De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een
.
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen voor huishoudelijke
of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt bijv.
het gebruik
-
in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en
andere accommodaties,
-
bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
2* afhankelijk van model en uitvoering
Het apparaat in vogelvlucht
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-
Opslag en koeling van medicijnen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of vergelijkbare, overeenkomstig de Europese richtlijn
2007/47/EG medische hulpmiddelen, ten
grondslag liggende stoffen en producten
-
Gebruik buiten bij zeer hoge luchtvochtigheid.
-
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaatklasse, bij begrensde omgevingstemperaturen,
worden gebruikt. De voor uw apparaat betreffende klimaatklasse staat op het typeplaatje
vermeld.
Aanwijzing
Om een probleemloze werking te waar-
u
borgen, moet de aangegeven omgevingstemperatuur worden aangehouden.
Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen
SN, Nt/m 32 °C
STt/m 38 °C
Tt/m 43 °C
Een probleemloze werking van het apparaat is
gewaarborgd tot een omgevingstemperatuur
van 5 °C.
1.3 Conformiteit
Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid. Het
apparaat voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften alsmede de richtlijnen 2014/35/EU, 2014/30/EU,
2009/125/EG, 2011/65/EU en 2010/30/EU.
1.4 Productgegevens
De productgegevens zijn conform de richtlijn van de (EU)
2017/1369 bij het apparaat gevoegd. Het volledige productgegevensblad kunt op de website van Liebherr in het downloadbereik downloaden.
1.5 Opstelafmetingen
Fig. 2
ModelApparaathoogte H (mm)
GN 19.., GNP 19..1250
GN 23.., GNP 23..1447
GN 27.., GNP 27..1644
GN 30.., GNP 30..1841
x
Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm (zie 4.2) groter.
1.6 Energie sparen
Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope-
-
ningen resp. -roosters niet af.
Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
-
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsingscondities
-
zoals bijv. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Bij een van
de normtemperatuur afwijkende omgevingstemperatuur van
25° C kan het energieverbruik veranderen.
Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
-
energieverbruik.
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
-
Condensvorming wordt voorkomen.
Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertemperatuur
-
laten afkoelen.
Stof verhoogt het energieverbruik:
De koelmachine met warmtewisselaar -
-
metalen roosters aan de achterkant van
het apparaat - eenmaal jaarlijks
afstoffen.
1.7 Isolatieplaat
De isolatieplaat, waarmee u slechts een gedeelte van het
apparaat gebruikt, is apart te verkrijgen bij de vakhandelaar.
* afhankelijk van model en uitvoering3
Algemene veiligheidsvoorschriften
Wanneer u niet veel levensmiddelen in de
vrieskast heeft, kunt u met behulp van de
isolatieplaat het energieverbruik tot 50%
verlagen. Afhankelijk van het model,
kunnen er tot 5 schuilfaden worden uitgeschakeld. Om te koelen zijn minstens 3
schuifladen nodig. Meer informatie vindt u
op de bijsluiter van de isolatieplaat.
1.8 HomeDialog
Afhankelijk van model en uitrusting kunnen met
het HomeDialog System meerdere Liebherrapparaten (b.v. in de kelder) aan een hoofdapparaat (b.v. in de keuken) worden gekoppeld en
vanuit deze worden bediend. Nadere informatie
over de voordelen, voorwaarden en het functieprincipe vindt u op internet onder www.
liebherr.com.
1.9 SmartGrid
Afhankelijk van model en uitvoering is uw
apparaat voorbereid voor de toekomsttechnologie "SmartGrid".
SmartGrid is een toekomstige mogelijkheid om de individuele
energiekosten via een intelligente elektriciteitsmeter van de
energieleverancier te laten dalen. Bij de aanwezigheid van
energieoverschotten, bijvoorbeeld door de toevoer van regeneratieve energie, worden huishoudens voorzien van voordelige
stroom. Diepvrieskasten met SmartGrid-ready zijn nu reeds
voorbereid voor deze toekomsttechnologie. Met een daarvoor
benodigde extra module zullen de apparaten in staat zijn om de
energiekosten te optimaliseren.
Meer informatie over de voordelen, voorwaarden en werkwijze
vindt u op internet op de homepage van uw energieleverancier
en op www.liebherr.com.
2 Algemene veiligheidsvoorschriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen alsmede door
personen met verminderde psychische,
sensorische of mentale bekwaamheden of
een gebrek aan ervaring en kennis worden
gebruikt onder toezicht van een derde of met
betrekking tot het veilige gebruik van het
apparaat zijn onderwezen en de gevaren
kennen en begrijpen. Kinderen mogen niet
met het apparaat spelen. De reiniging en het
onderhoud mag niet door kinderen zonder
toezicht worden uitgevoerd. Kinderen van 3-8
jaar mogen het apparaat inladen en uitladen.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt
van het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en
het vervangen van de netaansluiting mag
alleen worden uitgevoerd door de klantenservice of ander vakpersoneel dat hiervoor is
opgeleid.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving
in de handleiding monteren, aansluiten en
afvoeren.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
en geef hem eventueel aan de volgende eigenaar door.
-
Speciale lampen zoals LED-lampen in het
apparaat dienen voor de verlichting van de
binnenruimte van het apparaat en zijn niet
geschikt voor de verlichting van de ruimte.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel (gegevens op het
typeplaatje) is milieuvriendelijk maar brandbaar. Koelmiddel dat ontsnapt kan
ontbranden.
•
Pijpleidingen van het koelcircuit niet
beschadigen.
•
Gebruik binnen in het apparaat nooit open
vuur of ontstekingsbronnen.
•
Binnen het apparaat geen elektrische
toestellen gebruiken (bijv. stoomreinigers,
verwarmingen, ijsmakers, enz.).
•
Als koudemiddel weglekt: Open vuur of
ontstekingsbronnen vlakbij het lek verwijderen. Vertrek goed ventileren. Informeer
de klantendienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan,
propaan, pentaan enz. in het apparaat
bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar
aan de op de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlammensymbool. Eventueel
ontsnappende gassen kunnen door elektrische componenten vlam vatten.
-
Houd brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vlammen uit de buurt
van het apparaat, zodat ze geen brand
veroorzaken.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen
die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed
afgesloten worden bewaard. Eventueel uittredende alcohol kan door elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
4* afhankelijk van model en uitvoering
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun
of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het
bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer
nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid
en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en gekoelde of ingevroren levensmiddelen vermijden of veiligheidsmaatregelen
treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of
ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud
consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in
het scharnier grijpen. Vingers kunnen ingeklemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie in
de compressor en wijst op het volgende
gevaar: Kan bij het inslikken en indringen in
de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwijzing
is alleen voor het recyclingproces van belang.
In de normale modus bestaat er geen gevaar.
Het symbool bevindt zich op de compressor
en wijst op het gevaar van ontvlambare
stoffen.
Deze of een vergelijkbare sticker kan op de
achterkant van het apparaat zijn aangebracht. Deze heeft betrekking op de schuimpanelen in de deur en/of de behuizing. Deze
aanwijzing is alleen voor het recyclingproces
van belang. De sticker niet verwijderen.
Bedienings- en controle-elementen
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
LET OPduidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
na het inschakelen is de temperatuur nog niet koud genoeg;
-
de temperatuur is met meerdere graden gestegen.
-
In de weergave knipperen strepen:
de vriestemperatuur is boven de 0 °C.
-
De volgende weergaven wijzen op een storing. De mogelijke
oorzaken en maatregelen voor het oplossen: (zie 7) .
-
F0 tot F9
-
Het symbool stroomuitval
knippert.
Neem de specifieke aanwijzingen in de
overige hoofdstukken in acht:
GEVAARduidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAARSCHUWING
VOORZICH
TIG
* afhankelijk van model en uitvoering5
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die licht of middelzwaar lichamelijk
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd transport!
u
u
u
VOORZICHTIG
Het apparaat verpakt transporteren.
Het apparaat rechtop transporteren.
Het apparaat niet alleen transporteren.
In gebruik nemen
4.2 Apparaat opstellen
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Brandgevaar door kortsluiting!
Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander
apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar
liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat
worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
u
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar brandbaar.
Koelmiddel dat ontsnapt kan ontbranden.
u
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
WAARSCHUWING
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving
of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het
apparaat liggen.
Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat
bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere apparaten aan te sluiten.
WAARSCHUWING
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
WAARSCHUWING
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
toaster enz. op het apparaat!
Bij schade aan het apparaat onmiddellijk vóór het aansluiten
q
contact met de leverancier opnemen.
De vloer op de standplaats moet horizontaal en vlak zijn.
q
Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
q
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
Een optimale standplaats is een droge en goed geventi-
q
leerde ruimte.
Het apparaat met de achterkant en het gebruik van de
q
meegeleverde wandafstandhouders (zie onder) altijd direct
tegen de wand plaatsen.
Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
q
verplaatst.
De ondergrond van het apparaat moet dezelfde hoogte
q
hebben als de omgeven bodem.
Het apparaat niet zonder hulp plaatsen.
q
Des te meer koelmiddel in het apparaat aanwezig is, des te
q
groter moet de ruimte zijn waarin het apparaat staat. In te
kleine ruimten kan bij een lek een brandbaar gas-luchtmengsel ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet de ruimte minimaal 1 m3 groot zijn. Gegevens over het gebruikte koelmiddel staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat.
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
u
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsgeluiden ontstaan!
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
u
Om ervoor te zorgen dat het opgegeven energieverbruik wordt
bereikt, moeten de afstandhouders worden gebruikt die bij
sommige apparaten zijn gevoegd. Hierdoor wordt de apparaatdiepte ca. 35 mmgroter. Het apparaat functioneert zonder
gebruik van de afstandhouders goed en volledig, maar heeft
een iets hoger energieverbruik.
Bij een apparaat met meegele-
u
verde wandafstandhouders deze
wandafstandhouders links en
rechts boven aan de achterkant
van het apparaat monteren.
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatieopeningen!
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
u
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
LET OP
WAARSCHUWING
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
het apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesapparaat
u
zetten.
Aanwijzing
Worden meerdere apparaten naast elkaar geplaatst, moet een
afstand van 100 mm tussen de apparaten worden gelaten.
Wordt deze afstand niet aangehouden, vormt zich condenswater tussen de zijwanden van de apparaten.
Fig. 4
Voer de verpakking af (zie 4.5) .
u
Stel het apparaat met de
u
meegeleverde steeksleutel en
met behulp van de stelpootjes
(A) en een waterpas stevig en
vlak op.
Aanwijzing
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
u
ruimte.
4.3 Draairichting deur veranderen
Indien nodig kunt u de draairichting van de deur veranderen:
Controleer of volgend gereedschap klaar ligt:
Torx 25
q
6* afhankelijk van model en uitvoering
Torx 15
q
Schroevendraaier
q
meegeleverde steeksleutel
q
eventueel een tweede persoon voor de montage
q
In gebruik nemen
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
VOORZICHTIG
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Rechts onder aan de lagerbus de
u
borgschroef
Deur openen.
u
Deur aan de greepzijde en onder-
u
kant vastpakken en optillen.
De lagerbout
w
de lagerbus
Indien de lagerbout
u
niet kan worden losgedraaid, de
bout van onderaf naar buiten
drukken.
Deur aan de onderkant uitdraaien en loshalen.
gende opnamegat van de lagerbus omzetten en weer vastschroeven.
Stop
u
overliggende opening van de lagerbus omzetten.
Afdekking
u
wegnemen.
Schroef
u
indraaien.
Afdekking
u
Lagerbus
u
behulp van een accuschroevendraaier weer goed (met
4 Nm) vastschroeven.
Fig. 6 (2)
Fig. 6 (3)
Fig. 6 (4)
Fig. 6 (5)
Fig. 6 (6)
Fig. 6 (5)
Fig. 6 (2)
losschroeven.
losschroeven en in het tegenoverlig-
uit de lagerbus verwijderen en in de tegen-
aan kant van de greep voorzichtig
uitdraaien en aan de andere kant weer
weer terugplaatsen.
aan de nieuwe scharnierzijde evt. met
Fig. 8
Til de stop
u
Monteer deurgreep, stop
u
Fig. 8 (11)
Let er bij het monteren van de drukplaten op, dat deze goed
u
vastklikken.
Veerklem
u
verplaatsen: Sluitnok
omlaag drukken, veerklem
eroverheen en eraf
trekken.
Veerklem aan de nieuwe
u
scharnierkant weer erin
schuiven totdat hij inklikt.
Lagerbout
u
deurbus nemen en samen
met het plaatje aan de
tegenoverliggende kant
aanbrengen. De sluitnok
moet naar de binnenkant
van de deur wijzen, de kerf
naar de buitenkant.
Deur boven in de lagerbout
u
Deur aan de onderkant vastzetten en de lagerbout
u
Fig. 9 (21)
draaien om deze te laten vastklikken.
Borgschroef
u
schroeven (met 4 Nm).
De deur eventueel via de beide langsgaten in de lagerbus
u
ten opzichte van de kast uitlijnen. Daartoe middelste schroef
uitdraaien.
Fig. 8 (12)
af en monteer ze aan de tegenoverliggende kant.
uit de deurlagerbus en plaats hem om.
Fig. 8 (10)
en drukplaten
Fig. 9 (20)
Fig. 9 (21)
in de lagerbus aanbrengen. Evt. de lagerbout
Fig. 5 (1)
uit de
Fig. 7 (9)
onder in de lagerbout draaien en vast-
hangen.
Fig. 9
* afhankelijk van model en uitvoering7
In gebruik nemen
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur!
Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de
deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben.
Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed
koelt.
u
u
4.4 Inbouw in het keukenblok
WAARSCHUWING
De lagerbussen/lagerbouten goed (met 4 Nm) vastschroeven.
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het
-
apparaat werkt.
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 10 (4)
minstens 40 mm bedragen. Dit in verband met het uitsteken
van de deurgreep bij een geopende deur.
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
-
-
-
-
u
WAARSCHUWING
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
Golfkarton/karton
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
Folies en zakken uit polyetheen
Spanbanden uit polypropeen
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met polyethy-
leen*
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamelpunt.
Fig. 10
(1) Opbouwkast(3) Keukenkast
(2) Apparaat(4) Wand
x
Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm groter. (zie 4.2) .
Het apparaat kan in keukenkasten worden ingebouwd. Om het
apparaat
passen, kan boven het apparaat een opzetkast
worden aangebracht.
Bij een ombouw met keukenkasten (diepte max. 580 mm) kan
het apparaat direct naast de keukenkast
geplaatst. Het apparaat steekt aan de zijkant 34 mm x en in het
midden 50 mm x uit ten opzichte van het keukenkastfront.
Fig. 10 (2)
aan de hoogte van het keukenblok aan te
Fig. 10 (1)
Fig. 10 (3)
worden
LET OP
Risico op beschadiging door oververhitting als gevolg van
onvoldoende ventilatie!
Bij te weinig ventilatie kan de compressor worden beschadigd.
Let op voldoende ventilatie.
u
Neem de ventilatie-eisen in acht.
u
Ventilatie-eisen:
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een
-
ruimte van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer.
De ontluchtingsdoorsnede onder het plafond moet minimaal
-
300 cm2 bedragen.
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Verkeerd aansluiten!
Beschadiging van de elektronica.
Geen omvormer gebruiken.
u
Geen energiespaarstekker gebruiken.
u
WAARSCHUWING
Verkeerd aansluiten!
Brandgevaar.
Geen verlengkabel gebruiken.
u
Geen verdeeldozen gebruiken.
u
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje
(zie 1) overeenstemmen.
Het stopcontact moet volgens de voorschriften zijn geaard en
een elektrische beveiliging bevatten. De afschakelstroom van
de zekering moet liggen tussen 10 A en 16 A.
Het stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat de
stroomvoorziening van het apparaat in geval van nood snel kan
worden onderbroken. Het mag zich niet achter het apparaat
bevinden.
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
u
4.7 Apparaat inschakelen
Aanwijzing
De fabrikant adviseert:
Diepvriesproducten bij -18 °C of kouder in het apparaat
u
leggen.
Apparaat ca. 2 uur vóór de eerste lading inschakelen.
Toets On/Off
u
Het temperatuurdisplay en het symbool Alarm knipperen tot
w
de temperatuur voldoende koud is. Als de temperatuur
boven 0 °C ligt knipperen streepjes, is de temperatuur lager,
knippert de huidige temperatuur.
De binnenverlichting brandt wanneer de deur open is.
w
Fig. 3 (7)
indrukken.
8* afhankelijk van model en uitvoering
Bediening
Om de binnenruimte bij eerste ingebruikname zo snel moge-
w
lijk te laten afkoelen, werkt het apparaat op maximaal
vermogen, wat inhoudt, dat de compressor op een hoog
toerental werkt. Daarom zijn de geluiden in eerste instantie
iets luider. Daarna werkt het apparaat in de energiebesparende normale modus aanzienlijk zachter verder.
Wanneer op het display „DEMO” wordt aangegeven, is de
w
demonstratiemodus geactiveerd. U kunt contact opnemen
met de Technische Dienst.
5 Bediening
5.1 Helderheid van het temperatuurdisplay
U kunt de helderheid van het temperatuurdisplay aanpassen
aan het omgevingslicht.
5.1.1 Helderheid instellen
De helderheid is instelbaar tussen h0 (geen verlichting) en h5
(maximale lichtsterkte).
Instelmodus activeren: druk gedurende ca. 6 sec. op de
u
toets SuperFrost
w
Op het display wordt c aangegeven.
Het symbool Menu
w
u
Met insteltoets Up
kiezen.
Bevestigen: toets SuperFrost
u
Display lichter instellen: insteltoets Up
u
indrukken.
Display donkerder instellen: insteltoets Down
u
Fig. 3 (2)
Bevestigen: toets SuperFrost
u
indrukken.
De helderheid is op de nieuwe waarde ingesteld.
w
Instelmodus deactiveren: toets On/Off
u
-of-
5 min. wachten.
u
Op het temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur
w
aangegeven.
indrukken.
Fig. 3 (8)
Fig. 3 (3)
Fig. 3 (1)
.
licht op.
of insteltoets Down
Fig. 3 (8)
even indrukken.
Fig. 3 (1)
Fig. 3 (8)
Fig. 3 (7)
Fig. 3 (2)
indrukken.
h
Op de temperatuurdisplay wordt opnieuw de temperatuur
w
weergegeven.
5.3 Deuralarm
Als de deur langer dan 60 seconden open staat,
klinkt er een geluidssignaal.
Het geluidssignaal dooft automatisch, als de deur
wordt gesloten.
5.3.1 Deuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgeschakeld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm gaat uit.
w
Fig. 3 (9)
indrukken.
5.4 Temperatuuralarm
Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is,
gaat het akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en
het symbool Alarm
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
-
gelegd
bij het herindelen en verwijderen van levensmiddelen is
-
teveel warme kamerlucht naar binnen gestroomd.
de stroom is langer uitgevallen
-
het apparaat is defect
-
Het akoestisch alarm stopt automatisch, het symbool Alarm
Fig. 3 (4)
peren, wanneer de temperatuur weer laag genoeg is.
Wanneer het alarm niet uitgaat: (zie 7) .
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levensmiddelen bederven.
u
gaat uit en de temperatuurdisplay houdt op met knip-
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
levensmiddelen niet meer nuttigen.
Fig. 3 (4)
.
5.2 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen
bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitschakelen.
5.2.1 Kinderbeveiliging instellen
Instelmodus activeren: druk gedurende ca. 6 sec. op de
u
toets SuperFrost
w
Op de display knippert c.
Het symbool Menu
w
Druk kort op de toets SuperFrost
u
Als in de display
om de kinderbeveiliging in te schakelen, drukt u kort
u
op de toets SuperFrost
Het symbool kinderbeveiliging
w
display knippert c.
Als in de display c0 wordt aangegeven:
om de kinderbeveiliging uit te schakelen, drukt u kort op de
u
toets SuperFrost
Het symbool Kinderbeveiliging
w
display knippert c.
Instelmodus deactiveren: toets On/Off
u
-of-
5 min. wachten.
u
Fig. 3 (8)
.
Fig. 3 (3)
is verlicht.
Fig. 3 (8)
c1 wordt aangegeven:
Fig. 3 (8)
Fig. 3 (8)
.
Fig. 3 (11)
.
Fig. 3 (11)
om te bevestigen.
brandt. Op de
dooft. Op de
Fig. 3 (7)
indrukken.
5.4.1 Temperatuuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de
temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer
actief.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
w
Fig. 3 (9)
indrukken.
5.5 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen
24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie 1) onder „Invriescapaciteit ... kg/24h” is aangegeven.
De schuifladen kunnen met max. 25 kg diepvriesproducten
worden belast.
De plateaus kunnen elk met 35 kg diepvriesproducten worden
belast.
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit
geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
VOORZICHTIG
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
* afhankelijk van model en uitvoering9
Bediening
Om ervoor te zorgen dat de levensmiddelen door en door ingevroren worden, dient u de volgende hoeveelheden per verpakking niet te overschrijden:
- Groente, fruit tot 1 kg
- Vlees tot 2,5 kg
Levensmiddelen in diepvrieszakjes, her te gebruiken kunst-
u
stof, metalen of aluminium bakjes in porties verpakken.
5.6 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur
Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
u
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken.
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
u
weer invriezen.
5.7 Temperatuur instellen
Het apparaat is standaard ingesteld voor een normale werking.
De temperatuur is instelbaar tussen -14 °C en -28 °C, aanbe-
volen wordt -18 °C.
Temperatuur hoger instellen: insteltoets Up
u
indrukken, totdat de temperatuur op het display knippert.
Toets loslaten.
Temperatuur lager instellen: insteltoets Down
u
indrukken, totdat de temperatuur op het display knippert.
Toets loslaten.
Op het temperatuurdisplay wordt de actuele temperatuur
w
weergegeven.
Temperatuur laten verspringen in stapjes van 1 °C: toets kort
u
indrukken.
-of-
Temperatuur doorlopend veranderen: toets ingedrukt
u
houden.
Tijdens het instellen knippert de waarde.
w
Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
w
ingedrukt, wordt de daadwerkelijke temperatuur aangegeven. De temperatuur past zich langzaam aan de nieuwe
instelling aan.
Fig. 3 (1)
Fig. 3 (2)
5.8.1 Met SuperFrost invriezen
Toets SuperFrost
u
het symbool wordt weergegeven. Toets loslaten.
De temperatuur daalt, het apparaat werkt met maximale
w
koeling.
Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
Ca. 6 u wachten.
u
Verpakte levensmiddelen in de diepe onderste laden
u
leggen.
Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
Ca. 24 u wachten.
u
Onderste diepe laden uitschuiven en de levensmiddelen
u
direct op de onderste plateaus leggen.
SuperFrost schakelt automatisch uit. Naargelang hoeveel-
w
heid nieuwe levensmiddelen op zijn vroegst na 30 h uiterlijk
na 65 h.
Het symbool SuperFrost
w
invriezen is afgesloten.
Levensmiddelen in de laden legen en deze weer inschuiven.
u
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale
w
modus verder.
Fig. 3 (8)
Fig. 3 (5)
indrukken, totdat op het display
gaat uit, wanneer het
5.9 Laden
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
Bij apparaten met NoFrost:
Laat de onderste schuiflade in het apparaat zitten!
u
Houd de luchtspleet binnen aan de achterkant steeds vrij!
u
Om de diepvriesproducten direct op de draagplateaus op te
u
bergen: Schuiflade naar voren trekken en eruit halen.
5.10 Plateaus
5.8 SuperFrost
Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel
tot op de kern invriezen. Het apparaat werkt met
maximaal koelvermogen, daardoor kunnen geluiden
van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
U kunt maximaal zoveel kilogram aan verse levensmiddelen
invriezen binnen 24 uur, zoals aangegeven op het typeplaatje
onder „vriescapaciteit ... kg/24u”. Deze maximale invriescapaciteit is afhankelijk van het model en de klimaatklasse.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden
ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij
een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij
de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h
voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te
vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in
contact brengen om ontdooien van deze producten te voorkomen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van max. ca. 1 kg nieuwe levensmiddelen
-
per dag
5.10.1 Plateaus verplaatsen
Plateau uitnemen: vooraan optillen en
u
uittrekken.
Plateau terugplaatsen: tot aanslag
u
inschuiven.
5.11 VarioSpace
U kunt naast de schuifladen ook de
draagplateaus eruit halen. Zo maakt
u plaats voor grotere levensmiddelen zoals gevogelte, vlees, groter
wild en kunnen hoge producten van
de bakkerij volledig worden ingevroren en verder worden klaargemaakt.
De schuifladen kunnen met max. 25 kg diepvriesproducten
u
worden belast.
De plateaus kunnen elk met 35 kg diepvriesproducten
De getallen geven telkens voor meerdere soorten ingevroren
levensmiddelen de bewaartijd in maanden aan. De vermelde
bewaartijden zijn richtwaarden.
(4) Vleeswaren, brood
vlees
5.13 Kruiden- en bessenlade
Dankzij de kruiden- en bessenlade kunt u bessen, kruiden,
groenten en andere kleine diepvriesproducten invriezen zonder
dat ze aan elkaar vriezen. De diepvriesproducten behouden
hun vorm en zijn later makkelijker in porties te verdelen.
5.13.1 Het kruiden- en bessenvak gebruiken
Verdeel de diepvriespro-
u
ducten losjes over het
kruiden- en bessenvak.
Laat de diepvriesproducten 10
u
tot 12 uur invriezen.
Doe de diepvriesproducten
u
over in diepvrieszakjes of bakjes.
Diepvrieszakjes of -bakjes in een lade plaatsen.
u
Om te ontdooien spreidt u de ingevroren diepvriesproducten
u
losjes naast elkaar uit.
5.14 Koelaccu
De koelaccu's verhinderen bij stroomuitval dat de temperatuur
te snel stijgt.
5.14.1 Koelaccu's gebruiken
De koelaccu's ruimtebespa-
u
rend in de kruiden- en vruchtenlade leggen.
De bevroren koelaccu's in het
u
bovenste, voorste bereik van
de vriesruimte op de diepvriesproducten leggen.
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien met NoFrost
Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.
Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatig
ontdooid en verdampt dan.
U hoeft het apparaat niet handmatig te ontdooien.
u
6.2 Apparaat reinigen
Het apparaat regelmatig reinigen.
Onderhoud
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de oppervlakken beschadigen.
u
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
Na het reinigen:
u
u
u
u
6.3 Binnenverlichting vervangen
In het apparaat is standaard een LED-lamp gemonteerd om de
binnenruimte te verlichten.
Bij gebruik van een gloeilamp:
q
q
Bij gebruik van een LED-lamp:
q
WAARSCHUWING
Gebruik geen stoomreinigers!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatieroosters en elektrische delen terecht komen.
Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levensmiddelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen.
Trek de stekker uit.
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
schone doek worden afgeveegd. Bij hardnekkig vuil lauwwarm water met allesreiniger gebruiken.
Gelakte deuroppervlakken uitsluitend met een zachte,
schone doek afvegen. Bij hardnekkig vuil een beetje water
of allesreiniger gebruiken. Naar keuze kan ook een microvezeldoek worden gebruikt.
De laden met lauw water en een beetje afwasmiddel handmatig reinigen.
Andere onderdelen met lauwwarm water en een beetje
afwasmiddel met de hand reinigen.
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
SuperFrost inschakelen (zie 5.8) .
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
de levensmiddelen er weer in leggen.
Een gloeilamp van max. 15 W en fitting E14 gebruiken.
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de standplaats
moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje
(zie 1) .
Alleen de originele LED-lamp van de fabrikant mag worden
gebruikt. De lamp kan worden aangeschaft via de servicedienst of speciaalzaak (zie 6.4) .
* afhankelijk van model en uitvoering11
Storingen
Gevaar voor verwonding door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de led-verlichting komt overeen met risicogroep RG 2.
Wanneer de afdekking wordt verwijderd:
u
Brandgevaar door LED-lamp!
Bij het gebruik van andere LED-lampen bestaat oververhittingsresp. brandgevaar.
u
Wanneer de lamp defect is, moet deze op de volgende
wijze worden vervangen:
u
u
u
6.4 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie 7) . Mocht
dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de Technische
Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
u
WAARSCHUWING
Niet met optische lenzen vanuit de directe nabijheid direct in
de verlichting kijken. Daarbij kunnen de ogen worden
beschadigd.
WAARSCHUWING
Gebruik de originele LED van de fabrikant.
Fig. 12
Schakel het apparaat uit.
Trek de stekker uit of schakel de beveiliging uit.
Vervang de lamp onder het bedieningspaneel volgens de
afbeelding.
WAARSCHUWING
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaansluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie 6) ,
uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren.
Apparaataanduiding
Fig. 13 (1)
Fig. 13 (2)
Fig. 13 (3)
typeplaatje aflezen.
Het typeplaatje
bevindt zich aan de
linkerkant binnen in
het apparaat.
, service-nr.
en serie-nr.
van het
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of
de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit
geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode
in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
→
Stekker controleren.
u
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
→
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
→
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daardoor langer is, wordt energie bespaard.
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
→
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de
compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.
→
Het knipperen is normaal.
u
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
→
van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden
veroorzaken.
Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
→
stroomt.
Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
→
van het koelaggregaat (de motor).
Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
→
middelen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2)
u
Trilgeluiden
Het apparaat staat niet vast op de vloer. Daardoor gaan
→
voorwerpen en meubels in de buurt van het lopende
koelaggregaat trillen.
Lijn het apparaat via de stelvoeten uit.
u
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F9
Het betreft een storing.
→
Neem contact op met de Technische Dienst (zie 6) .
u
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
u
probleem, apparaataanduiding
Fig. 13 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
u
komt.
De levensmiddelen blijven langer koel.
w
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
u
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
en serie-nr.
Fig. 13 (3)
Fig. 13 (1)
mededelen.
, service-nr.
Fig. 13
Op het temperatuurdisplay knippert stroomuitval . Op
het temperatuurdisplay wordt de warmste temperatuur
weergegeven, die tijdens de stroomuitval werd bereikt.
De vriestemperatuur was door stroomuitval of een stroom-
→
onderbreking in de afgelopen uren of dagen te hoog. Zodra
de stroomonderbreking voorbij is, werkt het apparaat weer
verder met de laatste temperatuurinstelling.
Aanduiding van de warmste temperatuur wissen: toets
u
Alarm
Fig. 3 (9)
indrukken.
12* afhankelijk van model en uitvoering
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer nuttigen. Ontdooide levensmiddelen niet meer opnieuw invriezen.
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
→
Neem contact op met de Technische Dienst (zie 6) .
u
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
→
condenswater te voorkomen.
Dit is normaal.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
→
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
→
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
→
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
u
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst (zie 6) .
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
→
opgeslagen.
Oplossing: (zie 5.8)
u
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
→
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
→
verwarming enz.).
Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
u
tebron.
Op het display worden streepjes („- -”) weergegeven.
De vriestemperatuur is door een stroomuitval of een
→
stroomonderbreking boven de nul graden gestegen.
u
Zie ook “stroomuitval” en “
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De deur was langer dan 15 min. open.
→
De binnenverlichting schakelt zich bij een geopende deur
u
na ca. 15 min. automatisch uit.
Als de binnenverlichting niet brandt, maar de temperatuur-
→
weergave brandt, is de lamp (levering met LED-lamp)
defect.
”
Uitzetten
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
Toets On/Off
u
wordt. Toets loslaten.
Wanneer het apparaat niet kan worden uitgeschakeld, is de
w
kinderbeveiliging actief (zie 5.2) .
Fig. 3 (7)
indrukken, totdat het display donker
8.2 Buiten werking stellen
Apparaat leegmaken.
u
Apparaat uitschakelen (zie 8) .
u
Netstekker eruit halen.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de
plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrijkomen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
Gevaar voor verwonding door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de led-verlichting komt overeen met risicogroep RG 2.
Wanneer de afdekking wordt verwijderd:
Niet met optische lenzen vanuit de directe nabijheid direct in
u
de verlichting kijken. Daarbij kunnen de ogen worden
beschadigd.
Lampje vervangen (zie 6) .
u
De deurafdichting is defect of moet om andere redenen
worden vervangen.
De deurafdichting is bij enkele apparaten verwisselbaar.
→
Het kan zonder overig gereedschap worden verwisseld.
Neem contact op met de Technische Dienst. (zie 6) .
u
Het apparaat is bevroren of er vormt zich condenswater.
De deurafdichting kan uit de sleuf zijn weggegleden.
→
De deurafdichting controleren op juiste bevestiging in de
u
sleuf.
* afhankelijk van model en uitvoering13
WAARSCHUWING
Liebherr-Hausgeräte Marica EOOD
4202 Radinovo
Bezirk Plovdiv
Bulgarien
home.liebherr.com
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.