Liebherr GN 3113, GN 3113 COMFORT NOFROST, GN 3613 COMFORT NOFROST, GN 4113 COMFORT NOFROST, GN 4113 User Manual [nl]

...
Page 1
Gebruiksaanwijzing
Diepvrieskast
170111
7084524 - 00
GN ... 3
Page 2
Het apparaat in vogelvlucht
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Overzicht apparaat en uitrusting............................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Opstelafmetingen..................................................... 3
1.5 Energie sparen......................................................... 3
1.6 Isolatieplaat.............................................................. 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 4
3.1 Bedienings- en controlepaneel................................. 4
3.2 Temperatuurdisplay................................................. 4
4 In gebruik nemen................................................... 4
4.1 Apparaat transporteren............................................ 4
4.2 Apparaat opstellen................................................... 4
4.3 Draairichting deur veranderen.................................. 5
4.4 Inbouw in het keukenblok......................................... 6
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 6
4.6 Apparaat aansluiten................................................. 6
4.7 Apparaat inschakelen............................................... 6
5 Bediening................................................................ 6
5.1 Deuralarm................................................................ 6
5.2 Temperatuuralarm.................................................... 7
5.3 Levensmiddelen invriezen........................................ 7
5.4 Levensmiddelen ontdooien...................................... 7
5.5 Temperatuur instellen............................................... 7
5.6 SuperFrost............................................................... 7
5.7 Laden....................................................................... 7
5.8 Plateaus................................................................... 8
5.9 VarioSpace............................................................... 8
5.10 Info-systeem............................................................. 8
5.11 Koudeaccu's............................................................. 8
6 Onderhoud.............................................................. 8
6.1 Ontdooien met NoFrost............................................ 8
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 8
6.3 Binnenverlichting vervangen.................................... 8
6.4 Technische Dienst.................................................... 9
7 Storingen................................................................ 9
8 Afzetten................................................................... 10
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 10
8.2 Buiten werking stellen.............................................. 10
9 Apparaat afdanken................................................ 10
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een , gebruiksresultaten met een
.

1 Het apparaat in vogelvlucht

1.1 Overzicht apparaat en uitrusting

Fig. 1
(1) Transportgreep achter (5) Typeplaatje (2) Bedienings- en contro-
lepaneel
(3) NoFrost installatie (7) VarioSpace (4) Koudeaccu (8) Stelpootjes, transport-
(6) Schuifladen met info-
systeem
grepen voor, transport­wieltjes achter

1.2 Toepassingen van het apparaat

Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen van levensmid­delen in huishoudelijke of soortgelijke omgeving. Hiertoe behoort bijvoorbeeld het gebruik
in personeelskeukens, bed and breakfasts,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels, en andere onder-
-
komens, voor catering en soortgelijke diensten in de groothandel
-
Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke toepassingen. Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan. Het apparaat is niet geschikt voor het bewaren en koelen van medicijnen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke stoffen en producten als genoemd in de richtlijn inzake medische hulp­middelen 2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kan leiden tot schade aan bewaarde producten of tot bederf ervan. Daar­naast is het apparaat niet geschikt voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen.
Het apparaat is volgens de klimaatklasse gebouwd voor gebruik bij bepaalde omgevingstemperaturen. De klimaat­klasse van uw apparaat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
Respecteer de opgegeven omgevingstemperaturen, zoniet
u
vermindert de koelprestatie.
Aanwijzing
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
2
Klimaat­klasse
SN, N tot 32 °C
ST tot 38 °C
voor omgevingstemperaturen
Page 3
Algemene veiligheidsvoorschriften
Klimaat­klasse
T tot 43 °C
Een storingsvrije werking van het apparaat is gewaarborgd tot een minimum omgevingstemperatuur van 5 °C.
voor omgevingstemperaturen

1.3 Conformiteit

Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde veiligheidsbe­palingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EEG en 2004/108/EEG.

1.4 Opstelafmetingen

Fig. 2
Model Apparaathoogte H (mm)
GN 31.. 1555
GN 36.. 1751
GN 41.. 1947

1.5 Energie sparen

Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken. Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
-
een fornuis, verwarming of dergelijke. Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is
-
het energieverbruik. Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in
-
vogelvlucht). Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
-
Rijpvorming wordt vermeden. Warme gerechten inleggen: eerst laten afkoelen tot kamer-
-
temperatuur.
Stof doet het energieverbruik toenemen:
de koelmachine met warmtewisselaar -
-
metalen rooster aan de achterkant van het apparaat - eens per jaar afstoffen.

1.6 Isolatieplaat

De isolatieplaat, waarmee u slechts een gedeelte van het apparaat gebruikt, is apart te verkrijgen bij de vakhandelaar. Wanneer u niet veel levensmiddelen in de vrieskast heeft, kunt u met behulp van de isolatieplaat het energieverbruik tot 50% verlagen. Afhankelijk van het model, kunnen er tot 5 schuilfaden worden uitge­schakeld. Om te koelen zijn minstens 3 schuifladen nodig. Meer informatie vindt u op de bijsluiter van de isolatieplaat.
2 Algemene veiligheidsvoor­schriften
Gevaren voor de gebruiker:
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (ook kinderen)
-
met fysieke, sensorische of mentale beperkingen of personen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken. Tenzij zij door een persoon, die voor hun veilig­heid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat worden onderwezen en die aanvankelijk toezicht uitoefent. Erop toezien, dat kinderen niet met het apparaat spelen. In geval van storing stekker uit het stopcontact trekken
-
(daarbij niet aan het netsnoer trekken) of zekering uitscha­kelen. Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het
-
vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakperso­neel. Als u het stroomsnoer van het apparaat uittrekt, altijd bij de
-
stekker nemen. Niet aan het snoer trekken. Apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding
-
monteren en aansluiten. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem
-
eventueel aan de volgende eigenaar door. De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TL-
-
lampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
-
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen. Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekings-
bronnen gebruiken. Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten
gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.). Wanneer koelmiddel ontsnapt: open vuur of ontstekings-
bronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen. Stekker uit het stopcontact trekken. Ruimte goed venti­leren. Contact opnemen met de Technische Dienst.
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijf-
-
gassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlam­mensymbool. Eventueel uittredende gassen kunnen door elektrische componenten vlam vatten. Houd brandende kaarsen, lampen en andere voorwerpen
-
met open vlammen uit de buurt van het apparaat, zodat ze geen brand veroorzaken. Sterke alcohol alleen goed gesloten en overeind staand
-
opslaan. Eventueel uittredende alcohol kan door elektrische componenten vlam vatten.
3
Page 4
Bedienings- en controle-elementen
Gevaar voor vallen en omkiepen:
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te
-
leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
-
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en
-
gekoelde of ingevroren levensmiddelen vermijden of veilig­heidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen. Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmid­dellijk en niet te koud consumeren.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofd­stukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
WAAR­SCHUWING
VOOR­ZICHTIG
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
duidt een gevaarlijke situatie aan, die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan, die lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
zingen en tips gegeven worden.

4 In gebruik nemen

4.1 Apparaat transporteren

Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans­port!
u u u

4.2 Apparaat opstellen

Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog voor het aansluiten - contact op met de leverancier.
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en vlak zijn.
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een fornuis, verwarming of dergelijke.
Optimale standplaats is een droge en goed geventileerde ruimte.
Zet het apparaat met de achterkant altijd direct tegen de muur. Stel het apparaat niet op zonder hulp. De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 per 8 g R 600a koelmiddel over een volume van 1 m beschikken. Indien de plaatsingsruimte te klein is, kan in geval van een lek in het koelmiddelcircuit een ontvlambaar gas-lucht­mengsel ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden verschoven.
VOORZICHTIG
Het apparaat verpakt transporteren. Het apparaat overeind transporteren. Het apparaat niet alleen transporteren.
3
3 Bedienings- en controle­elementen

3.1 Bedienings- en controlepaneel

Fig. 3
(1) Toets On/Off (4) Toets SuperFrost (2) Insteltoets (5) Toets alarm (3) Temperatuurdisplay

3.2 Temperatuurdisplay

Bij normale werking wordt aangegeven:
de ingestelde vriestemperatuur
-
De temperatuurdisplay knippert:
de temperatuurinstelling wordt gewijzigd
-
na het inschakelen is de temperatuur nog niet voldoende
-
koud de temperatuur is verschillende graden gestegen
-
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vocht! Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
u
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving of binnen bereik van spatwater plaatsen.
Brandgevaar door koelmiddel! Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie­openingen!
u
WAARSCHUWING
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha­digen.
WAARSCHUWING
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron, toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
u
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsgel­uiden ontstaan!
4
Page 5
In gebruik nemen
Trek de beschermfolie van de sierlijsten.
u
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
u
Doe de verpakking weg (zie 4.5) .
u
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
het apparaat niet direct naast een ander koel-/vriesapparaat
u
zetten.
Stel het apparaat met de
u
meegeleverde steeksleutel en met behulp van de stelpootjes (A) en een waterpas stevig en vlak op.
Aanwijzing
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
Zorg altijd goed voor een goede verluchting van de plaat-
u
singsruimte.

4.3 Draairichting deur veranderen

Indien nodig kunt u de draairichting van de deur veranderen:
controleer of volgend gereedschap klaar ligt:
Torx 25
q
Torx 15
q
schroevendraaier
q
meegeleverde steeksleutel
q
eventueel een tweede persoon voor de montage
q
Deur openen, naar voren kantelen en afnemen.
u
Lagerbus
u
Lagerdeel
u
gende opening van de lagerbus omzetten, opnieuw vast­schroeven. Stoppen aan de kant van de greep
u
verwijderen en aan de andere kant weer aanbrengen. Schroef
u
indraaien. Lagerbus
u
(met 4 Nm) vastschroeven evt. met behulp van een accu­schroevendraaier.
Bovenste afdekking
u
een schroevendraaier naar voren losklikken en schuin naar onderen wegnemen. Lagerbout
u
schroeven (met 4 Nm). Gebruik hiervoor de binnenkant van de meegeleverde steeksleutel. Afdekking
u
monteren: achteraan inzetten, vooraan laten vastklikken. Afdekking
u
monteren: achteraan inzetten, vooraan laten vastklikken.
Fig. 4 (4)
Fig. 4 (5)
Fig. 4 (20)
Fig. 4 (4)
Fig. 5 (9)
Fig. 5 (7)
Fig. 5 (8)
afschroeven.
afschroeven en in de tegenoverlig-
Fig. 4 (6)
uitdraaien en aan de andere kant weer
aan de nieuwe scharnierzijde weer goed
Fig. 5 (7)
uitdraaien en aan de andere kant vast-
op de kant van de lagerbouten opnieuw
en afdekking
op de tegenoverliggende kant
voorzichtig
Fig. 5 (8)
Fig. 5
met
Beveiliging
u
Afdekking
u
Indien nodig het apparaat met behulp van een tweede
u
persoon iets achterover kantelen, om de lagerbout te verwij­deren. Lagerbouten
u
uittrekken. Let daarbij op de scharnierbus
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Fig. 4 (1)
Fig. 4 (13)
Fig. 4 (2)
VOORZICHTIG
naar voren toe wegnemen.
verwijderen.*
naar onderen en naar voren
Fig. 4 (3)
.
Fig. 4
Fig. 6
Stoppen
u
omzetten. Deurgreep, stoppen
u
demonteren en omzetten naar de tegenoverliggende kant. Let er bij het monteren van de drukplaten op dat deze goed
u
vastklikken. Hang de deur in de lagerbouten
u
Apparaat weer iets achter-
u
over kantelen en lagerbout
Fig. 4 (2) Fig. 4 (3)
De kerf aan de lagerbout moet naar voren wijzen. Afdekking
u
tegeoverliggende kant plaatsen.*
Fig. 6 (12)
uit de lagerbus van de deur halen en
Fig. 6 (10)
met scharnierbus
weer aanbrengen.
Fig. 4 (13)
aan de
en drukplaten
Fig. 5 (9)
en sluit de deur.
Fig. 6 (11)
Fig. 7
5
Page 6
Bediening
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u
u
VOORZICHTIG
De beveiliging inklikken, zodat de lagerbus en dus ook de deur is geborgd.
(1)
moet aan de zijkant van de lagerbus
Bij de ombouw met keukenkasten (diepte max. 580 mm) kan het apparaat direct naast de koelkast worden geplaatst. Het apparaat steekt opzij 150 mm en in het midden 170 mm uit ten opzichte van het frontdeel van het keukenkastje.
De ventilatieruimte onder het plafond moet minstens
-
350 cm2 bedragen. Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het
-
apparaat werkt.
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 8 (4)
minstens 40 mm bedragen. Dit in verband met het uitsteken van de deurgreep bij een geopende deur.
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur

4.5 Afvalverwerking van de verpakking

Beveiliging
u
De deur eventueel via de beide langsgaten in de lagerbus
u
Fig. 4 (4)
middelste schroef uitdraaien.
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur! Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben. Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed koelt.
De lagerbussen/lagerbouten goed (met 4 Nm) vast-
u
schroeven. Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
u
(1)
op lagerbus weer inklikken.
ten opzichte van de kast uitlijnen. Daartoe
WAARSCHUWING

4.4 Inbouw in het keukenblok

Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
-
-
-
-
u
WAARSCHUWING
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
Golfkarton/karton Onderdelen uit geschuimd polystyreen Folies en zakken uit polyetheen Spanbanden uit polypropeen Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly-
ethyleen* Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel­punt.

4.6 Apparaat aansluiten

LET OP
Gevaar voor beschadiging van de elektronische componenten!
Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar
u
wisselstroom) of spaarstekker.
Brand- en oververhittingsgevaar!
u
WAARSCHUWING
Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.
Fig. 8
(1) Opbouwkast (3) Keukenkast (2) Apparaat (4) Wand
Het apparaat Om het apparaat aan de hoogte van het keukenblok aan te passen, kunt u er een passende opbouwkast plaatsen.
Fig. 8 (2)
kan worden ingebouwd in de keuken.
Fig. 8 (1)
op
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen. Het apparaat alleen aansluiten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact. Het stopcon­tact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn.
Het moet eenvoudig toegankelijk zijn, zodat het apparaat in urgentiegevallen snel van de stroom­voorziening gescheiden kan worden.
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
u

4.7 Apparaat inschakelen

Toets On/Off
u
Het apparaat is ingeschakeld. De temperatuurdisplay en de
w
toets alarm knipperen tot de temperatuur voldoende koud is.
Fig. 3 (1)
indrukken.

5 Bediening

5.1 Deuralarm

Wanneer de deur langer dan 60 s geopend is, gaat het akoes­tisch alarm af.
6
Page 7
Bediening
Het akoestisch alarm stopt automatisch, zodra de deur gesloten wordt.

5.1.1 Deuralarm deactiveren

Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha­keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm gaat uit.
w
Fig. 3 (5)
indrukken.

5.2 Temperatuuralarm

Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is, gaat het akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en de toets alarm.
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
-
gelegd bij het sorteren en uitnemen van de levensmiddelen is
-
teveel warme lucht binnengekomen de stroom is voor langere tijd uitgevallen
-
het apparaat is defect
-
Het akoestisch alarm stopt automatisch, de toets alarm
Fig. 3 (5)
peren, wanneer de temperatuur weer voldoende laag is Wanneer het alarm niet uitgaat (zie Storingen).
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levens­middelen bederven.
u
gaat uit en de temperauurdisplay stopt met knip-
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven levensmiddelen niet meer nuttigen.

5.2.1 Temperatuuralarm deactiveren

Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer actief.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
w
Fig. 3 (5)
indrukken.

5.3 Levensmiddelen invriezen

U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen 24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht) onder "Invriescapaciteit ... kg/24h" is aangegeven.
De bovenste lade kan met max. 15 kg, de andere laden kunnen met elk max. 25 kg worden belast.
De plateaus kunnen elk met 55 kg diepvriesproducten worden belast.
Indien de deur na het sluiten niet weer onmiddellijk kan worden geopend, ca. 2 min. wachten, totdat de ontstane onderdruk is opgeheven.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven! Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
u

5.4 Levensmiddelen ontdooien

- bij kamertemperatuur
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
u
weer invriezen.

5.5 Temperatuur instellen

Aanbevolen temperatuurinstelling: -18 °C U kunt de temperatuur doorlopend veranderen. Bij de instelling
-32 °C wordt opnieuw begonnen met -15 °C. Temperatuurverstelling oproepen: druk eenmaal op de
u
insteltoets In het temperatuurdisplay knippert de LED van de huidige
w
temperatuur. Druk net zo vaak op de insteltoets
u
gewenste temperatuur aangeven.
Aanwijzing
Door de insteltoets lang in te drukken wordt binnen een
u
kleine temperatuurzone (b.v.: tussen -15 °C en -18 °C) een iets koudere waarde ingesteld. In het temperatuurdisplay is dan de LED van de eerstvolgende lagere temperatuurzone verlicht.
Fig. 3 (2)
.
Fig. 3 (2)
tot de LEDs de

5.6 SuperFrost

Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel tot op de kern invriezen. Het apparaat werkt met maximaal koelver­mogen, daardoor kunnen geluiden van de koelaggregaat tijde­lijk luider zijn.
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h invriezen, als op het typeplaatje onder "invriescapaciteit ... kg/ 24h" is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het model en de klimaatklasse van het apparaat.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te scha­kelen:
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van tot ca. 2 kg verse levensmiddelen per
-
dag

5.6.1 Met SuperFrost invriezen

Toets SuperFrost
u
De toets SuperFrost is verlicht.
w
De temperatuur daalt; het apparaat werkt met maximale
w
koeling. Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen: ca. 6 u wachten.
u
Voor een maximale vriescapaciteit de levensmiddelen in de
u
diepe, onderste laden leggen. Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen (zie typeplaatje): ca. 24 u wachten.
u
Verpakte levensmiddelen direct op de onderste draagpla-
u
teaus leggen en pas na het invriezen in de laden leggen. SuperFrost schakelt na ca. 65 u automatisch uit.
w
De toets SuperFrost is donker.
w
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale
w
modus verder.
Fig. 3 (4)
kort indrukken.
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen, mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over­schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
u
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of aluminium.

5.7 Laden

Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij onvoldoende ventilatie. Bij apparaten met NoFrost:
Laat de onderste schuiflade in het apparaat zitten!
u
Houd de luchtspleet binnen aan de achterkant steeds vrij!
u
7
Page 8
Onderhoud
Om diepvriesgoed direct op de draagplateaus te bewaren:
u
trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.

5.11.1 Koudeaccu's gebruiken

De koudeaccu's ruimtebespa-
u
rend in het bovenste vriesvak leggen. De bevroren koudeaccu's
u
boven in het voorste vriesge­deelte op de ingevroren levensmiddelen leggen.

5.8 Plateaus

Plateau uitnemen: vooraan optillen en
u
uittrekken. Plateau terugplaatsen: tot aanslag
u
inschuiven.

5.9 VarioSpace

Naast de schuifladen kunt u tevens de plateaus verwijderen. Zo creëert u plaats voor levensmiddelen van groot formaat. Gevogelte, vlees, groot wild en hoog gebak kunnen geheel en al worden ingevroren en later verder verwerkt.
De bovenste lade kan met max. 15 kg , de andere laden
u
kunnen met elk max. 25 kg worden belast. De plateaus kunnen elk met 55 kg diepvriesproducten
u
worden belast.

5.10 Info-systeem

6 Onderhoud

6.1 Ontdooien met NoFrost

Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch. Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatig
ontdooid en verdampt dan.
U hoeft het apparaat niet handmatig te ontdooien.
u

6.2 Apparaat reinigen

Voor het reinigen:
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brand­wonden veroorzaken.
u
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u u u
u u
u
u
VOORZICHTIG
Gebruik geen stoomreinigers!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm. Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol. Gebruik geen schoonmaakmiddelen die zand, chloor, chemicaliën of zuren bevatten. Gebruik geen chemische oplosmiddelen. Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst. Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of beschadigen. Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatier­oosters en elektrische delen terecht komen.
Fig. 9
(1) Kant-en-klare
gerechten, ijs
(2) Varkensvlees, vis (5) Wild, paddestoelen (3) Fruit, groenten (6) Gevogelte, rund-/kalfs-
De getallen geven telkens voor meerdere soorten ingevroren levensmiddelen de bewaartijd in maanden aan. De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden.
(4) Vleeswaren, brood
vlees

5.11 Koudeaccu's

De koudeaccu's verhinderen bij stroomuitval, dat de tempera­tuur te snel stijgt.
8
Apparaat leegmaken.
u
Trek de stekker uit.
u
- Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een neutrale pH-waarde.
- Gebruik in de binnenruimte van het apparaat enkel levensmiddelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten. Roosters voor luchtaan- en afvoer regelmatig reinigen.
u
Stof verhoogt het energieverbruik.
w
Buitenwanden en binnenruimte:
Buiten- en binnenwanden van kunststof met lauwwarm
u
water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen.
Onderdelen:
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
u
middel met de hand reinigen.
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.6) .
u
Wanneer de temperatuur voldoende koud is: de levensmiddelen er weer in leggen.
u

6.3 Binnenverlichting vervangen

Type gloeilamp
Page 9
Storingen
max. 15 W Fitting: E14 Stroomsoort en spanning moeten overeenstemmen met de gegevens van het typeplaatje.
Schakel het apparaat uit.
u
Trek de stekker uit of schakel
u
de beveiliging uit. Vervang de gloeilamp onder
u
het bedieningspaneel volgens de afbeelding.

6.4 Technische Dienst

Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
u
WAARSCHUWING
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan­sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder­houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren.
Apparaataanduiding
Fig. 10 (1)
nr.
Fig. 10 (2)
serie-nr. van het typeplaatje aflezen. Het type­plaatje bevindt zich aan de linkerkant binnen in het appa­raat.
, service-
en
Fig. 10 (3)
Fig. 10
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
u
probleem, apparaataanduiding
Fig. 10 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
u
komt. De levensmiddelen blijven langer koel.
w
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
u
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
en serie-nr.
Fig. 10 (3)
Fig. 10 (1)
mededelen.
, service-nr.

7 Storingen

Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht deson­danks storing optreden, eerst controleren of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker controleren.
u
De zekering in het stopcontact is niet in orde.
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar­door langer is, wordt energie bespaard. Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
De inverter knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose LED uitgevoerd.
Het knipperen is normaal.
u
Geluiden zijn te luid.
Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanlei-
ding van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden veroorzaken. Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid stamt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt. Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van de koelaggregaat (de motor). Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn, wanneer de koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver­mogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2)
u
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Daardoor
worden aangrenzende meubels of voorwerpen door de lopende koelaggregaat in vibratie gezet.
Apparaat iets verschuiven en met de stelpoten uitlijnen.
u
De toets SuperFrost en de temperatuurdisplay knipperen beiden.
Het betreft een storing.
Contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onder-
u
houd).
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
Luchtrooster schoonmaken.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
u
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onderhoud). U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen. Oplossing: (zie 5.6)
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron.
Oplossing: (zie In gebruik nemen).
u
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De deur was langer dan 15 min. open.
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
u
ca. 15 min. automatisch uit. Wanneer de binnenverlichting niet brandt terwijl de tempe-
ratuurdisplay wel verlicht is, is de gloeilamp stuk.
9
Page 10
Afzetten
Vervang de gloeilamp. (zie Onderhoud).
u

8 Afzetten

8.1 Apparaat uitschakelen

Toets On/Off
u
De temperatuurdisplay is uit.
w
Fig. 3 (1)
ca. 2 sec. indrukken.

8.2 Buiten werking stellen

Apparaat leegmaken.
u
Stekker uittrekken.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deur wat open staan zodat er geen onaangename
u
geuren kunnen ontstaan.

9 Apparaat afdanken

Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa­raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel (informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij­komen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
10
Loading...