig vullen om geen brandstof te morsen.
-Tankdop weer goed vastdraaien.
Tankdop en omgeving na het tanken reinigen!
2
13
Page 14
Aanleggen van de draagriem /
Uitbalanceren van de motorzeis
A
1
-De draagriem over de linker schouder leggen.
-Draagriem zo afstellen, dat de bevestigingshaak zich
ongeveer een handbreedte boven het heupbeen (B/1)
bevindt.
-De afstand tot de grond is afhankelijk van het gekozen
maaigereedschap.
-Bij het gebruik van de snoersnijkop op vlak terrein moet de
snoerkop lichtelijk op de grond staan, zonder daarbij het
apparaat met de hand te bewegen.
-Bij gebruik van slagmessen, alsook bij moeilijke terreinen,
moet het snijwerktuig ca. 20 cm boven de grond liggen,
zonder daarbij het apparaat met de handen aan te raken.
-De motorzeis optanken en aan de bevestigingshaak (B/1)
ophangen.
-Om de motorzeis uit te balanceren, een van de gaten kiezen
en de bevestigingshaak inhangen
- Om de draagriem los te maken de sluiting (B/2)
samendrukken. De haak met het riem-ondergedeelte kan
zo aan de motorzeis verblijven.
B
Motor starten
A
3
2
Ongevallenpreventievoorschriften navolgen!
De motorzeis mag alleen na volledige montage en controle
worden gestart!
Starten (Koude start )
2
2
5
4
4
5
-Op minstens 3 m afstand van de plek waar getankt wordt.
-In een veilige positie gaan staan en de motorzeis zó
neerleggen, dat het snijgereedschap de grond of andere
voorwerpen niet aanraakt.
-Brandstofpomp (B/1) door meerrmaals drukken in werking
stellen, tot de brandstof in de pomp te zien is.
-DBC251, DBC291: Kortsluitschakelaar (A/2) in pijlrichting
(Start) schuiven.
-De handgreep omvatten (de veiligheidssperknop A/4) wordt
door de handpalm in werking gezet. Gashendel (A/5)
drukken en houden.
-Halfgasvergrendeling (A/3) indrukken en in aansluiting de
gashendel (A/5) en de halfgas vergrendeling (A/3) los laten
(de gashendel wordt door de halfgasvergrendeling in
halfgasstelling vastgezet).
14
-DBC250, DBC290: De handgreep omvatten (de
veiligheidssperknop (A/4)) wordt door de handpalm in
werking gezet. Gashendel (A/5) drukken en houden.
-Kortsluitschakelaar (A/2) in pijlrichting (Start) schuiven, in
aansluiting de gashendel (A/5) Loslaten. De gashendel
wordt door de kortsluitschakelaar in halfgasstelling
vastgezet.
B
6
1
-DBC250, 251, 290, 291: De chokehendel (B/6) naar
beneden in de stand ( gesloten) schuiven.
Page 15
-De motorzeis met één hand aan de steel vasthouden en
stevig op de bodem drukken (C).
-De startgreep langzaam tot de voelbare weerstand
uittrekken (de zuiger staat vóór het bovenste dode punt).
-Nu snel en met kracht verdertrekken tot de
ontsteking gehoord wordt.
-Chokehendel (B/6, blz. 15) in de stand (
en opnieuw de startgreep trekken tot de motor loopt.
-Starterkabel niet helemaal tot het einde uittrekken en de
greep niet vrij terug laten schieten, maar langzaam terug-
C
2
2
3
brengen.
-Na het aanlopen van de motor de gashendel (D/3) een keer
krachtig doordrukken en onmiddellijk weer loslaten;
de halfgasstelling klikt uit en de motor loopt in vrijloop.
-Vingerwijzing: Vóór vollastbedrijf de motor ca. 1 minuut
bij middeltoerental warm laten lopen.
Start bij warme motor
Bij bedrijfswarme motor, resp. na kortdurend uitschakelen:
-Bij een warme machine niet de brandstofpomp bedienen.
-De chokehendel niet in de stand ( gesloten) draaien.
eerste
open) draaien
Het uitzetten van de motor
-Kortsluitschakelaar (D/2) in de stand „Stop“ schuiven.
D
3
Attentie: Het werkgereedschap kan nog voor korte tijd
nalopen!
E
Stationairloop
instellen
Informatie
De modellen met de typebenaming ”S” zijn uitgerust met een
„QuickStarter”. Deze modelle kunnen comfortabel, zonder
krachtinspanning worden gestart, omdat een veercassette in
het startmechanisme het startproces aanzienlijk helpt.
Bij een MAKITA-werkplaats is het mogelijk ook andere modellen
met een QuickStarter te laten uitrusten.
De carburateur wordt in de fabriek optimaal ingesteld.
Afhankelijk van het inzetgebied (bergland, platteland) en door
het inloopproces bij een nieuwe machine kan een correctie
aan de vrijloopsaanslagschroef »T« nodig worden.
Vóór het instellen moet de machine met het te gebruiken
snijwerktuig worden uitgerust en door 3 tot 5 minuten lopen
bij middeltoerentallen warm lopen. Let op een schoon luchtfilter!
Vrijlooptoerental controleren en instellen
-Als het sneiwerktuig in de vrijloop van de motor meedraait,
moet de (T)-schroef worden ingesteld.
-Daarbij voert een eruitdraaien (tegen de wijzers van de
klok in) van de (T)-schroef tot een langzamer lopen van
de motor en een erindraaien van de (T)-schroef tot een
snellere loop van de motor.
De reguleerschroeven voor vollast- en vrijloopmengsel
(L en H) kunnen alleen in een begrenst bereik worden
versteld. Deze instelschroeven zijn
instellingen door de eigenaar bedoeld. Deze
A
instelprocedures moeten door een MAKITA-servicewerkplaats worden uitgevoerd.
niet voor na-
15
Page 16
REPARATIE EN ONDERHOUDSTAKEN
ATTENTIE: Bij alle werkzaamheden aan de motorzeis te allen
tijde de motor afzetten, de bougiestekker eraf trekken
en beschermende handschoenen dragen!
ATTENTIEDe motorzeis mag alleen na volledige montage en
controle worden gestart!
Periodieke onderhouds- en reingingsvoorschriften
Voor een lange levensduur alsook ter voorkoming van schades en ter waarborging van het volledig functioneren van de
veiligheidsvoorzieningen moeten de hierna beschreven onderhoudstaken regelmatig uitgevoerd worden. Garantieclaims worden
alleen dan toegelaten, indien deze taken regelmatig en zoals voorgeschreven uitgevoerd zijn. Bij niet-inachtneming bestaat er
gevaar voor ongelukken!
Gebruikers van motorzeisen mogen alleen de onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uitvoeren die beschreven zijn in deze
gebruiksaanwijzing. Alle overige werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door een MAKITA service werkplaats.
Iedere keer na 50 tankvullingen een grondige onderhouds- en een volledige nakijkbeurt van de motorzeis door een MAKITA service
werkplaats laten uitvoeren.
AlgemeenMotorzeis in zijn geheelVan buiten schoonmaken en op beschadigingen controleren.
Bij beschadigingen direct een vakkundige reparatie laten
uitvoeren.
Voor iedereMaaigereedschapOp beschadigingen, scherpte en vastzitten controleren
inbedrijfname
BescherminrichtingenOp juiste positie, vaste stand en feilloze10
toestand controleren
Schroeven en moerenToestand en vastzitten controleren
STOP-schakelaar,14-15
Benzine filterDoor vakkundige werkplaats laten controleren
BrandstoftankReinigen
StarterkabelControleren op beschadigingen
JaarlijksMotorzeis in zijn geheelDoor een vakwerkplaats laten nakijken
Vóór een langereMotorzeis in zijn geheelOnderhoud door een MAKITA servicewerkplaats laten
buitenbedrijfstellinguitvoeren. Veilig in een droge ruimte opbergen.
en opslag
BrandstoftankLeegmaken en reinigen
CarburateurLeeg draaien
Metalen maaigereedSchoonmaken en licht inoliÎn.
schappenBeschermkap maaigereedschap aanbrengen.
STOP
Bladzijde
Snijgereedschap slijpen
4-tands slagmes
E
16
Opgelet: De volgende snijgereedschappen mogen alleen
door een servicewerk-plaats geslepen worden, omdat het
met de hand slijpen onbalans in het maaigereedschap en
trillingen en schade aan de machine veroorzaakt.
• 4-tands slagmes
Vakkundig slijpen en uitbalanceren wordt door iedere MAKITA
service-werkplatts uitgevoerd.
Opmerking: het 4-tands slagmes kan ter verlenging van de
gebruiksduur één keer worden omgedraaid, totdat de beide
snijkanten bot zijn.
Page 17
Luchtfilter
schoonmaken
2
A
Het luchtfilter houdt het met de verbrandingslucht aangezogen
STOP
3
1
vuil terug en vermindert daar mee de slijtage van de motor.
Regelmatig onderhoud verlengt de levensduur van uw
apparaat. Vervuilde luchtfilters veroorzaken vermogensvermindering van de motor. Zij verhogen het brandstofverbruik
en daarmede ook de schadelijke stoffen in het uitlaatgas.
Bovendien wordt het starten bemoeilijkt.
Voor motorschades, die door ondeskundig onderhoud
ontstaan, kunnen geen garantieclaims worden afgeleid.
Na iedere buitenwerkstelling
Het luchtfilter in lauwwarm zeepsop met een in de handel
gebruikelijk afwasmiddel uitwassen en goed laten drogen.
-Bij grove vervuiling vaker schoonmaken, daar alleen een
zuivere luchtfilter garandeert een optimale werking van de
motor.
Beschadigde luchtfilters onmiddellijk vervangen!
Afgescheurde stukken weefsel en grof vuil kunnen de
motor onherstelbaar beschadigen.
Luchtfilter controleren, resp. schoonmaken:
-De chokehendel in de stand zetten, opdat geen vuil in
de carburateur geraakt.
-Het luchtfilterdeksel (A/1) met bajonetsluiting (A/2) openen
(luchtfilterdeksel stevig rechtsom draaien) en afnemen.
-Het luchtfilter (A/3) afnemen.
Bougie vervangen /
Bougie controleren
B
0,5 mm
STOP
ATTENTIE:
Bougie of bougiedop mogen niet bij lopende motor aan-
4
5
geraakt worden (hoogspanning!).
Onderhoudswerkzaamheden uitsluitend bij uitgeschakelde
motor uitvoeren.
Bij hete motor gevaar van verbranding. Beschermhand-
schoenen dragen!
Controle halfjaarlijks of na iedere 50 uren doorvoeren. Bij beschadiging van de isolator, sterke verbranding van de elektroden, of sterk vervuilde electroden, moet de bougie vervangen
worden.
-Bougiedeksel (B/4) wegnemen door samendrukken van
de bougiedeksel en het in richting van de pijl eraf te trekken.
-De bougiestekker van de bougie af trekken en de bougie
(B/5) met een bougiesleutel eruit draaien.
Vingerwijs:
Bij weerinbouw klikt de bougiedeksel (B/4) hoorbaar in.
ATTENTIE: Bij vervanging uitsluitend de bougies BOSCH
WSR-6F of CHAMPION RCJ-6Y gebruiken.
Elektroden afstand
De elektrodenafstand moet 0,5 mm zijn.
17
Page 18
Hoekig drijfwerk smeren
Na afloop van ca. 50 bedrijfsuren is het raadzaam, de
winkeltransmissie (C/1) door een MAKITA Servicewerkplaats
te laten controleren en zo nodig smeervet na te vullen.
De smeervetvulling wordt door de werkplaats exact gedoseerd,
omdat te grote vetquantums tot oververhitting in de
winkeltransmissie leiden.
C
1
Service en onderhoud
Wij adviseren, in regelmatige afstand een grondige onderhoudsbeurt en grondige visuele inspectie uit te voeren.
Alle niet in deze gebruiksaanwijzing beschreven onderhouds- en instelwerk moeten door een MAKITA-Servicewerkplaats worden uitgevoerd.
Service
Storingzoeken
storingsysteemconstateringoorzaak
motor start slechtontstekingvonk aanwezigfout in brandstof toevoer,
of helemaal nietcompressie systeem, mechanische fout
geen vonkSTOP-schakelaar bediend, fout of kortsluiting
in de bekabeling, bougiedop defect, bougie
defect, ontstekingsmodule defect
brandstof-brandstoftank is volchoke in verkeerde positie, vergasser defect,
toevoerzuigkop vervuild, brandstofleiding geknikt of
onderbroken
compressie-inwendige van de machine cilindervoet pakking defect, beschadigde radiale
systeemafdichtringen, cilinder of zuigerringen beschadigd
uitwendige van de machine
mechanischestarter grijpt niet aanveer in de starter gebroken, gebroken
foutonderdelen in de motor
problemen met warmevergasserBrandstof in tankvergasser instelling incorrect
startvonk aanwezig
motor start, stopt echterbrandstofbrandstof in de tankstationaire instelling niet correct, zuigkop of
dadelijk weerverzorgingvergasser vervuild.
Onderhoud en reparatie van moderne motorzeisen evenals de veiligheidsgevoelige hoofdonderdelen vereisen een gekwalificeerde
vakopleiding en een van speciaal gereedschap en testapparatuur voorziene gespecialiseerde werkplaats.
Alle niet in deze gebruiksaanwijzing beschreven taken moeten door een MAKITA-Service-werkplaats worden uitgevoerd.
De vakman beschikt over de noodzakelijke opleiding, ervaring en uitrusting om u steeds met zo weinig mogelijk kosten een oplossing
te bieden en helpt u met raad en daad.
Bij reparatiepogingen door derden, resp. door niet-geautoriseerde personen vervalt de garantieclaim.
In de bijgeleverde lijst vindt u de dichtstbijgelegen servicewerkplaats.
Reserveonderdelen
Betrouwbaarheid, levensduur en veiligheid van uw machine is ook afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte reserveonderdelen.
Alleen originele MAKITA-reserveonderdelen gebruiken, die door het teken zijn gekenmerkt.
Alleen originele onderdelen stammen uit de productie van het apparaat en zijn derhalve de garantie voor de bestmogelijke kwaliteit
van materiaal, maatvastheid, werking and veiligheid.
Originele reserveonderdelen en accessoires zijn verkrijgbaar bij uw vakhandelaar. Deze beschikt over de noodzakelijke reserveonderdelenlijsten en wordt doorlopend op de hoogte gehouden van verbeteringen en veranderingen in het aanbod van
reserveonderdelen.
Houdt u ook rekening met het feit dat, bij gebruik van niet originele MAKITA onderdelen, het verlenen van garantie door de
MAKITA-organisatie niet mogelijk is.
Garantie
MAKITA garandeert een uitstekende kwaliteit en vergoedt de kosten van verbeteringen door vervanging van de beschadigde
onderdelen in geval van materiaal- of fabricagefouten die binnen de garantie na de datum van aankoop optreden.
Houdt u er rekening mee dat in sommige landen specifieke garantievoorwaarden gelden. Vraagt u dit na bij de verkoper in geval van
twijfel. Deze is als verkoper van het produkt verantwoordelijk voor de garantie.
De volgende schadeoorzaken vallen buiten de garantie. Wij vragen hiervoor uw begrip:
•Niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing.
•Achterwege laten van noodzakelijke onderhouds- en reinigingswerkzaamheden.
•Overschrijden van het maximale toegestane motortoerental als gevolg van foutieve vergasserafstelling.
•Schade als gevolg van een onjuiste vergasserinstelling.
•Normale slijtage.
•Duidelijke overbelasting door aanhoudende overschrijding van de maximaal toegestane belasting.
•Gebruik van geweld, onoordeelkundige behandeling, misbruik of ongevallen.
•Schade door oververhitting door vervuilde koelluchttoevoer.
•Ingrepen door ondeskundige personen of ondeskundige reparatiepogingen.
•Gebruik van ongeschikte reserveonderdelen, resp. niet-originele MAKITA onderdelen, voorzover deze schade kunnen veroorzaken.
•Gebruik van ongeschikte of te lang opgeslagen brandstoffen.
•Schade die terug te voeren is tot voorwaarden bij verhuur.
•Schade veroorzaakt door het niet tijdig aandraaien van uitwendige schroef-verbindingen.
Reinigings-, onderhouds- en afstelwerkzaamheden vallen niet onder de garantie. Alle voorkomende garantiewerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd door een MAKITA vakhandelaar.
19
Page 20
Uittreksel uit de reserveonderdelenlijst.
Alleen originele MAKITA-reserveonderdelen gebruiken. Voor reparaties en vervanging
van andere onderdelen is uw MAKITA service-werkplaats verantwoordelijk.