Makita DBC251S, DBC250S, DBC291S, DBC291, DBC250 User Manual [nl]

...
Page 1
Gebruiksaanwijzing
DBC250 DBC250S DBC290 DBC290S
Let op:
Lees voor de eerste inbedrijfname deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem alle veiligheidsvoorschriften in acht.
Gebruiksaanwijzing zorgvuldig bewaren!
DBC251 DBC251S DBC291 DBC291S
1
Page 2
Hartelijk dank voor uw vertrouwen!
Wij willen graag dat u een tevreden MAKITA-klant bent. U heeft u keuze laten vallen op een der modernste MAKITA motorzeisen. Dank zij hun tweetaktbenzinemotor zijn de motorzeismodellen onafhankelijk van een stroomaan-sluiting overal onmiddelijk klaar voor gebruik. De als starthulp ingebouwde motorbrandstofpomp (primer) maakt het starten bijzonder gemakkelijk. Ze snijden gras, onkruid, kreupelhout en alles, wat op de grond groeit en weg moet. Daardoor zijn ze de ideale helpers bij het onderhoud van groenvlaktes en bijzonder geschikt voor incidenteel gebruik. Modernste techniek, ergonomische vormgeving en uiterst gemakkelijke bediening gaan hier samen met een gunstige aanschaffingsprijs. De motorzeisen zijn niet bedoeld voor beroepsmatige inzet. De door MAKITA speciaal voor dit gereedschap ontwikkelde motor heeft een van een nikasil-laag voorziene 4­kanaalcylinder met computerberekende regeltijden en elektronische ontsteking, die geen onderhoud nodig heeft. Hierdoor is voor optimale uitbuiting van de motorbrandstof en bijzonder geringe emissie van milieuverontreinigende stoffen in het uitlaatgas gezorgd. Zelfs de toekomstige strenge uitlaatgasvoorschriften van de USA zijn hiermede reeds vervuld. Een nieuw uitlaatconcept en de volledige omhulling van de motor zelf zorgen voor een optimale geluidsdemping. In het apparaat zijn de volgende octrooirechten in de prak-tijk gebracht: US 5, 155, 169, DE 4311257 A1. Om uw persoonlijke veiligheid te waarborgen en optimaal functioneren en optimale beschikbaarheid van de motorzeis te garanderen, verzoeken wij u het volgende:
Leest u voor de eerste ingebruikname van de motorzeis deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem alle de veiligheidsvoorschriften in acht. Niet-inachtneming kan levensgevaarlijke verwondingen veroorzaken!
EU-conformiteitsverklaring
De ondergetekenden Shigeharu Kominami en Rainer Berg­feld gemachtigd door DOLMAR GmbH, verklaren hiermede, dat de apparaten van het merk MAKITA,
Type:(121) DBC250, DBC250S, DBC251, DBC251S
(129) DBC290, DBC290S, DBC291, DBC291S
vervaardigd door DOLMAR GmbH, Jenfelder Str. 38, D-22045 Hamburg, aan de fundamentele veiligheids- en ge­zondheidseisen van de desbetreffende, EU-richtlijnen voldoen:
EU-machinerichtlijn 98/37/ EG, EU-EMV-richtlijn 89/336/ EEG (gewijzigd door 91/263 EWG,
92/31 EEG en 93/68 EEG), Geluidsemissie 2000/14/EG. Ter vakkundige realisering van de in deze EU-richtlijnen
vervatte eisen zijn doorslaggevend de volgende normen als grondslag genomen: EN 11806, CISPR 12, EN 50082-1, DIN VDE 0879 T1.
Het conformiteitsbeoordelingsprocédé 2000/14/EG is volgens appendix V doorgevoerd. D e gemeten geluidsvermogenpeilschaal (Lwa) bedraagt 105 dB(A) bij DBC250, 250S, DBC251, 251S und 106 dB(A) bij DBC290, 290S, DBC291, 291S.
De gegarandeerde geluidsvermogenpeilschaal (Lwa) bedraagt 1 10 dB(A) bij DBC250, 250S, DBC251, 251S, DBC290, 290S, DBC291, 291S.
Hamburg, 22.01.2003 Voor DOLMAR GmbH
Inhoudsopgave bladzijde
Verpakking...........................................................................2
Omvang van de levering.....................................................3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Algemene voorschriften...................................................4
Persoonlijke beschermingsuitrusting...............................4
De omgang met brandstoffen / tanken ........................ 4-5
Inbedrijfname...................................................................5
Terugslag (Kickback).......................................................6
Werkomstandigheden en -techniek.................................6
Gebruiksgebied van de snijgereedschappen ..................6
Opslag ......................................................................... 6-7
Onderhoud ......................................................................7
Eerste hulp (E.H.B.O.).....................................................7
Technische specificaties....................................................8
INBEDRIJFNAME
Handvatmontage DBC250, DBC290 ..............................9
Handvatmontage DBC251, DBC291 ..............................9
Montage van de beschermkap ......................................10
Montage van het 4-tands-slagmes ...............................11
Montage van de snoerkop (accessoires) ......................11
Nastellen van het snoer.................................................11
Maaisnoer vervangen ...................................................12
Brandstof / olie mengsel................................................13
Aanleggen van de draagriem ........................................14
Uitbalanceren van de motorzeis....................................14
Motor starten ........................................................... 14-15
Instellen van de stationairloop ......................................15
IREPARATIE EN ONDERHOUDSTAKEN
Onderhouds- en reinigingsvoorschriften .......................16
Snijgereedschap slijpen ................................................16
Luchtfilter schoonmaken ...............................................17
Bougie vervangen / controleren ....................................17
Smering van het hoekig drijfwerk .................................18
Service en onderhoud...................................................18
Storingzoeken ...................................................................18
Werkplaatsservice, reservedelen en garantie ................19
Uittreksel uit de reserveonderdelenlijst..........................20
Aantekeningen ..................................................................21
Lijst van service-adressen (zie bijlage)
Verpakking
Uw MAKITA motorzeis is afzonderlijk in een doos verpakt ter bescherming tegen transportschade.
Karton is een grondstof en is als zodanig geschikt voor herge­bruik, of kan in de grondstofkringloop teruggebracht worden (oudpapierverwerking).
Shigeharu Kominami Rainer Bergfeld Directeur Directeur
2
RE Y
Page 3
Omvang van de levering
max. 10000 / min
1. Motorzeis
2. Handvat (uitvoering afhankelijk van zeismodel)
3. Schouderriem
4. Bescherminrichting
5. Maaigereedschap
6. Gereedschapbescherming
7. Montagestift
8. Sleutel SW 19 T25 voor gereedschapmontage
9. Schroevendraaier voor vrijloopinstelling
10. Gebruiksaanwijzing
Indien een van de hier afgebeelde onderdelen bij de levering ontbreekt, wendt u zich dan tot uw leverancier!
(gereedschapsbeschermkap)
(niet afgebeeld)
1
Afb.: DBC290
2
7
3
9
8
4
5
6
Verklaring van de symbolen
Op de machine en bij het lezen van de gebruiksaanwijzing treft u de volgende symbolen aan:
Gebruiksaanwijzing lezen en de waar­schuwings- en veiligheidsaanwijzingen opvolgen!
Opgelet!
Verboden!
Beschermende handschoenen dragen!
STOP
10
Maximaal spiltoerental
Choke
Motor starten
Motor afzetten!
Veiligheidsschoenen dragen!
Ogen-, gezichts- en gehoorbeschermers dragen!
Veiligheidsafstand van 15 meter aanhouden!
Gevaar: Let op wegvliegende delen!
Gebruik van zaagbladen verboden!
Let op: Kickback! (terugslag)
Roken verboden!
Geen open vuur!
Brandstofmengsel
Eerste hulp
RE Y
Recycling
CE-Norm
3
Page 4
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
4
5
6
7
1
2
3
Algemene voorschriften
Om een veilig gebruik te garanderen moet degene die het apparaat bedient altijd deze gebruiksaanwijzing lezen, om zich met de werking ervan vertrouwd te maken (1). Onvoldo­ende geïnstrueerde gebruikers kunnen zichzelf en anderen door ondeskundig gebruik in gevaar brengen.
- De motorzeis alleen uitlenen aan personen met ervaring in het gebruik van een motorzeis. De gebruiksaanwijzing dient daar­bij overhandigd te worden.
- Voor nieuwe gebruikers is het aan te bevelen, zich door de verkoper wegwijs te laten maken, om met de eigenschappen van het motormaaien vertrouwd te raken.
- Kinderen en jeugdige personen van beneden de 18 jaar mogen de motorzeis niet gebruiken. Voor jeugdigen boven 16 jaar geldt dit verbod niet als zij in het kader van hun opleiding onder toezicht staan van een vakman.
- Het werken met de motorzeis vereist een hoge mate van concentratie.
- Alleen in goede lichamelijke konditie werken. Alle werkzaam­heden rustig en precies uitvoeren. De gebruiker is verant­woordelijk ten opzichte van derden.
- Nooit onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen werken (2).
Persoonlijke beschermingsuitrusting
- De kleding moet doelmatig zijn, d.w.z. nauw aansluitend, maar mag niet hinderen. Geen sieraden of kleding dragen waarmee u in struikgewas verstrikt kunt raken. Bij lang haar een haarnet dragen.
- Om bij het maaien verwondingen aan hoofd, ogen, han-
den of voeten en schade aan het gehoor te vermijden, moet de hierna omschreven beschermende uitrusting gedragen worden.
- Het dragen van een veiligheidshelm wordt aangeraden; bij het werken in bosgebieden is dit beslist noodzakelijk. De veilig- heidshelm (1) moet regelmatig op beschadigingen gecontro­leerd worden en moet na maximaal 5 jaar vervangen worden. Alleen goedgekeurde helmen gebruiken.
- De gezichtsbeschermer (2) van de helm houdt opstuivend snijdsel of wegvliegende voorwerpen tegen. Om verwonding van de ogen te vermijden, moet bovendien een veiligheidsbril als gezichtsbeschermer worden gedragen.
- Om gehoorschade te voorkomen moet geschikte persoonlijke gehoorbescherming gedragen worden (Oorbeschermers (3), oorproppen, oorwatten etc.). Octaafbandanalyse op aanvraag.
- De bosbouw-veiligheidsjas (4) heeft signaalrode schouder- passen. De armen en de hals te allen tijde door kleding beschermen.
- De veiligheidsbroek (5) bestaat uit 22 lagen nylonweefsel en beschermt tegen snijwonden. Het gebruik ervan wordt drin­gend aanbevolen. In ieder geval een lange broek dragen van een stevige stof.
- Werkhandschoenen (6) van een zware kwaliteit leer beho- ren tot de voorgeschreven uitrusting en moeten bij het werken met de motorzeis altijd gedragen worden.
- Bij het werken met de motorzeis moeten veiligheidsschoe- nen of veiligheidslaarzen (7) met profielzool, stalen neus en beenbeschermers gedragen worden. Veiligheidsschoeisel met een beschermende inleg biedt bescherming tegen snij­verwondingen en zorgen ervoor dat men stabiel staat.
De omgang met brandstoffen / tanken
- Bij het aftanken van de motorzeis moet de motor afgezet worden (10).
- Roken en open vuur niet toegestaan (5).
- Laat de motor afkoelen alvorens te tanken.
- Brandstoffen kunnen oplosmiddelachtige substanties bevatten. Huid- en oogcontact met mineraalolieprodukten vermijden. Draag bij het aftanken handschoenen. Vervang en reinig beschermende kleding regelmatig. Adem de brandstofdampen niet in. Het inademen van motor­brandstofdampen kan lichamelijk letsel veroorzaken.
- Voor het bijtanken de motorzeis in een stabiele stand brengen
- Mors geen brandstof of kettingolie. Als er toch brandstof of olie gemorst is moet de motorzeis direct schoongemaakt worden. Zorg dat er geen brandstof op uw kleding terechtkomt. Als dat toch gebeurt kleedt u dan direct om.
4
1
2
3
4
5
Page 5
- Let erop dat er geen brandstof of kettingolie in de grond wegloopt (bescherming van het milieu). Leg iets op de grond ter bescherming.
- Tank niet in afgesloten ruimten. Brandstofdampen verzamelen zich op de bodem (explosiegevaar).
- Sluit de tankdop van brandstoftank goed en controleer regelmatig op lekkage.
- Start de motorkettingzaag niet op dezelfde plek als waar u getankt heeft (tenminste 3 meter verwijderd van de tankplaats) (6).
- Brandstof is niet onbeperkt houdbaar. Koop niet meer dan u binnen een redelijke tijd zult gebruiken.
- Vervoer en bewaar brandstof alleen in goedgekeurde en gewaarmerkte jerrycans. Sla brandstof zo op dat kinderen er niet bij kunnen.
Inbedrijfname
- Werk niet alleen, in noodgevallen moet er iemand in de buurt zijn. (gehoorafstand).
- Verzeker u ervan dat er zich geen kinderen of andere personen binnen een straal van 15 meter van het apparaat bevinden. Let hierbij ook op dieren.
- Voor aanvang van de werkzaamheden de motorzeis
controleren op de volgende punten. Controleer:
stevig zitten van het snijgereedschap, de gashendel moet bij het loslaten vanzelf naar 0 teruggaan, functie van de gashendelblokkering, snijgereedschap mag niet onbelast draaien, schone en droge handvatten, functie van de start/stopschakelaar, bescherminrichtingen niet beschadigd en op de juiste plaats vast gemonteerd zijn. Anders bestaat er gevaar van letsel!
- Motorzeis alleen starten volgens gebruiksaanwijzing. Andere
start-technieken zijn niet toegestaan!
- De motorzeis en de snijgereedschappen mogen alleen voor het beschreven gebruiksdoel ingezet worden.
- De motorzeis eerst na volledige montage en controle
starten. De machine mag uitsluitend geheel gemonteerd gebruikt worden!
- Het maaigereedschap moet met de bijbehorende bescherminrichting uitgerust zijn. Gebruik het apparaat nooit zonder de bescherminrichting.
- Bij stationair draaien mag het snijgereedschap niet meedraaien; zo nodig op standgas zetten.
-Vóór het starten erop letten dat het snijgereedschap niet in contact komt met harde voorwerpen, b.v. takken, stenen etc.
- Bij merkbaar veranderd gedrag van het apparaat de motor onmiddellijk afzetten.
- Als het snijgereedschap met stenen of andere harde voorwerpen in aanraking gekomen is, direct de motor afzetten en het snijgereedschap inspecteren.
- Het snijgereedschap moet regelmatig op beschadigingen gecontroleerd worden (eventuele haarscheuren door kloppen
-klanktest- vaststellen). Na langer gebruik kunnen haarscheurtjes in het bereik van de getande wortel optreden. Beschadigt snijgereedschap en
snijgereedschap met haarscheurtjes mogen in geen geval meer worden gebruikt!
- De motorzeis alleen met schouderriem gebruiken, en deze vóór aanvang van de werkzaamheden aanbrengen. Een goede afstelling van de schouderriem is noodzakelijk, om onnodig vermoeid raken te voorkomen. De motorzeis nooit met één hand bedienen.
- Bij het werken met de motorzeis deze altijd met beide handen vasthouden (9). Let er voordurend op dat u stevig staat!
- De motorzeis moet zodanig gehanteerd worden dat er geen uitlaatgassen ingeademd kunnen worden. Met de motorzeis mag niet in gesloten ruimtes worden gewerkt; hij mag er ook niet in gestart worden. (vergiftigingsgevaar). Koolmonoxidegas is reukloos. Uitsluitend op goed geventileerde plaatsen werken.
- Gedurende pauzes tijdens het werk en vóór de motorzeis alleen gelaten wordt, moet hij uitgeschakeld (10) en zo neergezet worden, dat niemand gevaar kan lopen.
- De hete motorzeis niet in droog gras of bij brandbare voorwerpen leggen.
- Bij het veranderen van werkplek tijdens het maaien moet de motor afgezet (10).
- Machine niet gebruiken bij defecte uitlaatpot.
6
Schema afbeelding
7
8
DBC251 DBC291
9
• Werkonderbreking
• Transport
• Tanken
• Onderhoud
• Wisselen van gereedschap
10
3 meters
360°
15 meters
DBC250 DBC290
STOP
STOP
5
Page 6
Terugslag (kickback)
Bij het werken met de motorzeis kan ongecontroleerde terugslag voorkomen.
Dit gebeurt in het bijzonder dan, wanneer in de sector tussen 12 en 2 wordt gemaaid (11).
Bij vast materiaal, zoals onderhout, struiken enz., mag hier nooit met maaien worden begonnen.
De motorzeis wordt daarbij ongecontroleerd met grote energie naar de zijkant weggeslingerd respectievelijk versneld (gevaar
van letsels!). In de sector 12-2 (Afb. 11) nooit met het maaien beginnen! Terugslag vermijden (12):
- Om terugslag te voorkomen, moet op het volgende gelet
worden:
- Het maaien altijd observeren. Wees voorzichtig als bij reeds begonnen sneden verder gewerkt wordt.
- Het maaigereedschap moet het volle werktoerental bereikt hebben voordat met maaien mag worden begonnen.
- In het bereik tussen 12 en 2 bestaat verhoogd gevaar voor terugslag, in het bijzonder bij gebruik van metalen snijwerktu­igen!
- Werkzaamheden in het bereik 11-12 en 2-5 mogen alleen door geschoolde personen op eigen risico uitgevoerd worden!
- In het bereik 8-11 kan gemakkelijk en met weinig gevaar voor terugslag gemaaid worden.
Werkomstandigheden en -techniek
- Alleen bij goed zicht en goede verlichting werken. In de winter bijzonder letten op gladheid, nattigheid, ijs en sneeuw (uitglij­gevaar). Zorg ervoor dat u stabiel staat.
- Nooit boven schouderhoogte maaien.
- Nooit staande op een ladder werken.
- Nooit met de motorzeis in een boom klimmen en werkzaam­heden uitvoeren.
- Nooit werken op een onstabiele ondergrond.
- Het maaibereik van vreemde voorwerpen, zoals b.v. stenen, metaaldelen etc. ontdoen. Vreemde voorwerpen kunnen terugstuiten (gevaar van verwondingen, 13), zij beschadigen het snijgereedschap en kunnen tot gevaarlijke terugslag (kickback) leiden.
- Het maaigereedschap moet het volle werktoerental bereikt hebben voordat met maaien mag worden begonnen.
Gebruiksgebied van de snijgereedschappen
De maaigereedschappen (14) alleen voor het aangegeven doel gebruiken! Andere gebruiksdoeleinden zijn niet toelaatbaar.
4-tands slagmes
Voor het snijden van stevig materiaal zoals: onkruid, hoog gras, hakhout, struiken, wildgroei e.d. met een maximale doorsnede van 2 cm, wordt de motorzeis van rechts naar links in een halve cirkel heen en weer bewogen (15, zoals bij een handzeis).
Snoersnijkop met 2 snoeren (accessoires):
Uitsluitend voor het maaien van gras aan muren, heiningen, gazonkanten, bomen, palen, enz.
Maaischijf (accessoires): uitsluitend voor het maaien van gras.
Vervoer
- Bij het vervoer en bij plaatsverandering tijdens het werk moet de motorzeis stil worden gezet om te voorkomen, dat het maaigereedschap ongewild begint te draaien.
- Draag of vervoer de motorzeis nooit bij lopend maaigereedschap!
- Bij vervoer over een grotere afstand moet in ieder geval de meegeleverde maaierbeschermkap worden aangebracht.
- Bij het transport in voertuigen op veilige ligging van de motorzeis letten. De benzinetank vóór het transport leegmaken.
- Bij verzending van de motorzeis moet de brandstoftank geheel leeg zijn.
ATTENTIE:
Terugslag
11
ATTENTIE:
Terugslag
12
13
14
15
Maaischijf
Snoersnijkop
met 2 snoeren
12
9
4-tands slagmes
3
6
6
Page 7
Opslag
- De motorzeis veilig in een droge ruimte opslaan en de beschermkap voor metalen snijwerktuigen aanbrengen. Berg de motorzeis ontoegankelijk voor kinderen op.
- Bij langere opslag de motorzeis door een MAKITA servicewerkplaats grondig laten nakijken en een onderhoudsbeurt laten ondergaan.
- Bij langere opslag van de motorzeis moet de brandstoftank geheel worden leeggemaakt en de vergasser leeggedraaid. Brandstoffen zijn slechts beperkt houdbaar en kunnen in de tank of in de vergasser afzetting vormen.
- Brandstofresten in reservetanks voor andere motoren gebruiken of ontzorgen.
Onderhoud
- Iedere keer vóór werkbegin moet de bedrijfszekere toestand van het maaigereedschap, de bescherminrichting, de draag­riem en de dichtheid van het brandstofsysteem worden ge­controleerd. In het bijzonder moet erop gelet worden dat het snijgereedschap volgens voorschrift is geslepen.
ATTENTIE: Metalen maaigereedschappen mogen enkel en alleen door een servicewerkplaats worden nageslepen!
Een niet vakkundig nageslepen snijwerktuig kan tot onbalans leiden en wordt daardoor tot een aanzienlijk verwondings­risico. Bovendien kunnen door vibraties schade aan het apparaat ontstaan.
- Bij het wisselen van maaigereedschap, het schoonmaken van het apparaat en van het maaigereedschap etc. moet de
motor worden afgezet en de bougiestekker afgenomen.
- Beschadigd maaigereedschap mag niet gericht of gelast worden.
- De machine moet zo geluidsarm mogelijk en met zo min mogelijk schadelijke uitlaatgassen gebruikt worden. Hierbij is een correcte afstelling van de vergasser zeer belangrijk.
- De motorzeis regelmatig reinigen en alle schroeven en moe­ren controleren op loszitten.
- Onderhoud en opslag van de motorzeis moet niet in de nabijheid van open vuur geschieden (16)!
- De motorzeis mag uitsluitend met lege tank en leeggedraaide vergasser in gesloten vertrekken worden opgeborgen.
Veiligheidsvoorschriften van de Arbeidsinspektie en ver­zekeringsmaatschappijen in acht nemen.
In geen geval veranderingen in de constructie van de motorzeis aanbrengen. Uw brengt daarmee uw veiligheid in gevaar.
Onderhouds- en montagewerkzaamheden mogen alleen uitge­voerd worden voorzover deze in deze gebruiksaanwijzing be­schreven zijn. Alle verdere werkzaamheden moeten door de MAKITA service uitgevoerd worden (17).
Slechts originele MAKITA onderdelen en toebehoren gebrui­ken.
Bij gebruik van nietoriginele MAKITA onderdelen, toebehoren of gereedschappen moet er met een groter gevaar van ongelukken rekening worden gehouden. Bij ongelukken of schade als gevolg van niet geautoriseerde maaigereedschappen, bevestigingen van maaigereedschappen of accessoires vervalt iedere aanspra­kelijkheid.
Eerste Hulp (E.H.B.O.)
Voor eventuele ongevallen dient altijd een verbanddoos op de werkplek aanwezig te zijn. Gebruikt materiaal direct weer aanvul­len. Als u om hulp vraagt, geeft u dan de volgende informatie:
Waar gebeurde het, wat gebeurde er, hoeveel gewonden, aard van de verwondingen, noem uw naam!
Aanwijzing: Bij personen met circulatiestoornissen kunnen vaak optredende vibraties tot beschadiging van do bloedvaten of van het zenuwstelsel leiden. Door vibraties aan vingers, handen of polsen kunnen de volgende symptomen optreden: inslapen van lichaamsdelen, prikkelen, pijn steken, verandering van de huidkleur of van de huid. Bij het waarnemen van zulke
symptomen moet u een dokter opzoeken.
16
SERVICE
17
18
19
7
Page 8
Technische Daten
Cilinderinhoud cm
DBC250 DBC251 DBC290 DBC291
3
25 25 29 29 Boring mm 33 33 35 35 Slag mm 30 30 30 30
Nominaal vermogen vlgs. ISO 8893 kW 0,75 0,75 1,1 1,1 Nominaal toerental 1/min 7.500 7.500 8.000 8.000 Max. motortoerental bij een ééndelig metalen snijwerktuig 1/min 8.500 8.500 9.000 9.000 Max. as-toerental bij een ééndelig metalen snijwerktuig 1/min 6.400 6.400 7.200 7.200 Stationair toerental 1/min 2.800 2.800 2.800 2.800 Koppeltoerental 1/min 4.000 4.000 4.000 4.000 Vergasser (membraanvergasser) Type WT-602 A WT-602 A WT-602 A WT-602 A Ontsteking (electronisch) Type PHELON PHELON PHELON PHELON
Bougie Type
BOSCH WSR-6F BOSCH WSR-6F BOSCH WSR-6F BOSCH WSR-6F
Elektrodenafstand mm 0,5 0,5 0,5 0,5 Geluidsniveau L
Geluidsdruk L Zwaaiversnelling a
vlgs. ISO 10884
WA av
op de werkplek vlgs. ISO 7917
pA av
vlgs. ISO 7916
h,w
- rechter handvat (stationair / max. toerental) m/s
- llinker handvat (stationair / max. toerental) m/s
- Rondom-handvat (stationair / max. toerental) m/s
- Handvat aan de schacht (stationair / max. toerental) m/s Brandstofverbruik vlgs. ISO 8893
Specifiek gebruik vlgs. ISO 8893
1) 3)
1) 3)
1) 3)
2)
2)
dB (A) 102 102 105 105 dB (A) 86,9 86,9 90 90
2 2
2 2
2,1 / 4,6 ... 4,6 / 8,0 ...
2,2 / 5,4 ... 4,2 / 8,0 ...
... 3,2 / 5,5 ... 4,3 / 7,0 ... 2,2 / 7,2 ... 3,2 / 8,3
kg/h 0,48 0,48 0,60 0,60
g/kWh 600 600 680 680 Brandstoftankinhoud l 0,5 0,5 0 , 5 0,5 Mengverhouding (brandstof/MAKITA 2-takt-olie)
- bij gebruik van MAKITA-olie 50:1 50:1 50:1 50:1
- bij gebruik van andere oliën 25:1 25:1 25:1 25:1 Overbrengingsverhouding tandwielkast 1,25:1 1,25:1 1,25:1 1,25:1 Maten: lengte / breedte / hoogte mm
1800 / 670 / 510 1800 / 380 / 220 1800 / 670 / 510 1800 / 380 / 220
Gewicht (zonder bescherminrichting, maaigereedschap en benzine) kg 5,65 4,95 5,65 4,95
1)
Opgaves houden in gelijke delen rekening met de bedrijfstoestanden stationair en maximum toerental (vlgs. EN-ISO 11806)
2)
Bij maximaal vermogen
3)
Bij een ééndelig metalen snijwerktuig
14
7
Benaming van de onderdelen
Typeplaatje (DBC250)
Serienummer Bouwjaar
Bij bestellen van eserveonderdelen opgeven!
22045 Hamburg Germany
000.000.000
DBC250
2003 123456
6
11
10
8
12
9
1 Snijgereedschap 2 Hoekig drijfwerk 3 Bescherminrichting (beschermkap) 4 Schachtbuis 5 Handvat 6 Gashefboom (Gashendel) 7 Kortsluitschakelaar (Start/Stopschakelaar) 8 Veiligheidssperknop (Gashendelblokkering)
9 Bowdenkabelgeleiding 10 Klem voor handvatbuis 11 Halfgasvastzetter 12 Riembevestiging (ophangpunt) 13 Brandstoftankdop 14 Bougiestekkerafdekking 15 Startergreep 16 Typeplaatje 17 Choke 18 Schouderriem
3
2 1
4
18
15
17
13
16
5
Afb.: DBC250
8
Page 9
INBEDRIJFNAME
STOP
ATTENTIE: Bij alle werkzaamheden aan de motorzeis te allen tijde de motor afzetten, de bougiestekker eraf trekken en
werkhandschoenen dragen!
ATTENTIE: De motorzeis mag alleen na volledige montage en controle worden gestart!
Handvatmontage DBC250, DBC290
Montage
6
3
4
5
A
- De beide halfschalen (A/1) met twee schroeven (B/8) in de handgreep vooreerst maar losjes aanschroeven.
- De handgreep op de greepsteun (A/2) zetten.
- Vierkantmoer (A/3) in de greepsteun (A/2) leggen en de middelschroef (A/4) met de sluit-ring (A/5) door de greepsteun indraaien, maar slechts zo ver, dat de spanknevel (A/6) nog geheel kan worden omgeklapt en de handgreep vast zit.
1
2
Optimale instelling
8
7
B
- De rechte zijde van de handgreep (B/7) moet zo dicht mogelijk aan de greepsteun aangebracht zijn. Voor een algemene instelling van de handgreep de spanknevel (A/6) naar boven klappen en zo nodig de schroeven (B/8) losdraaien.
- De handgreep instellen en de spanknevel (A/6) weer omklappen; dan de schroeven (B/8) weer vast draaien.
Vingerwijzing: De optimale instelling is bereikt, wanneer het midden van het arbeidswerk-tuig met het lichaamsmidden overeenstemt. De armbuigingen moeten in de werkpositie een lichte hoek vormen.
Handvatmontage DBC251, DBC291
Montage
1
2
3
25 mm
C
- De handgreep (C/1) in de aangegeven juiste positie draaien.
- De veiligheidsaanslag (C/2) in de handgreep steken en met de afdekkram (C/3) borgen.
- De handgreep kan met zijn achterste aanslag ca. 25 mm naar voren worden geschoven
Vingerwijzing:
Bij linkshandigen moet de veiligheidsaanslag (C/2) in de tegenoverliggende richting worden aangebracht.
4
D
- De gekartelde moer (D/4) vingervast aandraaien en het snelsluitstuk (D/5) door omleggen spannen.
5
9
Page 10
Montage van de beschermkap
STOP
Let op: Op grond van de bestaande veiligheidsbepalingen uitsluitend de in de tabel staande gereedschaps/
-beschermkapcombinaties gebruiken! Bij het vervangen van snijgereedschap moet absoluut de passende beschermkap gemonteerd worden!
Waarschuwing: Uitsluitend de hier genoemde maaige­reedschappen gebruiken! Het gebruik van andere snijge­reedschappen kan tot verhoogd ongevalrisico en tot scha­de aan het apparaat leiden en is daarom niet toelaatbaar!
Gereedschap / beschermkap-combinaties voor DBC250, DBC251, DBC290, DBC291
Maaigereedschap Beschermkap
Slagmes met 4 tanden Onderdeel-no 372 224 140
Uitwendige diameter: 200 mm, boring 20,0 mm Onderdeel-no 306 073 618
Slagmes met 4 tanden Onderdeel-no 306 224 140 Uitwendige diameter: 230 mm, boring 20,0 mm Onderdeel-no 306 073 618
2-Snoersnijkop Onderdeel-no 957 224 030
Reservesnoeren uitsluitend met ø 2,4 mm gebruiken! Onderdeel-no 306 073 618
15 m Onderdeel-no 369 224 670 Tussenstuk aanbrengen 120 m Onderdeel-no 369 224 672 Snoermes aanbrengen!
Maaischijf onderdeel-no. 369 224 080 Onderdeel-no. 306 073 618
Tussenstuk aanbrengen Snoermes verwijderen!
Aanbrengen van de beschermkap bij inzet van het 4-tands
2
3
*
1
4
slagmesser
- Beschermkap (A/1) met de twee schroeven (A/2) aan de zadelklem (A/3) bevestigen.
- De schroeven (A/4) moeten in de boringen (zie *) van de beschermkap ingrijpen, om een juiste positie van de beschermkap te garanderen. Bovendien wordt hierdoor een mogelijk verdraaien van de beschermkap vermeden.
- De schroeven (A/2) afwisselend en gelijkelijk vast aandraaien.
Attentie: Andere aanbouwplaatsen van de beschermkap zijn niet toegelaten.
A
Aanbrengen van de beschermkap bij inzet van de snoerkop of maaischijf
- Het meegeleverde tussenstuk (B/5) onder de zadelklem (B/3) plaatsen en de bescherm-kap (B/1) met de twee schroeven (B/2) M5x55 aanbrengen.
- De schroeven (A/4) steken daarbij in de beschermkap en zijn een extra beveiliging tegen een verdraaien van de beschermkap.
- De schroeven (A/2) afwisselend en gelijkelijk vast aandraaien.
- Het snoermes (B/6) met twee schroeven (B/7) aan de beschermkap (B/1) bevestigen. Opgelet: Bij gebruik van de maaischijf snoermes
Vingerwijzing: Als er een opnieuw nastellen van de snoer­lengte heeft plaats gehad (zie Nastellen van de snoer), snijdt het snoermes de snoereinden tijdens het werken automaties op gelijke lengtes af.
10
B
2
3
5
7
1
4
6
niet monteren!
Page 11
Montage van het 4-tands slagmes
STOP
4
V oor het monteren van metalen gereedschappen moet de motor uitgeschakeld, de bougiestekkers afgetrokken en veiligheidshandschoenen worden gedragen.
Bij gebruik van metalen snijwerktuigen moet de beschermkap overeenkomstig blz. 10, afb. A gemonteerd worden.
3
2
5 6
7
C
Montage van de snoerkop
8
1
3
4
985
D
Bijstellen van de draad
Aanbrengen en wisselen van de snijwerktuigen
- Drukring (C/2) op de transmissieas (C/1) zetten.
- Snijwerktuig op het recès van de kraagring (C/5) zetten en op de transmissieas (C/1) steken.
- Draaischaal (C/6) aanbrengen, schaalveerring (C/7) opsteken en de borgmoer (C/8) vast-draaien. Attentie:
1
linkse schroefdraad!
- De transmissieas blokkeren, daartoe de montagestift (C/3) door de uitsparing van de wikkelbeschermer (C/4) steken.
- De transmissieas iets draaien tot de montagestift (C/3) in de uitsparing van de drukring (C/2) grijpt
- De moer (C/8) vastdraaien (25 Nm)
- De montagestift (C/3) weer verwijderen en de vrijloop van het snijwerktuig controleren.
STOP
Bij het monteren van de snoerkop onvoorwaardelijk de motor uitschakelen, de bougie stekker aftrekken en
5
7
6
2
beschermhandschoenen dragen!
Bij gebruik van de snoerkop de beschermkap vlgs. Blz. 10, afb. B monteren.
Attentie: Het tussenstuk (D/5) en het snoermes (D/6) moeten onvoorwaardelijk reeds gemonteerd zijn!
- De drukring (D/3) en de wikkelbeschermer (D/7, in de
leveringsomvang van de snoerkop) op de as zetten. Attentie: Het in de wikkelbeschermer (D/7) ingestempeld nummer 985 moet in richting van de winkeltransmissie wijzen!
- De snoerkop (D/2) erop schroeven (Attentie: linkse
schroefdraad)
- De transmissieas blokkeren, daartoe de montagestift
(D/4) door de boring van de wikkelbeschermer (D/1) steken.
- De transmissieas iets draaien tot de montagestift (D/4) in
de uitsparing van de drukring (D/3) grijpt.
- De snoerkop (D/2) met de hand vast aantrekken.
- De montagestift (D/4) weer verwijderen en de vrijloop van
het snoerkop controleren.
E
- De snoerlengte kan tijdens het maaien door licht aantip­pen van de snoerkop op de grond te allen tijde optimaal worden ingesteld. De snoerverlenging bedraagt ca. 30 mm per ontgrendeling.
Het snoermes snijdt automatisch overstaande snoerein­den af.
A TTENT|E: Het schoonmaken van de snoerkop en het ver­nieuwen van de snoer mag alleen bij uitgeschakelde mo­tor en afgetrokken bougiestekker geschieden!
11
Page 12
Vervangen van de draadspoel
(voor snoerkop 957 224 030)
Vóór het vernieuwen van de snoer in ieder geval de motor afzetten en de bougiestekker eraf trekken!
STOP
A
- De snoerkop openen door krachtig indrukken van de bei­de lippen. Zonodig een schroevendraaier als hulpmiddel inzetten.
- De spoel uit de kast nemen en alle snoerresten verwijderen.
1
1
C
- De snoer in de richting van de pijl op de spoel wikkelen.
- Beide einden van de maaisnoer in de gleuf (C/1) van de draadrol knellen, opdat bij het inzetten van de spoel in de kast de snoer zich niet weer ontspant.
B
- Snoeren (ø 2,4 mm, bestelnr. 369 224 670 op 4 meter lengte snijden.
- Maaisnoer in het midden knikken en in de spoel inrijgen.
2
2
D
- De spoel weer in de kast plaatsen en daarbij de snoereinden door de snoergeleidingen (D/2) steken.
- De spoel en de kast vast tezamen houden en aan beide snoereinden trekken, opdat de snoer uit de gleuven (C/1) wordt getrokken.
- De spoel in rechte lijn naar de kastuitsparingen uitrichten en krachtig drukken, tot een inklikken in de kast hoorbaar is.
Vingerwijs: Ongelijke snoerlengtes worden door het snoermes aan de beschermkap afgesneden.
Montage van de maaischijf
1
8
2
4
A
12
7
STOP
Bij de montage van de maaischijf steeds de motor uitschakelen, bougiestekker uittrekken en veiligheidshandschoenen dragen! Bij het gebruik van de
maaischijf de beschermkap monteren volgens pagina 10, afbeelding B.
Opgelet: Het snoermes moet absoluut worden
- Afgebeelde wikkelbescherming (A/1) monteren.
- Drukstuk (A/2) op de tandwielas plaatsen.
- Maaischijf (A/5) op de uitsparing van het drukstuk (A/4)
5
6
plaatsen en samen op de tandwielas zetten en vasthouden.
- Schotelveer (A/6) plaatsen en borgmoer (A/7) voorlopig met de hand vastschroeven. Opgelet: linkse schroefdraad!
- Tandwielas blokkeren, hiervoor montagepen (A/8) door de uitsparing van de wikkelbescherming (A/1) steken.
- Tandwielas lichtjes draaien, tot de montagepen (A/8) in de uitsparing van het drukstuk (A/2) grijpt.
- Moer (A/7) vastdraaien (25 Nm).
- Montagepen (A/8) weer verwijderen en vrije loop van het snijgereedschap controleren.
verwijderd!
Page 13
Brandstof / olie mengsel
Kraftstoff
25:150:1
+
1000 cm3 (1 Liter) 20 cm 5000 cm3 (5 Liter) 100 cm
A
10000 cm
3
(10 Liter) 200 cm
3
3
3
De motor van de motorzeis is een tweetaktmotor met een groot vermogen die werkt op een mengsel van brandstof en tweetak­tolie.
De motor is ontworpen voor gebruik van normale benzine met een minimaal octaangetal van 91 ROZ. Is deze brandstof niet beschikbaar, dan kunnen ook brandstoffen met een hoger octaangetal gebruikt worden. Hierdoor ontstaat geen schade aan de motor, wel moet rekening gehouden worden met een vermindering van het vermogen.
Dit is ook het geval bij gebruik van loodhoudende benzine.
Gebruik daarom voor een optimale motorwerking en ter bescherming van gezondheid en leefmilieu alleen loodvri­je brandstof!
Voor de smering van de motor wordt tweetaktmotorolie (kwa­liteitsklasse JASO FC of ISO EGD) gebruikt; deze wordt bijgemengt bij de brandstof. De motor is ontworpen voor MAKITA tweetaktolie met een milieuvriendelijke mengverhou­ding van 50:1. Daardoor wordt een lange levensduur en een betrouwbare, rookarme werking van de motor gewaarborgd.
MAKITA kwaliteits-tweetaktolie is afhankelijke van het verbruik leverbaar in de volgende verpakkingen:
1 l Bestelnummer 980 008 607
100 ml Bestelnummer 980 008 606
40 cm 200 cm 400 cm
3
3
3
HUID- EN OOGCONTACT VERMIJDEN!
Met brandstoffen dient voorzichtig en zorgvuldig te worden omgegaan. Brandstoffen kunnen stoffen bevatten die als oplosmiddel werken. Alleen in goed geventileerde ruimten of in de open lucht tanken. Brandstofdampen niet inademen, Brandstofdampen zijn giftig en kunnen lichamelijke schades veroorzaken. Huidcontact met brandstof en minerale oliën vermijden. Minerale olieprodukten, ook oliën, ontvetten de huid. Bij herhaaldelijk en langdurig contact droogt de huid uit. Diverse huidziekten kunnen hiervan het gevolg zijn. Bovendien zijn allergische reacties bekend. Contact van de ogen met olie veroorzaakt irritaties. Bij oogcontact direct het betreffende oog met schoon water uitspoelen.
Bij aanhoudende irritatie direct een arts bezoeken!
Brandstofopslag
Brandstoffen zijn slechts in beperkte mate geschikt voor opslag. Brandstof en brandstofmengsels verouderen. Te lang opgeslagen brandstof en brandstofmengsels kunnen daardoor leiden tot startproblemen. Koop niet meer brandstof in dan in enkele maanden wordt verbruikt.
Brandstof uitsluitend in toegelaten containers droog en veilig opslaan!
Tanken
STOP
NEEM ALLE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN IN ACHT!
De omgang met brandstoffen vereist een voorzichtige en zorgvuldige handelwijze.
Uitsluitend bij uitgeschakelde motor!
Indien er geen MAKITA tweetaktolie beschikbaar is moet een mengverhouding van 25:1 bij gebruik van andere tweetakto­liën aangehouden worden, aar anders problemen kunnen optreden.
Attentie: geen kant en klaar mengsel van benzinestations gebruiken!
Het verkrijgen van de juiste mengverhouding:
50:1 Bij gebruik van MAKITA tweetaktolie, d.w.z. 50 delen
brandstof mengen met 1 deel olie.
25:1 Bij gebruik van andere tweetaktoliën, d.w.z. 25 delen
brandstof mengen met 1 deel olie.
Aanwijzing:
Voor een juist brandstof/olie mengsel de olie voormengen in de helft van de totaal gewenste hoeveelheid brandstof, daarna de rest van de brandstof toevoegen. Voor het vullen van de tank van de motorzeis eerst het mengsel goed schudden.
Het is niet zinvol uit overdreven veiligheidsbewustzijn het olie­aandeel in het tweetaktmengsel te vergroten ten opzichte van de aangegeven mengverhouding. Hierdoor ontstaan meer verbrandingsresten, deze belasten het milieu en verstoppen het uitlaatkanaal in de cilinder evenals de geluidsdemper. Verder stijgt het brandstofverbruik en neemt het vermogen af.
1
B
- Om de tankdop heen (B/1) goed schoonmaken, opdat geen vuil in de brandstoftank terecht komt.
- Voor het bijtanken de motorzeis in een stabiele stand brengen
- Tankdop (B/2) eraf schroeven en het brandstofmengsel voorzichtig tot aan de onderkant van de vulopening invullen. Voorzichtig vullen om geen brandstof te morsen.
- Tankdop weer goed vastdraaien.
Tankdop en omgeving na het tanken reinigen!
2
13
Page 14
Aanleggen van de draagriem / Uitbalanceren van de motorzeis
A
1
- De draagriem over de linker schouder leggen.
- Draagriem zo afstellen, dat de bevestigingshaak zich ongeveer een handbreedte boven het heupbeen (B/1) bevindt.
- De afstand tot de grond is afhankelijk van het gekozen maaigereedschap.
- Bij het gebruik van de snoersnijkop op vlak terrein moet de snoerkop lichtelijk op de grond staan, zonder daarbij het apparaat met de hand te bewegen.
- Bij gebruik van slagmessen, alsook bij moeilijke terreinen, moet het snijwerktuig ca. 20 cm boven de grond liggen, zonder daarbij het apparaat met de handen aan te raken.
- De motorzeis optanken en aan de bevestigingshaak (B/1) ophangen.
- Om de motorzeis uit te balanceren, een van de gaten kiezen en de bevestigingshaak inhangen
- Om de draagriem los te maken de sluiting (B/2) samendrukken. De haak met het riem-ondergedeelte kan zo aan de motorzeis verblijven.
B
Motor starten
A
3
2
Ongevallenpreventievoorschriften navolgen! De motorzeis mag alleen na volledige montage en controle
worden gestart! Starten (Koude start )
2
2
5
4
4
5
- Op minstens 3 m afstand van de plek waar getankt wordt.
- In een veilige positie gaan staan en de motorzeis zó neerleggen, dat het snijgereedschap de grond of andere voorwerpen niet aanraakt.
- Brandstofpomp (B/1) door meerrmaals drukken in werking stellen, tot de brandstof in de pomp te zien is.
- DBC251, DBC291: Kortsluitschakelaar (A/2) in pijlrichting (Start) schuiven.
- De handgreep omvatten (de veiligheidssperknop A/4) wordt door de handpalm in werking gezet. Gashendel (A/5) drukken en houden.
- Halfgasvergrendeling (A/3) indrukken en in aansluiting de gashendel (A/5) en de halfgas vergrendeling (A/3) los laten (de gashendel wordt door de halfgasvergrendeling in halfgasstelling vastgezet).
14
- DBC250, DBC290: De handgreep omvatten (de veiligheidssperknop (A/4)) wordt door de handpalm in werking gezet. Gashendel (A/5) drukken en houden.
- Kortsluitschakelaar (A/2) in pijlrichting (Start) schuiven, in aansluiting de gashendel (A/5) Loslaten. De gashendel wordt door de kortsluitschakelaar in halfgasstelling vastgezet.
B
6
1
- DBC250, 251, 290, 291: De chokehendel (B/6) naar beneden in de stand ( gesloten) schuiven.
Page 15
- De motorzeis met één hand aan de steel vasthouden en stevig op de bodem drukken (C).
- De startgreep langzaam tot de voelbare weerstand uittrekken (de zuiger staat vóór het bovenste dode punt).
- Nu snel en met kracht verdertrekken tot de
ontsteking gehoord wordt.
- Chokehendel (B/6, blz. 15) in de stand ( en opnieuw de startgreep trekken tot de motor loopt.
- Starterkabel niet helemaal tot het einde uittrekken en de greep niet vrij terug laten schieten, maar langzaam terug-
C
2
2
3
brengen.
- Na het aanlopen van de motor de gashendel (D/3) een keer krachtig doordrukken en onmiddellijk weer loslaten; de halfgasstelling klikt uit en de motor loopt in vrijloop.
- Vingerwijzing: Vóór vollastbedrijf de motor ca. 1 minuut bij middeltoerental warm laten lopen.
Start bij warme motor
Bij bedrijfswarme motor, resp. na kortdurend uitschakelen:
- Bij een warme machine niet de brandstofpomp bedienen.
- De chokehendel niet in de stand ( gesloten) draaien.
eerste
open) draaien
Het uitzetten van de motor
- Kortsluitschakelaar (D/2) in de stand Stop schuiven.
D
3
Attentie: Het werkgereedschap kan nog voor korte tijd nalopen!
E
Stationairloop instellen
Informatie
De modellen met de typebenaming S zijn uitgerust met eenQuickStarter. Deze modelle kunnen comfortabel, zonder
krachtinspanning worden gestart, omdat een veercassette in het startmechanisme het startproces aanzienlijk helpt.
Bij een MAKITA-werkplaats is het mogelijk ook andere modellen met een QuickStarter te laten uitrusten.
De carburateur wordt in de fabriek optimaal ingesteld. Afhankelijk van het inzetgebied (bergland, platteland) en door het inloopproces bij een nieuwe machine kan een correctie aan de vrijloopsaanslagschroef »T« nodig worden.
Vóór het instellen moet de machine met het te gebruiken snijwerktuig worden uitgerust en door 3 tot 5 minuten lopen bij middeltoerentallen warm lopen. Let op een schoon lucht­filter!
Vrijlooptoerental controleren en instellen
- Als het sneiwerktuig in de vrijloop van de motor meedraait, moet de (T)-schroef worden ingesteld.
- Daarbij voert een eruitdraaien (tegen de wijzers van de klok in) van de (T)-schroef tot een langzamer lopen van de motor en een erindraaien van de (T)-schroef tot een snellere loop van de motor.
De reguleerschroeven voor vollast- en vrijloopmengsel (L en H) kunnen alleen in een begrenst bereik worden versteld. Deze instelschroeven zijn instellingen door de eigenaar bedoeld. Deze
A
instelprocedures moeten door een MAKITA-service­werkplaats worden uitgevoerd.
niet voor na-
15
Page 16
REPARATIE EN ONDERHOUDSTAKEN
ATTENTIE: Bij alle werkzaamheden aan de motorzeis te allen
tijde de motor afzetten, de bougiestekker eraf trekken en beschermende handschoenen dragen!
ATTENTIE De motorzeis mag alleen na volledige montage en
controle worden gestart!
Periodieke onderhouds- en reingingsvoorschriften
Voor een lange levensduur alsook ter voorkoming van schades en ter waarborging van het volledig functioneren van de veiligheidsvoorzieningen moeten de hierna beschreven onderhoudstaken regelmatig uitgevoerd worden. Garantieclaims worden alleen dan toegelaten, indien deze taken regelmatig en zoals voorgeschreven uitgevoerd zijn. Bij niet-inachtneming bestaat er gevaar voor ongelukken!
Gebruikers van motorzeisen mogen alleen de onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uitvoeren die beschreven zijn in deze gebruiksaanwijzing. Alle overige werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door een MAKITA service werkplaats.
Iedere keer na 50 tankvullingen een grondige onderhouds- en een volledige nakijkbeurt van de motorzeis door een MAKITA service werkplaats laten uitvoeren.
Algemeen Motorzeis in zijn geheel Van buiten schoonmaken en op beschadigingen controleren.
Bij beschadigingen direct een vakkundige reparatie laten uitvoeren.
Voor iedere Maaigereedschap Op beschadigingen, scherpte en vastzitten controleren inbedrijfname
Bescherminrichtingen Op juiste positie, vaste stand en feilloze 10
toestand controleren Schroeven en moeren Toestand en vastzitten controleren STOP-schakelaar, 14-15
veiligheids sperschakelaar, gashendel Werking controleren. 14-15
Brandstoftankdop en brandstofsysteem Controleren op goede afsluiting
Stationairloop controleren, maaigereedschap mag niet meelopen 15
Na iedere Luchtfilter Reinigen 17 buitenbedrijfstelling
Koelluchtsleuven Vaker schoonmaken; controleren op beschadigingen.
Elk half jaar Bougie Nakijken, eventueel vervangen 17
Benzine filter Door vakkundige werkplaats laten controleren Brandstoftank Reinigen Starterkabel Controleren op beschadigingen
Jaarlijks Motorzeis in zijn geheel Door een vakwerkplaats laten nakijken Vóór een langere Motorzeis in zijn geheel Onderhoud door een MAKITA servicewerkplaats laten
buitenbedrijfstelling uitvoeren. Veilig in een droge ruimte opbergen. en opslag
Brandstoftank Leegmaken en reinigen Carburateur Leeg draaien Metalen maaigereed Schoonmaken en licht inoliÎn. schappen Beschermkap maaigereedschap aanbrengen.
STOP
Bladzijde
Snijgereedschap slijpen
4-tands slagmes
E
16
Opgelet: De volgende snijgereedschappen mogen alleen door een servicewerk-plaats geslepen worden, omdat het met de hand slijpen onbalans in het maaigereedschap en trillingen en schade aan de machine veroorzaakt.
4-tands slagmes
Vakkundig slijpen en uitbalanceren wordt door iedere MAKITA service-werkplatts uitgevoerd.
Opmerking: het 4-tands slagmes kan ter verlenging van de gebruiksduur één keer worden omgedraaid, totdat de beide snijkanten bot zijn.
Page 17
Luchtfilter schoonmaken
2
A
Het luchtfilter houdt het met de verbrandingslucht aangezogen
STOP
3
1
vuil terug en vermindert daar mee de slijtage van de motor. Regelmatig onderhoud verlengt de levensduur van uw apparaat. Vervuilde luchtfilters veroorzaken vermogens­vermindering van de motor. Zij verhogen het brandstofverbruik en daarmede ook de schadelijke stoffen in het uitlaatgas. Bovendien wordt het starten bemoeilijkt.
Voor motorschades, die door ondeskundig onderhoud ontstaan, kunnen geen garantieclaims worden afgeleid.
Na iedere buitenwerkstelling
Het luchtfilter in lauwwarm zeepsop met een in de handel gebruikelijk afwasmiddel uitwassen en goed laten drogen.
- Bij grove vervuiling vaker schoonmaken, daar alleen een zuivere luchtfilter garandeert een optimale werking van de motor.
Beschadigde luchtfilters onmiddellijk vervangen! Afgescheurde stukken weefsel en grof vuil kunnen de motor onherstelbaar beschadigen.
Luchtfilter controleren, resp. schoonmaken:
- De chokehendel in de stand zetten, opdat geen vuil in de carburateur geraakt.
- Het luchtfilterdeksel (A/1) met bajonetsluiting (A/2) openen (luchtfilterdeksel stevig rechtsom draaien) en afnemen.
- Het luchtfilter (A/3) afnemen.
Bougie vervangen / Bougie controleren
B
0,5 mm
STOP
ATTENTIE: Bougie of bougiedop mogen niet bij lopende motor aan-
4
5
geraakt worden (hoogspanning!). Onderhoudswerkzaamheden uitsluitend bij uitgeschakelde
motor uitvoeren. Bij hete motor gevaar van verbranding. Beschermhand-
schoenen dragen!
Controle halfjaarlijks of na iedere 50 uren doorvoeren. Bij be­schadiging van de isolator, sterke verbranding van de elektro­den, of sterk vervuilde electroden, moet de bougie vervangen worden.
- Bougiedeksel (B/4) wegnemen door samendrukken van de bougiedeksel en het in richting van de pijl eraf te trekken.
- De bougiestekker van de bougie af trekken en de bougie (B/5) met een bougiesleutel eruit draaien.
Vingerwijs: Bij weerinbouw klikt de bougiedeksel (B/4) hoorbaar in. ATTENTIE: Bij vervanging uitsluitend de bougies BOSCH
WSR-6F of CHAMPION RCJ-6Y gebruiken.
Elektroden afstand
De elektrodenafstand moet 0,5 mm zijn.
17
Page 18
Hoekig drijfwerk smeren
Na afloop van ca. 50 bedrijfsuren is het raadzaam, de winkeltransmissie (C/1) door een MAKITA Servicewerkplaats te laten controleren en zo nodig smeervet na te vullen.
De smeervetvulling wordt door de werkplaats exact gedoseerd, omdat te grote vetquantums tot oververhitting in de winkeltransmissie leiden.
C
1
Service en onderhoud
Wij adviseren, in regelmatige afstand een grondige onder­houdsbeurt en grondige visuele inspectie uit te voeren.
Alle niet in deze gebruiksaanwijzing beschreven onder­houds- en instelwerk moeten door een MAKITA-Service­werkplaats worden uitgevoerd.
Service
Storingzoeken
storing systeem constatering oorzaak
motor start slecht ontsteking vonk aanwezig fout in brandstof toevoer, of helemaal niet compressie systeem, mechanische fout
geen vonk STOP-schakelaar bediend, fout of kortsluiting
in de bekabeling, bougiedop defect, bougie
defect, ontstekingsmodule defect brandstof- brandstoftank is vol choke in verkeerde positie, vergasser defect, toevoer zuigkop vervuild, brandstofleiding geknikt of
onderbroken compressie- inwendige van de machine cilindervoet pakking defect, beschadigde radiale systeem afdichtringen, cilinder of zuigerringen beschadigd
uitwendige van de machine mechanische starter grijpt niet aan veer in de starter gebroken, gebroken fout onderdelen in de motor
problemen met warme vergasser Brandstof in tank vergasser instelling incorrect start vonk aanwezig
motor start, stopt echter brandstof brandstof in de tank stationaire instelling niet correct, zuigkop of dadelijk weer verzorging vergasser vervuild.
verminderde prestaties meerdere Machine loopt stationair luchtfilter vervuild, vergasserafstelling fout,
systemen kunnen uitlaatdemper aangekoekt, uitlaatkanaal in de tegelijkertijd cilinder aangekoekt betrokken zijn
bougie dicht niet goed af
Tankbeluchting defect, brandstofleiding onder­broken, kabel beschadigd, STOP-schakelaar beschadigd
18
Page 19
Werkplaatsservice, reservedelen en garantie
Onderhoud en reparaties
Onderhoud en reparatie van moderne motorzeisen evenals de veiligheidsgevoelige hoofdonderdelen vereisen een gekwalificeerde vakopleiding en een van speciaal gereedschap en testapparatuur voorziene gespecialiseerde werkplaats.
Alle niet in deze gebruiksaanwijzing beschreven taken moeten door een MAKITA-Service-werkplaats worden uitgevoerd. De vakman beschikt over de noodzakelijke opleiding, ervaring en uitrusting om u steeds met zo weinig mogelijk kosten een oplossing
te bieden en helpt u met raad en daad. Bij reparatiepogingen door derden, resp. door niet-geautoriseerde personen vervalt de garantieclaim.
In de bijgeleverde lijst vindt u de dichtstbijgelegen servicewerkplaats.
Reserveonderdelen
Betrouwbaarheid, levensduur en veiligheid van uw machine is ook afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte reserveonderdelen. Alleen originele MAKITA-reserveonderdelen gebruiken, die door het teken zijn gekenmerkt.
Alleen originele onderdelen stammen uit de productie van het apparaat en zijn derhalve de garantie voor de bestmogelijke kwaliteit van materiaal, maatvastheid, werking and veiligheid.
Originele reserveonderdelen en accessoires zijn verkrijgbaar bij uw vakhandelaar. Deze beschikt over de noodzakelijke reserve­onderdelenlijsten en wordt doorlopend op de hoogte gehouden van verbeteringen en veranderingen in het aanbod van reserveonderdelen.
Houdt u ook rekening met het feit dat, bij gebruik van niet originele MAKITA onderdelen, het verlenen van garantie door de MAKITA-organisatie niet mogelijk is.
Garantie
MAKITA garandeert een uitstekende kwaliteit en vergoedt de kosten van verbeteringen door vervanging van de beschadigde onderdelen in geval van materiaal- of fabricagefouten die binnen de garantie na de datum van aankoop optreden.
Houdt u er rekening mee dat in sommige landen specifieke garantievoorwaarden gelden. Vraagt u dit na bij de verkoper in geval van twijfel. Deze is als verkoper van het produkt verantwoordelijk voor de garantie.
De volgende schadeoorzaken vallen buiten de garantie. Wij vragen hiervoor uw begrip:
Niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing.
Achterwege laten van noodzakelijke onderhouds- en reinigingswerkzaamheden.
Overschrijden van het maximale toegestane motortoerental als gevolg van foutieve vergasserafstelling.
Schade als gevolg van een onjuiste vergasserinstelling.
Normale slijtage.
Duidelijke overbelasting door aanhoudende overschrijding van de maximaal toegestane belasting.
Gebruik van geweld, onoordeelkundige behandeling, misbruik of ongevallen.
Schade door oververhitting door vervuilde koelluchttoevoer.
Ingrepen door ondeskundige personen of ondeskundige reparatiepogingen.
Gebruik van ongeschikte reserveonderdelen, resp. niet-originele MAKITA onderdelen, voorzover deze schade kunnen veroorzaken.
Gebruik van ongeschikte of te lang opgeslagen brandstoffen.
Schade die terug te voeren is tot voorwaarden bij verhuur.
Schade veroorzaakt door het niet tijdig aandraaien van uitwendige schroef-verbindingen.
Reinigings-, onderhouds- en afstelwerkzaamheden vallen niet onder de garantie. Alle voorkomende garantiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een MAKITA vakhandelaar.
19
Page 20
Uittreksel uit de reserveonderdelenlijst.
Alleen originele MAKITA-reserveonderdelen gebruiken. Voor reparaties en vervanging van andere onderdelen is uw MAKITA service-werkplaats verantwoordelijk.
Pos. MAKITA-Nr. Aantal. Benaming
1 302 700 187 1 Tankdop kompleet 2 302 048 121 1 Luchtfilter 3 300 072 169 1 Veerschijf 4 300 020 223 1 Bevestigingsmoer M10x1,25 5 965 603 014 1 Bougie 6 306 224 140 1 4-tands slagmes
1
DBC250, 251 DBC290, 291
(ø 230 mm)
2
3
5
6
4
Accessoires (niet meegeleverd)
Pos. MAKITA-Nr. Aantal. Benaming
1 957 224 030 1 2-Snoersnijkop
(semiautomatiek)
1
2 372 224 140 1 4-tands slagmes
(ø 200 mm)
3 369 224 080 1 Maaischijf 4 384 260 100 1 Dubbele schouderriem
20
2
3
4
Page 21
Aantekeningen
21
Page 22
22
MAKITA Werkzeug GmbH Postfach 70 04 20 D-22004 Hamburg Germany
Wijzigingen voorbehouden
Form: 995 704 192 (5.04 NL)
Loading...