Gebruiksaanwijzing Pagina 14
voor koelkasten, integreerbaar
NL
7081 227-01
IKV 1010
Aanwijzing m.b.t. afdanken
• Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen verstikkingsgevaar door folies!
• Breng a.u.b. de verpakking naar een officiële inzamelpunt.
Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle materialen
en moet gescheiden van het ongesorteerde afval worden afgevoerd.
• Afgedankte apparaten onbruikbaar maken: trek de
stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door en
zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich niet
kunnen opsluiten.
• Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het transport
van het afgedankte apparaat niet wordt beschadigd.
• Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het
typeplaatje.
• Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren
overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Toepassingen van het apparaat
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het koelen van levensmiddelen. In het geval van het industriële koelen van levensmiddelen
moeten de geldige wettelijke bepalingen in acht worden genomen.
Het apparaat is niet bedoeld voor het bewaren en koelen van geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumspreparaten of eendere
aan de Europese Richtlijn medische hulpmiddelen 2007/47/EG ten
grondslag liggende stoen en producten.
Een abusievelijk gebruik van het apparaat kan schade aan de
bewaarde producten of het bederf ervan veroorzaken.
Bovendien is het apparaat niet geschikt voor werking in explosiegevaarlijke omgevingen.
Overzicht van apparaat en uitrusting
Bedieningselementen
Boter- en kaasvak
Vriesvak
Verplaatsbare draagplateaus
Verplaatsbaar opbergvak
Dooiwaterafvoer
Typeplaatje
Groenteladen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
• Voorkom blessures en beschadigingen: pak het apparaat altijd met
twee personen uit en stel het samen op.
• Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog vóór het
aansluiten - contact op met de leverancier.
• Stel het apparaat volgens de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
op en houdt u aan de aansluitvoorschriften om zeker te zijn van een
goede werking.
• Koppel het apparaat bij storingen los van de netspanning: trek de
stekker uit het stopcontact of draai de zekering in de meterkast eruit.
• Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact maar pak
de stekker vast.
• Laat reparaties en ingrepen aan het apparaat uitsluitend door de
technische dienst of een installateur uitvoeren, aangezien anders
grote gevaren voor uzelf en anderen kunnen ontstaan. Hetzelfde
geldt voor het vervangen van het netsnoer.
• Gebruik in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen.
Let er daarom tijdens het vervoeren en reinigen van het apparaat
goed op dat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd. Mocht het
koelmiddelcircuit des ondanks beschadigd raken, houd het apparaat
dan uit de buurt van open vuur. Zorg voor goede ventilatie in het
vertrek.
• Ga nooit op de sokkel, laden, deur enz. staan of leunen om ergens
bij te kunnen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen) met
fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet
over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij zij door een
persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik
van het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk toezicht
uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht achterblijven om te
voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken of te
koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat kan een pijnlijk of
dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig huidcontact
veiligheidsmaatregelen treen, bijv. handschoenen dragen.
• Eet consumptieijs, met name waterijsjes of ijsblokjes, niet direct op
nadat u het uit het apparaat genomen hebt. Extreem lage temperaturen kunnen blaren aan uw handen of in uw mond veroorzaken.
• Consumeer geen levensmiddelen die al over de verbruiksdatum
heen zijn of te lang in het apparaat liggen aangezien u hierdoor een
voedselvergiftiging kunt oplopen.
• Het apparaat is bedoeld voor het koelen, invriezen en bewaren van
levensmiddelen evenals het maken van ijs. Het apparaat werd ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Bij professioneel gebruik (in de
horeca, detailhandel enz.) moeten de op de betreende bedrijfstak
van toepassing zijnde voorschriften worden opgevolgd.
• Bewaar geen explosieve stoen of spuitbussen met brandbare drijfgassen (bijv. butaan, propaan, pentaan) in het apparaat. Eventueel
vrijkomend gas kan door de elektrische componenten ontstoken
worden. U herkent dergelijke spuitbussen aan de erop gedrukte
inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool.
• Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken.
• Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten via
een verlengkabel. De aftapcontactdoos kan anders oververhitten.
• De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TLlampen)
in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te verlichten en
niet geschikt als kamerverlichting.
14
Vak met
keldertemperaturen
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen
Rode transportbeveiliging losschroeven.
Vrijgekomen bevestigingsgat met stop
afdichten.
Opstellen
• De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten
zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen
ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaatsingsruimte van het
apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel
vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Klimaatklasse
Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse d.w.z.
een minimale omgevingstemperatuur waaronder en een maximale
omgevingstemperatuur waarboven het apparaat niet gebruikt mag
worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het typeplaatje.
Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 °C tot +32 °C
N +16 °C tot +32 °C
ST +16 °C tot +38 °C
T +16 °C tot +43 °C
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de opstellingsplaats
moeten met de informatie op het typeplaatje overeenstemmen. Het
typeplaatje vindt u links op de binnenwand. Het stopcontact moet
d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de
achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd randaardestopcontact aansluiten.
NL
Temperatuur instellen
De temperatuur is instelbaar tussen de
eerste stand (warmste temperatuur, laagste
koelvermogen) en max. (koudste temperatuur,
maximaal koelvermogen).
Aanbevolen worden:5 °C resp. de middelste stand. In het
diepvriesvak is de gemiddelde temperatuur dan ca. –18 °C.
• Temperatuurregelaar T met een munt draaien tot op de display
de gewenste temperatuur wordt aangegeven.
Binnen een temperatuurbereik, b.v. 5 °C tot 7 °C of tussen twee
standen van de regelaar, kan de temperatuur iets kouder worden
ingesteld.
• Zo nodig de temperatuurregelaar langzaam verder draaien.
De verlichte balk van het temperatuurbereik b.v. 5 °C tot 7 °C
knippert even. De temperatuur binnen het temperatuurbereik
werd lager ingesteld.
Supercool
Met Supercool, schakelt u de koelruimte op de maximale afkoelcapaciteit. Supercool verdient met name aanbeveling wanneer
u grote hoeveelheden net erin gelegde levensmiddelen zo snel
mogelijk wilt afkoelen.
Inschakelen: Druk de Supercool-toets
kort in zodat de bijbehorende LED
oplicht.
Opmerking: Supercool heeft een hoger
energieverbruik. Na ca. 6 uur echter
schakelt de elektronica automatisch
naar de energiebesparende normale
stand terug.
Energie sparen
- Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventilatieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
- Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een
fornuis, verwarming of dergelijke.
- Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandigheden
b.v. de omgevingstemperatuur.
- Open het apparaat zo kort mogelijk.
- Zet de levensmiddelen soort bij soort.
- Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan. Rijpvorming wordt vermeden.
- Warme gerechten inleggen: eerst laten afkoelen tot kamertemperatuur.
- Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.
- Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat ontdooien.
Bedieningselementen
Het uittrekvak met keldertemperaturen
is geschikt voor het bewaren van koudegevoelige groenten, zuidfruchten en alle levensmiddelen en dranken die u niet te koud wilt
consumeren. De temperatuur in het keldervak is ongeveer 5 °C
hoger als de ingestelde temperatuur in het koelgedeelte.
5Bak voor essen
6Bak voor groente en zuidvruchten
7Bak voor kleine fruit- en groentesoorten
Om te reinigen de bak
te heen.
Om de bak
nemen moet hij er volledig
uitgetrokken worden, aan
de achterkant omhoogheffen en er naar voren toe
uittrekken.
Bak
7 is vastgemonteerd
met schroeven.
Monteer bak 6 als volgt:
- De telescooprails helemaal uittrekken.
- De bak op de rails plaatsen en erin schuiven.
6 weg te
5 wegnemen door hem gewoon omhoog
Apparaat in- en uitschakelen
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat u het in gebruik
neemt (zie verder onder "Reinigen").
Inschakelen:
Stekker in het stopcontact steken - het apparaat is ingeschakeld.
Het temperatuurdisplay D toont de ingestelde binnentemperatuur.
Uitschakelen:
Trek de stekker uit het stopcontact of draai de temperatuurregelaar
naar "0".
Apparaatdeur
bijstellen
• Draai rechts en links de
schroeven
• Hang de deur met stelschroef
stelschroef
juiste hoogte.
• De deur van het apparaat
met de schroeven
vastzetten.
1 los.
2 recht en met
3 op de
1
15